AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:"

Transcriptie

1 Raad vanstate /1/V3. Datum utspraak: 26 me 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de utspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzttngsplaats Zwolle, van 9 aprl 2010 n zaak nr. 09/38809 n het gedng tussen: en de vreemdelng de mnster van Justte.

2 /1/V me Procesverloop Bj beslut van 24 september 2009 heeft de staatssecretars van Justte een aanvraag van de vreemdelng om hem een verbljfsvergunnng asel voor bepaalde tjd te verlenen afgewezen. Dt beslut s aangehecht. Bj utspraak van 9 aprl 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelng ngestelde beroep ongegrond verklaard. Deze utspraak s aangehecht. Tegen deze utspraak heeft de vreemdelng bj bref, bj de Raad van State bnnengekomen op 7 me 2010, hoger beroep ngesteld. Deze bref s aangehecht. De mnster heeft een verweerschrft ngedend. Vervolgens s het onderzoek gesloten. 2. Overwegngen 2.1. Hetgeen n het hogerberoepschrft s aangevoerd en aan artkel 85, eerste en tweede ld, van de Vreemdelngenwet 2000 voldoet, kan net tot vernetgng van de aangevallen utspraak leden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt de n het belang van de rechtseenhed, de rechtsontwkkelng of de rechtsbeschermng n algemene zn beantwoordng behoeven, wordt, gelet op artkel 91, tweede ld, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep s kenneljk ongegrond. De aangevallen utspraak dent te worden bevestgd Voor een proceskostenveroordelng bestaat geen aanledng.

3 /1/V me Beslssng De Afdelng bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende n naam der Konngn: bevestgt de aangevallen utspraak. Aldus vastgesteld door mr. C.J.M. Schuyt, ld van de enkelvoudge kamer, n tegenwoordghed van mr. E.L.N. Bakker, ambtenaar van staat. w.g. Schuyt ld van de enkelvoudge kamer w.g. Bakker ambtenaar van staat Utgesproken n het openbaar op 26 me Verzonden: 26 me 2011 Voor eensludend afschrft, de secretars van de Raad van State, / mr. H.H.C. Vsser

4 07.MEI : LIMDZMENHUFSTEDS *öls3 P.003 /OU spraak AFSCHRIFT RECHTBANK '3-GRAVENHAGE neven znngsplaats Zwolle Sector Bestuursrecht, Enkelvoudge Kamer vüor Vreemdelngenzaken Regstratenummer: Awb 09/38809 ' Utspraak n het gedng russen: geboren op van Serra Leöonse natonaltet, IND dossernummer 02O3.08.S077, eser, gemachtgde mr. MH. van der Lnden, advocaat te Almelo; en Pe Mnster van Justte, als rechtsopvolger van (je Staatssecretars van Justte, (mmgrate- en Naturalsatedenst), te 's-gravenhage, vertegenwoordgd door mr. HR.D. Leene, ambtenaar ten departemente, verweerder. 1. Procesverloop Op 3 februar 2009 heeft eser een aanvraag om verlenng van een verbljfsvergunnng asel voor bepaalde tjd ngedend. Btf beslut van 24 sepfjember 2009 heeft verweerder de aanvraag afgewezen. Bj bref van 23 oktober 2009 s daartegen beroep ngesteld. Bj bref van 24 november 2009 s het beroep voorzen van gronden. Bj bref van 1< februar 2010 heeft eser nadere stukken toegezonden. Verweerder heeft een verweerschrft hgedjend Het beroep s ter zttng van 24 februar 2010 behandeld. Eser s verschenen* bjgestaan door de gemachtgde. Verweerder heeft zch doen vertegenwoordgen. 2. Overwegngen 2.1 Bljkens de gronden van beroep en het verhand (de ter zttng s het geschl beperkt tot de vraag of de wegerng om een verbljfsvergunnng asel voor bepaalde tjd als bedoeld n artkel 29, eerste ld, onder a, b of c, van de Vreemdelngenwet 2000 (Vw 2000) te verlenen, n stand kan bljven. 2.2 Eser heeft op 16 februar 2010 een bref gezonden naarde rechtbank met daarbj een nadere (medsche) onderbouwfng van zjn standpunt] Verweerder heeft ter a'ttng bezwaar gemaakt tegen het toelaten van deze nadere producte n de procedure.

