RAADSVERGADERING 26 NOVEMBER NR. XV

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAADSVERGADERING 26 NOVEMBER NR. XV"

Transcriptie

1 RAADSVERGADERING 26 NOVEMBER NR. XV 2015

2 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 26 november 2015 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. A G E N D A Aanvang/streeftijd Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad Algemeen 1. Opening uur 2. Vaststelling agenda 3. Vaststelling besluitenlijst raad 8 oktober 2015 en besluiten- en toezeggingenlijst raad 29 oktober Toezeggingenlijst totaal per november 2015 Besluitvormend/bespreekstukken uur 5. Vaststelling watertakenplan Fluvius ; omgaan rioolheffing (45 minuten) 6. Vaststelling gedragscodes integriteit raadsleden en van college (45 minuten) Pauze Besluitvormend/bespreekstukken (vervolg) 7. Vaststelling beleidsplan Participatiewet (45 minuten) Besluitvormend/hamerstuk (5 minuten) 8. Vaststelling beheersverordening Alteveer-Kerkenveld uur uur uur 9. Ingekomen stukken uur 10. Sluiting Zuidwolde, 12 november 2015 De voorzitter van de Raad, R.T. de Groot Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken.

3 Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden.

4 Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 8 oktober 2015 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: H.S. Benning (Gb), R.A.J. Brouwer (Gb), C.F.M. Brouwer-Dekker (CDA), H. Buld-Kist (Gb), P. Groot (Gb), G. Gol (Gb), A. Haar (D66), G. Hempen-Prent (Gb), M.S.J. Hulst (VVD), H. Mulder (VVD), D. Oosterveen (Gb), H.G. Scheper-Beijering (VVD) (vanaf uur), M.P. Turksma (PvdA), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU), T.J. de Wit (CDA) en D. Zantingh (CDA). Tevens aanwezig: J. ten Kate (Gb), M. Pauwels-Paauw (VVD) en J.R. van t Zand (Gb) wethouders; N.Kramer, secretaris-directeur Afwezig m.k.: H.C.M. Langen (PvdA), G.C. Leffers-Heeling (Gb). Voorzitter: Griffier: Verslag: R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke S.R. Beute Vragenhalfuur voor de burgers De heer Van Hunen sprak in namens omwonenden in Ansen m.b.t. het bestemmingsplan Om de Kamp 22 in Ansen. De heer Bruintjes sprak in over de migrantencrisis. En de heer Hijmans lichtte zijn ingestuurde brief over de opvang van vluchtelingen toe. Vragenhalfuur voor de raad De heer Wiechers (CU) diende een artikel 37A-vraag in m.b.t. statushouders. Wethouder Ten Kate beantwoordde de vragen. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda Op verzoek van de heer Oosterveen (Gb) wordt de vergadering geschorst van uur tot uur. Vervolgens las de heer Oosterveen (Gb) namens alle fracties een verklaring m.b.t. vluchtelingenproblematiek voor. De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Mevrouw Brouwer (CDA) stelt voor agendapunt 5 (Kennisname ontwikkelingen m.b.t. IKC Wolderwijs en beschikbaarstelling financiële bijdrage) opiniërend in plaats van besluitvormend te behandelen, omdat het stuk nog niet rijp is voor besluitvorming. De voorzitter stelt voor agendapunt 5 en 7 om te draaien. De raad stemt in met het voorstel en stelt de gewijzigde agenda vast. 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst 10 september 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst 10 september 2015 vast. Pagina 1 van 2

5 4. Instemming jaarverslag 2014 en de jaarrekening 2014 van de Stichting Wolderwijs De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 7. Evaluatie van het integraal jeugdbeleid De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer De Wit (CDA) dient een amendement in. Het amendement werd met 5 stemmen voor (CDA en PvdA) en 12 stemmen tegen (Gb, VVD, CU, D66 en GL) verworpen. De raad besluit conform het voorstel. 6. Vaststelling Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen gemeente De Wolden 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 5. Kennisname ontwikkelingen m.b.t. IKC Wolderwijs en beschikbaarstelling financiële bijdrage Dit agendapunt is opiniërend behandeld. 8. Ingekomen stukken De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst ingekomen stukken. De raad besluit conform het voorstel. 9. Sluiting De voorzitter sluit om 22:43 uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 26 november 2015, de griffier, de voorzitter, Pagina 2 van 2

6

7

8 Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 29 oktober 2015 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: R.A.J. Brouwer (Gb), C.F.M. Brouwer-Dekker (CDA), H. Buld-Kist (Gb) (vanaf uur), P. Groot (Gb), G. Gol (Gb), A. Haar (D66), G. Hempen-Prent (Gb), M.S.J. Hulst (VVD), H.C.M. Langen (PvdA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. Mulder (VVD), D. Oosterveen (Gb), H.G. Scheper-Beijering (VVD), M.P. Turksma (PvdA), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU), T.J. de Wit (CDA) en D. Zantingh (CDA). Tevens aanwezig: J. ten Kate (Gb), M. Pauwels-Paauw (VVD) en J.R. van t Zand (Gb) wethouders; N. Kramer, secretaris-directeur Afwezig m.k.: H.S. Benning (Gb). Voorzitter: Plv. griffier: Verslag: R.T. de Groot, burgemeester mw. mr. A. Middelkamp S.R. Beute Vragenhalfuur voor de burgers Mevrouw A. Cnossen krijgt bij agendapunt 7 (IKC) gelegenheid om in te spreken. Vragenhalfuur voor de raad Hier wordt geen gebruik van gemaakt. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. De heer Haar (D66) wenst een opmerking te maken bij agendapunt 8 (Vaststelling bestemmingsplan "Om de Kamp 22, Ansen"). De raad stelt de agenda vast. 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst 24 september 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst 24 september 2015 vast. 4. Toezeggingenlijst totaal per oktober 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad stelt de toezeggingenlijst totaal per oktober vast. 5. Beschikbaarstelling krediet woningbouwontwikkeling voormalig ontmoetingscentrum De Tump Ruinen De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 6. Instemming Bestuursrapportage II De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. Pagina 1 van 2

9 7. Kennisname ontwikkelingen m.b.t. IKC en beschikbaarstelling financiële bijdrage Mevrouw A. Cnossen, directeur van Doomijn, maakt gebruik van de mogelijkheid om te spreken. De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer Turksma (PvdA) dient namens de PvdA samen met CU een amendement in. Dit amendement is met 4 stemmen voor (PvdA, CU en GL) en 14 stemmen tegen (VVD, Gb, D66 en CDA) verworpen. Wethouder Pauwels zegt toe de raad jaarlijks op de hoogte te houden van de voortgang van de IKC s. De raad besluit conform het voorstel. 8. Vaststelling bestemmingsplan "Om de Kamp 22, Ansen" De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer Haar (D66) maakt een opmerking. De raad besluit conform het voorstel. 9. Vaststelling bestemmingsplan "Burg, Jansstraat 35, Linde" De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 10. Toestemming aan college om in te stemmen met de wijzigde gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Drenthe, RUD, GGD, Recreatieschap Drenthe, Alescon en Reestmond De voorzitter vraagt om vaststelling van de voorstellen. De raad besluit conform de voorstellen. 11. Ingekomen stukken De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst ingekomen stukken. De raad stelt de lijst ingekomen stukken vast. 12. Sluiting De voorzitter sluit om 22:40 uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 26 november 2015, de griffier, de voorzitter, Pagina 2 van 2

10 Toezeggingenlijst vergadering raad 29 oktober 2015 Data Onderwerp Afspraak/Toezegging Actie door Afdoening vóór 29 oktober 2015 Wethouder Pauwels Kennisname ontwikkelingen m.b.t. IKC en beschikbaarstelling financiële bijdrage Griffie, 9 november 2015 Wethouder Pauwels zegt toe de raad jaarlijks op de hoogte te houden van de voortgang van de IKC s.

11

12

13 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 4 Opdrachtgever : de raad Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toezeggingenlijst Totaal Raad. Samenvatting: Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per november 2015, voor kennisgeving aannemen. Inleiding en aanleiding: Volgens de formele procedure voor afhandeling toezeggingen aan de raad, vindt er maandelijks terugkoppeling aan de raad plaats. Bijgevoegd is de Toezeggingenlijst Totaal Raad, met de laatste stand van zaken. Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Volgens de procedure kunt u desgewenst procedurele vragen stellen. Een inhoudelijke reactie van het college is thans niet aan de orde. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: n.v.t Personele effecten: n.v.t Bijlagen: - Toezeggingenlijst Totaal Raad per november 2015 Zuidwolde, 12 november 2015 griffier drs. Josee Gehrke burgemeester Roger de Groot 1

14 Ontwerp Nr. XV / 4 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en griffier van 12 november 2015; Besluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per november 2015, voor kennisgeving aan te nemen. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot

15 Griffie Postbus AA Zuidwolde tel Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per november 2015 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door Afdoening vóór Vaststelling beleidsplan en verordening WMO 2015 en beleidsplan en verordening Jeugdhulp/ verslaglegging januari 2015 Vaststelling afvalbeleidsplan Toegezegd wordt dat er extra verslagen komen (buiten normale cycli om) ten behoeve van de raadswerkgroep sociaal domein (vraag D66). Toegezegd wordt het onderzoek naar het opwaarderen van de milieustraat breed (incl. locatie) aan te pakken. Wethouder Pauwels Wethouder van t Zand Is aan de orde in de raadswerkgroep sociaal domein. Juni februari 2015 Vaststelling Kadernota handhaving april 2015 Evaluatie schuldhulpverlening Stand van zaken Het plan van aanpak gemeentelijke milieustraat is op 10 september 2015 door de raad behandeld. Het college heeft aangegeven nu in juni 2016 met een uitwerking te kunnen komen. Wethouder Ten Kate zegt toe na afloop van dit traject een overzicht aan de raad aan te bieden met welke regels zijn afgeschaft. Wethouder Pauwels zegt toe dat Schuldhulpverlening in 2016 weer als thema in de gemeentegids zal staan. 18 juni Kadernota 2016 De beschikbaarheid van de afdeling ICT wordt besproken in het college en de raad wordt geïnformeerd. 25 juni 2015 Vaststelling zienswijze begroting 2016 en meerjarenbegroting Portefeuillehouder De Groot zegt toe de werkgeverscommissie te betrekken bij de evaluatie van de dienstverlenings- Pagina 1 van 3 Wethouder Ten Kate Wethouder Pauwels Portefeuille houder De Groot Portefeuille houder De Groot 1 januari 2017 Januari 2016 (tekst aanleveren voor 1/9/15) 29 oktober oktober 2015

16 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door Afdoening vóór Samenwerkingsorga nisatie De Wolden Hoogeveen overeenkomst van de griffie. Stand van zaken Het evaluatieproces is ingericht, waarbij ook de werkgeverscommissie is betrokken. 10 september 2015 Huisvesting van de statushouders (artikel 37A-vraag namens het CDA) Wethouder Ten Kate zegt toe de beantwoording van de artikel 37A-vragen over de huisvesting van de statushouders met de raad te delen. Weth. Ten kate 12 november september 2015 Cliëntstop zorgboerderijen Noord-Nederland (artikel 37A-vragen namens GL en CU, en namens de PvdA) Stand van zaken De informatie is op 11 september 2015 met de raad gedeeld. Portefeuillehouder De Groot zegt toe, de raad te informeren zodra er meer informatie beschikbaar is over de cliënten stop voor jongeren bij zorgboerderijen in De Wolden. Portefeuille houder De Groot 1 januari september 2015 Gemeentelijke milieustraat Stand van zaken Datum is gewijzigd. Wethouder Van t Zand zegt toe een gesprek te hebben met de gemeente Westerveld over het bedrijventerrein in Havelte. Wethouder Van t Zand 12 november september 2015 Gemeentelijke milieustraat Stand van zaken De raad heeft hierover op 11 november een memo van de wethouder ontvangen. Wethouder Van t Zand zegt toe de toegangstijden te betrekken bij de aanpassing van de milieustraat. Wethouder Van t Zand Juni 2016 Stand van zaken Het plan van aanpak gemeentelijke milieustraat is op 10 september 2015 door de raad behandeld. Het college heeft aangegeven nu in juni 2016 met een uitwerking te kunnen Pagina 2 van 3

17 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door Afdoening vóór komen. 24 september 2015 Portefeuille houder De Groot Artikel 37A-vraag in betreffende de communicatie over opvang vluchtelingen Portefeuillehouder De Groot beantwoordt de vragen en zegt toe de volgende dag voortgangsinformatie over dit onderwerp op de website van De Wolden te plaatsen en hierover te communiceren. 24 september 2015 Toezeggingenlijst totaal per september 2015 Stand van zaken De informatie staat op de website. De voorzitter zegt toe, de voortgang over de aangenomen moties tijdens de Kadernota op te nemen op de Lange Termijn Agenda. De voorzitter Stand van zaken Is uitgevoerd. 24 september 2015 Toezeggingenlijst totaal per september 2015 De voorzitter zegt toe terug te komen op de afhandeling van de toezegging van 6 november 2014, over het afvalbeleid en het onderzoek naar afvaldepots in Westerveld en Meppel. De voorzitter Stand van zaken De raad heeft hierover op 11 november een memo van de wethouder ontvangen. Griffie, 11 november 2015 Pagina 3 van 3

18 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan Fluvius Samenvatting: In het kader van de regionale samenwerking in de waterketen is het watertakenplan Fluvius opgesteld. Het watertakenplan bestaat uit een hoofdrapport opgesteld voor zes gemeenten en het waterschap Reest en Wieden en uit specificaties per gemeente en het waterschap. In het hoofddocument wordt de gezamenlijke visie op de waterketen en de visie op de samenwerking binnen Fluvius beschreven. Met als doel om kostenbesparing te realiseren en de kwaliteit en de robuustheid van het beheer van de waterketen te verbeteren. De specificatie is een voortzetting van het beleid uit het huidige vgrp Het beschrijft de activiteiten en maatregelen die de komende jaren in het kader van de zorgplichten worden uitgevoerd. Verder geeft de specificatie van het watertakenplan inzicht in de financiële en personele middelen om het rioleringsbeheer doelmatig te kunnen uitvoeren. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Het watertakenplan Fluvius , hoofdrapport en de specificatie De Wolden vast te stellen; 2. De exploitatielasten voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken te financieren vanuit de gemeentelijke rioolheffing; 3. De rioolheffing in 2016 met 12,00 te laten stijgen om de exploitatielasten riolering te kunnen financieren; 4. De kosten voor straatvegen en onkruidbestrijding ingaande 2016 voor 50% in plaats van 100% toe te rekenen aan de rioolheffing. Inleiding en aanleiding: In 2011 hebben het Rijk, VNG, UvW, IPO (Interprovinciaal overleg) en VEWIN (Vereniging van Waterbedrijven in Nederland) het Bestuursakkoord Water ondertekend. Hierin staan afspraken over een doelmatiger waterbeheer die moeten resulteren in: - Het realiseren van kostenbesparingen in het beheer van de afvalwaterketen; - Het vergroten van de kwaliteit van de uitvoering van beheertaken; - Het verminderen van de kwetsbaarheid bij de uitvoering van beheerstaken; - Het afstemmen van investeringen in de afvalwaterketen en het watersysteem. De afspraken en bijbehorende maatregelen in het akkoord moeten landelijk leiden tot een jaarlijkse doelmatigheidswinst van 380 miljoen (in 2020 t.o.v. 2010) in de waterketen bij gemeenten en waterschappen. De stijging van lasten voor burgers en bedrijven (maatschappelijke kosten) blijven daardoor beperkt. Pagina 1 van 5

19 De aanpak is gericht op een intensieve samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en het waterschap. Daarbij is geen sprake van overhevelen van verantwoordelijkheden. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater en de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het rioleringsbeheer blijft bij de gemeente! Vanaf 2011 werken het waterschap Reest en Wieden en de gemeenten Hoogeveen, Meppel, Steenwijkerland, Midden Drenthe, Westerveld en De Wolden samen (als netwerkorganisatie onder de naam Fluvius), om de afspraken uit het Bestuursakkoord Water over een doelmatiger waterbeheer te realiseren. De gezamenlijke aanpak in de afvalvalwaterketen voor de regio Reest en Wieden moet vanaf 2020 leiden tot een totale besparing van 5,1 miljoen per jaar (minder meer). Op 13 april 2012 is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten en het waterschap ondertekend. Hierin staan de bestuurlijke afspraken over de samenwerking en de opdracht voor het opstellen van een gezamenlijk watertakenplan. Problemen of vraagstukken: Het watertakenplan Fluvius bestaat uit een hoofdrapport en uit een specificatie per gemeente (gemeentelijk rioleringsplan) en het waterschap (integraal zuiveringsplan en maatregelen stedelijk water). In het hoofddocument wordt de gezamenlijke visie op de waterketen en de visie op de samenwerking binnen Fluvius beschreven. Met als doel om kostenbesparing te realiseren en de kwaliteit en de robuustheid van het beheer van de waterketen te verbeteren. De visie van gezamenlijke partijen binnen Fluvius is: De goede dingen doen; Doelmatigheid vergroten; Ontwikkelen van duurzaam ketenbeheer; Inspelen op klimaatontwikkeling; Samenwerking operationaliseren waar dit wat oplevert. Uiteindelijk draait het om een doelmatige en toekomstgerichte dienstverlening aan onze inwoners en bedrijven. De specificatie watertaken voor De Wolden is een voortzetting van en vervangt het vgrp Het plan beschrijft de activiteiten en maatregelen die de komende jaren in het kader van de gemeentelijke zorgplichten (stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater) worden uitgevoerd. Met als doel: Risico s voor de volksgezondheid maximaal te beperken; Het beperken van wateroverlast; Het beperken van hinder door falen van riolen; Het zorgen voor een goede oppervlaktewater kwaliteit en voor zo weinig mogelijk afvoer van schoon water naar de zuivering; Dat de klant voorop staat. De specificatie van het watertakenplan geeft inzicht in de financiële en personele middelen om het rioleringsbeheer doelmatig te kunnen uitvoeren. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Argumenten: 1.1. Het watertakenplan Fluvius draagt bij aan doelmatiger waterbeheer. Met het watertakenplan en bijbehorend uitvoeringsprogramma laten we als Fluvius zien op welke wijze wij invulling geven aan de doelen kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en de vermindering van kwetsbaarheid. Door afstemming van ambities, processen en activiteiten op het gebied van riolerings- en Pagina 2 van 5

20 zuiveringsbeheer ontstaan kansen voor samenwerking en besparingen. Daarnaast vormt een gezamenlijk plan een basis voor overleg en kennisdeling en het verbeteren en optimaliseren van processen en werkzaamheden Het watertakenplan vormt het beleidskader voor gemeentelijke watertaken. Het watertakenplan, hoofddocument, beschrijft de gezamenlijke visie van de regio op de waterketen en de samenwerking binnen Fluvius. De specificatie van het watertakenplan voor De Wolden bouwt voort op het beleid zoals beschreven het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vgrp) en vormt daarmee het beleidskader voor uitvoering van de gemeentelijke watertaken Het opstellen van dit plan is een wettelijke verplichting. Op grond van artikel van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke plicht een verbreed gemeentelijk rioleringsplan op te stellen. Hierin wordt vastgelegd op welke wijze de gemeente invulling geeft aan haar zorgplichten stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. Tevens geeft het plan een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan opgenomen activiteiten en maatregelen. Op grond van artikel 4.22, lid 1 stelt de gemeenteraad het watertakenplan voor de planperiode vast. 2. Voor de uitvoering van de watertaken kan rioolheffing worden geheven. Voor de bekostiging van de watertaken kan de gemeente een rioolheffing in rekening brengen bij burgers en bedrijven (een belasting zoals bedoeld in artikel 228a Gemeentewet). Voor het opleggen van een rioolheffing geldt dat deze belasting alleen gebruikt mag worden ter bestrijding van de gemeentelijke watertaken. 3. De voorgestelde tariefsverhoging leidt tot een gelijkmatige tariefsontwikkeling. Met de voorgestelde tariefsverhoging kunnen de exploitatiekosten van het rioleringsbeheer worden gefinancierd. Er wordt een beperkte voorziening riolering opgebouwd waarmee (extreme) schommelingen in de rioolheffing in de toekomst worden voorkomen. 4. Straatvegen en onkruidbestrijding draagt ook bij aan de openbare ruimte. Volgens de gemeentewet mogen alle kosten die te maken hebben met de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater worden toegerekend aan de rioolheffing. Om te bepalen welke kosten de gemeente kan verhalen, moet de vraag worden beantwoord of een activiteit wordt uitgevoerd om één van deze zorgplichten te vervullen. Bepaalde activiteiten, zoals straatvegen en onkruidverwijdering, worden uitgevoerd om meerdere andere doelen te dienen (zogenaamde gemengde activiteit). Enerzijds worden straatvegen en onkruidbestrijding ingezet om de verontreiniging van kolken te beperken die worden ingezet voor de zorgplicht hemelwater. Anderzijds worden straatvegen en onkruidbestrijding uitgevoerd voor een schone openbare ruimte. In lijn met de wetgeving en jurisprudentie mogen deze activiteiten dan ook niet voor 100% worden toegerekend aan de rioolheffing en wordt voorgesteld om 50% van deze kosten toe te rekenen aan de rioolheffing. Kanttekeningen: 1. Het watertakenplan Fluvius niet vaststellen. Wanneer het watertakenplan Fluvius niet wordt vastgesteld heeft dit consequenties voor de samenwerking en het realiseren van de doelen uit het bestuursakkoord water (kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en de vermindering van kwetsbaarheid). Het niet samenwerken, betekent op termijn hogere kosten voor de uitvoering van het rioleringsbeheer en daarmee hogere lasten voor burgers en bedrijven (maatschappelijke kosten). Daarbij komt dat het samenwerken en het realiseren van een doelmatigheidswinst voor onze regio niet vrijblijvend is. Wanneer onvoldoende resultaat wordt behaald zal het Rijk het Pagina 3 van 5

21 realiseren van de doelen en de afspraken uit het Bestuursakkoord Water versnellen dan wel af dwingen (waterketenbedrijf). Alternatief beleid: Geen. Financiële effecten: De gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken zoals geformuleerd in de specificatie De Wolden bedragen 2,4 miljoen in 2016 tot 2,7 miljoen in De exploitatiekosten worden gedurende de planperiode opgevangen vanuit de rioolheffing en de voorziening riolering. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de notitie riolering 2014 (opgesteld door de commissie BBV) moet de rioolheffing kostendekkend zijn en mag er geen sprake zijn van een negatieve voorziening. Dit betekent dat de rioolheffing in 2016 en 2017 met 12,00, in 2018 en 2019 met 5,00 en in 2020 en 2021 met 4,00 moet stijgen om de exploitatielasten riolering te kunnen financieren. Dit leidt tot de volgende tarieven: , , , , , ,80 Zoals opgenomen in de programmabegroting (pag. 69) was het tarief voor ,96. Omdat de kosten voor straatvegen en onkruidbestrijding voor 50% wordt toegerekend aan de rioolheffing, komt ingaande 2016 circa ,-- van deze kosten ten laste van de exploitatie (begroting). Personele effecten: De uit te voeren activiteiten en maatregelen uit het watertakenplan zijn op te vangen binnen de Samenwerkingsorganisatie De Wolden en Hoogeveen. Juridische effecten: Geen. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het watertakenplan Fluvius, hoofdrapport is opgesteld in de samenwerking tussen gemeenten en het waterschap binnen Fluvius. Gedurende het proces is regelmatig afstemming geweest met het coördinatieteam van leidinggevenden en de stuurgroep Fluvius. Door middel van een bijeenkomst voor raadsleden (februari 2015 in Echten), nieuwsbrieven en de website zijn betrokkenen geïnformeerd over het watertakenplan. De waterschappen Zuiderzeeland, Noorderzijlvest, Hunze en Aa s, Vechtstromen en provincie Drenthe en Overijssel en de waterbedrijven Vitens en de WMD zijn geïnformeerd over het watertakenplan. Pagina 4 van 5

22 Fatale termijnen: Het watertakenplan Fluvius is opgesteld voor de planperiode en gaat in op 1 januari Het plan dient daarom voor het einde van 2015 door de raad te worden vastgesteld. Aanpak en uitvoering: Om de gezamenlijke visie op de waterketen en de samenwerking te realiseren is voor de planperiode een uitvoeringsprogramma opgesteld met activiteiten en maatregelen. Deze activiteiten en maatregelen worden binnen de netwerkorganisatie Fluvius opgepakt en uitgevoerd. De specificatie watertakenplan De Wolden geeft weer welke inspanningen moeten worden gedaan om het beleid t.a.v. de gemeentelijke zorgplichten (stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater) te kunnen realiseren. Deze worden jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma met plannen, onderzoeken en activiteiten zoals onderhoud, renovatie en vervanging van rioleringsobjecten. Bijlagen: alleen digitaal: Fluvius Watertakenplan , hoofdrapport; Fluvius Watertakenplan , specificatie De Wolden. Zuidwolde, 12 november 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 5 van 5

23 Ontwerp Nr. XV / 5 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2015; Besluit: 1. Het watertakenplan Fluvius , hoofdrapport en de specificatie De Wolden vast te stellen; 2. De exploitatielasten voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken te financieren vanuit de gemeentelijke rioolheffing; 3. De rioolheffing in 2016 met 12,00 te laten stijgen om de exploitatielasten riolering te kunnen financieren; 4. De kosten voor straatvegen en onkruidbestrijding ingaande 2016 voor 50% in plaats van 100% toe te rekenen aan de rioolheffing. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

24 Watertakenplan Fluvius Hoofdrapport Gemeente De Wolden Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel Gemeente Midden-Drenthe Gemeente Steenwijkerland Gemeente Westerveld Waterschap Reest en Wieden Concept versie augustus 2015

25 2 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

26 Watertakenplan Fluvius - Hoofdrapport - Inhoud Voorwoord... 5 Leeswijzer Inleiding Visie en doelen Het vertrekpunt Programma Fluvius Financiën Organisatie Verantwoording Bijlagen A Uitwerking doelen: Strategisch, Tactisch en Operationeel B Begrippenlijst C Besparingsopgave Fluvius D Capaciteit en robuustheid van gemeentelijke organisaties Bij dit hoofdrapport behoren zeven specificaties: Specificatie De Wolden Specificatie Hoogeveen Specificatie Meppel Specificatie Midden-Drenthe Specificatie Steenwijkerland Specificatie Westerveld Specificatie Reest en Wieden -Integraal - Zuiveringsplan -- Programma Stedelijk Water Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 3

27 4 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

28 Voorwoord Voor u ligt een nieuw resultaat van samenwerking. Met dit watertakenplan zetten we als gezamenlijke partijen een nieuwe stap op weg naar realisatie van de doelen die wij ons in 2011 gesteld hebben. Een samenwerking die vooral op pragmatische wijze is begonnen, krijgt nu binnen Fluvius meer vorm en inhoud. Fluvius is een netwerk waarbinnen we de doelen: kosten besparen, kwaliteit en robuustheid verbeteren en duurzaamheid vergroten realiseren. Het is geen nieuwe organisatie, maar een pragmatisch middel om de doelen sneller te behalen. Dit watertakenplan omvat gemeentelijke rioleringsplannen en het integraal zuiveringsplan en het programma stedelijk water van het waterschap. Door dit gezamenlijk op te stellen besparen we direct en leren we van elkaar. Gezamenlijk zullen we ons besparingsdoel van 5,1 miljoen gaan halen, het watertakenplan biedt zelfs zicht op extra besparingen. De watertaken bieden nog volop uitdagingen. Door maatregelen goed onderling af te stemmen kunnen ook zaken als klimaatadaptatie en ketenbeheer op een doelmatige en efficiënte manier samen oppakken. Wethouder J. van t Zand (De Wolden) Wethouder G. Vos (Hoogeveen) Wethouder J. de Vos (Meppel) Wethouder G. Lohuis (Midden-Drenthe) Wethouder J. Wagteveld (Steenwijkerland) Wethouder H. Geertsma (Westerveld) DB leden K. Spijkervet en J.H. Lammers (Reest & Wieden) Leeswijzer Het hoofdrapport van het Watertakenplan geeft structuur aan de samenwerking binnen de watertaken in de planperiode van Het beschrijft de koers, inspanningen en te organiseren werkwijze binnen het samenwerkingsverband Fluvius. In hoofdstuk 2 (Visie en doelen) zet het samenwerkingsverband een stip op de horizon en beschrijft het de weg daarnaartoe in de vorm van strategische en tactische doelen. Daarbij worden relevante ontwikkelingen goed in het oog gehouden. Hoofdstuk 3 (Het vertrekpunt) geeft kort aan, waar de zeven partners staan, welke ontwikkelingen in het gebied actueel zijn en hoever de samenwerking in de waterketen al gevorderd is. Hoofdstuk 4 (Programma) vertaalt de visie, de doelen en het vertrekpunt uit de voorgaande hoofdstukken naar activiteiten en maatregelen. Deze zijn nodig om de gestelde samenwerkingsdoelen te realiseren. Dit hoofdstuk bevat ook een raming van besparingen en kosten die uitvoering van het watertakenplan oplevert. Hoofdstuk 5 (Financiën en Kostendekkingsplan) geeft de kosten van de gezamenlijke inspanningen weer In de specificaties worden deze kosten gedekt. Tot slot beschrijft hoofdstuk 6 (Organisatie) hoe het Watertakenplan wordt uitgevoerd. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 5

29 1 Inleiding Waarom een Watertakenplan? Binnen het beheergebied van waterschap Reest en Wieden 1 hebben de zes inliggende gemeenten (De Wolden, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Steenwijkerland en Westerveld) met het waterschap besloten om dit Watertakenplan op te stellen. Samen vormen zij het samenwerkingsverband Fluvius. De aanleiding voor de gemeenten en het waterschap is tweeledig. De eerste aanleiding is dat in het landelijk Bestuursakkoord Water (2011) is afgesproken om de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen te benutten om kosten van riolering en zuivering minder te laten stijgen, kwetsbaarheid van taakuitoefening binnen individuele organisaties te verminderen en om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren. Ook de gezamenlijke innovatie naar een toekomstig en duurzaam systeem speelt hierbij een rol. De tweede aanleiding vormt de noodzakelijke vervanging van de gemeentelijke rioleringsplannen (GRP). De gemeenten hebben besloten om dit gezamenlijk uit te voeren om het als middel te benutten om de samenwerking vorm te geven. 1 Waterschap Reest en Wieden fuseert per 1 januari 2016 met het waterschap Groot Salland tot het waterschap Drents Overijsselse Delta. Voor het waterschap vormt de tweede aanleiding het opstellen van een integraal zuiveringsplan en maatregelen op het gebied van stedelijk waterbeheer. Het Watertakenplan is meer dan een gemeentelijk rioleringsplan. Het is tevens een plan waarin gemeenten en waterschap een gezamenlijke koers uitstippelen naar integraal beheer van de watertaken. Onder watertaken worden de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater verstaan, het beheer van het stedelijk water en de zorgplicht van het waterschap voor het zuiveren van afvalwater. Er valt veel winst te boeken door gezamenlijke doelen te stellen, in plaats van ieder afzonderlijk normgericht het beheer van afzonderlijke watertaken uit te voeren. Door meer te kijken naar gezamenlijke doelen kunnen investeringen beter op elkaar worden afgestemd en taken worden gecombineerd. Zo kunnen de doelen van het Bestuursakkoord Water worden gerealiseerd. Het Watertakenplan is opgebouwd uit een hoofdrapport en zeven specificaties. In het hoofdrapport worden de gezamenlijk visie, het uitvoeringsprogramma en de middelen en organisatie om dit uit te voeren uitgewerkt. Dit is het gezamenlijke deel, dat in zeven besturen wordt vastgesteld. In de zes gemeentelijke specificaties zijn de individuele (verplichte) onderdelen van het gemeentelijk rioleringsplan opgenomen. Hierin houdt elke gemeente haar individuele bevoegdheid. Elke specificatie wordt in het betreffende bestuur vastgesteld. De waterschapsspecificatie vormt een nadere uitwerking van de zuiveringsstrategie in de vorm van een integraal zuiveringsplan en een concrete specificatie van maatregelen voor het stedelijk waterbeheer. De samenwerkende partners binnen Fluvius zien meerwaarde in de ketenbenadering. Daar is ook plaats voor samenwerking met waterbedrijven. In de toekomst hopen we deze samenwerking verder uit te breiden. 6 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

30 Definitie onderdelen Watersysteem, drinkwaterbereiding en afvalwaterketen Er bestaan onderlinge relaties tussen het watersysteem, drinkwaterwinning en de afvalwaterketen. Deze zijn: Het watersysteem bestaat uit al het oppervlaktewater en grondwater. Het wordt gevoed door stroming van water van en naar aangrenzende gebieden en door neerslag. Door watergebruik en verdamping verdwijnt water uit het systeem. Het gebied van Reest en Wieden is daarbij natuurlijk onderdeel van de grote mondiale waterkringloop. Drinkwaterbereiding bestaat uit de winning van grond- en oppervlaktewater uit het watersysteem, zuivering, distributie via het waterleidingnet en levering van drinkwater aan inwoners en bedrijven. De afvalwaterketen bestaat uit het geheel van inzameling en transport van afvalwater, zuivering en afzet van producten, en lozing van schoon water in het watersysteem. Op de volgende pagina is dit verder beschreven. Het geheel van drinkwaterbereiding en afvalwaterketen noemen we de waterketen. Op pagina 13 worden taken en verantwoordelijkheden binnen de afvalwaterketen toegelicht. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 7

31 2 Visie en doelen 2.1 Visie Met deze visie bepalen de samenwerkende partijen de koers. Het vormt het gezamenlijke vertrekpunt van waaruit de watertaken in de komende jaren worden ontwikkeld. De visie van de samenwerkende partijen is: De goede dingen doen: investeringen afstemmen tegen laagst maatschappelijke kosten, toewerken van normen naar gezamenlijke doelen en inzetten op risico gestuurd beheer; De dingen goed doen: zorg voor goed functionerende, betrouwbare voorzieningen en effectieve uitvoering van watertaken, waar inwoners en bedrijven op kunnen vertrouwen; Ontwikkelen en verduurzamen van ketenbeheer: de afvalwaterketen als één geheel zien en inrichten op het terugwinnen van grondstoffen en energie; Tijdig inspelen op de gevolgen van klimaatontwikkeling; Samenwerking operationaliseren waar dit wat oplevert. Het draait allemaal om een doelmatige en toekomstgerichte dienstverlening aan onze inwoners en bedrijven. 2.2 Doelen De visie vertalen we in concrete doelen voor de komende periode. De doelen zijn op drie niveaus uitgewerkt: Strategisch Tactisch Operationeel Strategie is de bepaling van lange-termijn doelen en resultaten en van de koers om deze doelen en resultaten te bereiken. Horizon: 5-20 jaar Tactiek geeft aan welke activiteiten worden ontplooid om deze doelen te bereiken dan wel een stap te zetten in die richting. Horizon: 1-5 jaar Operationeel geeft aan welke middelen ingezet worden om de activiteiten vorm te geven. In bijlage A zijn de doelen uitgewerkt. De strategische doelen hebben een directe relatie met de kernelementen uit de visie. Het gaat daarbij in de kern om de watertaken steeds doelmatiger te gaan uitvoeren vanuit een gezamenlijk water(keten)beheer. De vijf Samenhang doelen watertakenplan Fluvius De doelen van het Watertakenplan omvatten de afspraken en doelen uit de volgende beleidsdocumenten: Bestuursakkoord Water 2011 Samenwerkingsafspraken Fluvius Beheerplan Reest en Wieden GRP s Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden 8 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

32 Watertaken volgens de ketenbenadering Het watertakenplan gaat uit van de ketenbenadering. Gemeente, waterschap en waterbedrijf zijn er voor dezelfde inwoners en bedrijven. Voor hen is het van belang dat de keten als geheel optimaal is georganiseerd. Om de ketenbenadering vorm te geven, benaderen we de watertaken in de volgende acht onderdelen: Acht onderdelen Invoer Inzameling & Transport Zuivering Uitvoer Productie van afvalwater en gebruik van het watersysteem: inwoners en bedrijven Transport van (afval)water via riolen: van het aanleverpunt tot een rioolgemaal of rioolwaterzuivering, zorgplicht voor hemelwater en grondwater Zuiveren van het afvalwater in een RWZI: rioolwaterzuiveringsinrichting Gebruik van producten die bij het zuiveringsproces vrij komen Tussen die onderdelen bevinden zich belangrijke koppelingen: Aansluiting Het overgangspunt van particulier naar overheid, dat op veel verschillende manieren kan worden gerealiseerd. Bemaling Het overdrachtspunt van gemeente naar waterschap, waar gestuurd kan worden: de schakel tussen rioolsysteem en zuiveringssysteem. Markt De schakel tussen producent en gebruiker van waar producten uit het zuiveringsproces worden verhandeld. Een contextueel onderdeel, dat onlosmakelijk met de afvalwaterketen is verbonden, is: Het watersysteem Sloten, plassen, kanalen en al het andere (grond) water dat in onze leefruimte voorkomt, en dat op verschillende plekken verbindingen kent met de waterketen. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 9

