NULMETING DIGITALISERING EN SOCIALE INNOVATIE GELDERLAND & OVERIJSSEL

Vergelijkbare documenten
INNOVATIE MONITOR GELDERLAND & OVERIJSSEL

Slimmer managen en organiseren kan productiviteit en innovatie in zorg verbeteren

ONDERZOEKSRAPPORT TOPSECTOREN

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Slimmer managen en organiseren kan productiviteit en innovatie in zorg verbeteren

Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor

Management rapportage De Waarde van Ondernemerschap

Nameting Scan Mijn Bedrijf

Nederlandse bedrijven laten kansen liggen om te innoveren en concurrentiekracht te versterken

Management rapportage De Waarde van Ondernemerschap

DISRUPTIEVE TECHNOLOGIE. Hoe bedrijven hun businessmodel innoveren. Prof. dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management Erasmus University

We danken u voor u bijdrage in de vorm van het invullen van de vragenlijst. 1. De organisatie waarvoor u de vragenlijst gaat beantwoorden?

RE-INVENTING BUSINESS

Gesprek voeren met degene in de vestiging die verantwoordelijk is voor ICT zaken.

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Slimmer werken met mensen

2. Ondanks de toegenomen dynamiek en concurrentie kiezen de meeste financiële adviseurs voor het bestendigen van hun bestaande verdienmodel.

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

ERASMUS INNOVATIEMONITOR ZORG

Waarde en winst door te winnen met cijfers en letters. Ingrid Walry

Onderzoek Trekt de woningmarkt weer aan?

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

Assessment rapport Alicia Jones

Zuinige Superinnovatoren. Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. Prof.Dr. Dries Faems

ONDERZOEKSRAPPORT ERASMUS CONCURRENTIE EN INNOVATIE MONITOR

Digital Agencies 2015

OV-plangedrag Breng-reizigers

Noord-Nederlandse Innovatiemonitor 2017

Uitgebreide samenvatting van de voornaamste bevindingen Nederlandse Innovatie Monitor 2019

Nederlandse bedrijven innoveren beduidend minder

INNOVATIE 4.0 NIEUWE MANIEREN VAN MANAGEN, ORGANISEREN, WERKEN EN SAMENWERKEN PROF. DR. HENK W. VOLBERDA

Nederlandse bedrijven innoveren beduidend minder

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester

% Internetgebruik 65 tot 75 jarigen (bron CBS)

Concurrentievermogen van Nederlandse economie dreigt in zwaar weer te komen

Nederlandse bedrijven investeren meer in radicale innovatie.

Onderzoeksmethodologie

SOCIALE INNOVATIE MONITOR. Lectoraat Employability, Zuyd Hogeschool Anne Kleefstra presentatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI

Supply Value Survey. Resultaten verslag VOORBEELD. Supply Value Versie 1.0 Maart 2010 Supply Value 2010 Alle rechten voorbehouden

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Appraisal. Datum:

Rapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid

Amsterdamse haven en innovatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Nederlandse bedrijven investeren weer meer in onderzoek en ontwikkeling (R&D)

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Woongoed GO

Samenvatting (Summary in Dutch)

Onderzoeksvraag Analysemodel Resultaten Conclusies Ontwikkelingen/trends ter discussie

Managementvoorkeuren

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

26 november 2015 Rapportage & achtergronden

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning

Enquête Telefonische dienstverlening

Innovatiebenchmark Noord-Nederland. Overzichtsrapport. Prof.Dr. Dries Faems

Nationale Social Media Onderzoek 2019

刀䄀倀倀伀刀吀䄀䜀䔀䔀䐀唀䌀䠀䔀䌀䬀匀䌀䠀伀伀䰀 簀䨀

HET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS. Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics

De verkorte rapportage Benchmarking Publiekszaken voor de gemeente Deventer

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

Samenvatting resultaten Zest onderzoek Wat wilt U? onder leden en niet-leden van de Water Alliance in 2014.

fåäéáçáåö= oéëìäí~íéå=`njãéíáåö=îççêà~~ê=omnr=få~êé=íüìáëòçêö=eéñíê~ãìê~~äf==

ScaleUp Dashboard 2015

DEMO VERSIE. Enquêteresultaat Trainingsevaluatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld?