5 Î LIMD3NEMH0FSTSDS aes P.009 /on AWB 09/38809 blad 2/4 fngevolge artkel $:58 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen partjen tot ten dagen vóór de zttng nadere stukken ndenen, (Voornoemde bref s net bnnen deze termjn ngedend. De rechtbank s van oordeel dat de goede procejsorde ach ertegen venset dat deze bref bj de beoordelng wordt betrokken- Eser heefl mmers toegelcht, noch s gebleken, waarom hj net eerder bj Medant om het betreffende stuk heeft verzocht zodat het tjdg n de procedure bad kunnen worden ngebracht. Dat eser heeft aangegeven het stuk drect na ontvangst door te hebben gezonden aan de rechtbank, maakt dt net anders. 2.3 Eser heeft op 10 januar 2005 een verbljfsvergunnng asel voor onbepaajde tjd aangevraagd. Verweerder heeft deze aanvraag afgewezen en heeft daartoe onder racer overwogen dat eser toerekenbaar net over documenten nzake zjn resroute beschkte en dat het aselrelaas van eser ongeloofwaardg s. pt oordeel s bj utspraak van de Afdelng bestuursrechtspraak van de Raad van State (herna: de Afdelng) van S november 2007 bevestgd. I 2.4 Verweerder beeft n de onderhavge zaak vjrederom overwogen dat afbreuk wordt gedaan aan de geloofwaardghed van de verklarngen van eser, omdat hj toerekenbaar geen of onvoldoende res- of denttetsdocumenten dan wel andere bescheden, de noodzakeljk zjn voor de beoordelng van de aanvraag, heeft overgelegd. Vervolgens heeft verweerder overwogen dat het relaas van eser net geloofwaardg wordt geacht. Verweerder heeft verwezen naar voornoemde utspraak van de Afdelng. 2.5 Eser heeft de justhed van dat oordeel be st en voert aan dat hem net kan worden toegerekend dat hj net over resdocumenten b kt Voorts heeft etser aangevoerd dat bj hem Posttraumatsch Stresssyndroom (PTSS) s g constateerd. De vertrouwensarts van eser heeft daaromtrent geschreven dat de extreme an worden bü belusterng van 2jn relaas en heeft door Medant, het centrum voor geesteljke gezon overwogen dat net wordt betwst dat eser ljdt door eser gestelde gebeurtens de aan de PTSS t en van eser beter begrepen kunnen gegeven dat het relaas van etser s getoetst edszorg. Verweerder heeft n dt kader PTSS. Pt maakt het oordeel over de grondslag lgt echter net anders, 2.6 Ten aanzen van het ontbreken van de doe utspraak van de Afdelng van 8 november dat het ontbreken van documenten eser kan wordt kader van deze procedure geen neuwe feten en or verwjst do rechtbank naar de! rechte s mmers al komen vast te staan tegengeworpen, terwjl eser n het dgheden heeft aangevoerd 2.7 Met betrekkng tot de geloofwaardghed vanjhet aselrelaas overweegt de rechtbank dat ook op dt punt al een utspraak s gedaan door tje Afdelng. Dat bj eser PTSS Is geconstateerd en zjn behandelaars z(jn relaas wet geloofwaardg achten, s onvoldoende om thans anders te oordelen. Dat eser ljdt aan PTSS onderbouwt mmers net de door eser gestelde gebeurtenssen. Het s voorts net aan de hu pverlener van eser om te oordelen over de geloofwaardghed van het relaas. Dt oordeel s A oorbehouden aan verweerder. 2,8 Gelet op het voorgaande bestaat er geen grom voor het oordeel dat verweerder net n redeljkhed heefl kunnen oordelen dat aan bet relaas geen geloof kan worden gehecht. 2.9 Bser heeft voorts een beroep gedaan op artke 3 van het Verdrag tot beschermng van de rechten van de mera en de fundamentele vnjhed«(herna; VRM). Daartoe heeft eser aangevoerd dat hj zch bevndt n een vergevorderd sn drect levensbedregend stadum van