33 strategische doelen van het watertakenplan zijn: 1. Door de inzameling, het transport en de behandeling van afvalwater beperken wij de risico s voor de volksgezondheid en het watersysteem. 2. Wij geven samen vorm aan het beheer en de ontwikkeling van de afvalwaterketen en het watersysteem. 3. Wij beheren de afvalwaterketen en het watersysteem tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. 4. Wij realiseren een duurzame bedrijfsvoering met minimaal gebruik van natuurlijke hulpbronnen, middels het verwaarden van afvalwater en met een acceptabele belasting voor milieu en omgeving. 5. Wij realiseren we een klimaatbestendig watersysteem en een klimaatbestendige afvalwaterketen. Waar nodig beperken we (grond)wateroverlast en gevolgen van klimaatverandering. De kwaliteit van de uitvoering van de watertaken gaat ook over het waterbeheer in en rond het bebouwd gebied. De gemeentelijke watertaken worden deels gefinancierd uit de rioolheffing en maken daarom deel uit van dit plan. Een schone en gezonde leefomgeving vormt het directe resultaat. De samenwerking richt zich ook op kansen voor operationele samenwerking in het water(keten) beheer. De aanpak is daarbij van inhoud naar vorm; waar het doelmatiger is om taken in gezamenlijkheid uit te voeren wordt dit onderzocht. Bij de uitvoering van watertaken staan inwoners en bedrijven centraal. Gemeenten en waterschap staan ten dienste van hen en blijven binnen hun wettelijke taken en verantwoordelijkheden werken aan een goede dienstverlening tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Grondstoffen en energie Afvalwater bevat veel waardevolle grondstoffen en energie in de vorm van warmte. De belangrijkste plaats om grondstoffen, warmte en gas te winnen is de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI). In Nederland worden op diverse plaatsen proeven gedaan met verschillende technieken. In de Grondstoffenfabriek ( werken de waterschappen samen om deze ontwikkelingen te structureren. Stijging van energieprijzen en schaarste van grondstoffen maken deze aanpak steeds rendabeler. Het is van belang om hierop tijdig te in te spelen. De strategie voor grondstoffen en energie is: 1. Schoon regenwater gescheiden houden/ afkoppelen en hergebruiken en de lozing van schadelijke stoffen zo veel mogelijk voorkomen; 2. Warmte uit het riool en/of RWZI benutten voor verwarming van gebouwen; 3. Zo weinig mogelijk afvalwater overstorten op oppervlaktewater; 4. RWZI s op lange termijn transformeren tot grondstoffen- en energiefabriek. 10 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

34 toiletpapier electriciteit warmtewisselaar wko toilet Warmte uit het riool en/of RWZI benutten voor verwarming van gebouwen Zo weinig mogelijk afvalwater overstorten op oppervlaktewater biogas proceswater afvalwater grondstoffenen energiefabriek slib warmte cellulose fosfaat papier bioplastic kunstmest Schoon regenwater afkoppelen en hergebruiken en de lozing van schadelijke stoffen zo veel mogelijk voorkomen Grondstoffen en energie RWZI s op lange termijn transformeren tot grondstoffen- en energiefabriek Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 11

35 2.3 Context Bij het realiseren van de doelen wordt rekening gehouden met verschillende ontwikkelingen en omstandigheden. Voor het watertakenplan zijn van belang: Ontwikkeling ketenbeheer Transitie van afval naar grondstof Water Raakt!: beleid stedelijk water Klimaatontwikkeling Ruimtelijke ontwikkelingen Maatschappelijke ontwikkelingen in organisaties en bevolking Ketenbeheer In het Watertakenplan staat het beheer van de afvalwaterketen als systeem centraal. Door gezamenlijk te kijken naar het functioneren van de afvalwaterketen als één geheel, ontstaat meer oog voor elkaars werkwijze en problemen. Samenwerking leidt dan tot kennisontwikkeling en inzicht in het functioneren van het systeem als geheel. Maatregelen kunnen daardoor beter op elkaar worden afgestemd waardoor investeringen doelmatiger worden. Samen optrekken vergroot de innovatiekracht en biedt een gezamenlijke basis voor communicatie met inwoners en bedrijven. Transitie Afvalwater zal in de toekomst veranderen van een afvalproduct in een stroom van grondstoffen en energie. Nu al wordt er door het waterschap energie teruggewonnen en bespaard. Dit zal in de toekomst verder worden uitgebreid naar warmtewinning uit riolen en gebruik van biogas. Langzaam wordt het rendabel om grondstoffen als struviet (voor het fosfaat) en cellulose (voor productie van bioplastics) terug te winnen uit het afvalwater. Dit gebeurt al in de struvietreactor op de zuivering van Echten. Water Raakt! De beleidsvisie Water Raakt! is een visie op samenwerking binnen het stedelijk waterbeheer tussen waterschap en gemeenten. Deze visie ligt mede ten grondslag aan het watertakenplan. De ontwikkeling van het stedelijk waterbeleid kan tot verschuivingen van de rioolheffing naar de watersysteemheffing van het waterschap leiden. Door bijvoorbeeld regenwater af te koppelen wordt het riool minder belast en moeten meer maatregelen worden genomen in het stedelijk watersysteem. Hoogeveen 12 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

36 Gemeenten Gemeenten hebben op grond van artikel Wet milieubeheer een zorgplicht ten aanzien van de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. In de praktijk wordt hier invulling aan gegeven door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Deze zorgplicht dient mede ter implementatie van de EUrichtlijn stedelijk afvalwater en sluit aan bij de zorgplicht van de waterschappen voor het zuiveren van stedelijk afvalwater. De gemeentelijke zorgplichten, waaronder ook de hemel- en grondwaterzorgplicht, zijn verder uitgewerkt in bijlage 2 van de specificatie. Taken en verantwoordelijkheden Waterschap Het waterschap heeft de zorgplicht (Waterwet, artikel 3.4) voor de zuivering van stedelijk afvalwater, dat via het openbare vuilwaterriool aan een zuiveringtechnisch werk (rioolwaterzuiveringsinstallatie, RWZI) wordt aangeboden. Deze zorgplicht sluit direct aan op de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Waterbedrijf, inwoners, bedrijven Het waterbedrijf voorziet haar verzorgingsgebied volgens de Drinkwaterwet met drinkwater en water voor andere doeleinden. Inwoners en bedrijven gebruiken drinkwater en lozen stedelijk afvalwater op het riool. Op het gebied van grondstoffen en energie worden steeds meer bedrijven actief. Ook drinkwaterbedrijven richten zich op nieuwe activiteiten als opwerking van afvalwater tot puur water of industriewater. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 13

37 Dwingeloo Klimaatontwikkeling Het klimaat verandert. Dat uit zich in een langzame verandering van weersomstandigheden. Daarbij komen steeds heftiger buien voor, maar ook steeds langere perioden met droogte en hitte. Het heeft alles te maken met te veel en te weinig water. Voor het bebouwd gebied moeten het rioolsysteem, het (grond)watersysteem en de inrichting van de openbare ruimte in de toekomst aangepast worden om bij veranderende omstandigheden te blijven functioneren. De acceptatie van water op straat vormt een onderdeel van de afwegingen die daarbij gemaakt gaan worden. De trits Vasthouden - Bergen Afvoeren blijft een belangrijke voorkeursvolgorde voor het kiezen van maatregelen. Ruimtelijke en demografische ontwikkeling Samenwerking in de afvalwaterketen mag niet nadelig zijn voor synergie met de aanpak van de openbare ruimte. Vooral binnen de gemeenten wordt vaak werk met werk gemaakt: vervanging van riolen wordt vaak in samenhang met herinrichting van de openbare ruimte of herstructurering uitgevoerd. Het is van maatschappelijk belang om deze samenloop waar mogelijk te benutten. Dit vormt dan ook een belangrijke randvoorwaarde voor samenwerking. Maatschappelijke ontwikkelingen Er spelen twee maatschappelijke ontwikkelingen: bevolkingsontwikkeling en onderlinge samenwerking en fusie van organisaties. Binnen het gebied van Reest en Wieden zijn plaatsen waar de bevolking afneemt en waar de bevolking toeneemt. Vooral afname van de bevolking is van invloed: minder mensen leidt meestal niet tot minder km riolering. Dezelfde lasten moeten worden opgebracht. Dit legt een beslag op de kostenontwikkeling, die moet goed worden beheerst. Tegelijk zijn er binnen de zeven betrokken organisaties ook ontwikkelingen gaande met betrekking tot samenwerking tussen organisaties: Hoogeveen en De Wolden hebben in 2015 één ambtelijke organisatie; Meppel en Westerveld onderzoeken vergaande ambtelijke samenwerking; De waterschappen Reest en Wieden en Groot Salland zijn per 1 januari 2016 gefuseerd tot het waterschap Drents Overijsselse Delta. Deze ontwikkelingen worden gevolgd om binnen de samenwerking in de waterketen tijdig te kunnen anticiperen op veranderde omstandigheden. De doelen van samenwerking veranderen hierdoor niet. 14 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

38 2.4 Doen! Willen we inhoud geven aan ketenbeheer, dan moeten de gemeenten verder kijken dan hun zorgplichten en moet het waterschap kiezen voor de ontwikkeling van de huidige RioolWaterZuiveringsInrichtingen (RWZI s) naar de grondstoffenfabriek. Een gezamenlijke inzet op ketenbeheer maakt de weg vrij voor optimalisatie, efficiëntere besteding van middelen en vergroting van de dienstverlening. Vanuit de geschetste visie en doelen wordt daarom in de volgende hoofdstukken een vertaling gemaakt naar concrete maatregelen, worden de kosten hiervan bepaald en wordt de basis gelegd voor een succesvolle samenwerking. Het watertakenplan wordt werkelijkheid door: het beleid vast te stellen en vast te houden aan de gezamenlijke koers; het programma in goede regie gezamenlijk uit te voeren; Doen! Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 15

39 3 Het vertrekpunt 3.1 Uitgangspositie Het watertakenplan vormt een stap naar een integrale benadering van de afvalwaterketen en het watersysteem. In de afgelopen decennia richtten de gemeenten zich vooral op het onderhouden en verbeteren van het rioolsysteem en het stedelijk water. Het waterschap hield zich in hoofdzaak bezig met het goed functioneren van de zuiveringsinstallaties en met het landelijke waterbeheer. Om watertaken integraal te kunnen uitvoeren is gezamenlijk inzicht nodig in de huidige aanpak en in de problemen en uitdagingen waar de gemeenten en het waterschap voor staan. Uit de inventarisatie die voor dit watertakenplan is uitgevoerd blijkt dat de gemeenten en het waterschap hun taken op een goede manier uitvoeren. Er zijn wel individuele verschillen. Deze komen deels voort uit het karakter van een gemeenten (kleiner of groter, meer landelijk of meer stedelijk) en deels uit gebiedsspecifieke kenmerken, zoals grondsoort, hoogteligging, veel of weinig oppervlaktewater. In onderstaand schema is voor de gemeenten en het waterschap kort samengevat welke positieve punten en kwaliteiten ze hebben en welke uitdagingen er liggen. Deze uitdagingen vormen een basis voor samenwerking, deze wordt in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt. In de specificaties worden de resultaten van het gevoerde beleid en de opgaven voor de komende periode verder uitgewerkt. RWZI Echten 16 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

40 Waterschap Reest en Wieden Kwaliteiten Doelmatige beleidscriteria en financiële sturing Sterk strategisch zuiveringsbeheer Zuiveringen op orde Innovatief en ondernemend Uitdagingen Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Uitbouw gezamenlijk meten en monitoren Doorontwikkelen grondstoffenfabriek Assetmanagement Westerveld Kwaliteiten Sterke uitvoeringsorganisatie Sterk allround rioolbeheer Doelmatige financiële sturing Uitdagingen Optimaliseren beheersysteem Verminderen hemelwater op (druk)riolering Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Meten en monitoren Midden-Drenthe Kwaliteiten Sterk strategisch rioolbeheer Sterke uitvoeringsorganisatie Doelmatige beleidscriteria en financiële sturing Uitdagingen Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Verminderen hemelwater op drukriolering Vergroten inzicht in beheer en onderhoud mechanische riolering Steenwijkerland Kwaliteiten Kwalitatief sterk rioolbeheer Sterke uitvoeringsorganisatie Doelmatige beleidscriteria en financiële sturing Uitdagingen Opsporen foutieve aansluitingen drukriolering Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Verbeteren meetinstallaties Meppel Kwaliteiten Sterke uitvoeringsorganisatie Sterke financiële sturing Afkoppelbeleid Uitdagingen Afkoppelopgave Meer inzicht in functioneren: theorie en praktijk Functioneren gegevensbeheer De Wolden Kwaliteiten Sterke financiële sturing Gemalenbeheer Uitdagingen Actualiseren basisrioleringsplannen Functioneren gegevensbeheer Meer inzicht in functioneren: theorie en praktijk Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Hoogeveen Kwaliteiten Transparant, mooie kwaliteitsvisie Procesgericht, betrokkenheid inwoners en bestuur Doelmatige financiële sturing Communicatie via Nieuw Hoogeveens Peil Uitdagingen Omgaan met hevige neerslag, water op straat situaties Versterken waterstructuur Meer inzicht in functioneren: theorie en praktijk Benutten potentieel (operationele) samenwerking regio Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 17

41 3.2 Ontwikkelingen binnen de zuiveringskringen Binnen het beheergebied van Reest en Wieden bevinden zich zeven rioolwaterzuiveringsinrichtingen (RWZI s). Een zuiveringskring bestaat uit één RWZI met alle daarop aangesloten riolering. De RWZI s zijn: Echten, de grootste RWZI bedient het grootste deel van de gemeenten Hoogeveen en De Wolden en een klein deel van Midden-Drenthe; Meppel bedient de gemeente Meppel en een klein deel van De Wolden en Staphorst; Steenwijk bedient het grootste deel van de gemeente Steenwijkerland; Vollenhove bedient een klein gedeelte van Steenwijkerland rond de kern Vollenhove; Dieverbrug bedient voornamelijk de gemeente Westerveld; Beilen bedient het grootste deel van de gemeente Midden-Drenthe; Smilde bedient de kernen langs de Drentse Hoofdvaart. De kaart hiernaast illustreert de ligging van de zuiveringskringen. Gemeenten en zuiveringskringen 18 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

42 De afgelopen jaren is al fors geïnvesteerd in verduurzaming van de zuiveringen. Er is een struvietreactor gebouwd op de zuivering Echten. Hiermee kan fosfaat worden terug gewonnen uit afvalwater. Ook is op de zuiveringen geïnvesteerd in energiebesparing en hergebruik van vrijkomende warmte. De zuiveringen zijn allemaal op orde en voldoen aan de wettelijke normen. Tot 2025 zijn geen grote vervangingen of renovaties nodig. Er spelen wel een aantal verbeteringsopgaven. Ook zijn er ontwikkelingen rond melk verwerkende bedrijven in de regio. Beide onderwerpen worden hieronder nader toegelicht. Opgaven zuiveringen Bij een aantal zuiveringen wordt in de komende jaren geïnvesteerd in verbetering en uitbreiding. De zuivering in Echten zal wellicht op termijn moeten worden uitgebreid. Via een optimalisatieonderzoek naar het functioneren van het afvalwatersysteem (OAS-studie) wil men meer inzicht krijgen in het functioneren van de zuivering in relatie tot het stedelijk afvalwateraanbod. In dat onderzoek wordt bezien of het mogelijk is, door in de bebouwde kom het regenwater af te koppelen, de uitbreidingsinvestering op de RWZI te voorkomen. Gezien de leeftijd van de huidige slibpers oriënteert het waterschap zich op mogelijke technieken waarmee deze in de toekomst kan worden vervangen. Door landelijke onderzoeken te volgen wordt gekeken of er een meer efficiënte methode is voor het verwerken/ drogen van slib. Blokzijl De RWZI s in Dieverbrug en Meppel hebben ruimte om bij groeiende afvalwateraanvoer nog uit te breiden. Zoals de demografische ontwikkelingen nu zijn, ziet het er naar uit dat alleen op de RWZI Meppel in de toekomst een biologische uitbreiding nodig kan zijn. Ontwikkelingen melkbedrijven Binnen het beheergebied van Reest en Wieden bevinden zich drie grote melk verwerkende bedrijven, in Beilen, Hoogeveen en in Meppel. Bij de eerste twee bedrijven is sprake van uitbreiding/ verandering, beide bedrijven produceren veel afvalwater met een bijzondere samenstelling. Ook kennen de bedrijven een bijzondere slibproblematiek. Voor het waterschap biedt dit kansen om door middel van gerichte maatregelen de afvalwaterverwerking te verduurzamen en energie en grondstoffen terug te winnen. Gemeenten willen tegelijkertijd de aantasting van de riolering en het aantal storingen verminderen. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 19

43 3.3 Ontwikkeling van de watertaken Binnen de watertaken zijn veel innovaties en ontwikkelingen. Zoals in veel sectoren ontwikkelen zich allerlei technieken en toepassingen, waardoor inzichten veranderen en nieuwe werkwijzen ontstaan. Naast de techniek ontwikkelt zich het ketenbeheer, waardoor de visie op samenwerking verandert. De nieuwe Waterwet en het landelijk Bestuursakkoord Water (BAW 2011) markeren deze ontwikkelingen. Ze vormen de bestuurlijke context van het watertakenplan. Gemeenten Binnen het rioolbeheer gaan de ontwikkelingen in de techniek vooral over slimmere methodes om riolen te inspecteren, te repareren en te relinen, maar ook over slimme software. Het begrip assetmanagement omvat dit; het is een manier van werken, gebaseerd op een digitaal instrumentarium met geautomatiseerde meetsystemen en een goed geoutilleerd beheersysteem. Tezamen met een goed afwegingskader voor maatregelen is het de beste manier om doelmatigheid van investeringen te vergroten. In de markt worden steeds meer diensten ontwikkeld die flexibel inspelen op de nieuwe (digitale) technieken en toepassingsmogelijkheden. Goed en slim gebruik maken van de markt vraagt een andere manieren van werken, meer gebaseerd op de markt als partner, vanuit een flexibeler organisatie. Beilen De introductie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft tot een andere normering binnen het waterkwaliteitsbeheer geleid. Gemeenten hebben in dat kader een grotere eigen verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsbeheer gekregen van water dat in beheer en eigendom van de gemeente is. Dit is meestal water in bebouwd gebied. Waterschap Binnen het zuiveringsbeheer richt de technologische ontwikkeling zich sterk op automatisering, sturing op afstand en ontwikkeling van technieken voor energie- en kostenbesparing. Het terugwinnen van grondstoffen is in veel onderzoeken en pilots onderwerp van innovatie. Binnen het zuiveringsbeheer is kostenreductie een belangrijke opgave. Efficiëntievergroting wordt deels bereikt door schaalvergroting en deels ook door slimmer beheer en onderhoud (gebruik maken van assetmanagement). Hiermee verwacht het waterschap beter toegerust te zijn op de toekomst. Daarnaast worden steeds meer technieken toegepast die uit gaan van scheiding aan de bron. Het is een tweesporenbeleid. In het integraal zuiveringsplan van het waterschap is dit nader uitgewerkt voor het gehele beheergebied. 20 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

44 3.4 Ontwikkeling van samenwerking De komst van de Wet gemeentelijke watertaken (2008) en de Waterwet (2009) markeren een belangrijke verschuiving in de taken en werkwijze van waterschap en gemeente. De zorgplicht voor de gemeenten is veranderd en uitgebreid met de zorg voor grondwatermaatregelen en afvloeiend hemelwater in het stedelijke gebied. De WVO vergunning is geschrapt, waardoor waterschap en gemeente meer moeten samenwerken. Het in 2011 gesloten Bestuursakkoord Water legt hier een extra opgave naast, die alleen door intensieve samenwerking gerealiseerd kan worden. In bijlage C wordt de opgave voor Fluvius beschreven. De samenwerking bouwt voort op bestaande samenwerking als het IBA-beheer, het gezamenlijk meten en monitoren en de resultaten als in onderstaande paragraaf zijn beschreven. Tussen de gemeenten wordt al op veel meer terreinen samengewerkt. Ambtelijke samenwerking tussen Hoogeveen en De Wolden en tussen Westerveld en Meppel zijn hier voorbeelden van. 3.5 Resultaten van samenwerking Na ondertekening van het Bestuursakkoord Water in 2011 zijn al diverse ontwikkelingen in samenwerking opgepakt. Waterschap Reest en Wieden heeft met de 6 inliggende gemeenten waterakkoorden gesloten waarin alle lopende samenwerkingsafspraken structureel zijn vastgelegd. Er zijn al concrete resultaten opgeleverd waar het watertakenplan op voort bouwt. In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten kort toegelicht Implementatie levensduur riolering In 2012 is een onderzoek uitgevoerd met de titel Levensduur riolering. In dit onderzoek is een strategie ontwikkelt om de levensduur van riolering te verlengen. Aan de hand van scenario s is een keus gemaakt voor een andere beheerstrategie waardoor de investeringsvolumes de komende jaren fors dalen. De bestuurders hebben de opdracht gegeven de uitkomsten van het onderzoek te implementeren in de beheerstrategie. Intussen zijn veel van deze aanbevelingen overgenomen in de dagelijkse beheerpraktijk. In de specificaties zijn de gerealiseerde besparingen op de kaptaallasten al voor een groot deel verwerkt. Het traject is echter nog niet geheel afgerond. De activiteiten hiertoe zijn in het programma opgenomen Meten en monitoren Vanaf 2013 verzorgt het waterschap de verwerking van meetgegevens en het beheer van meetappartuur van riooloverstorten in vijf gemeenten. Het waterschap verzorgt de validatie van de gegevens en rapporteert maandelijks over de bevindingen. Dit levert valide informatie over het functioneren van de riolering op. Voor de analyse van de werking van het afvalwatersysteem als geheel biedt de informatie nog te weinig. In de komende periode is het streven om de gezamenlijke monitoring te versterken met gegevens van rioolgemalen, regengegevens en analysemogelijkheden voor alle zes gemeenten. Zuidwolde Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 21

45 Dit project brengt het kennisniveau over het werkelijk functioneren van de afvalwaterketen op een hoger niveau waardoor de doelmatigheid van te nemen maatregelen nog zal toenemen Reiniging en inspectie van riolen Reiniging en inspectie zijn belangrijke instrumenten binnen het risico gestuurd beheer van riolering. In 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de doelmatigheid van het uitvoeren van reiniging en inspecties van riolen. Daar valt nog winst te boeken. Op dit moment wordt vooral gereinigd en geïnspecteerd om de kwaliteit van de stelsels in beeld te krijgen. Hieruit worden programma s voor onderhoud en renovatie afgeleid. In het maatregelenprogramma is een verdere uitwerking van de aanpak van reiniging en inspectie opgenomen. Deze activiteit is gekoppeld aan de verdere implementatie van het risico gestuurd beheer Gemalenbeheer De zes gemeenten hebben samen bijna 5000 rioolgemalen. Dit zijn putten met daarin pompen die rioolwater verpompen naar een ander rioolstelsel of naar een rioolwaterzuivering. Het grootse deel hiervan betreft kleine installaties voor 1-3 woningen, meest in het buitengebied. De overige rioolgemalen verpompen grotere hoeveelheden rioolwater, soms van complete wijken. Deze rioolgemalen vertegenwoordigen samen een groot investeringsbedrag en vergen veel onderhoud. Een inventarisatie naar beheeruitgangspunten leverde een aantal inzichten op over verschillen in beheer. Zo zijn in twee gemeenten bijna alle gemalen op afstand uit te lezen, terwijl vier andere daar bewust niet voor kiezen. Ook zijn er verschillen in het wel of niet preventief onderhoud plegen en de wijze waarop klachten en meldingen worden geregistreerd. Er is verschil in visie over beheersoftware. De gemeenten zijn alle kwetsbaar op het punt van het gemalenbeheer. In de komende jaren worden de aanbevelingen uit de inventarisatie opgepakt Opstellen Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden (DoFEMaMe 2.0) Onder deze titel heeft de stichting RIONED een module ontwikkeld, die een belangrijke leidraad vormt bij het opstellen van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In de specificaties is dit per Dwingeloo 22 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

46 gemeente uitgewerkt. Binnen het watertakenplan is naar eenheid gestreefd om bij het formuleren van de doelen en de daaruit afgeleide functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Daarbij moet bedacht worden dat deze doelen vooral over gemeentelijke watertaken gaan. Deze zijn onder andere afgeleid uit de doelen van het watertakenplan en in samenwerking binnen Fluvius bepaalt. De DoFEMaMe methode is gebruikt om op basis van de geformuleerde doelen tot een besturingsfilosofie te komen. Per gemeente kunnen binnen de methode ambities worden bepaald en accenten Doelen volgens de DoFEMaMe methode worden gelegd waarbinnen de gemeentelijke watertaken worden uitgevoerd Inprikpunten persleidingen waterschap op gemeentelijke riolering Het waterschap Reest en Wieden transporteert grote hoeveelheden afvalwater vanuit het verzorgingsgebied naar de verschillende zuiveringen die het beheert. Daarvoor worden meestal rioolgemalen ingezet. Deze gemalen lozen via persleidingen op de zuiveringsinstallaties of op vrij verval rioolstelsels in beheer bij gemeenten. Een lozingspunt op de vrij verval riolering wordt aangeduid als inprikpunt. In geval van lozing op riolering is er daarbij verhoogde kans op aantasting van de rioolbuizen en putten. Het waterschap wil graag inzicht in de problematiek van rioolaantasting bij de inprikpunten. De inventarisatie van de inprikpunten is inmiddels afgerond. De komende periode zal aan de hand van de resultaten worden bekeken welke maatregelen nodig zijn om aantasting te voorkomen en de levensduur van de riolen te vergroten Waterbeheer Binnen Fluvius is de afgelopen jaren eenduidig beleid ontwikkeld voor inrichting, beheer en onderhoud van stedelijk water. Dit beleid is vastgelegd in de Kadernotitie IBO Stedelijk Water. Deze kadernotitie is een handreiking voor een goede taakverdeling van Inrichting, Beheer en Onderhoud van stedelijk water tussen waterschap en gemeenten. De waterschappen binnen Rijn-Oost hebben daarnaast Water Raakt! opgesteld. Deze beleidsnotitie richt zich op inwoners, gemeenten en betrokkenen bij stedelijk waterbeheer. In de notitie worden de rollen en taken van beide benoemd. Het Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 23

47 bevat visie, beleid en maatregelen. Het waterschap heeft aan Water Raakt! een maatregelentabel toegevoegd waarin ze haar activiteiten beschrijft. Deze hebben een grote samenhang met de gemeentelijke watertaken en IBO Stedelijk Water. De belangrijkste onderwerpen waaraan gewerkt wordt zijn: Streefbeelden Baggeren Kwantitatieve en kwalitatieve relatie (knelpunten) tussen riolering en watersysteem Klimaatadaptatie Betrekken inwoners en bedrijven De laatste drie activiteiten zijn opgenomen in het programma (in onderdeel 8 Watersysteem), omdat deze een gezamenlijke aanpak vergen. In het programma worden ze nader toegelicht. De onderwerpen streefbeelden en baggeren vragen meer 1 op 1 maatwerk tussen het waterschap en de afzonderlijke gemeenten. Deze onderwerpen zijn opgenomen in de specificaties. Streefbeelden Besloten is om de focus te leggen bij het goed in beeld brengen van de huidige toestand en de gewenste toestand van gemeentelijke watersystemen binnen het beheergebied van Reest en Wieden. Deze watersystemen zijn gekozen op basis van de wateren, waar een paspoort (eenduidige beschrijving) voor is opgesteld. Op de lange termijn wordt gewerkt aan een goed gegevensbestand, waarbij twee aspecten worden onderscheiden. Ten eerste het inrichten van een GIS-web applicatie waarin de gegevens worden ontsloten en ten tweede de feitelijke gegevensverzameling. De streefbeelden vormen de basis om te komen tot doelmatige afspraken over beheer, onderhoud en eigendom van stedelijk water. Hierbij wordt optimaal gebruik gemaakt van beschikbare kennis, capaciteit en middelen van gemeente en waterschap. Bij het opstellen van streefbeelden is besloten om het stedelijk gebied systematisch te benaderen. Een watersysteem bestaat in dit geval uit een samenhangend geheel van watergangen/vijvers en kunstwerken. Nadat de huidige toestand van elk systeem in beeld is gebracht en beoordeeld worden afspraken gemaakt. Soms is versneld onderhoud nodig. Soms moeten er aanvullende maatregelen worden genomen om het watersysteem Hoogeveen 24 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

48 beter te laten functioneren. Vervolgens maken waterschap en gemeente afspraken over de overdracht. Beheer en Onderhoud Het waterschap is beheerder van het (stedelijk) oppervlaktewater met een waterhuishoudkundige functie. Dit betekent ook dat het waterschap een onderhoudstaak heeft. Het onderhoud wordt deels door waterschap en deels door gemeenten uitgevoerd. Baggeren en maaien vormen hiervan de belangrijkste onderdelen. De gemeenten hebben verschillende baggeropgaven, van zeer beperkt tot vrij omvangrijk. Voor het waterschap is baggeren regulier werk. Vaak sluiten gemeentelijke projecten geografisch goed aan bij de werkzaamheden van het waterschap en ligt samenwerking of gezamenlijk aanbesteden voor de hand. Daarnaast bestaat het onderhoud in stedelijk gebied uit maaien. Gemeenten en waterschap willen het onderhoud goed afstemmen, zeker ook met het oog op efficiëntie en kostenbesparing. De kadernotitie IBO Stedelijk Water bevat afspraken over de overdracht van stedelijk water tussen gemeente en waterschap. Gestreefd wordt naar feitelijke overdracht van de resterende stedelijke watersystemen in 2015 en Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) Door gemeenten en waterschappen in Oost- Nederland binnen het gebied Rijn-Oost zijn afspraken gemaakt over de toekomstige zoetwatervoorziening. Voor gemeenten komen hier geen maatregelen uit voort. Het Kabinet heeft de Deltabeslissing Zoetwater genomen, waarin de afspraken met regionale partijen zijn vastgelegd. Door klimaatverandering veranderen de hoeveelheden van zowel de aanvoer en de behoefte aan zoet water. Om op lange termijn in de behoefte te voorzien zijn landelijk afspraken gemaakt over de verdeling van zoet water. Overdracht stedelijk water De Waterwet beoogt om het beheer en onderhoud van oppervlaktewater met een waterhuishoudkundige functie bij het waterschap onder te brengen. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 25

49 4 Programma Fluvius 4.1 Keuze van activiteiten en maatregelen Om de visie en de doelen te realiseren worden deze vertaald in concrete activiteiten en maatregelen. In dit hoofdstuk bouwen we een programma op dat gebaseerd is op: de visie en de doelen; de huidige stand van zaken en de ontwikkelingen in het gebied; de bestaande programma s en geplande investeringen; de benutting van mogelijkheden van samenwerking. Binnen deze kaders is een groslijst van mogelijke activiteiten en maatregelen opgesteld. Effectiviteit en kosten De acht onderdelen van de afvalwaterketen verschillen behoorlijk van elkaar. De groslijst van maatregelen is te vergelijken met een grote mand met appels, peren, kiwi s, bananen en andere soorten fruit. Het vergelijken en analyseren van maatregelen en het sorteren van een doelmatig pakket is een lastige opgave. We hebben de maatregelen vergeleken op basis van kosten, haalbaarheid, mate van bijdrage aan de gestelde doelen en een score op basis van deskundigheid van vakspecialisten. De maatregelen zijn hierop gesorteerd. De effectiviteit per maatregel is vastgelegd in een totaalscore. Op basis daarvan zijn minder effectieve maatregelen geschrapt voor deze planperiode. Prioriteit onderdelen Door de experts van gemeenten en waterschap zijn de prioriteiten binnen de acht onderdelen van de afvalwaterketen beoordeeld. Daarbij valt op dat er veel prioriteit wordt gegeven aan optimalisatie van riolering, zuivering en bemaling en aan kansen tot het nemen van bronmaatregelen. De ketenbenadering komt hierin goed tot uiting. De onderdelen Markt en Uitvoer hebben de laagste prioriteit. Dit komt vooral omdat deze maatregelen pas op langere termijn belangrijk worden. Technieken voor terugwinnen van grondstoffen en energie zijn nog volop in ontwikkeling. Uitwerking In de volgende paragrafen is het programma samengevat en per onderdeel uitgewerkt. Op basis van nadere analyse is vervolgens in paragraaf 4.3 een inschatting beschreven van de baten van het watertakenplan. Prioriteit onderdelen 26 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

50 4.2 Programma In de figuur zijn de gekozen activiteiten en maatregelen per onderdeel samengevat. In de volgende pagina s zijn ze per onderdeel nader toegelicht. Per onderdeel is een raming gemaakt van wat de activiteit of maatregel oplevert en is een ruwe schatting gemaakt van uren en kosten. Activiteiten en maatregelen met dit teken zouden ook door iedere individuele organisatie worden uitgevoerd als er geen watertakenplan of samenwerking zou zijn geweest. Sommige bouwen voort op bestaande activiteiten. Samenwerking levert hier dus financieel voordeel op. De overige, nieuwe maatregelen worden juist mogelijk door te gaan samenwerken. Dit toont de meerwaarde van samenwerking. De verdeling van de kosten wordt beschreven in hoofdstuk 5. In paragraaf 5.3 wordt uitgelegd hoe de verrekeningswijze is bepaald. Dit heeft geleid tot een verrekeningswijze, waarin gemeenten bijdragen naar gemeentegrootte: 25 % vaste kosten, 75% naar heffingseenheden. Het waterschap draagt 1/7 deel van de kosten: 14% van het totaal. Ter illustratie: een kostenschatting van voor een maatregel die door alle zeven partijen gedragen wordt, over de looptijd van het watertakenplan, leidt globaal tot jaarlijkse kosten per partij van (= / 6 jaar / 7 partijen = / 42). De Wolden Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 27

51 2: AANSLUITING: A. Rioolvreemd water verminderen B. Doelmatig afkoppelen 3: INZAMELING & TRANSPORT: A. Gebiedsgerichte doelen opstellen B. Implementeren levensduur riolering C. Gezamenlijk meten en monitoren D. Uitvoeren calamiteitenplan riolering 4: BEMALING: A. Optimaliseren gemalenbeheer (assetmanagement) 1: INVOER: A. Communicatie, educatie en voorlichting B. Waterloket versterken 5: ZUIVERING: A. Verkleinen vuilwateraanbod / discrepantie B. Optimalisatie zuiveringsproces C. Strategie voor terugwinnen van grondstoffen en energie 8: WATERSYSTEEM: A. Klimaatadaptatie B. Verminderen interactie watersysteem en rioolstelsel 7: UITVOER: A. Optimaliseren slibverwerking B. Grondstoffen en water benutten Energie Bioplastic Fosfaten WATERSCHAPPEN 6: MARKT: A. Vet recyclen B. Marktontwikkeling energie en grondstoffen volgen WATERBEDRIJVEN BEDRIJVEN Programma Fluvius 28 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

52 1: Invoer A. Communicatie, educatie en voorlichting Doel: Begrip bij inwoners en bedrijven vergroten over (de waarde van) water, begrip voor risico s volksgezondheid en draagvlak voor het uitvoeren van werkzaamheden vergroten. Resultaat: Inwoners en bedrijven zijn bewust van de waarde en de risico s van water en lozen verantwoord op het riool. Aanpak: Uitvoeren communicatieplan door middel van adequaat informeren van inwoners, bedrijven en bestuurders over: Risico s van afvalwater (volksgezondheid) en wateroverlast Goed rioolgebruik, mogelijkheden van gebruik van regenwater, werking afvalwaterketen Zelf bijdragen aan een kwalitatief goed watersysteem Wat er om je heen gebeurt er en waar je naartoe kan met vragen (voorbeeld website waterloket Hoogeveen) Deze maatregel heeft een relatie met doelstellingen 25 en 26 uit de maatregelentabel realisatieparagraaf Water Raakt!. Waterloket Hoogeveen Het waterloket dient om vragen en klachten van inwoners en bedrijven te beantwoorden. De gemeente Hoogeveen geeft hier in de vorm van de website nieuwhoogeveenspeil.nl op een bijzondere manier invulling aan. De website voorziet in veel antwoorden en informatie waar mensen wat mee kunnen. Dit blijkt uit het aantal unieke bezoekers van gemiddeld zo n 1000 per maand. De informatie varieert van grondwaterpeilen of de hoeveelheid neerslag in uw buurt, tot informatie over zwemwater en de hoogte van de rioolheffing. Door een fotowedstrijd voor de leukste wateroverlastfoto te organiseren na heel veel regen kwam de B. Waterloket versterken Doel: Inwoners en bedrijven klantvriendelijk en adequaat helpen bij vragen en klachten. Klachten zodanig registreren en analyseren dat doelmatigheid wordt vergroot en klachten worden verminderd. Resultaat: Vermindering van herhaalde klachten en een lerende organisatie. gemeente er achter waar precies de overlast zat. Op basis van de 80 inzendingen konden goede verbetermaatregelen worden bedacht. Aanpak: In samenwerking komen tot een uniform systeem van klachtafhandeling en registratie. Op basis van analyse komen tot optimalisatie van beheervormen voor o.a.: water op straat situaties, afstroming gebreken, verzakkingen, geur- en geluidoverlast, verstoppingen en andere vormen van overlast. Deze maatregel heeft een relatie met doelstelling 21 uit de maatregelentabel realisatieparagraaf Water Raakt!. Invoer: Resultaat en inzet 1A Communicatie, educatie en voorlichting Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW B Waterloket versterken Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 29

53 2: Aansluiting A. Rioolvreemd water verminderen Doel: Grondwater en oppervlaktewater hoort niet thuis in het riool, van het riool afhalen. Resultaat: Doelmatig en gebiedsgericht rioolvreemd water minimaliseren. Aanpak: Aan de hand van bemalingsgegevens en inspecties onderzoeken waar rioolvreemd water in het riool komt. Bepalen welke technieken leiden (best practise) tot de meest doelmatige aanpak voor het opsporen en verhelpen van de situatie en deze uitvoeren. B. Doelmatig afkoppelen Doel: Vergroten van het inzicht in doelmatigheid en efficiency van afkoppelen. Daarbij rekening houden met effecten voor de capaciteit van het rioolstelsel, oppervlaktewaterkwaliteit, zo weinig mogelijk regenwaterafvoeren naar de zuivering en beperken van kosten. Resultaat: Ontwikkelen van een best practise van transparant afkoppelbeleid met oog voor situationele verschillen. Aanpak: De praktijk van het afkoppelen van regenwater wordt onderzocht (relatie met projecten 3A, 3C, 8A en 8B). De effecten ten aanzien van capaciteit, waterkwaliteit en kosten worden afgezet tegen het lange termijn perspectief van klimaatverandering en noodzakelijke vervanging van riolen. Hieruit worden best practises ontwikkelt die aansluiten bij regenwaterstructuurplannen en situationele verschillen binnen het gebied. Afkoppelen Dit plaatje laat de essentie zien van afkoppelen: regenwater niet meer in het riool laten lopen. Schoon regenwater weg laten lopen in het riool is zonde. Er zijn veel gebruiksmogelijkheden. Vaak genoeg is er een sloot, greppel of vijver in de buurt, waar het water naartoe kan. Koppel je het regenwater af van het riool, dan snijdt het mes aan twee kanten. Je houdt je eigen schone regenwater voor tuin, wc of wasmachine en het gemeenteriool wordt minder belast. Afkoppelen werkt! Aansluiting: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 2A Rioolvreemd water verminderen B Doelmatig afkoppelen Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. 30 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

