1 Raadsvergadering Nummer 9 maart 2017 17-025 Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik, gehouden op 9 maart 2017 om 21.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis, Singelpark 1 te Odijk. Aanwezig: de heer H.M. Ostendorp voorzitter mevrouw H.R.E. Hofland griffier de heer J. Buzepol mevrouw L. Geerlings CDA de heer P.B.M. Heijmerink Perspectief 21 de heer H.J. Hoitink de heer P. Lakerveld CDA de heer K.A. Maijer mevrouw H.J. Mourits Perspectief 21 mevrouw B.G. Schipper Perspectief 21 mevrouw A.A. van der Stijl Perspectief 21 mevrouw J.T. Sweerts de heer L.N. Vernie CDA de heer A.W. Viskil Perspectief 21 mevrouw H.J. Visser CDA Voorts aanwezig: de heer J.J. Eijbersen mevrouw H.M. Spil wethouder wethouder Afwezig: de heer F.A. Schenk mevrouw N. van der Voort Perspectief 21 1. Opening en voorstemmer De voorzitter opent de vergadering om 21.00 uur en heet iedereen welkom. De heer Schenk en mevrouw Van der Voort zijn met kennisgeving afwezig. Door loting wordt de heer Viskil als voorstemmer aangewezen. 2. Vaststelling agenda 17-016 Mevrouw Visser verzoekt een raadsbreed opgestelde motie op de agenda te zetten. De voorzitter stelt voor deze motie te agenderen als agendapunt 10a. De heer Vernie wil met de heer Maijer graag iets melden vanuit de Biga. De voorzitter stelt vast dat dit akkoord is en dat dit bij agendapunt 5: 'Mededelingen vanuit U10 en raadsrapporteurs' kan worden gedaan. De agenda wordt gewijzigd vastgesteld. 3. Vaststelling notulen raadsvergadering 16 februari 2017 17-018 De notulen van de raadsvergadering van 16 februari 2017 worden ongewijzigd vastgesteld.
2 4. Ingekomen stukken en mededelingen van het college 17-017 Er zijn geen vragen of opmerkingen naar aanleiding van de ingekomen stukken. Er zijn geen mededelingen van het college. 5. Mededelingen vanuit U10 en raadsrapporteurs De heer Vernie deelt mee dat de heer Maijer en hij op 8 maart jl. de vergadering van de Biga hebben bijgewoond. De Biga is nu van de gemeente via een BV waarin de gemeente het kapitaal levert. De Biga heeft laten zien dat ze het werk goed aankan en is 'een social enterprise' van de bovenste plank. Het aanbieden van banen via de gemeente gaat prima, maar ook de private sector gaat prima. Het gaat zo goed dat Biga landelijk bekend is en bekend is geworden bij Defensie. Defensie wist niet wat het met de overtollige kleding moest doen, omdat elke lichting nieuwe kleding nodig heeft. De heer Maijer en hij hebben een filmpje gezien dat ze graag aan de raad willen tonen zodat de overige raadsleden kennis kunnen nemen van wat Biga doet, zelfs met een grote partij als Defensie. Het filmpje toont ook hoe Defensie zich commercieel kan opstellen samen met maatschappelijke ondernemers. Vertoning van filmpje van de Biga Groep van 21.04 uur tot 21.08 uur. De voorzitter vindt het waardevol dat de heren Vernie en Maijer hun enthousiasme op deze manier met de raad hebben gedeeld. 6. Korte informatie van gemeenteraadsvertegenwoordigers in besturen van gemeenschappelijke regelingen Er zijn geen mededelingen. 7. Benoeming fractieassistent 17-015 De voorzitter deelt mee dat de heer F.C.M. Pouw door de fractie van is voorgedragen als fractieassistent. Hij stelt vast dat stemming bij acclamatie kan. Hij stelt vast dat de raad unaniem akkoord gaat met de aanstelling van de heer Pouw. Hij feliciteert de heer Pouw, overhandigt hem een bos bloemen en wenst hem succes. Hamerpunten 8. Raadsvoorstel Actualisatie van de Erfgoedverordening Bunnik 17-012 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel. 9. Raadsvoorstel Beslissing op bezwaar tegen het raadsbesluit tot weigering nadeelcompensatie voor de woning Provincialeweg 94 te Bunnik 17-013 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel. 10. Vragenronde Er zijn geen vragen ingediend.