6 LIMDSHEMH0FSTED3 #6163 P.010 / A WB 09/38809 blad 3/4 een ongeneesljke zekte. Daartoe s aangevoerd dat eser ljdt aan PTSS en er een grote kans bestaat dat eser suïcde zal plegen bj het stake van de behandelng. Voorts s aangevoerd dat adequate behandelng In het land van herko. nst net voorhanden s Verweerder heeft adves ngewonnen bj het Bureau Medsch Advserng (BMA). Dt adves ludt, voor zover thans van belang, dat bj het staken van de behandelng van eser de psychsche klachten naar verwachtng zullen toenemen en het herstelproces vertragng zal oplopen. Een eventuele noodstuate kan net utgesloten worden, terwjl over verdere mogeljke gevolgen het BMA geen utspraak kaj doen. Voorts heeft het BMA geoordeeld dat er geen concrete aanwjzngen bestaan dat de nekte van eser zodang s, dat nden behandelng utbljft dt bnnen afdenbare termjn een onomkeerbaar proces naar de dood tot gevolg zal hebben Eser heeft ter onderbouwng van zjn betoog dat van een medsche noodstuate sprake s, gewezen op een bref van zjn vertrouwensarts. Deze geeft aan dat de kans op een suïedepogng zeer groot s bj terugkeer naar Serra Leone. De bref van de medsch advseur s voorgelegd aan het BMA. Het BMA heeft daa )p onder meer aangegeven: "De door dr. Van Ùoesburgh naar voren gebrachte bezorgdhe 4 omtrent mogeljke sucdaltett Heeft betekens n de zn dat een suïcde op ratonele g. onden n geval van gedwongen terugkeer uteraard dent te worden voorbanen. Een dergel, fke vorm van sucdaltet moet los gezen worden van het psychatrsche zektebeeld van be <vkkene (...) De essente van uw vraagstellng zoals verwoord onder vraag 4a sgt legen n een nschattng van de mogeljke gevolgen by utbljven van medsche behandelng. Herop s met nachtname van de verkregen nformate geantwoord dat dan een mm sche noodstuate op korte termjn net utgesloten kan worden " Het BMA heeft geen aar ledng gezen het eerdere adves aan te passen. De rechtbank Is van oordeel dat het médse h adves op deze wjze voldoende zorgvuldg tot stand s gekomen en verweerder dît utves aan ztfn beslut ten grondslag mocht leggen. Dat eser net s gehoord door een a ts van het BMA doet aan het voorgaande net a Het BMA heeft Immers nformate gevraag I en gekregen van de psychater en de husarts by we eser onder behandelng staat Voojts neemt de rechtbank to aanmerkng dat het BMA s utgegaan van de door behandelaars van eser gestelde dagnose. Z12 Met betrekkng tot het beroep van eser op artkel 3 van bet EVRM overweegt de rechtbank dat ut vaste jursprudente van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) volgt dat slechts n utzonderljke omstandgheden sprake kan zjn van een medsche stuate de maakt dat (eventuele) utzettnjg n strjd zou zjn met artkel 3 EVRM. Hervan s slechts sprake nden de desbetreffende vreemdelng ljdt aan een zekte n een vergevorderd en drect levensbedregend stadum. \ t bestendge jursprudente volgt voorts (vergeljk hertoe Afdelng, 3 augustus 2009, JV 20<)9,380) dat speculates over een mogeljke toekomstge verslechterng van de gezondhedsstuate van een vreemdelng onvoldoende zjn om aannemeljk te achten dat de desbetreffende vreemdelng een reëel rsco loopt op met art, 3 van het EVRM strjdge bel andelng. Dat het BMA of de behandelaar van eser net utgesloten acht dat er een onvoldoende. Nu het BMA adves ludt dat er geen c mcrete aanwjzngen zjn dat eser als gevolg van zjn zekte suïcde zal plegen, s er derhay«geen sprake van utzonderljke omstandgheden als hervoor bedoeld Verweerder heeft derhalve terecht geoordeeld dat artkel 3 van het EVRM zch net verzet tegen het afvijzen van de aanvraag, Nu mmer; s vastgesteld dat eser net ljdt aan een zekte n vergevorderd en drect levensbedregend stadum, 's voor de beoordelng n het

