Hoe ben ik hier vanaf aan gaan werken?

Transcriptie

1 Competenties Kritisch reflectief Bij de beoordeling van het assassment in jaar twee is naar voren gekomen dat ik bij de competentie kritisch reflectief de feedback onvoldoende heb verwerkt in mijn reflecties en daarnaast zijn de reflecties van te weinig diepgang. Voor de herkansing van het assessment zijn dit de punten waar ik mij op richt. Ik heb allereerst de feedbacks van het project op een rijtje gezet om zo een beeld te geven van wat er toendertijd aan feedback is gegeven en hoe ik hier aan gewerkt heb. Zo kan ik laten zien dat ik mijn feedback beter kan verwerken dan naar voren is gekomen tijdens mijn assassment. Ik heb feedback gekregen van Jannie Vinke, Willo de bilt en Anneke Janssen. Deze zijn terug te vinden onder het kopje Feedback op mijn site. De belangrijkste punten die in de eerste feedback naar voren kwamen waren; Meer inzicht krijgen in eigen werkproces door bijvoorbeeld het creatief maakprcoces van Graham Wallas. Meer beeldmateriaal maken Onderzoek doen naar andere discipline Tekst omzetten in beeld Hoe ben ik hier vanaf aan gaan werken? Meer inzicht krijgen in eigen werkproces door bijvoorbeeld het creatief maakprcoces van Graham Wallas. Het creatief maakproces van Graham Wallas is een reflectie model waar ik mee zou gaan werken maar als ik terug kijk op het project heb ik eigenlijk alleen gebruik gemaakt van reflecteren door middel van ABCD en Korthagen. Ik kan me voorstellen dat het in jaar twee de bedoeling is dat ik laat zien dat ik op meerdere manieren kan reflecteren. Aangezien ik tijdens het eerste feedback gesprek heb gezegd dat ik hieraan zou werken en dit niet heb gedaan, neem ik dit mee naar het project waar ik nu mee bezig ben Het Tekort. Ik werk tijdens dit project met reflecteren door middel van ABCD en heb nu een aantal keer gereflecteerd aan de hand van het creatief maakproces van Graham Wallas. Dit is de eerste keer dat ik hiermee werk en ik kan daarom zeggen dat ik op dit punt aan het ontwikkelen ben. Hoe ik hier nog meer aan kan werken is door de reflectiemodellen die ik nu ken te blijven gebruiken en deze kennis in mijn werkboek terug te laten komen. Waar ik nu meer inzicht in krijg, is het punt dat ik eerst alle reflecties maakte, omdat het moest. Ik dacht bij het maken van een reflectie: dit moet, omdat de docenten van mij verwachten dat ik dit doe. De essentie van het maken van een reflectie is dat ik het doe voor mezelf, om even stil te staan bij hoe ik werk, waarom ik dit doe en hoe ik hiermee verder kan. Dit realiseer ik me nu pas. Toch vind ik het alsnog moeilijk om tijdens het maken van reflectie alleen aan mezelf te denken. Het zit er een beetje ingebakken dat ik alleen antwoord geef op de vragen van het model, waardoor de antwoorden oppervlakkig blijven en weinig persoonlijkheid bevatten. Hierover heb ik een gesprek gehad met Josien. Zij vertelde dat je reflecteren, ideeën en projecten ambitieuzer moet maken door jouw toekomstdromen hierin te verwerken. Wat zijn mijn toekomstplannen? Wat heb ik nodig om daar te komen? Hoe ga ik dit doen? Door reflectiemodellen toe te spitsen op mijn eigen plannen maak ik deze automatisch een stuk persoonlijker en heb ik meer motivatie om reflecties te schrijven voor mezelf, omdat het me

