Inhoudstafel VOORLOPIG BEWIND: TOPICS INZAKE VERKOPING UIT DE HAND VAN. Koenraad De Greve

Transcriptie

1 i Inhoudstafel VOORLOPIG BEWIND: TOPICS INZAKE VERKOPING UIT DE HAND VAN ONROERENDE GOEDEREN EN BESCHIKKINGEN OM NIET OF BIJ TESTAMENT Koenraad De Greve I. De verkoping uit de hand van een aan de beschermde persoon toebehorend onroerend goed A. Toepassingsgebied B. Wat brengt het toekomstig recht? C. Procedure Bevoegdheid Rechtsingang Verder procedureverloop D. Vereiste van een voorafgaandelijke machtiging E. Het belang van de beschermde persoon bij een verkoping uit de hand Het belang van de beschermde persoon bij de verkoping van het onroerend goed Het belang van de beschermde persoon bij de verkoping uit de hand F. Inkoop door een deelgerechtigde G. Onteigening en verkoop uit de hand H. Sanctieregeling II. Testeren en schenken in het kader van een voorlopig bewind A. Principe B. Is de beschikkingsbeperking verzoenbaar met de grondrechten C. Procedure Wie kan verzoeker zijn? Procedure op eenzijdig verzoekschrift Vereiste van een omstandige geneeskundige verklaring D. Beoordeling door de vrederechter Wilsgeschiktheid Een bijzondere beoordeling inzake schenkingen Bijkomende voorwaarden E. Sanctieregeling

2 ii Het (on)vermogen tot planning DE CURATOR OVER DE ONBEHEERDE NALATENSCHAP: EEN PRAKTISCHE BENADERING Marnix Moerman Voorafgaande beschouwing I. De opdracht van de curator en het beperkte wettelijke kader A. Het Burgerlijk Wetboek B. Het Gerechtelijk Wetboek II. De activa A. Het onderzoek naar activa B. De boedelbeschrijving C. De realisatie D. Het verzoek tot achterlating E. De huurwaarborg F. De levensverzekering III. De passiva A. Het belang van de publicatie in het Belgisch Staatsblad B. Het ontstaan van de samenloop C. Betwiste schuldvorderingen D. De boedelschulden IV. De fiscale aangifte V. Het opsporen van erfgenamen A. Enkele hulpmiddelen B. De gevolgen van het aantreffen van erfgenamen VI. De vereffening en het einde van het mandaat EXTERN BEHEER VAN NALATENSCHAPSVERMOGEN TIJDENS DE VEREFFENING-VERDELING Sven Mosselmans I. Situering A. Beheer van nalatenschapsvermogen B. Verschillende hypothesen Geen gerechtelijke vereffening-verdeling aanhangig Gerechtelijke vereffening-verdeling aanhangig Onbeheerde nalatenschap

3 Inhoudstafel iii C. Voorwerp van de verdere bespreking II. De gerechtelijke sekwester A. Begrip B. Focus op de nalatenschapscontext C. Bewarende maatregel D. Vereiste van een geschil E. Hoedanigheid van de eiser F. Kort geding G. Beoordelingsbevoegdheid van de rechter H. Keuze van de sekwester I. Opdracht J. Kosten K. Einde III. De gerechtelijke bewindvoerder A. Toepassingsgevallen Louter feitelijke afwezigheid Feitelijke onbekwaamheid B. Dringende maatregelen met betrekking tot gedeeltelijk onbeheerde nalatenschappen C. Subsidiair karakter D. Hoedanigheid en belang van de eiser E. Keuze van de gerechtelijke bewindvoerder F. Opdracht G. Kosten H. Einde IV. De beheerder inzake gerechtelijke vereffening-verdeling A. Context B. Procedure C. Bijstand D. Kosten COLLECTIEVE SCHULDENREGELING EN VERMOGENSBEHEER / VERMOGENSPLANNING: EEN CONTRADICTIO IN TERMINIS? Elie Van Acker I. De gevolgen van de beschikking van toelaatbaarheid ten aanzien van het vermogen

