GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE ECONOMIE FINANCIEN EN TOERISME en RECREATIE Concept verslag van de vergadering de dato 21 januari 2015 Voorzitter van de commissie Commissiegriffier : De heer J. Blom : Dhr. A. Hoeberigs Leden Aanw Leden Aanw Leden Aanw N. Dauven X M. Knubben X A. dr. Hidding X W. Weerts X G. Silverentand-Nelissen X J. Mlodzick P. Zwakenberg X X P. Wester P. van Oers X R. Wezeman E. Ruijgers X H. Trimbos X S. Savelsbergh-Auf den Kamp Fulmer-Bouwens X W. Beckers T. Rooding X X J. Hendrikx J. Smeets X X Aanwezig/uitgenodigd: wethouders J. Vermeer en R. Meijers. Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. Opening en mededelingen. 2. Spreekrecht burgers. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. 4. Raadsplanner. 5. Vaststellen van het verslag van de commissie EFT de dato 26 november Actielijst. 7. Voorstel college betreffende Kampeerbeleid. 8. Bespreekpunten: raadsinformatiebulletin via Belgica stand van zaken bezuinigingstaakstellingen procedure en tijdpad om te komen tot een gemeentelijk sportbeleid procedure en tijdpad om te komen tot een nieuw kunst- en cultuurbeleidsplan stand van zaken herijking subsidiebeleid stand van zaken accommodatiebeleid buitensportcomplexen bestuurlijke (toekomstige) situatie Polfermolen BV stand van zaken leefbaarheid/zelfsturing 9. Gewestelijke aangelegenheden. 10. Rondvraag. 11. Sluiting. 1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp en de heer Wezeman. Mevrouw Fulmer-Bouwens vervangt mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp. 1

2 2. Spreekrecht burgers. Voor het spreekrecht zijn geen aanmeldingen ontvangen. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. De agenda wordt vastgesteld conform het aangeboden concept. Voor de rondvraag is een vraag ingediend. 4. Raadsplanner Er zijn geen zaken te melden. 5. Vaststellen van het verslag van de commissie EFTR de dato 26 november Naar aanleiding van de aangeboden conceptverslagen zijn geen op- of aanmerkingen ontvangen. De verslagen worden vastgesteld conform de aangeboden concepten. 6. Actielijst. Er zijn geen punten voor de actielijst. 7. Voorstel college betreffende Kampeerbeleid. Eerste termijn. De heer Trimbos zegt dat de fractie VVD in de commissie EFTR van 15 oktober 2014 heeft aangegeven niet te kunnen instemmen met de wijze waarop de toen voorliggende nota was opgesteld. De 2 bezwaren die de fractie toen had waren de volgende. De gemeente kan en mag nooit initiatieven ontplooien die op enigerlei wijze kunnen leiden tot concurrentie van bestaande ondernemers. Hierbij citeerde de fractie VVD de woorden van de huidige wethouder van 27 november Er werd qua formulering - en dus niet qua inhoud - te weinig rekening gehouden met de wensen en mogelijkheden van de bestaande kampeerbedrijven zelf. Welnu, de fractie is van mening dat in de nota die nu voorligt aan de bezwaren van de fractie is tegemoetgekomen en dat ze daarmee van tafel zijn. En dat geldt tevens voor de bij de Recron aangesloten kampeerbedrijven. Deze nota onderstreept hetgeen de fractie steeds naar voren brengt, namelijk dat de gemeente faciliteert en niet onderneemt. Vandaar dat de fractie akkoord gaat met deze Kampeernota. Tot zover in eerste termijn. De heer Dauven zegt dat de fractie AB blij is dat de wethouder de adviezen van deze commissie op dit punt ter harte heeft genomen en het voorstel nader heeft uitgewerkt in een nieuwe raadsnota. Hierbij onderstreept de fractie het feit dat iedere campinghouder de mogelijkheid heeft om een camperplaats te realiseren en dat een eventuele precedentwerking voor Camping Den Dries hiermee niet aan de orde is. Ten aanzien van het overloopterrein bij grote evenementen het volgende. De fractie AB heeft veiligheid hoog in het vaandel staan en vindt een mogelijk overloopterrein dan ook geen overbodige luxe. De fractie is blij dat de wethouder de RECRON hieromtrent de kans geeft onderzoek te doen naar een geschikt overloopterrein. Wel onderstreept de fractie dat als de RECRON er niet uitkomt de bestaande bevoegdheid van het college in artikel lid 3 van de APV moet worden gehandhaafd. Ook is het de fractie op gevallen dat bij grote evenementen de parkeerdruk enorm toeneemt. Mensen gaan fout parkeren en dit leidt tot gevaarlijke situaties of opstoppingen. De fractie wil dan ook als overweging meegeven om voor de gemeente Valkenburg aan de Geul gedurende grote evenementen middels de APV een afsleepregeling in te stellen. Tot zover in eerste termijn. 2

3 De heer Knubben sluit zich aan bij de vorige sprekers, dat het college respectievelijk de wethouder de 2 bezwaarpunten van de commissie en de raad heeft opgevolgd en in de nota heeft verwerkt. De fractie CDA vraagt de wethouder om de commissie en de raad voldoende op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, zeker waar het gaat over het overloopterrein en de verdere gegevens die uit de monitoring voortkomen als het gaat over campers op de diverse kampeerplaatsen. Hij heeft nog een vraag over het convenant dat de RECRON heeft gesloten met NKC. RECRON heeft indertijd gevraagd hoe het college hier tegenover staat. Hij zou die vraag nogmaals aan de wethouder willen voorleggen, of het college zich nu de nota toch een wat andere inhoud heeft gekregen zeker voor wat de camperplaatsen betreft kan vinden in dat convenant en of men dit in de toekomst als leidraad wil gebruiken voor verdere ontwikkelingen in het kampeerbeleid. Tot zover in eerste termijn. De heer Hendrikx kan zich aansluiten bij de woorden van de vorige sprekers. Ook de fractie PGP kan instemmen met het voorliggende voorstel maar hij heeft nog enkele vragen. In de passage over de camperplaatsen staat dat wordt ingezet op de ontwikkeling van terreinen voor (zelf)voorzienende campers bij of naast reguliere campings. De fractie wil van de wethouder weten wat hij verstaat onder het begrip naast. Is dat in de buurt van, grenzend aan of wellicht iets anders? De fractie wil door een duidelijke definitie wildgroei van campers voorkomen. De nieuwe tekst met betrekking tot het overnachten in campers tijdens grotere (wieler)evenementen kan op instemming van de fractie rekenen. Met name de passage over het toezicht verdient bijzondere aandacht en de fractie vraagt de wethouder - of wellicht de burgemeester als hoofd van de politie - om de voorgestelde aanpak zoals die in het voorstel is verwoord, daadwerkelijk toe te passen en uit te voeren. Tot zover in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Vermeer voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Wethouder Vermeer antwoordt dat de gemeente zometeen - met dank aan de leden van deze commissie - zometeen over een nieuwe Kampeernota beschikt. Deze Kampeernota is met een gezamenlijke inspanning tot stand gekomen. De fractie CDA vroeg naar het convenant tussen RECRON en NKC. In het overleg met dit soort gremia probeert het college zoveel mogelijk liefst voor 100% - rekening te houden met afspraken die partijen met elkaar hebben gemaakt. Echter, een voorbehoud moet hij blijven maken. Het is een afspraak tussen 2 partijen en daar maakt de gemeente geen deel van uit. Het college respecteert de afspraken zoals ze er liggen, evenals het convenant. De fractie PGP heeft een tekstuele haarspeltbocht gevonden. In de tekst staat bij of naast. Bij is naast en naast is bij. Als een camperplaats bij een camping ligt is het al heel lastig om het er niet naast te leggen, al kan er iets tussen zitten. Maar dit heeft geen aparte betekenis. De heer Knubben wil graag echte duidelijkheid krijgen. Bij, naast, onderdeel van. Volgens hem is dit laatste het geval als men ziet dat Camping Op den Dries maar ook andere campings zich ontfermen over campers. Mag hij dit zien als onderdeel van? Wethouder Vermeer antwoordt dat het college voor de 38% camperbezitters die niet op een camping willen staan een camperplaats wil realiseren. Die camperplaats is nu naast en ook bij een camping maar het is er geen echt onderdeel van. In dit geval is het een bedrijf. De eigenaren van Camping Den Dries exploiteren hun camping en zij exploiteren ook hun camperplaats. Met Camping Den Dries is afgesproken dat als de camping dichtgaat in hun eigen vakantie de camperplaats wel open blijft. De heer Knubben heeft nadrukkelijk vernomen van RECRON en ook van de betrokken ondernemer dat het wel degelijk een onderdeel is van de camping. Wethouder Vermeer beaamt dat het een onderdeel is van het bedrijf van de ondernemer. 3

4 Mevrouw Fulmer-Bouwens begrijpt dat de wethouder het heeft over Camping Op den Dries. De fractie PGP is daar geweest en die camping heeft er nog een gedeelte land liggen dat op dit moment niet wordt gebruikt. Dit land zou de camping kunnen invullen als zijnde een uitbreiding van de camperplaats. Ziet zij dit goed? Wethouder Vermeer heeft zich niet kunnen voorbereiden op deze vraag. Hij weet niet of dit stuk land ook de bestemming recreatie heeft. Daar wilde mevrouw Fulmer-Bouwens juist op doorgaan. Want dan zou de bestemming van dat stuk land aangepast moeten worden en al dit soort zaken kunnen geregeld worden. Dan zou een uitbreiding van de camperplaats kunnen plaatsvinden op een plek waar niemand daar last van heeft. Op het moment dat wordt gezegd dat iedere campinghouder het recht heeft om in het bestaande bedrijf een groter gedeelte in te richten voor camperplaatsen dan is dat geen probleem. Men kan echter ook zeggen dat iedere campingeigenaar een stuk grond dat aangrenzend aan zijn kampeerbedrijf ligt kan kopen en dat hij daar dan ook een camperplaats kan ontwikkelen. Niet dat de fractie daar per se iets op tegen heeft maar het is belangrijk dat de raad weet waar men straks mee instemt. Wethouder Vermeer antwoordt dat de campings zoals ze er nu liggen ingetekende percelen betref met de bestemming recreatie. Indien een ondernemer naast zijn camping grond bijkoopt waar die bestemming ook al op ligt dan is dat mogelijk. Als dit niet zo is dan komt de ondernemer naar de gemeente met een vergunningaanvraag, dan moet een bestemmingsplanwijziging worden aangevraagd en dan komt hij bij de raad terecht met de vraag of dat goed is. Volgens mevrouw Fulmer-Bouwens lag dit op deze manier ook al vast in de vorige Kampeernota, dat de raad zou kijken naar eventuele uitbreidingsmogelijkheden en dat men daar coulant mee zou omgaan mits wordt voldaan aan alle regels etc. Dat beaamt wethouder Vermeer. De fractie PGP sprak verder over de veiligheid. De burgemeester is portefeuillehouder en daardoor ook verantwoordelijk voor alles wat onder veiligheid valt. De burgemeester is en blijft de persoon die daarover beslist. Tweede termijn. De heer Dauven mist het antwoord op zijn vraag aangaande de afsleepregeling. Wethouder Vermeer antwoordt dat afsleepregelingen hier helemaal los van staan. Voor zover hij nu geïnformeerd is kent de gemeente op dit moment geen afsleepregeling. Het is niet mogelijk om zo n regeling zomaar in het leven te roepen. Als de gemeente die regeling wil gaan hanteren dient het college eerst langs de raad te komen om te vragen wat men daarvan vindt. Enerzijds is de heer Weerts er geen voorstander van om brancheorganisaties de voorkeur te geven in deze gemeente. Iedereen dient gelijkwaardig te zijn en hij zou hier absoluut geen namen in willen hebben. Hij kan zich voorstellen dat in de raadsnota staat dat het college met de campinghouders die zijn aangesloten bij de RECRON een en ander gaat onderzoeken voor de overloopvoorziening. Maar om dit in de verordening op te nemen gaat erg ver. Hij zou de wethouder dan ook willen vragen hoe hij hier richting de raadsvergadering mee wil omgaan. Stel dat de Valkenburgse RECRON campinghouders er niet uitkomen, ligt dan alles op de grond? Want het college geeft geen andere partij de ruimte om dit verder te onderzoeken. Wethouder Vermeer antwoordt dat dit een terechte vraag is. De campinghouders hebben zelf aangegeven dat het hun vak is en zij hebben zelf gevraagd of zij dit naar zich toe konden trekken. Hij snapt dit want de campinghouders zijn altijd bang dat er ergens anders snel iets wordt ingericht en dat dit concurrentie voor hun bedrijfstak zou zijn. Als de campinghouders er niet uitkomen dan ligt de bal bij het college. 4

