Dienst Verkeer en Scheepvaart. Wat drijft de reiziger van de Waterbus? Eindrapportage

Transcriptie

1 Dienst Verkeer en Scheepvaart Wat drijft de reiziger van de Waterbus? Eindrapportage

2 Dienst Verkeer en Scheepvaart Wat drijft de reiziger van de Waterbus? Eindrapportage Datum 30 juni 2008 DVS013/Dcm/0120 Kenmerk Eerste versie

3 Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Dienst Verkeer en Scheepvaart Titel rapport Wat drijft de reiziger van de Waterbus? Eindrapportage Kenmerk DVS013/Dcm/0120 Datum publicatie 30 juni 2008 Projectteam opdrachtgever(s) Elisabet Molenaar, Maarten de Mos, Herman Sinnema Projectteam Goudappel Coffeng Matthijs Dicke-Ogenia, Marc Stemerding Projectomschrijving Evaluatie veerdienst en sneldienst Waterbus. Trefwoorden Waterbus, gebruikersevaluatie, openbaar vervoer

4 Inhoud Pagina Samenvatting 1 1 Inleiding Leeswijzer 2 2 Metingen Spits Dubbeltellingen Respondenten Aantal respondenten per analyse 5 3 Reizigersaantallen Veerdienst Reizigers aantallen per weekdag in de veerdienst Reizigers per opstaphalte Sneldienst Reizigersaantallen per weekdag Reizigers per opstaphalte Invloeden van het weer Reizigersgroei 13 4 Reisgedrag reizigers van de Waterbus Inleiding Herkomst en bestemming Veerdienst in de ochtend Sneldienst in de ochtend Veerdienst in de middag Sneldienst in de middag Reismotief Frequentie gebruik Veerdienst Sneldienst Keuzes voor gebruik Waterbus op de terugreis Voor- en natransport Voor- en natransport in de ochtend veerdienst en sneldienst Voor- en natransport in de middag veerdienst en sneldienst Redenen gebruik 22

5 Inhoud (vervolg) Pagina 5 Fietsgebruik Inleiding Resultaten tellingen voor fietsgebruik Enquêteresultaten voor fietsgebruik Fietsgebruik per motief Fietsgebruik per moment van de dag Gebruiksgemak meenemen fiets Gebruiksgemak per opstaphalte Redenen om geen fiets mee te nemen 26 6 Effecten op de weg Inleiding Alternatieve vervoermiddelen Veerdienst totaal Veerdienst per opstaphalte Sneldienst totaal Sneldienst per halte Effect tijdens ochtendspits Veerdienst Sneldienst Vermindering van autoverkeer 29 7 Effect pilot sneldienst Inleiding Bekendheid bij reizigers veerdienst Redenen om sneldienst niet te gebruiken Nieuwe reizigers Prijskaartje Duurzaamheid gebruik Reclamecampagne 34 8 Klanttevredenheid Inleiding Rapportcijfers Oordelen over voorzieningen Ontevredenheid Tevredenheid Belang van voorzieningen Belang en oordeel 37

6 Inhoud Pagina 9 Conclusie Aanbevelingen 41 Bijlage 1 Afgenomen enquêtes

7 Pagina I Samenvatting Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de provincie Zuid-Holland en Waterbus BV hebben de handen ineengeslagen om de Waterbusverbinding tussen Rotterdam en Dordrecht op korte termijn een grotere rol te laten spelen in de mobiliteit en bereikbaarheid. Met dit doel heeft er een experiment met productverbeteringen en intensieve marketing plaatsgevonden. Bovendien vond er tussen 18 februari en 18 april 2008 een pilot plaats met een sneldienst tussen Dordrecht en Rotterdam per draagvleugelboot. De sneldienst had een reistijd van ongeveer 25 minuten met een frequentie van eenmaal per uur, met alleen een tussenstop in Papendrecht Westeind. Dit rapport bespreekt de resultaten van de evaluatie naar het reisgedrag van de reizigers van de Waterbus, de behoefte aan een sneldienst, de effecten op de weg en de rol van de fiets hierbij. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn: Vaste klantenkring De Waterbus heeft een vaste klantenkring die in de spits frequent reist voor voornamelijk werk en school. Daarnaast heeft de Waterbus overdag een functie voor mensen die een dagje gaan winkelen en recreëren. Weer en seizoen gevoelig Het weer en seizoen is van invloed op het aantal reizigers. Dit komt doordat op de Waterbus vaak een fiets meegenomen wordt. Bij slecht weer gebruiken mensen minder snel de fiets voor het voor- en natransport. Daarnaast wordt de Waterbus tijdens het hoogseizoen door dagjesmensen gebruikt. Fiets meenemen Een sterk punt waarmee de Waterbus zich duidelijk onderscheidt van ander openbaar vervoer is de mogelijkheid een fiets mee te nemen. De Waterbus biedt de mogelijkheid om het beste van twee vervoermiddelen combineren: het flexibele van de fiets en de snelheid van de boot. Rond 60% van de passagiers heeft een fiets mee, en 70% van het voor- en natransport van de Waterbus wordt per fiets gedaan. De Waterbus stimuleert hiermee het fietsgebruik en helpt zo het aantal auto s op de weg te verminderen. Tevredenheid voorzieningen De klanten van de Waterbus zijn zeer tevreden over de dienstverlening: zowel de sneldienst als reguliere Waterbus werden gewaardeerd met een 8,2. Hetzelfde cijfer kreeg de Waterbus onlangs in de OV-klantenbarometer, een landelijk onderzoek naar de mening van reizigers over het openbaar (stads- en streek)vervoer. De diensten van de Waterbus behoren daarmee tot de beste van Nederland. Alleen het busvervoer op de Waddeneilanden wordt hoger gewaardeerd.