3 10a. Hoofdlijn uitvoeringsstrategie Bunnik 2017-2030 Eerste termijn Mevrouw Visser vindt dat er sprake is van een mijlpaal. Vanavond wordt gesproken over een richting waar de raad van Bunnik met de gemeente Bunnik naartoe wil aan de hand van een motie die door de drie fracties gezamenlijk is opgesteld en wordt ingediend. Dit is een mooi voorbeeld van de ruimte die de raad heeft genomen om kracht op een constructieve manier te gebruiken. Na het proces van het Bestuurskrachtonderzoek heeft het college een vervolgdocument opgeleverd: de Strategische Agenda "Bunnikse kwaliteit in een groene, gezonde en slimme regio". Bij het tot stand komen van dat document zijn veel mensen betrokken geweest en geraadpleegd. De raad had inbreng, maar ook het college, de organisatie, inwoners van Bunnik, ondernemers en partners uit de regio. Het is een mooi overzicht geworden met waardevolle karakteristieken van Bunnik met een overzicht van de kansen en de beperkingen. In het proces dat daarna op gang kwam, zijn partijen aan de slag gegaan met het trekken van conclusies uit die beschreven richtingen. Dat gebeurde de laatste tijd weer verder in dezelfde werkgroep van de Strategische Agenda; allemaal binnenshuis. Ondertussen ontwikkelde buitenshuis de maatschappij zich verder en rondom Bunnik gebeurt van alles. De druk op de woningmarkt is enorm toegenomen in de regio. Het verkeer neemt toe bij de oplevende economie. De manier waarop ouderen zorg en begeleiding krijgen, verandert. Er ligt nog steeds de afspraak om Houten te voorzien van een oostelijke ontsluiting. Het Science Park in Utrecht wordt steeds drukker, omdat het intensiever wordt gebruikt. De Nieuwe Hollandse Waterlinie bevindt zich in een proces van aanmelding voor de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Al deze vraagstukken kunnen niet los van elkaar worden gezien en moeten in samenspraak met de regio worden opgelost. Het wordt tijd dat wat binnenshuis wordt besproken naar buiten te brengen. Wil dat Bunnik helderheid geeft over het beeld bij de toekomst. Dat beeld moet worden gedeeld met de inwoners van Bunnik en worden gebruikt als startpunt voor het gesprek dat in de regio wordt gevoerd over de verschillende vraagstukken. Met deze motie is de gemeente aangekomen bij een nieuwe fase. De gemeenteraad trekt zijn conclusies uit de Strategische Agenda en maakt vanuit zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid een aantal keuzes voor de toekomst. In de motie vraagt de raad het college deze uitgangspunten te gebruiken als basis bij de uitwerking van plannen die zich uitstrekken over een periode van meer dan tien jaar. Dit zo helder te verwoorden is ook een manier voor de raad om zichzelf te scherpen in het stellen van prioriteiten. Bij de begroting van november 2016 stond nog een lijst met speerpunten waarbij fracties vrij willekeurig vinkjes konden zetten. Het CDA heeft daaraan niet willen meedoen, omdat het CDA die keuzes niet los wilde zien van een integraal toekomstbeeld. De meest ingrijpende keuze die in deze motie is verwoord is om de draad weer op te pakken met de uitbreiding van Odijk. De hele raad is ervan doordrongen dat letterlijk ruimte nodig is om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en behoeftes. Met name deze keuze is belangrijk om te delen met de inwoners van Bunnik en met de regio omdat het ingrijpende gevolgen heeft en omdat het gaat over een gebied waar bijna alle vraagstukken samenkomen. Elk besluit heeft zijn weerslag op een ander vraagstuk. Daar moet goed rekening mee worden gehouden. Het delen van dit besluit biedt ook de regio de gelegenheid zijn wensen uit te spreken, zodat die kunnen worden meegenomen in de planontwikkeling. Er is gekozen voor het begrip 'substantieel uitbreiden' om alles bij voorbaat niet te veel vast te leggen, maar juist om ruimte te bieden voor de samenspraak met de regio. Zij vraagt of zij de gehele motie moet voorlezen. De voorzitter wijst erop dat de motie op het scherm in de raadzaal wordt geprojecteerd. Hij stelt voor dat het dictum wordt voorgelezen, zodat luisteraars daarvan kennis kunnen nemen. Hij stelt vast dat dit akkoord is. Mevrouw Visser dient, mede namens de fracties van Perspectief 21 en, onderstaande motie in.