5 Als de heer Weerts de tekst in de verordening leest beaamt hij dat de bal bij de gemeente ligt maar daar kan de gemeente niets mee. Want de gemeente kan alleen een overloopvoorziening inrichten met de ondernemers die zijn aangesloten bij de RECRON. Zo staat het letterlijk in de verordening. Nu snapt wethouder Vermeer het niet meer. Op advies van de raad heeft het college besloten om het aan de vakmensen over te laten. Die opdracht is aan de vakmensen verstrekt. Nogmaals, als zij er niet uitkomen, betekent dit dat de gemeente niet beschikt over overloopterreinen. Dan ligt de bal bij het college en zal hij bij de raad terug moeten komen want dan moet de Kampeernota worden aangepast. De heer Weerts vindt dat de brancheorganisatie er uitgehaald moet worden. Want dan kan het college iedere gewenste partij vragen om dit te onderzoeken. Als wordt aangegeven dat het een RECRON-partij moet zijn, waar is men dan mee bezig? Wethouder Vermeer antwoordt dat de heer Weerts gelijk heeft. Want niet alle campinghouders zijn aangesloten bij RECRON. Hij wil graag voorkomen dat over deze nota nog meerdere malen gediscussieerd moet worden. Hij vraagt of de commissie het voorstel als hamerstuk naar de raad kan verwijzen indien hij toezegt RECRON eruit te halen en dat daarvoor in de plaats komt te staan de campinghouders. De heer Weerts stemt hiermee in maar hij is niet de fractie AB en ook niet de commissie EFTR. Zelf vindt hij het niet gepast dat de gemeente bedrijven positioneert die zijn aangesloten bij een branchevereniging en dat die bedrijven een voorkeursbehandeling krijgen. Daar heeft wethouder Vermeer alle begrip voor. Mevrouw Fulmer-Bouwens weet niet of het verstandig is om een en ander te schrappen want dan kan straks iedere frituur houder ook meedoen. Zij vindt dat er wel in moet staan dat het om campinghouders gaat. Dat beaamt wethouder Vermeer. Er komt te staan huidige campinghouders. De heer Knubben zegt dat als nu weer gewijzigd en geschrapt wordt in de voorliggende nota dan wil de fractie dit vandaag niet zien als een hamerstuk. Dan wil de fractie daar nog op terugkomen en kijken wat er gewijzigd is. De heer Trimbos zegt dat de fractie VVD akkoord gaat met het gewijzigde voorstel van de wethouder. Wethouder Vermeer had voorgesteld om het woord RECRON te schrappen. Helaas wordt hij daar niet in vertrouwd, de fractie CDA denkt dat het college meer schrapt. De commissie verwijst het voorstel door naar de raad (geen hamerstuk). 8. Bespreekpunten. Raadsinformatiebulletin via Belgica. De heer Knubben heeft nog een vraag ten aan zien van dit raadsinformatiebulletin. In 2014 heeft hij die vraag al een keer eerder gesteld maar die vraag is helaas niet beantwoord. Zijn vraag heeft betrekking op de middelen die de gemeente daarvoor moet aanwenden, die bijeengeschraapt worden uit 3 potjes. Niet alle 3 de potjes komen uit hetzelfde programma. Dat betekent dat dit verhaal volgens de door de raad afgesproken kaders terug moet in de raad. Wethouder Meijers antwoordt dat de heer Knubben strikt genomen gelijk heeft. Dus als de raad c.q. deze commissie het wil zal het college het verhaal terugsturen naar de raad. Maar de raad kan ook zeggen dat een en ander in de Kadernota verwerkt moet worden. De dekking zal hetzelfde 5

6 blijven. Uit de reacties maakt hij op dat de commissie ermee instemt dat een en ander via de Kadernota wordt verwerkt. De heer Knubben zegt dat deze commissie adviezen kan geven aan de raad maar kan geen besluiten nemen. Er zijn spelregels afgesproken en die moet men handhaven. De spelregels heeft hij zojuist aangegeven en als men zich daar niet aan houdt dan zal de fractie CDA zich daartegen verzetten. Wethouder Meijers antwoordt dat hij zich aan de spelregels zal houden. Stand van zaken bezuinigingstaakstellingen. De heer Trimbos wil erop wijzen wat in het presidium besproken is. Want er is afgesproken deze punten procedureel te benaderen en dat het niet de bedoeling is ze te bediscussiëren. Uiteraard heeft de commissie het recht om vragen te stellen maar de wethouders hebben aangegeven de commissie op de hoogte te brengen van de stand van zaken, wat men van plan is en hoe men dit wil doen. Dit omdat de raad de stukken waar een en ander op gebaseerd is nog niet heeft. Op basis van die stukken kan de raad discussiëren. Kortom, het woord procedureel is belangrijk in het kader van deze bespreekpunten. Het is mevrouw Fulmer-Bouwens helemaal niet duidelijk. Want zij dacht dat bespreekpunten opgevoerd werden door een of meerdere fracties indien men daar vragen of opmerkingen over heeft. Wie heeft dit bespreekpunten op de agenda gezet? De voorzitter antwoordt dat de heer Knubben de bespreekpunten op de agenda heeft gezet. Mevrouw Fulmer-Bouwens was niet aanwezig bij het presidium vandaar dat zij hier niet van op de hoogte is. De heer Knubben stelt dat het de normale gang van zaken is dat iedere fractie de gelegenheid heeft om bespreekpunten voor een bepaalde commissievergadering aan te melden bij het presidium en vervolgens stelt het presidium de agenda vast. Daar is mevrouw Fulmer-Bouwens het mee eens. Zij begrijpt dat de meerderheid van het presidium ermee heeft ingestemd om deze bespreekpunten op de agenda te plaatsen. Echter, nu komt het bespreekpunt ter sprake en heeft niemand iets te vertellen. Daar is de heer Knubben het niet mee eens. Volgens mevrouw Fulmer-Bouwens worden er vaker bespreekpunten geagendeerd waarvan men zich tijdens de commissievergadering afvraagt waar het over gaat. Mevrouw Hidding zegt dat de agenda door het presidium wordt bepaald. Op 5 januari jl. heeft geen presidium plaatsgevonden dus het presidium heeft deze agenda niet bepaald. Wel heeft de fractie D66 onder andere van de fractie CDA informatie ontvangen over welke agendapunten toegevoegd zouden moeten worden aan de agenda. Daar heeft zij overigens geen problemen mee. De voorzitter geeft het woord aan de heer Knubben voor zijn inbreng. De heer Knubben zegt dat op verzoek door het presidium een aantal bespreekpunten aan de agenda zijn toegevoegd, waaronder een aantal punten van de fractie CDA. Waarom? In de afgelopen maanden beginnend bij de begrotingsbehandeling zijn een aantal afspraken gemaakt over de hier vermelde onderwerpen. Tot op heden heeft de raad daar niets over gehoord van het college. Vandaar de vraag aan het college voor nadere informatie c.q. de stand van zaken. Het is niet vanzelfsprekend dat de raad over afspraken tussen college en raad geen geluiden meer hoort, totdat het college meent daar klaar voor te zijn. Voor wat betreft de bezuinigingstaakstelling was in december een datum gepland om daar samen over te spreken. Die afspraak is geannuleerd, met de mededeling via de griffie dat het college nog 6