8 Pagina II De klanten zijn over een aantal voorzieningen die direct met de Waterbus te maken hebben zeer tevreden. Bijvoorbeeld de zekerheid van een zitplaats, veiligheid, gemak instappen en klantvriendelijkheid van de bemanning. Een aantal voorzieningen aan de wal wordt minder goed beoordeeld, namelijk de informatie op de website en kwaliteit van de wachtruimtes. Effecten op de weg Voor reizigers die de file willen mijden is de Waterbus een uitstekend alternatief. Er zijn geen vertragingen, de aankomsttijd is betrouwbaar en het voor- en natransport is eenvoudig. Dankzij de reguliere Waterbus en de pilot met de sneldienst hebben meer mensen filevrij Rotterdam en Dordrecht bereikt. En met grote tevredenheid. Geconcludeerd kan dus worden dat de Waterbus de bereikbaarheid van beide steden verhoogt. 25% van de deelnemers geeft aan de reis anders per auto te hebben gemaakt. Het aantal overstappers vanuit de auto is beperkt in vergelijking tot het grote aantal auto s op de weg. Daardoor was er geen meetbaar effect op de filelengte. Meer specifiek voor de spits werd berekend dat de besparing van het autoverkeer door de Waterbus rond de 0,1% ligt. Dit sluit echter niet uit dat zonder het bestaan van de Waterbus de omvang van de congestie nog groter was geweest. Potentieel van de Waterbus In het gebied rondom de haltes wonen veel potentiële reizigers die uitgenodigd kunnen worden om met de Waterbus te reizen. De pilot met de sneldienst maakt duidelijk dat reizigers die eenmaal met de Waterbus gereisd hebben zeer tevreden zijn en voor langere tijd de Waterbus blijven gebruiken. Na de pilot werd zelfs overgestapt op de langzamere veerdienst. Doordat de sneldienst een halvering van de reistijd tussen Dordrecht, Papendrecht en Rotterdam betekende werd het vervoer op deze corridor echt een alternatief voor de automobilist. Het is dan ook de verwachting dat de Waterbus met de sneldienst als vaste voorziening de potentie heeft om merkbaar te zijn op de weg. Stel, dat 15% van de potentiële reizigers verleid zou worden om over te stappen op de waterbus en de capaciteit van de schepen dit ook mogelijk zou maken, dan zou de waterbus ongeveer vier keer meer reizigers trekken dan nu. Op de A15 en A16 zou dat 2,7% minder auto s betekenen. De helft van de deelnemers is (waarschijnlijk) bereid om gebruik te blijven maken van de sneldienst als deze 25% duurder wordt. Dit is een relatief hoog aandeel omdat respondenten over het algemeen negatief reageren op maatregelen die in hun nadeel kunnen zijn.

9 Pagina III Pilot sneldienst De pilot met de sneldienst was kort. Echter, in de korte periode is het gelukt om nieuwe reizigers naar de Waterbus te trekken. Tijdens de pilot groeide het aantal nieuwe reizigers. Deze reizigers zijn enthousiast. Veel nieuwe reizigers geven aan vaker met de Waterbus te zullen reizen. De aanbevelingen die uit deze conclusies volgen zijn: De Waterbus heeft als enige openbaar vervoermiddel het voordeel dat de fiets met gemak -en gratis- meegenomen kan worden. Waar het voor- en natransport juist meestal als groot nadeel gezien wordt bij het reizen met openbaar vervoer, is dit juist een voordeel bij de Waterbus. Op deze wijze vervult de Waterbus een unieke bijdrage aan de bereikbaarheid van de plaatsen die aangedaan worden. Om deze rol nog beter te kunnen vervullen zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: Campagne inspanningen Op belangrijke punten scoort de Waterbus hoger dan zijn concurrenten, bus en trein en auto. De passagiers kunnen een fiets meenemen en daarmee makkelijk op de plaats van bestemming komen, de voorzieningen worden positief beoordeeld, de vriendelijkheid van het personeel wordt goed beoordeeld, en op het water is geen overlast van files. Deze punten zouden duidelijk naar voren moeten komen in de campagnes om nieuwe reizigers te trekken. Fietsvoorzieningen Fietsers zijn een belangrijke gebruikersgroep van de Waterbus. Voor hen is de Waterbus als het ware een verlengd fietspad. De reizigers zijn zeer tevreden over het gemak van in- en uitstappen, met of zonder fiets. Er kwam echter duidelijk naar voren dat veel reizigers ontevreden zijn over de kwaliteit van de fietsenstalling bij de haltes. Eveneens, maar in mindere mate is verbetering gewenst in het gemak van het stallen van de fiets op de Waterbus. De ontevredenheid op dit vlak komt voort uit angst voor beschadigingen aan de fiets. Verbeterpunten andere voorzieningen De reizigers zijn over de meeste voorzieningen zeer tevreden. Een aantal randvoorzieningen kan echter beter: op tijd varen, de kwaliteit van de wachtruimte en informatie op de website. De reizigers geven aan behoefte te hebben dat er op de website actuele informatie komt over uitval en vertraging. Goede informatie aan de reiziger draagt in belangrijke mate bij aan de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer. De reiziger accepteert verstoringen eerder als hij goed wordt geïnformeerd over oorzaak, gevolg en alternatieve reismogelijkheden vóór en tijdens zijn reis. Reisinformatie dient aanwezig te zijn op de website, bij de halten en in de schepen.

10 Pagina IV Langere inspanning om reisgedrag te veranderen Reizigers die frequent op hetzelfde traject reizen hebben een vaste gewoonte ontwikkeld voor hun manier van reizen. Het is niet makkelijk die gewoonte te doorbreken. Het aanbieden van een gratis kaart om mensen bekend te maken met de Waterbus is een prima methode. Een groter effect kan bereikt worden als de periode waarin vrij gereisd kan worden langer is. Potentiële klanten kunnen dit plannen door bijvoorbeeld geen abonnement voor ander openbaar vervoer te kopen. Daarnaast helpt een langere periode om een nieuwe gewoonte te ontwikkelen. Deze periode zou moeten beginnen op het moment dat het weer goed is. Uitbreiden diensten Uit een berekening wat het potentieel is van de Waterbus werd duidelijk dat in de plaatsen waar de Waterbus haltes heeft nog veel potentiële reizigers wonen. Wanneer 15% van deze potentiële reizigers, reiziger wordt van de Waterbus heeft dit merkbare effecten op de weg. Hiervoor is echter extra materieel nodig om de reizigersaantallen aan te kunnen. Een groei is goed mogelijk. Nieuwe reizigers zijn doorgaans tevreden en geven aan vaker met de Waterbus te zullen reizen. Een sneldienst is zeker gewenst. De sneldienst heeft als voordeel dat de reistijd concurrerend is met de reistijd voor de auto. Dit trekt nieuwe reizigers aan.

11 Pagina 1 1 Inleiding Tussen Dordrecht en Rotterdam kan gereisd worden over water. Deze vorm van openbaar vervoer wordt de Waterbus genoemd. Een belangrijk voordeel van de Waterbus ten opzichte van andere vervoermiddelen is de mogelijkheid om de fiets mee te nemen. Zo wordt in goed voor- en natransport voorzien, waarin bij andere vormen van openbaar vervoer niet of in beperkte mate is voorzien. Een overzicht van de halten die de Waterbus aandoet is weergegeven in figuur 1.1. Figuur 1.1: Overzicht van de halten die aangedaan worden door de Waterbus De veerdienst die geëvalueerd is, is aangegeven met route 1 Gezien het huidige gebruik, gemiddeld passagiers per dag tijdens de meetperiode, voorziet de bestaande Waterbusverbinding tussen Dordrecht en Rotterdam in een behoefte. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de provincie Zuid-Holland en Waterbus BV hebben in het kader van FileProof de handen ineengeslagen voor een verbeterde Waterbus. FileProof staat voor de korte termijnaanpak van files. Dit programma omvat -naast gratis of goedkoop OV- nog circa 50 andere projecten voor korte-termijnaanpak van de files om de bereikbaarheid te verbeteren. Tussen 18 februari en 18 april 2008 vond er een pilot plaats met een sneldienst tussen Dordrecht en Rotterdam. De sneldienst heeft een reistijd van ongeveer 25 minuten met een frequentie van eenmaal per uur. Onderweg wordt alleen in Papendrecht een tussenstop gemaakt. Door de korte reistijd is de sneldienst concurrerend met de auto.