4 iv Het (on)vermogen tot planning A. De samenloop B. Schorsing van de middelen van tenuitvoerlegging C. Schorsing van de loop van de intresten D. Schorsing van de verjaring E. Beperking van de handelingsbekwaamheid van de schuldenaar II. Het vermogensbeheer: waar legt de wetgever de klemtoon? III. Het beheer der activa A. De onderzoeksmogelijkheden van de schuldbemiddelaar B. Bemiddelingsrekening C. Het leefgeld IV. Het beheer der passiva A. De minnelijke aanzuiveringsregeling B. De gerechtelijke aanzuiveringsregeling C. De totale kwijtschelding van schulden D. Opvolging van de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. 102 E. De herziening van de aanzuiveringsregeling V. Het einde van de collectieve schuldenregeling A. De herroeping van de aanzuiveringsprocedure B. Het overlijden van de schuldenaar C. Beëindiging op initiatief van de schuldenaar D. Beëindiging van de procedure door uitvoering van de aanzuiveringsregeling E. Lot van de gelden op de rubriekrekening bij het einde van de collectieve schuldenregeling VI. Bijzondere vraagstukken A. De onroerende goederen van de schuldenaar B. Opstarten van een handelsactiviteit tijdens de procedure? C. Erfenis door de schuldenaar tijdens de procedure D. Samenloop van collectieve schuldenregeling en voorlopig bewind KNELPUNTEN IN DE TOEPASSING VAN DE WCO Alain Zenner I. Inleiding A. Half succes of halve mislukking? B. Stresstest en ontwerp tot wijziging

5 Inhoudstafel v C. Ondernemingen in moeilijkheden vs. ondernemingen zonder moeilijkheden II. Een prioriteit: het voorkomen van faillissementen (namelijk door faillissementen zonder talmen uit te speken) A. De depistage, hoeksteen van de continuïteit B. Faillietverklaringen. Een grotere strengheid is noodzakelijk C. Het herorganiseren van de handelsonderzoeken D. Snellere communicatie door de RSZ en de fiscus van achterstallige betalingen E. Uitbreiding van de toepassing van het artikel 138 W.Venn. tot alle zelfstandige cijferberoepen F. Verbetering van informatie van de met het onderzoek belastte rechters 122 G. Beperking van de duur van de handelsonderzoeken H. Vereenvoudiging van de toepassing van artikel 8 Faill.W III. Misbruikpreventie A. Laksheid? B. Antimisbruikwapens C. Deontologische rappel D. Openen van de reorganisatieprocedure: inperking van het portaal E. Bevoegdheden van de gedelegeerd rechter Overlegging van stukken Voorstel tot voortijdige afsluiting F. Correcte informatie van de schuldeisers garanties en sancties G. Vrijwillige betaling H. Rechten van de schuldeisers I. Beperkingen met betrekking tot de voorstellen van betaling J. Noodzaak om te kunnen oordelen over de vorderingen tot faillissement hangende op het ogenblik van het openen van de reorganisatieprocedure om misbruiken te voorkomen IV. De positie van de openbare schuldeisers A. Bij gerechtelijk falen, wettelijke vergelding! B. Eervolle amendering C. onder een dubbel voorbehoud V. Het gelijkheidsbeginsel: quousque tandem? A. De grondwettelijkheid van de WCO getest door het Grondwettelijk Hof B. Het onbekende van de horizontale werking van het gelijkheidsbeginsel