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

Welkom. 2014: Innovatiekracht

Monitor Klik & Tik [Voorbeeldbibliotheek]

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012

Interne organisatie beïnvloedt effectiviteit en efficiëntie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Competency Check. Datum:

Mobiliteit.nu Rapportage

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

HNW 3.0 SLIMMER MANAGEN, ORGANISEREN EN WERKEN PROF. DR. HENK W. VOLBERDA CONGRES Over Het Nieuwe Werken 19 november 2013

Communiceren in zakelijke omgevingen

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

REACTIE BRAINCOMPASS ONDERZOEKSRAPPORT AUTORITEIT PERSOONSGEGEVENS

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Marktinventarisatie ELO s in het VO

Panelonderzoek Smart Indusrty

Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen.

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

B. Basis sociale media. Vragenlijst 2. U heeft geoefend met de computer. De bibliotheek heeft u daar graag bij geholpen.

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Transcriptie:

SECTORRAPPORTAGE BEHORENDE BIJ NULMETING DIGITALISERING EN SOCIALE INNOVATIE GELDERLAND & OVERIJSSEL De door u aangegeven sector: overige maakbedrijven ACHTERGROND EN TOELICHTING: U heeft meegewerkt aan het beantwoorden van de vragenlijst behorende bij de Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel. Nogmaals hartelijk dank voor uw medewerking. In de e-mail waarin deze sectorrapportage als bijlage is toegevoegd staat een samenvatting van uw individuele scores op basis van de door u aangegeven antwoorden. Uw individuele scores kunt u vergelijken met de waardes in de onderstaande diagrammen. In de onderstaande diagrammen zijn de intervallen vermeld van de gemiddelde scores op de betreffende variabelen op basis van de organisaties die hebben deelgenomen aan dit onderzoek en die eveneens hebben aangegeven actief te zijn in de bovengenoemde sector. Kortweg zijn dit andere organisaties in die sector met minimaal vijf medewerkers die gevestigd zijn in Gelderland en Overijssel. Nadere informatie over de algemene bevindingen van de Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel is te vinden in het onderzoeksrapport. LEESWIJZER: Uw individuele scores kunt u plaatsen in de betreffende onderstaande diagrammen. De onderliggende variabelen zijn over het algemeen gemeten aan de hand van 7-puntschalen of bevatten percentages. Deze 7-puntschalen dient u over het algemeen als volgt te interpreteren in dit onderzoek: een hogere waarde staat voor een hogere, c.q. betere score ten opzichte van het gemiddelde van andere organisaties in uw sector die ook aan dit onderzoek hebben meegewerkt. Het betreft dus steeds het relatieve verschil. De maximale score van 7 indiceert dat er hoger, c.q. beter is gepresteerd dan de andere bedrijven in uw sector. Met andere woorden: indien uw individuele score op een bepaalde variabele ligt in het groene interval genaamd H, dan scoort u bovengemiddeld op de betreffende variabele in vergelijking met de andere organisaties uit uw sector die ook hebben deelgenomen aan dit onderzoek; Interval H (groengekleurde interval): uw score ligt hoger, c.q. is beter ten opzichte van andere organisaties uit uw sector die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Een score van geeft aan dat andere bedrijven in uw sector hoger, c.q. beter hebben gepresteerd op de betreffende variabele, tenzij expliciet anders staat aangegeven. Het interval van een score onder het gemiddelde ten opzichte van andere bedrijven in uw sector die ook hebben deelgenomen aan dit onderzoek is met rood aangegeven; Interval L (roodgekleurde interval): uw score ligt lager, c.q. blijft achter ten opzichte van andere organisaties uit uw sector die hebben deelgenomen aan dit onderzoek.