7 LIMDSHËNH0FSTED3 a61 63 P.Ol /-Ol 1 AWB 09/38809 blad 4/4 kader van artlcel 3 van het EVRM net van belag of er behandejjnogeljkheden zjn n het Jang van herkomst (vergeljk hertoe de utspraak van de Afdelng van ö februar 2009, UN: BH5674). I I 2.14 Tot alot heeft eser een beroep gedaan op Wtkel 15, aanhef en onder b van de Rchtljn 2004/83/EG. Deze bepalng zou net n de Nede land» wetgevng zjn geïmplementeerd Eser heeft echter desgevraagd net nader kunne onderbouwen of toelchten n welke zn genoemde bepalng afwjkt van artkel 29, eerste, ld, aanhef en onder b, van de Vw Het beroep op artkel 15, aanhef en onder b van Ie Rchtljn kan reeds daarom net slagen Verweerder heeft de aanvraag gelet op hel voorgaande kunnen afwjzen. Het beroep a derhalve ongegrond Er bestaat geen aanledng voor veroordeln» van een partj n de kosten de de andere party n verband met de behandelng van het beroep redeljkerwjs heeft moeten maken. 3. Beslssng De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Deze utspraak s gedaan door mr. AI. van der Krs, als rechter, en door deze en M.J.S. Hennng ajs grffer ondertekend. Utgesproken j het openbaar op: *.p Afschrft verzonden op: 0 9 APR 2010 RxhamUde Tegen doe utspraak kunnen partyen bnnen vjer wetten na de dtown van verzendng van dtt utspraak ho$tr beroep nstellen bj'de AJdglütg bestuursrechtspraak vond*raad'vanstw, onder vermeldng van "Ha$crberoep \rtmde/ngevaten ", postbus W/3,2500 BC 's-gravenfoge. Artkel SS Yw 2000 bepaal! In dat verband dat het beroepschrft *f "> of meer greven tegen de utspraak bevat. Artkel 6:6.wb (berstet verzum) s net van toepassng VOOR AFSCHRIFT CHWFORM DE GRIFFIE!? VAN C&

8 ÎEJ : LIMDîNENHÔFSTEDS #6163 P.001,'011 Mr M.H. van der Lnden Mr j. Hofstede Van der Lnden enl Hofstede advocaten ZAAKNR RAAD VAN STATE INGEKOMEN 0 7 MEI 2010 MN: v: BEHANDELO 00: PAR; Aan äe Raad van State Afdejng Bestuursrechtspraak Hogef beroep Postbus J3A DEN HAAG Per fax: AJmejo, 7 me 2010 Inzake: Uw réf.: /Staat MH/BR Geachte heer, mevrouw, Bjgevoegd treft U aan een hoger beroepschnt met het verzoek dt n behandelng te wllen nemen. Naar de nhoud moge k U korthedshalve verwjz ;n. Vertrouwend U hermede voldoende te hebben geïnformeerd, verbljf k, hoogachtend» V.tr der Lnden & Hofstede Advocaten BV te Almelo - K.V.JC Enschede nr Ootmarsumsestrwt 104, Postbus 3S0-760Ö AVV Almelo. Tel) 054ó-dél000 - Fax 05M-U8596 Deïtenrefc. AÖN-AMRO Almelo: , t.n.v. StchHng beheer ^erdengelden Van der Lnden en Hofstede ledm.unspmteüjtted wordr dûoron» beperkt tot fer bedrag dat n h-a Ottbetnkfua geva( ondtf ûnze betoûpttantmùelïïkhfhvumto«,,, J.. JA.*. -< *