12 Pagina 2 De sneldienst heeft door de korte reistijd en flexibiliteit in voor- en natransport een groot potentieel. Het is echter bij de introductie van een nieuwe dienst altijd afwachten hoe het publiek erop reageert. Daarom is het gebruik van de Waterbus tijdens en na de pilot geëvalueerd door Goudappel Coffeng BV. Aan de hand van de evaluatie wordt een uitspraak gedaan over: - de behoefte aan een snelle bootverbinding tussen Dordrecht en Rotterdam; - het reisgedrag van de reizigers van de Waterbus per veerdienst en tijdelijke sneldienst; - perceptie van de mogelijkheid de fiets mee te nemen op de Waterbus; - effecten op de weg. 1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een algemeen overzicht gegeven van de metingen die uitgevoerd zijn, wordt gedefinieerd hoe omgegaan wordt met de verzamelde data, en wordt een overzicht van de respondenten gegeven. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van het aantal reizigers op de Waterbus per veerdienst en sneldienst. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het reisgedrag van de reizigers van de Waterbus. Hoofdstuk 5 gaat in op het fietsgebruik op de Waterbus. Het effect dat de Waterbus heeft op de doorstroming op de weg wordt besproken in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt de sneldienst geëvalueerd. In hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de klanttevredenheid. Ten slotte bespreken we in hoofdstuk 9 de conclusies die te trekken zijn uit de evaluatie en aanbevelingen.

13 Pagina 3 2 Metingen De evaluatie van de Waterbus bestaat uit een vervoerskundig deel en een gedragskundig deel. In het vervoerskundig deel wordt het aantal reizigers dat gebruik maakt van de veerdienst of sneldienst van de Waterbus geteld. Deze tellingen geven inzicht in het gebruik van de Waterbus door de proeftijd. Bijvoorbeeld het aantal reizigers met en zonder fiets en het aantal reizigers dat per halte opstapt wordt bepaald. Deze telgegevens geven een objectief beeld van het gebruik van de Waterbus. In het gedragskundig deel wordt door middel van enquêtes het reisgedrag van de reizigers van de Waterbus onderzocht. Deze enquêtes ondersteunen de vervoerskundige gegevens door het reisgedrag na te vragen aan de reizigers. Er wordt bijvoorbeeld nagegaan waar de reizigers hun reis zijn begonnen, hoe vaak ze de reis maken en de mening van de reizigers over de Waterbus. De enquête is op drie momenten afgenomen, zie tabel 2.1. datum moment tijden start pilot sneldienst maandag 18 februari meting 1 donderdag 13 maart ochtend tot meting 2 dinsdag 1 april middag tot einde pilot sneldienst vrijdag 18 april meting 3 donderdag 24 april ochtend tot Tabel 2.1: Overzicht metingen Meting 1 en Meting 2 zijn uitgevoerd op de veerdienst en de sneldienst. De sneldienst werd alleen tijdens de spits ingezet. Meting 3 diende als effectmeting nadat de sneldienst uit de vaart genomen was en is daarom alleen afgenomen op de veerdienst. Naast effectmeting werd deze meting ook uitgevoerd om uitgebreider in te gaan op resultaten uit Meting 1 en Meting 2. De enquêtes werden aan de passagiers uitgedeeld terwijl ze op de Waterbus stapten. Tijdens de reis werden de enquêtes ingevuld. Bij het uitstappen werden de ingevulde enquêtes weer ingeleverd. De vragenlijst is afgedrukt in bijlage 1. De reizigers kregen een adres mee waarnaar ze vragen en opmerkingen konden sturen. Maar twee reizigers maakten gebruik van deze optie. Een reiziger om aan te geven dat ze tijdens de reis met de Waterbus niet in de gelegenheid was de enquête in te vullen en graag alsnog meedeed met het onderzoek. De andere respondent stelde de vraag of er al resultaten bekend waren.

14 Pagina Spits Voor de ochtendspits is uitgegaan van de periode tussen uur en uur. Uitgegaan is van een vertrekmoment in de spits. Voor de middagspits is uitgegaan van de periode tussen en uur. 2.2 Dubbeltellingen Er zijn drie metingen uitgevoerd. Daardoor kunnen passagiers meerdere keren benaderd zijn om een enquête in te vullen. Reizigers zijn in de begeleidende brief nadrukkelijk gevraagd om wanneer eerder al een enquête door hen ingevuld was nogmaals mee te werken aan de enquête. Voor de evaluatie is namelijk van belang of de respondenten anders zijn gaan reizen door de sneldienst van de Waterbus. Het gevolg is dat een aantal respondenten een deel van de vragen meer dan één keer heeft ingevuld. Bij de rapportage over deze vragen wordt hiermee rekening gehouden door van deze respondenten alleen de antwoorden op de eerst ingevulde enquête mee te nemen. Een bijkomend gevolg van de drie metingen was dat er enquêtemoeheid optrad. Dit verklaart de lagere respons bij de derde meting in vergelijking met de andere twee metingen. 2.3 Respondenten In tabel 2.2 is per meting het aantal passagiers tijdens de meetperiode, het aantal bruikbare enquêtes en het responspercentage weergegeven. Tijdens meting 2 op de veerdienst is het responsepercentage lager dan tijdens Meting 1. Mogelijk heeft een aantal passagiers die bij Meting 1 een enquête invulden dit niet nogmaals gedaan bij Meting 2. Er zijn 90 respondenten (21%) die zowel bij Meting 1 als bij Meting 2 een enquête hebben ingevuld. Bij meting 3 vulden 139 respondenten (43%) de enquête in terwijl ze ook al één of beide van de voorgaande enquêtes ingevuld hadden. Waar nodig wordt in de analyses hiervoor gecorrigeerd. Van respondenten die meerdere enquêtes hebben ingevuld wordt dan alleen het antwoord op de eerste enquête meegenomen. veerdienst sneldienst passagiers enquêtes respons passagiers enquêtes respons meting % % meting % % meting % Tabel 2.2: Respons per meting, veerdienst en sneldienst

15 Pagina 5 Van de unieke respondenten was 50% man en 50% vrouw. De leeftijd van de respondenten is gemiddeld 39 jaar. In de grafiek (figuur 2.1) is de leeftijdsopbouw weergegeven voor mannen en vrouwen. De leeftijdsverdeling laat zien dat er een relatief grote groep scholieren/studenten is die gebruik maakt van de waterbus. Figuur 2.1: Leeftijdsopbouw respondenten 2.4 Aantal respondenten per analyse Voor ieder overzicht of analyse wordt bepaald welke respondenten meegenomen worden. Bij algemene overzichten, bijvoorbeeld het aantal mannelijke en vrouwelijke deelnemers, worden alle respondenten betrokken minus de respondenten waarvan meerdere enquêtes zijn ingevuld. Andere analyses richten zich specifiek op een bepaalde meting of bepaald moment van de dag. Het gevolg is dat per analyse het aantal respondenten verschilt. Bij iedere analyse wordt daarom het aantal respondenten vermeld. Dit is voornamelijk van belang bij analyses van de sneldienst. Doordat het aantal waarnemingen bij de sneldienst laag is, is het percentage dat berekend wordt onderhevig aan grotere fluctuaties dan bij de hogere aantallen respondenten voor de veerdienst.

16 Pagina 6 3 Reizigersaantallen 3.1 Veerdienst In figuur 3.1 is het aantal passagiers per week in 2007 en 2008 weergegeven. De opbouw van het aantal passagiers is in beide jaren ongeveer gelijk, echter in 2007 zette de groei eerder in. Aantal passagiers per week Aantal passagiers Weeknummer Figuur 3.1: Aantal passagiers per week voor de veerdienst in 2007 en 2008 In de periode waarin het onderzoek liep (week 8 tot en met week 17) reisden gemiddeld passagiers per dag met de veerdienst. Een overzicht per week is weergegeven in figuur 3.2. In deze grafiek is de pilot periode van de sneldienst weergegeven met lichtgroen. Het donkergroene gedeelte geeft de periode aan waarin door middel van campagnes de sneldienst onder de aandacht van het publiek is gebracht. De campagnes zijn gehouden van 10 maart tot en met 16 april (week 11 t/m 16) waarbij het zwaartepunt lag in week 12 en 13. In week 13 hebben de inwoners van Papendrecht en de binnenstad van Dordrecht een huis-aan-huis mailing ontvangen met daarbij een coupon voor het gratis uitproberen van de sneldienst. Deze probeerkaartjes waren geldig tot en met week 14. Ondanks de stijgende lijn in reizigersaantallen na de campagneperiode mag niet zondermeer geconcludeerd worden dat de groei van het aantal reizigers alleen het gevolg is van de gehouden campagne. In dezelfde periode waarin de campagnes gehouden

17 Pagina 7 zijn verbeterde het weer waardoor mensen meer activiteiten buiten ondernamen. Zeker voor een boot kan dit van invloed zijn. Dit wordt beschreven in paragraaf 3.4. Figuur 3.2: Aantal reizigers op de veerdienst per week. Het lichtgroene gedeelte geeft de periode aan waarin de pilot met de sneldienst uitgevoerd werd. De donkergroene periode geeft weer wanneer er campagne gevoerd werd voor de sneldienst Reizigers aantallen per weekdag in de veerdienst Zie figuur 3.3. In het weekend en op maandag trekt de Waterbus minder reizigers dan in de rest van de week. Op de rest van de dagen is het aantal reizigers vrijwel gelijk Gemiddeld aantal reizigers veerdienst per weekdag Aantal reizigers Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Dag Figuur 3.3: Gemiddeld aantal reizigers per weekdag

18 Pagina Reizigers per opstaphalte Zie figuur 3.4. In Rotterdam (27%) en Dordrecht (24%) stappen de meeste reizigers op de veerdienst. Deze twee haltes liggen aan de uiteinden van de route. Papendrecht en Hendrik-Ido-Ambacht zijn de haltes waar relatief weinig reizigers opstappen 1. Percentage reizigers per opstaphalte Percentage Dordrecht Papendrecht H.I. Ambacht Alblasserdam Ridderkerk Krimpen Rotterdam Opstaphalte Figuur 3.4: Percentage reizigers per opstaphalte 3.2 Sneldienst Het aantal reizigers van de sneldienst piekt op twee momenten. In week 9 op 27, 28 en 29 februari is het aantal passagiers in de ochtendspits gelijk aan de voorgaande dagen. Echter in de avondspits is het aantal passagiers ongewoon hoog. Deze dagen vielen in de krokusvakantie, maar een eenduidige verklaring voor de kortstondige groei is niet te geven. Aangezien het percentage reizigers dat een fiets meeneemt op deze dagen fors lager (26%) is dan op andere dagen (rond de 60%) is het aannemelijk dat het om een incidenteel aantal reizigers gaat. De tweede piek ontstaat in week 14, zowel in de ochtendspits als in de avondspits. Deze is het gevolg van het verspreiden van het probeerkaartje via huis-aan-huis bladen in week 13 aan de bewoners van de binnenstad van Dordrecht en inwoners van Papendrecht. Het probeerkaartje was geldig tot week 15. In deze periode was het aantal passagiers dat voor de eerste keer gebruik maakte van de Waterbus erg hoog. Zie paragraaf Het aantal passagiers gezamenlijk in de ochtend- en avondspits staan samen met het fietsgebruik weergegeven in figuur 3.5. In figuur 3.6 staat het aantal passagiers per ochtendspits en avondspits. In deze grafieken ontbreken de gegevens van 24 maart, Tweede Paasdag. 1 Bij Hendrik-Ido-Ambacht wordt in de nabije toekomst een nieuwe woonwijk aangelegd en verwacht wordt dat deze halte dan een flinke groei zal doorlopen.

19 Pagina 9 Aantal passagiers sneldienst Aantal 150 Totaal aantal passagiers Waarvan met fiets Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12 Week 13 Week 14 Week 15 Week 16 Week Figuur 3.5: Aantal passagiers sneldienst per dag. Weergegeven is het aantal passagiers en het aantal daarvan dat een fiets mee heeft genomen. De onderbreking in week 13 betreft het ontbreken van meetgegevens op 24 maart. Passagiers sneldienst in ochtend- en avondspits Aantal passagiers ochtendspits passagiers avondspits Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12 Datum Week 13 Week 14 Week 15 Week 16 Figuur 3.6: Aantal passagiers in ochtend- en middagspits. De onderbreking in week 13 betreft het ontbreken van meetgegevens op 24 maart.

20 Pagina Reizigersaantallen per weekdag Zie figuur 3.7. De sneldienst vaart niet in de weekenden. Door de week telt de sneldienst op woensdag het hoogst gemiddeld aantal reizigers (120). Gemiddeld aantal passagiers sneldienst per weekdag Aantal Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Dag Figuur 3.7: Gemiddeld aantal passagiers per werkdag op de sneldienst Reizigers per opstaphalte Zie figuur 3.8. In Rotterdam stappen de meeste passagiers op de Waterbus (46%). Percentage passagiers sneldienst per halte Percentage Dordrecht Papendrecht Rotterdam Halte Figuur 3.8: Percentage passagiers sneldienst per halte

21 Pagina Invloeden van het weer Het aantal reizigers op een vervoermiddel zoals de Waterbus wordt mogelijk beïnvloed door het weer. De Waterbus zelf is een buitenproduct. Daarnaast is een voordeel van de Waterbus dat passagiers een fiets mee kunnen nemen. Dit is echter ook een weersafhankelijk product. Elementen van het weer die mogelijk van invloed zijn op het gebruik van de Waterbus zijn: windsnelheid, temperatuur en neerslag. Bij de analyse of het weer inderdaad van invloed is op het aantal passagiers is gebruik gemaakt van de telgegevens van de veerdienst van de Waterbus en weergegevens van het KNMI. De windsnelheid is bepaald als de hoogste gemiddelde windsnelheid per uur. Deze maat geeft een indruk of een dag stormachtig of juist kalm was wat betreft wind. Voor de temperatuur is de maximale temperatuur op een dag gekozen. Deze maat geeft een indruk of een bepaalde dag een warme of juist koele dag was. Neerslag is bepaald door het aantal uren neerslag per etmaal te nemen. Er is een relatie tussen de windsnelheid en het aantal passagiers. Op dagen met hogere windsnelheid reizen er minder passagiers met de Waterbus. Er is ook een relatie tussen de temperatuur en het aantal passagiers. Op dagen met een hogere maximum temperatuur reizen er meer mensen met de Waterbus. Neerslag heeft de sterkste relatie met het aantal passagiers. Hoe meer neerslag hoe minder passagiers. 2 De relaties zijn weergegeven in de figuren 3.9 tot en met In deze grafieken zijn de gegevens voor het weekend weggelaten omdat deze door het lagere aantal passagiers in het weekend de interpretatie van de figuur lastiger maken. 2 De relatie tussen het weer en het aantal passagiers is onderzocht door correlaties te berekenen tussen het aantal passagiers en de maten voor wind, temperatuur en regen tussen18 februari en 18 april. De correlaties zijn berekend met gegevens over 61 dagen. De relaties zijn significant, dat wil zeggen dat de het onwaarschijnlijk is deze relaties te vinden als de gegevens alleen toe te schrijven aan toeval. De correlatie tussen passagiers en wind bedraagt -0,254, tussen passagiers en temperatuur 0,271 en tussen passagiers en neerslag -0,558. Correlaties tot 0,3 worden doorgaans geïnterpreteerd als zwakke correlaties, correlaties tussen 0,5 en 0,8 worden doorgaans geïnterpreteerd als matige tot sterke correlaties.

22 Pagina 12 Relatie passagieraantallen en wind Aantal Maximale wind Reizigers Wind 0 Figuur 3.9: Relatie tussen passagieraantallen op de veerdienst en wind Relatie passagieraantallen en temperatuur Datum Aantal passagiers Maximale temperatuur Reizigers Temperatuur 0 Datum Figuur 3.10: Relatie tussen passagieraantallen op de veerdienst en de maximale temperatuur op een dag

23 Pagina 13 Relatie passagieraantallen en neerslag 2500 Aantal passagiers Uren neerslag per etmaal Reizigers Neerslag Datum Figuur 3.11: Relatie tussen passagieraantallen op de veerdienst en aantal uren neerslag op een dag 3.4 Reizigersgroei Uit de tellingen en analyses blijkt dat het aantal reizigers op de veerdienst is gegroeid tijdens de pilot periode van de sneldienst. Deze groei zet in op een moment dat er twee beïnvloedende factoren aanwezig zijn: een reclamecampagne voor de sneldienst waarmee de veerdienst van de Waterbus ook onder de aandacht komt en een verbetering van het weer. De campagne heeft een effect gehad op het aantal reizigers in de Waterbus. Dit blijkt uit de telgegevens en uit de enquête die is afgenomen onder de reizigers. Er zijn relatief veel reizigers in de periode na de campagne die voor het eerst met de Waterbus reizen. Zoals besproken in paragraaf 3.3 bleek er een relatie te zijn tussen het weer en het aantal passagiers. Deze relatie is echter niet zo sterk dat de reizigersgroei alleen door het weer verklaard kan worden. Een mogelijke derde factor die invloed heeft is dat in de periode dat het weer beter wordt in het weekend relatief meer reizigers met de Waterbus reizen. Dit bleek niet het geval te zijn. De gegevens hiervoor zijn geanalyseerd maar worden hier niet verder gerapporteerd. De groei van het aantal reizigers lijkt een combinatie te zijn van verbetering van het weer en de reclamecampagne.

24 Pagina 14 4 Reisgedrag reizigers van de Waterbus 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan wie de reizigers van de Waterbus zijn. Aan de hand van de resultaten van de enquête wordt bepaald waar de reizigers vandaan komen en waar ze naar toe gaan, welk reismotief de reizigers hebben, hoe frequent de reis gemaakt wordt, welk voor- en natransport gebruikt wordt, en wat de redenen zijn om specifiek met de Waterbus te reizen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de veerdienst en de sneldienst en het moment van de dag (binnen of buiten de spits) waarop gereisd wordt. 4.2 Herkomst en bestemming Veerdienst in de ochtend Zie tabel 4.1. Van de 650 respondenten die in de ochtend met de Waterbus reizen, reist 44% naar de eindhalte Rotterdam en 25% naar de eindhalte Dordrecht. In Alblasserdam stappen de meeste respondenten op, namelijk 34%. De populairste verbinding in de ochtend is dan ook van Alblasserdam naar Rotterdam of van Alblasserdam naar Dordrecht. Uit de tellingen van het aantal reizigers (besproken in hoofdstuk 3) blijkt dat in Rotterdam en Dordrecht de meeste reizigers opstappen. Dit verschil kan ontstaan doordat de gegevens die besproken zijn in dit hoofdstuk gebaseerd zijn op enquête resultaten onder reizigers en daardoor beïnvloed zijn door de response-rate. Wanneer in Rotterdam meer mensen op de Waterbus stappen, maar relatief minder opstappers in Rotterdam een enquête invullen, dan ontstaat het beeld dat er in Rotterdam minder reizigers opstappen. uitstapplaats Hendrik- Rotterdam Krimpen Ridder- Alblas- Ido- Papen- Dor- instap- ad IJssel kerk serdam Ambacht drecht drecht pers Rotterdam Krimpen aan de Ijssel Ridderkerk Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Dordrecht uitstappers instapplaats Tabel 4.1: Overzicht percentages in- en uitstappers in de ochtend, veerdienst De herkomst-bestemming tabel voor de ochtendmeting geeft het percentage respondenten dat een bepaald traject aflegt van instapplaats naar uitstapplaats. Het aantal respondenten is 650. In deze tabel zijn de afvaarten voor de veerdienst weergegeven.

25 Pagina Sneldienst in de ochtend Zie tabel 4.2. Van de 37 respondenten die in de ochtend met de sneldienst reisden, reisde 89% naar Rotterdam. De meeste respondenten stapten in Papendrecht op de sneldienst (67%). uitstapplaats Rotterdam Papendrecht Dordrecht instappers Rotterdam opstapplaats Papendrecht Dordrecht uitstappers Tabel 4.2: Overzicht percentages in- en uitstappers in de ochtend, sneldienst De herkomst-bestemming tabel voor de ochtendmeting geeft het percentage respondenten dat een bepaald traject aflegt van instapplaats naar uitstapplaats met de sneldienst. Het aantal respondenten is Veerdienst in de middag Zie tabel 4.3. Van 293 respondenten was het mogelijk een herkomst-bestemming matrix te maken voor respondenten die reisden in de middag. Van de respondenten vertrekt 36% vanuit Rotterdam en 32% vanuit Dordrecht. De populairste beginhalte in de ochtend was Alblasserdam, evenzo is deze halte in de middag de populairste uitstaphalte. uitstapplaats Hendrik- Rotterdam Krimpen ad IJssel Ridderkerserdam Alblas- Ido- Ambacht Papendrecht Dordrecht instappers Rotterdam Krimpen aan de Ijssel Ridderkerk Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Dordrecht uitstappers instapplaats Tabel 4.3: Overzicht percentages in- en uitstappers in de middag, veerdienst De herkomst-bestemming tabel voor de middagmeting geeft het percentage respondenten dat een bepaald traject aflegt van instapplaats naar uitstapplaats met de veerdienst of sneldienst. Het aantal respondenten is 293.

26 Pagina Sneldienst in de middag Van de 43 respondenten die gebruik maakten van de sneldienst in de middag stapte 84% in Rotterdam in. Het meest gebruikte traject was van Rotterdam naar Dordrecht (51%). uitstapplaats Rotterdam Papendrecht Dordrecht instappers Rotterdam instapplaats Papendrecht Dordrecht uitstappers Tabel 4.4: Overzicht percentages in- en uitstappers in de middag, sneldienst in de middag; het aantal respondenten is 43 Tijdens de derde meting is nagegaan of een lage waardering voor het overige openbaar vervoer vanuit Alblasserdam een reden kon zijn waarom vanaf die plaats de Waterbus het intensiefst gebruikt wordt. In tabel 4.5 is te zien dat de waardering van het overige openbaar vervoer hierbij geen rol speelt. cijfer OV op het traject Rotterdam 6,5 Krimpen aan de IJssel 6,4 Ridderkerk 6,3 Alblasserdam 6,2 Hendrik-Ido-Ambacht 6,7 Papendrecht 6,2 Dordrecht 5,8 Tabel 4.5: Overzicht van het gemiddelde cijfer dat door respondenten gegeven is aan het openbaar vervoer op hun traject (meting 3) 4.3 Reismotief Zie tabel 4.6. Motieven voor de reizen zijn in de ochtend- en avondspits niet erg divers. In de ochtend wordt vooral van huis naar werk of school gereisd. In de avond worden deze reizen de andere kant op gemaakt en is er een klein aandeel voor recreëren en sport. Midden op de dag is het motief om te reizen met de waterbus zeer divers. Winkelen speelt hierbij een grote rol (19%). Een indruk van de diversiteit wordt weergegeven in de grafiek (figuur 4.1). In deze grafiek zijn alle motieven die gelden voor minder dan 2% van de respondenten verzameld onder de categorie Anders. Dit betreft 28% van de waarnemingen. De grafiek geeft de percentages voor de veerdienst en de sneldienst gezamenlijk weer. Er zijn geen verschillen in motieven voor gebruik van de Waterbus tussen de veerdienst en sneldienst.

27 Pagina 17 Herkomst-Bestemming motieven Anders 100% 90% 80% Wonen - Bezoek arts ziekenhuis Wonen - Recreeren Percentage 70% 60% 50% 40% 30% Wonen - Bezoek familie/vrienden Wonen - Winkelen Onderwijs - Wonen 20% 10% Wonen - Onderwijs 0% Voor ochtendspits Tijdens ochtendspits Overdag Moment van de dag Tijdens avondspits Na avondspits Werken - Wonen Wonen - Werken Figuur 4.1: Overzicht van de herkomst en bestemmingparen die gemaakt worden met de veerdienst en sneldienst voor ochtendspits tijdens ochtendspits overdag tijdens avondspits na avondspits wonen werken werken wonen wonen onderwijs onderwijs wonen wonen winkelen wonen - bezoek familie/vrienden wonen recreëren wonen - bezoek arts ziekenhuis anders totaal aantal respondenten Tabel 4.6: Overzicht van de herkomst en bestemmingparen die gemaakt worden met de veerdienst en sneldienst 4.4 Frequentie gebruik Veerdienst Zie figuur 4.2 en tabel 4.7. Van de respondenten die met de veerdienst reisden maakt het merendeel regelmatig gebruik van de Waterbus, 46% maakt de reis vier keer per week of vaker, 21% maakt de reis één tot en met drie keer per week. Voornamelijk tijdens de spits wordt de Waterbus gebruikt door frequente reizigers. Overdag, buiten de spits, wordt de Waterbus voornamelijk gebruikt door reizigers die één tot en met drie keer per week of minder gebruik van de dienst maken.

28 Pagina 18 Tijdens de ochtendspits werden geen reizigers aangetroffen die de reis voor het eerst maakten. Overdag is het aandeel reizigers dat voor het eerst met de Waterbus reist 9%, tijdens de avondspits is dit 8%, na de avondspits 4%. Frequentie gebruik veerdienst 100% 90% Percentage 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% eerste keer minder dan 1x per maand 1 tm 3 keer per maand 1 tm 3 keer per week 4 keer per week of meer 0% Voor ochtend spits Tijdens ochtendspits Overdag Moment van de dag Tijdens avondspits Na avondspits Figuur 4.2: Overzicht van frequentie van gebruik van de veerdienst van de Waterbus per dagdeel Overdag werden voornamelijk gelegenheidsreizigers aangetroffen, voor en tijdens de ochtendspits voornamelijk reizigers die vaak gebruik maken van de Waterbus. voor ochtendspits tijdens ochtendspits overdag tijdens avondspits na avondspits aandeel in totaal 4 keer per week of meer t/m 3 keer per week t/m 3 keer per maand minder dan 1x per maand eerste keer totaal aantal respondenten Tabel 4.7: Frequentie gebruik van de veerdienst van de Waterbus Per moment van de dag wordt het percentage reizigers gegeven Sneldienst Zie figuur 4.3 en tabel 4.8. Tijdens de ochtendspits werden op de sneldienst van de Waterbus voornamelijk reizigers aangetroffen die vier keer per week of vaker met de Waterbus reisden (63%) of één tot en met drie keer per week (20%). Overdag, vlak na de ochtendspits en rondom de avondspits, zijn deze percentages respectievelijk 16% en 10%. Tijdens deze periode zijn het voornamelijk reizigers die voor het eerst met de Waterbus reizen (55%).

29 Pagina 19 Frequentie gebruik sneldienst Percentage 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% eerste keer minder dan 1 keer per maand 1 t/m 3 keer per maand 1 t/m 3 keer per week 4 keer per week of meer 0% Tijdens ochtendspits Overdag Tijdens avondspits Moment van de dag Figuur 4.3: Overzicht van frequentie van gebruik van de sneldienst van de Waterbus per dagdeel uitgedrukt in percentages tijdens ochtendspits overdag tijdens avondspits aandeel in totaal 4 keer per week of meer t/m 3 keer per week t/m 3 keer per maand minder dan 1 keer per maand eerste keer totaal aantal respondenten Tabel 4.8: Overzicht van frequentie van gebruik van de sneldienst van de Waterbus per dagdeel uitgedrukt in percentages Keuzes voor gebruik Waterbus op de terugreis Voor zowel de veerdienst als de sneldienst zijn er meer frequente reizigers op de heenweg als op de terugweg. Het lijkt erop dat voor een reis vanaf huis de keuze vaker op de Waterbus valt, maar dat gebruik van de Waterbus voor de reis naar huis afhankelijk is van omstandigheden. Bijvoorbeeld het weer of de kans met iemand anders mee te rijden met de auto. Tijdens de derde meting werd dit nagegaan. Respondenten konden meerdere overwegingen aangeven die zij maakten om het vervoer naar huis te kiezen. 67% reist altijd met de Waterbus terwijl 23% van de reizigers het laat afhangen van het weer. Zie tabel 4.9.

30 Pagina 20 aantal percentage altijd waterbus fietsen bij mooi weer OV waarmee respondent snelste thuis is 21 5 waterbus als niet met iemand anders meegereden wordt 32 8 bij harde wind geen Waterbus 10 3 aantal respondenten 389 Tabel 4.9: Redenen voor ander vervoer naar huis Respondenten konden meerdere antwoorden geven 4.5 Voor- en natransport Voor- en natransport in de ochtend veerdienst en sneldienst Wat betreft de wijze van voor- en natransport is geen verschil gevonden tussen de veerdienst en de sneldienst. De resultaten van beide diensten zijn samengevoegd. In tabel 4.10 is een overzicht gegeven van de voorkomende combinaties van voor- en natransport. In tabel 4.11 is een overzicht gegeven van de afgelegde afstand voor voor- en natransport. De gemiddeld afgelegde afstand wordt weergegeven samen met de afstand die maximaal wordt afgelegd door respectievelijk 50% en 90% van de passagiers. Deze waarden zijn weergegeven voor het voortransport en natransport. In de ochtend reist 70% van de passagiers met de fiets naar de halte van de Waterbus, neemt de fiets mee op de Waterbus en gaat per fiets van de Waterbus naar de eindbestemming. Hiervoor wordt gemiddeld 3,3 kilometer afgelegd van huis naar de Waterbus en gemiddeld 2,7 kilometer van de Waterbus naar de eindbestemming. De passagiers die op een andere manier naar de halte van de Waterbus komen leggen de afstand van de Waterbus naar de eindbestemming voornamelijk lopend af. De groep anders omvat 17 verschillende combinaties van voor- en natransport waarvan in minder dan 2% van de gevallen gebruik gemaakt werd. combinatie voortransport- natransport aantal percentage fiets fiets auto (bestuurder) - lopen lopen lopen 41 6 bus, tram, metro - lopen 22 3 auto (passagier) - lopen 17 2 anders 62 9 totaal Tabel 4.10: Voor- en natransport combinaties naar vervoerwijze in de ochtend voor veerdienst en sneldienst samen

31 Pagina 21 voortransport natransport aantal gemiddelde 50% 90% aantal gemiddelde 50% 90% lopen 46 1,4 1,0 3,0 43 2,8 1,0 3,6 fiets 452 3,3 2,0 6, ,6 2,0 5,0 bus, tram, metro 25 12,2 10,0 22,0 20 2,0 1,5 4,8 auto (passagier) 19 5,3 3,0 20,0 16 2,1 1,5 5,9 auto (bestuurder) 78 6,7 4,5 15,2 63 1,6 1,0 3,0 Tabel 4.11: Aantal kilometers afgelegd per vervoermiddel voor het voor- en natransport. Weergegeven is het gemiddeld afgelegde kilometers en maximaal aantal afgelegde kilometers voor 50% en 90% van de passagiers die het betreffende vervoermiddel gebruiken Voor- en natransport in de middag veerdienst en sneldienst In de middag is de fiets in 58% van de reizen het vervoermiddel om naar de Waterbus en de bestemming vanaf de Waterbus te reizen. Zie tabel De afgelegde afstanden komen overeen met de afstanden die in de ochtendmetingen waargenomen werden. In tabel 4.13 is een overzicht gegeven van de afgelegde afstand voor voor- en natransport. De gemiddeld afgelegde afstand wordt weergegeven samen met de afstand die maximaal wordt afgelegd door respectievelijk 50% en 90% van de passagiers. Deze waarden zijn weergegeven voor het voortransport en natransport. combinatie voortransport- natransport aantal percentage fiets - fiets auto (bestuurder) - lopen 16 4 lopen lopen auto (bestuurder) auto (bestuurder) 17 5 lopen auto (bestuurder) 16 4 lopen - fiets 13 4 anders totaal Tabel 4.12: Voor- en natransport combinaties naar vervoerwijze in de middag voor veerdienst en sneldienst samen voortransport natransport aantal gemiddelde 50% 90% aantal gemiddelde 50% 90% lopen 57 1,9 1,0 5,0 62 3,0 2,0 7,7 fiets 203 3,3 2,0 7, ,3 2,0 5,0 auto (passagier) 12 5,8 3,0 17,6 11 4,1 5,0 8,0 auto (bestuurder) 29 7,7 3,0 10,0 26 2,9 2,0 7,2 Tabel 4.13: Aantal kilometers afgelegd per vervoermiddel voor het voor- en natransport. Weergegeven is het gemiddeld afgelegde kilometers en maximaal aantal afgelegde kilometers voor 50% en 90% van de passagiers die het betreffende vervoermiddel gebruiken.

32 Pagina Redenen gebruik Zie tabel De respondenten werden gevraagd naar de redenen voor het gebruik van de veerdienst en sneldienst van de Waterbus. Er konden meerdere redenen gegeven worden. De belangrijkste reden om de sneldienst te gebruiken is de snelheid (77%). De mogelijkheid om de fiets mee te nemen is voor de sneldienst relatief minder belangrijk. Voor de veerdienst is de snelle reistijd ook belangrijk (34%), maar is de mogelijkheid om de fiets mee te nemen belangrijker (48%). Van de reizigers van de sneldienst probeert 17% de dienst uit (bijvoorbeeld als gevolg van het probeerkaartje). Er is nauwelijks verschil tussen de veerdienst en de sneldienst voor de rest van de redenen die gegeven worden voor het gebruik van de Waterbus. veerdienst sneldienst aantal percentage aantal percentage snelle reistijd geen last van files mogelijkheid fiets meenemen comfortabele manier van reizen geen parkeerproblemen uitproberen goed voor milieu vanwege de belevenis beste OV op mijn traject aantal respondenten Tabel 4.14: Redenen om de waterbus te gebruiken 3 Deze vraag is alleen tijdens de derde meting gesteld. Het bijbehorende percentage is bepaald op basis van het aantal respondenten dat deelnam aan de derde meting.

33 Pagina 23 5 Fietsgebruik 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van de fiets in combinatie met de Waterbus. Het aantal passagiers dat de fiets meeneemt wordt bepaald, het gemak waarmee de fiets mee genomen kan worden, en de redenen om de fiets mee te nemen. 5.2 Resultaten tellingen voor fietsgebruik Tijdens het uitvoeren van de enquêtes is ook het aantal passagiers met en zonder fiets geteld. De telgegevens staan in de tabel hieronder. Een groot aantal passagiers neemt ook de fiets mee op de Waterbus. veerdienst sneldienst aantal passagiers aantal fietsen percentage aantal passagiers aantal fietsen percentage meting meting meting Tabel 5.1: Overzicht van het aantal en percentage passagiers dat een fiets meenam op de Waterbus 5.3 Enquêteresultaten voor fietsgebruik Van de 921 respondenten die met de veerdienst reisden gaf 71% aan een fiets mee te hebben. Van de 78 respondenten die met de sneldienst reisden gaf 55% aan een fiets mee te hebben Fietsgebruik per motief Vooral scholieren (94%) en passagiers op weg naar hun werk (79%) maken gebruik van de optie om de fiets mee te nemen op de Waterbus. Het percentage fietsgebruik voor de overige motieven is hoog, maar door het lage aantal respondenten voor deze motieven minder betrouwbaar.

34 Pagina 24 aantal percentage onderwijs werken zakenbezoek bezoek arts, ziekenhuis bezoek familie of vrienden recreëren/sporten winkelen Tabel 5.2: Overzicht van het aantal en percentage respondenten dat de fiets gebruikt verdeeld naar reismotief Fietsgebruik per moment van de dag Overdag wordt minder gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een fiets mee te nemen (57%) dan op andere momenten. Dit hangt ook samen met het motief van de reis dat overdag meer divers is dan op andere momenten. Zie tabel 5.3. aantal percentage voor ochtendspits tijdens ochtendspits overdag tijdens avondspits na avondspits Tabel 5.3: Percentage passagiers dat een fiets mee had op de Waterbus verdeeld naar moment van de dag 5.4 Gebruiksgemak meenemen fiets De respondenten werd gevraagd om over een aantal voorzieningen voor fietsgebruik aan te geven in welke mate ze daar tevreden over waren. Er werd gevraagd naar het gemak van in- en uitstappen met de fiets op de Waterbus, het gemak van stallen van de fiets op de Waterbus en de kwaliteit van de fietsenstalling aan boord. De vraag over het gemak van in- en uitstappen werd in alle drie de enquêtes gesteld. De andere twee vragen werden alleen in de derde enquête gesteld, en diende als opstapje voor een open vraag over mogelijke verbeterpunten. Zie tabel 5.4 en tabel 5.5 voor de oordelen over respectievelijk de veerdienst en de sneldienst. Wat betreft het gemak van instappen is het oordeel over beide diensten positief. De sneldienst als iets minder makkelijk om met de fiets op te stappen beoordeeld. Ondanks dat 55% van de respondenten (zeer) tevreden is over het gemak waarmee de fiets gestald kan worden is 20% daar juist (zeer) ontevreden over. Wat betreft de kwaliteit van de fietsenstalling wordt door 44% van de respondenten aangegeven dat ze (zeer) tevreden zijn terwijl 22% juist (zeer) ontevreden is hierover. Op de vraag of het makkelijk is de fiets mee te nemen op de Waterbus antwoordt 93% van de respondenten op de veerdienst met Ja. Voor de sneldienst is dat 81%.

35 Pagina 25 Oordeel veerdienst zeer tevreden tevreden zeer ontevreden aantal respondenten neutraal ontevreden totaal gemak in- en uitstappen met fiets gemak stallen kwaliteit fietsenstalling Tabel 5.4: Oordeel over voorzieningen voor fietsgebruik voor de veerdienst uitgedrukt in percentage respondenten dat het oordeel gaf Oordeel sneldienst gemak in- en uitstappen met fiets zeer zeer aantal tevreden tevreden neutraal ontevreden ontevreden totaal respondenten Tabel 5.5: Oordeel over gemak in- en uitstappen met de fiets op de sneldienst uitgedrukt in percentage respondenten dat het oordeel gaf Gebruiksgemak per opstaphalte De oordelen van de respondenten zijn omgezet in een waardering. Zeer tevreden kreeg de waarde 5, zeer ontevreden kreeg de waarde 1, de oordelen die daar tussen in lagen kregen de logische tussenliggende waarden. In tabel 5.6 staan de gemiddelde oordelen gegeven over het gemak van in- en uitstappen met de fiets, gemak stallen van de fiets en kwaliteit van de fietsenstalling per halte. Over het algemeen worden de fietsvoorzieningen hoog gewaardeerd. Rotterdam en Krimpen aan de IJssel scoren gemiddeld rond de 4,0. Dit komt overeen met tevreden. De fietsvoorzieningen bij Hendrik-Ido-Ambacht worden als minder goed beoordeeld, voornamelijk het gemak van stallen en kwaliteit van de fietsenstalling scoren onder de maat. gemak in- en uitstappen gemak stallen kwaliteit fietsenstalling Rotterdam 4,1 4,2 3,9 Krimpen aan de IJssel 4,1 4,1 3,7 Ridderkerk 4,0 3,3 3,1 Alblasserdam 4,0 3,3 3,1 Hendrik-Ido-Ambacht 3,9 2,6 2,6 Papendrecht 4,1 3,4 3,3 Dordrecht 4,1 3,6 3,1 Tabel 5.6: Overzicht van gemiddelde gegeven oordeel per opstaphalte