Carpoolen. Er is een carpoolterrein langs Baron van Nagellstraat bij de op- en afrit van de A1 (eigenaar Rijkswaterstaat).

Transcriptie

1 Carpoolen Het faciliteren van carpoolen draagt bij aan het terugdringen van het autoverkeer; een hogere bezetting per voertuig betekent een efficiëntere benutting van de wegcapaciteit. Daarnaast kent carpoolen ook voordelen voor het milieu. De gemeente stelt zich als taak de mogelijkheid tot carpoolen te faciliteren. Binnen de gemeente Barneveld zijn of worden de volgende initiatieven ontplooit op carpoolgebied: Er is een carpoolterrein langs Baron van Nagellstraat bij de op- en afrit van de A1 (eigenaar Rijkswaterstaat). De provincie Geldeland heeft een carpoolterrein gecombineerd met het busstation Wittenberg. De gemeente Barneveld gaat een terrein realiseren in combinatie met de private ontwikkeling van een benzineverkooppunt / wasstraat aan de Scherpenzeelseweg N805 bij op- en afrit A30 Barneveld-Zuid en Barneveld. Daarnaast bekijkt de gemeente Barneveld de mogelijkheden om, samen met de benodigde parkeercapaciteit voor een evenementenhal, bij de Thorbeckelaan op- en afrit A30 Barneveld/Harselaar een carpoolfaciliteit te creëren. GVVP Barneveld

2 Openbaar vervoer GVVP Barneveld

3 Openbaar vervoer De spoorlijnen Amersfoort Barneveld-Ede en Amersfoort - Apeldoorn vormen een belangrijke ruggengraat voor het openbaar vervoer voor Barneveld en Harselaar. Bij de regionale bereikbaarheid is ingegaan op de netwerkeisen die de gemeente in zal brengen bij overheden en instanties die de railinfrastructuur en de exploitatie van het openbaar vervoer onder hun hoede hebben. Hoewel de gemeente de exploitatie van het openbaar vervoer niet doet, kan ze toch op een aantal terreinen het gebruik van het openbaar vervoer bevorderen. Het gaat er dan om de bereikbaarheid en gebruikswaarde van het openbaar vervoer te optimaliseren door goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van haltes, bijvoorbeeld door goede en veilige fietsroutes te realiseren. De gemeente zal bij verdere uitgroei nagaan of er kansen zijn voor een bus die aanvullend op de Valleilijn de kern Barneveld bedient. Een andere taak die de gemeente op zich neemt ligt in het plannen van geschikte ruimtelijke ontwikkelingen rondom de stationslocaties. Gedacht wordt aan wonen in hogere dichtheden, voorzieningen (scholen) met een regionale functie en voorzover mogelijk: kantoren. Ook een goed bereikbaar transferium bij de toekomstige halte Zuid kan een bijdrage leveren doordat ze extra treinpassagiers geeft. Een dergelijke ontwikkeling van stationslocaties zorgt voor méér openbaar-vervoerreizigers en biedt daarmee tevens meer garanties tot handhaving van de status van het station. GVVP Barneveld

4 Openbaar vervoer De tunnel in de Stationsweg/Baron van Nagellstraat onder het spoor Amersfoort - Apeldoorn is enerzijds een voorwaarde voor het laten halteren van een trein op het hoofdspoor bij Barneveld-Noord. Anderzijds draagt het bij aan en duurzame bereikbaarheid van Barneveld, Harselaar en Voorthuizen. In het voorjaarsoverleg tussen landsdeel Oost en de Ministeries van V&W en VROM zijn afspraken gemaakt over het initiëren en continueren van (boven)regionale projecten in het oostelijk deel van Nederland. Afgesproken is dat er dubbel spoor ter hoogte van station Barneveld-Noord wordt gerealiseerd inclusief een nieuw perron. Dubbel spoor is ter plaatse nodig voor een robuuste aansluiting van de Valleilijn op het hoofdspoor Amersfoort - Apeldoorn. Een trein van Amersfoort naar Barneveld hoeft dan niet meer op het hoofdspoor te wachten tot de trein uit Barneveld station Barneveld-Noord heeft verlaten. Treinvertragingen op het hoofdspoor en de Valleilijn worden hierdoor verminderd. Dubbel spoor bij Barneveld-Noord kan ook een voorwaarde worden voor de openstelling van station Barneveld-Zuid. Mogelijkheden station Stroe In Stroe komen een aantal stromen samen: kazerneverkeer, recreatieverkeer (Natuurtransferium Stroe!) en verkeer vanuit de kern Stroe zelf. Er zijn wensen om voor deze stromen openbaar vervoer als alternatief aan te bieden in de vorm van een station Stroe. Op korte termijn zijn er weinig mogelijkheden: te verwachten is dat het reizigersaanbod helaas onvoldoende zal zijn voor de opening van een station. De prioriteit van de gemeente ligt bij het station Barneveld-Noord aan de lijn Amersfoort - Apeldoorn. GVVP Barneveld

5 Openbaar vervoer Toegankelijkheid bushaltes Een goed toegankelijk collectief personenvervoer komt niet alleen ten goede aan ouderen of mensen met een mobiliteitsbeperking. Ook kleine en lange mensen, mensen met een been in het gips, mensen met kinderwagens of mensen met bagage hebben baat bij een goede toegankelijkheid. Het is daarom van belang om bij het ontwerpen van infrastructuur, de inrichting van voertuigen en de reis- en route-informatiesystemen rekening te houden met de beperking(en) van de reiziger. In de Wet personenvervoer 2000 is opgenomen dat bij het verlenen van een concessie aan een vervoermaatschappij rekening moet worden gehouden met de toegankelijkheid van het vervoer voor ouderen en gehandicapten. De wet verplicht de decentrale overheden om bij het uitschrijven van een aanbesteding voor stadsen streekvervoer toegankelijkheid als dwingend criterium te hanteren. Barneveld heeft, geïntegreerd met recent uitgevoerde verkeersplannen, een aantal haltes reeds verhoogd aangebracht en van geleidelijnen voorzien. De komende jaren worden de belangrijkste haltes aangepast. GVVP Barneveld

6 Recreatieverkeer GVVP Barneveld

7 Recreatieverkeer Met name in het buitengebied neemt de verkeersdruk steeds verder toe. Daar ontstaat steeds meer spanning tussen autoverkeer en fietsers en voetgangers. Dit heeft ook gevolgen voor de recreatieve beleving en het recreatieverkeer. Er dient een recreatief fietsroutenetwerk gerealiseerd te worden dat voldoende alternatieven biedt voor de recreatieve fietser om drukke wegen te ontwijken. Dit gemeentelijk fietsnetwerk is complementair aan het door de provincie vastgestelde fietsroutenetwerk. De gemeente streeft ernaar om niet alleen hier maar op meerdere plekken langs de randen van de Veluwe grotere parkeervoorzieningen te realiseren zodat de verkeersdruk op de wegen ín de Veluwe afneemt. Aanvullend zullen altijd kleine parkeervoorzieningen in de Veluwe nodig zijn. Barneveld zal in 2009 volledig opgenomen zijn in het recreatieve fietsknooppuntensysteem. Nu is Barneveld nog beperkt opgenomen in het Veluwse knooppuntennetwerk maar dat zal aanzienlijk verbeterd worden. Tegelijk wordt Barneveld aangesloten op het Utrechtse knooppuntensysteem. Van de vele wandelroutes die in of via gemeentelijk grondgebied lopen is er één die aparte vermelding vraagt; de Koninklijke Weg. Deze route van Paleis Noordeinde naar Paleis t Loo loopt in de gemeente via De Glind, Barneveld, Kootwijkerbroek en Kootwijk. Stroe is een goede plek voor een transferium. Bezoekers van de Veluwe die met de auto hier arriveren, kunnen van hieruit per fiets de bossen in. Er wordt momenteel gewerkt aan dit Natuurtransferium Stroe. In 2009 is dit naar verwachting gereed. GVVP Barneveld

8 Landbouwverkeer GVVP Barneveld

9 Landbouwverkeer Binnen de agrarische sector zijn twee trends zichtbaar; enerzijds krimpt het aantal bedrijven in deze sector, anderzijds treedt binnen de blijvende ondernemingen een schaalvergroting op. Dit leidt tot minder bedrijfslocaties, maar tegelijkertijd wel tot grotere landbouwvoertuigen. Landbouwverkeer conflicteert meer dan eens met recreatief en utilitair fietsverkeer. Vooral op schoolfietsroutes treedt deze conflicterende situatie op, wat leidt tot een gevoel van onveiligheid. De maatregelen die de gemeente wil nemen zijn reeds genoemd bij het planonderdeel fietsverkeer. Het steeds zwaardere landbouwverkeer brengt risico s met zich mee voor de veiligheid van fietsers, maar ook voor de kwaliteit van wegen en bermen. En dat terwijl we de verkeersveiligheid voor fietsers in het buitengebied willen vergroten. Met de voorgestelde wegencategoriseringsmaatregelen wordt het verkeer geconcentreerd op de 80 km-wegen, die fietspaden krijgen. De 60 km-wegen zullen een rustiger verkeersbeeld krijgen. Dat vormt ook een goede basis voor veilig landbouwverkeer. Bijzondere maatregelen als omleidingsroutes voor landbouwverkeer zijn niet nodig. Bij onderhoud van wegen in het buitengebied zullen smalle wegen van 3,0 tot 4,5 meter, waar brede voertuigen elkaar alleen kunnen passeren als ze met de rechterkant door de berm rijden, worden voorzien van bermverharding. Een ander aandachtspunt is de communicatie rondom aandachtslocaties door middel van attentieborden. Snelheidsremmende maatregelen in het buitengebied zijn het landbouwverkeer het minst tot last als kruispunten worden ingericht tot een groot plateau en op wegvakken sprake is van een verharde berm. Binnen de kleine kernen vragen de landbouwvoertuigen aparte aandacht. De trend van steeds bredere, grotere voertuigen betekent dat een aantal traditionele maatregelen om de snelheid te remmen tot problemen zal gaan leiden. Normale wegversmallingen worden bijvoorbeeld stukgereden door de brede voertuigen. Naast drempels en plateaus kan nog wel aan wegversmallingen in een aangepast ontwerp gedacht worden. De trottoirbanden zijn daarbij zo ontworpen dat ze berijdbaar zijn voor brede landbouwvoertuigen. GVVP Barneveld

10 Goederenvervoer 2020 Snelweg Overige routes goederenvervoer Bevoorradingsroute centrum Spoorlijn Goederenterminal Facility Center GVVP Barneveld

11 Goederenvervoer Een dynamische gemeente als Barneveld, met een regionaal bedrijventerrein gelegen aan twee snelwegen, is niet denkbaar zonder vrachtverkeer. De verwachting is dat het goederenvervoer de komende jaren nog zal groeien. Het is daarom van belang deze ontwikkelingen te geleiden, door het instellen van voorkeursroutes voor vracht- en bevoorradingsverkeer. Ondernemingen, winkels en horeca in de stad moeten worden bevoorraad en vuil moet worden opgehaald. Ook hiervoor zijn voorkeursroutes gedefinieerd. De filosofie die hierbij gehanteerd wordt is dat zo veel mogelijk via de (toekomstige) rondwegen gereden wordt en via bepaalde invalswegen de bestemming in de kern bereikt kan worden. Omwille van het vergroten van de verkeersveiligheid en doorstroming wordt de Stationsweg verboden terrein voor doorgaand vrachtverkeer, zodra de oostelijke rondweg als alternatief gereed is. De langs de weg gelegen bedrijven zullen daarbij wel bereikbaar blijven voor vrachtverkeer. De belangrijke rol die de Harselaar heeft voor het goederenvervoer brengt ook parkeerbehoefte met zich mee. Het Facility Center langs de Nijkerkerweg gaat hierin voorzien. Het gaat een aantal voorzieningen bieden voor de langparkerende vrachtauto: - service en onderhoud; - horeca; - overnachting. In het winkelhart van Barneveld is de hinder van bevoorradend verkeer beperkt door regulering; de zogenaamde venstertijden bepalen de tijdstippen waarop de winkels bevoorraad kunnen worden. GVVP Barneveld

12 Externe veiligheid, uitrukroutes Routes gevaarlijke stoffen Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van indirect betrokkenen in de omgeving, zoals omwonenden naast een (goederen)spoorlijn of route waarop gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Als het gaat om mobiliteit is het transport van gevaarlijke stoffen van belang. Gevaarlijke stoffen zijn onder andere ammoniak, LPG en tal van chemische producten. Zonder deze stoffen is de productie van veel gebruiksartikelen en voedingsmiddelen onmogelijk. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water is daarom niet te voorkomen. Wel is het wenselijk om bij het vervoer van gevaarlijke stoffen zo veel mogelijk rekening te houden met het aantal omwonenden in de omgeving van transportroutes. Voor de routering van gevaarlijke stoffen is de Wet vervoer gevaarlijke stoffen van belang. Alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Binnen de gemeente zijn geen routes aangewezen. Uitsluitend op de gebiedsontsluitingswegen (type I en II) binnen de bebouwde kom mogen zonder ontheffing gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Uitrukroutes voor hulpdiensten De ontwikkeling van de nieuwe wegenstructuur en het wijzigen van de wegfuncties met bijbehorende inrichting kunnen positieve en negatieve gevolgen hebben voor de bereikbaarheid van het Hulpverleningscentrum, de opkomsttijden en het dekkingspercentage. Bij de realisatie of reconstructie van wegen dienen de belangen van de hulpdiensten zorgvuldig afgewogen en meegenomen te worden. Dit geldt ook voor de vormgeving van wegen en de inrichting van snelheidsremmende maatregelen. Met de realisatie van nieuwe infrastructuur, bijvoorbeeld de westelijke rondweg Barneveld, zullen sommige uitrukroutes wijzigen. Dit geldt ook bij een eventuele realisatie van een nieuwe, extra stalling voor brandweervoertuigen. Een nieuwe uitrukroute kan wijzigingen aan bestaande wegen tot gevolg hebben. Afhankelijk van de (nieuwe) uitrukroutes kan het nodig zijn om de knippen in de wegen die in dit plan zijn opgenomen, passeerbaar te maken voor hulpdiensten. Het huidige dekkingspercentage van de brandweer moet verhoogd worden. De in dit plan opgenomen maatregelen kunnen daarop van invloed zijn. De ligging en inrichting van infrastructuur is mede bepalend. De brandweer ontwikkelt diverse (ruimtelijke) plannen voor het bereiken van het doel. Met de realisatie van de (ruimtelijke) plannen of aanvullende infrastructurele maatregelen kunnen hoge investeringen gemoeid zijn. GVVP Barneveld

13 Monitoring en criteria De komende jaren is het van belang om door middel van monitoring te volgen of de maatregelen ook daadwerkelijk hun vruchten afwerpen. Door een goede monitoring is bijsturing van het beleid mogelijk zodat de hoofddoelstellingen gehaald kunnen worden. Het is van belang om de volgende aspecten te monitoren: Alle klachten, tips en gevoelens over verkeer en vervoer. Aantal ongevallen, letselongevallen, fietsongevallen en bromfietsongevallen (elke drie jaar een ongevallenanalyse). Jaarlijks verkeerstellingenprogramma op maatgevende wegvakken in de kernen. Tweejaarlijks verkeerstellingenprogramma op maatgevende wegvakken in het buitengebied. Tweejaarlijkse parkeerdrukmeting op maatgevende parkeerterreinen en straten. Het gaat bij monitoring nadrukkelijk niet alleen om aantallen en locaties, maar ook om betrokkenen. Zo kan, in samenwerking met de politie, gericht op voorlichting, educatie en/of handhaving worden ingestoken. Denk bijvoorbeeld aan ouderen in het verkeer, verlichting voeren, de helmplicht, gordelgebruik, roodlichtdiscipline, alcohol of snelheid. Periodiek zal op verschillende beleidsterreinen een tevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd. Hierin kan de komende jaren ook aandacht besteed worden aan het verkeer en vervoer in Barneveld. Via brieven, het wethoudersspreekuur, de bel- en herstellijn, en internet krijgt de gemeente input over wat de inwoners vinden van verkeerssituaties in hun leefomgeving. Maar ook de verenigingen van plaatselijk belang en de wijkplatforms kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Daarnaast wordt jaarlijks een rapportage opgesteld op het gebied van verkeer en vervoer, om op die manier adequaat te kunnen reageren op ontwikkelingen, en om de doelstellingen uit dit GVVP te monitoren. GVVP Barneveld

14 GVVP Barneveld

15 5 UITVOERINGS- PROGRAMMA GVVP Barneveld

16 Uitvoering (1) Het voorliggend plan vraagt een zorgvuldig gefaseerde uitvoering. Deels zal nieuwe infrastructuur tegelijk met de ruimtelijke opgaven moeten worden gerealiseerd. Het gaat dan om de ontsluiting van Harselaar-Zuid en om de zuidelijke woonwijken Veller 1,2,3. De overige nieuwe infrastructuur volgt de ruimtelijke ontwikkelingen wel maar vraagt om een eigen planning. Deels bestaat het plan uit reeds voorziene maatregelen, met een eigen planning. Op basis hiervan is een eerste voorlopige fasering opgesteld. Er worden drie fasen onderscheiden: - Korte termijn, plannen die realisering vragen vóór Plantermijn GVVP Lange termijn, plannen in lijn met de Strategische Visie die ná 2020 hun beslag dienen te krijgen. De voorlopige fasering is afhankelijk van de economische mogelijkheden. Daarbij speelt de huidige economische crisis een belangrijke rol. Korte termijn (2014) Voor de korte termijn zal de gemeente de noodzakelijke fiets- en auto-ontsluiting van Harselaar-Zuid en Veller realiseren. Overige fietsprojecten die tot 2014 gerealiseerd worden: Fietsoversteken Lunterseweg (Hertespoor) en Van Zuijlen van Nieveltlaan (Valkseweg) Fietsverbinding Plantagelaan Fietsverbinding Bloemendaallaan-Nijkerkerweg Fietsverbinding Van Wijnbergenlaan-JFC Fietsverbinding Esvelderbeek Fietspad Eendrachtstraat Fietspad Renswoudsestraatweg Fietspad Schaffelaarsebos Norschoten Fietspas Wolweg en Kootwijkerbroekerweg (Provincie) Bewaakte fietsenstalling in centrum Recreatieve fietsroute De Glind-Dronkelaarseweg Openbaar vervoerprojecten tot 2014: Verbeteren toegankelijkheid bushaltes Dubbel spoor ter hoogte van station Barneveld-Noord IC-station Barneveld-Noord Valleilijn station Barneveld-Zuid Onderzoek weg-railterminal Harselaar GVVP Barneveld

17 Uitvoering (2) Autoprojecten tot 2014: Westelijke omleiding Voorthuizen (Provincie) met noordelijke tak Oostelijke Rondweg Barneveld (Harselaar-Zuid Wesselseweg) Reconstructie Harselaarseweg Rotonde Nijkerkerweg-Harselaarseweg Tunnel Nijkerkerweg A1 verdiepen Spoortunnel Stationsweg/Baron van Nagellstraat Planstudie A1/A30 Parkeren in woonwijken Uitvoeren parkeernota Barneveld-Centrum Duurzaam Veilig 80 km-wegen: de Wesselseweg (Provincie) en de Apeldoornsestraat 60 km-wegen ten westen van de A30 (De Glind, inclusief Achterveldseweg en Dronkelaarseweg) 60 km-wegen omgeving Zwartebroek/Terschuur Diverse 30 km-wegen in de kernen: * Terschuur: Eendrachtstraat * Garderen: Centrum * Kootwijkerbroek: Essenerweg * Stroe: centrum en kommaatregel Tolnegenweg * Voorthuizen: enkele wegvakken en kruising Rembrandstraat-Rubensstraat bij westelijke omlegging N303 * Barneveld: De Vaarst, De Valk,Vliegersvelderlaan, Amersfoortsestraat, Wildzoom, Van Schothorststraat Realisering 3 carpoolterreinen Plantermijn GVVP (2020) Fietsprojecten Fietssnelweg (Putten)-Voorthuizen-Harselaar-Barneveld- (Lunteren-Ede) Fietsvoorzieningen netwerk kom Voorthuizen Openbaar vervoerprojecten Onderzoek Station Stroe Autoprojecten Oostelijke rondweg Barneveld (Wesselseweg- Scherpenzeelseweg) Rietberglaan doortrekken naar Oostelijke Rondweg Barneveld Westelijke Rondweg Barneveld (met aansluiting Thorbeckelaan en Plantagelaan) Afwaarderen centrumring Barneveld met fietsoversteken en knip Grote centrumring Barneveld. Met Van Zuijlen van Nieveltlaan (oostelijk deel) 2*2 en met tunnel Lunterseweg Duurzaam Veilig 80 km-weg: Walhuisweg 60 km-wegen: * omgeving Voorthuizen-Garderen * omgeving Kootwijkerbroek Stroe * Kootwijk Heetweg * Rijksweg (Zelderseweg en kom Terschuur) 30 km-wegen: * Barneveld: Schoutenstraat, Kallenbroekerweg * Zwartebroek: Platanenstraat Uitvoeren Parkeernota Barneveld-Centrum GVVP Barneveld

18 Uitvoering (3) Lange termijn, plannen in lijn met de Strategische Visie die ná 2020 hun beslag dienen te krijgen Mogelijke doortrekking A30 Extra aansluiting A1 Oostelijke Rondweg Voorthuizen Parallelweg A30 naar Ede Station De Vaarst Spoortunnel Nijkerkerweg GVVP Barneveld

19 Globale kostenindicatie Nieuwe wegen Randweg oost Barneveld valt grotendeels onder Harselaar-Zuid Randweg west Barneveld Fietssnelweg Aanpassing bestaande wegen V. Zuijlen v Nieveltlaan deels verdubbelen naar 2* Thorbeckelaan deels verleggen Spoortunnel Luntersweg Diverse wijkwegen van 50 km/h naar 30 km/h Diverse fietspaden in noord en zuid tracé strekken Centrumring 30 km/h, fietsvoorrangskruisingen Plattelandswegen van 80 naar 60 km/h km-wegen te reconstrueren weggedeelten (bochten), aanleg fietspaden Overig Fietsenstallingen centrum 3 stuks Uitbreiding parkeervoorziening centrum Barneveld volgt uit uitwerkingsplan parkeernota, kosten parkeerfonds pm Uitbreiding parkeervoorzieningen woonwijken volgt uit onderzoek eind 2009, nu geraamd op 200 pp Onvoorzien Totaal Toelichting: in dit kostenoverzicht zijn geen budgetten opgenomen van reeds in voorbereiding zijnde projecten, waarvoor reeds budgetten zijn gereserveerd. GVVP Barneveld

20 Financiering De vraag is waar benodigde middelen worden gevonden. In ieder geval zullen traditionele financieringsbronnen ten volle moeten worden aangewend. Daarnaast worden aanvullende financieringsmogelijkheden gezocht. Met dit plan wordt besloten dat er extra middelen moeten komen. Traditionele financieringsbronnen zijn: 1. Europese subsidies. 2. Rijksmiddelen vanuit het Ministerie van V&W (MIT/MIRT). 3. Rijksmiddelen vanuit het Ministerie van VROM. 4. Provinciale middelen vanuit de Provincie Gelderland (BDU, andere). 5. Regionale middelen. 6. Investeringsbijdragen vanuit ProRail. Meer creatieve vormen van financiering zijn: a. Het zoeken naar redelijke bijdragen van gebruikers op basis van het principe dat de gebruiker betaalt (denk aan betaald parkeren). b. Waardevermeerdering van grond als gevolg van nieuwe infrastructuur inzetten voor de realisatie van die infrastructuur. c. Bijdragen van het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven heeft belang bij realisatie van goede infrastructuur. Dit kan zich uiten in een bijdrage. d. Innovatief aanbesteden, wat doorgaans betekent dat ontwerp, bouw, beheer en financiering anders worden geregeld. e. Kiezen voor PPS-constructies. Door met publieke en/of particuliere partners samen te werken kunnen projecten goedkoper worden. 7. Middelen vanuit gemeentelijke fondsen (Parkeerfonds, Grondexploitatie, Fonds bovenwijkse voorzieningen, Infrastructuurfonds en algemene middelen). GVVP Barneveld

21 GVVP Barneveld

22 Colofon Titel Datum Kenmerk Versie Opdrachtgever Barneveld bereikbaar voor de toekomst, Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan 05 augustus 2009 BNV029/Mfr/0334 Definitief Gemeente Barneveld Verantwoordelijk wethouder: G.W. Tijmensen Projectleider: E. Brukx Projectteam gemeente Barneveld: R. Dijkman, J. W. Groothedde, P. van Putten Projectteam Goudappel Coffeng: R.W. Meilof, R. Bos, S. van der Eijk, G. Wiersma GVVP Barneveld

23 BIJLAGEN GVVP Barneveld

24 Bijlage 1: Kaderstellend mobiliteitsbeleid Nota Mobiliteit Centraal in de Nota Mobiliteit staat dat mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling. Een goed functionerend systeem voor personenen goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid zijn essentieel om de economie en de internationale concurrentiepositie te versterken. Hoofddoel is een acceptabele en voorspelbare reistijd op weg, water en spoor. Beprijzing van autogebruik is onvermijdelijk. Luchtkwaliteit en verkeersveiligheid zijn belangrijke aandachtspunten in het nationaal beleid: - In 2020 is de uitstoot van fijn stof en NOx met 40 procent afgenomen. - In 2020 is het aantal jaarlijkse verkeersdoden teruggedrongen tot 580 dodelijke slachtoffers. Groei van de mobiliteit wordt geaccommodeerd, zonder expliciete keuze tussen de verschillende modaliteiten. Daarnaast staat de reis van deur tot deur centraal. Een groot deel van de reis gaat door stedelijk gebied en over infrastructuurnetten van meerdere beheerders. Daarom moeten de overheden beter samenwerken en krijgen de regio s meer taken en bevoegdheden. Volgens de Nota is mobiliteit een kwestie van samenwerken. Via publiek private samenwerking krijgen bedrijven een toenemende rol bij de verbetering van de mobiliteit, verkeersveiligheid en leefomgeving. Daarnaast wil het Rijk, in lijn met de Nota Ruimte, ook binnen het mobiliteitsbeleid meer ruimte geven voor eigen oplossingen van provincies en gemeenten: 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Het idee achter de visie is dat verkeersproblemen overal anders zijn. Bijlage 1 GVVP Barneveld

25 Status Nota Mobiliteit De Nota Mobiliteit is een nationaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer (1998) en is de opvolger van het Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-II). In de Nota Mobiliteit staat het ruimtelijk beleid, zoals vastgesteld in de Nota Ruimte, verder uitgewerkt en wordt het verkeers- en vervoersbeleid beschreven. De Nota heeft een geldigheidsduur van vijftien jaar vanaf het moment dat de nota in werking treedt. De Eerste Kamer heeft 14 februari jl. de Nota Mobiliteit aangenomen. De Nota Mobiliteit is op 21 februari 2006 in werking getreden. Bijlage 1 GVVP Barneveld

26 Bijlage 1: Kaderstellend mobiliteitsbeleid PVVP Gelderland Doelstelling van het provinciale verkeer- en vervoersplan PVVP Gelderland 2004 is een duurzame balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en leefomgeving. Samengevat wil de Provincie: 1. Het verkeers- en vervoersysteem optimaliseren ten dienste van bereikbaarheid. 2. Bereikbaarheid van de stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen waarborgen. 3. Zorgen voor een duurzame mobiliteit met een goede en gezonde leefomgeving voor mensen. 4. Waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de unieke groene waarden in Gelderland. 5. Zorgen voor een veilige mobiliteit. 6. Evenwichtige inzet van middelen, met een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden en bedrijven. Om de ambities waar te maken kiest Gelderland voor de volgende aanpak: voorkomen, beter benutten, bouwen en beprijzen. Voorkomen: door ruimtelijk-economische ontwikkelingen beter af te stemmen op de infrastructuur worden onnodige mobiliteit en problemen in de leefomgeving voorkomen. Beter benutten: optimaal gebruiken van de bestaande wegen, fietspaden en OV-voorzieningen. Denk bijvoorbeeld aan verkeersmanagement, maar ook aan nieuwe stations aan bestaande spoorlijnen. Bouwen: realiseren van de projecten uit het Statenakkoord. Duurzaam Veilig-principes in het wegontwerp integreren. Beprijzen: het toevoegen van financiële prikkels wordt op termijn ook als een mogelijkheid gezien om bereikbaarheidsproblemen aan te pakken. Bijlage 1 GVVP Barneveld

27 Status PVVP Het PVVP geeft voor de komende 10 jaar richting aan het verkeers- en vervoersbeleid en is in juni 2004 door Provinciale Staten vastgesteld. Met dit PVVP geeft de provincie invulling aan de regisseursrol in het verkeers- en vervoersbeleid, zoals voortgekomen uit de decentralisatie van dit beleid door het Rijk. Dit betekent dat het plan verder reikt dan alleen het provinciale wegennet en de onder ons beheer vallende zaken. Conform de Planwet Verkeer en Vervoer is het PVVP ook kader voor het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid. Elke wegbeheerder behoudt uiteraard zijn eigen verantwoordelijkheid. Bijlage 1 GVVP Barneveld

28 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Vóórdat met de planontwikkeling is gestart heeft een gesprek plaatsgevonden met de Raad. Gesproken is aan de hand van de onderstaande stellingen over de richting die het plan zou moeten uitgaan. Elk onderwerp is afgerond met een korte meningspeiling. De resultaten staan in de grafiek. Stellingen Richtingaanwijzerdebat Vanuit de inventarisatie, de inloopavonden en de vele gevoerde gesprekken zijn ruim 20 stellingen afgeleid. Het betreft onderwerpen waarvan het belangrijk is te weten hoe de gemeente daar tegen aankijkt. In een informele sessie met raadsleden zijn ze besproken. De uitkomsten daarvan zorgen ervoor dat de aandacht in het verdere planproces op de goede dingen wordt gericht. Stelling 1: Positionering BNV De toekomstige positionering van de gemeente in de regio heeft zijn neerslag op de mobiliteitsbehoefte. Welke positionering is van belang voor Barneveld in 2030? A) aansluiten op de dynamiek van de Randstad B) focus op versterking relatie WERV? Stelling 2: Groei van de mobiliteit De voorziene groei naar mogelijk inwoners vraagt om een herziening van de verkeersstructuur. Hoe dient het verkeer hierop aangepast te worden? A) omleiden buiten de kern Barneveld B) faciliteren binnen de huidige structuren Stelling 3: Intern verkeer Naast grotere verkeersstromen vanuit en naar de regio kent Barneveld ook een groeiende interne verkeersgroei. Hoe dient in de gemeente omgegaan te worden met deze interne verkeersstromen? A) Barneveld blijft sterk inzetten op de auto B) Barneveld gaat inzetten op de alternatieven fiets en openbaar vervoer GVVP Barneveld

29 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Stelling 4: Centrumverkeer Het centrum met een regionale functie is deels afhankelijk van externe bezoekers met hun voornamelijk autogerichte verkeersstroom. Hoe dient omgegaan te worden met het centrumverkeer? A) autobereikbaarheid kan tegen een stootje: meer fiets, groen, verblijfsfunctie B) auto moet vertroeteld blijven: meer parkeren, doorstroomfunctie Stelling 5: Karakter BNV Een groene stedelijke omgeving is een belangrijk karakterkenmerk van Barneveld en de andere kernen. Hoe belangrijk is dit voor de verkeersomgeving? A) het is een investering waard B) het is mooi meegenomen Stelling 6: Parkeren in de wijk Barneveld kent een relatief hoge autodichtheid. Dit knelt vooral in de oudere wijken. Hoe dient omgegaan te worden met het parkeerruimtetekort in de oudere wijken? A) extra ruimte zoeken en dus faciliteren B) beleidsmatig ontmoedigen (bv vergunningenparkeren) Stelling 7: Fiets Een heldere interne fietsstructuur is van belang voor het fietsgebruik. Welke prioritering dient gevolgd te worden bij het opstellen van de verkeersstructuren? A) fietsstructuur voorop, autostructuur past zich aan B) autostructuur voorop, fietsstructuur past zich aan GVVP Barneveld

30 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Stelling 8: Fiets Een heldere interne fietsstructuur is van belang voor het fietsgebruik. Een goed fietsnetwerk is zo belangrijk dat het op cruciale punten om aanpassing van de bebouwing kan vragen A) mee eens B) mee oneens Stelling 9: Veiligheid De gemeente heeft een dicht wegennet in het buitengebied, meest 80 km-wegen. De objectieve en subjectieve verkeersveiligheid op 60 km-wegen is hoger. Op 60 km-wegen kunnen fietsvoorzieningen vaker achterwege blijven. A) de gemeente gaat vooral inzetten op daartoe ingerichte 60 km-wegen in het landelijk gebied B) de gemeente blijft bij 80 km-wegen en gaat selectief inzetten op fietspaden erlangs Stelling 10: OV-stations en RO Voor duurzame treinstations moeten veel mensen werken en wonen rondom stations. Hoe dient hiermee omgegaan te worden? A) van zo groot belang dat de ruimtelijke ontwikkelingen hierop aangepast moeten worden B) geen aanpassing van ruimtelijke ontwikkelingen Stelling 11: Kleine kernen Met een mindere autobereikbaarheid is het woonklimaat in Zwartebroek, Terschuur, De Glind, Stroe en Kootwijk beter af. A) eens B) oneens Stelling 12: (Landbouw)verkeer Verkeer (waaronder landbouw- en vrachtverkeer) dat door de kernen rijdt vormt een veiligheidsprobleem. Doorgaand verkeer moet via wegen rond de kernen afgewikkeld worden. A) eens B) oneens GVVP Barneveld

31 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Stelling 13: OV in Barneveld Voor een duurzame bereikbaarheid binnen de kern Barneveld is een stadsbus van belang. Hoe dient hiermee omgegaan te worden? A) van zo groot belang dat de gemeente bijdraagt in de exploitatie B) wel belangrijk maar moet binnen provinciale exploitatie passen Stelling 14: Railwegterminal In Harselaar-Zuid is ruimte voor een railwegterminal waar vanuit Amsterdam/Rotterdam aangevoerde goederen per rail overgezet kunnen worden op de vrachtauto. Vindt u dit een gewenste ontwikkeling? A) ja B) nee Stelling 15: Snelwegaansluitingen De dynamiek van Barneveld geeft een sterke groei van het externe verkeer. De snelweg aansluitingen zullen extra belast worden. De extra aansluiting op de A1 staat al lang op de agenda maar komt niet verder. Hoe gaat de gemeente hier mee om? A) blijven sturen op een extra aansluiting op de A1 B) capaciteit huidige aansluitingen vergroten Stelling 16: Spoorweghalte Stroe Regelmatig wordt de wens van een spoorweg-halte Stroe genoemd. Er rijdt geen stoptrein op dit traject. Er moet dus een stoptreinlijn worden toegevoegd. Er zullen relatief weinig instappers zijn op deze halte. Dat leidt tot verschillende inzichten over de levensvatbaarheid. Hoe groot is het belang van een halte Stroe? A) groot belang, zwaar op inzetten B) inzetten op bestaande ontsluiting (bus en weg) GVVP Barneveld

32 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Stelling 17: Parkeren Veluwe De bezoekers van de Veluwe parkeren de auto nu op vele plekken. Concentratie van het parkeren kan de hoeveelheid verkeer in het gebied verminderen. Een bezoek kan ook minder aantrekkelijk worden als de auto op minder plekken geparkeerd kan worden. Hoe dient hierop ingesprongen te worden? A) grote parkeerterreinen aan de Veluweranden B) veel kleine parkeerterreinen in het gebied Stelling 18: Subjectieve veiligheid Op meerdere punten worden de fietsoversteken onveilig beleefd, terwijl er objectief geen verkeersonveiligheidprobleem is. Hoe dient hiermee te worden omgegaan? A) accepteren B) investeren in voorzieningen als een VRI of een fietstunnel Stelling 19: Parkeren in het centrum, bezoekers Barneveld s centrum heeft goede parkeervoorzieningen maar dat neemt wel veel openbare ruimte in beslag. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt daarmee belast. Hoe dient omgegaan te worden met het centrumparkeren voor bezoekers? A) extra ruimte blijven zoeken op maaiveld? B) op aantrekkelijke plaatsen gebouwde parkeervoorzieningen realiseren. Stelling 20: Parkeren voor bewoners en werkers Barneveld s centrum en het gebied eromheen heeft goede parkeervoorzieningen maar dat neemt wel veel openbare ruimte in beslag. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt daarmee belast. Hoe dient omgegaan te worden met het parkeren voor bewoners en werkers bij nieuwe ontwikkelingen in het centrale gedeelte van Barneveld? A) extra ruimte blijven zoeken op maaiveld? B) nieuwe bebouwing moet in eigen, gebouwde parkeerplaatsenbehoefte voorzien. GVVP Barneveld

33 Bijlage 2: Gesprek met de Raad Stelling 21: A30 Doortrekking van de A30 brengt o.a. Almere en het noorden dichterbij. Het versterkt daarmee de strategische ligging van Barneveld. Het nut van de verbinding blijkt niet echt duidelijk uit de tot nu toe verrichte studies. De doorgetrokken A30 is voor de gemeente zeer belangrijk en moet er dus komen! A) mee eens B) oneens Stelling 22: rondweg-west De Strategische Visie laat een nieuwe verbinding zien tussen Thorbeckelaan en Plantagelaan. Dat zou een onderdeel kunnen zijn van een complete rondweg. A) Barneveld heeft die schakel niet nodig, de A30 ligt er al B) Leunen op de A30 is niet goed, die snelweg kan snel vol raken Stelling 23: Goede infra Goede infrastructuur heeft z n prijs. Als het nodig is om Barneveld ook in de toekomst van goede infrastructuur te voorzien, mag dat ten koste gaan van de OZB. A) ja B) nee GVVP Barneveld

34 Bijlage 2: Gesprek met de Raad; uitkomsten Blauw = A Geel = B Bijlage 2 GVVP Barneveld

35 Bijlage 3: Voorkeurskenmerken Duurzaam Veilig Categorie Stroomweg gebiedsontsluitingsweg erftoegangsweg Type Nationale stroomweg regionale stroomweg gebiedsontsluitingsweg I gebiedsontsluitingsweg II erftoegangsweg I erftoegangsweg II Verkeerskenmerken Maximumsnelheid Ontwerpsnelheid Trajectsnelheid Intensiteit > > < < Minimale binding geen geen regio regio verblijfsgebied verblijfsgebied Wegindeling Rijbaanindeling 2x2 2x1 (2x2) 2x2 1x2 1 rijbaan 1 rijbaan Scheiding rijrichting niet doorschrijdbaar niet doorschrijdbaar niet doorschrijdbaar overrijdbaar geen scheiding geen scheiding Verhardingsbreedte 2 x 6,25 (2 x 9,95) 2 x 7,50 7,50 > 4,50 4,50 Wegvaklengte Inhalen tweede rijstrook alleen indien tweede rijstrook tweede rijstrook niet toegestaan toegestaan toegestaan aanwezig positie bromfiets parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur hoofdrijbaan hoofdrijbaan positie fiets parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur fietspad of -strook hoofdrijbaan positie voetganger parallelstructuur fietspad fietsstrook parallelstructuur positie landbouwverkeer parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur hoofdrijbaan hoofdrijbaan halten openbaar vervoer vrijliggend vrijliggend aanliggend aanliggend op rijbaan op rijbaan Parkeren parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur parallelstructuur rijbaan rijbaan Pechvoorzienigen vluchtstrook vluchtstrook vluchtstrook vakken geen geen Inrichtings- en omgevingskenmerken Verlichting bij kruispunten bij kruispunten bij kruispunten bij kruispunten waar nodig waar nodig Obstakelvrije zone 10,0 6,45 6,0 6,0 1,50 1,50 Kantmarkering Doorgetrokken Doorgetrokken Onderbroken Onderbroken Onderbroken Geen Asmarkering Doorgetrokken langs Indien geen middenberm: Doorgetrokken langs Dubbele asmarkering geen Geen middenberm Dubbele doorgetrokken asmarkering met groene vulling middenberm Snelheidsbeperkende maatregelen nee nee nee nee ja, indien nodig ja, indien nodig Erfaansluitingen niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan niet toegestaan ja ja Kruispuntprincipes Met nationale stroomweg knooppunt knooppunt ongelijkvloerse aansluiting ongelijkvloerse aansluiting n.v.t. n.v.t. met regionale stroomweg knooppunt knooppunt ongelijkvloerse aansluiting ongelijkvloerse aansluiting n.v.t. n.v.t. met gebiedsontsluitingsweg I ongelijkvloerse aansluiting ongelijkvloerse aansluiting voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en snelheidsbeperking snelheidsbeperking met gebiedsontsluitingsweg II ongelijkvloerse aansluiting ongelijkvloerse aansluiting voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en snelheidsbeperking snelheidsbeperking met erftoegangsweg I n.v.t. n.v.t. voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en snelheidsbeperking snelheidsbeperking met erftoegangsweg II n.v.t. n.v.t. voorrangskruispunt en voorrangskruispunt en snelheidsbeperking snelheidsbeperking met fietspaden ongelijkvloers ongelijkvloers ongelijkvloers ongelijkvloers of ter hoogte van een kruispunt met openbaar-vervoerbanen ongelijkvloers ongelijkvloers ongelijkvloers ongelijkvloers of bewaakte overgang datum: februari 2006 snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking ongelijkvloers of bewaakte overgang snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking gelijkwaardig kruispunt en snelheidsbeperking gelijkwaardig kruispunt en snelheidsbeperking ongelijkvloers of bewaakte overgang GVVP Barneveld

36 Bijlage 3: Voorkeurskenmerken Duurzaam Veilig Categorie gebiedsontsluitingsweg stadsontsluitingsweg Wijkontsluitingsweg Wijkontsluitingsweg erftoegangsweg Bij voldoende ruimte Bij weinig ruimte Wegtype GOW-A GOW-b GOW-c ETW GOW-Verkeerskenmerken Maximumsnelheid Ontwerpsnelheid Intensiteit stedelijke omgeving > < Intensiteit rurale omgeving > < Minimale binding regio lokaal lokaal Buurt Vrachtverkeer veel matig matig zeer weinig Wegindeling Scheiding rijrichting middenberm asstreep Geen geen scheiding Rijbaanindeling 2x2 of 2x1 1x2 plus fietspad 1 rijbaan met fietsstroken 1 rijbaan gemengd verkeer Wegvaklengte > 500 m m m < 100 m Inhalen niet toegestaan niet toegestaan Geen maatregelen positie bromfiets parallelstructuur rijbaan rijbaan Rijbaan positie fiets parallelstructuur fietspad Fietsstrook Rijbaan positie voetganger parallelstructuur trottoir trottoir trottoir/loopstrook positie landbouwverkeer parallelstructuur rijbaan rijbaan Rijbaan halten openbaar vervoer aanligggend aanliggend of rijbaan aanliggend of rijbaan Rijbaan parkeren parallelstructuur niet of in havens niet of in havens Vakken inrichtings- en omgevingskenmerken verlichting hoog (8-10m) middelhoog (6-8m) middelhoog (6-8m) laag (3-5m) bebouwing op afstand (> 20 m) op afstand (10-20 m) op enige afstand (>10 m) dicht op de weg (<10 m) asmarkering dubbele asmarkering Enkele asmarkering* Geen* Nee verharding gesloten gesloten gesloten Open erfaansluitingen niet toegestaan beperkt toegestaan beperkt toegestaan Ja kruispuntprincipes met gebiedsontsluitingsweg A voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking niet toegestaan met gebiedsontsluitingsweg B voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking Voorrang voor GOW met gebiedsontsluitingsweg C voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking Voorrang voor GOW met erftoegangsweg niet toegestaan voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperkinggelijkwaardig kruispunt en snelheidsbeperking met fietspaden n.v.t. n.v.t. n.v.t. Bij hoofdfietsroute voorrang voor fiets met voetgangers ongelijkvloers of ter hoogte van een kruispunt voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking geen voorziening met bus- of trambaan voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking voorrangskruispunt en snelheidsbeperking Voorrang voor OV-baan met spoorlijn ongelijkvloers of bewaakte overgang ongelijkvloers of bewaakte overgang ongelijkvloers of bewaakte overgang ongelijkvloers of bewaakte overgang datum: februari 2006 GVVP Barneveld