9 ES :02 05Î LIMD3NEMHOFS7ED3 #6163 P. 002 /OU Van der Lnden enj Hofstede Vr M.S?^SSTftä?Rß evraa Sd bj de Raad voorlffeéfcüeffst^nd te Arnhem. MrJ.HöTSE-aê HOGER BEROEPSCHRIFT Geeft eerbedg te kennen: Aan de Raad van jstafe Afdelng bestuursrechtspraak Hoger beroep vreemdelngenzaken Postbus BC DEN HAAG ù\awx AAM: RA.AD VAN STATE INGEKOMEN BEHANDELD DO: 0 7 MEI Z010 -'7rt ' 2* van Serraleoonse natonaltet, gebaren op, reg.nr Rechtbank: Awb 09/38809, wonende te verder te noemer! appellant, te dezer zake domcle kezende te 7602 JP AlmeJo, aan de Ootmarsumsestraatl04 (Postbus 850, 7600 AW Almelo), ten kantore van de advocaat Mr M.H. van der Lnden, d e verklaart door appellant bepaaldeljk gevolmachtgd te zjn tot het ndenen van dt hogpr beroepschrft en als bepaaldeljk gevolmachtgde op te treden. Verweerder n deze s de MINISTER VAN JUSTITIE ALS RECHTSOPVOLGER VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JÜSTITIEOmmgnte- en Naturalsatedenst (IND)), te 's-gravenhage, verder te noemen verweerder, gemachtgde: Mr H.R.D. Leene, ambtenaar ten départements 1. Op 3 februar 2ÛÛ9 heeft appellant een aanvraag om verlenng van een verbljfsvergunnng asel voor bepaalde tjd ngedend. Bj beslut van 24 &;ep ember 2009 heeft verweerder de aanvraag afgewezen. 2. Bj bref van 23 oktober 2009 heeft appellant beroep ngesteld tegen dt beslut. Het beroep s ter zttng van 24 februar 2010 behandeld 3. Bj utspraak van 9 aprl 2010 heeft de Rechtbank te 's-gfavenhage, zttnghoudende te Zwolle, het beroep ongegrond verklaard. (Regstratenumper: Awb 09/38809). 4. Appellant kan zch met voormelde utspraak n beroep d.cj. 9 aprl 2010 net verengen, om welke reden hjj bj deze hoger beroep nstelt bj Uw College. 5. Appellant brengt bj deze de utspraak n beroep d.d. 9 apü 2010 n het gedng (bjlage 1). 6. Appellant verzoekt Uw College om het door hem n eerste ngelast te beschouwen. aanleg gestelde als her herhaald en Appellant wenst tegen voormelde utspraak de navolgende greven aan te voeren. Van der Lnden & Hofstede Advocaten 0.VtóAJmelo K.V.K. - Enschede nr. 03U9309 Odtm.rsumsestraat 104, Postbus ÔOAVV Almelo. TA ÖS-Ió-flólOOO - Fax Derdcnrek. ABN-AMRO Almelo: óQ tn.v. Stchtng beheer derdengeklen Vn der lnden en Ho/stede (edere jonsprkapthed vodt door os Upfrltt tot het bedrag dat n het desbetreftèrtda geval

10 : LIMDSNE»HÛ?S7EDê Van der Lnden en! Hofstede advoaten à ptncutturj 6163 P.003 /OU 2- GREFI: Ten onrechte heeft de Rechtbank overwogen dat de goedp procesorde zch ertegen verzet dat de op 16 februar 2010 toegezonden bref van Medant bï de beoordelng wordt betrokken. TOEUCHTING: Appellant s van menng dat de goede procesorde zch er pet tegen verzet dat bedoelde bref van Medant bj de beoordelng wordt betrokken. In de gehele aselprocedure van appellant lgt de nadruk mmers op de psychsche problematek van] appellant en met deze bref wordt het ngenomen standpunt van appellant verder onderbouwd. Omdat de bref eerst op 15 februar 2010 door gemachtgde van appellant s ontvangen was het net mogeljk om de bref eerder n het gedng te brengen. Overgens s, voor zover appellant zch kan hernneren, te * zttng njet gevraagd waarom deze medsche nformate net eerder s opgevraagd, doch s all ïen aan de gemachtgde van appellant gevraagd waarom deze nformate net eerder s overgelegd. In dt kader merkt gemachtgde op dat gemachtgde zelf Medant net om de gegeven nformate heeft gevraagd. GRIEF 2: Ten onrechte heeft de Rechtbank onder punt 2,7 met betrekkng tot de gejoowaardghed van het aselrelaas overwogen dat ook op dt punt al een utspraak s gedaan door de Afdelng en dat bj appellant PTSS s geconstateerd en zjn behandelaars zjn relaas wel geloofwaardg achten, onvoldoende s om anders te oordelen. Dat appellant ljdt aan PTSS onderbouwt naar het oordeel van de Rechtbank net de door appellant gestelpte gebeurtenssen. Het s -aldus de Rechtbank- voorts net aan de hulpverlener van appellant qm te oordelen over de geloofverweerder. waardghed van het relaas. Dt oordeel s voorbehouden TOELICHTING: Appellant s van oordeel dat het fet dat bj hem PTSS s geconstateerd en zjn behandelaars zjn relaas wel geloofwaardg achten voldoende s om ande -s te oordelen, In dt kader merkt appellant op dat hj Medant getoetst s, hetgeen wl zeggen dat door hem verschllende testen zjn afgelegd en dat zjn behandelaars -als deskundgen- aa ï de hand van de utkomst van de testen tot de concluse zjn gekomen dat hj aan PTSS ljdt < tn zjn relaas geloofwaardg s. Appellant s dan ook van menng dat de overgelegde nforn ate van zjn behandelaars wel degeljk de door hem gestelde gebeurtenssen onderbouwt. In dt kader wjst appellant er nog op -en daar s de Rechtbf nk verder net op n gegaan- dat zjn vertrouwensarts heeft geschreven dat appellant n Ter /.pel extreme angsten had en hj bj het dee dat utzettng naar Serra Leone dregde, een extreem hoge bloeddruk kreeg (200/90). Dt laatste onderbouwt nog eens de concluses van zjn behzndelaars. Kortom: appellant s van menng dat het fet dat bj hem PTJ5S geconstateerd s en zjn behandelaars zjn relaas -na het afleggen van dverse testen-j wel geloofwaardg achten, zjn