Valt uw score op een bepaalde variabele in het gele interval, dan is uw score vergelijkbaar met de scores van andere bedrijven uit uw sector die ook hebben deelgenomen aan dit onderzoek; Interval G (geelgekleurde interval): uw score ligt in lijn met de gemiddelde score van organisaties uit uw sector die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Deze toelichting geldt over het algemeen naar analogie ook voor het gros van de variabelen waarbij de antwoordmogelijkheden in percentages zijn uitgedrukt. In het onderzoeksrapport van de Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel staat nadere informatie over hoe de scores op diverse variabelen verschillen met het landelijk gemiddelde. Tevens wordt ingegaan op hoe verschillende variabelen bijdragen aan diverse prestatie-indicatoren. Colofon De Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel is in opdracht van de provincies Gelderland en Overijssel uitgevoerd door het Erasmus Centre for Business Innovation van de Rotterdam School of Management, Erasmus University. Meer informatie over dit onderzoeksinstituut kunt u vinden op www.erasmuscbi.nl. Voor vragen en/of opmerkingen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met dr.ing. Kevin Heij via e-mail (innovatiemonitor@rsm.nl) of telefoon (00-4082365). Indien u naar aanleiding van dit onderzoek meer wenst te weten over wat digitalisering en innovatie kunnen betekenen voor uw organisatie, dan kunt u vrijblijvend ook contact opnemen met BOOST. Zij zijn te bereiken via www.smartindustryoost.nl of via info@smartindustryoost.nl. 2

PRESTATIE-INDICATOREN Bedrijfsprestaties De prestaties van uw organisatie zijn door uzelf vergeleken met de concurrentie. Het betreft daarmee bedrijfsprestaties in de bredere zin van het woord in vergelijking met de bedrijfsprestaties van de concurrentie. In het onderstaande diagram kunt u uw individuele score op bedrijfsprestaties vergelijken met de score daarop van het gemiddelde van de andere organisaties die aan het onderzoek hebben deelgenomen welke eveneens actief zijn in de bovengenoemde sector. Bedrijfsprestaties veel slechter 7 veel beter 3.6 5.8 7 Productinnovatie Productinnovatie heeft betrekking op de mate van nieuwheid van producten/diensten, de snelheid waarmee ze ontwikkeld worden, het aantal nieuwe producten/diensten die geïntroduceerd worden in de markt, en het aantal nieuwe producten/diensten die nieuw zijn voor de markt. De mate, snelheid, en aantal daarvan is ten opzichte van de voornaamste concurrenten in de sector. Productinnovatie ten opzichte van concurrenten veel slechter 7 veel beter 3.6 5.4 7 Procesinnovatie Procesinnovatie omvat het concurrentievermogen van technologieën, de snelheid waarmee nieuwe componenten/oplossingen worden opgenomen in operationele processen, de mate van nieuwheid van componenten/oplossingen die gebruikt worden in operationele processen, en de snelheid waarmee operationele processen, technieken, en technologieën veranderen. De score op deze variabele is eveneens ten opzichte van de voornaamste concurrenten in de sector. Procesinnovatie ten opzichte van concurrenten veel slechter 7 veel beter 3.5 5.0 7 Radicale innovatie Radicale innovatie betreft de frequentie waarmee een organisatie nieuwe oplossingen realiseert gericht op nieuwe markten en welke kennis bevat van buiten het bestaande kennisgebied van de organisatie. Radicale innovatie zeer weinig 7 zeer frequent 2.5 5. 7 3