4 Motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp "De raad van de gemeente Bunnik, in vergadering bijeen op 9 maart 2017; Inleiding Bunnik heeft het vizier op de toekomst gericht. We hebben in het kader van de strategische agenda - geluisterd naar onze inwoners, onze ondernemers, experts en regiopartners. We zijn ons bewust van de regionale opgaven en ontwikkelingen die op ons af komen. De raad ziet het als haar verantwoordelijkheid om daarin nu zelf de regie te voeren. Met name ook om het Bunnikse karakter te kunnen behouden en te versterken. We kiezen er voor om substantieel, maar met kwaliteit, te groeien, geconcentreerd in het dorp Odijk. We zien de groeiopgave als kans om de leefbaarheid van onze kernen te vergroten, meer betaalbare woningen voor onze inwoners en mensen in de regio te realiseren en de doorstroming van het verkeer naar de A12 en A27 te vergroten. We willen groeien, maar met behoud van het groene buitengebied dat veilig is voor fietsers en bewoners. Ook kunnen we daardoor ons fraaie deel van de Waterlinie, dat grenst aan de stad, uitbouwen tot een hoogwaardige recreatiegebied. De raad van de gemeente Bunnik, Overwegende dat: Onze samenleving kiest voor Bunnikse kwaliteit in een slimme, gezonde en groene regio; Wij de toekomst van onze gemeente met open vizier tegemoet willen treden (strategische agenda Bunnik); Wij die Bunnikse kwaliteit willen versterken langs de pijlers gelukkig, gezond, dynamisch en behendig Bunnik; Onze uitdaging daarbij is de kracht van de regio met die van Bunnik te verbinden door regionaal te denken en lokaal te doen; Wij onderdeel zijn van een regio waarin de vraagstukken zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin steeds groter worden; Wij een actieve bijdrage willen leveren aan de oplossing voor die vraagstukken; o een oplossing voor de sociale vraagstukken in de regio o de realisatie van een hoogwaardig recreatief landschap aan de westkant van Bunnik (Hollandsche Waterlinie) o het regionale integrale mobiliteitsvraagstuk o het regionale woningtekort Substantiële groei van Bunnik noodzakelijk is; Wij daarbij kwaliteit willen bieden die aantrekkelijk is voor de regio en complementair is binnen de regio; Wij actief richting willen geven aan het tempo waarin en schaal waarop deze groei zich voltrekt; Wij noch voorstander zijn van de realisatie van een vierde kern binnen onze gemeente, noch van een doorklieving van Odijk als stip op de horizon; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders 1. De hoofdlijn van de in voorbereiding zijnde uitvoeringsstrategie Bunnik 2017 2030 op te bouwen vanuit bovenstaande overwegingen. 2. Aldus invulling te geven aan substantiële groei van Bunnik passend bij de schaal en identiteit van onze gemeente: a. Vanuit de kracht van de (deel)gebieden; b. Met behoud van het open en groene buitengebied; c. Waarbij groei, mobiliteit, sociale kwaliteit en verduurzaming in samenhang worden opgepakt; d. Waarbij de uiteindelijke omvang en invulling van de opgave incl. sociale woningbouw in samenspraak met de beoogde groeiers in de regio wordt bepaald. 3. De groei te concentreren direct aansluitend op en ten westen van het dorp Odijk, waardoor de levensvatbaarheid van het dorp wordt vergroot.