11 07.MEI : LINDSMEMHOFSTEDS Van der Lnden en Hofstede advocaten à procureur» #6163 P.004 /Oll aselrelaas onderbouwt en verweerder n alle redetjkhej net tot de concluse heeft kunnen komen dat zjn aselrelaas ongeloofwaardg s. Appellanf s dan ook van menng dat de Rechtbank, gelet op het vorengaande, ten onrechte heeft overwogen dat er geen grond bestaat voor het oordeel dat verweerder net n redeljkhed heeft kunhen oordelen dat aan het relaas van appellant geen geloof kan worden gehecht. ; GRIEF 3; j! Ten onrechte s door de Rechtbank overwogen, dat zj vsjn oordeel s dat het medsch adves van BMA voldoende zorgvuldg tot stand s gekomen enjverwcerder dt adves aan zjn beslut ten grondslag mocht leggen. Dat appellant net s gehoord door een arts van het BMA doet -aldus de Rechtbank- aan het vorengaande net af. TOELICHTING: Appellant s van menng dat de Rechtbank n alle redeljkhed net tot het oordeel heeft kunnen komen dat het BMA adves voldoende zorgvuldg tot stand s gekomen. Allereerst s appellant net utgenodgd door de BMA-arts en heeft de BMA-arts appellant voor het opstellen van zjn/haar adves net gezen of gesf roken. Appellant kan ach voorstellen dat, nden sprake s van lchameljke klachten, de Bh A-arts n sommge gevallen een gesprek met de betrokkene achterwege kan laten. Daar w ar het echter gaat om psychsche klachten stelt appellant zch op het standpunt dat de betro: ckene altjd, alvorens door een arts adves wordt utgebracht, dent te worden gezen/gesprok* n. In dat geval kan de betrokkene zjn/haar klachten nader toelchten en kan de arts zch een oordeel vormen over bjvoorbeeld de zelfredzaamhed van een persoon, etc. Appellant gaat er vanut dat de BMA-arts conform bepaalde protocollen handelt en appellant vraagt zch af o 'n de protocollen net vermeld staat wanneer de BMA-arts de betrokkene moet zen/spre ;en. Nu appellant net door de BMA-arts s gezen/gesproken, (telt appellant zch op het standpunt dat het BMA-adves net op zorgvuldge wjze tot stand s gekomen. Ze n dt kader ook de door appellant op 16 aprl 2010 overgelegde bref van Medant. Ut deze bref bljkt o.a. dat appellant medo oktober 2009 op :preekuren verschjnt waarbj hj een koord om zjn nek heeft en dat er sprake s van een veslechterng van zelfzorg. N.b, eerst n het persoonljk contact dat tussen appellant en zjn behandelaar heeft plaatsgevonden s van deze feten gebleken. Voorts heeft appellant er n de procedure opgewezen dat bçt rapport van BMA net eendudg s. j De BMA-arts komt enerzjds tot de concluse dat, nden na terugkeer de medsche behandelng ontbreekt, utbljft dan wel onvoldoende s, naar verwachtng de psychsche klachten zullen toenemen en het herstelproces vertragng zal oplope. De eventuele medsche noodstuate kan dan afhankeljk van de omstandgheden net v lïedlg utgesloten worden. Over mogeljke verdere gevolgen kan de arts geen utspraken dora.anderzjds komt de BMA-arts tot de concluse dat, nden behandelng na terugkeer ontbreekt, utbljft danwe onvoldoende s, er geen concrete aanwjzngen bestaan dat zulks bnnen ;tfzenbare termjn een onomkeerbaar proces naar de dood tot gevolg zal hebben. Het s ap sellant net dudeljk geworden