Businessmodel-innovatie Businessmodel-innovatie heeft betrekking op de introductie van een nieuwe logica hoe een bedrijf waarde creëert en toe-eigent. Dit omvat de introductie van nieuwe of minstens substantieel aangepaste componenten van een businessmodel en/of vernieuwde relaties tussen die componenten. Bij componenten van een businessmodel valt bijvoorbeeld te denken aan de waarde propositie en de interne infrastructuur. Businessmodel-innovatie veel weinig 7 zeer frequent 2.3 5.2 7 Ontwikkeling van de werkgelegenheid In het onderzoek zijn eveneens enkele vragen gesteld over de ontwikkeling van de werkgelegenheid bij de deelnemende organisaties. Eén vraag had betrekking op de ontwikkeling van de werkgelegenheid per bedrijf over de afgelopen drie jaar. De andere vraag ging over de verwachte ontwikkeling van de werkgelegenheid bij de betreffende organisatie voor de komende drie jaar. De ontwikkeling van werkgelegenheid over de afgelopen 3 jaar in uw sector is afgenomen; % toegenomen; 55% gelijk gebleven; 34% De verwachte werkgelegenheid voor de komende 3 jaar in uw sector neemt af; 4% neemt toe; 59% blijft gelijk; 37% 4

DIGITALISERING Om een beeld te vormen van de mate van digitalisering van bedrijven in Gelderland en Overijssel die actief zijn in de bovengenoemde sector zijn verschillende indicatoren opgenomen. Deze indicatoren zijn meer gebaseerd op de inputzijde van het innovatieproces of de outputzijde. Aanwezigheid van gebruik sociale media Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre het gebruik van minimaal één vorm van sociale media - zoals Facebook, Twitter, of YouTube - wel ( ja ) of niet ( nee ) aanwezig is bij de ondervraagde organisaties. Maakt uw bedrijf gebruik van tenminste één vorm van sociale media? ja; 72% nee; 28% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waarbij sociale media aanwezig is (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) Aanwezigheid van verkoop via elektronische wegen Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre de verkoop van oplossingen via elektronische wegen wel ( ja ) of niet ( nee ) aanwezig is bij de ondervraagde organisaties. Verkoopt uw bedrijf oplossingen via elektronische wegen, waaronder het Internet? ja; 33% nee; 67% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waarbij de verkoop via elektronische wegen aanwezig is (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) 5

Aanwezigheid van inkoop via elektronische wegen Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre de inkoop van oplossingen via elektronische wegen wel ( ja ) of niet ( nee ) aanwezig is bij de ondervraagde organisaties. Verricht uw bedrijf inkopen via elektronische wegen, zoals het Internet? ja; 70% nee; 30% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waarbij inkoop via elektronische wegen aanwezig is (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) Aanwezigheid van externe toegang tot informatie- en communicatiesystemen Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre medewerkers van de ondervraagde organisaties wel ( ja ) of niet ( nee ) van buiten de bedrijfsvestiging gebruik kunnen maken van informatie- en communicatiesystemen van het bedrijf. Hierbij valt te denken aan e-mail, bestanden, intranet en softwaresystemen. Kunnen medewerkers van buiten de bedrijfsvestiging gebruik maken van informatie- en communicatiesystemen van het bedrijf? ja; 74% nee; 26% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waar medewerkers gebruik kunnen maken van informatie- en communicatiesystemen (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) 6

Mogelijkheid voor een vakcursus voor IT-specialisten Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre de ondervraagde organisaties hun IT-specialisten het afgelopen jaar wel ( ja ) of niet ( nee ) de mogelijkheid hebben geboden om een vakcursus te volgen. IT-specialisten zijn werknemers voor wie ICT (informatie en communicatietechnologieën) het belangrijkste onderdeel uitmaakt van het werk. Heeft uw bedrijf het afgelopen jaar uw ITspecialisten de mogelijkheid geboden om een vakcursus te volgen? ja; 3% nee; 69% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waar IT-specialisten de mogelijkheid is geboden om een vakcursus te volgen (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) Mogelijkheid voor een ICT-cursus voor niet de niet IT-specialisten Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre de ondervraagde organisaties het overige personeel (anders dan IT-specialisten) het afgelopen jaar wel ( ja ) of niet ( nee ) de mogelijkheid hebben geboden om een ICT-cursus te volgen. Heeft uw organisatie het afgelopen jaar het overige personeel de mogelijkheid geboden om een ICTcursus te volgen? ja; 33% nee; 67% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waar overig personeel de mogelijkheid is geboden om een ICT-cursus te volgen (als % het totaal aantal ondervraagde organisaties in de sector) 7