7 niet gereed was met de actie die samen met de ambtelijke afdelingen ondernomen zou worden. Inmiddels is het al weer een maand later. Derhalve de vraag wat de stand van zaken op dit moment is. Of moet de raad nu ook weer afwachten totdat de Kaderbrief verschijnt? De heer Weerts sluit zich aan bij de laatste vraag van de heer Knubben en hij wacht de reactie van de wethouder af. Wethouder Meijers antwoordt dat de heer Knubben volledig gelijk heeft. Want het college zou de raad zeker in de loop van januari informeren. Aangezien dit bespreekpunt is opgevoerd is dit voor hem een mooi moment om hier duidelijkheid over te geven. In september/oktober 2014 heeft hij de afvaardiging van de raad bijeen geroepen en hen medegedeeld dat er zware tijden aan zouden komen voor wat betreft de begroting en dat men structureel naar bezuinigingen moet zoeken. Vervolgens is er een programmabegroting opgesteld die - in ieder geval qua taakstellingen sluitend was. De ontwikkeling van de taakstellingen die het college nu ziet is behoorlijk ontmoedigend. Het college voorziet dat onder normale omstandigheden de meeste van die taakstellingen wel gehaald kunnen worden door goed haar best te doen. Bij een paar posten staat een vraagteken. Grosso modo betekent dit dat het college op dit moment zegt dat men binnen alle bezuinigingen c.q. binnen hetgeen men moet realiseren vraagtekens zet bij een post van ongeveer ,00. Die post bestaat enerzijds uit de onder-uitputting waar het college haar best voor zal moeten doen en anderzijds is dit het geld dat het college voor nieuw beleid wil reserveren, daar is op dit moment nog geen dekking voor. Zolang er geen nieuw beleid wordt uitgevoerd heeft het college op dit punt geen probleem maar dit is een ander verhaal. Ondertussen zijn er buiten de gemeente enige ontwikkelingen aan de gang op provinciaal niveau waarvan het college even het resultaat wil afwachten. De provincie is op dit moment in onderhandeling over de verkoop van bepaalde soorten aandelen. Misschien dat dit een positieve invloed op de gemeentelijke begroting kan hebben. Dat soort ontwikkelingen wil het college even afwachten. Het college heeft de belofte gekregen daarover duidelijkheid te krijgen voor 31 januari a.s. en het college hoopt dat dit gerealiseerd wordt. Hij zegt toe dat de raad op dit punt afdoende geïnformeerd wordt. Zodra dit helder is wordt het plan in werking gezet, zoals het college dit ook reeds in november 2014 in gedachte had. Mevrouw Fulmer-Bouwens hoopt dat de exercitie die inmiddels is opgestart gewoon doorgaat en dat de raad daarvan op de hoogte wordt gehouden. Dat beaamt wethouder Meijers. De heer Knubben vraagt of dit betekent dat de raad en het college in februari wel met elkaar om tafel gaan om te kijken hoe de strand van zaken rond de bezuiniging is. Gezien de Carnaval verzoekt wethouder Meijers 1 maart 2015 als datum te prikken. De heer Knubben neemt niet aan dat er 27 dagen Carnaval gevierd wordt. Wethouder Meijers antwoordt dat een deel van het apparaat door de Carnaval op andere punten gefocust zal zijn. Dus hij heeft hier een zekere doorlooptijd voor nodig. De heer Knubben gaat ervan uit dat in de voorbereiding naar de Kaderbrief een goed overleg tussen raad en college over een bedrag van circa ,00 wel noodzakelijk is. Daar is wethouder Meijers het volledig mee eens. De heer Weerts zegt dat er al geld wordt uitgegeven zonder dat de aandelen verkocht zijn. Hij gaat ervan uit dat de wethouder doelt op aviaire middelen en daar is een raadsbesluit voor nodig, 7

8 Zuid-Limburg breed en daar zullen veel aanhouders in mee moeten willen gaan. Wanneer verwacht de wethouder dat die termijn is afgelopen? Voor of na behandeling van de Kaderbrief? Daar durft wethouder Meijers geen uitspraak over te doen. Het is volgens de heer Weerts altijd meegenomen als de gemeente de middelen van de verkoop van aandelen te gelde kan maken maar dit zal ergens in tijd weggezet moeten worden wil de raad de Kaderbrief voor de komende jaren vorm kunnen geven. Hij vraagt de wethouder kort procedureel aan te geven hoe daarmee wordt omgegaan. Hij wil best wachten tot 31 januari a.s. maar dan dient de wethouder aan te geven hoe er verder gegaan wordt met de taakstelling van ,00. Wethouder Meijers antwoordt dat hij de raad in kennis zal stellen. Procedure en tijdpad om te komen tot een gemeentelijk sportbeleid. Eigenlijk moet de heer Knubben in herhaling vallen want ook hierover is bij de begrotingsbehandeling afgesproken dat men op vrij korte termijn tot een procedure en tijdpad zou komen voor de behandeling van het sportbeleid. Wanneer mag de raad dit verwachten? Of is dit er al? Als het er al is, hoe snel kan de raad dit dan onder ogen krijgen? Wethouder Meijers antwoordt dat de procedure juist een discussiepunt is waarvan hij hoopt dit de volgende week in het college te kunnen afstemmen. Er zitten enige haken en ogen aan dus misschien wordt de procedure pas de week daarna besproken. Wel kan hij aangeven dat de gedachte van hem en de ambtenaar daarbij is om zodra de contouren van het beleid geschetst zijn deze voor te leggen aan de commissie Sociaal Domein. Daarna kan een en ander worden voorgelegd aan de Sportraad zodat ook zij hen zeggenschap kunnen doen voor de verenigingen. Daarbij heeft hij ook de gedachte dat de Sportraad de sportverenigingen vertegenwoordigt maar dat er natuurlijk ook een hoop andere instanties zijn die met sport te maken hebben. Daar moet men ook een goede klankboard in hebben. Vervolgens gaat een en ander terug naar de commissie en naar de raad. Zoals het er nu naar uitziet zou het erin moeten kunnen resulteren dat de raad voor het zomerreces tot een overeenstemming over het sportbeleid 2016 e.v. moet kunnen komen. Volgens de heer Knubben zal dit betekenen dat als men voor de zomervakantie zover kan komen, de procedure vrij binnenkort gaat lopen om die termijn te halen. Of heeft de wethouder het over de start van de procedure rond de zomervakantie? Wethouder Meijers antwoordt dat de procedure in maart start. Verder hoort de heer Knubben de wethouder zeggen dat hij een en ander wil voorleggen aan de commissie Sociaal Domein. Echter, hij meent zich te herinneren dat duidelijk is afgesproken het sportbeleid in de commissie EFTR te behandelen omdat de wethouders hier meestal voor worden uitgenodigd. Daar kan wethouder Meijers zich in vinden. De heer Knubben vraagt of ditzelfde ook geld voor het kunst- en cultuurbeleidsplan. Daar durft wethouder Meijers geen uitspraak over te doen. Procedure en tijdpad om te komen tot een nieuw kunst- en cultuurbeleidsplan. Wethouder Vermeer antwoordt dat de vorige keer uitgebreid gesproken is over het kunst- en cultuurbeleid. In de agenda van de Kunst- en Cultuurraad, van hem en van de betrokken ambtenaren staat dat men op 5 februari a.s. bij elkaar zit om te kijken wat men eraan moet doen, nieuw beleid maken of het bestaande beleid aanpassen. Hij kan hier nu niets anders over zeggen. Er is nog niets gebeurd, het begint pas op 5 februari a.s. 8