12 07.MET : LINDSWEMHOrSTEDS Van der Lnden en! Hofstede Jdvoottn & procu/eun P.005 /Oll wat het verschl s tussen een medsche noodstuate enjeen onomkeerbaar proces naar de Jood. ; Dat de BMA ans met betrekkng tot het sucde gevaar tot een andere concluse komt dan de vertrouwensarts van appellant merkt appellant op dat net dudelyk s geworden of de BMA arts überhaupt gespecalseerd s n trauma's. Alvorens yan de deskundghed van de BMAartsen ut te gaan dent meer bekend te zjn over hun op edng en specalsate. [ Voorts merkt appellant op dat hj op dt moment medcjnen slkt en dat deze medcjnen n het land van herkomst net verkrjgbaar zjn. Zonder medcjnen s zjn roestand veel slechter. Nu ljdt zjn zektebeeld al tot suïcde-negngen, dt 23J fog erger zjn als appellant geen medcjnen krjgt. Tot slot merkt appellant op dat het just s dat de BMA ajrts nformate heeft gekregen van zjn behandelaars, doch appellant s van oordeel dat deze nformate nmmer utputtend zal zjn. In deze nformate staat net beschreven wat de betrokkene {op een dag doet, hoe hj 2jn dag ndeelt, waar hj aan denkt etc. j Gelet op het vorengaande stelt appellant zch op het standpunt dat het medsch adves net op zorgvuldge wjze tot stand s gekomen. GRIEF 4: Ten onrechte heeâ de Rechtbank overwogen dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat artkel 3 van het EVRM zch net verzet tegen het afwjzen van de aanvraag. TOELICHTING: Ut vaste jursprudente bljkt van het Europese Hof voor e Rechten van de Mens volgt dat slechts n utzonderljke omstandgheden sprake kan zjn ' 'an een medsche stuate de maakt dat (eventuele) utzettng n strjd zou zjn met artkel 3 EVRM, Hervan s sprake nden de desbetreffende vreemdelng ljdt aan een zekte n een vergevorderd en drect levensbedregend stadum. Artkel 3 EVRM s net alleen van toepassng op lchameljke zektes doch ook op psychsche zektes. In casu s appellant psychsch emsl g zek, appellant ljdt aan een PTSS. In dt kader wordt door appellant verwezen naar door hera overgelegde medsche stukken, waarn dt bevestgd wordt. Appellant stelt zch op het standpunt dat hj zch bevndt n een vergevorderd en drect levensbedregend stadum van een psychsche aandoenng,' en wjst appellant er op dat er een gebrek s aan medsche voorzenngen en socale opvang p het land van herkomst, hetgeen, bj utzettng, zal leden tot een schendng van artkel 3 EVRM. N.b. n de procedure s dudeljk geworden dat er bj appellant sprake s van suïccjenegngen en dat hj bovenden al eerder een suïcdepogng heeft ondernomen. Bovenden bljkt er ut de overgelegde medsche nformate dat de klachten van appellant n het kader van zjn PTSS ernstg zjn. j

13 :04 O 5-1 S ö LIÎ/D3MEMHOFSTEDS Van der Lnden enj Hofstede J\-oca«rt Ä procureur^ S6163 P.006 O- Kortom: appellant s van menng dat er bj hem sprake fs van een utzonderljk geval, waardoor utzettng wegens drngende redenen van humantare aard, gebrek aan medsche voorzenngen en socale opvang n het land waarnaar vjwdt utgezet, zal leden tot een schendng van artkel 3 EVRM. SLOTSOM: j Gelet op het vorengaande kan de utspraak van de RechfbanJc net n stand bljven. Appellant verzoekt Uw Afdelng het hoger beroep gegrond te verkjaren en de utspraak van de Rechtbank te vernetgen en doende wat de Rechtbank had behoren te doen en het nledende beroep alsnog gegrond te verklaren. Met veroordelng van verweerder n de kosten van het gedng. Concluse: Appellant concludeert tot vernetgng van de utspraak waarvan beroep. Almelo, 7 me2010,,- " Bepaaldeljk gey^ftrfachtgde '