Mogelijkheid om mobiel te internetten Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre de ondervraagde organisaties hun personeel wel ( ja ) of niet ( nee ) de mogelijkheid biedt om mobiel te Internetten door het verstrekken van laptops, tablets, of smartphones. Verstrekt uw bedrijf laptops, tablets, of smartphones aan het personeel die het hen mogelijk maken om mobiel te internetten? ja; 65% nee; 35% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waarbij laptops, tablets of smartphones het personeel de mogelijkheid geven om mobiel te internetten (als % van het totaal ondervraagde organisaties in de sector) Aanwezigheid van een formeel vastgesteld IT-beveiligingsbeleid Het onderstaande diagram geeft weer in hoeverre er bij de ondervraagde organisaties wel ( ja ) of geen ( nee ) formeel IT-beveiligingsbeleid is vastgesteld. Heeft uw bedrijf een formeel IT-beveiligingsbeleid vastgesteld? ja; 45% nee; 55% 0% 20% 40% 60% 80% 00% Het aantal organisaties waar een formeel IT-beveiligingsbeleid is vastgesteld (als % van het totaal aantal organisaties in de sector) Aantal medewerkers dat werkt met een computer Het onderstaande diagram geeft aan hoeveel medewerkers (als % van het totaal aantal werkzame personen bij een organisatie) er werken met een computer. Percentage werknemers dat werkt met een computer 0% 23.9% 98.2% 00% 8

Aantal medewerkers dat werkt met het Internet Het onderstaande diagram geeft aan hoeveel medewerkers (als % van het totaal aantal werkzame personen bij een organisatie) er werken met het Internet. Percentage werknemers dat werkt met het Internet 0% 5.8% 88.2% 00% Aantal medewerkers dat een IT-specialist is Het onderstaande diagram geeft aan hoeveel medewerkers (als % van het totaal aantal werkzame personen bij een organisatie) IT-specialisten zijn. Percentage werknemers dat ICT-specialisten zijn 0% G H 2.3% 00% Omvang van de verkoop via elektronische wegen Het onderstaande diagram geeft aan welk gedeelte van de omzet van de producten/diensten over de afgelopen drie jaar zijn verkocht via elektronische wegen (als % van de totale omzet), waaronder websites. Percentage van de omzet dat afkomstig is via elektronische wegen 0% % G H 22.8% 00% 9

Categorisering van bedrijven op basis van gebruik van het internet Een artikel uitgebracht door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een categorisering gemaakt van bedrijven op basis van Internetgebruik. De bijbehorende zes categorieën variëren van het ontbreken van een website (Categorie A) tot en met het genereren van inkomsten die direct gerelateerd zijn aan het Internet (Categorie E). Nadere informatie over deze categorisering is te vinden in hoofdstuk 4 van het onderzoeksrapport Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel. Categorisering van bedrijven op basis van gebruik van internet Categorie E; 4% Categorie D; 4% Categorie A; 8% Categorie A: De organisatie heeft geen website Categorie C; 0% Categorie B2; 28% Categorie B; 46% Categorie B: Genereren van indirecte inkomsten door het Internet op een passieve manier Categorie B2: Genereren van indirecte inkomsten door het Internet op een actieve manier Categorie C: Genereren van directe inkomsten door het Internet door het hebben van een webwinkel Categorie D: Genereren van directe inkomsten door het Internet door het aanbieden van online services Categorie E: Genereren van directe inkomsten door ICT-activiteiten die gerelateerd zijn aan het Internet 0