9 De heer Knubben vraagt of nu dezelfde discussie zal ontstaan dan de vorige keer, waarin de wethouder aangaf dat het een zaak is van de Kunst- en Cultuurraad. Wethouder Vermeer antwoordt dat er op 5 februari a.s. een overleg gepland is. Tijdens dat overleg bespreken partijen met elkaar hoe een en ander wordt aangepakt. De heer Knubben begrijpt dat de Kunst- en Cultuurraad daarbij aanwezig is. Maar in het verleden is het Kunst- en Cultuurbeleidsplan vastgesteld door de raad. Hij gaat er dan ook vanuit dat in de voorbereiding naar een Kunst- en Cultuurbeleidsplan de raad c.a. een commissie betrokken wordt. Dat beaamt wethouder Vermeer. De heer Knubben zegt dat de wethouder daar de vorige keer een andere menig over had. Want toen zei hij dat dit een zaak van de Kunst- en Cultuurraad is. Lees het verslag er maar op na. Wethouder Vermeer heeft het verslag niet bij de hand maar als het er zo in staat dan klopt dat niet. Destijds heeft hij gezegd dat de Kunst- en Cultuurraad het adviesorgaan en het uitvoerende orgaan is als het om kunst en cultuur gaat. Of men dat graag ziet of niet, het college laat niet eerst een heel beleidsplan schrijven door 26 ambtenaren, daar 4 vergaderingen over discussiëren en dit vervolgens voorleggen aan de Kunst- en Cultuurraad en zeggen dat zij het maar moeten uitzoeken. Het college maakt het plan samen met de Kunst- en Cultuurraad als advies- en uitvoerend orgaan. Daar waar er door de raad beslissingen genomen moeten worden komt hij automatisch in de cyclus terecht bij de commissie. Hij snapt deze discussie niet. Op 5 februari a.s. zit men bij elkaar. Er wordt dit weekeinde geen beleidsplan geschreven om de KCR daarmee te confronteren. Dan toch de vraag van de heer Knubben wanneer de raad een procedurevoorstel c.q. tijdpad mag verwachten om te komen tot een nieuw Kunst- en Cultuurbeleidsplan. Want op dit moment beschikt de gemeente er niet over. Wethouder Vermeer antwoordt dat dit op 5 februari a.s. met de KCR wordt afgesproken. Als hij nu tegen de heer Knubben zegt dat het er op 1 maart ligt dan confronteert hij de KCR ergens mee. Als de heer Knubben 5 februari te laat vindt wil hij de vergadering best naar 4 februari verzetten maar verder naar voren trekken kan hij het niet. De heer Knubben begrijpt dat van daaruit een voorstel aan de raad wordt voorgelegd. Dat beaamt wethouder Vermeer. Mevrouw Fulmer-Bouwens zegt dat het Kunst- en Cultuurbeleid door de gemeente wordt gemaakt en wat door de raad wordt vastgesteld, eventueel in overleg met. Maar dit is toch niet per se gebonden aan de KCR alleen? Dat heeft wethouder Vermeer ook niet gezegd. Zo komt het wel over bij mevrouw Fulmer-Bouwens. Wethouder Vermeer zegt toch dat het college overleg voert met de KCR omdat de KCR het adviserende en uitvoerende orgaan is. Het college overlegt met de KCR hoe een en ander moet worden aangepakt, dat is alles. Mevrouw Fulmer-Bouwens begrijpt dat het beleid vervolgens wordt opgesteld en aan de commissie wordt voorgelegd. Dat beaamt wethouder Vermeer. De heer Weerts begrijpt dat de wethouder met een adviesorgaan van het college in overleg gaat. Maar dan passeert hij deze commissie en de raad volledig. De wethouder vraagt helemaal niet naar een evaluatie van mensen waar zaken bijgesteld moeten worden. De wethouder vraagt advies bij 9

10 het adviesorgaan van het college, met hen stelt hij zaken bij en vervolgens wordt het stuk aan de raad voorgelegd. Dit is de omgedraaide wereld. Daar is wethouder Vermeer het niet mee eens. De heer Weerts herhaalt dat de KCR een adviesorgaan van het college is en niet van de raad. Wethouder Vermeer vraagt wat welk punt de heer Weerts wil maken. Het college gaat in overleg met haar adviesorgaan. Dus hij ziet het probleem niet. De heer Weerts vraagt of de wethouder dan geen stap te ver gaat doordat hij afspraken maakt met de KCR- het adviesorgaan van het college waardoor de raad hem straks moet terugfluiten. Wethouder Vermeer heeft duidelijk verteld dat het college zich laat adviseren door de KCR. Daar waar besluiten genomen moeten worden door de raad komt hij automatisch in de commissiecyclus terecht. Hij kan van tevoren geen commissievergadering plannen en ook geen raadsvergadering. Het college gaat met de KCR om tafel en hij ziet het probleem daar niet van. De heer Weerts ziet wel een probleem, zeker als men dit wegzet in tijd. Hij kan zich voorstellen dat als men een nieuw Kunst- en Cultuurbeleid maakt daar ook middelen aan verbonden zijn. Als hij de wethouder nu hoort praten dan zijn die middelen in de huidige begroting voorzien. Of is dit het stuk dat de raad mag accorderen? Wethouder Vermeer weet niet of de heer Weerts er de vorige vergadering bij was. Toen heeft hij een gevecht gehouden om te kijken of hij ,00 van de raad kon krijgen. En daar heeft de raad ,00 van gemaakt. Vandaar dat de heer Weerts verbaast is over het feit dat het nieuwe Kunst- en Cultuurbeleid als bespreekpunt is opgevoerd. Want dit heeft de wethouder de vorige keer tot 3 keer toe ontkend. Daar is wethouder Vermeer het niet mee eens. De vorige keer heeft hij gezegd dat er geen nieuw beleidsplan ligt. Hij snapt deze discussie niet. De heer Weerts vraagt op welke termijn de wethouder denkt in deze commissie c.q. de raad terug te kunnen komen om een en ander voor te bespreken. Die vraag kan wethouder Vermeer nu niet beantwoorden. Als hij daar logisch over nadenkt, verwacht hij dat het college daar voor de volgende cyclus klaar voor is. De heer Weerts zegt dat dit snel is. Mevrouw Fulmer-Bouwens zegt dat dit geen moment van besluiten is. Er komt een beleidsplan, dat wordt voorgelegd aan de raad, daar kijkt de raad naar en als de raad daar akkoord mee gaat wordt het vastgesteld. De heer Knubben vraagt of het niet logischer zou zijn om het oude Kunst- en Cultuurbeleidsplan eens fatsoenlijk te evalueren. Dat kan het college natuurlijk ook met de KCR doen maar dat kan ook met deze commissie, misschien zou het college dat zelfs moeten doen. Aan de hand van die evaluatie kan men kijken wat de uitgangspunten zijn voor een nieuw beleidsplan en van daaruit de boer opgaan en een adviesorgaan om advies vragen. De voorzitter concludeert dat de commissie de volgende vergadercyclus afwacht. Stand van zaken herijking subsidiebeleid. De heer Knubben zegt dat over dit thema in allerlei gremia herhaaldelijk gesproken is. De laatste keer dat men bij elkaar zat was tijdens een overleg met de fractievoorzitters. Toen is afgesproken dat het college in de eerstvolgende cyclus met de voortgang zou komen. Blijkbaar is er in de afgelopen periode van 2 maanden niets gebeurd. Anders laat hij zich verrassen. 10