6 vi Het (on)vermogen tot planning C. Een onvermijdelijke vaststelling van steeds groter wordende juridische onzekerheid D. Het Grondwettelijk Hof, rechter van de opportuniteit van de wet? 149 VI. Overdracht van de onderneming A. Een mislukking B. Het nieuwe artikel 62 WCO VII. Andere aanpassingen (bondig) A. Verduidelijkingen B. Vereenvoudigingen VIII. Besluit SPAAR- & LEVENSVERZEKERING ALS INSTRUMENT VAN VERMOGENSBEHEER & -PLANNING Werner Niemegeers Inleiding: Spaarverzekeringen in het brandpunt van de actualiteit I. Definitie II. Instrument van successie- & vermogensplanning A. Het belang van de aanduiding van de begunstigde B. Bescherming tegen schuldeisers III. Belgische fiscale actualiteit inzake vermogensverzekering A. Verhoging premietaks van 1,1% naar 2% B. Berekening van het rendement C. Soms rekening houden met roerende voorheffing D. Genieten van vrijstelling van roerende voorheffing Voor hoelang nog? E. Vervroegde afkopen soms onderworpen aan roerende voorheffing F. Geen beurstaksen voor een spaarverzekering Tak G. Gerealiseerde meerwaarde kan vrij en onbelast blijven IV. Aangifteplicht van de buitenlandse vermogensverzekering in de personenbelasting A. De wettelijke grondslag van de aangifteverplichting geanalyseerd B. De aangifteplicht technisch V. De spaarverzekering wordt niet geviseerd in de Richtlijn op de Europese Spaarfiscaliteit A. Tarief van de bronheffing

7 Inhoudstafel vii B. Toepassingsgebied van de spaarrichtlijn C. Herziening spaarrichtlijn blijft op stapel staan D. Grootvadersclausule VI. FATCA doorkruist de Europese Spaarrichtlijn VII. Nieuw rondje fiscale amnestie in A. Streep onder het verleden B. Ook voor ernstige fiscale fraude C. Tijd om in het reine te komen VIII. Notificatieplicht na overlijden: levensverzekering komt soms niet in het vizier IX. De spaarverzekering afgetoetst aan de nieuwe antimisbruikbepaling 184 A. Bewijs door de fiscus B. De fiscale praktijk in het vizier C. De fiscus verduidelijkt X. Ruling: Successierechten beperken kadert binnen normaal beheer van privévermogen XI. Zakelijke redenen & Asset protection TWEE TOPICS IN SUCCESSIEPLANNING: 1. DE HANDGIFT VERSUS DE SCHENKING 2. DE PRIVATE STICHTING EN DE MAATSCHAP TEGEN HET LICHT GEHOUDEN VAN DE SUCCESSIEPLANNING Christophe Blindeman A. Inleiding I. Het wettelijk kader van de schenkingsrechten II. Topic 1 De handgift versus de schenking A. De handgift Definitie Voorwaarden Handgift versus notariële schenking B. Vergelijking schenking via Belgisch notaris, handgift en schenkding via Nederlands notaris Algemeen Vergelijkende overzichtstabel

8 viii Het (on)vermogen tot planning III. Topic 2 De private stichting en de maatschap tegen het licht gehouden van successieplanning A. De private stichting Wettelijk kader Wat is een private stichting? Belichting van de verschillende aspecten De private stichting vanuit fiscaal oogpunt De private stichting als certificeringsvehikel De private stichting als controlemechanisme bij successieplanning B. De maatschap Wettelijk kader Wat is een maatschap? Belichting van de verschillende aspecten De totstandkoming van de maatschap De interne organisatie Publiciteit en formaliteiten De maatschap fiscaal bekeken Conclusie HET VLAAMSE GUNSTREGIME VOOR DE OVERDRACHT VAN FAMILIEBEDRIJVEN Olivier De Keukelaere en Nathalie Labeeuw Inleiding I. Schenking/vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen A. De familiale onderneming De betrokken activa Uitgesloten activa De familiale onderneming B. Familiale vennootschap Aandelen van familiale vennootschappen Vorderingen op familiale vennootschappen C. Vrijstelling schenkingsrechten en verminderd tarief successierechten Vrijstelling schenkingsrechten Verminderd tarief successierechten

9 Inhoudstafel ix D. Vormvoorwaarden Aanvraag attest Vrijstelling van schenkingsrechten Verminderd tarief van successierechten E. Voorwaarden tijdens de drie jarige periode na de schenking / vererving Familiale onderneming Familiale vennootschap Sanctie II. Wijziging artikel 7 Vlaams Wetboek Successierechten III. Conclusie