5 4. Daardoor tevens ruimte te creëren in de dorpen voor inbreiding en verbetering van het woon- en leefklimaat. 5. Een integrale oplossing voor de druk op het (regionale) mobiliteitsnetwerk te zoeken: a. Waarbij voor doorgaand verkeer zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de provinciale wegen: b. De fiets als het vervoermiddel voor lokaal en regionaal (woon-werk) verkeer wordt beschouwd; c. Er een rechtstreekse relatie wordt gelegd met een substantiële groei van onze gemeente; d. Waarin een omlegging van de N229 als randvoorwaardelijke en gezamenlijke opgave van gemeente, regio en provincie wordt gepresenteerd, wat in voldoende mate geborgd moet zijn alvorens met de groeiopgave te kunnen starten e. Waarbij we actief meewerken aan de oostelijke ontsluiting Houten (haakje) en de bereikbaarheid van de forten in de Hollandse waterlinie, op zodanige wijze dat de druk die daardoor kan ontstaan op de leefkwaliteit in Bunnik zoveel mogelijk wordt beperkt. f. Waarin regionale knooppuntontwikkeling (stationsgebied Bunnik) in relatie tot de groei van het USP verder wordt uitgewerkt. 6. Tenminste onderstaande ontwerpprincipes te hanteren bij de concretisering van de onder 1 t/m 5 genoemde opgave: a. Levensloopbestendige kernen: optimaal faciliteren van de vraag vanuit vergrijzing, extramuralisering en de inclusieve samenleving b. Ruimte voor talent en initiatief uit de samenleving c. Ruimtelijke kwaliteit, energietransitie, circulaire economie en verduurzaming d. Groene corridors als verbinding tussen Utrecht en Bunnik 7. De Uitvoeringsstrategie in uitgewerkte vorm aan onze Raad voor te leggen in het Open Huis van 23 november 2017 en in de raad van 14 december 2017 (voor de verkiezingen). 8. Bovenstaande vanaf heden actief uit te dragen en in overleg met de samenwerkende partijen en netwerken binnen de gemeente en de regio verder te brengen. 9. Bij het aanbieden van de Uitvoeringsstrategie een investeringsstrategie te voegen en het volgende inzichtelijk te maken: a. Welke (aanvullende) budgetten en investeringen benodigd zijn; b. Welke dekkingsmogelijkheden er zijn; c. Welke risico s de gemeente loopt en de beheersmaatregelen die worden getroffen; d. wat de gevolgen zijn voor de capaciteit van de gemeentelijke organisatie. e. Op welke wijze en met wie de regionale samenwerking wordt uitgebreid. 10. De uitwerking van deze voorstellen te verwerken in de Kadernota en de Begroting 2019. en gaat over tot de orde van de dag. De heer Hoitink bevestigt dat de motie hebben medeondertekend. De raad, het college en de ambtelijke organisatie hebben het afgelopen halfjaar werkbijeenkomsten gehad over de uitvoering van de Strategische Agenda als zijnde het resultaat van het participatietraject. De uitkomst van deze werkbijeenkomsten staat in deze motie. Het is goed om dit nu vast te leggen, zodat het college verder kan en het kan communiceren naar de samenleving en de regio. zijn blij dat deze motie raadsbreed wordt ge-
6 dragen. Daarmee is maximaal draagvlak gecreëerd voor de te volgen koers van deze gemeente. Die koers is in de tijd gezien feitelijk heel consistent. Tien jaar geleden is als uitkomst van de toenmalige brede maatschappelijke discussie over de Toekomstvisie ook al besloten om deze koers te varen, maar de crisis gooide roet in het eten. Net als tien jaar geleden wordt gezocht naar een balans tussen de wensen van de inwoners (het behouden van het dorpse en groene karakter) enerzijds en de wensen van de regio (het bouwen van circa 75000 nieuwe woningen) anderzijds. Bunnik ligt niet op een eiland en moet een bijdrage leveren aan de regionale ontwikkeling op Bunnikse maat en schaal. Dat is ook in het belang van Bunnik zelf: stilstand is achteruitgang. Het is beter om nu proactief te zijn en zelf de regie te nemen over de toekomst dan het risico te lopen dat anderen van buiten die regie gaan overnemen. willen drie punten uit de motie extra onderstrepen. De omlegging van de N229 blijft voor een essentiële voorwaarde. Het dorp Odijk moet een eenheid blijven en niet worden gesplitst door een drukke provinciale weg. Dit is in het belang van de samenhang van het dorp Odijk en van de verkeersveiligheid van de schoolkinderen. In het Open Huis is een uiteenzetting