11 Wethouder Vermeer antwoordt dat is afgesproken om de hele zaak opnieuw door te rekenen. Een belangrijk feit is dat het college een taakstelling te verhapstukken heeft. Het college heeft voorstellen gedaan - geen populaire voorstellen waar deze commissie niet akkoord mee gegaan is. Dan kan men twee dingen doen. Men kan een en ander toch doorzetten en het raadsvoorstel in de raad laten sneuvelen. Maar er is met elkaar afgesproken om een en ander helemaal opnieuw te bekijken. Het college wil wel voor de raad doorrekenen wat de consequenties zijn. In 1e instantie is gezegd dat het college zich aan de 10% zal houden - zoals men dat bij het tijdelijke raadsvoorstel voor dit jaar had gedaan - daar is 10% op toegepast en verder nergens naar gekeken. In 2 e instantie heeft het college gezegd niet verder te gaan dan 10% maar de subsidie wel nog een keer tegen de objectieve trechter te houden en dat gebeurt op dit moment. Eigenlijk is dat klaar. Alleen, voor deze cyclus ligt er nog een voorstel, dat moest op een bepaald moment in het college komen en dat is niet gehaald. Dit betekent dat het voorstel in de volgende cyclus aan de raad wordt gepresenteerd. Dit is tijd genoeg, want het beleid gaat in per 1 januari De heer Weerts zegt dat het college eind vorig jaar van de coalitiefracties een schrijven heeft ontvangen waarin was aangegeven hoe men wenste om te gaan om te komen tot een nieuw subsidiebeleid. Waarom kiest het college er nu voor om die twee lijnen toch weer los te laten? Volgens hem hadden de coalitiefracties aangegeven dat het college moest zorgen voor een adequaat sport- en cultuurbeleid en dat men op basis daarvan een subsidie- en accommodatiebeleid aan de raad diende voor te leggen. Hij begrijpt dat het college nu een separaat voorstel aangaande het subsidiebeleid aan de raad wil voorleggen. Kan de wethouder aangeven wat de reden is waarom die koppeling niet gevolgd wordt? De heer Knubben vraagt welke brief de heer Weerts bedoelt want de fractie CDA kent die brief niet. Het zou prettig zijn als de hele raad over dezelfde informatie beschikt. Mevrouw Fulmer-Bouwens beaamt dat de fractie CDA die brief niet ontvangen heeft, maar als hij tijdens de begrotingsvergadering goed naar haar geluisterd had, was hij van de inhoud op de hoogte want toen heeft zij de strekking van die brief duidelijk weergegeven. Zij begrijpt van de wethouder dat het college toch kiest voor een separaat raadsvoorstel. Als men het dan heeft over de 10% - waarvan de hele raad heeft gezegd dat het daarbij moet blijven moet men dus denken aan 10% van het totale subsidiebedrag. Dit kan gaan schuiven als het college de trechter inzet. In hoeverre wordt het door de coalitiefracties gevraagde traject ook doorgezet? De strekking van dit traject is dat de fracties wilden vasthouden aan de 10%, het college moest het sportbeleid etc. meenemen en vervolgens diende de raad opnieuw aan de slag te gaan. De heer Knubben weet niet wie hij het moet vragen de coalitiefracties of het college maar mag de oppositie ook beschikken over de bedoelde brief? De heer Trimbos heeft deze brief op verzoek van het college opgesteld en hij zal ervoor zorgen dat de fracties CDA en D66 een afschrift ontvangen. De fracties hebben de brief niet met opzet niet ontvangen. Dan nog blijft de heer Knubben met de vraag zitten hoe het mogelijk is dat er afspraken tussen de coalitie en het college worden gemaakt terwijl de rest van de raad daar niets van af weet. Mevrouw Hidding sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer Knubben. Het is niet transparant om brieven te versturen die niet aan alle fracties zijn gestuurd. Mevrouw Fulmer-Bouwens heeft hier alle begrip voor, maar zo is het niet gegaan. De brief is inderdaad niet naar de fracties CDA en D66 gestuurd. Het was ook geen opdracht, het was een voorstel c.q. verzoek. Juist om de helderheid voor de hele raad te geven om dit niet in achterkamertjes te doen heeft zij daar tijdens de begrotingsvergadering bewust een verhaal aan gewijd, uitgelegd wat de coalitiefracties gedaan hebben en de inhoud daarvan voorgelezen. De heer Knubben laat zich verrassen maar hij heeft nog een andere vraag. In het verslag van de collegevergadering heeft hij gelezen dat het college zich houdt aan de mening van de raad dat het 11

12 niet gaat over 2015 maar vanaf De 10% is een structurele afspraak. Hij hoorde de wethouder zeggen voor 2015 maar het moet zijn vanaf Dat het college zich daarbij neerlegt heeft hij gelezen in de collegenotulen, met de toevoeging dat de raad zich wel moet realiseren dat de dekking van de ,00 dan elders gezocht moet worden. Het college kent de opvattingen van de CDA-fractie dat er geen sprake is van een taakstelling. Vanaf de Kaderbrief van verleden jaar heeft de raad steeds opnieuw gezegd dat men dit niet wil, dat men niet meer wil bezuinigen dan de 10%. Dit is de mening van de meerderheid van de raad dus daar moet het college rekening mee houden. Het is aan het college om met nieuwe voorstellen te komen voor de ,00. Wethouder Vermeer antwoordt dat dit goed is. Mevrouw Fulmer-Bouwens beaamt dat het een taakstelling is die niet kan worden ingevuld. Een en ander is vastgesteld bij het vaststellen van de Kaderbrief, dit heeft zij toen ook al gezegd. Toen heeft zij ook gezegd dat er gekeken moet worden hoe die Kaderstelling op een andere manier kan worden ingevuld. Dit is aan de raad. Zij is het wel met de heer Knubben eens dat het college met een voorstel moet komen. De heer Weerst wijst op het belang van het 2 e bespreekpunt, stand van zaken bezuinigingstaakstellingen. Dan is de cirkel weer rond. Er ligt een opdracht aan het college vanaf 5 oktober 2014 en daar is tot op heden geen invulling aan gegeven. Die invulling had hij heel graag gehad alvorens hij hier verder op wil ingaan. Stand van zaken accommodatiebeleid buitensportcomplexen. Vanuit de commissievergadering SOB en de berichten in de media van vandaag heeft de heer Dauven vernomen dat de gelden voor het terreinonderhoud al op zijn. Dient de raad hier in de Kaderbrief rekening mee te houden? Of wil het college hiermee zeggen dat men vaart dient te zetten achter het realiseren van de kunstgrasvelden? De heer Knubben zegt dat het raadsinformatiebulletin over de overschrijding van het onderhouders budget betrekking had op Het is niet zo dat na enkele weken het budget voor 2015 