SOCIALE INNOVATIE Sociale innovatie omvat innovatieve organisatievormen (flexibel organiseren), het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), het realiseren van hoogwaardige arbeidsrelaties (slimmer werken), en co-creatie. Per hefboom van sociale innovatie is een indicator meegenomen in dit onderzoek om een beeld te vormen te vormen van de mate van sociale innovatie. Nadere informatie over sociale innovatie en de bijbehorende hefbomen is eveneens te vinden in het onderzoeksrapport Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel. Sociale innovatie (algehele score) Voor het onderstaande diagram zijn de scores per hefboom samengevoegd om een algehele indicatie te krijgen hoe de ondervraagde organisaties scoren op sociale innovatie. Sociale innovatie nauwelijks mee actief 7 zeer mee actief 3.8 5. 7 Hefboom flexibel organiseren: zelforganisatie Voor de hefboom flexibel organiseren is de variabele zelforganisatie meegenomen als indicator. Zelforganisatie heeft kortweg betrekking op de mate waarin medewerkers zelfstandig activiteiten kunnen uitvoeren en/of doelstellingen kunnen realiseren. Hefboom flexibel organiseren nauwelijks mee actief 7 zeer mee actief 4.2 5.9 7 Hefboom leiderschap: transformationeel leiderschap van de CEO/algemeen directeur Voor de hefboom leiderschap is de mate van transformationeel leiderschap van de CEO/algemeen directeur meegenomen als indicator. Deze leiderschapsstijl beoogt medewerkers te stimuleren om organisatorische doelen te realiseren via identificatie met die doelen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het ter discussie stellen van bestaande veronderstellingen van medewerkers, en het voorstellen van toekomstige situaties. Hefboom leiderschap nauwelijks aanwezig 7 zeer aanwezig 4.3 6.2 7 Hefboom slimmer werken: creatieve vaardigheden van medewerkers Als indicator voor de hefboom slimmer werken zijn creatieve vaardigheden van medewerkers meegenomen in dit onderzoek. Creatieve vaardigheden van medewerkers hebben betrekking op de algemene vaardigheden van medewerkers om anders te denken over een kwestie om zo met nieuwe en originele ideeën te komen, en om in staat te zijn om de kwaliteit van nieuwe oplossingen te analyseren.

Hefboom slimmer werken nauwelijks aanwezig 7 zeer aanwezig 3.5 5.7 7 Hefboom co-creatie: kennisacquisitie Een beeld te vormen van de mate van co-creatie zijn twee indicatoren meegenomen: kennisacquisitie en kennisdisseminatie. Kennisacquisitie omvat kortweg activiteiten gericht op het bevorderen van het vermogen om kennis van externe partners te verkennen en te verkrijgen. Hefboom co-creatie: kennisacquisitie nauwelijks mee actief 7 zeer mee actief 2.0 4. 7 Hefboom co-creatie: kennisdisseminatie Kennisdisseminatie omvat activiteiten gericht op het extern benutten van interne ideeën en kennis. Hefboom co-creatie: kennisdisseminatie nauwelijks mee actief 7 zeer mee actief G H 3.5 7 Disclaimer: De gepresenteerde data in deze rapportage is gebaseerd op percepties van u en van de andere respondenten. Wij verzoeken u dan ook om voorzichtigheid te betrachten bij het trekken van conclusies, aanbevelingen en/of acties op basis van de data en/of andere bevindingen die in deze rapportage zijn vermeld. De organisaties achter de Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel, inclusief de betrokken onderzoekers, kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor gevolgen welke herleid kunnen worden tot dit onderzoek. Het is mogelijk dat in het overzicht van uw individuele scores de score -99, -77 of -66 staat aangegeven. Deze score kan mede het gevolg zijn van het niet beantwoorden van alle vragen/stellingen bij een bepaald onderdeel. Ook het deels beantwoorden van vragen/stellingen kan leiden tot afwijkende scores. Het versturen van deze rapportage in combinatie met het overzicht van uw individuele scores is alleen mogelijk indien u de vragenlijst behorende bij de Nulmeting digitalisering en sociale innovatie Gelderland & Overijssel volledig heeft beantwoord én indien u een juist e-mailadres heeft verstrekt. 2