gegeven over het behoud van de Hollandse Waterlinie en de voordracht als Unesco Werelderfgoed. ondersteunen dit idee van harte. De Waterlinie kan op deze wijze een groene verdedigingslinie vormen tegen de verstedelijking vanuit Utrecht. In tegenstelling tot 150 jaar geleden ligt Bunnik nu aan de goede kant van de Waterlinie. Verder biedt het de kans om deze groene buffer verder te ontwikkelen als recreatiegebied. Hiervan profiteert zowel de regio als Bunnik. De gemeente mag best trots zijn op het feit dat de kruising van de Limes en de Waterlinie in deze gemeente ligt. Niet alles kan tegelijk. Hij heeft in de vorige raadsvergadering gehoord dat het piept en kraakt in de ambtelijke organisatie. Er moeten dus keuzes worden gemaakt. Hij verwacht dat het college de raad bij de Kadernota en de Begroting heldere keuzes voorlegt, waarbij taken en middelen met elkaar in evenwicht zijn. De heer Viskil is blij dat er een raadsbrede motie ligt. De inhoud van de motie spreekt voor zich. Er is al een aantal dingen gezegd die P21 onderschrijft. Er wordt al enige tijd nagedacht over de toekomst van Bunnik. In de vorige raadsperiode is een Bestuurskrachtonderzoek gehouden. De uitkomst was dat Bunnik prima in staat is om als zelfstandige gemeente voort te kunnen. Om zelfstandig te blijven werd een aantal aanbevelingen meegegeven, zoals het op zoek gaan naar samenwerking op regionaal en provinciaal niveau op het gebied van de decentralisaties, Zorg en Jeugdtaken. Die samenwerking heeft gestalte gekregen. Om in de toekomst ook goed op de kaart te staan is het belangrijk dat Bunnik haar verantwoordelijkheid neemt op terreinen van woningbouw, mobiliteit, recreatie en de sociale samenhang. Het is goed om het imago van Bunnik in de regio te versterken en nu een krachtig signaal af te geven middels deze raadsbreed gesteunde motie. Het is belangrijk om aan te geven dat Bunnik de kleinste gemeente is in de regio maar de regio heeft Bunnik nodig en Bunnik heeft de regio ook nodig. Met deze motie geeft de raad aan dat Bunnik haar verantwoordelijkheid neemt binnen de regio. De bevolkingsgroei is nergens zo hoog als in deze regio. Daarom is er dringend behoefte aan woningen. Ook door de toename van activiteiten en de uitbreiding van het Utrecht Science Park zal de vraag naar woningen toenemen. Ook voor de Bunnikse inwoners moet worden voorzien in meer woningen, vandaar het initiatief om te kijken naar de kern Odijk. De voorwaarde om de N229 niet dwars door Nieuw Odijk te laten lopen is voor P21 essentieel. P21 wil dat het voor Bunnik unieke groene en dorpse karakter zoveel mogelijk behouden blijft. De druk op de recreatie zal toenemen. Dat biedt ook kansen. Rhijnauwen, Amelisweerd, Fort Vechten, maar ook het museum Oud-Amelisweerd: alles is aanwezig om bussen vol met Japanners en Chinezen te verwelkomen. Er moet goed worden gekeken dat die gebieden niet verzadigd raken. Er moet goed worden gekeken naar het in goede banen leiden van het verkeer. De motie roept op om daarover integraal te onderhandelen met de provincie en Houten om het Utrecht Science Park aan te pakken. Een bestuurskrachtige gemeente Bunnik is noodzakelijk om de toekomst met vertrouwen tegemoet te kunnen blijven zien. P21 is content dat alle fracties het belang van deze motie on-
7 derkennen. Stilzitten en niets doen betekenen het einde van Bunnik. P21 is blij met het initiatief en hoopt dat het college voortvarend aan de gang gaat om het op deze manier uit te dragen. De voorzitter heeft in de eerste termijn geen vragen gehoord, maar vraagt het college te reageren op de motie. Wethouder Eijbersen vindt de motie bestuurskrachtig. Het is voor het college prettig dat de raad een duidelijke koers meegeeft, zodat het college de regio kan vertellen waar Bunnik voor staat en dat Bunnik een actieve bijdrage wil leveren aan het gebied op het gebied van mobiliteit, woningbouw en recreatie. Het geeft ook perspectief aan de inwoners van Bunnik, waarmee ook vaak wordt gesproken. Mensen vragen zich af of er in de toekomst nog wel een betaalbare woning is en of ze nog wel in Bunnik kunnen wonen. De heer Lakerveld noemt dat wel eens de sociale doorgeleiding. De motie geeft ook daarin duidelijke handvatten waarmee het college aan de slag