al op is. Dit bespreekpunt is opgevoerd met de bedoeling om ook hier te kijken hoe het staat met de gemaakte afspraken. Want men schiet er niets mee op als bij de laatste bespreking is geconstateerd dat er nog allerlei vragen zijn, dat vervolgens de wethouder en de ambtelijke organisatie met de handen in de lucht zitten en dat zij niet weten hoe het verder moet. Wellicht dat het college het nu wel weet, hij is benieuwd. Wethouder Meijers antwoordt dat de raad aangaande dit onderwerp eind november 2014 een raadsinformatiebulletin ontvangen heeft. Vervolgens heeft het college de opdracht gekregen hier meer duidelijkheid in te scheppen. Daar is driftig aan gewerkt de afgelopen maand, want de maand december was vrij kort. Op dit moment ligt een voorstel voor ter bespreking in het college en daarover wordt de raad in een aparte raadsinformatiesessie geïnformeerd. Bestuurlijke (toekomstige) situatie Polfermolen BV. Wethouder Meijers begrijpt dat men duidelijkheid wenst aangaande de Polfermolen BV. De Polfermolen is een BV en de gemeente is eigenaar van alle aandelen van de BV. De raad heeft destijds bepaald dat de wethouder financiën in deze BV de bestuurder is van de gemeente, hij heeft de bestuurlijke verantwoording. Er is een directeur aangesteld en die doet de directievoering. Dit betekent dat hij daar in dit geval bestuurlijk op kan worden aangesproken. Stel dat er nalatig onderhoud etc. is dan dient daar in eerste instantie de directeur op aangesproken te worden. Zelf krijgt hij meermaals te horen dat er her en der bij de accommodaties iets aan de hand is en dit geeft hij dan door, maar de directe lijn is officieel de directeur want die leidt het bedrijf. Bij een tekort bij het zwembad wordt nagestreefd dat er een exploitatiebijdrage tegenover staat. Stel dat het tekort verder oploopt zonder dat hij de raad daar afdoende over informeert dan is hij daarop bestuurlijk aansprakelijk. 12

13 De heer Knubben zegt dat de vraag in het verleden niet voor niets gekomen is. In de vorige zittingsperiode heeft het toenmalige college nadrukkelijk aangegeven dat men de figuur zoals die er ligt niet erg gelukkig vond en dat men zocht naar een andere constructie. Bij de Kamer van Koophandel was er zelfs sprake van dat de wethouder de statutair directeur was. Wethouder Meijers beaamt dat de wethouder dat ook is. Dit vindt de heer Knubben een rare constructie. Dat de wethouder commissaris of bestuurder is oké, maar als statutair directeur is hij ook aansprakelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Wethouder Meijers antwoordt dat hij dit ook liever niet zou zijn maar van de juristen heeft hij vernomen dat juist de bestuurder op dit punt statutair directeur is en dat dit iets anders is dan de operationele directeur. De heer Knubben zegt dat in de vorige zittingsperiode nadrukkelijk is gezegd dat het college dit goed zou uitzoeken om te voorkomen dat een wethouder van deze gemeente ook nog aansprakelijk is voor de dagelijkse gang van zaken in de Polfermolen BV. Omdat het over echte juridische details gaat stelt wethouder Meijers voor om deze vraag via het verslag te beantwoorden. De gemeente bezit alle aandelen van BV Exploitatiemaatschappij Polfermolen en staat daarmee volledig garant voor de afdekking van de exploitatietekorten van deze BV. Om grip te hebben en te houden op alles wat zich binnen deze BV afspeelt heeft de raad destijds de portefeuillehouder financiën afgevaardigd om namens de raad als bestuurder in deze BV zitting te nemen. De titel van deze functie is algemeen directeur. Daarmee is de portefeuillehouder in politiek opzicht verantwoordelijk. Wanneer de algemeen directeur een ernstig verwijt valt te maken, dan kan hij daarvoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Hier kun je ook geen verzekering voor afsluiten. Er moet wel duidelijk sprake zijn van onbehoorlijk bestuur. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als: - de directeur zich persoonlijk heeft verrijkt ten koste van de vennootschap; - er sprake is geweest van onverantwoorde investeringen; - er leningen zijn verstrekt aan derden, terwijl niet op kredietwaardigheid is getoetst. Dit zijn zo maar enkele voorbeelden. Er moet dus duidelijk sprake zijn van een ernstig verwijt. De algemeen directeur is uiteraard niet persoonlijk aansprakelijk voor elke fout die hij maakt of voor elke risicovolle investering, mocht die worden gedaan. De dagelijkse leiding van de BV is uitbesteed aan de Heer Dupont. Hij staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als gevolmachtigde. Deze volmacht is beperkt tot ,00. Stand van zaken leefbaarheid/zelfsturing In de afgelopen periode heeft de heer Knubben geprobeerd om wakker te blijven en te kijken wat er nog allemaal op de plank ligt. Vandaar het voorstel in het presidium om deze punten allemaal op te voeren. Dit punt had met name betrekking op het feit dat de wethouder in de begrotingsvergadering heeft beloofd om de regiegroep bij elkaar te roepen en te spreken over de voortgang van de zelfsturing binnen de gemeente en dan met name over het thema aangaande de kernambtenaren en de wijzigingen die daarin genomen zouden worden. Destijds is zelfs toegezegd dat een en ander even stopgezet werd. Hij weet niet hoe de situatie op dit moment is. Bij het indienen van dit bespreekpunt heeft hij ook gevraagd naar de voortgang van de projecten in Vilt en Houthem. 13

14 Dat beaamt wethouder Meijers. Deze vragen zijn inmiddels via de griffier beantwoord en hij hoopt dat de heer Knubben de antwoorden in goede orde heeft ontvangen, anders wil hij een en ander kort toelichten. De heer Knubben heeft de antwoorden ontvangen maar hij wil dat iedereen daarvan op de hoogte is. Daar heeft wethouder Meijers begrip voor. Middels de vragen van de fractie CDA werd hij erop geattendeerd om hier haast achter te zetten c.q. een en ander iets te versnellen. Hij heeft derhalve een verzoek gedaan tot uitnodigen van de regiegroep. Probleem daarbij is dat er van de oude regiegroep op dit moment nog slechts 2 leden in de raad zitten, terwijl in het verleden is bepaald dat er 2 fractievoorzitters van de oppositie en 2 fractievoorzitters van de coalitie in de regiegroep plaats dienen te hebben. Hij heeft derhalve verzocht om alle fractievoorzitters uit te nodigen voor een bijeenkomst in de 2 e helft van februari. Dit heeft hij met name gedaan omdat hij ook de diverse kernoverleggen heeft gevraagd om tekst en uitleg te komen geven aan het college op een aparte Heidag over