2 dan daadwerkelijk helpt om dichter bij mijn dromen te komen. Terwijl ik deze sterkte zwakte schrijf, voel ik dat de motivatie hiervoor meer groeit. Meer beeldmateriaal maken/tekst omzetten in beeld Toen ik het eerste feedback gesprek had, was er nog weinig beeldmateriaal om te laten zien bij het project eenzaamheid. Hier heb ik daarna aan gewerkt door een serie foto s te maken van beelden die voor mij eenzaamheid lieten zien. Dit waren foto s van Dulangi en van mij, op een bankje, bij het water, in een verlaten huis enz. Dit waren proefjes die ik al erg sterk vond en waar daarna officiële foto s van zijn gemaakt door fotograaf in opleiding Niels Bos. Na het ontvangen van alle foto s zijn de besten eruit gehaald om te fotoshoppen. De bewerkte foto s zijn uiteindelijk gebruikt in het eindwerk, wat een filmpje is geworden. Ik kan zeggen dat na het feedback gesprek er meer beeldmateriaal is gemaakt en dat ik hiermee al een heel stuk verder gekomen. Dit blijft toch een heel goed leerpunt, omdat ik zelf nog meer moet leren om een beelddenker te worden. Ik ben altijd iemand geweest die het plaatje wel ziet maar het automatisch opschrijft in plaats van dat ik er plaatjes van ga zoeken of maken. Er wordt tijdens het doorlopen van deze opleiding wel vaak gezegd; denk ik beeld, ga beeld maken en zoeken. Hier moet ik nog veel meer aan werken. Ik merk dat ik bij elk project opnieuw moet gaan leren om dit te doen. Het begint heel schriftelijk en daarna komt er een omslag, waarbij ik toch ga zoeken naar beeld en beeld ga maken. Dit is vaak te laat en dit zou ik eerder moeten doen. Tijdens het project eenzaamheid vond ik zelf juist dat ik hier een stuk sneller in ben geweest dan voorgaande projecten. En nu met Het Tekort zit ik weer in deze situatie, waarbij het enige tijd duurt voordat ik beeldmateriaal ga maken. Waarom gebeurt dit? Ik merk dat ik veel ideeën heb en het lastig vind om een keuze te maken in welk thema ik wil gaan gebruiken voor het project. Onderzoek doen naar andere discipline Tijdens het project eenzaamheid heb ik gekozen om geluid en fotografie samen te combineren. Allereerst dacht ik aan muziek en daarna aan geluid. Het klopt dat ik niet voldoende onderzoek heb gedaan naar de discipline muziek. Ik heb in mijn werkboek gekeken en ik kon hieruit concluderen dat ik onderzoek heb gedaan naar het effect van muziek en het effect van geluid door middel van een gesprek met Willo en Anneke en daarnaast door bij mezelf na te gaan wat ik wil bereiken met de toevoeging van muziek of geluid. En dus niet specifiek naar de discipline muziek. Terwijl ik bezig was met het project, dacht ik goed bezig te zijn wat de andere discipline betreft maar nu ik terug kijk, begrijp ik de feedback beter. Ik denk dat ik te veel bezig ben geweest met fotografie en dat de andere discipline hier bij in is geschoten. Hoe kan ik dit anders doen? Nu ben ik bezig met een nieuw project, waarbij ik iets wil gaan doen met mode. Mode zie ik hier ook als een andere discipline waar ik onderzoek naar kan doen. Ik ben hier al deels mee bezig door te kijken naar welke modeontwerpers mij inspireren en waarom. Dit kan ik meenemen in het project en op die manier doe ik onderzoek naar een andere discipline. Wat ik merk is dat het helpt, als de andere discipline mij ook echt heel erg interesseert. Mode interesseert mij al mijn hele leven en is daarom ook een discipline waar ik met veel motivatie aan werk. Dit doe ik in de vorm van boeken bekijken, ontwerpen zoeken via internet en ik ben naar de Dutch Design week in Eindhoven geweest en heb de interessante

3 gesprekken en beelden opgeschreven en kaartjes meegenomen van ontwerpen die mij interesseren. Hier hoop ik weer inspiratie uit te halen voor mijn project. Feedback na de eindpresentatie: Na de eindpresentatie kwam naar voren dat het project een goede weergave is van mijn persoonlijke motieven en de combinatie van beeld en geluid interessant is maar dat het verder uitgewerkt kan worden. Door bijvoorbeeld: Projectie op meerdere vlakken. Beeld en geluid los koppelen. Meer contrast aanbrengen in beelden. Luisteren via een koptelefoon. De sfeer intiemer maken. Een aantal van deze punten had ik zelf ook bedacht maar hier was in die periode geen tijd meer voor. Daaruit kan ik concluderen dat ik beter had kunnen plannen. Zo was het handig geweest als het (eind)product twee of drie weken eerder af was geweest, zodat ik dan nog twee of drie keer de tijd had gehad om met het product te experimenteren. Projectie op meerdere vlakken Nu is het product weergegeven op één plek in het lokaal. Ik had kunnen experimenteren met het filmpje projecteren op meerdere plekken in de ruimte. Hiervoor had ik gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld twee of drie computers en beamers. De beamers zouden op verschillende manieren in het lokaal geplaatst kunnen worden. Wat is het effect van meerdere projecties? Beeld en geluid los koppelen Nu hoorde er bij elk beeld een bepaald geluid. Ik had kunnen experimenteren met het geluid laten horen via oordopjes of koptelefoons en de beelden willekeurig te laten zien, zodat deze niet horen bij specifieke geluiden, wat weer kan zorgen voor verwarring, een emotie die hoort bij het begrip eenzaamheid. Meer contrast aanbrengen in beelden De beelden zijn over het algemeen foto s van Dulangi en mij in het bos. Dit was als eenzame plek uitgekozen. Hier had ik meer in kunnen variëren door bijvoorbeeld foto s in de stad, tussen mensen, oftewel op minder voor de hand liggende plekken. Luisteren via een koptelefoon Eenzaamheid is een heel persoonlijk en intiem gevoel. Door de ruimte donker te maken heb ik geprobeerd een intiemere sfeer neer te zetten. Maar nu zijn de geluiden voor de hele groep te horen. Ondertussen kunnen de luisteraars contact met elkaar hebben, waardoor de sfeer toch niet helemaal intiem blijkt. Door gebruik van een koptelefoon wordt de intiemiteit versterkt. Hier had in kunnen worden geexperimenteerd. Dit was ook mijn eigen idee maar hier heb ik geen tijd voor gehad. De sfeer intiemer maken Nu was de hele klas er om naar het product te kijken, de klas is niet heel groot maar om het gevoel eenzaamheid beter over te brengen had ik kunnen experimenteren met de grootte

4 van de groep. Zo had ik kunnen zeggen dat mensen per twee personen het lokaal in konden gaan om ze daarna aan de hand van een enquete te bevragen over het effect van het filmpje. Als ik dit met verschillende samenstellingen had uitgeprobeerd, kon ik de keuze voor de grootte van de groep verantwoorden door middel van de uitkomsten van de enquetes. Hoe ga ik in het komende project werken aan deze competentie? Inmiddels ben ik begonnen met het eerste project van leerjaar drie. Dit project duurt twee periodes en ik schrijf hiervoor elke week een reflectie aan de hand van het reflectiemodel van Graham Wallas. Op deze manier ben ik bezig met een reflectiemodel waar ik niet eerder mee gewerkt heb en maak ik mijn proces inzichtelijk voor mezelf en voor anderen. Daarnaast neem ik de feedback die gegeven is bij het assassment in jaar twee, over dat ik mijn feedback moet verwerken in mijn proces, mee tijdens dit proces. Dit doe ik bijvoorbeeld door de tips die gegeven zijn tijdens het gesprek met Marlou te onderzoeken. Zo heeft zij bijvoorbeeld als adies gegeven om eens te kijken naar de documentaire van Sunny Bergman. Deze heb ik gekeken en ik heb opgeschreven wat mij hieruit opviel. Op deze manier probeer ik uit te zoeken hoe ik het project verder kan vormgeven.

5 Pop Jaar 3 Het vorige assassment had ik een pop geschreven aan de hand van waar ik dacht aan te moeten werken en niet aan de hand van mijn doelen die ik in de toekomst zou willen bereiken, terwijl het ook erg belangrijk is om te weten wat als het ware mijn toekomstdromen zijn, om te kijken of ik daar tijdens de opleiding docent beeldende kunst en vormgeving aan kan werken aan de hand van doelen die ik mijzelf stel. Daarom wil ik tijdens de pop voor het herassassment ambitieuzer en toekomstgerichter zijn in mijn doelen dan in mijn geschreven pop uit jaar twee. Toen ik aan deze opleiding begon was ik 19 jaar oud. Ik wist dat ik een creatieve praktisch gerichte studie wilde doen en toen heb ik gekozen voor de opleiding docent beeldende kunst en vormgeving. Nu zit ik in leerjaar drie en merk ik dat ik minder gemotiveerd ben voor de opdrachten en projecten die ik doe. Hierover ben ik gaan nadenken en toevallig doe ik een onderzoek naar concentratie, waar het begrip motivatie nauw mee samenhangt. Hierin komt sterk naar voren dat de hoeveelheid motivatie die er kan worden opgebracht alles te maken heeft met bepaalde persoonlijke interesses. Ik kan concluderen uit de vorige projecten dat project 7 wel mijn interesse had maar project 8 niet. Dit sluit aan bij mijn interesse om praktisch bezig te zijn en bij het feit dat ik nooit goed ben geweest in verslagen maken/essays schrijven, hierin voel ik mij onzeker. Volgens het onderzoek is het de kunst een opdracht zo te vormen dat het dichter bij mijn eigen interesses ligt. Dit houd ik vanaf nu in gedachten. Zo heb ik besloten om met project 9 te gaan werken met de andere discipline mode. Dit is een onderwerp dat mij heel erg interesseert. Thuis heb ik verschillende fashion boeken liggen en ik kijk graag naar documentaires over het ontstaan van grote modehuizen, zoals bijvoorbeeld Chanel. Dit brengt mij bij mijn toekomstdromen. Stapje voor stapje ben ik erachter gekomen dat mijn hart niet ligt bij het docentschap en het zelf maken van kunst, zoals wij dit tot nu toe doen met hout, klei en schilderen. Ik merk dat ik het ondernemerschap erg interessant vind in combinatie met mode en een creatief concept. Mijn droom is dan ook om een eigen winkel te openen, hiervan zelf de inkopen te doen, de inrichting en de promotie. Een modezaak die inhoudelijk gericht is op de vrouw maar zich onderscheid van andere zaken door zich op andere punten ook te richten op de man. Zelf ben ik wel eens aangelopen tegen het feit dat een man zich verveeld of ergert tijdens het shoppen met een vrouw. Mannen zijn hierin doelgerichter, over het algemeen minder kieskeurig en sneller dan een vrouw, wat voor wrijving kan zorgen. Nu lijkt het mij geweldig om een zaak te openen waar voor de vrouw, van top tot teen alles te vinden is en waar de man ook mee naar toe wil, omdat hij zich er ook kan vermaken. Hoe zie ik dit voor me? Door een soort mancave toe te voegen in de winkel waar de man met een kopje koffie op een heerlijke bank rustig de krant kan lezen, kan laptoppen met gratis wifi, tv kan kijken (voetbal) of even langs de barber kan gaan, hoop ik het shoppen met een vrouw aantrekkelijker te maken. Oftewel ik wil met dit thema een creatief concept ontwikkelen voor in de toekomst. Detailhandel is een lastig vak en doordat ik hierin niet opgeleid ben zie ik hier een uitdaging in en lijkt het me interessant om hier nu al meer mee aan de slag te gaan. Daarom wil ik mijn doelen meer gaan richten op mijn ideeen. Want wat kan mij nu al helpen?