kan gaan. Het college omarmt deze motie die duidelijk aangeeft waarmee het college samen met de raad aan de slag kan in de komende tijd. Tweede termijn De heer Lakerveld vindt dat de motie een stevig kernpunt bevat, namelijk dat met elkaar stevig over het geheel wordt nagedacht en dat er een plan komt. Een aantal dingen loopt al. Hij wil graag de visie van het college horen op de overgang van het ene naar het andere model op een aantal punten. De wethouder gaf net drie elementen aan. Het CDA ziet een vierde belangrijk punt: werkgelegenheid. Dat is niet zo nadrukkelijk in deze motie aan de orde, maar speelt wel degelijk. Spreker heeft daarnaast nog drie andere punten die hij wil aanstippen om een beeld van het college te krijgen. De raad spreekt zich duidelijk uit over de ontsluiting naar het oosten richting Arnhem. Als over asfalt wordt gesproken moet het in een keer. Hoe zit het in de combinatie met de N229? Het is een keiharde voorwaarde maar hij kan zich voorstellen dat als over asfalt wordt gesproken dat niet tot volgend jaar wordt gewacht tot de discussie daarover wordt geopend. Wellicht heeft het college een beeld hoe dat de komende periode ter sprake wordt gebracht. In de begroting zijn keuzes gemaakt om bepaalde investeringen te doen in de dorpen. Deze investeringen zijn genomen vanuit een ander perspectief/een ander toekomstbeeld op de dorpen. Hoe staat het college daar nu tegenover? De door de raad gemaakte keuzes liggen vast. Hoe wordt daarmee omgegaan? Wordt het doorgezet? Wordt er iets bedacht om het te laten aansluiten op de ontwikkeling? De motie geeft duidelijk aan dat de raad wil inbreiden. Dat kan niet zonder dat ook wordt uitgebreid, maar dan in de zin van uitplaatsen. Er is al heel lang een discussie over wat moet worden gedaan met de bedrijven die binnen de dorpen zijn gevestigd. Er is allang gesproken over de wenselijkheid om een plek te vinden binnen de gemeentegrenzen waar die bedrijven naartoe kunnen. Als over inbreiding wordt gesproken, moet ook over uitbreiding worden gesproken. Hij kan zich voorstellen dat bij bedrijven concrete vragen zijn die niet nog een jaar in de kast kunnen blijven liggen. Hoe staat het college daar tegenover? Hoe gaat het college daarmee om? De heer Hoitink onderstreept wat de heer Viskil zei, dat het belangrijk is om aan het imago van Bunnik te werken. Het imago van Bunnik is in de regio niet altijd even sterk. Men heeft een beetje het idee dat Bunnik aan de kant staat of zich een beetje drukt. Door positief en proactief een koers uit te zetten waarmee enerzijds het belang van Bunnik wordt gediend en anderzijds wordt meegewerkt aan de regionale ontwikkeling, geeft Bunnik een belangrijk positief signaal af ten aanzien van het imago van Bunnik. Hij is het ook eens dat een bestuurskrachtig Bunnik een actief Bunnik is. Er moet niet worden afgewacht maar proactief anticiperend aan de gang worden gegaan en worden ingespeeld op ontwikkelingen die op de gemeente afkomen. De heer Viskil bedankt het college voor het ruimhartige gebaar om de motie te omarmen. De heer Lakerveld stelt een aantal vragen. Spreker snapt de vragen, maar denkt er anders over. De motie roept op om antwoord te geven op een aantal dingen die de heer Lakerveld noemt. Hij zou het jammer vinden als vooruit wordt gelopen op wat de motie vraagt en stelt
8 voor er meer tijd voor te nemen, zodat het op een volwaardige manier in de raad kan worden besproken. Dit is geen commentaar op de vragen, maar het lijkt hem prematuur om er nu al een antwoord op te vragen. De heer Lakerveld wijst erop dat de vragen voor het CDA relevant zijn. Hij hoopt dat het college zich niet laat beïnvloeden en bereid is om de vragen te beantwoorden. Het past bij deze bestuurskracht als een stip op de horizon wordt geplaatst dat wordt nagedacht hoe daar dan wordt gekomen. Volgens hem zijn het meer procesvragen dan inhoudelijke vragen. Hij kan zich niet voorstellen dat een discussie over deze punten het succes van deze avond nadelig zal beïnvloeden. Wethouder Eijbersen wil proberen de vragen van de heer Lakerveld te beantwoorden. De eerste vraag ging erover hoe het oostelijke haakje zich verhoudt tot de eventuele omlegging van de N229 en of daarover wordt gesproken met de