wat de stand van zaken van de diverse projecten is. Uiteraard wil hij ook graag weten wat de mening van de regiegroep is over alles wat er speelt. In de regiegroep zal hij het voorstel om te komen tot bureau burgerkracht voorleggen. Als men dit een beetje invult is dit in feite de opvolger van de kernambtenaren. Niet zozeer het afschaffen van maar het wordt meer geconcentreerd in bepaalde personen. Een 2 e punt is dat dan ook over de stand van zaken aangaande de diverse kaders gesproken wordt. Mevrouw Fulmer-Bouwens zegt dat de wethouder heeft gevraagd in hoeverre de mensen nog geïnteresseerd zijn om plaats te nemen in de regiegroep. Heeft hij daar behalve haar reactie van de andere fracties niets over gehoord? Wethouder Meijers antwoordt dat hij daar in officiële zin niets van vernomen heeft. Hij heeft alleen gehoord dat diverse mensen vraagtekens zetten bij de huidige invulling van de regiegroep. Vandaar dat mevrouw Fulmer-Bouwens dit nu wil inbrengen. De fractie PGP heeft duidelijk aangegeven dat de regiegroep zoals die functioneerde niet breed genoeg was. Derhalve stelt de fractie voor om in plaats van de regiegroep een klankbordgroep te creëren die breder is - breder qua raadsleden en zelfs eventueel met burgerleden - zodat er een groot draagvlak in de raad ontstaat voor wat betreft de zelfsturing, om daar als raadslid zo kort mogelijk bij aanwezig te zijn. Uit de woorden van de wethouder maakt zij op dat het erop lijkt dat niemand interesse heeft in een regiegroep. De fractie PGP heeft er best interesse in maar dan wel op een andere manier. De heer Knubben zegt dat hetgeen mevrouw Fulmer-Bouwens naar voren brengt een aangelegenheid van de raad is en niet van het college. Jammer genoeg is er in deze vergadercyclus geen ABAvergadering want daar hoort dit in feite thuis. In het verleden zijn hele duidelijke afspraken gemaakt en werd de regiegroep in het leven geroepen. Wil de raad iets anders dan zal men het daar over moeten hebben. Daarnaast liggen er hele duidelijke afspraken c.q. kaders die zijn vastgelegd in 2009 en die in 2013 zijn herijkt. De zaken die daar staan gelden nog steeds, tot het moment dat de raad daar een andere invulling aan geeft. Dit beaamt wethouder Meijers. De heer Knubben stelt voor om op korte termijn in ieder geval in het presidium al dient dit eigenlijk in ABA plaats te vinden deze zaken aan de orde te stellen. Wethouder Meijers kan zich hierin vinden. Verder werd gevraagd naar de stand van zaken aangaande de dorpsvisies van Houthem en Vilt. De dorpsvisie van Vilt is reeds in 2013 vastgesteld en op basis daarvan is Vilt aan de slag gegaan met de diverse werkgroepen, waarbij alle plannen verder zijn uit gebolsterd. Kortom, daar is men druk 14

15 mee bezig. Op dit moment is het meest tastbare voorbeeld het Sociaal Sofa Project, waar 40 tot 50 vrijwilligers bezig zijn om 3 grote stenen sofa s te voorzien van mozaïeksteentjes. Dit zijn steentjes per stoel. En die steentjes worden allemaal in kleinere stukjes geslagen voordat ze er opgeplakt worden. Hij heeft hiertoe geen opdracht gegeven, dit idee is vanuit het dorp zelf naar voren gekomen. Hij heeft nog steeds de link niet doorgestuurd gekregen hij zou dit wel graag zien want het blijkt dat voor Sociaal Sofa Projecten een specifiek Europees subsidiefonds te zijn. Houthem heeft geen nieuwe dorpsvisie maar men heeft een dromenplan opgesteld. Op basis daarvan zijn een aantal werkgroepen aan de slag gegaan. Dit loopt uiteen van het zogenaamde schelpenpad om dit helderder vorm te geven en aan de andere kant het zogenaamde weilandenproject, waarbij men in diverse stapjes bezig is om her en der iets te realiseren. De heer Knubben heeft inderdaad het woord dorpsvisies gebruikt maar de wethouder zal begrijpen dat het de fractie CDA ging over de voortgang van de 2 iets grotere projecten in Vilt en Houthem - waar ook de provincie bij betrokken is om te kijken wat daar de stand van zaken van is. Wethouder Meijers begrijpt best dat de heer Knubben dit wil weten maar dan zit men in de operationele fase en komt men meteen in de ruimtelijke ordening terecht. In feite moet men dit soort vragen meer stellen in de commissie SOB. Hij is de facilitator van het proces van zelfsturing. Dat is op dat punt in gang gezet. Als hij merkt dat dit ergens vastloopt terwijl dit voor de gemeenschap wel van waarde wordt geacht doet hij zijn best om dat proces weer in gang te zetten, maar hij is niet degene die kan zeggen dat een bestemmingsplan gewijzigd moet worden en dat dit in de raad moet worden gebracht. Richting de heer Knubben zegt mevrouw Fulmer-Bouwens dat kort geleden in Houthem een informatieavond heeft plaatsgevonden. Daar was zij als enige politieke lid aanwezig. Voor zover zij heeft begrepen wordt er langzaam doorgeakkerd maar zijn er nog geen grote stappen genomen. De heer Knubben vindt het niet interessant hoe het met de uitvoering zit, want deze zaak ligt in feite buiten de raad. Het gaat hem meer om de vraag of er middelen ter beschikking zijn om de plannen die door de kernen zijn bedacht ook uit te kunnen voeren. Want er zou zowel binnen de eigen begroting als in het overleg met de provincie gekeken worden of er voldoende dekking is voor die 2 iets grotere plannen in Vilt en Houthem. Wethouder Meijers antwoordt dat hij hier geen totaalzicht op heeft maar voor zover hij nu kan zien is bij Vilt het grootste deel afgedekt en voor wat betreft Houthem heeft hij begrepen dat dit afdoende is afgedekt voor de plannen die men voor de komende termijn heeft. Alleen dan gaat het grootste deel buiten de raad om en heeft men het vaak over het provinciale deel waar men tegenaan hikt. Hij heeft in ieder geval nog van geen van de kernoverleggen vernomen dat men op dit moment in grote nood zit, met het verzoek om hen te helpen. Dit is volgens hem een goed teken. 9. Gewestelijke aangelegenheden. Er zijn geen zaken te melden. 10. Rondvraag. Door de heer Weerts zijn de volgende vragen ingediend. 1. Is het uw college bekend dat de Butleracademy binnen afzienbare termijn Kasteel Oost gaat verlaten? Hoe verhoudt zich dit met eerdere uitspraken namens uw college in commissie vergaderingen dat de Butleracademie voor Valkenburg gered zou zijn? De Butleracademie heeft bij ons college de huur van Kasteel Oost opgezegd. Dit is conform de huurovereenkomst mogelijk. De Butleracademy zal Kasteel Oost tot en met 31 januari 2016 huren. Met de Butleracademy is in 2013 een huurovereenkomst afgesloten voor een periode van 3 jaar. In 15