54 3: Inzameling & transport A. Gebiedsgerichte doelen opstellen Doel: De samenwerking tussen gemeente en waterschap leidt tot een meer doelgerichte benadering van het functioneren van de waterketen. Dat vertaalt zich in een overgang van normen naar een meer gebiedsgerichte benadering, waarbij de doelmatigheid van het functioneren van de afvalwaterketen als geheel centraal staat. Daarbij komt het thema klimaatverandering. Het doel is om gebiedsgerichte prestaties van de afvalwaterketen te definiëren. Resultaat: Principe afspraken tussen gemeenten en waterschap over het functioneren en presteren van de afvalwaterketen onder verschillende omstandigheden in verschillende gebieden. Aanpak: Gebiedsgerichte doelen ontwikkelen voor hydraulisch functioneren, conform DoFEMaMe (Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden, zie specificaties). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de beschikbare rekenmodellen en informatie uit het klachten- en meldingensysteem (relatie met waterloket 1B). Aan de hand van de berekeningen wordt de functie-norm vastgelegd en getoetst. Onderdeel van het onderzoek bestaat uit het opstellen van een dynamisch praktijkmodel (dynamisch BRP). Dit is een gekalibreerd rekenmodel waarmee het theoretisch functioneren wordt berekend aan de hand van metingen, om de te leveren prestatie vast te leggen. B. Implementeren levensduur riolering Doel: Het onderzoek levensduur riolering verder implementeren in de uitvoeringspraktijk door het beheerproces verder te optimaliseren. Resultaat: Optimaal instrumentarium om de doelmatigheid en efficiëntie van noodzakelijke investeringen te onderbouwen. Aanpak: Het implementeren van de afspraken uit het onderzoek levensduur riolering is al ver gevorderd. In de komende jaren ligt de nadruk op het bijhouden van de resultaten hiervan en het versterken van het dagelijks beheer door 1) het operationele beheerpakket te verbeteren en voldoende inzet te krijgen op het muteren van de beheerdata, hieruit betere analyses te genereren, 2) meer te werken met inspectiebeelden bij het Levensduur riolering De grootste doelmatigheidswinst in het rioolbeheer is te behalen door vervanging van leidingen en putten zo lang mogelijk uit te stellen. Het project Levensduur riolering is uitgevoerd om hiervoor criteria te ontwikkelen. Deze worden steeds meer ingevoerd. In het verleden werd bijvoorbeeld een ernstige schade aan een riool al snel aangemerkt als te vervangen. Tegenwoordig wordt gekeken wat de risico s zijn en welke mogelijkheden er zijn om de levensduur te verlengen. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 31

55 uitwerken van maatregelen en 3) gezamenlijk te onderzoeken hoe de financiële termijn van afschrijven kan worden geoptimaliseerd. Volgend op de verbetering van het gegevensbeheer kan de stap naar assetmanagement worden gemaakt; waarbij een relatie ligt met maatregel 4A Optimaliseren gemalenbeheer. Er wordt onderzocht of gezamenlijk gegevensbeheer tot meerwaarde leidt. Ook wordt de uitgevoerde best practise doelmatig reinigen en inspecteren in deze aanpak meegenomen. C. Gezamenlijk meten en monitoren Doel: Inzicht in het werkelijk functioneren van de afvalwaterketen vergroten. Resultaat: Een informatiesysteem waarin data van stijghoogten en debieten in riolen kunnen worden gecombineerd met debieten van gemalen, debiet van zuiveringen en regendata. Alle data wordt centraal gevalideerd en opgeslagen en er worden analyses uitgevoerd van opvallende gebeurtenissen. Aanpak: De gezamenlijke meetinspanning die door Reest en Wieden wordt uitgevoerd wordt verder uitgebouwd. Er wordt een meetplan opgesteld waarin de meetvragen en meetinspanningen worden beschreven. Deze worden vertaald naar een systeemontwerp. Na gezamenlijke aanbesteding van de benodigde apparatuur wordt het meetnet verder ingericht. De functies van de validatie en analyse van data worden dan nader ingevuld. Dit project is voorwaardelijk voor een aantal andere maatregelen, zoals 2A, 2B, 3A, 4A, 8A en 8B. D. Opstellen en uitvoeren calamiteitenplan riolering Doel: Goede uitvoering van het calamiteitenplan bij daadwerkelijk optreden van een calamiteit. Resultaat: Systemen en functionarissen zijn goed voorbereid en op hun taak berekend. Aanpak: Het opstellen van een calamiteitenplan riolering. De aanpak bestaat vervolgens uit het bijhouden en actualiseren van gegevens en uit het jaarlijks uitvoeren van een oefening. In 2018 vindt een evaluatie plaats. Inzameling en transport: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 3A Gebiedsgerichte doelen opstellen B Implementeren levensduur riolering C Gezamenlijk meten en monitoren D Opstellen en uitvoeren calamiteitenplan riolering Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. 32 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

56 4: Bemaling A. Optimaliseren gemalenbeheer (assetmanagement) Doel: Optimaliseren van gemalenbeheer. Resultaat: Doelmatig gemalenbeheer op basis van adequate informatie, met gebruikmaking van de kwaliteiten van de verschillende organisaties. Aanpak: Op basis van de inventarisatie van de toestand van het gemalenbeheer in 2015 verder optimaliseren door: 1) een uniform klachten en meldingen systeem (relatie met waterloket 1B), 2) analyse / best practise uitvoeren naar de verschillende werkwijzen binnen het gemalen beheer, 3) gezamenlijk gegevensbeheer en assetmanagement ontwikkelen (relatie met levensduur riolering 2B), onderzoeken kansen gezamenlijk beheer, b.v. wachtdiensten. Een apart projectonderdeel vormt het reduceren van energiekosten van gemalen. Onderhoud rioolgemalen in de regio Groot Salland Het waterschap Groot Salland en de gemeenten Kampen, Olst-Wijhe en Raalte werken samen op het gebied van beheer van rioolgemalen. Eind jaren negentig is de samenwerking gestart op gebied van preventief en correctief onderhoud aan gemalen op basis van samenwerkingsovereenkomsten. Sindsdien worden de contracten verlengd en/of vernieuwd. Centraal in de aanpak van onderhoud van grote gemalen is samenwerking op basis van expertise van gemalen. Bij het waterschap Groot Salland zit veel inhoudelijke expertise van rioolgemalen die bij de samenwerkende gemeenten ontbreekt. Achterliggende gedachte is dat het waterschap de gemeenten kan ontzorgen. Voor de gemeenten geldt dat het beheer van de rioolgemalen minder geld kost wanneer het waterschap het beheer uitvoert. Bemaling: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 4A Optimaliseren gemalenbeheer Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 33

57 5: Zuivering A. Verkleinen vuilwateraanbod / discrepantie Doel: Het verschil (discrepantie) tussen het aantal geheven vervuilingseenheden en de werkelijk gemeten vervuilingseenheden op de RWZI verkleinen. Resultaat: Op basis van inzicht in de werkelijke aanvoer op de zuivering een betere inschatting maken van vervuilingseenheden. Aanpak: Kiezen voor een integrale aanpak samen met gemeenten, waterschappen en het belastingkantoor (GBLT), waardoor de verschillende oorzaken van discrepantie op een gestructureerde manier worden aangepakt. Kennis en ervaring uitwisselen. Deze maatregel heeft een relatie met 2A en 2B. B. Optimalisatie zuiveringsproces Doel: Kosten besparen door uitvoering van maatregelen in het integraal zuiveringsplan. Resultaat: Een kostenbesparing van 1,6 miljoen in 2020 ten opzichte van Aanpak: Uitvoering van beleid en maatregelen als beschreven in het integraal zuiveringsplan. C. Strategie voor terugwinnen van grondstoffen en energie Doel: De langetermijnvisie en het integraal zuiveringsplan omzetten naar een strategie en maatregelenprogramma voor de afvalwaterketen. Resultaat: Een gedragen strategie en programma van de samenwerkende partners in de afvalwaterketen. Aanpak: Op basis van de visie van het watertakenplan en het integraal zuiveringsplan analyseren welke maatregelen binnen de gehele afvalwaterketen leiden tot geenspijtmaatregelen en tot te nemen maatregelen om op lange termijn tot optimale terugwinning van grondstoffen en energie te komen. Fosfaat terugwinning Echten In Echten staat op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie een innovatieve fabriek. De ultramoderne fabriek vergist het zuiveringsslib van de zeven rioolwaterzuiveringsinstallaties. De installatie is tegelijk een Energie- en Grondstoffenfabriek. Met de nieuwe installatie wordt ook het in het slib aanwezige fosfaat grotendeels teruggewonnen. Dit fosfaat kan weer nuttig worden gebruikt als grondstof voor de productie van bijvoorbeeld kunstmest. Zuivering: Resultaat en inzet 5A Verkleinen vuilwateraanbod / discrepantie Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW B Optimalisatie zuiveringsproces C Strategie grondstoffen en energie Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. 34 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

58 6: Markt A. Vet recyclen Doel: Vet dat wordt afgescheiden door bedrijven benutten voor toepassingen, garanderen dat het niet in het riool terecht komt. Resultaat: Een businesscase voor inzameling en afzet van vet uit vetafscheiders. Aanpak: Door middel van een inventarisatie en onderzoek vast stellen hoe de bestande praktijk is, om welke stoffen en hoeveelheden het gaat en welke contracten er zijn. Op basis van deze gegevens een businesscase opstellen voor het recyclen van vet. Afhankelijk van de uitkomst vervolg geven. B. Marktontwikkeling energie en grondstoffen volgen Doel: Voor het bepalen van het rendement van technieken binnen de afvalwaterketen kennis bijhouden over de marktontwikkelingen voor de afzet van energie en grondstoffen volgen. Resultaat: Jaarlijkse bijstelling van uitgangspunten voor het bepalen van de best toepasbare technieken. Aanpak: Taak beleggen van het bijhouden van marktontwikkelingen. Jaarlijks evalueren en rapporteren. Reststoffenunie De Reststoffenunie bv is een gezamenlijke onderneming van alle waterbedrijven in Nederland. De Unie van Waterschappen sluit met waterschappen - en ook met andere bedrijven - contracten af voor de levering van energie en grondstoffen, zoals slib, nitraat, fosfaat, maar ook gezuiverd water. Productie van grondstoffen kan uit als kosten voor het afvoeren, storten of verwerken hoger zijn. De reststoffenunie is een voorbeeld van hoe de markt voor grondstoffen verandert en hoe men deze ontgint. Het afval van vandaag wordt de grondstof van morgen. Markt: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 6A Onderzoek vetrecycling B Marktontwikkeling energie en grondstoffen volgen Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 35

59 7: Uitvoer A. Optimaliseren slibverwerking Doel: Slibverwerking optimaliseren en terugwinning van energie en grondstoffen zoveel mogelijk economisch benutten. Resultaat: regionale afspraken en werkwijze slibverwerking. Aanpak: Gemeenten en waterschap inventariseren de slibproductie en onderzoeken de mogelijkheden van verwerking van (verschillende soorten) slib. Waar mogelijk en rendabel worden slibstromen gecombineerd. Hiertoe worden afspraken vastgelegd. B. Grondstoffen en water benutten Doel: Regionale kringloopsluiting door producten uit de afvalwaterketen te benutten. Resultaat: afspraken met afnemers over gebruik van vrijkomend gezuiverd water en grondstoffen. Proef innovatie slibverwerking Attero Wijster De verwerking van zuiveringsslib is duur, maar er zijn veel mogelijkheden om de doelmatigheid te verhogen en om energie en grondstoffen terug te winnen. Waterschap Reest en Wieden heeft samen met negen andere waterschappen samengewerkt aan een duurzame slibstrategie. Slib is het afvalproduct van de rioolwaterzuiveringen. Het bevat energetische waarde en er kunnen stoffen uit worden teruggewonnen. Al het Nederlandse slib wordt momenteel verbrand. Voor verbranding is het belangrijk dat het slib voldoende droog is. Voor het drogen wordt nu aardgas gebruikt. Een alternatief is de droging uit te voeren met restwarmte. Bij Aanpak: Door middel van marktverkenning samen met bedrijven uit de regio zoeken naar afzetmogelijkheden van producten uit de de reststoffencentrale van Attero in Wijster is restwarmte over. Samen met andere partijen wordt onderzocht of een grootschalige proef met droging van zuiveringsslib kan plaatsvinden. afvalwaterketen. Samen met belangstellende bedrijven de haalbaarheid onderzoeken als zich mogelijkheden voordoen. Uitvoer: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 7A Optimaliseren slibverwerking B Grondstoffen en water benutten Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. 36 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

60 8: Watersysteem A. Klimaatadaptatie Doel: Beleid en strategie ontwikkelen, die rekening houden met heviger neerslag, meer hitte en langere droge periodes teneinde toename van overlast en hinder te voorkomen. Resultaat: Inzicht in de gevolgen van klimaatverandering op lange termijn (tot 2050) en opstellen van beleid wat hierop adequaat anticipeert. Aanpak: Met behulp van modellen en landelijke klimaatscenario s worden de gevolgen van klimaatverandering voor het bebouwd gebied inzichtelijk gemaakt. Hierbij wordt gekeken naar de capaciteit en inrichting van riolering en watersysteem, maar ook naar de inrichting van de openbare ruimte. Op basis van knelpuntanalyse wordt beleid ontwikkeld op waaraan nieuwe plannen worden getoetst. Voor de langere termijn worden maatregelen ontwikkeld voor klimaatadaptatie. Deze maatregel heeft relatie met de DoFEMaMe aanpak in de specificaties. Concrete acties zijn o.a. 1) toets ontwerp voor en na oplevering met behulp van een rekenmodel, 2) monitor nieuw ontwerp a.d.h.v. monitoringsplan, 3) voer maaiveld analyse uit tijdens extreme neerslag. Deze maatregel heeft een relatie met 1A, 3A en 3C. Deze maatregelen heeft een relatie met doelstelling 14 uit de maatregelentabel van de beleidsnotitie Water Raakt!. Klimaat verandert Klimaat, water en waterketen hebben veel met elkaar van doen. Dat heeft de gemeente Hoogeveen de afgelopen jaren meermaals ondervonden als gevolg van hevige neerslag. Alhoewel er geen één op één relatie is tussen klimaatveranderingen en individuele gebeurtenissen, illustreren deze buien wel wat de toekomst voor ons in petto heeft. De downburst in Hoogeveen van 14 juni 2007 produceerde zeer lokaal meer dan 50mm neerslag in een halfuur. De normale gemiddelde hoeveelheid neerslag in de hele maand juni is zo n 70mm. Dat is 70 liter per m2. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 37

61 B. Verminderen interactie watersysteem en rioolstelsel Doel: De invloed van het rioolstelsel op de kwaliteit van het oppervlaktewater beperken en minder wateroverlast. Waar interactie is monitoren en de risico s voor de volksgezondheid beperken. De basiskwaliteit van stedelijk water waarborgen. Resultaat: Inzicht in locaties, ontwikkeling van waterkwaliteit en risico s voor de volksgezondheid en voor wateroverlast; een programma van maatregelen om binnen de wettelijke zorgplicht tot een maximale oppervlaktewaterkwaliteit en minimale risico s en overlast te komen. Aanpak: Er wordt gestart met het uitvoeren van een watersysteemanalyse. Op basis van het Waterkwaliteitsspoor Rijn Oost worden locaties geselecteerd die een potentieel risico vormen voor volksgezondheid. Het theoretisch functioneren van de riolering wordt getoetst in samenhang met het oppervlaktewater. Knelpunten (kwaliteit en kwantiteit) worden bepaald en geanalyseerd. Waar nodig wordt de waterkwaliteit gemonitord. Gemeente en waterschap formuleren samen ambities voor watergangen. Hieruit worden maatregelen afgeleid die zowel technisch als sociaal maatschappelijk van aard kunnen zijn. Te denken valt aan vermindering van uitworp vanuit rioolstelsels, afschermen van risicovolle locaties en communicatie en bewustwording. Deze maatregel heeft relatie met de DoFEMaMe aanpak in de specificaties. Deze maatregel heeft een relatie met 1A, 3A en 3C. Deze maatregel heeft een relatie met doelstellingen 12, 13 en 17 t/m 20 uit de maatregelentabel realisatieparagraaf Water Raakt!. Watersysteem: Resultaat en inzet Kosten Kwaliteit Kwetsbaarheid Duurzaamheid Besparen k in 2020 Inzet dagen Kosten ext. k ex BTW 8A Klimaatadaptatie B Verminderen interactie watersysteem en riool Besparen: structureel jaarlijks vanaf Inzet en Kosten: totaal voor de planperiode van 6 jaar. 38 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

62 4.3 Verwachte opbrengst programma Op het programma is een analyse uitgevoerd van de opbrengsten van samenwerking. Hierbij is uitgegaan van de kostenontwikkeling zoals die nu wordt voorzien. Deze is uitgewerkt in de specificaties. Na uitvoering van het watertakenplan, in 2021, zullen er concrete, meetbare resultaten zijn geboekt. Zonder samenwerking geen opbrengsten! De berekeningen gaan uit van integrale uitvoering van alle activiteiten en maatregelen uit het watertakenplan. Financiële besparingen Voor de acht onderdelen zijn schattingen gemaakt van de besparingen voor gemeenten en waterschap, onderverdeeld naar structurele besparingen op de exploitatie en structurele vermindering van kapitaallasten. Besparingen zijn minder meerkosten, ze leiden tot een beperktere stijging van de rioolheffing en de zuiveringsheffing. Deze geschatte besparingen zitten op hetzelfde niveau als het landelijk feitenonderzoek waterketen uit 2010 en het Nationaal Bestuursakkoord Water uit Fluvius volgt hiermee de landelijke trend. In bijlage C wordt de besparingsopgave van Fluvius nader toegelicht. Kwaliteit Door samenwerking zal de kwaliteit van dienstverlening verbeteren. Door toename van de kennis, een goed functionerend waterloket en goed toegankelijke informatie kunnen burgers en bedrijven beter worden geholpen. Door toepassing van DoFEMaMe 2.0 en assetmanagement worden bestuurlijke keuzen en aansturing meer transparant. Kwetsbaarheid De personele kwetsbaarheid wordt verkleind door de samenwerking tussen gemeenten te intensiveren, maar ook tussen gemeenten en waterschap. Door gezamenlijk in te zetten op strategisch/tactisch beheer (zie hoofdstuk 6) wordt de regie op de taakuitvoering versterkt, en kan beter op capaciteit, kwaliteit en risico s gestuurd worden. Gemeenten Waterschap Besparingen ,-- Hoogeveen Duurzaamheid Samenwerking maakt ruimte voor ontwikkeling van terugwinning van grondstoffen en energie. Energiebesparing en optimalisatie maken het afvalwatersysteem efficiënter en doelmatiger. Structurele financiële besparingen, peiljaar 2021 Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 39

63 5 Financiën 5.1 Kader financiën Het watertakenplan omvat zes gemeentelijke rioleringsplannen en het zuiveringsplan van het waterschap. Dit werkt door in de financiële structuur van het watertakenplan. Binnen de onderdelen van het watertakenplan is een differentiatie aangebracht, die voortkomt uit de wettelijke verdeling van taken binnen de afvalwaterketen (zie 2.3 en 5.2). De gezamenlijke noemer kunnen we terugvoeren op de visie, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2. Het kiezen voor gezamenlijke verantwoordelijkheid werkt door in de verdeling van kosten (zie 5.3). Er zijn belangrijke verschillen in de huidige kosten van het rioolbeheer in de zes gemeenten. De bevolkingsontwikkeling heeft daar invloed op. We volgen de ontwikkelingen teneinde de rioolheffing zo beperkt mogelijk te laten stijgen. Kostenbesparing en samenwerking zijn in dit verband van groot belang om de kwetsbaarheid te verkleinen en de kwaliteit te verbeteren. De kosten voor het rioolbeheer worden gedekt uit de rioolheffing, die voor het zuiveringsbeheer uit de zuiveringsheffing. De gezamenlijke maatregelen uit dit watertakenplan zijn evenwichtig verdeeld over de partijen waardoor lastenverschuiving wordt vermeden. Het watertakenplan is nieuw voor de regio. Het zet in op een verbetering van doelmatigheid en efficiëntie. Daarbij gaat de kost voor de baat uit. We verwachten, dat in de loop van de uitvoering van het watertakenplan zichtbaar wordt hoe investeringsvolumes dalen en hoe operationeel beheer doelmatiger wordt. In hoofdstuk 4.3 is daarvan een inschatting gemaakt. In 5.4 is geschetst hoe de realisatie van de afspraken wordt gevolgd. Het is een kwestie van de goede dingen doen en de dingen goed doen. Meppel 5.2 Opbouw kosten In het watertakenplan brengen we een splitsing aan tussen kosten voortkomend uit activiteiten en maatregelen, die gezamenlijk door de zeven partijen worden uitgevoerd, en individuele kosten voor het rioolbeheer respectievelijk het zuiveringsbeheer. Voor gemeenten vindt u in de specificaties het complete kostendekkingsplan voor de rioolheffing in de komende zes jaar. De rioolheffing is globaal opgebouwd uit: 1. exploitatiekosten, waaronder: personeelskosten externe kosten voor operationeel beheer 2. kapitaallasten van uitgevoerde investeringen 3. kapitaallasten van nieuwe investeringen, voortkomend uit het watertakenplan 4. gezamenlijke activiteiten en maatregelen uit het watertakenplan De punten 1 t/m 3 zijn uitgewerkt in de gemeentelijke specificaties. De volgende paragraaf gaat over de uitwerking van punt 4, de gezamenlijke activiteiten en maatregelen zoals opgenomen in hoofdstuk Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

64 Voor het waterschap maken de kosten deel uit van de begroting voor het totale zuiveringsbeheer. Rioolbeheer De Wolden Gezamenlijke uitvoering watertakenplan Rioolbeheer Hoogeveen Rioolbeheer Meppel Rioolbeheer Midden-Drenthe Rioolbeheer Steenwijkerland Rioolbeheer Westerveld Opbouw gezamenlijke en individuele kosten per organisatie Zuiveringsbeheer Reest en Wieden 5.3 Gezamenlijk programma Het programma van het watertakenplan betreft alle activiteiten en maatregelen zoals in hoofdstuk 4 uitgewerkt, niet de investeringen en exploitatielasten van afzonderlijke partijen. De activiteiten en maatregelen hebben een vaste kostencomponent en een flexibele component die te relateren is aan de gemeentegrootte. Daarom hebben we gekozen voor een evenwichtige verdeling van kosten over partijen. Voor de gemeenten betekent dit dat 25% van de kosten bestaan uit vaste kosten, en 75% van de kosten wordt verdeeld naar de omvang van het aantal eenheden waarover rioolheffing wordt geheven. Het waterschap neemt bij het verdelen van kosten over alle zeven partijen 14% (1/7) voor zijn rekening. Binnen Fluvius is er voor gekozen om kosten en uren (uurkosten) van elkaar te scheiden. Het kostenverdelingsvoorstel is alleen van toepassing op externe kosten voor bijvoorbeeld ondersteuning, onderzoek, regie, bijeenkomsten en communicatie. Over de ureninzet is afgesproken dat deze evenredig over de partijen plaats vindt en dat deze niet onderling verrekend worden. Dit leidt tot het volgende overzicht van kosten per individuele organisatie. Kosten (excl. uurkosten) in over de planperiode van 6 jaar Gemeente De Wolden Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel Gemeente Midden-Drenthe Gemeente Steenwijkerland Gemeente Westerveld Waterschap Reest en Wieden Daarbij merken we op dat investeringen en exploitatiekosten buiten beschouwing zijn gelaten. Die zijn in de specificaties uitgewerkt. De gemeentelijke kosten voor gezamenlijke maatregelen maken deel uit van het kostendekkingsplan in de specificatie. De dekking van de kosten voor het waterschap vindt plaats via de begroting van het zuiveringsbeheer. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 41

65 5.4 Monitor 3K+D De afspraken in het Bestuursakkoord Water (BAW) uit 2011 worden landelijk gemonitord. Naast Fluvius zijn er in het hele land samenwerkingsverbanden binnen de waterketen. Al deze regio s worden gemonitord tot In het Bestuursakkoord zijn afspraken vastgelegd over Kosten, Kwaliteit, Kwetsbaarheid en Duurzaamheid. Door intensieve samenwerking moeten deze afspraken resulteren in een doelmatiger waterbeheer zodat de stijging van lasten worden beperkt. Het doel is van deze aanpak is dat door samenwerking: 10% minder meerkosten in 2020 in het beheer van de afvalwaterketen ten opzichte van de beschreven referentiesituatie wordt gerealiseerd. Voor Fluvius is deze besparing vastgelegd op 5,1 miljoen vanaf 2020 (ca. 14 % minder meerkosten). Daarbij is de opgave voor de gemeenten 2,8 miljoen en de opgave voor het waterschap 2,3 miljoen; de personele kwetsbaarheid (vergroten robuustheid) bij de deelnemende organisaties wordt verminderd; de kwaliteit (professionaliteit) van dienstverlening wordt behouden dan wel versterkt; de duurzaamheid binnen de waterketen wordt versterkt. De BAW monitor zal de komende jaren jaarlijks worden uitgevoerd om de voortgang van de realisatie van afspraken uit het Bestuursakkoord Water te meten. Het watertakenplan geeft invulling aan een gedeelte (ca. 3 miljoen) van de besparingsambitie van 5,1 miljoen minder meer. De overige besparingen worden gerealiseerd door de individuele organisaties. In bijlage C is worden de opgaven van Fluvius nader toegelicht. BAW monitor 2015 De monitor is in het voorjaar van 2015 voor het eerst uitgevoerd. De resultaten beschrijven de situatie van voor het opstellen van het watertakenplan. In onderstaande grafieken is de toestand op de vier aspecten af te lezen. Het besparen van kosten lijkt in 2014 de goede lijn te pakken te hebben doordat de gesommeerde kosten van de gemeenten onder het afgesproken niveau zitten. Naar de toekomst (2020) ligt er nog een besparingsopgave, die mede door de uitvoering van dit watertakenplan en de samenwerking gerealiseerd gaat worden. Voor de onderdelen kwetsbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid is de nulsituatie vastgelegd. De kwetsbaarheid van binnendiensten is uitgedrukt in de vorm van robuustheid van de organisaties. Deze is alleen voor de gemeten bij de gemeenten. De kwaliteit van de uitvoering van de taken van de binnendienst en de duurzaamheid is voor alle zeven organisaties gemeten. 42 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

66 Kostenontwikkeling regio Fluvius prijspeil 2014 Totaal van gemeenten en waterschap Robuustheid Gemiddelde van zes gemeenten Het waterschap is buiten beschouwing gelaten Kwaliteit Gemiddelde van zeven organisaties Duurzaamheid Gemiddelde van zeven organisaties Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 43

67 6 Organisatie 6.1 Van plan naar uitvoering Voorafgaand aan het opstellen van het watertakenplan is al een hechte samenwerking tussen de zes gemeenten en het waterschap ontstaan. De samenwerking heeft al een aantal resultaten opgeleverd (zie 3.5). Het heeft o.a. geresulteerd in een nieuwe aanpak voor de levensduur van riolering, afspraken over reinigen en inspecteren van riolen, over gemalenbeheer en gezamenlijk meten aan riooloverstorten. Bij inprikpunten van persleidingen op de riolering wordt de levensduur verlengd. Het vaststellen van het watertakenplan vormt een nieuwe stap in de samenwerking. Hiermee is een proces in gang gezet, dat leidt tot structurering van de samenwerking. De samenwerking in de waterketen tot een succes maken is een kwestie van aanpak, volgens Simon Sinek. In zijn Gouden Cirkel plaatst hij de HOE vraag tussen het WAAROM en het WAT. In de visie (H2) is het WAAROM beschreven. Naast de uitvoering van activiteiten en maatregelen (H4, WAT) staat nu het verder vorm geven van de samenwerking (HOE) centraal. Op de uitvoering van het watertakenplan zal een goede regie nodig zijn om de resultaten van activiteiten en maatregelen door te vertalen naar de juiste vorm van samenwerking. Het gaat om het sturen op alle aspecten van de gouden cirkel. Mensen geloven je niet om wat je doet of hoe je iets doet, maar om waarom je het doet. WAT HOE WAAROM De Gouden Cirkel van Simon Sinek Voor het structureren van de samenwerking onderscheiden we drie rode lijnen: Versterk beleidsprocessen op strategisch/tactisch niveau, samen met het waterschap; Maak slim gebruik van de regionale samenwerking en de samenwerking met marktpartijen; Betrek inwoners en bedrijven. De belangrijkste vervolgstap na het vaststellen van het watertakenplan is het ontwikkelen van gezamenlijk beheer op strategisch/tactisch niveau, samen met het waterschap. Vervolgens kan worden ingezet op versterking van de gezamenlijke uitvoering van taken. Zo ontstaat een doelmatige aanpak van de samenwerking: stap 1: Gezamenlijke beleidsvorming door middel van het watertakenplan. stap 2: Samen versterken van het beheer op strategisch/tactisch niveau. stap 3: Stapsgewijs opbouwen van gezamenlijke uitvoering van activiteiten en taken. Voor deze aanpak vormt de zeggenschap van de zeven zelfstandige organisaties een belangrijke voorwaarde. Bij de te nemen stappen vormen zowel de doelen van het watertakenplan als het behoud van zeggenschap de kaders waarbinnen wordt uitgevoerd. 44 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

68 6.2 Versterken beleidsprocessen De uitvoering van de activiteiten en maatregelen leidt niet automatisch tot de realisatie van de doelen. De uitvoering van de maatregelen moet samen op gaan met een versterking van de sturende processen in het rioolbeheer, anders wordt het gewenste effect niet bereikt. We onderscheiden twee sturende processen binnen de afvalwaterketen. Deze twee processen zijn proces toestand beoordeling en proces functioneren van het stelsel. Voor beide processen geldt dat het nemen van doelmatige investeringsbeslissingen is gebaseerd op vijf pijlers. Alle pijlers moeten van voldoende kwaliteit zijn en de samenhang moet goed worden bewaakt. Het op orde hebben en houden van deze twee processen biedt de garantie voor goed functionerende beleidsprocessen en een transparant en afgewogen beleid. De opgave is om de processen gezamenlijk op orde te brengen en te houden. Een aantal projecten en maatregelen uit het programma draagt bij aan het versterken van de beleidsprocessen. Dat vergt een continue regie op de samenhang in de uitvoering van taken. Het levert een doelmatig en efficiënt rioolbeheer op: goede kwaliteit voor de laagste prijs. Het proces toestand beoordeling bestaan uit: een goed functionerend beheersysteem; het adequaat uitvoeren van controles en inspecties; het goed functioneren van een maatregelenpakket; een goed afwegingskader voor bepaling van levensduur en levensduur verlengende maatregelen; een goed afwegingskader voor maatregelkeuze; vervangen / relinen / afkoppelen. Beheersysteem Inspectie Toestand beoordeling Maatregelenpakket Levensduur Proces toestand beoordeling Vervangingsbeleid afkoppelen Het proces functioneren van het stelsel bestaat uit: een goed functionerend beheersysteem; actuele basisrioleringsplannen, mede gebaseerd op meetresultaten; een systeem van meten en monitoren van de werking van riolen en gemalen; een optimalisatiestudie van riolering en zuivering binnen een zuiveringskring; een goed functionerend gemalenbeheer. Beheersysteem Functioneren van het stelsel Basisrioleringsplan Meten en monitoren Optimalisatie afvalwatersysteem Gemalenbeheer Proces functioneren van het stelsel Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 45

69 6.3 Gezamenlijke uitvoering taken Op dit moment is de uitvoering van operationele taken vooral individueel, per organisatie. Gemeenten en waterschap voeren ieder hun eigen taken uit, waarbij al veel zaken worden uitbesteed aan marktpartijen. De aanbesteding van deze taken gebeurt in de regel ook individueel. In de toekomst voorzien we mogelijkheden voor gezamenlijke uitvoering van taken. Hierbij spelen vooral het doelen om kwaliteit te verbeteren en om kwetsbaarheid te verminderen een grote rol. Binnen de planperiode van het watertakenplan willen we goede kansen realiseren. Het draait daarbij om een bijdrage aan de doelen van samenwerking. Maar het draait evenzeer om de wil tot samenwerken. Onderstaande kansen worden nader onderzocht: het uitbouwen van het gezamenlijk meten en monitoren (in uitvoering); het gezamenlijk uitvoeren van communicatie; het gezamenlijk beheren van het waterloket en de afhandeling van klachten; het combineren van taken binnen het gemalenbeheer; het gegevensbeheer voor de riolering; In samenwerking met marktpartijen zien we de volgende kansen: verder uitbouwen van de bestaande rol van de markt bij o.a. het kolken zuigen, vegen, reinigen en inspecteren van riolen; het gezamenlijk aanbesteden van werkzaamheden; als partner bij het ontwikkelen van gezamenlijke taakuitvoering. Deze ontwikkeling wordt geborgd door regie en zeggenschap van de individuele organisaties goed af te stemmen op de taakuitoefening van de operationele taken. Bij de zeggenschap hoort de volledige controle over financiën en besluitvorming. Deze komt vooral tot uitdrukking in de synergie tussen rioleringsprojecten en ruimtelijke ordening. Steenwijk 46 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

70 6.4 Participatie Bij de uitvoering van de watertaken staat een veilige, mooie en schone woonomgeving voorop. De beheerders willen dit graag samen met de inwoners en bedrijven in stand houden en waar mogelijk verbeteren. Dat gaan we doen door inwoners en bedrijven te betrekken bij beleidsontwikkeling en projecten en door het inrichten van een actief waterloket. Ontwikkelen van beleid In de komende periode zijn klimaatadaptatie en verbetering van de waterkwaliteit belangrijke thema s. Naast het goed functioneren van de ondergrondse infrastructuur gaat het hierbij ook om het vasthouden, bergen en afvoeren van water via straten, wegen, pleinen, groenvoorzieningen, greppels, sloten en vijvers. Dat kan op vele manieren, daarom is overleg over wat het best past bij buurt of omgeving van belang. We willen graag maatwerk leveren en kansen benutten om ook andere functies met het waterbeheer te combineren, zoals bijvoorbeeld het herstel van oude waterlopen en het meer zichtbaar maken van water. Waterloket Via het waterloket wordt de communicatie met inwoners en bedrijven verstevigd. Veel mensen zijn geïnteresseerd in het water in hun omgeving (zie ook het voorbeeld van waterloket Hoogeveen op blz. 29). Daar willen we actief op inspelen. Daarnaast willen we actief aan de slag met vragen, klachten en meldingen. Veel vragen kunnen worden opgelost met een goede voorlichting. Daar waar de vraagstelling verder gaat willen we snel en adequaat antwoorden geven en problemen kunnen oplossen. Achter het waterloket organiseren we in samenwerking in goede backoffice, waar klachten en meldingen goed geregistreerd worden en waar ook geregeld analyse plaats vindt. Klachten en meldingen vormen een belangrijke bron voor het planmatig en doelmatig investeren in de afvalwaterketen. Uitvoeren van projecten Bij de uitvoering van projecten treden we actief in overleg met de omgeving. We laten plannen zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van omwonenden en zorgen voor beperking van de overlast. Daar horen goede afspraken bij met een overheid waarop je kan vertrouwen. Beilen Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 47

71 6.5 Structuur De samenwerking binnen Fluvius kent een pragmatisch opgezette uitvoeringsorganisatie bestaande uit: Een stuurgroep bestaande uit portefeuillehouders van de zeven organisaties; Een coördinatieteam bestaande uit managers van de zeven organisaties; Werkgroepen voor de uitvoering van actuele taken of projecten. De voorbereiding en begeleiding van het watertakenplan is uitgevoerd door de werkgroep Fluvius. Deze werkgroep heeft diverse inhoudelijke projecten onder haar hoede en zal deze rol behouden. Hiertoe worden onderstaande afspraken gemaakt. Werkgroep Fluvius De werkgroep Fluvius krijgt de regie over de uitvoering van de gezamenlijke activiteiten en maatregelen van het watertakenplan, zoals beschreven in hoofdstuk 4. De werkgroep is samengesteld uit de zeven deelnemende organisaties. De inzet van de leden wordt door de zeven organisaties geborgd, waarbij evenredige inzet en goede onderlinge afspraken de basis vormen. Hierop vindt geen financiële verrekening plaats. De resultaten, taken en verantwoordelijkheden van de werkgroep worden afgestemd met het coördinatieteam. De zeggenschap over rioolheffing, zuiveringsheffing en de afstemming met integrale projecten blijft zoals die is: bij de afzonderlijke partijen. Uitvoering van het programma vraagt om regie. Deze inspanning stijgt uit boven de evenredige inzet op de uitvoering van de verschillende onderdelen van het programma. In de onderliggende begroting is voor uitvoering van deze taak is circa drie dagen per week geraamd. Deze taak zal door één van de deelnemende organisaties worden ingevuld en onderling worden verrekend. Mandaat Bij het vaststellen van het watertakenplan geven de zeven partijen mandaat aan de werkgroep Fluvius om regie over de uitvoering van de gezamenlijke maatregelen te nemen. Dit houdt in, dat de werkgroep: de voortgang, afstemming en kosten bewaakt van alle direct uit het watertakenplan voortvloeiende gezamenlijke activiteiten en maatregelen; jaarlijks rapporteert aan de zeven organisaties, de monitor 3K+D uitvoert, nieuwsbrieven uitbrengt en (minimaal) jaarlijks een bestuurlijk overleg organiseert; als opdrachtnemer fungeert voor de uitvoering van gezamenlijke activiteiten en maatregelen, die voortvloeien uit het watertakenplan; de stappen neemt om de geschetste organisatieontwikkeling voor te bereiden; zorg draagt voor communicatie over de uitvoering van het watertakenplan. Aan het eind van de uitvoeringsperiode van het watertakenplan bereidt de werkgroep Fluvius een plan voor de volgende planperiode voor, dat voor 2022 wordt vastgesteld. 48 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

72 7 Verantwoording Het watertakenplan Fluvius is opgesteld door de werkgroep Fluvius, bestaande uit medewerkers van de zes gemeenten en het waterschap. Voor het maken van dit plan is gebruik gemaakt van diverse bronnen. Er is bewust gekozen om achtergrondinformatie weg te laten. We hebben ons direct gericht op de toepassing van bestaand beleid en nieuwe inzichten op de situatie in de regio. De belangrijke documenten die als onderlegger voor het Watertakenplan hebben gediend zijn: rapportages van het landelijke Deltaprogramma; de routekaart afvalwaterketen 2030; Verbindend Water - langetermijnvisie waterketen; het regionaal feitenonderzoek Verbindend afvalwater - routewijzer samenwerking; het rapport Levensduur Riolering; de notitie Inrichting, beheer en onderhoud stedelijk water; notities betreffende reiniging en inspectie, gemalenbeheer en meten en monitoren; Water Raakt!, beleidsnotitie stedelijk water van de waterschappen in Rijn Oost; het waterbeheerplan van waterschap Reest en Wieden ; gemeentelijke Rioleringsplannen en Waterplannen van de zes gemeenten; basisrioleringsplannen van de zes gemeenten. In de specificaties van de zes gemeenten is een nadere uitwerking te vinden van zaken die in het gemeentelijk rioleringsplan thuis horen. Meppel Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 49

73 Bijlage A Uitwerking doelen: Strategisch, Tactisch en Operationeel Doelen Strategisch Die kant willen we op Door de inzameling, het transport en de behandeling van afvalwater beperken wij de risico s voor de volksgezondheid en het watersysteem. Wij geven samen vorm aan het beheer en de ontwikkeling van de afvalwaterketen en het watersysteem. Tactisch Daar gaan we deze activiteiten voor uitvoeren Bewaken van de waterkwaliteit Bevorderen van kennis en bewustwording bij inwoners en bedrijven Klachten en meldingen van inwoners en bedrijven omlaag brengen Toepassen van innovatieve technieken voor zuivering Integraal waterbeheer: waterkwaliteit borgen door een goede inrichting van het watersysteem en tijdig baggeren Minimale blootstelling aan afvalwater op straat Terugdringen van milieuverontreiniging door bestrijdingsmiddelen, zware metalen, hormoonverstorende stoffen en medicijnresten Opsporen van foutieve aansluitingen In gezamenlijkheid plannen, ontwikkelen en uitvoeren Samenwerking operationaliseren en praktisch vorm geven Optimale inzet van beschikbare kennis en capaciteit Meten en monitoren uitbouwen naar totaal systeeminzicht Operationeel Daar gaan we deze middelen voor gebruiken Waterkwaliteitsonderzoek en ecoscans Communicatie, voorlichting en educatie Actief toepassen van innovatieve technieken Uitvoeren onderzoek Maken afspraken afkoppelen en draineren Gezamenlijke planvorming Vorm geven aan operationele samenwerking, kennisdeling en inzet van capaciteit Uitbouwen meten en monitoren 50 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

74 Doelen Strategisch Die kant willen we op Wij beheren de afvalwaterketen en het watersysteem tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Tactisch Daar gaan we deze activiteiten voor uitvoeren Herdefiniëren zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater, van normen naar doelen Afstemmen van investeringen van riolering en zuivering; in de zuiveringskringen Echten en Dieverbrug optimalisatiestudies uitvoeren Ontwikkelen risico gestuurd beheer: Implementeren levensduurverlenging en assetmanagement Definiëren van bronmaatregelen, rekening houdend met innovaties en systeembenadering Optimaliseren van afvalwatersysteem en transportsysteem, functioneel en hydraulisch Slim op elkaar afstemmen bij het vervangen en renoveren van riolen, gemalen en installaties Ontwikkelen strategie vervanging drukriolering en individuele units behandeling afvalwater Herdefiniëren zorgplicht afvalwater buitengebied, van normen naar doelen Strategie toepassing afkoppelen en draineren Operationeel Daar gaan we deze middelen voor gebruiken Maken afspraken afstemming en zorgplichten Opstellen verordening OAS studie Uitvoeringsplan voor operationele samenwerking Vorm geven gezamenlijke uitvoering specifieke taken Organiseren uitwisseling kennis en capaciteit Uitvoeren onderzoek buitengebied Opstellen vervangingsplan buitengebied Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 51

75 Doelen Strategisch Die kant willen we op Wij realiseren een duurzame bedrijfsvoering met minimaal gebruik van natuurlijke hulpbronnen, middels het verwaarden van afvalwater en met een acceptabele belasting voor milieu en omgeving. Wij realiseren we een klimaatbestendig watersysteem en een klimaatbestendige afvalwaterketen. Waar nodig beperken we (grond) wateroverlast en gevolgen van klimaatverandering. Tactisch Daar gaan we deze activiteiten voor uitvoeren Inspelen op bevolkingsontwikkeling en nieuwe technieken Opstellen strategie voor hergebruik grondstoffen en terugwinnen energie Bij melkfabrieken onderzoek doen naar productie bio plastics Jaarlijks het energieverbruik verminderen Integraal werken: inpassen van de ruimtelijke opgave, de stedelijke wateropgave en het watersysteem Ontwikkelen strategie voor klimaatadaptatie: droogtebeheersmaatregelen en hittestress Operationeel Daar gaan we deze middelen voor gebruiken Strategisch plan opstellen (proef)project uitvoeren Strategisch plan opstellen (proef)project uitvoeren 52 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

76 Bijlage B Begrippenlijst Begrippenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering - Termen en definities en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. Afkoppelen Afvalwater Afvalwaterzuiveringsinrichting Afvoerend oppervlak Afwatering Afzetting Assetmanagement De afvoer van regenwater loskoppelen van de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering Zie Stedelijk afvalwater Zie Rioolwaterzuiveringsinrichting Het naar de riolering afwaterende oppervlak Afvoer van regenwater via het maaiveld of via greppels en kanalen naar het oppervlaktewater of regenwaterriool Aankoeken van slib, vet en kalk op de wand van een rioolbuis; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur Doelmatige zorg voor het geheel aan voorzieningen van waarde in het afvalwater- en stedelijk watersysteem, waarmee een organisatie haar primaire doelen realiseert Basisinspanning Basisrioleringsplan Bedrijfsafvalwater Bergbezinkbassin Bergbezinkleiding Berging Bodempassage Doorlatende verharding Term die de capaciteit van een referentie-rioolstelsel aangeeft, en als maat dient voor de hoeveelheid afvalwater die via een overstort in het oppervlaktewater komt Rapportage die de feitelijke werking van het rioolstelsel beschrijft en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen conform de doelen Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is Reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden, waarin tevens slibafzetting plaatsvindt, met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen Leiding voor de tijdelijke opslag van afvalwater waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden, waarin tevens slibafzetting plaatsvindt, met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen De inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 53

77 Drukriolering Droogweerafvoer (DWA) Drukriolering Externe overstort Foutieve aansluiting Gemengd rioolstelsel Gescheiden rioolstelsel Grondwater Hemelwaterriool Huishoudelijk afvalwater Hydraulische berekening Infiltratie Inspectie Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd Riolering waarbij het transport van afvalwater gebeurt door middel van pompen en persleidingen Rioolput met een opening achter een drempel, via welke rioolwater bij extreem hoge rioolwaterstanden loost naar het oppervlaktewater Het aansluiten van een vuilwateraansluiting op een regenwaterriool of omgekeerd Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater Water dat zich in de bodem bevindt, meestal beperkt tot het water beneden de grondwaterspiegel Zie regenwaterriool Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Hydraulica is de leer van waterbeweging Intreding van water in de bodem. Hierbij worden vaak hulpmiddelen gebruikt als kratten, buizen of bollen om dit proces te benutten en te versnellen Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert IT-riool Lamellenafscheider Lekkage Meten en monitoren OAS Ontwatering Overstorting Randvoorziening Regenwaterriool / RWA-riool Riolering Riool Geperforeerd (infiltratie-transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater Het in- of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de wand van een rioolbuis of rioolput Het verrichten van waarnemingen van waterstanden, debieten en waterkwaliteit, het beheer van data, en het analyseren van resultaten, teneinde een beeld te krijgen van het functioneren van het rioolstelsel Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem; een studie waarin de optimalisatie en afstemming tussen riolering, bemaling en inrichting van de afvalwaterzuivering wordt uitgewerkt Afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen met als functie afwatering De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater Voorziening in het rioolstelsel die tot doel heeft de lozing van afvalwater uit het riool, naar het oppervlaktewater, op een specifieke plaats te doen verminderen Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater 54 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

78 Rioolput Rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater Stedelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen Stedelijk watersysteem Verbeterd gescheiden rioolstelsel Verhard oppervlak Vuilwaterriool / Droogweerafvoerriool / DWA-riool Wadi Water op straat Waterpasserende verharding Het water dat deel uitmaakt van het watersysteem in de bebouwde kom, inclusief bedrijven- en industrieterreinen en glastuinbouw Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting Oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater niet kan infiltreren, maar oppervlakkig afstroomt (huizen, straten, en dergelijke) Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem Het optreden van waterstanden boven het maaiveldniveau Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem Waterketen Wateroverlast Wortelingroei De keten van waterproductie (drinkwaterbedrijven en individuele waterwinning), waterverbruik (huishoudens, bedrijven en instellingen), inzameling en transport van afvalwater (gemeenten en waterschappen) en rioolwaterzuivering (waterschappen) Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden Wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 55

79 Bijlage C Besparingsopgave Fluvius Aanleiding De aanleiding tot samenwerking in de waterketen is te vinden in de verkenning en afspraken die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben gemaakt in het voorjaar van Deze aanleiding is overal in het land aangegrepen om regionaal samenwerking te bewerkstelligen. Binnen Fluvius is de samenwerking opgestart binnen de begrenzing van de beheergebied van waterschap Reest en Wieden. Landelijk kader De koepelorganisaties hebben afgesproken om te komen tot een forse reductie van de stijging van kosten (minder meer) binnen de waterketen. Bij de vorming van het huidige kabinet in het najaar van 2010 is de ambitie van VNG en UvW opgenomen in het regeerakkoord. Daar is een financiële taakstelling aan verbonden. In april 2011 zijn deze afspraken vastgelegd in het Bestuursakkoord Water, dat door de koepels van gemeenten, provincies, waterschappen en waterbedrijven is ondertekend samen met het Rijk. In het Bestuursakkoord is en heldere taakstelling omschreven voor de waterketen. Het bereiken van de gewenste vermindering van de lastenstijging voor burgers betekent veel. Het is een stevige opgave, die meer vraagt dan vrijblijvende afspraken, en noodzaakt tot stevige samenwerking. De opgave zoals geformuleerd in het Bestuursakkoord Water omvat: Kosten besparen ( 380 miljoen binnen de afvalwaterketen) door slimmer investeringen op elkaar af te stemmen en taken gezamenlijk uit te voeren. Kwetsbaarheid verminderen door de uitvoering van taken gezamenlijk beter te borgen. Kwaliteit verbeteren door beter gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring. Regionaal feitenonderzoek Om de vertaalslag van het landelijk feitenonderzoek naar de Fluvius regio te kunnen maken is een regionaal feitenonderzoek uitgevoerd. Uit dit feitenonderzoek (2011) blijkt dat voor onze regio vanaf 2020 een structurele besparing van 5,1 miljoen of meer haalbaar is. In deze besparingsambitie zijn ook maatregelen opgenomen die door het waterschap zijn uitgevoerd en/of in gang zijn gezet. De besparingsambitie kan behaald worden door: A. Risicogestuurd rioolbeheer door de gemeenten. Uit onderzoek naar een verantwoorde verlenging van de levensduur van de riolering en een alternatieve vervanging- en renovatie van de riolering is gebleken dat in de regio vanaf 2020 een structurele besparing van tussen de 2 en 3 miljoen kan worden gerealiseerd. B. Kostenreductie in de slibverwerking, reductie van de energiekosten en temporiseren van investeringen in de uitbreiding van zuiveringscapaciteit door het waterschap. Hiermee wordt vanaf 2020 een besparing tussen de 2,3 en 2,6 miljoen. Daarnaast zijn in het feitenonderzoek nog een aan- 56 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

80 tal kansen benoemd die een structurele besparing in de afvalwaterketen kunnen opleveren. Deze kansen zijn in uitwerking en/of opgenomen in het programma van het watertakenplan. Ad A. Levensduur riolering Fluvius heeft in 2012 een onderzoek laten uitvoeren met de titel Levensduur riolering. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2013 voorgelegd aan de verschillende besturen van de betrokken organisaties. De bestuurders hebben de opdracht gegeven de uitkomsten van het onderzoek te implementeren in de beheerstrategie. Uit evaluatie in 2014 blijkt dat de verwachte besparing van ,- al nagenoeg worden gehaald. De beheerders zijn tevreden met de implementatie, omdat de werkwijze nu beter aansluit bij de theorie. De theorie bevestigd nu ook de ervaring dat riolen langer kunnen blijven liggen. Uit de evaluatie zijn een aantal aanbevelingen voortkomen die zijn door vertaald naar het watertakenplan en die nog verdere besparingen kunnen opleveren: Zorg voor voldoende personele bezetting voor het muteren van de beheerdata; Zorg voor een operationeel beheerpakket; Bekijk vóór daadwerkelijke uitvoering van vervangingsprojecten eerst de inspectiebeelden; Zorg voor betere analyses vanuit het beheersystemen; Stel de financiële termijn van afschrijven ter discussie. Ad. B Slib be- en eindverwerking door het waterschap Reest en Wieden In Echten is een centrale slibvergisting ( energiefabriek en grondstoffenfabriek ) gerealiseerd. Deze installatie is sinds februari 2013 gereed en in bedrijf. De installatie wekt energie op en wint fosfaat terug uit het zuiveringsslib. Deze tweetraps slibvergister is uniek in Nederland. Vervolgonderzoek naar verdere optimalisatie van de vergister (kostenreductie en opwekking van extra energie) is in uitvoering. Voor dit onderzoek is Interregsubsidie verkregen (zie bijlage: Contract Interreg). De realisatie van de slibvergister resulteert in een structurele besparing voor de slibverwerking van tot Om de verduurzaming van slibverwerking, kostenbesparing en optimalisatie gebruik van bestaande gistingscapaciteit te bevordering is samengewerkt met 8 andere waterschappen. Deze samenwerking is getrokken door Reest en Wieden. Inmiddels is een afstemmingsplatform in het leven geroepen (zie bijlage: Besluit Algemeen Bestuur waterschap Reest en Wieden inzake samenwerking slibverwerking waterschappen Noord-Oost Nederland). Kansen voor kostenbesparing zitten onder andere in het maximaal benutten van reeds bestaande slibvergistingscapaciteit door slib van het ene waterschap bij een ander waterschap te vergisten. Daarnaast wordt de kennis over de slibeindverwerking gebundeld. Ad. B Temporiseren twee grote investeringen in de uitbreiding van zuiveringen In samenwerking met gemeenten wordt onderzoek verricht en worden maatregelen genomen die het mogelijk maken om af te zien van de voorgenomen uitbreiding van twee zuiveringen (Dieverbrug en Meppel). Het gaat om: Afkoppelen van verhard oppervlak; Wijzigingen in de verwachte ontwikkeling van de groei van het vuilwateraanbod; Onderzoek naar rioolvreemd water zodat gerealiseerd kan worden dat er minder water wordt afgevoerd naar de RWZI; Onderzoek naar de discrepantie tussen het aanbod en de berekende vervuilingseenheden. Hiermee wordt een verlaging in de kapitaallasten Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 57

81 en daarmee in de exploitatielasten van 1,6 tot 1,8 miljoen gerealiseerd. Daarnaast zijn door het waterschap Reest en Wieden zijn een aantal maatregelen/activiteiten uitgevoerd die vooral als doel hebben om de exploitatielasten in absolute zin niet te laten stijgen. Het betreffen de volgende maatregelen: Energiebesparende maatregelen Het vervangen van puntbeluchters door plaatbeluchters (uitgevoerd in Meppel en Echten) en optimalisatie van beluchtingsregelingen (reeds uitgevoerd voor alle zuiveringen). Er is beleid vastgesteld door het Algemeen Bestuur waarin is vastgelegd dat energiebesparende maatregelen worden getroffen als deze binnen de technische levensduur worden terugverdiend (zie bijlage). Optimalisatie bedrijfsprocessen en opheffing van een rioolwaterzuivering Door optimalisatie van bedrijfsprocessen en het sluiten van de rioolwaterzuivering Westerbork (in 2012 geamoveerd) zijn de exploitatiekosten van zuiveren verlaagd. Intensivering samenwerking waterschappen onderling Door intensivering van de samenwerking tussen het waterschap Reest en Wieden met andere waterschappen op het gebied van inkoop, slibverwerking en ICT (Shared Services) worden kosten bespaard. Gemeenten (in 10 6 ) Resumé kostenbesparing De financiële taakstelling voor de regio Fluvius bedraagt 5,1 miljoen minder meerkosten vanaf Het opstellen van het watertakenplan leidt tot het inzicht dat de regio Fluvius uiteindelijk nog tot een grotere besparing kan komen, door in gezamenlijkheid het programma van het watertakenplan uit te gaan voeren en de samenwerking verder vorm te geven. Waterschap (in 10 6 ) Opgave visitatiecommissie najaar ,8 2,3 5,1 Watertakenplan zomer ,0 2,3 5,3 Totaal regio (in 10 6 ) Kostenbesparing 58 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

82 Bijlage D Capaciteit en robuustheid van gemeentelijke organisaties Robuustheid In het Bestuursakkoord Water uit 2011 is afgesproken dat de kwetsbaarheid voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken moet worden verminderd. De taken moeten op een robuustere wijze worden georganiseerd. Dit kan binnen de eigen organisaties worden bereikt, maar ook door het organiseren van samenwerking. Door middel van de landelijke monitor is de 0-situatie voor de robuustheid binnen Fluvius vastgelegd. In hoofdstuk 5.4 is dit nader omschreven. De methodiek om de robuustheid te meten beschouwt het aantal uren dat aan verschillende taken wordt besteed, het aantal medewerkers dat aan een taak werkt en de leeftijd en ervaring van medewerkers. Een kwetsbare taak is in die zin een taak, die van belang is voor het bedrijfsproces, waaraan weinig uren worden besteed door meestal maar één persoon. Versterken van de robuustheid kan door: Meer uren aan kwetsbare taken te besteden; Kwetsbare taken door meerdere personen te laten uitvoeren; Instroom van (jongere) medewerkers te stimuleren; Voldoende taken zelf te blijven uitvoeren; Kennis en kunde van andere gemeenten door middel van georganiseerde samenwerking te benutten. De versterking van de robuustheid zal in de komende periode actief worden opgepakt. Capaciteit De stichting RIONED heeft een module binnen de Leidraad Riolering ontwikkeld om te bepalen welke kennis en vaardigheden nodig zijn voor het rioolbeheer en welke formatieomvang bij gemeenten nodig is. Met behulp van deze module (D2000) wordt een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit. Theoretische capaciteit Voor het analyseren van de capaciteit van de binnendienst wordt gebruik gemaakt van een indeling in vijf deeltaken: 1. Planvorming (opstellen GRP; afstemming andere plannen; opstellen jaarprogramma s) 2. Onderzoek (inventarisatie; inspectie/controle; meten; berekenen) 3. Onderhoud (riolen/ kolken; gemalen/ mechanische riolering; infiltratievoorzieningen/ lokale zuiveringen; grondwatervoorzieningen) 4. Maatregelen (aanleg; reparatie; renovatie/ vervanging; verbetering) 5. Facilitair (afstemming andere planvormen; vergunningen; ondersteuning etc.) Voor het uitvoeren van maatregelen wordt de theoretische capaciteit berekend op basis van de Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 59

83 omvang van investeringen in de planperiode. Voor de uitvoering van beheersactiviteiten in het onderhoud wordt de theoretische capaciteit berekend op basis van areaalgegevens. Er worden door de gemeenten veel zaken uitbesteed, dit is per gemeente geïnventariseerd. Veel uitbesteden levert een relatief geringere formatie op. Dat maakt gemeenten ook kwetsbaar. De onderlinge verschillen komen voort uit verschillen in omvang/areaal en verschillen in de mate waarin taken worden uitbesteed. De onderste regel in de tabel Uitkomsten fte berekening gaat van uitvoering van taken als ware het één organisatie. Het is dus geen optelling, maar een aparte berekening met de kentallen van RIONED. Werkelijke capaciteit Voor het opstellen van een vergelijking is gebruik gemaakt van de opgaven van de gemeenten van de werkelijke capaciteit. In de tabel Vergelijking capaciteiten worden deze vergeleken met de theoretische capaciteit, en met de fictieve variant als ware Fluvius één organisatie. Binnendienst Maatregelen Onderhoud Totalen De Wolden-Hoogeveen 2,71 1,55 8,45 12,71 Meppel 1,93 1,51 1,88 5,33 Midden-Drenthe 1,79 0,81 4,59 7,19 Steenwijkerland 1,80 3,06 3,85 8,71 Westerveld 1,28 1,02 3,73 6,03 Gesommeerd 9,51 7,96 22,51 39,97 Alles theoretisch samenvoegen binnen Fluvius gemeenten 3,78 7,96 21,32 33,06 Resultaat theoretische capaciteitsberekening (fte) conform Leidraad Riolering Uitkomsten fte berekening Werkelijk Theoretisch Fluvius De Wolden-Hoogeveen 13,96 * 12,71 - Meppel 3,26 5,33 - Midden-Drenthe 6,90 7,19 - Steenwijkerland 8,70 8,71 - Westerveld 4,80 6,03 - Gesommeerd 37,62 39,97 33,06 * De samenwerkingsorganisatie De Wolden-Hoogeveen is samengesteld uit 3,6 fte van De Wolden en 10,36 fte van Hoogeveen. Vergelijking capaciteiten 60 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

84 Op basis van deze vergelijking zijn de verschillen tussen de werkelijke situatie en de twee berekende varianten relatief gering. De werkelijke capaciteit ligt in de meeste gemeenten iets onder de berekende theoretisch benodigde capaciteit. Landelijk blijkt de werkelijke capaciteit gemiddeld 29% onder de theoretische capaciteit te liggen (bron: Riolering in beeld 2013). Binnen Fluvius ligt dit met ca. 6% ook nog onder de theoretische kwaliteit. De berekening van de Fluvius variant, als ware het één gemeente, toont aan dat verdergaande samenwerking ook capaciteitsvoordeel kan opleveren. Resumé Voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken is een professionele organisatie nodig. Deze organisatie moet voldoende robuust zijn en over voldoende kwaliteit beschikken om de uitvoering van de watertaken efficiënt en doelmatig uit te voeren. De organisatie moet in staat zijn om de geformuleerde doelen naar behoren uit te voeren. Met het oog op de samenwerking binnen Fluvius zijn de organisatie-aspecten op regionale schaal onderzocht en is een relatie gelegd met de monitor ten aanzien van het aspecten kwetsbaarheid. De gemeenten hebben een beperkte capaciteit op dit taakveld, waarbij het grote aantal deeltaken maakt dat organisaties kwetsbaar zijn. Verdergaande samenwerking zal een robuustere organisatie opleveren, waarin kwaliteit en kwetsbaarheid beter zijn geborgd. Ook kan er beter invulling worden gegeven aan het strategisch/tactisch beheer, zoals in H6 is beschreven. De capaciteitsberekening laat geen belemmeringen zien om deze weg verder in te slaan. Er kan meer voordeel ontstaan dan berekend is, vooral doordat taken minder versnipperd kunnen worden uitgevoerd. Concept versie augustus 2015 Watertakenplan Fluvius 61

85 Colofon De werkgroep Fluvius bestond uit: Gemeente De Wolden Harry Dolfing Gemeente Hoogeveen Maaike Hamstra Gemeente Meppel Arie van Pelt Gemeente Midden-Drenthe Wiebe Oosterhof Gemeente Steenwijkerland Frans de Graaf Gemeente Westerveld Johan Burgman Waterschap Reest en Wieden Hans Geerse, Henk H. Post, Luitzen Jager en Jaap Woudstra Productie watertakenplan: Teksten: Jeroen Niezen (Asopos Consult) Jan Hartemink (Hartemink RWA) Kostendekkingsplannen: Diane Krijt-Schepers (Ingenieursbureau DKS) Verbeelding en lay-out: Mieke Bos (ROmiek) 62 Watertakenplan Fluvius Concept versie augustus 2015

86 Watertakenplan Fluvius Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

87 2 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

88 Watertakenplan Fluvius - Specificatie De Wolden - Inhoud 1 Inleiding Doelen gemeentelijke watertaken Evaluatie bestaand beleid Strategie Financiën en kostendekkingsplan Organisatie Bijlagen 1 Begrippenlijst en opbouw (afval)waterketen Wettelijk kader Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden Kostendekkingsplan Kostenoverzicht Vergelijking rioolheffing gemeenten Overzicht Basisrioleringsplannen Reacties instanties Besluiten gemeenteraden en dagelijks bestuur Separate bijlage: Beleidsnotitie grond- en hemelwater gemeente Westerveld Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 3

89 4 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

90 1 Inleiding Watertakenplan = verbreed gemeentelijk rioleringsplan Het watertakenplan kent een hoofdrapport en specificaties per gemeente en het waterschap. In het hoofdrapport is een visie beschreven op de samenwerking binnen Fluvius en hoe deze kan bijdragen aan een betaalbare, duurzame en toekomstbestendige afvalwaterketen. Het hoofdrapport is een gezamenlijk document, dat de zes gemeenten en het waterschap verbindt. De gemeente De Wolden heeft ervoor gekozen om het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan één jaar eerder dan noodzakelijk te vervangen. Belangrijkste redenen hiervoor zijn: de wens om te participeren in het gezamenlijke watertakenplan, nader invulling te geven aan de ambities van het bestuursakkoord water en om kosten voor planvoorbereiding te besparen. In deze specificatie worden de gemeentelijke watertaken van De Wolden verder uitgewerkt. Het is tevens de invulling van de wettelijke zorgplicht en voldoet daarmee aan de eisen die aan een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) worden gesteld. De term verbreed duidt op de gemeentelijke watertaken, zoals o.a. grondwaterbeheer, baggeren en stedelijke waterkwaliteit. Na invoering van de Wet Gemeentelijke Watertaken en de Waterwet zijn deze taken onder de rioolheffing gebracht. In bijlage 2 is het wettelijk kader toegelicht. Procedure Het watertakenplan is in nauw overleg met de betrokken partijen tot stand gekomen. Daarna is het voorgelegd aan de provincie Drenthe, het bevoegd gezag. Vervolgens is het watertakenplan voorgelegd aan de zes gemeenteraden en het dagelijks bestuur van het waterschap. Het hoofddocument is aan alle besturen voorgelegd. De gemeenteraad van De Wolden heeft daarnaast deze specificatie vastgesteld. Geldigheid Het watertakenplan is geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Voor 1 januari 2022 dient de gemeenteraad een nieuw watertakenplan vast te stellen. Foto Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 5

91 2 Doelen gemeentelijke watertaken 2.1 Doelen en kaders De gemeentelijke watertaken worden uitgevoerd binnen wettelijke kaders, afspraken en vastgesteld beleid. De vast te stellen doelen bevinden zich binnen deze kaders. De Wet milieubeheer en de Waterwet vormen de voornaamste kaders. Hieruit komen de zorgplichten voort. In worden deze beschreven en in bijlage 2 worden deze nader toegelicht. Het watertakenplan bouwt voort op bestaande afspraken en beleid. De uitgangspunten zijn vastgelegd in verschillende documenten en afspraken. In de volgende paragrafen worden de belangrijkste aangehaald en toegelicht Zorgplichten In de artikel van de Wet milieubeheer zijn de zorgplichten van de gemeenten geregeld. In de Wet op de Gemeentelijke Watertaken is de ruimte voor gemeenten vergroot ten aanzien van de wijze waarop ze de zorgplichten invult. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan is hier al op een goede wijze invulling aangegeven. In het kort worden de drie zorgplichten als volgt ingevuld: Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater De eerste zorgplicht geldt de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De gemeente geeft hier invulling aan door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. De gemeente streeft ernaar om alle percelen aan te sluiten op het riool. In het buitengebied leidt dit tot verschillende oplossingen. De wet biedt ruimte om in plaats van aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool gebruik te maken van afzonderlijke systemen of andere passende systemen (zoals IBA s: = Individuele Behandeling van Afvalwater), als daarmee eenzelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. Bij 231 percelen is een IBA aangelegd, welke eigendom zijn van de gemeente. 6 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

92 Binnen de gemeente is voor 40 percelen een ontheffing van de zorgplicht verleend door de Provincie Drenthe, het bevoegde gezag. Deze percelen hebben een eigen voorziening aangelegd. Alle overige percelen zijn aangesloten op de riolering en/of een voorziening. De gemeente voldoet aan de landelijke richtlijn (Leidraad Riolering, RIONED) voor wat betreft de dimensionering van rioolstelsels. In de basisrioleringsplannen is dit uitgerekend. Actualisatie zal in de komende jaren plaats vinden. Rioolstelsels worden gedimensioneerd op een bui met een statistische herhalingstijd van eens per twee jaar(bui08). Er wordt daarnaast een berekening met een zeer intensieve bui gemaakt om te controleren of er theoretisch geen inundatie van panden ontstaat. Raakt een riool vol, dan treden randvoorzieningen en riooloverstorten in werking, waardoor regenwater vermengt met afvalwater in het oppervlaktewater kan belanden. Het waterschap ziet toe op handhaving van de waterkwaliteit en zorgt dat voldoende afvalwater wordt afgenomen om overstorting binnen de afgesproken normen te houden. Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater De hemelwaterzorgplicht is verankerd in artikel 3.5 van de Waterwet. Op particulier terrein is primair de eigenaar van het terrein verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater of wordt in de bodem geïnfiltreerd. Uitgangspunt hierbij is dat hemelwater schoon is. Wanneer het hemelwater te verontreinigd is, dient het afvalwater ter plaatse, door de houder, te worden gezuiverd. De gemeente biedt in zijn algemeenheid een voorziening aan waarop overtollig hemelwater kan worden geloosd. Dit kan een hemelwaterriool zijn, maar ook een wadi, greppel of infiltratievoorziening in de bodem. De uiteindelijke keuze voor de wijze van omgaan met afvloeiend hemelwater wordt op lokaal niveau bepaald op basis van een integrale afweging. Hierbij wordt gekeken naar de bodemgesteldheid, de waterstructuur en de stedenbouwkundige inrichting van de omgeving. Daarbij wordt uiteindelijk de meest doelmatige keuze gemaakt op basis van de lokale omstandigheden. De gemeente beschikt niet over een verordening met betrekking tot afstromend hemelwater. Zorgplicht voor voorkomen/beperken van schade door grondwateroverlast De gemeentelijke zorgplicht voor het voorkomen/ beperken van grondwateroverlast is in 2009 gedefinieerd in de Waterwet, artikel 3.6. Het gaat om in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Voorwaarde hierbij is dat de te treffen maatregelen doelmatig zijn en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoren. De gemeente richt zich met name op maatregelen van waterhuishoudkundige aard. Ze kunnen bestaan uit het inzamelen, bergen, transporteren en het nuttig toepassen van schoon water, het verbeteren van de waterdoorlaatbaarheid van de bodemtoplaag. Het af te voeren grondwater kan afkomstig zijn van openbaar terrein en van particuliere percelen. Voor de inzameling op particulier terrein is de perceelseigenaar verantwoordelijk. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 7

93 In het voorgaande vgrp is de invulling van de grondwaterzorgplicht omschreven. Daaraan voorafgaand is in 2013 een grondwaterplan opgesteld. Dit beleid wordt voortgezet. De gemeente richt zich in hoofdzaak op structurele grondwaterproblemen. Hiertoe zijn criteria opgesteld. Bij geconstateerd problemen wordt eerst onderzoek verricht. De gemeente streeft er naar om in dergelijke situaties maatwerkoplossingen te zoeken in samenspraak met perceelseigenaren en/of belanghebbenden, waarbij doelmatigheid centraal staat. Elke oplossing vraagt om kennis van de situatie en kennis van de perceelseigenaren en/of belanghebbenden over hun specifieke situatie, verantwoordelijkheid en wat normaliter van henzelf verwacht mag worden. Bouwkundige oplossingen en maatregelen buiten het openbare terrein zijn voor rekening van de perceelseigenaren. De gemeente wil hierin actief informeren en adviseren. Voor de kern Fort, waar sprake is van structureel grondwateroverlast, is een uitvoeringsplan opgesteld. Voor de andere overlastlocaties Zuidwolde (Middelveen), De Wijk, Koekange en Ruinen wordt nader onderzoek uitgevoerd Waterakkoord Door de gemeente is een waterakkoord gesloten met het waterschap. Hierin spreken gemeente en waterschap af om door middel van een integrale benadering meer samen te werken in het waterbeheer en het beheer van de afvalwaterketen. Dit watertakenplan is daar mede een uitvloeisel van. Het waterakkoord is een bestuurlijk akkoord dat is ondertekend namens het college van B&W en namens het dagelijks bestuur van waterschap Reest en Wieden. Het waterakkoord wil voortbouwen op de afspraken die al zijn gemaakt en vastgelegd in onder andere het waterplan, het beheer en onderhoud van IBA s, de Inrichting, beheer en onderhoud oppervlaktewater (zie ook 2.1.3), de monitoring riooloverstorten en de samenwerking binnen Fluvius. Het waterakkoord beoogt een verdere afstemming in uitvoering taken. Door taken en verantwoordelijkheden helder te definiëren krijgt samenwerking vorm. Partijen hebben afgesproken elkaar actief betrekken bij planvorming, ontwikkeling en uitvoering van de watertaken. Foto 8 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

94 Specifieke afspraken tussen gemeente en waterschap betreffen onder andere: de verdere invulling van het waterkwaliteitsspoor, een nadere afstemming van investeringen in de zuiveringskringen Echten en Meppel, afstemming van het beheer van IBA s, het afstemmen van gemaalcapaciteiten op overnamepunten van rioolwater, het afkoppelen van verhard oppervlak in Ansen, samenwerken aan een doelmatige inrichting en beheer van stedelijk water en de overdracht van de groene berging in Zuidwolde aan de gemeente. Veel zaken worden in Fluvius verband gezamenlijk opgepakt, zie hiervoor het programma Fluvius in het hoofddocument, H Inrichting, beheer en onderhoud oppervlaktewater In 2012 is de kadernotitie IBO (Inrichting, beheer en onderhoud oppervlaktewater) opgesteld. Doel van deze notitie was om meer eenduidig beleid te ontwikkelen voor beheer en onderhoud van oppervlaktewater. Eenduidig beleid leidt tot doelmatigheid in termen van kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid. Er is vastgesteld dat de focus moet komen te liggen op de taakverdeling. Daartoe zijn stappen gemaakt om de watersystemen meer in samenhang in beeld te brengen. Door middel van paspoorten wordt een samenhangend geheel van watergangen, vijvers en kunstwerken beschreven. De onderhoudstoestand wordt beschreven en maatregelen om het op orde te brengen en te houden worden vastgesteld. Binnen de gemeente De Wolden komen op basis van de kadernotitie IBO een beperkt aantal watergangen in aanmerking voor de overdracht van het beheer en onderhoud naar het waterschap Reest en Wieden. Hierover worden nog nadere afspraken gemaakt Gebiedsdossiers Zuidwolde en Ruinerwold Ten behoeve van de beperking van risico s van drinkwaterwinning zijn er per provincie gebiedsdossiers opgesteld. In deze gebiedsdossiers worden risico s beschreven die vanuit watersysteem en afvalwatersysteem kunnen voorkomen binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Gemeenten worden geacht in hun beleid rekening te houden met het voorkomen van verontreiniging. Voor twee gebieden in de gemeente De Wolden is dit nader uitgewerkt: de grondwaterbeschermingsgebieden Zuidwolde en Ruinerwold. De gemeente hanteert in deze gebieden de opgestelde maatregelenprogramma s. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 9

95 De belangrijkste potentiële risico s worden ondervangen indien de reguliere beheertaken volledig conform wetgeving en beleid adequaat worden uitgevoerd. Het afstromend weg- en bluswater van nieuwe of gereconstrueerde wegen mag conform de vereisten in de Omgevingsverordening geen risico vormen voor de grondwaterkwaliteit binnen intrekgebieden van drinkwaterwinningen. In het op te stellen calamiteitenplan riolering wordt rekening gehouden met het drinkwaterbelang. De nieuwe wettelijk richtlijnen voor onkruidbestrijding worden zo geïmplementeerd, dat geen (nieuwe) risico s voor grondwaterbeschermingsgebieden ontstaan. De winning Zuidwolde wordt volgens het gebiedsdossier als weinig kwetsbaar beschouwd. Dit onder voorwaarde dat het Peize-Waalre complex waaronder gewonnen wordt daadwerkelijk dicht is voor bedreigingen vanaf maaiveld. De winning Ruinerwold is in het westelijk deel van het grondwaterbeschermingsgebied kwetsbaar. Het oostelijke deel van het grondwaterbeschermingsgebied is matig kwetsbaar. De planologische bescherming van de winning in Zuidwolde is goed geregeld, in Ruinerwold is de planologische bescherming deels goed geregeld Zoetwatervoorziening Oost-Nederland De afgelopen jaren is het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma uitgevoerd. Het Deltaprogramma werkt aan de uitvoering van het Nationaal Waterplan en staat voor een veilig en aantrekkelijk Nederland, nu en straks, waar de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening op orde zijn. In het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland is in de afgelopen jaren door de verschillende waterpartners binnen Rijn-Oost gewerkt naar een Strategie en uitvoeringsprogramma voor de hoge zandgronden. Hierin hebben ook de gemeenten in het beheergebied van Reest en Wieden deelgenomen. Uitkomst is een strategie voor de middellange termijn. Deze is door de gemeenten onderschreven. Deze strategie (sparen, aanvoeren, accepteren en adapteren) vormt een uitgangspunt voor het watertakenplan en wordt onder ander betrokken bij het project klimaatadaptatie. Het ondertekenen van de intentieverklaring Zoetwatervoorziening Oost-Nederland heeft geen financiële consequenties voor de gemeenten. De gemeenten zijn betrokken bij het vervolgproces zoals een bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening en een werkprogramma Hoge Zandgronden. 10 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

96 2.2 Definitie doelen gemeentelijke watertaken Voor het definiëren van doelen binnen de uitvoering van de gemeentelijke watertaken hebben we gebruik gemaakt van de DoFEMaMe methode uit de Leidraad Riolering van RIONED. De methodiek is gebruikt om de uitvoering van de watertaken te structureren en om ervoor te zorgen dat doelen en middelen logisch met elkaar verbonden worden. Met behulp van de DoFEMaMe methode zijn vijf bestuurlijke doelen beschreven. In bijlage 3 is de DoFEMaMe tabel opgenomen, waarin de vijf doelen verder zijn uitgewerkt en waarvan de functionele eisen, maatstaven en meetmethoden zijn afgeleid. Deze tabel is technisch en inhoudelijk van aard vormt het gereedschap van de rioolbeheerder. Om de methode toegankelijk te maken en geschikt als besturingsinstrument, is ze samengevat in onderstaande figuur. Doelen volgens de DoFEMaMe methode DoFEMaMe = Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden Uit de Leidraad Riolering (RIONED) Concreet en toetsbaar Met de beschrijving van doelen en functionele eisen legt u de gewenste situatie van de toestand en het functioneren van afval-, regen- en grondwatervoorzieningen in uw gemeente vast. Door vervolgens maatstaven en de daarbij behorende meetmethoden te formuleren, maakt u de invulling van de gemeentelijke watertaken concreet en toetsbaar. Behalve eisen aan de voorzieningen stelt u ook voorwaarden aan het beheer ervan door de gemeente. Zo kunt u het gewenste functioneren van de voorzieningen realiseren en waarborgen. Ook deze voorwaarden kunt u toetsbaar maken door ze te specificeren in concrete maatstaven en meetmethoden. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 11

97 2.3 Sturen op doelen Om te kunnen sturen op de uitvoering van de gemeentelijke watertaken zijn voor de verschillende onderdelen Kritieke Prestatie-Indicatoren ontwikkeld, zogenaamde doelmatigheids-kpi s. Klantvriendelijk is bijvoorbeeld geen eenduidig begrip: vriendelijk de telefoon aannemen is wat anders dan direct een reparatie uitvoeren. Het tweede kost natuurlijk gelijk ook meer geld. Bij de uitwerking van de KPI s is uitgegaan van een algemene streefwaarde en een toepassingsgebied om maatwerk per situatie te kunnen leveren. Het gemeentebestuur stelt de streefwaarde vast en geeft daarmee invulling aan het kwaliteitsniveau waarop de watertaken worden uitgevoerd. Bij het definiëren van de KPI s is het sturen op hoofdlijnen het uitgangspunt. Er zijn vijf bestuurlijke doelen beschreven. Hieruit zijn vijf KPI s afgeleid. In de figuur hiernaast zijn deze toegelicht. De KPI s in de tabel vormen een (bestuurlijke) samenvatting van de DoFEMaMe tabel in bijlage 3. Hierin zijn de maatstaven en meetmethoden gespecificeerd en uitgewerkt. Kritieke prestatie-indicatoren (ook wel kritische in plaats van kritieke), afgekort KPI s Dit zijn variabelen om prestaties van bedrijfsvoering te analyseren. Kritieke prestatie-indicatoren zet doelstellingen om in meetbare variabelen. Hierdoor valt duidelijk af te lezen of een organisatie op koers ligt voor de doelstellingen. Bron: Wikipedia 12 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

98 Bestuurlijk doel 1 Risico s voor de volksgezondheid door aanraking schadelijke stoffen en geuroverlast maximaal beperken. 2 Beperk wateroverlast door water op straat en beperk overstroming maximaal 3 Beperk hinder door falen van riolen en door verstopping of werkzaamheden. 4 Zorg voor goede oppervlaktewater-kwaliteit, voer zo weinig mogelijk schoon water af naar de zuivering. KPI Geen ongevallen met schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid. Meetmethode: Klachten en meldingen Alle stelsels dienen (theoretisch) te voldoen aan standaard regenbui (bui08, geen water-op-straat), behoudens gebieden die zijn aangewezen met hogere norm. Geen water in woningen en bedrijfspanden. Maatstaf: bui met statistische herhalingstijd van eens in de 100 jaar. Meetmethode: Klachten en meldingen en neerslagmeting. Beperk instortingen (falen) van riolen waardoor bovengrondse infrastructuur niet meer bruikbaar is. Maximale levensduur is inzet, waarbij risico s door tijdige inspectie worden geminimaliseerd. Ernst bepalen aan de hand van risicoklasse (bovengrond en ondergrond). Geen verstopping rioolbuizen. Minimale overlast door (vervangings-) werkzaamheden. Meetmethode: klachten en meldingen (incl. buitendienst) en rioolinspecties Emissies naar oppervlaktewater hebben geen onaanvaardbare invloed op de waterkwaliteit, deze moet voldoen aan de wettelijke criteria. Minimaal schoon water en rioolvreemd water via riolering naar de zuivering. Voor maatstaf en meetmethode: Volg waterkwaliteitsspoor, verbeter knelpunten. 5 De klant staat voorop. Aantal klachten zit onder het landelijk gemiddelde. Tijdige en volledige communicatie, goed waterloket. Meetmethode: het aantal klachten en de afhandelingstijd van de klachten. Bestuurlijke doelen en KPI s Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 13

99 INWONERS EN BEDRIJVEN BACKOFFICE Sturing Beheren van riolen en stedelijk water is gestoeld op doelmatige zorg en verantwoordelijkheid, het onderhouden en verrichten van handelingen waardoor de functie voor de toekomst gewaarborgd blijft. De rapportage over de doelrealisatie wordt daarom vorm gegeven als een kwalitatief (volg) systeem: Wat doe je, op welke manier doe je het en hoe ontwikkelt het zich in de tijd. De vijf doelen Richten zich op twee aspecten: 1. Hoe gaan we om met onze inwoners en bedrijven? 2. Hoe organiseren we de watertaken professioneel en doelmatig? Het schema hiernaast benoemt de kernaspecten, waarop gestuurd zal worden. KLACHTEN - MELDINGEN - AFHANDELING - COMMUNICATIE Analyse geval Afhandeling / prioriteit Ingrijpen Klachten en meldingen Afhandelingstijd klachten en meldingen 1 Bescherm 2 Beperk 3 Beperk 4 Spaar DOELEN volksgezondheid wateroverlast hinder het milieu Toetsing theorie en praktijk Gebiedsgericht normeren Ingrijpen Meten neerslag en functioneren rioolstelsel Reinigen en inspecteren rioolstelsel Bepalen levensduur Programma reparatie en vervanging METEN - ANALYSEREN - ONDERHOUDEN - REPAREREN Tijdige en volledige communicatie 5 Zorgvuldige dienstverlening Meten waterkwaliteit (door waterschap) Analyseren / ingrijpen Kernaspecten sturen op doelen 14 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

100 3 Evaluatie bestaand beleid 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een terugblik gegeven op het gevoerde beleid en het beheer van het stedelijk watersysteem in de gemeente De Wolden over de periode Hierbij is in de eerste plaats gekeken naar de voornemens en plannen uit het vgrp , maar er is ook gekeken naar ontwikkelingen die bij het opstellen van het vgrp nog niet waren voorzien. 3.2 Doelen en invulling zorgplichten In het vgrp is voor de drie zorgplichten die de gemeente volgens de wet heeft vastgelegd hoe de gemeente de zorgplicht invult. Zorgplicht afvalwater Alle percelen op gemeentelijk grondgebied zijn of moeten worden voorzien van een rioolaansluiting, tenzij de gemeente voor het betreffende perceel een provinciale ontheffing van de zorgplicht heeft of lokale zuivering doelmatiger is. Binnen de gemeente zijn er 40 percelen zonder lokale zuivering en aansluiting op riolering. De gemeente heeft voor deze percelen een ontheffing van de provincie gekregen. Zorgplicht hemelwater De gemeente hanteert het uitgangspunt dat afvalwater en hemelwater bij de bron moeten worden gescheiden. Op termijn worden gemengde stelsels waar dit zinvol en doelmatig is vervangen door gescheiden stelsels. In de planperiode zijn daartoe regenwaterriolen aangelegd in Ansen, Ruinerwold en Ruinen). Verder behoort op drukriolering geen hemelwater te zijn aangesloten. De gemeente handhaaft daarop. Foto Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 15

101 Voor wateroverlast liggen de normen vast volgens onderstaande tabel. Overal in de gemeente wordt aan deze normen voldaan. Gebruiksfunctie Woongebied Bedrijventerreinen Hoofd Winkelgebied Normen wateroverlast Toelaatbare frequentie Hinder Overlast Schade Zorgplicht grondwater Op basis van klachten doet de gemeente onderzoek naar de ernst en de oorzaken van grondwateroverlast. Waar nodig worden drainagesystemen aangelegd in combinatie met rioolvervangingen. In de planperiode is drainage aangelegd in t Holweg en t Jaagpad. Eens per 2 jaar Eens per 5 jaar Niet (minder dan eens per 100 jaar) Eens per 2 jaar Eens per 5 jaar Niet (minder dan eens per 100 jaar) Eens per 5 jaar Eens per 10 jaar Niet (minder dan eens per 100 jaar) Eens per 10 jaar Niet (minder dan eens per 100 jaar) Niet (minder dan eens per 100 jaar) Duurzaamheid Binnen de gemeente De Wolden is relatief veel berging binnen het stelsel. Bij aanpassing van het stelsel is het dus niet altijd noodzakelijk om af te koppelen. Afkoppelen is ingezet als het een doelmatige maatregel is. De extra berging binnen het stelsel is deels gebruikt voor de invulling van de basisinspanning. In de gevallen waarin dit niet volledig lukte, is verhard oppervlak afgekoppeld. Klimaatontwikkeling Tot nu toe werden de rioolstelsels gedimensioneerd met buien die één keer per jaar (bui 06 uit de Leidraad Riolering) en één keer per twee jaar (bui 08) voorkomen. In de nieuwe basisrioleringsplannen zal worden gerekend met bui 09 (één maal per vijf jaar) om inzicht te geven in het effect van klimaatontwikkeling op het functioneren van de rioolstelsels. 16 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

102 3.3 Planvorming Het beleid uit het vgrp is de afgelopen jaren vertaald in een aantal projecten zoals het realiseren van de basisinspanning, vervangen riolering en afkoppelen van hemelwater. Het Waterplan zal niet worden herzien, maar het beleid uit het bestaande Waterplan zal worden opgenomen in het Watertakenplan. 3.4 Functioneren riolering en stedelijk watersysteem De basisrioleringsplannen van de gemeente De Wolden zijn alle verouderd. Inzicht in het functioneren van de riolering is daarmee beperkt. Er wordt niet voldaan aan de eis dat basisrioleringsplannen één maal per tien jaar dienen te worden geactualiseerd. In 2016 en 2017 worden alle basisrioleringsplannen herzien. Hiervoor is het afvoerend oppervlak volledig en opnieuw geïnventariseerd. Met de nieuwe basisrioleringsplannen ontstaat inzicht in het functioneren van de riolering. 3.5 Dagelijks beheer Reinigen en inspecteren De uitvoering van de onderhoudsmaatregelen is in de gemeente goed op orde. In praktijk is er meer geïnspecteerd en gereinigd dan in het vgrp was gepland. Zie de tabel onderaan deze bladzijde. Door het consistente inspectieprogramma is van 100% van de rioolstrengen een inspectie beschikbaar die minder dan 10 jaar oud is. Onderhoudsmaatregelen Object Gepland beheer Uitgevoerd beheer Inspecteren riolen DWA en gemengd HWA 1/ 20 j = 24 km/j 1 / 20 j = 3,5 km/j 1/14 j Reinigen riolen Met inspectie 1/7 j Reinigen BBB 1 / 2 jaar Jaarlijks Reinigen straat- en trottoirkolken 2 keer per jaar 2 keer per jaar Reinigen en inspecteren gemalen 2 keer per jaar 2 keer per jaar Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 17

103 Beheersystemen In de planperiode zijn er problemen geweest met het verwerken en benaderen van de gegevens in de beheersystemen. Die problemen zijn inmiddels opgelost. Toch wordt er ter voorkoming van toekomstige problemen nagedacht over de aanschaf van een nieuw beheersysteem. 3.6 Vervanging en renovatie riolen Voor de riolen binnen De Wolden is vastgelegd wat de gewenste basiskwaliteit is. Ingrijpmaatstaven mogen niet voorkomen. Als uit inspecties toch ingrijpmaatstaven blijken dan wordt in principe binnen één jaar tot vervanging of renovatie overgegaan. 3.7 Verbeteringsmaatregelen Vanuit het GRP stonden nog vier maatregelen op het programma om uitgevoerd te worden. Zie onderstaande tabel. De Wijk - Randvoorziening bij Voorwijk Koekange - Randvoorziening plaatsen Ruinerwold - Berging bouwen in stelsel Uitgevoerd in: Ansen Afkoppelen 2015 De Wijk - Randvoorziening bij Voorwijk 2014 Maatregelen planperiode 18 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

104 3.8 Organisatie en personeel Volgens de raming uit het VGRP is 4,9 fte benodigd voor de uitvoering van de taken voor het rioolbeheer bij maximaal uitbesteden van werkzaamheden. In de praktijk was ook in de planperiode 3,6 fte beschikbaar. Dit heeft in beperkte mate geleid tot achterstanden bij de uitvoering van projecten. De organisatie voor de gemeente De Wolden is per samengevoegd met de organisatie van Hoogeveen. Wat het effect van die samenvoeging is op het beheer en de beheercapaciteit (kwantitatief en kwalitatief) moet nog in beeld worden gebracht. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 19

105 3.9 Financiën Gemeente De Wolden heeft bij vaststelling van het huidige vgrp en gedurende de looptijd te maken gehad met grote wijzigingen. De afschrijvingstermijn voor investeringen is verlengd van 30 naar 60 jaar. Dit heeft een verlaging van de kapitaallasten veroorzaakt voor de korte en middellange termijn. Op de lange termijn zal door deze wijziging het tarief langer doorstijgen om kostendekkend te blijven. Bij vaststelling van het vgrp is ervoor gekozen geen voorziening in te stellen, conform de BBV is deze per 1 januari 2015 wel gevormd. Er is een inhaalslag gemaakt van theoretisch bepaalde investeringsbedragen naar meer praktisch uitvoerbare en noodzakelijke investeringen. Dit proces krijgt vervolg bij het opstellen van het watertakenplan. Rioolheffing werkelijk en volgens prognose huidig GRP In de grafiek hiernaast is te zien dat het verloop van de werkelijke rioolheffing versus de prognose uit het huidige GRP is verlopen. In 2014 is de rioolheffing eenmalig fors verlaagd, vervolgens is het tarief in 2015 weer verhoogd tot een tarief van 202,80 (voor een meerpersoonshuishouden). 20 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

106 4 Strategie Zo doelmatig mogelijk werken, dat blijft de uitdaging ook voor deze planperiode. In samenwerking als dat kan, daar waar het specifiek maatwerk is per gemeente. Het maatwerk voor De Wolden is in deze specificatie beschreven. Wij werken samen in Fluviusverband en zijn ambtelijk gefuseerd met gemeente Hoogeveen. Op basis van de in hoofdstuk 2 geformuleerde doelen wordt in dit hoofdstuk de strategie uitgewerkt om deze doelen in de komende zes jaar te realiseren. 4.1 Inleiding De afgelopen jaren is gewerkt aan zo efficiënt en effectief mogelijk beheer en onderhoud. In de investeringen is te zien dat het direct besparend heeft gewerkt. In voorgaande hoofdstukken zijn onze visie, de doelen en de evaluatie beschreven. De strategie dient om de vertaling te maken van doelen naar concrete maatregelen. Daarbij leren we van onze ervaringen en ontwikkelen we het beheer van de watertaken verder om tot doelmatige en efficiënte maatregelen en investeringen te komen. De strategie leidt tot concrete maatregelen voor de zes gemeenten en het waterschap voor de planperiode; hier uitgewerkt voor de gemeente De Wolden. 4.2 Van afvalwaterketen naar gemeentelijke watertaken Riolering is een schakel in de afvalwaterketen. Riolering omvat de afvoer van afvalwater, overtollig regen- en grondwater. De afvoer gebeurt naar de rioolwaterzuivering of naar oppervlaktewater. De afvalwaterketen vormt het geheel van inzameling, transport, zuivering van afvalwater en lozing/afzet van de producten die hier uit komen. Voegen we hier de winning en distributie van drinkwater aan toe, dan spreken we van de waterketen. Zoals uitgebreid verwoord in het hoofddocument gaat het Watertakenplan uit van een integrale benadering. Niet de gemeente, het waterschap, waterbedrijf, bedrijf of particulier staat centraal, maar het functioneren van de keten en het systeem als geheel. Om de integrale benadering vorm te geven, is voor een benadering van de afvalwaterketen in acht onderdelen gekozen: 1. Invoer 2. Inzameling & Transport 3. Zuivering 4. Uitvoer 5. Aansluiting 6. Bemaling 7. Markt 8. Watersysteem Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 21

107 In het maatregelenprogramma van het watertakenplan zijn samenhangende maatregelen benoemd die tot een gezamenlijke ontwikkeling van de afvalwaterketen leiden. In de bijlagen vindt u het complete overzicht van de maatregelen uit het hoofddocument. De totale gemeentelijke watertaken zijn breder. Deze specificatie plaatst de ontwikkeling van de afvalwaterketen en het watersysteem in de context van het complete beheer en onderhoud. In dit en volgend hoofdstuk worden de maatregelen en taken verder uitgewerkt voor gemeente De Wolden en verwerkt in een kostendekkingsplan. De strategie wordt gekoppeld aan de doelen uit hoofdstuk 2. De vijf doelen worden praktisch vertaald naar maatregelen en beheeractiviteiten. Twee doelen richten zich op communicatie, meldingen, klachten en afhandeling hiervan. Het betreft doel 1: bescherm de volksgezondheid en doel 5: zorgvuldige dienstverlening. Het klantcontactcentrum continueert de uitvoering waarbij vakinhoudelijke ondersteuning en uitvoering wordt geleverd door het cluster Realisatie, het cluster Beheer en Woldwerk. De overige drie doelen worden behaald door de uitvoering van een aantal taken en activiteiten: Doel 2: Beperk wateroverlast Om dit doel te kunnen realiseren is een continu inzicht nodig in het functioneren van het rioolstelsel. Dit behelst het uitvoeren van metingen en het reinigen en inspecteren van riolen. Ook het monitoren van gemalen en overstorten valt hier onder. De gegevens moeten gestructureerd worden bijgehouden zodat er ook berekeningen mee gemaakt kunnen worden. Bij de aanleg van nieuwe voorzieningen worden ontwerpgrondslagen gehanteerd op basis van het gemeentelijke programma van eisen en op basis van gebiedskennis, opgedaan door middel van metingen en inspecties. Periodiek worden rioolstelsels onder andere met deze gegevens doorgerekend om te zien of ze nog voldoende robuust en klimaatbestendig zijn. Doel 3: Beperk hinder Om dit doel te realiseren is inzicht nodig, zoals bovenstaand omschreven. Hinder wordt ook beperkt door het dagelijks functioneren van aansluitingen, kolken en leidingen te garanderen. Daartoe vinden dagelijks onderhouds- en reinigingswerkzaamheden plaats. Een zo nauwkeurig mogelijke bepaling van de levensduur van riolering zorgt voor een risico-gestuurd beheer. Voordat hinder ontstaat, moet door reparatie, renovatie of vervanging zijn ingegrepen. De hiervoor benodigde investeringen worden zo nauwkeurig mogelijk gepland voor de komende zes jaar. Doel 4: Spaar het milieu Dit doel wordt gerealiseerd door te monitoren wat de interactie is tussen de riolering en het oppervlaktewater. Gemeenten meten de uitstoot vanuit het rioolstelsel, het waterschap volgt de ontwikkeling van de waterkwaliteit. Als gevolg van stedelijke ontwikkeling kan het nodig zijn om de uitworp uit het rioolstelsel te verminderen. Tegelijk worden de nadelige effecten van de uitworp van riolering zoveel mogelijk hersteld door een zorgvuldige inrichting van het oppervlaktewater en door tijdig onderhoud, waaronder incidenteel baggeren. 22 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

108 4.3 Maatregelen gemeente De Wolden Vanuit de ketenbenadering met de acht kernonderdelen, liggen binnen het kernonderdeel Inzameling & Transport de meeste kerntaken van de gemeente. In hoofdstuk 2 zijn vanuit de zorgplichten de Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden (DoFEMaMe) afgeleid die het kader vormen voor de te nemen maatregelen. Hoofdstuk 2 vormt de bestuurlijke samenvatting van de DoFEMaMe tabel in bijlage 3. Hierin zijn de maatstaven en meetmethoden gespecificeerd en uitgewerkt. In het voorgaande Gemeentelijke Rioleringsplan ( ) zijn drie speerpunten benoemd: Verder verfijnen van beheertaken Verder gaan met het klimaatbestendiger maken van het stelsel en het verminderen van de vuilemissie Vormgeven van samenwerking in de afvalwaterketen Aan het laatste speerpunt is met het opstellen van watertakenplan voor een belangrijk deel invulling gegeven. De eerste twee speerpunten zijn overgenomen in de het bepalen van de strategie. In deze paragraaf wordt per zorgplicht ingegaan op de gemeentelijke watertaken. Dit leidt gezamenlijk tot een totaalpakket van maatregelen en bijbehorende kosten. In paragraaf 4.4. is een overzicht gegeven van alle kosten en budgetten Zorgplicht inzameling stedelijk afvalwater Aanleg van nieuwe voorzieningen Bij nieuwbouw wordt gekozen voor een gescheiden rioolsysteem. In het bouwbesluit is opgenomen dat water gescheiden aangeboden moet worden. Dit is ook het uitgangspunt binnen De Wolden. Nieuwe innovatieve oplossingen worden gevolgd en waar mogelijk en haalbaar toegepast. Ontwikkelingen Binnen onze gemeente zijn o.a. de volgende ontwikkelingen bekend op het gebied van woningbouw: Fase 3 van de woonwijk Dunningen in De Wijk (60 woningen) Woonwijk De Nieuwe Heerlijkheid in Ruinen (34 woningen) Eekelenberg Ruinerwold-Zuid Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 23

109 Op het gebied van bedrijventerreinen is Bedrijventerrein Zuiderkerkes II Zuidwolde in ontwikkeling. Gegevensbeheer De basis van al het beheer en onderhoud ligt in het gegevensbeheer. Inzicht in het water- en rioleringssysteem kan alleen worden verkregen als het gegevensbeheer op orde is. Voor het gegevensbeheer wordt gebruik gemaakt van het programma Xeiz. Het verwerken van revisies vraagt blijvende aandacht. In 2013 is het verhard oppervlak opnieuw geïnventariseerd en opgenomen in het beheersysteem. Via het beheersysteem worden tevens de graafmeldingen ontsloten zoals vereist in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Aansluitingen op riolering of IBA Volgens de Waterwet (voorheen Lozingenbesluit) dienen ongezuiverde lozing van afvalwater in de bodem of op oppervlaktewater te worden opgeheven. Er zijn 231 IBA s geplaatst, door en in eigendom van de gemeente. Er is voor 40 percelen een ontheffing van de zorgplicht door de provincie Drenthe verleend. Onderhoudswerkzaamheden Eenmaal per 14 jaar wordt het stelsel geïnspecteerd en eenmaal per 7 jaar gereinigd. Circa 75% van alle vrijvervalriolen zijn geïnspecteerd. Er is goed inzicht in kwaliteit van het rioolstelsel, zodat ook de investeringen voor vervanging op basis van kwaliteit. Alle informatie van de rioolinspecties wordt in het beheerpakket verwerkt en gebruikt om een maatregelenprogramma op te stellen. Alle kolken worden twee keer per jaar gereinigd. Tevens worden de wegen en goten geveegd. Door frequent te vegen komt er minder vuil in de kolken terecht. Hierdoor is de kans op verstoppingen minder groot. Gemalen worden één keer per jaar en randvoorzieningen worden periodiek gereinigd, geïnspecteerd (conform BRL) en onderhouden. Aan de hand van die inspecties wordt jaarlijks een maatregelenprogramma opgesteld en uitgevoerd. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de exploitatie en investeringen. 24 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

110 Calamiteitenonderhoud van gemalen wordt door de storingsdienst van onze gemeente verricht. Grote projecten worden uitbesteed. Wij hebben het telemetriesysteem MMB. Dit heeft een module voor onderhoudsmanagement. Dit wordt op dit moment niet gebruikt voor het maken van het onderhoudsprogramma. Het onderhoud wordt gedaan aan de hand van logboeken. Deze planperiode wordt in samenwerking met gemeente Midden-Drenthe, Westerveld en Meppel een nieuw systeem aangeschaft. Kwaliteit van riolering De kwaliteit van het rioolstelsel wordt beoordeeld aan de hand van de inspecties (op basis van NEN3398). Door eigen waarneming worden de strengen geprioriteerd. Deze beoordelingen worden geclassificeerd in de volgende drie categorieën: Afstroming: bijvoorbeeld door verstoppingen, wortelingroei, instekende inlaten. Waterdichtheid: bijvoorbeeld door lekkage bij verbindingen of aansluitpunten. Stabiliteit: zoals aantasting van de buis, scheurvorming. Foto Reparatie, renovatie en vervanging van riolering Gemiddeld is aangenomen dat riolering 60 jaar mee gaat. Door verbeterde technieken en meer inzicht is de theoretische levensduur voorlopig verlengd naar 62 jaar. Dat heeft een positieve invloed op de benodigde investeringen. Een langere theoretische levensduur, betekent in theorie minder lengte rioolbuis vervangen per jaar. Uiteraard wordt riolering alleen vervangen als dat kwalitatief noodzakelijk is. De noodzakelijke maatregelen zijn bepaald aan de hand van kwalitatieve gegevens. Voor de langere termijn wordt gebruik gemaakt van theoretische gegevens, om zo goed mogelijk te kunnen anticiperen op eventuele vervangingspieken. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 25

111 Functioneren van de riolering Wij stellen voor alle kernen 1 maal per 10 jaar een Basisrioleringsplan (BRP) op om goed inzicht te houden in het functioneren van het water- en rioolsysteem. Meetgegevens uit de praktijk worden waar mogelijk getoetst aan de theoretische modellen. De theoretische modellen worden waar noodzakelijk aangepast aan de praktijk, zodat steeds meer en beter inzicht ontstaat. In 2016/2017 wordt voor alle kernen een nieuw BRP opgesteld. Knelpunten Regenwater op drukriolering is op dit moment een actueel onderwerp waar onderzoek naar wordt verricht. In deze planperiode wordt hier invulling aangegeven door onderzoek naar foutieve aansluitingen. Het regenwater verstoort de werking van het drukrioleringssysteem. Bovendien is het niet toegestaan dat er regenwater wordt geloosd op drukriolering. Het water- en rioolsysteem voldoet aan de eisen die wij stellen: er mag water op straat optreden bij een neerslaggebeurtenis die in theorie één keer per 2 jaar voorkomt (T=2). Omdat de capaciteit van de riolering gelimiteerd is en de riolering niet onbeperkt kan worden vergroot, zoekt de gemeente naar mogelijkheden om ook bovengronds berging c.q. afvoer te creëren. Daarnaast wil de gemeente verschillende acceptatieniveaus voor verschillende gebruiksfuncties gaan hanteren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de gebeurtenissen hinder, overlast of schade. Voor de termen overlast en/of hinder sluiten wij aan bij de definities van Stichting Rioned. Een rioolstelsel kan enorme hoeveelheden neerslag verwerken in relatief korte duur. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid kan in een dag worden verwerkt. Het grootste deel van het water wordt dan afgevoerd via de overstorten. Er mag gemiddeld 1x per 2 jaar water-op-straat optreden. Dit verschijnsel wordt principieel nog niet beschouwd als wateroverlast. Bij water-op-straat wordt onderscheid gemaakt in 3 verschillende gradaties: Hinder, kort durend beperkte hoeveelheden water op straat, met een duur in de orde van minuten; Ernstige hinder, forse hoeveelheden water op straat, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksel, met een duur in de orde van minuten; Overlast, langduriger en op grotere schaal water op straat, water in winkels, woningen met materiele schade en mogelijk ook ernstige belemmering van het (economische) verkeer. (Bron: Stichting Rioned) Communicatie De nieuwe Waterwet gaat uit van samenwerking en overleg. Samenwerking vormt de basis voor het bereiken van de doelstellingen. Naast communicatie voor educatie, voorlichting en gedragsbeïnvloeding is het van belang de burgers en bedrijven optimaal te informeren over de besteding van de rioolheffing (verantwoording) en te informeren over projecten en eventueel daaruit voortkomend tijdelijk overlast. De communicatie wordt waar mogelijk in samenwerking opgepakt. Uiteraard is de gemeente altijd bereid meer informatie te verstrekken en burgers en bedrijven persoonlijk te woord te staan. Optimale communicatie is een standaard en geïntegreerd onderdeel bij de uitvoering van projecten. 26 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

112 4.3.2 Zorgplicht hemelwater Volgens de hemelwaterzorgplicht moet de gemeente zorg dragen voor een doelmatige inzameling van regenwater voor zover redelijkerwijs van een particulier niet kan worden gevraagd om dit water in de bodem of naar het oppervlaktewater te brengen. Met een verordening afvoer hemelwater en grondwater bestaat de mogelijkheid om het lozen van regenwater op een gemengd of vuilwaterriool te beëindigen. De gemeente hanteert het uitgangspunt dat afvalwater en regenwater bij de bron moeten worden gescheiden. Door water bij de bron te scheiden en afvalwater en regenwater apart af te voeren, neemt de hoeveelheid regenwater in de afvalwaterketen af. Deze aanpak levert verder een positieve bijdrage aan de verbetering van de waterkwaliteit en doorstroming van het oppervlaktewater. Bij regenwater geldt dat lokale lozingen van regenwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk regenwatersysteem) de voorkeur geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Lozingen op oppervlaktewater zijn gelijkwaardig aan lozing in de bodem. De particulier is zelf verantwoordelijk voor de inzameling en de afvoer van het regenwater naar een gemeentelijke regenwatervoorziening. Deze voorziening zal veelal bestaan uit een aansluitpunt op de regenwaterriolering op de perceelgrens. Maar het kan ook voorkomen dat het regenwater afgevoerd moet worden naar aangrenzend oppervlaktewater. De criteria voor aansluiting in nieuwe situaties zijn geregeld in het Bouwbesluit In artikel 6.16 is de afvoer van huishoudelijk afvalwater geregeld. In artikel 6.17 is de afvoer van regenwater voor nieuwbouw geregeld. Bij nieuwbouw in bestaand gebied (inbreiding) met gemengde riolering wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de particulier afvalwater en regenwater gescheiden inzamelt en gescheiden aanbiedt ter hoogte van de perceelgrens. Dit met het oog op mogelijke toekomstige ombouw van gemengde riolering naar gescheiden riolering in het inbreidingsgebied. Bij nieuwbouw in het buitengebied komen de kosten voor de rioolaanleg voor rekening van de veroorzaker. De regels uit het Bouwbesluit 2012 zijn leidend. In het Bouwbesluit zijn geen uitsluitingen opgenomen voor het toepassen van uitlogende materialen. De gemeente mag in een eigen aansluitverordening of regenwaterverordening dan ook geen uitsluitingen voor uitlogende materialen opnemen. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 27

113 Naast riolering komen ook voorzieningen ten behoeve van het afvloeiende regenwater voor die niet tot de riolering behoren en in beheer zijn bij de gemeente. Bijvoorbeeld afscheiders, wadi s, infiltratievoorzieningen, sloten, greppels en watergangen met bijbehorende duikers. Voor de inzameling en afvoer van het afvloeiend regenwater in nieuwbouwlocaties wordt gescheiden riolering aangelegd. Voor het bestaand stedelijk gebied worden de kansen voor afkoppelen zoveel als mogelijk benut. Kosten voor het beheer van de regenwatervoorzieningen vallen onder de exploitatiekosten. Klimaatverandering Hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, heftigere buien en kans op drogere zomers. Daar moeten we volgens de KNMI 14-klimaatscenario s, in de toekomst in Nederland rekening mee houden (bron: KNMI). Het water- en rioolsysteem in de gemeente wordt getoetst op neerslaggebeurtenissen die theoretisch één keer per 100 jaar voorkomen. In dat geval mag er geen schade in panden optreden. Het systeem wordt hier periodiek op getoetst, onder andere met de actualisatie van de BRP s, maar ook indien er een neerslaggebeurtenis is geweest die heeft geleid tot overlast. Daarvan wordt een herberekening gemaakt om te bepalen of en eventueel welke verbeteringen moeten worden gedaan aan het water- en rioleringssysteem. Afkoppelen Daar waar mogelijk wordt regenwater gescheiden afgevoerd. Er wordt kritisch gekeken naar de doelmatigheid als het gaat om extra investeringen voor het ontvlechten. Stedelijke wateropgave De gemeente voert alleen afkoppelmaatregelen uit als hiervoor noodzaak is voor het functioneren van het stelsel (op basis van berekeningen en metingen). Op deze manier werkt de gemeente gestaag aan het klimaatbestendig maken van de rioolstelsels en daarnaast heeft afkoppelen een gunstig effect op de benodigde capaciteit en het zuiveringsrendement van de rioolwaterzuiveringen van Reest en Wieden. Watergangen De watergangen zijn voorzieningen van het wateren rioolsysteem die als functie hebben overtollig regenwater en grondwater af te voeren. Om die reden worden onderhoudskosten aan de watergangen (maaien en onderhoud) voor een deel toegerekend aan de rioolheffing. 28 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

114 4.3.3 Zorgplicht grondwater Grondwater is, zoals het woord zelf al aangeeft, het water dat zich in de grond bevindt. We staan er niet bij stil totdat we het onverwacht tegenkomen of er zelfs overlast van ondervinden in de tuin of woning. In de gemeente De Wolden zijn in Fort, Zuidwolde, De Wijk, Koekange en Ruinen meldingen van grondwateroverlast. Voor Fort is een nadere analyse gedaan en zijn maatregelen uitgevoerd om de situatie te verbeteren. Voor de overige locaties wordt in deze planperiode invulling gegeven aan mogelijke oplossingen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om, voor zover doelmatig, maatregelen in de openbare ruimte te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Daarnaast is de gemeente aanspreekpunt voor de burger en behandelt grondwaterklachten. Bij ontwikkelingen en projecten wordt het grondwater standaard meegenomen in het onderzoek. Indien noodzakelijk worden maatregelen opgenomen om overlast te voorkomen of eventueel op te lossen. Voor de definities en aanpak van grondwateroverlast wordt verwezen naar het vastgestelde Grondwaterplan (d.d.19 februari 2013). Hierin is tevens een opgave geformuleerd die doorloopt in de planperiode van dit watertakenplan. Drinkwaterwinning In onze gemeente hebben wij twee grondwaterbeschermingsgebieden: Zuidwolde en Ruinerwold, met als beheerder Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD). In verband met risico op vervuiling gelden binnen grondwaterbeschermingsgebieden specifieke aanbevelingen en maatregelen. Voor onze gemeente zijn er binnen de gemeentelijke watertaken op dit moment geen knelpunten bekend. Projecten, ontwikkelingen en veranderingen worden afgestemd met de betreffende organisatie en provincie Oppervlaktewater Het oppervlaktewatersysteem zorgt voor het transport van overtollig grond- en regenwater naar de Hoogeveense Vaart, de Reest, de Oude Vaart en Ruiner Aa. Vanwege de kwetsbaarheid van de Reest mag geen oppervlaktewater vanuit verhard gebied naar de Reest worden afgevoerd. Het transport van het overtollig hemel- en grondwater van het verharde oppervlak naar het oppervlaktewater gaat veelal via riolering of drainagesystemen. Binnen de gemeente De Wolden komen op basis van de kadernotitie IBO een beperkt aantal watergangen in aanmerking voor de overdracht van het beheer en onderhoud naar het waterschap Reest en Wieden. Hierover worden nog nadere afspraken gemaakt. Vanuit haar rol als verantwoordelijke voor de rioleringszorg, streeft de gemeente er wel naar om samen met het waterschap zo goed mogelijk invulling te geven aan de gezamenlijke doelstellingen op het gebied van waterkwaliteit en -kwantiteit. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 29

115 4.4 Budgetten Onderzoek en planvorming In deze planperiode moet onderzoek worden verricht en plannen worden opgesteld. In de hiervoor genoemde onderwerpen is dat beschreven. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van alle onderzoeken en planvorming in de planperiode, per jaar en het benodigde budget. De budgetten zijn opgenomen in de jaarlijkse exploitatie. Investeringen In de planperiode moeten riolen, gemalen en andere voorzieningen aangelegd, vervangen en verbeterd worden. De uitgaven van deze activiteiten worden aangeduid met investeringsuitgaven. Deze worden afgeschreven en als kapitaallast (rente en afschrijving) ten laste van de rioolexploitatie gebracht. Hiermee worden investeringspieken gelijkmatiger ten laste van de rioolexploitatie gebracht en worden de voorzieningen zo veel mogelijk betaald door degenen die er profijt van hebben. Maatregel Vervanging/relinen riolering Vervanging vv gemalen/pompen etc. bouwkundig Vervanging gemalen el.m/pompen/schakelkasten etc. Vervangen aansluitingen gresleidingen (huisaansluitingen) Aanpak foutieve aansluitingen Aanpassen gemaal buitengebied Leuwte Vervangen IBA's Afkoppelen verhard oppervlak Ad hoc-/vervangingsmaatregelen Basisrioleringplannen Totaal Investeringen Bedragen in euro s 30 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

116 4.5 Areaal De grafiek hiernaast geeft de opbouw van het rioolstelsel in stelseltype weer. DWA = Droogweer afvoer (DWA), afvoer van afvalwater, van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. RWA = Regenwater afvoer (RWA), van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. GEM = Gemengd rioolstelsel. Opbouw rioolstelsel in stelseltype Lengtes in meters Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 31

117 De grafiek hiernaast geeft de opbouw van het rioolstelsel in aanlegperiodes weer. Opbouw rioolstelsel in aanlegperiodes De tabel hiernaast geeft een opsomming van de totale omvang van het water- en rioolsysteem. Voor een overzicht van alle overstorten wordt verwezen naar de betreffende verbrede rioolplannen. Riolering gemeente De Wolden Eenheid Hoeveelheden Lengte vrijverval riolering GEM Lengte vrijverval riolering: DWA Lengte vrijverval riolering: RWA Lengte persleidingen Gemalen gemengd Randvoorzieningen Overstorten extern Gemengd en (verbeterd) Gescheiden stelsel Heffingseenheden Drukriolering minigemalen IBA s Km Km Km Km St St St St St St 113,6 21,7 54,2 257, Riolering gemeente De Wolden 32 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

118 5 Financiën en kostendekkingsplan Met alle nieuwe inzichten, evaluaties en kennis die is opgedaan, is een nieuwe weg ingeslagen. De afgelopen periode is bepaald hoe de gemeentelijke watertaken zo slim mogelijk ingevuld kunnen worden. De doelstelling is om een goede kwaliteit te halen voor maatschappelijk zo laag mogelijke kosten. Dat heeft geleid tot de omslag van theorie naar praktijk. Alle investeringen zijn gebaseerd op inzicht in kwaliteit en naar prioriteit opgenomen, uiteraard afgestemd met de andere afdelingen om projecten integraal aan te pakken. 5.1 Rioolheffing In dit hoofdstuk komt aan de orde welke financiële middelen nodig zijn om de in dit plan gestelde doelen met de beschreven strategie te kunnen realiseren. Doelen, strategie en benodigde middelen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Binnen de kaders van dit plan werken de zes gemeenten samen en hebben ambitieuze plannen voor de komende zes jaar. Voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken, voorziet de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken de mogelijkheid tot het instellen van een rioolheffing (Gemeentewet, artikel 228a). Uit de opbrengst hiervan kunnen de gemeentelijke watertaken worden bekostigd. Artikel 228a Gemeentewet 1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater; b. de inzameling en afvoer van afvloeiend regenwater, de verwerking van het ingezamelde regenwater én het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven. Ontwikkeling rioolheffing landelijk De gemeente betaalt haar taken voor afval-, hemel- en grondwater grotendeels uit de rioolheffing. De opbrengsten van de rioolheffing mag zij alleen aan deze watertaken besteden. In 2014 bedragen de rioleringskosten voor heel Nederland 1,5 miljard. De gemiddelde rioolheffing voor een meerpersoonshuishouden is 186. Keuzes in financiering van de investeringen bepalen de hoogte van de heffing op de korte én lange termijn. (bron: Stichting Rioned) Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 33

119 5.2 Uitgangspunten De rioolheffing is over een periode van 20 jaar berekend. Er is gekeken naar investeringspieken in deze periode (bijvoorbeeld doordat veel riolen tegelijk aan het eind van hun levensduur komen), maar concreet is de planperiode beschouwd. Daarop is de strategie - zoals beschreven in hoofdstuk 4 - bepaald en de daarbij behorende hoogte van de rioolheffing berekend. Zowel de baten (tarief rioolheffing en aantal heffingseenheden) als een overzicht van alle lasten zijn in het berekeningsmodel gebracht. De lasten betreffen de lopende kapitaallasten, de exploitatiekosten (met onder andere doorberekening van personeelskosten), de externe kosten (zoals reiniging en inspectie), benodigde onderzoekskosten en investeringen. Er is voor de rioolheffingsberekening gebruik gemaakt van het rioleringsmodel van de gemeente Groningen, dat zij zelf heeft ontwikkeld om niet afhankelijk te zijn van externe adviesbureaus. Dit model is getoetst en goedgekeurd door een accountant. De gemeente De Wolden hanteert een rentepercentage van 5,0% en rekent voor deze rioolheffingsberekening zonder inflatie. Onderstaande tabel geeft de theoretische en economische levensduur per stelseltype en materiaalsoort weer. Vrijverval Riolering: Beton PVC Persleidingen Gemalen: Mechanisch/elektrisch Bouwkundig Drukriolering: Mechanisch/elektrisch Bouwkundig IBA s: Bouwkundig Mechanisch/elektrisch Theoretische levensduur 62 jaar 62 jaar 60 jaar 15 jaar 60 jaar 15 jaar 60 jaar 60 jaar 15 jaar Gehanteerde theoretische en economische levensduur Economische levensduur 60 jaar 60 jaar 60 jaar 15 jaar 60 jaar 15 jaar 60 jaar 30 jaar 15 jaar 34 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

120 Financieringsmethode Voor investeringen in de riolering is tot op heden veelal geld geactiveerd met een financiële afschrijvingstermijn van 15, 30 of 60 jaar. Wij hebben een gedifferentieerd riooltarief. Naast een vast deel is de rioolheffing gedeeltelijk gebaseerd op het type aansluiting (bedrijf, woning, alleen regenwaterlozing) en daarnaast op het drinkwaterverbruik. Een bedrijf wordt aangeslagen op basis van drinkwaterverbruik, een agrarisch bedrijf met woonruimte betaalt twee keer de heffing van een meerpersoonshuishouden, een lozing van alleen regenwater betaalt de helft van het tarief van een meerpersoonshuishouden. Gezamenlijk maatregelenprogramma De plannen die voortkomen uit het gezamenlijke maatregelenprogramma zijn financieel gedekt binnen de rioolheffing (bestaand onderzoeksgeld in de exploitatie). Het gezamenlijk maatregelenprogramma is geen verhoging op de eigen kosten van de gemeente, maar de bestaande onderzoeksgelden worden hiervoor aangewend. De verdeling van kosten naar gemeenten is evenredig naar het aantal heffingseenheden en deels op basis van een vast bedrag. Zo ontstaat een eerlijke toerekening van gezamenlijke kosten naar de burger in de rioolheffing per deelnemende gemeente. De totale kosten zijn evenredig verdeeld over de planperiode volgens de tabellen hieronder. Gemeente De Wolden Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel Gemeente Midden-Drenthe Gemeente Steenwijkerland Gemeente Westerveld Waterschap Reest en Wieden Kosten (excl. uurkosten) over de planperiode van 6 jaar Kosten vanuit maatregelenprogramma Watertakenplan Kosten voor gemeente De Wolden Bedragen in Bedragen in Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 35

121 De grafiek hiernaast geeft een overzicht van de opbouw van de rioolheffing van gemeente De Wolden. Het grootste deel betreft exploitatie. In de exploitatie is het beheer en onderhoud, energiekosten, plan- en onderzoekskosten en de BTW opgenomen. Daarnaast is 37% kapitaallasten, deze komen voort uit investeringen die in het verleden zijn gedaan en worden geactiveerd voor een bepaalde periode. In gemeente De Wolden is de financiële afschrijvingstermijn 60 jaar voor vervangingsinvesteringen en 30 of 15 jaar voor investeringen in mechanische riolering. Investeringen worden lineair afgeschreven. 5.3 Rioolheffingsberekening Het aantal heffingseenheden is 9441 in 2016, daarnaast zijn er 1336 aansluitingen onder de noemer niet-woningen. Het tarief voor 2015 is 202,80. De rioolheffing voor 2016 is voorgesteld op: 214,80. Alle kosten en investeringen zijn in het model gebracht en voor een periode van 20 jaar berekend. Voor 2017 is tevens een stijging van 12,- noodzakelijk, voor 2018 en 2019 is gerekend met een stijging van 5,- per jaar, voor 2020 en 2021 een stijging van 4,- per jaar en vanaf daarna met een stijging van 2% tot 3% per jaar. Vanaf 2031 zal het tarief stabiliseren. De eerste jaren wordt dan gebruik gemaakt van de voorziening om kostendekkend te blijven. Gedurende de looptijd blijft de voorziening op een minimaal niveau. Exploitatie Personeelskosten Kapitaallasten Gezamenlijk maatregelenprogramma Fluvius Opbouw rioolheffing De Wolden Er is geen rekening gehouden met stijgend of dalend aantal heffingseenheden voor de periode waarover de berekening is gemaakt, tot Dit aantal moet jaarlijks worden getoetst en indien blijkt dat het aantal substantieel afwijkt van de werkelijkheid is het noodzakelijk de rioolheffingsberekening te actualiseren. Een uitgebreid overzicht van investeringen, kosten en opbrengsten is weergegeven in de bijlagen. 36 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

122 De eerste grafiek geeft het verloop van de rioolheffing van 2016 t/m 2035 weer. De tweede grafiek toont het verloop van de kapitaallasten. Door de stijgende kapitaallasten zal het tarief ook stijgen over de berekende periode. Dat komt overeen met de landelijke trend. Jaarlijks wordt de hoogte van de rioolheffing vastgesteld in de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing. De hoogte van de rioolheffing wordt daarbij vastgesteld op basis van de actuele begroting en stand van de voorzieningen. Overzicht verloop rioolheffing Bedragen in Overzicht verloop kapitaallasten Bedragen in Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 37

123 5.4 Kostenbesparing Door samen te werken worden kosten bespaard, naast de verhoging van kwaliteit en het verminderen van kwetsbaarheid. De eerste kostenbesparing is al direct zichtbaar: het opstellen van dit watertakenplan. Maar de grote winst zit hem financieel niet alleen in het besparen op de onderzoekskosten, maar juist in de besparingen in de uitvoering. De onderzoekskosten bedragen een klein deel van het bestede budget per jaar voor investeringen buiten. Met de onderzoeken wordt nauwkeurig in beeld gebracht waar de synergievoordelen te behalen zijn. In de komende planperiode zal daar meer inzicht in worden gegeven. Als regio is de prognose voor het behalen van het gestelde doel in 2020 (structurele besparing van 5,1 miljoen) haalbaar. De prognose op dit moment is dat de besparing 5,3 miljoen bedraagt. Met de Monitor wordt dit jaarlijks geanalyseerd en kan worden bijgestuurd indien noodzakelijk. (zie hiervoor ook het hoofdrapport) Bestuursakkoord Water De besparingsopgave voor regio Fluvius komt voort uit het Bestuursakkoord Water. De voortgang is gerapporteerd in een grafiek, waarin de oorspronkelijke prognose, de besparingsopgave, de realisatie en de nieuwe prognose tot 2020 zijn opgenomen. Foto 38 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

124 6 Organisatie 6.1 Algemeen Voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken is een professionele organisatie nodig. Deze organisatie moet voldoende robuust zijn en over voldoende kwaliteit beschikken om de uitvoering van de watertaken efficiënt en doelmatig uit te voeren. De organisatie moet in staat zijn om de doelen zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 naar behoren uit te voeren. De Wolden heeft hierin al een belangrijke stap gezet door de ambtelijke organisatie samen te voegen met die van Hoogeveen. In dit hoofdstuk wordt daarom de samenwerkingsorganisatie De Wolden-Hoogeveen beschouwd als de organisatie die de watertaken uitvoert. Met het oog op de samenwerking binnen Fluvius zijn de organisatie-aspecten op regionale schaal onderzocht en is een relatie gelegd met de monitor ten aanzien van het aspect kwetsbaarheid. Er zijn verschillen in de organisaties van de gemeenten door de mate van uitbesteden en de verschillen in omvang van taken. In de paragraaf 5.4 van het hoofddocument wordt toegelicht hoe kwetsbaarheid gemonitord wordt en in H6 de organisatie van de samenwerking binnen Fluvius. In bijlage D van het hoofddocument zijn de personele aspecten vanuit het samenwerkingsperspectief belicht. 6.2 Onderbouwing capaciteit De Wolden- Hoogeveen De stichting RIONED heeft een module binnen de Leidraad Riolering ontwikkeld om te bepalen welke kennis en vaardigheden nodig zijn voor het rioolbeheer en welke formatieomvang bij gemeenten nodig is. Met behulp van deze module (D2000) wordt een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit. Theoretische capaciteit Voor het analyseren van de capaciteit van de binnendienst wordt gebruik gemaakt van een indeling in vijf deeltaken: 1. Planvorming (opstellen GRP; afstemming andere plannen; opstellen jaarprogramma s) 2. Onderzoek (inventarisatie; inspectie/controle; meten; berekenen) 3. Onderhoud (riolen/ kolken; gemalen/ mechanische riolering; infiltratievoorzieningen/ lokale zuiveringen; grondwatervoorzieningen) 4. Maatregelen (aanleg; reparatie; renovatie/ vervanging; verbetering) 5. Facilitair (afstemming andere planvormen; vergunningen; ondersteuning etc.) Voor het uitvoeren van maatregelen wordt de theoretische capaciteit berekend op basis van de omvang van investeringen in de planperiode. Voor de uitvoering van beheersactiviteiten in het onderhoud wordt de theoretische capaciteit berekend op basis van areaalgegevens. Er worden door de gemeente veel zaken uitbesteed. Hoe meer de gemeente uitbesteedt, hoe geringer de formatie wordt. Daardoor wordt de gemeente kwetsbaarder (minder robuust). In onderstaande tabel zijn de resultaten van de theoretische capaciteitsberekening (fte) conform Leidraad Riolering opgenomen. Binnendienst Maatregelen Onderhoud Totaal fte De Wolden-Hoogeveen 2,71 1,55 8,45 12,71 Theoretische fte berekening Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 39

125 Werkelijke capaciteit Voor het opstellen van een vergelijking is gebruik gemaakt van de opgave van de gemeente van de werkelijke capaciteit. In onderstaande tabel worden deze vergeleken met de theoretische capaciteit. Het verschil tussen de theoretische capaciteit en de opgegeven werkelijke capaciteit is relatief gering. De werkelijke capaciteit ligt iets boven de berekende theoretisch benodigde capaciteit. Vergelijking capaciteiten De Wolden- Hoogeveen Werkelijke fte 13,96* 12,71 Theoretische fte * De samenwerkingsorganisatie De Wolden-Hoogeveen is samengesteld uit 3,6 fte van De Wolden en 10,36 fte van Hoogeveen. 6.3 Robuustheid organisatie In het Bestuursakkoord Water uit 2011 is door de koepelorganisaties van de verschillende overheidslagen uitgesproken dat de kwetsbaarheid voor het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken moet worden verminderd. De taken moeten op een robuustere wijze worden georganiseerd. Dit kan binnen de eigen organisaties worden bereikt, maar ook door het organiseren van samenwerking. Er is een 0-meting uitgevoerd van de robuustheid van de organisatie door middel van de landelijke Monitor 3K+D. Dit is beschreven in paragraaf 5.4 van het hoofddocument. Uit de monitor blijkt dat ondanks dat er voldoende capaciteit aanwezig, de robuustheid van de uitvoering van de watertaken toch beperkt is. De methodiek om de robuustheid te meten beschouwt het aantal uren dat aan verschillende taken wordt besteed, het aantal medewerkers dat aan een taak werkt en de leeftijd en ervaring van medewerkers. Versterken van de robuustheid kan door: Meer uren aan kwetsbare taken te besteden; Kwetsbare taken door meerdere personen te laten uitvoeren; Instroom van (jongere) medewerkers te stimuleren; Voldoende taken zelf te blijven uitvoeren; Kennis en kunde van andere gemeenten door middel van georganiseerde samenwerking te benutten. De versterking van de robuustheid zal in de komende periode actief worden opgepakt. Vergelijking capaciteiten 40 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

126 Bijlage 1 Begrippenlijst en opbouw (afval)waterketen Begrippenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn deels afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering - Termen en definities en wetgeving. Daarnaast zijn vrij gebruikelijke definities uit het vakgebied opgenomen. Afkoppelen Afvalwater Afvalwaterzuiveringsinrichting Afvoerend oppervlak Afwatering Afzetting Assetmanagement De afvoer van regenwater loskoppelen van de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering Zie Stedelijk afvalwater Zie Rioolwaterzuiveringsinrichting Het naar de riolering afwaterende oppervlak Afvoer van regenwater via het maaiveld of via greppels en kanalen naar het oppervlaktewater of regenwaterriool Aankoeken van slib, vet en kalk op de wand van een rioolbuis; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur Doelmatige zorg voor het geheel aan voorzieningen van waarde in het afvalwater- en stedelijk watersysteem, waarmee een organisatie haar primaire doelen realiseert Basisinspanning Basisrioleringsplan Bedrijfsafvalwater Bergbezinkbassin Bergbezinkleiding Berging Bodempassage Doorlatende verharding Term die de capaciteit van een referentie-rioolstelsel aangeeft, en als maat dient voor de hoeveelheid afvalwater die via een overstort in het oppervlaktewater komt Rapportage die de feitelijke werking van het rioolstelsel beschrijft en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen conform de doelen Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in omvang als zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is Reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden, waarin tevens slibafzetting plaatsvindt, met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen Leiding voor de tijdelijke opslag van afvalwater waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden, waarin tevens slibafzetting plaatsvindt, met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen De inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha Verzamelnaam voor voorzieningen waarbij hemelwater de bodem wordt ingeleid en via een onderliggend drainagesysteem naar oppervlaktewater wordt afgevoerd Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 41

127 Drukriolering Droogweerafvoer (DWA) Drukriolering Externe overstort Foutieve aansluiting Gemengd rioolstelsel Gescheiden rioolstelsel Grondwater Hemelwaterriool Huishoudelijk afvalwater Hydraulische berekening Infiltratie Inspectie Mechanische riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd Riolering waarbij het transport van afvalwater gebeurt door middel van pompen en persleidingen Rioolput met een opening achter een drempel, via welke rioolwater bij extreem hoge rioolwaterstanden loost naar het oppervlaktewater Het aansluiten van een vuilwateraansluiting op een regenwaterriool of omgekeerd Rioolstelsel, waarbij stedelijk afvalwater (afvalwater + afvloeiend hemelwater) door één leidingstelsel wordt getransporteerd Rioolstelsel, waarbij afvalwater en afvloeiend regenwater door twee afzonderlijke leidingstelsels, vuilwaterriool en hemelwaterriool, wordt afgevoerd. Het hemelwater heeft een open verbinding met het oppervlaktewater Water dat zich in de bodem bevindt, meestal beperkt tot het water beneden de grondwaterspiegel Zie regenwaterriool Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel. Hydraulica is de leer van waterbeweging Intreding van water in de bodem. Hierbij worden vaak hulpmiddelen gebruikt als kratten, buizen of bollen om dit proces te benutten en te versnellen Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand waarin de riolering verkeert IT-riool Lamellenafscheider Lekkage Meten en monitoren OAS Ontwatering Overstorting Randvoorziening Regenwaterriool / RWA-riool Riolering Riool Rioolput Geperforeerd (infiltratie-transport)riool, gelegen boven de grondwaterstand, opvang van (ondergronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem Voorziening voor de behandeling van op oppervlaktewater geloosd hemelwater Het in- of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de wand van een rioolbuis of rioolput Het verrichten van waarnemingen van waterstanden, debieten en waterkwaliteit, het beheer van data, en het analyseren van resultaten, teneinde een beeld te krijgen van het functioneren van het rioolstelsel Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem; een studie waarin de optimalisatie en afstemming tussen riolering, bemaling en inrichting van de afvalwaterzuivering wordt uitgewerkt Afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen met als functie afwatering De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater Voorziening in het rioolstelsel die tot doel heeft de lozing van afvalwater uit het riool, naar het oppervlaktewater, op een specifieke plaats te doen verminderen Voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) 42 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

128 Rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater Stedelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen Stedelijk Het water dat deel uitmaakt van het watersysteem in de bebouwde kom, inclusief bedrijven- en watersysteem industrieterreinen en glastuinbouw Verbeterd Gescheiden rioolstelsel waarvan hemelwaterstelsel is voorzien van overstortdrempels om de negatieve gescheiden effecten van foutaansluitingen af te vangen en een deel van het hemelwater af te voeren naar de rioolstelsel rioolwaterzuiveringsinrichting Verhard oppervlak Oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater niet kan infiltreren, maar oppervlakkig afstroomt (huizen, straten, en dergelijke) Vuilwaterriool / Droogweerafvoerriool / DWA-riool Wadi Water op straat Waterpasserende verharding Waterketen Wateroverlast Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater Brede greppelachtige voorziening voor de opvang van (bovengronds) afvloeiend hemelwater en (vertraagde) infiltratie naar de bodem Het optreden van waterstanden boven het maaiveldniveau Waterpasserende elementenverharding voor de infiltratie van hemelwater naar de bodem De keten van waterproductie (drinkwaterbedrijven en individuele waterwinning), waterverbruik (huishoudens, bedrijven en instellingen), inzameling en transport van afvalwater (gemeenten en waterschappen) en rioolwaterzuivering (waterschappen) Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden Wortelingroei Wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 43

129 Uitleg waterketen Wat is de waterketen? De waterketen heeft vooral betrekking op het menselijk gebruik van water. Verschillende bedrijven of organisaties zijn betrokken bij het water dat mensen gebruiken en daarom bij de waterketen: De waterbedrijven produceren drinkwater De waterschappen en gemeenten zijn verantwoordelijk voor het inzamelen en transport van afvalwater De waterschappen zuiveren vervolgens het vuile afvalwater In het plaatje hiernaast is de waterketen in schema gezet. Taken en verantwoordelijkheden In het beheergebied van Reest en Wieden zijn gemeenten, waterschap Reest en Wieden en de waterbedrijven WMD en Vitens betrokken bij de waterketen. Elke organisatie beheert en heeft zeggenschap over een deel van de waterketen. De financiering van de waterketen komt uit lokale heffingen. De inwoners betalen drie keer: voor drinkwater, riolering en zuivering. Dit is verankerd in de wettelijke taakverdeling. Gemeenten Gemeenten hebben op grond van artikel Wet milieubeheer een zorgplicht ten aanzien van de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. In de praktijk wordt hier invulling aan gegeven door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Deze zorgplicht dient mede ter implementatie van de EU-richtlijn stedelijk afvalwater en sluit aan bij de zorgplicht van de waterschappen voor het zuiveren van stedelijk afvalwater. De gemeentelijke zorgplichten, waaronder ook de hemel- en grondwaterzorgplicht, zijn verder uitgewerkt in bijlage 2 van de specificatie. Waterketen Waterschap Het waterschap heeft de zorgplicht (Waterwet, artikel 3.4) voor de zuivering van stedelijk afvalwater, dat via het openbare vuilwaterriool aan een zuiveringtechnisch werk (rioolwaterzuiveringsinstallatie, RWZI) wordt aangeboden. Deze zorgplicht sluit direct aan op de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Waterbedrijf, inwoners, bedrijven Het waterbedrijf voorziet haar verzorgingsgebied volgens de Drinkwaterwet met drinkwater en water voor andere doeleinden. Inwoners en bedrijven gebruiken drinkwater en lozen stedelijk afvalwater op het riool. Op het gebied van grondstoffen en energie worden steeds meer bedrijven actief. Ook drinkwaterbedrijven richten zich op nieuwe activiteiten als opwerking van afvalwater tot puur water of industriewater. 44 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

130 Bijlage 2 Wettelijk kader In deze bijlage wordt geschetst aan welk wettelijk kader het Watertakenplan onderhevig is. Naast wetgeving is ook het beleid van hogere instanties (Rijk en Provincies) en dat van de eigen organisaties van belang. Via Europese regelgeving, nationale wetgeving, provinciaal beleid wordt tot slot kort samengevat welk beleid van de deelnemende partijen van toepassing is. Voor het verwijderen van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater zijn voorzieningen nodig. Deze voorzieningen hebben tot doel om de volksgezondheid te bescherming, het milieu te beschermen en overlast tegen te gaan. Aanleg en beheer van deze voorzieningen is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer en de Waterwet. De zuivering van afvalwater is een taak van het waterschap. In de Waterwet is de verplichting voor de waterschappen opgenomen om het stedelijk afvalwater te zuiveren. Een andere taak van het waterschap is het beheer van oppervlaktewateren. Op grond van de Waterwet en rekening houdend met de Waterschapswet wijst de provincie de waterlichamen aan die het waterschap beheert. 1 Europees beleidskader 1.1 Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te brengen en te houden. In de richtlijn is omschreven wat de chemische en ecologische toestand van het water in 2015 moet zijn. De KRW stelt voor alle wateren een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden, dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. Nu deze doelen in een groot aantal delen van waterlichamen (deels) nog niet gehaald zijn, wordt in een tweede planperiode tot 2012 verder gewekt aan realisatie van deze doelen. De toekomstige invulling van de afvalwaterketen zal sterk gerelateerd worden aan de implicaties van de KRW. De Fluvius gemeenten vallen overwegend in het stroomgebied Rijn-Oost. Per stroomgebied zijn analyses gemaakt en plannen opgesteld. Voor het gebied Rijn-Oost (zie figuur) is inmiddels het tweede stroomgebiedbeheersplan opgesteld. Globaal betreft dit de provincies Overijssel, Flevoland, Drenthe (zuidelijk deel), Gelderland (noordelijk deel) en een deel van Utrecht. In 2009 is het eerste stroomgebiedbeheersplan (SGBP) vastgesteld en zijn de benodigde maatregelen, doelen en kosten in beeld gebracht. Deze maatregelen zijn taakstellend voor de be- Stroomgebieden Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 45

131 trokken overheden. Belangrijkste uitvoerder van het SGBP zijn de waterschappen. Ook gemeenten dragen bij in de vorm van afkoppelen. Veel van de uitvoeringsmaatregelen zijn gericht op verbetering van oevers. Het natuurvriendelijk maken van oevers in verschillende kanalen en watergangen draagt bij aan natuurlijke zuivering en verbetering van het leefmilieu voor plant en dier. In 2015 moet er een nieuw SGBP worden vastgesteld voor de periode tot De planperiode komt overeen met die van het beheerplan van het waterschap en dit watertakenplan. 2 Landelijk beleidskader 2.1 Commissie waterbeheer 21e eeuw Aan het eind van de 20e eeuw werd Nederland getroffen door enkele ernstige gevallen van wateroverlast. De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft op verzoek van het Rijk onderzocht welke maatregelen genomen kunnen worden om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. De adviezen van de commissie staan in het rapport Waterbeleid voor de 21ste eeuw. De commissie adviseert onder meer rekening te houden met het veranderende klimaat, water zo veel mogelijk vast te houden in het eigen gebied en de stedelijke wateropgave in beeld te brengen. 2.2 Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Ontwikkelingen zoals klimaatverandering, de zeespiegelstijging, de bodemdaling en verstedelijking vragen om een nieuwe aanpak van het waterbeleid. In 2003 hebben het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) getekend. Het doel van het akkoord is de waterhuishouding in 2015 op peil te hebben en het daarna op orde te houden. In het NBW is afgesproken regionale uitwerkingen op te stellen. Het ministerie van VROM heeft daarop volgend in 2004 een beleidsbrief regenwater en riolering uitgebracht. Deze brief geeft aan hoe de regenwaterproblematiek bij gemeenten het best kan worden aangepakt. Er worden vier pijlers van het regenwaterbeleid benoemd: 1. Aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; 2. Regenwater vasthouden en bergen; 3. Regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; 4. Integrale afweging op lokaal niveau. 46 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

132 De gemeente wordt als regisseur gezien om dit regenwaterbeleid op lokaal niveau vorm te geven. De trits vasthouden-bergen-afvoeren (zie figuur) is daarbij leidraad. Met het omgaan met regenwater is maatwerk onontbeerlijk. Aanpak bij de bron De watertoets is een belangrijk instrument om gemeente en waterschap bij ruimtelijke plannen vroegtijdig samen te laten werken. Het is een proces- en procedure-instrument om de waterbeheerder goed bij nieuwbouwplannen te betrekken. 2.3 Actueel Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW actueel) In juni 2008 is een geactualiseerde versie van het NBW gepresenteerd. Met het NBW actueel onderstrepen het Rijk, het interprovinciaal overleg (IPO), de unie van waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de gezamenlijke opgave om het watersysteem op zo kort mogelijke termijn tegen de laagst maatschappelijke kosten op orde te brengen en te houden. Nieuw ten opzichte van het vorige NBW: Duidelijkere omschrijving van het begrip op orde, vooral in stedelijk gebied. Adviezen over hoe om te gaan met de klimaatscenario s. Afspraken over waterkwaliteit en watertekorten. Meer aandacht voor het door vertalen van de integrale wateropgave naar het ruimtelijke domein. Werkwijze van gebiedsnormering voor regionale wateroverlast. Instrumentarium Waterwet. Vernieuwde Rijksimpuls van 115 miljoen euro voor synergie en 75 miljoen euro voor innovatie. Duidelijkheid over financiële controlemomenten. Een belangrijk voortvloeisel uit het NBW Actueel is de stedelijke wateropgave. Voor alle gemeenten in de regio is deze opgave intussen bepaald. Daarbij zijn een aantal maatregelen benoemd die wateroverlast ten gevolge van hevige regenval moeten beperken. Een deel van de nog uit te voeren maatregelen is in het Watertakenplan verwerkt. Dit verschilt sterk per gemeente. Een aantal gemeenten heeft alle maatregelen al uitgevoerd. 2.4 Bestuursakkoord Waterketen De koepelorganisatie van de waterbedrijven, waterschappen en gemeenten (Vewin resp. Unie van Waterschappen en VNG) hebben in 2007 met de minister van VROM, de staatssecretaris van V&W en het IPO het nationale Bestuursakkoord Waterketen gesloten. Doel is de bevordering van transparantie en doelmatigheid in de waterketen. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het bottum-up samenwerkingsproces tussen gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen. Het akkoord gaat ervan uit dat een doelmatigheid van 10 a 20 % over 10 jaar haalbaar is. Speerpunten zijn: Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 47

133 benchmarking - verticale samenwerking - inzichtelijk maken van kosten - innovatie - communicatie met de klant/burger. Een belangrijk speerpunt is het doen van vergelijkend onderzoek ter verbetering van de uitvoering van taken (benchmarking). Door de stichting Rioned is in 2010 een groot benchmarkonderzoek naar gemeentelijke rioleringszorg uitgevoerd. Dit onderzoek is in 2013 herhaald. Bij waterbedrijven en waterschappen is benchmarking al een langer gebruikt en nuttig instrument. Het bestuursakkoord stelt tot doel dat gemeenten en waterschappen een permanente samenwerking in het afvalwaterbeheer realiseren en bestuurlijke overeenkomsten afsluiten om investeringen tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. Het Bestuursakkoord Water uit 2011 (zie 2.8) bouwt hier op voort. Het opstellen van een Watertakenplan vormt een uitstekende invulling van de doelen van het Bestuursakkoord Waterketen. 2.5 Wet milieubeheer Het belangrijkste wettelijk kader voor gemeenten is vastgelegd in de Wet milieubeheer. In deze paragraaf zijn de relevante artikelen uit de Wet milieubeheer weergegeven. Artikel 4.22 De gemeente is wettelijk verplicht een GRP op te stellen (Wet milieubeheer, art. 4.22). In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad telkens voor een nader vast te stellen periode een GRP vaststelt. Artikel 4.23 Hierin zijn verantwoordelijkheden en procedures rond het GRP geregeld. Aangezien het Watertakenplan samen met de waterbeheerder / de waterschappen wordt opgesteld, zal vaststelling ook in de besturen van deze organen plaats vinden. Het betrekken van GS blijft een bestaande verplichting, die na wettelijke implementatie van het bestuursakkoord water wellicht gaat verdwijnen. Hieraan is tot op heden geen invulling gegeven. Artikel 4.24 De provincie heeft een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en zij heeft een aanwijzingsbevoegdheid. Dit komt ook in de Wet milieubeheer tot uitdrukking. Zie het kader op de volgende bladzijde voor de complete tekst van de artikelen. 48 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

134 Wet milieubeheer, artikel De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat tenminste: a) een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b) een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a; c) een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d) de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e) een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. Wet milieubeheer, artikel Het gemeentelijk rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a) Gedeputeerde Staten; b) de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd; c) de beheerders van het oppervlaktewater waarop het ingezamelde water wordt geloosd. 2. Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending aan de in het eerste lid, onder a tot en met c genoemde organen, en Onze Minister. 3. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden verkregen van de inhoud van het plan. Wet milieubeheer, artikel Gedeputeerde Staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht. 2. Bij het geven van een aanwijzing houden Gedeputeerde Staten rekening met het geldende provinciale waterhuishoudingsplan. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 49

135 2.6 Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken In 2008 is deze wet van kracht geworden. In essentie heeft de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater een gedifferentieerde definitie gekregen voor stedelijk afvalwater en afstromend hemelwater. De zorgplicht is verbreed tot drie zorgplichten: Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; Zorgplicht voor grondwatermaatregelen. De wet bevat onder meer de nieuwe rioolbelasting (de rioolheffing ter vervanging van het rioolrecht), waarmee de gemeenten de aanleg en het beheer van de riolering betaalt. Ook definieert en verheldert de wet de taak van gemeenten voor wat betreft afvloeiend hemelwater en grondwater. Daarmee verduidelijkt het ook de rolverdeling van gemeente, waterschap, provincie en - heel belangrijk - de burger (perceeleigenaar). De verbrede rioolheffing maakt het mogelijk om alle gemeentelijke watertaken te financieren, en heeft daardoor een bredere basis als het rioolrecht. Zorgplicht stedelijk afvalwater Gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer, artikel een zorgplicht ten aanzien van de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. In de praktijk wordt hier invulling aan gegeven door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Nieuw aan de definitie stedelijk afvalwater is dat hemelwater niet meer onder de definitie valt. Behandeling van hemelwater heeft daarmee een geheel nieuwe status gekregen. Zorgplicht hemelwater De nieuwe wetgeving gaat ervan uit dat hemelwater in principe schoon genoeg is om zonder zuiverende voorziening te lozen. De zorgplicht hemelwater legt nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken (inspanningsverplichting particulier). De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als de perceeleigenaar niet redelijkerwijs zelf het hemelwater kan infiltreren of bergen. Dit hemelwaterbeleid maakt duidelijk waar de grens ligt. Zorgplicht grondwater Met de nieuwe wetgeving moet de gemeente voor nieuwe situaties (vanaf intrede wet) structurele grondwaterproblemen voorkomen of beperken voor zover dit niet onder de verantwoordelijkheid van waterschap of provincie valt. De zorgplicht grondwater benadrukt de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om maatregelen te nemen die grondwaterproblemen voorkomen. De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als de perceeleigenaar niet redelijkerwijs een voldoende ontwatering kan realiseren en overtollig grondwater moet afvoeren. De gemeente heeft de regie als meerdere partijen betrokken zijn bij (dreiging van) een probleem. 2.7 Waterwet Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding, Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WvO) en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland zijn in 2009 vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet is gericht op het bereiken van doelstellingen binnen watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is 50 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

136 de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan voornamelijk een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen: Geen vergunning, tenzij daar goede redenen voor zijn. Uit het besluit lozingen buiteninrichtingen volgt bovendien dat de watervergunning (oude WvO-vergunning) voor riooloverstorten is vervallen, deze valt nu onder algemene regels. Door de Waterwet zullen waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn om wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie kunnen eisen worden gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. Foto Een gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels worden gebundeld: één watervergunning voor alle handelingen in het watersysteem. Voor het bevoegde gezag betekent dit dat de vergunning aan álle aspecten van het waterbeheer moet worden getoetst. Het bevoegde gezag voor de verlening van de watervergunning is het waterschap, voor het regionale watersysteem, en Rijkswaterstaat voor het hoofdwatersysteem. De provincie blijft het bevoegde gezag voor grote grondwateronttrekkingen en -infiltraties. De gemeente krijgt de zorg voor grondwatermaatregelen en afvloeiend hemelwater in het stedelijke gebied. 2.8 Bestuursakkoord Water In 2011 zijn in het Bestuursakkoord Water de afspraken bekrachtigd over intensieve samenwerking tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen en drinkwaterbedrijven. Hoofddoel is het nemen van maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer en waterketenbeheer. De kwaliteit van het beheer moet worden vergroot tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Het bestuursakkoord water is opgebouwd uit vijf elementen: Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 51

137 1. Heldere verantwoordelijkheden, minder bestuurlijke drukte 2. Beheersbaar programma voor de waterkeringen 3. Doelmatig beheer van de waterketen 4. Werkzaamheden slim combineren 5. Het waterschapsbestuur Voor het Watertakenplan is vooral het thema waterketen van belang: De kern van de afspraken in dit hoofdstuk van het bestuursakkoord zijn de bestuurlijke afspraken van april 2010 tussen VNG en UvW over een doelmatige aanpak van de afvalwaterketen. De afspraken in het bestuursakkoord voor de afvalwaterketen zijn dus een herbevestiging van de bestaande afspraken. De uitdaging ligt bij gemeenten en waterschappen om regionaal invulling te geven aan de afspraken. Hierbij kan het benutten van de kennis en ervaring van drinkwaterbedrijven op specifieke onderdelen van de beheertaken toegevoegde waarde hebben. In het bestuursakkoord is afgesproken dat regionaal afspraken worden gemaakt over het waar mogelijk benutten van relevante kennis en ervaring. Hierbij gaat het nadrukkelijk ook over het afstemmen van investeringsbeslissingen. Voorwaarde hiervoor is dat alle partijen open en transparant zijn over de meerjarenprogrammering en de kansen die zich voordoen bij de inrichting van de openbare ruimte optimaal worden benut. 2.9 Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan (NWP) is het Rijksplan voor het waterbeleid voor de periode Het NWP beschrijft welke maatregelen genomen moeten worden om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden en om de (economische) kansen die water biedt te benutten. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen. Daarnaast is er aandacht voor voldoende en schoon water en de manieren waarop water kan worden gebruikt. Stroomgebiedbeheerplannen zijn een bijlage van het Nationaal Waterplan. De stroomgebiedbeheerplannen geven aan hoe de waterkwaliteit in een bepaald gebied kan worden verbeterd. Nederland is verdeeld over 4 stroomgebieddistricten: De Rijn, Maas, Schelde en de Eems Notitie Riolering van het BBV november 2014 In november 2014 heeft de commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) een nieuwe notitie riolering uitgebracht. Met deze notitie verduidelijkt zij het onderscheid tussen voorzieningen en reserves. Bovendien bevestigt de commissie dat investeringen geactiveerd moeten worden, maar gemeenten ze vervolgens zowel langjarig afgeschreven kunnen afschrijven als op de voorziening kunnen afboeken. Uitgebreide informatie is te vinden op 52 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

138 3 Regionaal beleidskader 3.1 Regionaal Meerjarenprogramma Rijn-Oost en KRW agenda De samenwerking die is ontstaan bij het opstellen van het eerste stroomgebiedbeheerplan voor de KRW is na 2009 binnen het stroomgebied Rijn-Oost voortgezet. In het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) is overeenstemming bereikt over de wateragenda voor de periode Er is een Meerjarenprogramma opgesteld waarin de gezamenlijke wateragenda is benoemd. In de wateragenda van Rijn-Oost zijn de volgende thema s geagendeerd: Uitvoering Stroomgebiedbeheerplan Planvorming Stroomgebiedbeheerplan Uitvoering NBW/WB21 Naast uitvoering richt het programma zich ook op monitoring en planvorming. Inmiddels is dit programma afgerond. In de afgelopen jaren heeft het programma van het RBO zich verbreed tot de onderwerpen: waterveiligheid, GGOR, Natura 2000, waterketen en veranderende wetgeving. De KRW Agenda geeft de stand van zaken, uitgangspunten, doelen en maatregelen voor de periode De samenwerking in Rijn- Oost wordt binnen dit programma voortgezet. 3.2 Actualisatie Omgevingsvisie Drenthe 2014 De omgevingsvisie Drenthe bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Drenthe. De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe in de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna. Het is strategisch van aard en gaat over de kwaliteit, de inrichting en het beheer van de leefomgeving. De omgevingsvisie is in de eerste plaats richtinggevend voor de provincie zelf. Daarnaast is het op onderdelen kaderstellend voor gemeenten en waterschappen. Onderdeel van de omgevingsvisie is de uitwerking van een robuust en klimaatbestendig watersysteem. Dit deel van de omgevingsvisie is te beschouwen als waterhuishoudingsplan. Hierin worden de strategische doelen voor het regionale waterbeleid geformuleerd. Het provinciaal waterbeleid geeft een regionale invulling van Europese en nationale programma s zoals de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor grond- en oppervlaktewaterkwaliteit, Waterbeheer 21ste eeuw (WB21), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel, 2008) en het Bestuursakkoord Water (2011). Van provinciaal belang zijn: een robuust watersysteem, dat zodanig is ingericht dat de risico s op wateroverlast en watertekort tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau beperkt blijven, met bijzondere aandacht voor de beekdalen; een goede kwaliteit van het oppervlaktewater, gebaseerd op de normen van de KRW. Voor de Drentsche Aa moet de kwaliteit zo goed zijn dat het water geschikt is voor de bereiding van drinkwater; een zo groot mogelijke voorraad zoet grondwater van een goede kwaliteit, beschikbaar voor mens en natuur; een zodanige kwaliteit van het grondwater dat het zonder ingrijpende en kostbare zuivering geschikt is voor de bereiding van drinkwater; de waterbergingsgebieden zoals deze zijn aangeduid op kaart 8 (Oppervlaktewater). Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 53

139 De omgevingsvisie bevat o.a. beleid over robuuste watersystemen, oppervlaktewaterkwantiteit, oppervlaktewaterkwaliteit, grondwater, stad en keten, waterketen en tot slot monitoring. In de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV) is een belangrijk instrument om het omgevingsbeleid, zoals dat is opgenomen in de Omgevingsvisie Drenthe, uit te voeren. In 2015 vindt de herziening van de POV plaats. De POV bevat onder andere richtlijnen over gebiedsaanwijzing voor waterwinning en grondwaterbescherming, over water, waterkering, veiligheid en de regionale verdringingsreeks. Het bevat normen voor waterkwantiteit en normen en richtlijnen voor vaarwegenbeheer. 3.3 Gebiedsontwikkeling Uffelte-Ruinen Het waterschap Reest en Wieden, provincie Drenthe en de gemeenten Westerveld en De Wolden werken gezamenlijk aan het project Gebiedsontwikkeling Uffelte - Ruinen. Zij zoeken in dit gebied naar mogelijkheden voor waterberging om bij extreme weersomstandigheden wateroverlast in Zuidwest Drenthe te voorkomen. De ligging van Uffelte-Ruinen, aan de rand van het Drents Plateau, maakt dat juist dit gebied geschikt is om tijdelijk water te bergen. Door klimaatsverandering zal het in de toekomst steeds natter worden. In extreem natte perioden kan het water uit de Oude Vaart en de Wold Aa onvoldoende worden afgevoerd. Waar moet het overtollige water tijdelijk opgevangen worden? Het creëren van mogelijkheden voor waterberging biedt ook kansen om de huidige waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur te verbeteren én mogelijkheden voor recreatieve ontwikkelingen. 4 Beleidskaders partners Fluvius 4.1 Gemeenten De belangrijkste beleidskaders van de gemeenten worden gevormd door de voorgaande Gemeentelijke Rioleringsplannen, de Waterplannen en een aantal individuele plannen zoals regenwaterstructuurplan, grondwaterbeleidsplannen. In hoofdstuk 2 en 3 van de specificatie worden deze plannen benoemd en geëvalueerd. Kadernotitie Inrichting, Beheer en Onderhoud van stedelijk water Binnen Fluvius is de afgelopen jaren eenduidig beleid ontwikkeld voor inrichting, beheer en onderhoud van stedelijk water. Dit beleid is vastgelegd in de Kadernotitie IBO Stedelijk Water. Deze kadernotitie is een handreiking voor een goede taakverdeling van Inrichting, Beheer en Onderhoud van stedelijk water tussen waterschap en gemeenten. De beleidsnotitie Water Raakt! (zie 4.2) bevat een lijst van maatregelen die een grote samenhang heeft met de gemeentelijke watertaken en IBO Stedelijk Water. De belangrijkste onderwerpen waaraan gewerkt wordt zijn: 54 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

140 Streefbeelden Baggeren Kwantitatieve en kwalitatieve relatie (knelpunten) tussen riolering en watersysteem Klimaatadaptatie Betrekken inwoners en bedrijven De laatste drie activiteiten zijn opgenomen in het programma Fluvius in het hoofddocument (in onderdeel 8 Watersysteem), omdat deze een gezamenlijke aanpak vergen. In het programma worden ze nader toegelicht. De onderwerpen streefbeelden en baggeren vragen meer 1 op 1 maatwerk tussen het waterschap en de afzonderlijke gemeenten. Deze onderwerpen zijn opgenomen in de specificaties. 4.2 Waterschap Reest en Wieden Waterbeheersplan Iedere zes jaar stelt het waterschap een Waterbeheerplan op. Dit beleidsdocument beschrijft hoe het Waterschap invulling geeft aan zijn taken. Ook de steeds belangrijker wordende rol van water in relatie tot ruimtelijke ordening en regionale economie is in het beleid van het waterschap opgenomen. Deze ontwikkelingen vragen om een integrale aanpak en flexibiliteit, waarbij goed wordt samenwerkt met andere organisaties. De kernopgave is de zorg voor voldoende en schoon water en bescherming tegen overstromingen in een veranderend klimaat, met onzekere maar waarschijnlijk grote gevolgen voor watersystemen. De rol van het waterschap ontwikkelt zich van louter taakgericht naar meer omgevingsgericht. Het Waterschap zal zijn aandacht niet alleen meer richten op de traditionele taken waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterzuivering, maar steeds meer op integrale gebiedsontwikkeling. De inzet van het waterschap is gericht op een duurzaam waterbeheer, dat bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving en versterking van de regionale economie. Zuiveringsvisie Waterschap Reest en Wieden heeft gelijk met het watertakenplan een zuiveringsvisie opgesteld, die als specificatie bij dit plan is gevoegd. Hierin schetst het waterschap een langetermijnvisie waarin energie, grondstoffen en hergebruik van water het perspectief vormen. Dit perspectief vraagt om een transitie van de huidige behandeling van afvalwater naar een grondstoffenfabriek. Dit perspectief is één van de uitgangspunten van het Watertakenplan. Water Raakt! De beleidsvisie Water Raakt! is een visie op samenwerking binnen het stedelijk waterbeheer tussen waterschap en gemeenten. De waterschappen binnen Rijn-Oost hebben Water Raakt! opgesteld. Deze beleidsnotitie richt zich op inwoners, gemeenten en betrokkenen bij stedelijk waterbeheer. In de notitie worden de rollen en taken van beide benoemd. Het bevat visie, beleid en maatregelen. Het waterschap heeft aan Water Raakt! een maatregelentabel toegevoegd waarin ze haar activiteiten beschrijft. Deze visie ligt mede ten grondslag aan het watertakenplan. De ontwikkeling van het stedelijk waterbeleid kan tot verschuivingen van de rioolheffing naar de watersysteemheffing van het waterschap leiden. Door bijvoorbeeld regenwater af te koppelen wordt het riool minder belast en moeten meer maatregelen worden genomen in het stedelijk watersysteem. Programma stedelijk water Dit programma omvat de concrete activiteiten en maatregelen die het waterschap in de komende planperiode gaat uitvoeren. Dit programma is onderdeel van de specificatie van het waterschap, dat onderdeel vormt van het watertakenplan. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 55

141 Bijlage 3 Doelen, Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden De systematiek van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (DoFEMaMe) is essentieel bij het opstellen van het GRP. Het toetsen van de doelen aan de maatstaven vormt de basis voor de evaluatie van de in de afgelopen periode geleverde prestaties en de verantwoording van de voor de komende periode benodigde middelen. Zo kunnen we als organisatie continu leren en verbeteren, zoals ook assetmanagement beoogt. Inmiddels is de systematiek al ruim twee decennia gemeengoed bij de rioolbeheerders in Nederland. Vanaf het begin waren de doelen een beschrijving van het gewenste gedrag van de riolering en de rioleringsobjecten. De functionele eisen zijn daarbij de voorwaarden waaraan de infrastructuur moet voldoen om de doelen te bereiken. Door de verbreding van de rioleringszorg naar de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater zijn de doelen losser komen te staan van de infrastructuur zelf en meer gericht op dienstverlening en de maatschappelijke prestaties. Toch blijkt de oude DoFEMaMe-systematiek goed bruikbaar om de zorgplichten te vertalen naar concreet meetbare effecten. Namelijk door de doelen niet langer te beperken tot een beschrijving van het gewenste systeemgedrag, maar van het beoogde effect. Daarmee vormt de systematiek nieuwe stijl het beoordelingskader voor de wijze waarop we de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater invullen. Het implementeren van DoFEMaMe2.0 vraagt een verder gaand volgen van het functioneren van de riolering waardoor doelmatiger maatregelen getroffen kunnen worden. In het watertakenplan is de DoFEMaMe 2.0 methode centraal gesteld bij de uitwerking van de zorgplichten. In hoofdstuk 2 is een bestuurlijke samenvatting opgenomen, in deze bijlage worden de doelen specifiek en meetbaar gemaakt voor toepassing op de dagelijkse uitvoering van de gemeentelijke watertaken. In de tabel op de volgende bladzijden is dit uitgewerkt. 56 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

142 Functionele Eisen Maatstaven Meetmethoden Doel 1: Duurzame bescherming volksgezondheid. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico 1. Risico op besmetting met watergerelateerde ziektes door blootstelling aan riool- of regenwater is laag: i. Afvalwater van alle percelen wordt ingezameld en via riolering naar de zuivering getransporteerd, tenzij dat niet doelmatig is ii. Geen riooloverstorten en uitmondingen op kwetsbaar water iii. Maximaal 2 uur water-op-straat (vanuit riolering) in woonbuurten 2. In het openbaar gemeentelijke gebied voldoen de rioleringsobjecten aan de MIC- waarde (Minimum Inhibitory (remmende) Concentration) voor H2S i. Alle percelen zijn aangesloten op riolering of IBA of gelijkwaardig ii. Verbeterd Basis Rioleringsplan iii Gebruik gevalideerd rekenmodel voor riolering iii. Klachten en meldingen GGD na gebeurtenissen Zolang kennis over volksgezondheidsrisico s beperkt is en daarmee niet inzichtelijk is nader onderzoek nodig 1. Alleen onderzoek naar aanleiding van klachten 2. Meting m.b.v. H2S-meters Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 57

143 Functionele Eisen Maatstaven Meetmethoden Doel 2: Voorkomen van wateroverlast Riolering: Geen onaanvaardbare economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast a. De maatstaf is gebaseerd op 2 uitgangspunten: i Water-op-straat/hinder toetsing of ontwerp van systeem voldoet aan het ontwerpcriterium: 1 keer per 2 jaar water op straat (bui08 uit LR) ii Wateroverlast en schade water-op-straat mag niet leiden tot water in woningen of panden behalve bij zeer extreme neerslaggebeurtenissen (herhalingstijd groter dan 100 jaar) b. Vervuiling Wortelingroei, obstakels en slibophoping in het riool beïnvloeden het hydraulisch functioneren niet waarneembaar i. Controle met behulp van gevalideerd rekenmodel, waarin fysieke kenmerken van stelsel (berging, overstorten, pompcapaciteit en structuur) en afvoerend oppervlak (hoeveelheid, type en hoogteligging) zijn gecontroleerd In dit model is ook het stedelijk oppervlaktewater opgenomen voor zover het van invloed is op het functioneren van de riolering ii. Voor de toetsing van wateroverlast en schade dient het model te zijn aangevuld met de hoogtematen uit de Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN) 2.0. ii. Controle of water-op-straat en wateroverlast uit het model worden bevestigd door het klachten- en meldingensysteem Klachten en meldingen c. Voldoende hoge bouwpeilen bij nieuwbouw i. Waterparagraaf in bestemmingsplan ii. AHN2.0 voor toetsing of maaiveldinrichting klimaatbestendig is Grondwater: Geen onaanvaardbare economische schade of maatschappelijke hinder door grondwateroverlast Ontwateringsdiepte die behoort bij de aan het perceel gegeven bestemming 1. Kies gebied specifieke norm voor over- en onderlast afhankelijk van de aan de grond gegeven bestemming 2. Toets op klachten (bij > 5 oorzaak onderzoeken) 3. Toets op metingen waterstand - duur frequentie relaties 4. Toetsen aan criterium structurele grondwateroverlast volgens watertakenplan 58 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

144 Functionele Eisen Maatstaven Meetmethoden Doel 3: Voorkomen van hinder Instabiliteit: Constructie voldoende stevig om functie bovenliggend maaiveld te garanderen Bereikbaarheid: Minimale overlast door werkzaamheden Verstopping: Minimale verstopping huisaansluitingen door vervuiling van het hoofdriool Riolering: Voorkomen verslechtering functioneren riolering door (verkeerde) inrichting van de Openbare ruimte Inzicht in stabiliteitsmaatstaven van de riolering Aantal klachten < 5% aantal betrokken aansluitingen Aantal klachten < 1% aantal eenheden Geen constructies (bomen, ondergrondse afvalinzameling, enz) nabij riolering Anders inrichten van het maaiveld mag niet tot verslechtering functioneren riolering en systemen leiden 1. Planmatige inspecties 2. Registratie klachten en meldingen 1. Registratie klachten en meldingen 2. Informatie buitendienst 1. Registratie klachten en meldingen 2. Nader onderzoek oorzaak verstopping Constructies (bomen, ondergrondse afvalinzameling, enz) worden niet binnen normafstand geplaatst, tenzij andere voorzieningen worden getroffen 1. Analyse water-overlast m.b.v. rekenmodel 2. Uitvoeren maaiveldanalyse tijdens extreme neerslag 3. Uitvoering klachtenanalyse na extreme neerslag Doel 4: Voorkomen van milieuschade Watersysteem: Emissies uit riolering hebben geen nadelig effect op gezond watersysteem, maatgevend waterkwaliteitscriterium volgt watersysteemanalyse (O2 dip, eutrofiering, slibophoping) Watersysteem: Lozingen afvalwater in het buitengebied hebben geen nadelig effect op waterkwaliteit Eisen volgend uit het waterkwaliteitsspoor (Rijn Oost) Eisen volgend uit het waterkwaliteitsspoor Toepassing verbeterde septic tank 1. Praktijktoets 2. Voer een watersysteemanalyse uit 3. Gemeente en waterschap formuleren samen ambities voor watergangen 4. Bepaal knelpunten a.d.h.v. Waterkwaliteitsbeleid Rijn Oost 1 5. Onderzoek mate en oorzaak knelpunt 6. Bepaal maatregel Bepaal knelpunten a.d.h.v. Waterkwaliteitsbeleid Rijn Oost 1 Bij het doorlopen van de stappen uit Waterkwaliteitsspoor Rijn Oost - Vijf sporen naar een spoorboek stellen gemeente en waterschap gezamenlijk ambities vast m.b.t. het oppervlakte water, vervolgens wordt bepaald waar zich de (mogelijke) knelpunt bevinden. Hiervoor kunnen bestaande studies (Waterplannen, BRP ect.) en kennis uit de organisatie. Per knelpunt wordt onderzocht wat de oorzaak (hoeft niet altijd riolering te zijn) is en de mogelijk te nemen maatregel is. Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 59

145 Functionele Eisen Maatstaven Meetmethoden Transporteren afvalwater: Voldoende afnamecapaciteit theoretisch Transporteren afvalwater: Voldoende afnamecapaciteit in praktijk Capaciteit is DWA + poc Werkpunt pomp is % van theoretische capaciteit Beperkt aantal storingen gemalen; storingen zijn binnen 24 uur (provisorisch) opgelost, afhankelijk van functie en uitvoering gemaal Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR) Gemalen met debietmeter: gemeten verpompt debiet gedeeld door het verpompt debiet dat geleverd had moeten worden afhankelijk van instellingen gemaal Gemalen zonder debietmeter: volumetest 1. Telemetriesysteem 2. Klachten / telemetriesysteem Transporteren afvalwater: Voorkomen dat afvalwater vermengd wordt met rioolvreemd water (= (afval) water dat op de riolering wordt geloosd terwijl daarvoor een andere voorziening / oplossing beschikbaar is) Bodemlozingen: Inzamelen en transporteren vrijkomend afvalwater emissies naar bodem of grondwater hebben geen nadelig effect Bodemlozingen: Lozingen afvalwater in het buitengebied hebben geen nadelig effect op de bodem Werkelijke DWA afvoer < 130% theoretische afvoer 1. Exfiltratie van DWA uit riolering mag geen (ecologische) schade veroorzaken 2. Bij afkoppelen hemelwater mag geen bodemverontreiniging ontstaan 3. Er mogen geen lekkages voorkomen bij persleidingen Eisen volgend uit Bodembeschermingsbeleid Debiet gemalen meten, theoretisch debiet bepalen analyses uitvoeren Meldingen Bodemonderzoek Doel 5: Klantvriendelijke en kosteneffectieve organisatie. Klantvriendelijke benadering Correcte, snelle en accurate afhandeling van klachten, meldingen en vragen Afhandeling conform afspraken gemeentelijke klachtenregeling Registratie klachten en meldingen 60 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

146 Functionele Eisen Maatstaven Meetmethoden Transparante bedrijfsvoering Tijdige en volledige communicatie Rioleringsbeheer wordt qua werkzaamheden en kosten zo veel mogelijk gescheiden van andere infrastructuur gehouden Kosten zijn te herleiden Inzicht in prognose rioolheffing en lasten Aantal klachten over communicatie riolering en water < 1% 1. Administratie 2. Managementrapportage 3. Evaluatie watertakenplan 1. Kostendekkingsplan 2. Administratie 3. Managementrapportage Registratie klachten en meldingen Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 61

147 Bijlage 4 Kostendekkingsplan Planperiode Jaar Inkomsten Aantal aansluitingen op riolering Tarief rioolheffing 214,80 226,80 231,80 236,80 240,80 244,80 Inkomsten Niet-woningen (aantal 1336) Totaal (A) Jaar Uitgaven Oude kapitaallasten Oude kapitaallasten Investeringen Oude investeringen gerealiseerd in Verwachte vrijval door niet uitvoeren investeringen Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

148 Planperiode Jaar Nieuwe kapitaallasten (investeringen excl. BTW) Kapitaallast over investering Kapitaallast voorgaande jaren Subtotaal Nieuwe kapitaallasten (BTW investeringen) 100% van annuïteit investering Kapitaallast voorgaande jaren Subtotaal Totaal kapitaallasten Exploitatie Volgens Exploitatie gemeente Onderzoek en Beleid Subtotaal exploitatie BTW exploitatie BTW Oude kapitaallasten Voorziening riolering Subtotaal Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 63

149 Bijlage 5 Kostenoverzicht Onderzoek en beleid Grondwateronderzoek Afkoppelkansen-/regenstructuurkaart Onderzoek foutieve aansluitingen Activiteiten watertakenplan Wortelfrezen Watertakenplan Totaal onderzoek en beleid Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

150 Investeringen Vervanging/relinen riolering Vervanging vv gemalen/pompen etc. bouwkundig Vervanging gemalen el.m/pompen/ schakelkasten etc. Vervangen aansluitingen gresleidingen (huisaansluitingen) Aanpak foutieve aansluitingen Aanpassen gemaal buitengebied Leuwte Vervangen IBA s Afkoppelen verhard oppervlak Ad hoc-/vervangingsmaatregelen Basisrioleringplannen Totaal Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 65

151 Bijlage 6 Vergelijking rioolheffing gemeenten De rioolheffingen van de zes gemeenten verschillen. Dit heeft verschillende oorzaken. In deze paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt waar mogelijke verschillen liggen. Onderstaande grafiek geeft de rioolheffing van 2013, 2014 en 2015 per Fluvi usgemeente weer. Diverse aspecten zorgen voor verschillen in hoogte en in de opbouw van de rioolheffing. Zoals de toerekening van kosten. Toerekening van bijvoorbeeld BTW, veegkosten, kolkenzuigen, baggeren, vervangen van beschoeiing verschilt per gemeente. Ook hoeveel kosten van de bovenliggende verharding worden toegerekend aan de rioolheffing: maximaal of minimaal? Per gemeente kan dit verschillen. Hoeveel meter riool is er per heffingseenheid. Als de gemeente heel groot is, maar weinig inwoners heeft, is het een logisch gevolg dat de kosten per inwoner hoger liggen. De eerste grafiek op de volgende bladzijde geeft een overzicht voor de zes gemeenten. Een ander aspect dat van invloed is op het verloop van de rioolheffing is of er sprake is van groei of krimp. Dit is met name van invloed op het toekomstperspectief. Het areaal zal niet mee krimpen en de aanleg van nieuw riool (zijn de uitbreidingen) wordt veelal betaald uit de grondexploitatie - dus dat geeft op korte termijn geen (substantiële) extra lasten maar wel extra heffingsinkomsten. Rioolheffing per gemeente over 2013, 2014 en Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

152 Ook de lopende kapitaallasten en geplande investeringen voor de toekomst zijn van grote invloed op de totale lasten en daarmee op de hoogte van de rioolheffing. Hoeveel is er al geïnvesteerd de afgelopen jaren en wanneer vallen er kapitaallasten vrij? Noodzakelijke maatregelen die al zijn uitgevoerd hebben nu een fors aandeel in de rioolheffing, dat geldt ook voor rioolvervangingsprojecten die zijn uitgevoerd. De tweede grafiek geeft een overzicht van de lopende kapitaallasten (jaar 2015) teruggerekend naar één heffingseenheid. In deze grafiek valt op, dat gemeente Westerveld geen kapitaallasten heeft door het toepassen van het ideaalcomplex (investeringen worden direct gedekt uit de inkomsten van de rioolheffing in hetzelfde jaar). Kosten per inwoner per gemeente Bedragen in Kapitaallasten per heffingseenheid Bedragen in Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 67

153 Bijlage 7 Overzicht Basisrioleringsplannen Voor detailinformatie over de uitleg van de riolering in de gemeente De Wolden wordt verwezen naar de Basisrioleringsplannen. Het watertakenplan is gebaseerd op de inhoud van deze plannen. Zij vormen de broninformatie en bevatten alle gegevens over de verschillende deelgebieden, inclusief gegevens over overstorten, uitlaten, randvoorzieningen, gemalen en tekeningen van de stelsels. Basisrioleringsplan Datum Alteveer 1996 Ansen - Berghuizen 1999 Drogteropslagen 2006 Echten 2002 Eursinge 1995 Fort - Kerkenveld 2006 Koekange 1996 Koekangerveld Linde Oosteinde 1999 Ruinen 2007 Ruinerwold 1999 Veeningen 2006 Weerwille 1999 Overzicht vigerende Basisrioleringsplannen De Wolden 68 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

154 Bijlage 8 Reacties instanties Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 69

155 Bijlage 9 Besluiten gemeenteraden en dagelijks bestuur 70 Specificatie De Wolden Concept versie november 2015

156 Colofon De werkgroep Fluvius bestond uit: Gemeente De Wolden Harry Dolfing Gemeente Hoogeveen Maaike Hamstra Gemeente Meppel Arie van Pelt Gemeente Midden-Drenthe Wiebe Oosterhof Gemeente Steenwijkerland Frans de Graaf Gemeente Westerveld Johan Burgman Waterschap Reest en Wieden Hans Geerse, Henk H. Post, Luitzen Jager en Jaap Woudstra Productie watertakenplan: Teksten: Jeroen Niezen (Asopos Consult) Jan Hartemink (Hartemink RWA) Kostendekkingsplannen: Diane Krijt-Schepers (Ingenieursbureau DKS) Verbeelding en lay-out: Mieke Bos (ROmiek) Concept versie november 2015 Specificatie De Wolden 71

157 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 6 Besluitnummer : 1953 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bestuurlijk integriteitsbeleid. Samenvatting: Het bestuurlijke integriteitsbeleid is tegen het licht gehouden. Hierbij zijn de volgende punten betrokken: de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie De Wolden uit het rapport Waarborgen bestuurlijke integriteit, de brief van de minister van BZK van 17 februari 2014 en de ledenbrief van de VNG van 9 maart Tijdens de interne raadsbijeenkomst van 16 april 2015 is met raad en college gesproken over bestuurlijke integriteit. In het algemene deel is ingegaan op uit te voeren acties t.b.v. het actualiseren van het integriteitsbeleid en de keuzemomenten die daarvoor nodig zijn. Tijdens de workshops Omgaan met informatie en Relaties en vergoedingen is vervolgens dieper ingegaan op concrete vraagstukken. Met de vaststelling van de gedragscode voor raadsleden en de gedragscode voor burgemeester en wethouders wordt het beleid geactualiseerd. De gedragscodes bevatten afspraken die ervoor moeten zorgen dat de aandacht voor het onderwerp integriteit wordt geborgd. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Vast te stellen de Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden; 2. Vast te stellen de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders De Wolden; 3. Uiterlijk in september 2017 het proces voor benoeming politieke ambtsdragers in te richten (alleen digitaal). Inleiding en aanleiding: Inleiding: In 2014 heeft de Rekenkamercommissie De Wolden het onderzoek: Waarborgen bestuurlijke integriteit uitgevoerd. Aanleiding hiervoor was de landelijke aandacht voor de integriteit van bestuurders in de vorm van een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet, waarin een bepaling is opgenomen die luidt: De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente. Vooruitlopend op deze wetswijziging, die nu bij de Eerste Kamer in behandeling is, heeft de minister van BZK op 17 februari 2014 een brief geschreven waarin hij wijst op het belang van integriteit en verwijst naar de Handreiking integriteit politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen van 25 september De Rekenkamercommissie heeft in januari 2015 het onderzoeksrapport uitgebracht. Als reactie op het rapport hebben het college en uw raad aangegeven samen invulling te gaan geven aan het vervolgtraject. Voor de invulling van het vervolgtraject is een Pagina 1 van 4

158 raadsavond georganiseerd op 16 april In de tussentijd ontving de gemeente op 9 maart 2015 een ledenbrief van de VNG waarin de VNG nieuwe modellen presenteert voor gedragscodes integriteit voor politieke ambtsdragers: één voor de bestuurders en één voor de volksvertegenwoordigers. Deze modellen zijn meegenomen bij de voorbereiding van de raadsavond van 16 april jl. Aanleiding: Op 11 december 2014 heeft het college naar aanleiding van het Rekenkamercommissierapport Waarborgen bestuurlijke integriteit besloten om in een gezamenlijk traject met de raad de aanbevelingen van de commissie te bespreken om op basis daarvan te komen tot een eventuele herijking, aanpassing of uitbreiding van de ter zake doende regelingen. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: De Rekenkamercommissie is tot de conclusie gekomen dat het bestuurlijke integriteitsbeleid in grote lijnen is ingevoerd, maar met een beperkte taaktoedeling. Voor de burgemeester is een globale taakopdracht geformuleerd. Dit is ook het geval voor de gemeentesecretaris. Aan de griffier zijn geen taken toebedeeld. Daarnaast wordt bij invoering een aantal zaken gemist. Beoogd effect: Actueel integriteitsbeleid; Bewustzijn van integriteitsrisico s bevorderen; Borgen van aandacht voor integriteit. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De raad stelt op grond van artikel 15 lid 3 Gemeentewet een gedragscode vast voor zijn leden. De raad stelt op grond van artikel 41c lid 2 Gemeentewet een gedragscode op voor de wethouders en op grond van artikel 69 lid 2 Gemeentewet voor de burgemeester. Argumenten ontwerpbesluit: Op basis van de modellen van de VNG zijn 2 gedragscodes opgesteld. Naar aanleiding van de raadavond van 16 april 2015 zijn de modellen op een aantal onderdelen geconcretiseerd. In artikel is een bepaling over het melden van financiële belangen toegevoegd. De VNG heeft een bepaling hierover niet opgenomen in het model, met als reden dat er op dit moment nog geen wettelijke verplichting is. Dat neemt echter niet weg dat de minister in de Handreiking adviseert om een dergelijke bepaling op te nemen. In paragraaf 6 van het model is bepaald dat de raad op voorstel van de burgemeester afspraken maakt over een aantal onderwerpen. In het onderhavige conceptvoorstel voor een gedragscode zijn deze onderwerpen al verder uitgewerkt. Het betreft hier afspraken over periodieke bespreking van integriteit en daarmee borging van het bestuurlijke integriteitsbeleid, de aanwijzing van contactpersonen en een evaluatiebepaling. Voor een overzicht van de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie en de verwerking daarvan in de beide gedragscodes wordt verwezen naar de bijlage: Overzicht regels en procedures op grond van de wet of de handreiking van het ministerie van BZK. Tijdens de raadsbijeenkomst van 16 april 2015 zijn twee thema s verder uitgediept in de workshops: a. Omgaan met informatie b. Relaties & vergoedingen Pagina 2 van 4

159 De algemene conclusies van de raadsbijeenkomst van 16 april zijn: Wees open en transparant; Maak zaken bespreekbaar; Mocht er een lastige situatie zijn, bespreek dat dan; Voorkom belangenverstrengeling of de schijn ervan. Toelichting beslispunt 3: In de brief van 17 februari 2014 heeft de minister van BZK erop gewezen dat integriteitsaspecten moeten worden meegenomen bij de benoeming van politieke ambtsdragers. Hierbij valt onder meer te denken aan het al dan niet instellen van een integriteitsscan voor aantredende bestuurders. De raad moet de benoeming van politieke ambtsdragers doen aan de hand van heldere en objectieve criteria. Daarnaast is volgens de minister het vragen van een verklaring omtrent het gedrag wenselijk. De raad wordt voorgesteld om deze keuzes uiterlijk september 2017 te maken, zodat het proces tot benoeming van nieuwe ambtsdragers tijdig voor de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen is ingericht. Kanttekening: Het voorstel tot wijziging van de Gemeentewet is nog in behandeling bij de Eerste Kamer. Dit voorstel bevat een toevoeging aan de Gemeentewet van een artikel over de rol van de burgemeester als degene die de bestuurlijke integriteit van de gemeente bevordert. Bij de behandeling van het voorstel in de Eerste Kamer heeft de regering onlangs nogmaals benadrukt dat zij ten aanzien van de zorgplicht van de burgemeester voor de bestuurlijke integriteit van de gemeente geen materiële wijziging beoogt. In de huidige praktijk vervult de burgemeester reeds deze rol van hoeder van de bestuurlijke integriteit, als onderdeel van zijn algemene taak om een goede behartiging van de gemeentelijke aangelegenheden te bevorderen (artikel 170, derde lid, Gemeentewet). Er is derhalve geen reden om de behandeling van dit voorstel af te wachten. Alternatief beleid: Het alternatieve beleid is de huidige gedragscode voor bestuurders en ambtenaren te blijven hanteren. Deze gedragscode is echter niet meer actueel en kent beperkingen. De raad kan de gedragscode integriteit voor gemeenteraad en B&W integreren. Dit komt de leesbaarheid niet ten goede. Financiële effecten: N.v.t. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De bestuurders kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben. Pagina 3 van 4

160 Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het betreffen hier interne regelingen. De gedragscodes worden gepubliceerd op de website van de gemeente De Wolden. Fatale termijnen: N.v.t. Aanpak en uitvoering: Na besluitvorming de beide gedragscodes publiceren op de gemeentelijke website. De raadsgriffier en gemeentesecretaris richten processen in voor registratie van openbaarmaking nevenfuncties en financiële belangen. Bijlagen: - Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden; - Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders De Wolden; - Overzicht regels en procedures op grond van de wet of de handreiking van het ministerie van BZK. Zuidwolde, 12 november 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

161 Ontwerp Nr. XV / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2015; Besluit: 1. Vast te stellen de Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden; 2. Vast te stellen de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders De Wolden; 3. Uiterlijk in september 2017 het proces voor benoeming politieke ambtsdragers in te richten. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

162 Gedragscode Integriteit raadsleden De Wolden 26 november van 14

163 Gedragscode Integriteit raadsleden De Wolden De raad van de gemeente De Wolden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden Inleiding Deze inleiding maakt integraal onderdeel uit van deze gedragscode. Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle om- gang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang. De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden als voor de burgemeester en wethouders een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun 2 van 14

164 verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de volksvertegenwoordigers: raadsleden. Veel bepalingen zijn voor de volksvertegenwoordigers en de dagelijkse bestuurders gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen. Het handelen van het dagelijks bestuur en van de bestuurders staat ten dienste van de gemeente. De ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de volks vertegenwoordigende organen. Aan het dagelijks bestuur en de bestuurders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld en optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken. Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De volksvertegenwoordigers kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben. Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om doing the right thing, even when no one is watching. Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden na- gestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur 1 benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. Openheid en integriteit : Het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het 3 van 14

165 daaronder verstaat. De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambts- dragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Al deze kernwaarden klinken in verschillende mate door in de hierna volgende gedragscode. 1 De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur (23 juni 2009) bevat basale beginselen van goed openbaar bestuur en is een informeel instrument dat een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van besturen van gemeenten, water- schappen, provincies en het Rijk om gewetensvol invulling te geven aan hun taken en verantwoordelijkheden in het openbaar bestuur. De Code bevat geen juridisch afdwingbare normen. 4 van 14

166 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Wettelijke grondslag De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor hun leden (artikel 15, derde lid, Gemeentewet). Artikel 1.1 Deze gedragscode geldt voor de raadsleden, maar richt zich ook tot de gemeenteraad als bestuursorgaan. Artikel 1.2 Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar. Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling Wettelijk kader Afleggen eed of belofte (artikel 14 Gemeentewet) Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aanne- men. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen. Persoonlijke belangen Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welk bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet). Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk 5 van 14

167 belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht). Incompatibiliteiten en nevenfuncties Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aan gaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet). Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet). Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet. Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet). Openbaarmaking nevenfuncties: volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis (artikel 12 Gemeentewet). Artikel Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier. 2. De informatie betreft in ieder geval: a de omschrijving van de (neven)functie; b de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht; c of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap; en d of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is. 3. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. 6 van 14

168 Artikel Het raadslid doet bij de griffier opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente De Wolden zakelijke betrekkingen onderhoudt. 2. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Toelichting Artikel 2.1 Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. Artikel 2.2 Het begrip financieel belang moet ruim worden opgevat. Een deelneming in een bedrijf of onderneming valt er uiteraard onder, maar ook het bezit van effecten, onroerend goed of een vorderingsrecht. Naast actueel grondbezit geldt dit ook voor voorgenomen vastgoedtransacties. Paragraaf 3 Informatie Wettelijk kader Informatieplicht Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet). Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie. 7 van 14

169 Geheimhouding Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht). Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet). Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht). Vertrouwelijkheid Vertrouwelijke stukken zijn juridisch niet hetzelfde als geheime stukken. Het is belangrijk dat dit verschil altijd duidelijk zichtbaar is. Alleen voor geheime stukken zijn er immers wettelijk regels. Iedereen die kennis neemt van stukken waarop geheimhouding is gelegd, dient deze te waarborgen. Wordt de geheimhoudingsverplichting niet nageleefd, dan wordt een strafbaar feit gepleegd. Als vertrouwelijke stukken worden gelekt wordt er in beginsel geen strafbaar feit gepleegd. Natuurlijk heeft dit wel enkele consequenties, zo wordt het vertrouwen in een gemeente of bijvoorbeeld ambtenaar aangetast. Uit jurisprudentie blijkt dat omstandigheden van het geval ervoor kunnen zorgen dat schenden van de vertrouwelijkheid ook een schending van geheimhouding oplevert. 8 van 14

170 Artikel 3.1 Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard. Artikel 3.2 Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie. Artikel 3.3 In het presidium worden spelregels opgesteld over de omgang met vertrouwelijke informatie. Toelichting Artikel 3.1 Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie. 9 van 14

171 Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen Wettelijk kader Afleggen eed of belofte De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Artikel Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. 2. Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste 50 vertegenwoordigen behouden. 3. Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente. 4. De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. 5. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen. Indien geschenken op het huisadres worden bezorgd, worden deze geretourneerd naar de afzender of in handen gesteld van de griffier als zijnde eigendom van de gemeente. Artikel Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen. 2. De informatie is openbaar en via internet beschikbaar. Artikel Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren. 2. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder buitenlandse reis niet verstaan een reis naar een Europese instelling of een reis naar een gemeente waarmee De Wolden een stedenband heeft. 10 van 14