6 De doelen die ik mijzelf stel zijn: 1. Door middel van contacten leggen door personen te benaderen die mij verder kunnen helpen wil ik mijn netwerk uitbreiden. Het is in de kunst, mode en het ondernemerschap erg van belang om een groot netwerk op te bouwen. Op deze manier kan ik beter worden ondersteund op weg naar mijn doelen door vakmensen die hierin meer of op een ander gebied ervaring hebben dan ikzelf. Dit kan mij mogelijkheden bieden die ik bijvoorbeeld zelf niet zou inzien of zou tegenkomen zonder hulp. Daarnaast lijkt het mij fijn om voor mijn plannen andere inzichten te krijgen door visies van anderen. S - Door mijn vader om hulp te vragen hoop ik via hem dit jaar nog mijn netwerk uit te breiden. Edwin Boomstra werkt vanuit het familiebedrijf SAB Accountants en Belastingadviseurs als coach voor startende ondernemers. Hij geeft hiervoor in een vast team workshops voor personen die hun eigen bedrijf willen starten. Deze workshops heten De ladder naar succes en hij is onderdeel van een vast team De Experts. Zij verzorgen de workshops vanuit De Drentse Zaak in Assen. De Drentse Zaak biedt ruimte voor gevestigde ondernemers en bedrijfsadviseurs. Deze werken samen om starters te omringen met kennis en ervaring. De workshops beginnen in februari en zullen zeven weken duren. Hier kan ik aan mee doen in combinatie met mijn minor Ondernemen. M Door deel te nemen aan De ladder naar succes kom ik zeven weken lang in contact met verschillende experts van De Drentse Zaak. Elke week zijn er verspreid over één dag verschillende workshops ingeroosterd. Elke workshop zal worden gegeven door een expert op een ander gebied van het ondernemerschap. Elke workshop wordt gegeven aan de hand van een powerpoint en de hele workshop zal worden afgesloten met het behalen van een certificaat met handtekeningen van de verschillende experts. Hierdoor kan ik dit doel meetbaar maken. A Door mijn vader op de hoogte te stellen van mijn deelname aan De ladder naar succes en daadwerkelijk zeven weken lang deel te nemen aan deze workshops maak ik dit doel activerend. R Dit doel is in dit schooljaar haalbaar, aangezien ik de workshops kan volgen in combinatie met de minor die ik ga volgen vanaf eind januari. De workshops zullen in totaal zeven weken duren. Na die zeven weken ben ik in contact gekomen met verschillende experts, heb ik mezelf omgeven met vakmensen die gericht zijn op het ondersteunen van startende ondernemers en heb ik deelgenomen aan workshops waar meerder personen aan deelnemen. Ook zij zullen mij helpen mijn netwerk uit te breiden, door met hun in contact te komen. T- Vanaf Januari ga ik bezig met dit onderdeel van mijn doelen aan de hand van De ladder naar succes en mijn minor Ondernemen.

7 2. Door mij meer te verdiepen in de mode(geschiedenis) en bestaande modezaken te benaderen wil ik leren wat er komt kijken bij het zelf inkopen van mode voor een eigen zaak. S Om meer te weten te komen over hoe het inkopen van mode voor een eigen zaak werk en wat je daarvoor in huis moet hebben wil ik dit graag onderzoeken. Allereerst wil ik meer ingaan op de mode van nu en hoe dit zich van vroeger uit ontwikkeld heeft. Voor project 9 moet ik een brononderzoek doen en ik neem dit thema als uitgangspunt voor mijn onderzoek. Zo kan ik verschillende modemerken onderzoeken om op die manier tijdens de opleiding alvast te werken aan dit doel. Het benaderen avn modezaken kan ik doen via mijn vader, aangezien hij veel connecties heeft binnen deze branche. Hier kan ik nu mee beginnen en aan blijven werken gedurende deze opleiding en daarna. M Aan de hand van mijn brononderzoek voor project 9 kan ik het eerste gedeelte van dit doel meetbaar maken. Het brononderzoek wordt uitgeprint en ingeleverd bij de docenten die het project leiden. Het tweede gedeelte kan ik meetbaar maken voor mezelf door alle informatie die ik heb opgedaan te noteren/vast te leggen. A Tijdens project 9 kan ik hier aan werken door middel van eht maken van een brononderzoek. R Het doel is realistisch en kan haalbaar zijn tijdens het volgen van deze opleiding. Aangezien ik in januari start met mijn minor hoop ik het onderzoek naar dit doel tegelijkertijd te kunnen doen om op die manier ook een ebter beeld te geveen van de haalbaarheid van mijn odnernemeing. Tijdens de minor krijg ik daar voldoende tijd voor, want de minor biedt ongeveer twee dagen gezamenlijke lessen. De rest van de dagen is er ruimte voor mijn eigen onderzoek en het werken aan mijn plannen. T Dit doel is haalbaar binnen de reesterende jaren van de opleiding DBKV. Ik hoop binnen die tijd te weten wat ik precies wil om er na de opleiding gerichter mee aan het werk te kunnen gaan. Waar ben ik achter gekomen? Wat moet anders? Wa voor hulp heb ik nodig? Enz.