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103549/1/V3. Datum utspraak: 3 aprl 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201011104/1 A/2. Datum utspraak: 22 jul 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201011353/1/V1. Datum utspraak: 24 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200707532/1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2011Ö6683/1/V1. Datum utspraak: 10 aprl 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: en

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 Raad van State 2009061 36/1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200704110/1. Datum utspraak: 2 jul 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

lus+ De klachtencommissie en de rol van de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen

lus+ De klachtencommissie en de rol van de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen De klachtencommsse en de rol van de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen Op het moment dat emand te maken krjgt met ongewenst gedrag zjn er verschllende mogeljkheden om dat ongewenst gedrag te stoppen.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200910349/1/V2. Datum utspraak: 1 november 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Den Haag, i g. Kenmerk: DGB 2013-5559

Den Haag, i g. Kenmerk: DGB 2013-5559 Den Haag, g NOV Kenmerk: DGB 2013-5559 Beroepschrft n cassate tegen de utspraak van de Rechtbank te 's-gravenhage X "Z van 3 oktober 2013, nr. 13/07712, op een beroepschrft van SHMRMMI tefj betreffende

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201101459/1/V1. Datum utspraak: 13 aprl 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200805274/1. Datum utspraak: 1 2 september 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106469/1 A/3. Datum uitspraak: 24 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate Migratie Web ve 14000068 201200442/1 A/1. Datum uitspraak: 10 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107901/1/V1. Datum uitspraak: 15 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201012059/1/V1. Datum uitspraak: 25 januari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200909880/1/V1. Datum uitspraak: 19 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109379/1/V1. Datum uitspraak: 4 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108388/1/V3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201101391/1/V1. Datum utspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 200801125/1. Datum utspraak: 25 februar 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201107880/1/V3. Datum uitspraak: 29 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201201012/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103712/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * Raad vanstate 200707376/1. Datum utspraak: 12 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Utspraak met toepassng van artkel 8:54, eerste ld, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201001010/1/V1. Datum uitspraak: 28 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Edelhoogachtbaar College,

Edelhoogachtbaar College, Edelhoogachtbaar College, Tegen de utspraak van bet Hof Den Haag wordt cassate aangetekend. Er zn n totaal ver cassatemddelen, waarb sommge mddelen met een prmar, subsdar en/of meer subsdar standpunt worden

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200909625/1/V3 en 200909625/2/V3. Datum uitspraak: 7 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181

ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 17-06-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 07 / 24619 en 07 / 24620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201000009/1/V1. Datum uitspraak: 8 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106114/1/VI. Datum uitspraak: 15 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 28 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 28 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200705522/1. Datum uitspraak: 28 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling {artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201208267/2/V1. Datum uitspraak: 9 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200909474/1 A/1. Datum uitspraak: 8 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 m ' \ Raad vanstate 200802271/1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 203434/1/V3 Datum uitspraak: 17 april 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Toelichting advies gemeenteraad bij aanvraag aanwijzing als lokale publieke media-instelling

Toelichting advies gemeenteraad bij aanvraag aanwijzing als lokale publieke media-instelling B000012403 25 ĩ O Toelchtng adves gemeenteraad bj aanvraag aanwjzng als lokale publeke meda-nstellng Ì...Ï 1. Algemeen De wetgever heeft gekozen voor een s ys teem waarbj per gemeente, voor de termjn van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200902649/1 A/2. Datum uitspraak: 29 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201106154/1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 200802113/1. Datum uitspraak: 3 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Cats. Den Haag, ~ '' Kenmerk: DGB 2010-423

Cats. Den Haag, ~ '' Kenmerk: DGB 2010-423 Cats Den Haag, ~ '' Kenmerk: DGB 2010-423 ] Motverng vanjhet beroepschrft n cassate (rolnummer 10/00158) tegen de utspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 1 december 2009, nr. 08/00145, j j/ nzake SËËÊÊÊÈÈÊÈtemÈ

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200801888/1. Datum uitspraak: 21 april 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111776/1/V1. Datum uitspraak: 13 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200907138/1/V3 Datum uitspraak: 13 januari 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 28 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 28 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201008943/1/V2. Datum uitspraak: 28 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103102/1/V1. Datum uitspraak: 2 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie