RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

Transcriptie

1 Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het DIP hierover benaderd. RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten. AUTOBEZIT De respondenten konden aangeven of zij (of iemand anders in hun huishouden) een auto hebben of gebruiken, zie Figuur 1. Bijna zes van de tien respondenten hebben 1 auto. Een vijfde deel heeft 2 of meer auto s. Een aandeel van 7% gebruikt wel eens een auto, door er één te lenen of te delen zoals via Greenwheels. Een aandeel van 15% heeft geen auto. Figuur 1 VERGUNNINGENGEBIED De meeste respondenten wonen niet in een vergunningengebied in Delft (63%). Een aandeel van 35% woont wél in een vergunningengebied. Ook zijn er respondenten die niet weten of zij in een vergunningengebied wonen (2%). Het autobezit ligt hoger buiten het vergunningengebied (82%), dan binnen dit gebied (75%). 1

2 SOORT VERGUNNINGEN De respondenten die in een vergunningengebied wonen, hebben kunnen aangeven of zij binnen hun huishouden de beschikking hebben over een vergunning en/of bezoekerskaart. Zes van de tien bewoners in het vergunningengebied hebben de beschikking over een 1 e bewonersvergunning. Ook heeft de meerderheid een bezoekerskaart (56%). Een klein tiende deel heeft een 2 e of volgende bewonersvergunning. Bijna een kwart van de respondenten die in het vergunningengebied wonen heeft geen van deze vergunningen. Figuur 2 ACCEPTABELE AFSTAND WONING - AUTO Vier van de tien bewoners van het vergunningengebied vinden een afstand van minder dan 100 meter vanaf hun woning acceptabel. Drie van de tien vinden een afstand tot 200 meter acceptabel. De totaalgroep bestaat voornamelijk uit autobezitters. Tabel 1. Wat vindt u een acceptabele afstand van uw woning om uw auto te parkeren? Indien u zelf geen auto heeft: Wat vindt u een acceptabele afstand voor uw bezoekers om de auto te parkeren? naar autobezit (in %) totaal (n=306) autobezitter (n=272) soms auto ter beschikking (n=15) geen auto (n=18) minder dan 100 meter (geschatte looptijd: tot 1,5 min.) tot 200 meter (geschatte looptijd: 3 min.) tot 300 meter (geschatte looptijd: 4,5 min.) tot 400 meter (geschatte looptijd: 6 min.) tot 500 meter (geschatte looptijd: 7,5 min.) meter of meer (geschatte looptijd: 7,5 min. of meer) 2 0, weet niet totaal

3 VOLDOENDE PARKEERPLAATSEN Aan de bewoners in het vergunningengebied is gevraagd of er doorgaans voldoende parkeerplaatsen zijn, op een redelijke afstand van hun woning, op de momenten dat zij willen parkeren. Figuur 3 toont de resultaten. In het algemeen vindt twee derde deel dat er meestal tot (bijna) altijd een parkeerplaats te vinden is op redelijke afstand van de woning op het moment dat men wilt parkeren. Het moment dat men het meest aangeeft een parkeerplek te vinden voor de auto is door de week overdag. Acht van de tien bewoners vinden dan meestal tot (bijna) altijd een plek. Bijna twee derde deel geeft aan meestal tot (bijna) altijd een parkeerplek te kunnen vinden op zondag of zaterdag overdag. De helft parkeert makkelijk op zondagavond. Op de andere avonden geldt dit voor minder dan de helft van de bewoners. Op zondagavond en op doordeweekse avonden geeft ongeveer een kwart aan meestal niet of (bijna) nooit een plek te vinden voor de auto op redelijke afstand van de woning. Op zaterdagavond en vrijdagavond is dit bijna drie op de tien. Figuur 3 3

4 RAPPORTCIJFER BESCHIKBAARHEID PARKEERPLAATSEN Bewoners van het vergunningengebied konden een rapportcijfer toekennen aan de beschikbaarheid van parkeerplaatsen in hun buurt. In totaal geeft men gemiddeld een 7,0. Een aandeel van 1% weet geen cijfer te geven. Autobezitters in het gebied beoordelen de beschikbaarheid van parkeerplaatsen eveneens met een 7,0 gemiddeld. Bewoners uit de Binnenstad geven een lager cijfer, te weten een 6,6. TARIEVEN VERGUNNINGEN Aan de respondenten die tenminste één vergunning hebben is gevraagd om het tarief te beoordelen. Vrijwel niemand vindt de tarieven voor de vergunningen (erg) goedkoop. Het tarief van de 1 e bewonersvergunning wordt vooral als redelijk beoordeeld (63%), net zoals de bezoekersregeling (56%). Over de 2 e of volgende bewonersvergunning (n=30) geeft men aan deze (erg) duur te vinden. Figuur 4 4

5 BEZOEKERSREGELING Per 1 maart 2015 is de bezoekersregeling ingegaan ter vervanging van de papieren bezoekerskaart. Van de bewoners met een bezoekersregeling maakt vrijwel iedereen ook van deze regeling gebruik (98%). Een aandeel van 2% geeft aan de bezoekersregeling niet te gebruiken. De respondenten die de bezoekersregeling gebruiken konden vervolgens aangeven of zij het eens dan wel oneens zijn met een drietal uitspraken over de digitale bezoekersregeling. Bijna driekwart is het (zeer) eens met de stelling voldoende te hebben aan de 408 uur van de bezoekersregeling. Een tiende deel geeft aan het hiermee (zeer) oneens te zijn. Ongeveer de helft van de respondenten reageert positief op de stellingen dat de bezoekersregeling een verbetering is ten opzichte van de oude bezoekers kaart en dat de bezoekersregeling gebruiksvriendelijk is. Bijna drie van de tien bewoners zijn het (zeer) oneens met deze twee stellingen. Een vijfde deel reageert neutraal. Figuur 5 De gebruikers van de bezoekersregeling zijn nog gevraagd om deze te beoordelen met een rapportcijfer. Het was ook mogelijk te kiezen voor de optie weet niet. Gemiddeld geeft men een 6,5 als rapportcijfer aan de bezoekersregeling. Dit geldt ook voor autobezitters. Bewoners van de Binnenstad geven een hoger cijfer, namelijk een 7,0 gemiddeld. Bewoners van de andere wijken in Delft geven een 6,3 gemiddeld. 5

6 GEHANDICAPTENPARKEERKAART De overgrote meerderheid van de respondenten heeft geen gehandicaptenparkeerkaart (97%). Een aandeel van 3% heeft wel de beschikking over deze kaart. Aan de respondenten die binnen hun huishouden een gehandicaptenparkeerkaart hebben, zijn twee stellingen voorgelegd. Drie van de tien respondenten met een gehandicaptenparkeerkaart zijn het (zeer) eens dat de prijs van de kaart redelijk is. Vier van de tien respondenten zijn het met deze stelling (zeer) oneens. Voor de stelling Er zijn genoeg algemene plekken om te parkeren geldt dat een kwart het (zeer) eens is met de stelling. De meerderheid van de respondenten is het (zeer) oneens (55%). Figuur 6 De 33 respondenten met een gehandicaptenparkeerkaart zijn nog gevraagd of zij weten dat zij met hun kaart gratis mogen parkeren op alle parkeerplaatsen. Driekwart van de respondenten weet dat zij met de kaart gratis mogen parkeren op alle parkeerplaatsen (74%). Een kwart wist dit niet. 6

7 KORT PARKEREN Bijna de helft parkeert wel eens op een plek waarvoor zij bij een parkeerautomaat dienen te betalen of via mobiel parkeren (45%). Aan deze groep respondenten die wel eens kort parkeren op straat in Delft, zijn vier stellingen voorgelegd. Vier van de tien respondenten zijn het (zeer) eens met de stelling dat de afstand van de parkeerplek op straat tot de bestemming prima is in Delft. Een kwart van de respondenten is het (zeer) oneens met deze stelling. Bij de andere drie stellingen is het aandeel dat het (zeer) oneens is groter dan het deel dat het (zeer) eens is (telkens ongeveer een kwart van de respondenten). Ruim de helft van de respondenten is het (zeer) oneens met de stelling dat de prijs van een parkeerkaartje voor parkeren op straat redelijk is. Ruim vier van de tien respondenten zijn het (zeer) oneens dat er altijd voldoende plek is op straat om de auto te parkeren of dat de parkeerautomaten gebruikersvriendelijk zijn. Figuur 7 7

8 PARKEERGARAGES Zes van de tien respondenten parkeren wel eens in de parkeergarages in Delft (59%). Aan de respondenten die wel eens parkeren in de parkeergarages in Delft, zijn drie stellingen voorgelegd. Het ruime merendeel is het (zeer) eens met de stelling dat er altijd voldoende plek is in de parkeergarages in Delft. Enkel 6% is het hiermee (zeer) oneens. Twee derde deel is ook positief over de afstand van de parkeerplek in de garage tot de bestemming. Ruim een tiende is negatief over deze afstand. Over de prijs is men minder te spreken. Het merendeel is het (zeer) oneens dat de prijs voor het parkeren in parkeergarages in Delft redelijk is (56%). Een vijfde deel vindt de prijs redelijk. Figuur 8 8

9 MOBIEL PARKEREN Aan alle respondenten is gevraagd of zij ervaring hebben met mobiel parkeren. De meerderheid heeft dit niet (75%). Een kwart heeft wel ervaring met mobiel parkeren. De ervaring met mobiel parkeren is, in overeenkomst met de verwachting, het grootst onder autobezitters (32%). Respondenten die ervaring hebben met mobiel parkeren hebben hun tevredenheid kunnen aangeven over het systeem. Dit zijn vrijwel allen autobezitters (97%). Ruim acht van de tien respondenten zijn (zeer) tevreden over mobiel parkeren. Een klein tiende deel reageert neutraal of geeft aan (zeer) ontevreden te zijn over mobiel parkeren. Figuur 9 ALGEMEEN OORDEEL PARKEREN Aan alle respondenten is gevraagd om een algemeen oordeel te geven over het parkeren in Delft, in de vorm van een rapportcijfer. Het was ook mogelijk om weet niet aan te geven. Respondenten met een auto in hun bezit beoordelen het parkeren in Delft in overeenkomst met het gemiddelde, namelijk met een 5,9. Tabel 2. Algemeen oordeel parkeren in Delft, naar autobezit, 2016 n cijfer gegeven gemiddeld cijfer % weet niet autobezitter 762 5,9 6% soms auto ter beschikking 56 6,1 27% geen auto 85 5,6 44% totaal 904 5,9 13% WAT GAAT ER MET DE RESULTATEN GEBEUREN? Met deze DIP-meting wordt de beleving van het parkeren gemeten, de subjectieve kant. De resultaten worden gebruikt voor de jaarlijkse monitoring van het nieuwe parkeerbeleid. In deze monitoring zitten ook zaken als parkeerdruk op straat, de objectieve kant van het parkeerbeleid. 9