provincie. Hij spreekt de laatste weken erg veel met de gedeputeerde over de inzet van Bunnik en het proces dat heeft gespeeld rond de sessies van de Strategische Agenda en de eensgezindheid waarmee de raadsfracties hun bereidheid tonen om een bijdrage aan de regio te leveren. Hij heeft daarbij de wensen rond de omlegging van de N229 onder de aandacht van de gedeputeerde gebracht. Hij kan niks over dat proces zeggen omdat met Houten en de provincie is afgesproken dat pas eensgezind naar buiten wordt gekomen als het hele verhaal duidelijk is. Hij zou het niet juist vinden om daar nu mededelingen over te doen, maar het college volgt de logica van de redenering. De tweede vraag van de heer Lakerveld ging over hoe het college omgaat met de toekomstige investeringen in het licht van deze motie en het huidige beleid. Daarover is in het college gesproken. Aan de ene kant is Bunnik een betrouwbare overheid. Als in het verleden toezeggingen zijn gedaan of afspraken zijn gemaakt, dan zullen deze gestand worden gedaan. Deze worden niet aangepast omdat deze motie er ligt. Nieuwe zaken worden beschouwd in het licht van deze motie. De derde vraag betrof het inbreiden in relatie tot het uitplaatsen van bedrijven. Het college heeft al veel gesproken over een eventuele uitplaatsing van bedrijven. De provincie reageert daar vooralsnog niet heel positief op. De gedeputeerde gaat niet mee in de redenering in de Structuurvisie van Bunnik. Wanneer er concrete gevallen zijn, gaat het college met ondernemers in gesprek om te kijken hoe zij op een goede manier kunnen worden gefaciliteerd en geholpen. Hij kan zich voorstellen dat hierbij in de vervolgstappen van de Uitvoeringsstrategie nogmaals wordt stilgestaan. Het is vrij lastig om nu te zeggen dat dat een plek krijgt of hoe, omdat de gemeente dan ook met de provincie en andere partners te maken heeft. De heer Lakerveld kent deze standpunten en vindt het plezierig te horen dat het college de grondhouding heeft om voor de bedrijven een opvang te vinden als ze economisch op de gemeente zijn gericht. Dat stelt hem gerust, want het is lastig om daar in een motie ruimte voor te vinden. Die grondhouding bij het college is belangrijk en een positief signaal naar de ondernemers die wensen hebben op dat gebied. De heer Hoitink wijst erop dat er een bedrijventerrein in de Structuurvisie staat. De provincie zegt 'nee, tenzij'. Als inbreiding gewenst is, moeten bedrijven worden uitgeplaatst omdat het groen niet ten koste mag gaan van die inbreiding. Er is dus sprake van functieverandering van terreinen. Het standpunt van de provincie is dat bedrijven in de regio kunnen worden uitgeplaatst maar dat dit niet per se binnen de bestuurlijke grenzen van Bunnik hoeft tenzij een bedrijf gebonden is aan Bunnik. Dit is ook in de discussie met de BHIC gezegd. Bedrijven moeten met argumenten komen zodat de raad en het college zich daarvoor richting de provincie hard kunnen maken. Spreker is overtuigd dat het college dat ook zal doen, maar het is lastig als de provincie in eerste instantie 'nee' zegt. De heer Viskil is het wel eens met de heer Hoitink. Hij bevestigt dat in de discussie met de BHIK ter sprake is gebracht dat in de regio moet worden gekeken. Het kan niet zo zijn dat bij de buren terreinen leegstaan en dat de gemeente Bunnik bedrijventerrein zou gaan opstarten. Hij kan zich vinden in het antwoord van de wethouder. De discussie komt vanzelf terug in de raad. De heer Lakerveld constateert tot zijn plezier dat de heer Viskil zijn vragen nuttig vond en met belangstelling heeft geluisterd naar het antwoord van de heer Hoitink.
9 De heer Viskil had aan het begin van zijn pleidooi al aangegeven dat de vragen nuttig waren. De antwoorden waren ook nuttig. De voorzitter gaat over tot het in stemming brengen van de motie en stelt vast dat deze met algemene stemmen wordt aangenomen. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.50 uur en dankt allen voor hun aanwezigheid en inbreng. Hij complimenteert de fracties voor de wijze waarop zij boven de partijpolitiek met elkaar hebben gekeken naar een visie op Bunnik en de regio en de samenwerking daarin. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik d.d. 30 maart 2017. De griffier, De voorzitter,