172 Toelichting Artikel 4.1 In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake, dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven. Artikelen 4.2 en 4.3 Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder. Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente Wettelijk kader Procedure van declaratie: Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten. Buitenlandse excursie of reis voor raadsleden: De gemeenteraad kan een raadscommissie (of een delegatie daaruit) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/ reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden. 11 van 14

173 Artikel Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functi- onele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente. 2. Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures. Artikel 5.2 Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. Artikel 5.3 Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeenten ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn. Toelichting Artikel 5.1 Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen: a in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld; b indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald; c het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt; d voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet. Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden. Artikel 5.3 Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon. 12 van 14

174 Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode Artikel 6.1 De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. In geval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin. Artikel De burgemeester legt jaarlijks aan de raad verantwoording af over het gevoerde integriteitsbeleid. 2. De burgemeester en de griffier zijn contactpersonen voor de bestuurlijke integriteit. De burgemeester en de griffier zijn benaderbaar voor integriteitsvragen en voor meldingen van vermeende integriteitschendingen. 3. Het onderwerp integriteit wordt jaarlijks in het presidium geagendeerd. 4. Het bestuurlijke integriteitsbeleid wordt eens in de vier jaar geëvalueerd. De eerstvolgende evaluatie is in Artikel Deze Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden treedt in werking op de dag van vaststelling. De huidige gedragscode integriteit komt op dat moment te vervallen. 2. Opgaven en meldingen die zijn gedaan op grond van de huidige gedragscode worden geacht tevens krachtens deze Gedragscode integriteit raadsleden De Wolden te zijn gedaan. Toelichting Artikel 6.1 De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes. Artikel 6.2 De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille integriteit duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten. 13 van 14

175 ) kan in relatie tot de gemeenteraad eveneens een Belangrijk Artikel onderdeel 6.2 is ook de preventie: ervoor zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het bestuur. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier) kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. Artikel 6.2 In dit artikel wordt de inwerkingtreding geregeld. Tevens is overgangsrecht geformuleerd zodat bestaande registraties van bijvoorbeeld nevenwerkzaamheden geldig blijven. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot 14 van 14

176 Gedragscode Integriteit Burgemeester en wethouders Gemeente De Wolden 1 van november 2015

177 Gedragscode Integriteit Burgemeester en de wethouders De raad van de gemeente De Wolden, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; Gelet op de artikelen 41c, tweede lid, en 69, tweede lid, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Gedragscode integriteit burgemeester en de wethouders gemeente De Wolden Inleiding Deze inleiding maakt integraal onderdeel uit van deze gedragscode. Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en func- tionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang. De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden als voor de burgemeester en wethouders een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de dagelijkse bestuurders: de burgemeester en de wethouders. Veel bepalingen zijn voor dagelijkse bestuurders en volksvertegenwoordigers gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen. Het handelen van het dagelijks bestuur en van de bestuurders staat ten dienste van de gemeente. De ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de volksvertegenwoordigende organen. Aan het dagelijks bestuur en de bestuurders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld om optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken. Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet

178 naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De bestuurders kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben. Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om doing the right thing, even when no one is watching. Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur 1 benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. Openheid en integriteit : het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat. De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Al deze kernwaarden klinken in verschillende mate door in deze gedragscode. 1 De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur (23 juni 2009) bevat basale beginselen van goed openbaar bestuur en is een informeel instrument dat een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van besturen van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om gewetensvol invulling te geven aan hun taken en verantwoordelijkheden in het openbaar bestuur. De Code bevat geen juridisch afdwingbare normen. 3 van 15

179 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Wettelijke grondslag De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de wethouders en de burgemeester (artikelen 41c, tweede lid, en 69, tweede lid, Gemeentewet). Artikel 1.1 Deze gedragscode geldt voor de wethouders en de burgemeester, maar richt zich ook tot de bestuursorganen: het college van B&W en de burgemeester. Artikel 1.2 De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar. Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling Wettelijk kader Afleggen eed of belofte artikelen 41a en 65 Gemeentewet) Alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen legt de bestuurder de volgende eed (verklaring en belofte) af: Ik zweer (verklaar) dat ik om tot het ambt benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten uit het ambt naar eer en geweten zal vervullen. Persoonlijke belangen Een bestuurder neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 58 jº artikel 28 Gemeentewet). Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

180 Incompatibiliteiten en nevenfuncties Verboden overeenkomsten/handelingen: bestuurders mogen in geschillen, waar de gemeente partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend. (artikelen 41c, eerste lid, en 69, eerste lid, jº artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet). Onverenigbaarheid van functies: het zijn van een bestuurder sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikelen 36b en 68 Gemeentewet). Op overtreding van de incompatibiliteitenregeling staat uiteindelijk de sanctie van ontslag (artikelen 46, tweede lid, en 47 Gemeentewet). Vervulling nevenfuncties: voor bestuurders is bepaald dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Bestuurders melden het voornemen tot aanvaarding van de nevenfunctie aan de volksvertegenwoordiging. Voor de burgemeester geldt deze meldverplichting niet voor ambtshalve nevenfuncties (artikelen 41b en 67 Gemeentewet). Openbaarmaking nevenfuncties: bestuurders maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. Voor burgemeesters zijn ambtshalve nevenfuncties daarvan uitgezonderd. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis (artikelen 41b en 67 Gemeentewet). Openbaarmaking inkomsten nevenfuncties: fulltime bestuurders maken hun inkomsten uit nevenfuncties openbaar; de opgave van neveninkomsten wordt ter inzage gelegd op het gemeentehuis, uiterlijk 1 april na het jaar waarin de inkomsten zijn genoten (artikelen 41b en 67 Gemeentewet). Verrekening inkomsten nevenfuncties: bestuurders mogen geen vergoedingen ontvangen voor ambtshalve nevenfuncties; die worden in de gemeentekas gestort. Voor fulltime bestuurders is geregeld dat de inkomsten uit andere nevenfuncties voor een deel worden verrekend, volgens dezelfde verrekeningssystematiek als voor leden van de Tweede Kamer (artikelen 44 en 66 Gemeentewet). De wijze waarop gegevens door bestuurders worden verstrekt en de gevolgen van het niet verstrekken is uitgewerkt in het Rechtspositiebesluit burgemeesters en het Rechtspositiebesluit wethouders. Artikel De burgemeester levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden, bij aanvang van het ambt. Als gaande het lidmaatschap een nieuwe nevenfunctie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot een bestaande nevenfunctie wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de gemeentesecretaris. 2. De informatie betreft in ieder geval: a de omschrijving van de nevenfunctie; b de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht; c of het al dan niet een nevenfunctie betreft uit hoofde van het ambt; d of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is; en e indien bezoldigd wat de inkomsten daaruit zijn. 3. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Artikel De wethouder levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het ambt. Als gaande de uitoefening van het ambt een nieuwe nevenfunctie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, wordt de informative die hierop betrekking heeft binnen een week aangeleverd bij de gemeentesecretaris. 5 van 15

181 2. De informatie betreft in ieder geval: a de omschrijving van de nevenfunctie; b de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht; c of het al dan niet een nevenfunctie betreft uit hoofde van het ambt; d of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is; en e indien bezoldigd voor zover deze openbaar gemaakt moeten worden - wat de inkomsten daaruit zijn. 3. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Artikel De burgemeester respectievelijk de wethouder doet bij de gemeentesecretaris opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente De Wolden zakelijke betrekkingen onderhoudt. 2. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Artikel De burgemeester en de wethouder handelen in de uitoefening van hun ambt niet zodanig dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden. 2. De wethouder bespreekt het voornemen tot tussentijdse aanvaarding van een functie na aftreden, met de burgemeester. Artikel Burgemeester en wethouders sluiten de burgemeester en een wethouder gedurende een jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente. 2. De uitsluiting geldt niet bij aanvaarding van een dienstbetrekking bij de gemeente waar hij burgemeester onderscheidenlijk wethouder was. Voor werving, selectie en indiensttreding bij de gemeente zijn de voor het ambtelijk personeel geldende regels ter zake van overeenkomstige toepassing. Artikel Burgemeester en wethouders dragen de burgemeester en een wethouder niet eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid van een verbonden partij. 2. Onder verbonden partij wordt verstaan hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Toelichting Artikelen en Zoals uit het opgenomen wettelijk kader blijkt, zijn er enkele verschillen in de wetgeving t.a.v. de openbaarmaking van (inkomsten uit) nevenfuncties tussen de burgemeester enerzijds en wethouders anderzijds. De nadere invulling daarvan in en is in lijn hiermee dan ook niet exact gelijk. Artikel Het begrip financieel belang moet ruim worden opgevat. Een deelneming in een bedrijf of onderneming valt er uiteraard onder, maar ook het bezit van effecten, onroerend goed of een vorderingsrecht. Naast actueel grondbezit geldt dit ook voor voorgenomen vastgoedtransacties. Artikelen 2.3 en 2.4 In deze bepalingen is de zogenaamde draaideurconstructie geregeld. In 2.3 gedurende 1 jaar na aftreden de uitsluiting van betaalde werkzaamheden ten behoeve van de gemeente en in 2.4 de uitsluiting van benoeming als commissaris of bestuurslid van een verbonden partij, ofwel, kort samengevat, van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen vermeden. Het begrip verbonden partij is ontleend aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Daarin staat dat een verbonden partij een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie is waarin de provincie of gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een financieel belang wordt gedefinieerd als een aan de betrokken organisatie ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien die organisatie failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de organisatie haar verplichtingen niet nakomt.

182 En onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Aanvaarding van een dienstbetrekking bij de voormalige gemeente is niet uitgesloten. Dat kan van belang zijn in het kader van de re-integratie van de voormalige bestuurder en ter voorkoming van uitkeringslasten voor de gemeente. Uiteraard dienen daarbij de regels van werving en selectie en aanstelling te gelden die er voor iedereen zijn die bij de gemeente gaat solliciteren. De draaideurconstructie geldt natuurlijk niet bij aanvaarding van het raadslidmaatschap. Het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid, (vooruitlopen op een nieuwe functie na aftreden) geldt uiteraard evenzeer voor een functie bij de voormalige gemeente. Paragraaf 3 Informatie Wettelijk kader Informatieplicht Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikelen 169 en 180 Gemeentewet). Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie. Geheimhouding Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht). Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet). Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht). Iedereen die kennis neemt Vertrouwelijkheid Vertrouwelijke stukken zijn juridisch niet hetzelfde als geheime stukken. Het is belangrijk dat dit verschil altijd duidelijk zichtbaar is. Alleen voor geheime stukken zijn er immers wettelijk regels. Iedereen die kennis neemt van stukken waarop geheimhouding is gelegd, dient deze te waarborgen. Wordt de geheimhoudingsverplichting niet nageleefd, dan wordt een strafbaar feit gepleegd. Als vertrouwelijke stukken worden gelekt wordt er in beginsel geen strafbaar feit gepleegd. Natuurlijk heeft dit wel enkele consequenties, zo wordt het vertrouwen in een gemeente of bijvoorbeeld ambtenaar aangetast. Uit jurisprudentie blijkt dat omstandigheden van het geval ervoor kunnen zorgen dat schenden van de vertrouwelijkheid ook een schending van geheimhouding oplevert. 7 van 15

183 Artikel 3.1 De burgemeester respectievelijk de wethouder zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard. Artikel 3.2 De burgemeester respectievelijk de wethouder maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie. Toelichting Artikel 3.1 Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

184 Paragraaf 4 Omgang met geschenken & uitnodigingen Wettelijk kader Afleggen eed of belofte De eed of belofte die op grond van de artikelen 41a en 65 van de Gemeentewet moet worden afgelegd heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder paragraaf 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Artikel De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. 2. Onverminderd het eerste lid kan de burgemeester respectievelijk de wethouder incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste 50 vertegenwoordigen behouden. 3. Geschenken die de burgemeester respectievelijk de wethouder uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente. 4. De gemeentesecretaris legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. 5. Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen. Indien geschenken op het huisadres worden bezorgd, worden deze geretourneerd naar de afzender of in handen gesteld van de gemeentesecretaris als zijnde eigendom van de gemeente. Artikel De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel. 2. Bij twijfel legt de burgemeester respectievelijk de wethouder de uitnodiging ter bespreking voor aan burgemeester en wethouders. Artikel Invitaties voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente legt de burgemeester respectievelijk de wethouder vooraf ter bespreking voor aan burgemeester en wethouders. 2. De burgemeester onderscheidenlijk de wethouder maakt de excursies en evenementen die hij heeft aanvaard openbaar binnen één week nadat de excursie, onderscheidenlijk het evenement heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen. 3. De informatie is via internet beschikbaar. 4. De informatie over buitenlandse reizen voor rekening van derden wordt binnen één week na terugkeer in Nederland opgenomen in het register, bedoeld in artikel 5.3, tweede lid. 9 van 15

185 Toelichting Artikel 4.1 In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van de bestuurder kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van 50 of minder) door de bestuurder worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven. Artikel 4.2 Dit geldt ook als het gaat om werkbezoeken. Artikel 4.3 Het gaat hier om excursies en evenementen die betrokkene als burgemeester onderscheidenlijk als wethouder aanvaardt. Excursies en evenementen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder. Bij de artikelen 4.2 en 4.3. dienen eveneens als afwegingskader de motieven van de uitnodigende partij beoordeeld te worden. Het kan en mag er niet om gaan de onafhankelijke positie van de bestuurders te beïnvloeden. Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente Wettelijk kader Geen andere inkomsten: Een bestuurder geniet geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente die bij of krachtens wet toegestaan zijn (artikelen 44 en 66 Gemeentewet). Procedure van declaratie: Er zijn voor wethouders voorschriften opgenomen in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten bij de gemeente. Buitenlandse dienstreis voor wethouders: Als de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van burgemeester en wethouders vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

186 Artikel Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente. 2. De burgemeester en de wethouder verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgestelde regels en procedures. Artikel De burgemeester respectievelijk de wethouder meldt het voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe aan burgemeester en wethouders. Hij verschaft daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan. 2. De burgemeester onderscheidenlijk de wethouder meldt daarbij tevens als hij voornemens is om de buitenlandse reis voor privédoeleinden te verlengen. De extra kosten van de verlenging komen daarbij volledig voor eigen rekening. 3. Burgemeester en wethouders betrekt alle aspecten in de besluitvorming en informeert de gemeenteraad zo spoedig mogelijk over het genomen besluit. Artikel De burgemeester respectievelijk een wethouder legt verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen. Hij maakt in ieder geval openbaar wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse dienstreis is geweest en wat daarvan de kosten waren voor de gemeente. 2. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Artikel 5.4 Voor de toepassing van de artikelen 5.2 en 5.3 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een gemeente waarmee De Wolden een stedenband heeft. Artikel 5.5 De burgemeester respectievelijk een wethouder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. Artikel 5.6 Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn. 11 van 15

187 Toelichting Artikel 5.1 Aan bestuurders worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de bestuurders mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werk- wijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen: a in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld; b indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald; c het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt; d voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet. Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de bestuurder zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke reke- ning van de bestuurder maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. De bestuurder zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem/haar gelden. Artikelen 5.2 en 5.3 Uitgangspunten zijn hier eigen verantwoordelijkheid, transparantie en bereidheid om verantwoording af te leggen. De beoordeling van de noodzaak van de buitenlandse dienstreis ligt uiteindelijk bij bur- gemeester en wethouders. Ingevolge artikel 5.4 gelden de bepalingen van de artikelen 5.2 en 5.3 niet voor de meer reguliere (buitenlandse) dienstreizen naar een Europese instelling of een dienstreis naar een gemeente waarmee De Wolden een stedenband heeft (jumelage). Voor dergelijke (buitenlandse) reizen vormen deze bepalingen wel een belangrijke richtsnoer. Buitenlandse reizen die worden gemaakt ten behoeve van de politieke partij zijn geen dienstreizen en vallen dus niet onder de artikelen 5.2 en 5.3 en komen niet ten laste van de gemeente. Artikel 5.6 Stelregel is dat privé gebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon. Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode Artikel 6.1 De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin. Artikel De burgemeester legt jaarlijks aan de raad verantwoording af over het gevoerde integriteitsbeleid. 2. De burgemeester en de gemeentesecretaris zijn contactpersonen voor de bestuurlijke integriteit. De burgemeester en de gemeentesecretaris zijn benaderbaar voor integriteitsvragen en voor meldingen van vermeende integriteitschendingen. 3. Het onderwerp integriteit wordt maandelijks in het college geagendeerd. Artikel Deze Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders De Wolden treedt in werking op de dag van vaststelling. De huidige gedragscode integriteit komt op dat moment te vervallen.

188 2. Opgaven en meldingen die zijn gedaan op grond van de huidige gedragscode worden geacht tevens krachtens deze Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders De Wolden te zijn gedaan. Toelichting Artikel 6.1 De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes. Artikel 6.2 De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille integriteit duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten. Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het bestuur. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. De gemeentesecretaris kan hier in relatie tot het college eveneens een belangrijke rol in spelen. Artikel 6.3 In dit artikel wordt de inwerkingtreding geregeld. Tevens is overgangsrecht geformuleerd zodat bestaande registraties van bijvoorbeeld nevenwerkzaamheden geldig blijven. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, Griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot 13 van 15

189 16

190 Bijlage: Overzicht regels en procedures op grond van de wet of de handreiking van het ministerie van BZK De huidige gedragscode is gelegd naast de regels en procedures die zijn voorgeschreven op basis van de wet of in de Handreiking Integriteit van politiek ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen. Een aantal aspecten wordt gemist. Hieronder is aangegeven hoe dit wordt verwerkt in de nieuwe gedragscodes. Norm: Grondslag: Verwerkt in: Melden van financiële belangen van politieke ambtsdragers Voorkomen dat politieke ambtsdragers na hun aftreden direct weer voor betaald werk worden binnengehaald Procedure voor melden, openbaar maken en verrekenen van inkomsten uit nevenfuncties en q.q. functies van politieke ambtsdragers Handreiking 2.10 Handreiking 2.11 Artikel 41b en 67 Gemeentewet Artikel 44 en 66 Gemeentewet Artikel gedragscode (omdat het geen wettelijke verplichting is staat deze overigens niet in het model van de VNG) Artikel 2.3 gedragscode burgemeester/wethouders Melden en openbaar maken: Artikel en gedragscode burgemeester/wethouders Verrekenen inkomsten: Artikel 4b Rechtspositiebesluit wethouders Artikel 14c Rechtspositiebesluit burgemeesters Openbaarmaking van door politieke ambtsdragers ontvangen geschenken, diensten, uitnodigingen voor diners, excursies en evenementen Handreiking 4.5 Artikel 4.1 en 4.3 gedragscodes Afspraken over jaarlijkse verantwoording over het gevoerde beleid Handreiking 7.3 en van 3 In het model van de VNG staat dat er een afspraak wordt gemaakt. In het voorstel wordt dit al

191 concreet ingevuld in artikel 6.2. Afspraken maken over het periodiek laten terugkeren van het onderwerp op de politieke agenda In het model van de VNG staat dat er een afspraak wordt gemaakt. In het voorstel wordt dit al concreet ingevuld in artikel 6.2. Welke keuzemomenten zijn er? Hieronder volgt een overzicht van keuzemomenten die voortvloeien uit de inventarisatie van de Rekenkamercommissie De Wolden. Keuzemoment: Overnemen: Niet overnemen: Risico-inventarisatie uitvoeren Het onderzoek van de rekenkamercommissie kan worden gezien als een risico-inventarisatie. Op dit moment geen aanleiding om nadere inventarisatie uit te voeren. Specifiekere taaktoebedeling voor burgemeester en griffier en secretaris Vertrouwenspersonen aanwijzen bij wie individuele raadsleden en wethouders terecht kunnen In de huidige gedragscodes worden taken duidelijker benoemd. In het model van de VNG staat dat er een afspraak wordt gemaakt. In het voorstel wordt dit al concreet ingevuld in artikel 6.2. Aanwijzing, openbaar maken en updaten van kwetsbare functies Deze aanbeveling had betrekking op ambtelijke functies. Dit is aan de leiding van de samenwerkingsorganisatie. 2 van 3

192 Integriteitsscan voor aantredende bestuurders Een commissie van onderzoek in te stellen voor benoembaarheid van kandidaten Politieke ambtsdragers mogelijkheid bieden om risico s op voorhand te laten beoordelen Deze keuze wordt op een later moment gemaakt. Dit is bestaand beleid. Er wordt een commissie geloofsbrieven ingesteld voor het onderzoeken van de benoembaarheid van het raadslid. Dit is bestaand beleid. Raadsleden kunnen de burgemeester of de griffier om advies vragen. Een richtlijn sociale media Tijdens interne raadsbijeenkomst gehouden op 16 april 2015 is gebleken dat hier geen behoefte aan is. 3 van 3

193 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 7 Besluitnummer : 1948 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Meerjaren beleidsplan Participatiewet 2016 tot en met Samenvatting: In het voorliggende beleidsplan worden de kaders beschreven waarbinnen de gemeente De Wolden de wettelijke opdracht tot re-integratie en participatie van werkzoekenden gaat realiseren in de jaren Fase van besluitvorming: Ter vaststelling. Ontwerpbesluit: Het meerjaren beleidsplan Participatiewet 2016 tot en met 2019 wordt vastgesteld. Inleiding en aanleiding: Inleiding: het voorliggende beleidsplan beschrijft de visie op, de kaders voor en de voorgenomen uitwerking van het re-integratiebeleid voor de komende jaren. Met dit beleidsplan wordt de lijn die is ingezet met het beleidsplan voor 2015 voortgezet. Aanleiding: Het huidige beleidsplan Participatiewet is geldig tot en met 31 december Dit plan is vorig jaar vastgesteld als overgang van de Wet werk en bijstand naar de Participatiewet. De Participatiewet schrijft voor dat de gemeenteraad de kaders voor het re-integratie- en participatiebeleid vaststelt. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Deze wet schrijft voor dat de gemeente door middel van re-integratiebeleid de bijstandsgerechtigden toeleidt naar de arbeidsmarkt. Beoogd effect: Mensen met een grote arbeidsbeperking kunnen op hun niveau zinvol werk verrichten. Mensen met een geringe of geen arbeidsbeperking vinden op een gegeven moment betaald werk en stromen daardoor geheel of gedeeltelijk uit de bijstand. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: In de Participatiewet is bepaald dat de gemeenteraad de kaders van het participatiebeleid, waarvan re-integratie en beschut werken onderdelen zijn, vaststelt. Argumenten ontwerpbesluit: geen aanvullende argumentatie. Kanttekeningen: Het voorliggende beleidsplan heeft een looptijd van 4 jaar. In de voorbije jaren is gebleken dat het werkveld van arbeidsmarkt en re-integratie zeer Pagina 1 van 2

194 dynamisch is. Daardoor kan niet worden uitgesloten dat gedurende de looptijd de plannen bijgesteld dienen te worden. Alternatief beleid: Is niet aan de orde. Financiële effecten: Het uitgangspunt is dat het re-integratiebeleid kan worden uitgevoerd met de door het rijk beschikbare middelen. In de heroverwegingsvoorstellen begroting 2016 stelt het college aan de raad voor extra beschikbaar te stellen om een extra uitstroom van 20 klanten te realiseren. Personele effecten: Door het aanstellen van extra klantmanagers bij De afdeling Dienstverlening & Activering (D&A) van de Samenwerkingsorganisatie moet een extra uitstroom van 20 klanten gerealiseerd. Juridische effecten: Het beleidsplan vormt de basis onder de wettelijke verplichting tot het uitvoeren van de Participatiewet. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Het Beleidsplan is besproken met de Adviesraad Sociaal Beleid. Daar is uitgesproken dat men de in 2015 ingezette lijn graag ziet voortgezet. De aangeleverde adviezen zijn nu in het plan verwerkt. Fatale termijnen: Dit beleidsplan volgt het beleidsplan 2015 op. De ingangsdatum is 1 januari 2016 Aanpak en uitvoering: De uitvoering van het participatiebeleid wordt opgedragen aan de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen (afdeling D&A). Bijlagen: - Beleidsplan Participatiewet Zuidwolde, 12 november 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 2 van 2

195 Ontwerp Nr. XV / 7 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2015; Besluit: Vast te stellen het Beleidsplan Participatiewet 2016 tot en met Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

196 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 PARTICIPATIEWET Beleidsplan 2016 tot en met 2019 Participatiewet

197 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Inhoudsopgave Inleiding Kaders... 2 Juridisch kader... 2 Participatiewet Ambities.4 3.Beleid... 5 Nieuwe doelgroepen... 5 Eigen Kracht Aanpak... 6 Samenwerken in de arbeidsmarktregio... 7 Wsw oud... 7 Loonkostensubsidies... 8 Beschut Werk... 8 Inzet eigen personeel... 9 Tegenprestatie Het aandeel dat dat we vanuit de eigen organisatie kunnen leveren aan de realisatie Financieel Budget Begroting Participatiebudget Vervolg en besluitvorming Verordeningen.. 13 Beleidsregels.. 14 Uitvoeringsplan 14

198 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Inleiding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe wet met vooral nieuwe regels op het gebied van re-integratie voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De gemeente De Wolden kent al een actief re-integratiebeleid in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Dit beleid willen we niet veranderen. Intussen is de WWB opgegaan in de Participatiewet. Met deze nieuwe wet, waarin ook de Wet Sociale Werkvoorziening (wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wajong) zijn opgegaan, wil de rijksoverheid bereiken dat het re-integratie-, het wsw- en het wajongbeleid naadloos op elkaar aansluiten. We willen de extra mogelijkheden die de Participatiewet biedt integreren in het huidig beleid. In 2015 is hiermee al begonnen. Afgezien van mogelijk enkele marginale aanpassingen stellen wij voor om de ingezette lijn door te trekken. De invoering van de Participatiewet heeft inhoudelijk voor onze gemeente geen grote gevolgen. Het was en is toch al onze opzet om de genoemde beleidsterreinen nauw op elkaar aan te laten sluiten. Beleidsplan re-integratie Het beleidsplan re-integratie is op 30 juni 2011 door de raad van De Wolden vastgesteld. Uitgangspunten van dit beleidsplan zijn voor een groot gedeelte nog valide. Indeling volgens de Participatieladder Meer trajectbegeleiding door de gemeente, minder inkoop extern Aangescherpte inspanningsverplichting loonkostensubsidies en premiebeleid afstemmen op de actuele arbeidsmarktomstandigheden Integraal participatiebeleid Beleidsplan re-integratie 2015 Er is voor het jaar 2015 een beleidsplan opgesteld. Dat is bedoeld als overgang naar de nieuwe situatie (participatiewet). De ervaringen in 2015 vormen een belangrijke inspiratiebron voor het meerjaren beleidsplan voor de periode van 2016 tot en met Beleidsplan Participatiewet 1

199 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met Kaders Juridisch kader Het beleidsplan is een nadere uitwerking van de visie op het sociaal domein en de kadernota. Participatiewet Tweede Kamer Februari 2014 Participatiewet Eerste Kamer Juli 2014 Visie Sociaal domein Gemeenteraad opiniërend 12 september 2013 Kadernota Sociaal domein Gemeenteraad vastgesteld 13 februari 2014 AMVB Verdeelmodel Augustus 2014 Beleidsplan Participatiewet 2016 t/m 2019 Vaststelling door college van B&W in oktober 2015 Vaststelling door de gemeenteraad in november 2015 Verordeningen Participatiewet vastgesteld op 21 mei 2015 Beleidsregels Participatiewet Bevoegdheid college van B&W besluitvorming na vaststellen verordeningen Beleidsplan Participatiewet 2

200 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Participatiewet De Participatiewet is onderdeel van het Sociaal Domein 1 waarvoor gemeenten met ingang van 2015 verantwoordelijk zijn geworden. De raad van de gemeente De Wolden heeft hiervoor op 13 februari 2014 de kadernota Het sociale domein is onze gezamenlijke zorg vastgesteld. Op 20 februari 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Participatiewet. Op 1 juli 2014 is ook de Eerste Kamer akkoord gegaan. Dichtbij & Vitaal Op 24 april 2014 heeft het college haar programma Dichtbij & Vitaal op eigen kracht aan de raad gepresenteerd. Met hierin nadrukkelijk aandacht voor het Sociaal Domein. De programma s 2 (Economie en werk) en 3 (Sociaal Beleid en Onderwijs) zijn voor dit beleidsplan relevant. Vanzelfsprekend gaan we bij de nadere ontwikkeling van het beleid uit van wat in deze twee programma s is vastgelegd. 1 Met het Sociaal Domein wordt het geheel van zorg, welzijn en participatie aangeduid. Beleidsplan Participatiewet 3

201 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met Ambities Onze fundamentele ambitie is dat alle inwoners van onze gemeente actief deel uitmaken van onze samenleving. Werk is daarbij een belangrijk maar niet het enige element. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat mensen die (nog) geen baan hebben zich maatschappelijk nuttig maken, bijvoorbeeld door middel van vrijwilligerswerk. De grondslag voor onze ambities: Iedereen die op de reguliere arbeidsmarkt terecht kan, vindt daar daadwerkelijk zijn plek. Iedereen voor wie (nog) geen plek is op de reguliere arbeidsmarkt, levert naar vermogen via additioneel werk of onbetaald werk een bijdrage aan onze samenleving. Wij hebben speciale aandacht voor kinderen die opgroeien in armoede. Wij willen bereiken dat het niet meer vanzelfsprekend is dat werkloosheid, bijstand en armoede van generatie op generatie worden doorgegeven. Ons motto is hierbij: Niemand mag tussen de wal en het schip vallen. Integrale communicatie Sociaal Domein Re-integratie en participatie zijn nauw verbonden met de andere beleidsgebieden binnen het sociale domein. Vaak zijn ook dezelfde externe partijen bij meerdere onderdelen van het sociale domein betrokken. Wij vinden het om die reden belangrijk dat de communicatie naar zowel de inwoners van onze gemeente als naar de externe partijen eenduidig en gelijktijdig gebeurt. Op het gebied van communicatie willen we het volgende bereiken: Inwoners en samenwerkingspartners weten dat de gemeente werkt aan de nieuwe inrichting van het sociaal domein en ze weten op welke manier ze invloed uit kunnen oefenen op deze verandering. Ze kunnen ook het proces en de uitkomsten volgen. Doelgroepen voelen zich erkend in hun zorgen en emoties over de veranderingen. Samenwerkingspartners en inwoners voelen zich betrokken en denken mee over de vorming van een nieuwe ondersteuningsstructuur. Medewerkers zijn voorbereid op hun veranderende taken. Ze moeten oude en nieuwe klanten op een andere manier benaderen. Verder moeten ze bekend raken met de inhoud van het gewijzigde en nieuwe werk. Inwoners en bedrijven weten welke bijdrage van hen wordt verwacht in de nieuwe situatie en zijn bereid die bijdrage naar vermogen te leveren. Communicatie over toegang Een belangrijk aandachtspunt blijft de communicatie richting inwoners over waar zij terecht kunnen met hun hulpvraag. Beleidsplan Participatiewet 4

202 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met Beleid Zoals in de inleiding is vermeld mag de gemeente De Wolden bogen op een gedegen reintegratiebeleid; voor iedere uitkeringsgerechtigde met arbeidsvermogen is er wel een voorziening. Het beleidsplan re-integratie blijft dan ook grotendeels gehandhaafd en wordt aangevuld met nieuw beleid voor de periode van 2016 tot en met Nieuwe doelgroepen Met de invoering van de Participatiewet is tevens een verplaatsing van verantwoordelijkheden doorgevoerd. Een deel van de mensen met een beperkt arbeidsvermogen is voortaan op de gemeente aangewezen en niet meer op het UWV. Verder is de instroom in de wsw stop gezet. Dat betekent dat een groot aantal mensen dat onder de oude wetgeving in de wsw kon instromen nu is aangewezen op de re-integratievoorzieningen van de gemeente. Deze beleidswijziging van het Rijk betekent dat de groep mensen waarvoor de gemeente een re-integratieverantwoordelijkheid heeft, groter is geworden. De doelgroepen van vóór 2015 blijven namelijk onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. De nieuwe instroom bestaat uit twee groepen, met een objectief vastgesteld verminderd arbeidsvermogen (arbeidsbeperking): 1. Jongeren met een gedeeltelijke arbeidsbeperking. Deze jongeren zijn veelal afkomstig van het praktijk- en speciaal onderwijs. Het gaat om enkele jongeren per jaar. 2. Ouderen met een arbeidsbeperking die onder andere zijn aangewezen op werken in een beschutte omgeving. Voor de Wajong 2015 stelt UWV vast of iemand duurzaam geen arbeidsvermogen en daarmee geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Alleen wanneer dit het geval is, kan recht op Wajong 2015 ontstaan en valt men onder de verantwoordelijkheid van het UWV. Kort gezegd komt arbeidsvermogen neer op de vraag of iemand wel of niet kan werken. Het UWV stelt de ondergrens van arbeidsvermogen vast. Het gaat dus alleen om de vraag of iemand wel of niet kan werken. De mate waarin en hoeveel loon iemand kan verdienen, is daarbij niet aan de orde. Aard problematiek nieuwe doelgroep De problematiek van de nieuwe doelgroep verschilt enigszins van die van onze huidige Wwb ers. Er zijn echter ook veel overeenkomsten. Ook onder de huidige bijstandsgerechtigden bevinden zich mensen met arbeidsbeperkingen. Voor de nieuwe doelgroep geldt dat het vaak gaat om mensen van wie het opleidingsniveau lager ligt dan het landelijk gemiddelde en die uit gezinnen komen met een lage sociaaleconomische status. Daar komt bij dat er sprake is van een objectief vastgestelde arbeidsbeperking. Als we kijken naar de gestelde diagnose, dan zien we landelijk globaal de volgende verdeling: Verstandelijke beperking (37%), Psychiatrische stoornis (21%), Andere ontwikkelingsstoornis (29%), Somatische aandoening (13%). De arbeidsbeperking heeft tot gevolg dat de betrokkenen ook een beperkte loonwaarde hebben. Dit wordt ook wel als volgt omschreven: als gevolg van lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking dan wel om andere redenen niet in staat zijn 100 procent van het minimumloon te verdienen. Beleidsplan Participatiewet 5

203 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Maatschappelijke opgave Bij het formuleren van re-integratiebeleid is het van belang dat wij ons realiseren dat het meestal gaat om kwetsbare inwoners. Vaak zal sprake zijn van meervoudige problematiek. Vanwege hun (arbeids)beperking wordt het participeren aan de samenleving moeilijker. Daarom kiezen we ook nadrukkelijk voor een integrale aanpak van problemen en een vroegtijdige benadering op meerdere gebieden zoals inkomen, de woon- en leefomgeving, werk of activiteiten, zorg en versterking van het eigen netwerk (een integrale 3D aanpak). Jongeren verdienen hierbij onze bijzondere aandacht om in hun volwassen leven voldoende vaardigheden/mogelijkheden te hebben en te participeren in de samenleving. Onze maatschappelijke opgave voor de nieuwe doelgroepen zien we als volgt: Jongeren 1. Het begeleiden en ondersteunen van de overstap van school naar werk. Het is van groot belang die overstap zonder onderbrekingen te laten verlopen om uitval voor langere termijn te voorkomen. 2. Het begeleiden van de betrokkenen tijdens de werkende periode gericht op het voorkomen van uitval. Mensen (waaronder eerdergenoemde jongeren) met een arbeidsbeperking die zijn aangewezen op werken in een beschutte omgeving 1. Het bieden van passend werk/dagbesteding in een beschutte omgeving die is afgestemd op de persoonlijke problematiek. 2. Het aansluiten van de aanpak gericht op werk (punt 1) bij de andere gebieden: woon- en leefomgeving, activiteiten, zorg en versterking van het eigen netwerk. Oftewel het inbedden in de integrale 3D aanpak. Eigen Kracht Aanpak Gemeente De Wolden gaat geen specifiek doelgroepenbeleid formuleren, maar zal wel prioriteiten stellen in het beschikbaar stellen van voorzieningen. Hierbij gaan we primair uit van de eigen kracht van burgers. Voor personen die in staat zijn op eigen kracht terug te keren op de arbeidsmarkt worden specifieke voorzieningen (zoals Werk.nl, werkgeversdienstverlening, kort advies) ingezet. Daarvoor stellen we in samenwerking met de gemeente Hoogeveen op het Werkplein een goede infrastructuur beschikbaar voor het vinden van de juiste baan. Daarnaast zijn onze medewerkers beschikbaar voor advies over bijv. CV, presentatie en beroepskeuze. Ook voor personen met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt die echter wel maatschappelijk actief zijn en over een goed sociaal netwerk beschikken, zet de gemeenten geen voorzieningen in. We gaan samen met het welzijnswerk, vrijwilligerswerk en andere instanties zorgen voor een basis waarop men terug kan vallen (maatwerk). Blijkt men niet in staat zelfstandig op de arbeidsmarkt te re-integreren, dan wel dreigt men in een sociaal isolement te geraken, dan ziet de gemeente toe op maatwerk. Basis hiervoor is een persoonlijk actieplan waarin door de burger en de medewerker van de gemeente samen een juiste mix van eigen kracht, begeleiding en indien noodzakelijk voorzieningen wordt vastgelegd. Voor mensen met een geringe afstand tot de arbeidsmarkt betekent dat dat er een kort en extensief traject wordt ingezet ( het laatste duwtje in de juiste richting ). Voor mensen met een grote maar wel overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt betekent dat dat het traject langer en intensiever zal zijn ( geschikt maken voor de eisen van de hedendaagse arbeidsmarkt ) Beleidsplan Participatiewet 6

204 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Uitgangspunt bij de Eigen Kracht Aanpak is de integrale benadering binnen het Sociaal Domein. We kijken niet alleen naar het belang van vinden van werk, maar ook naar andere levensgebieden. Werk kan een oplossing zijn voor veel achterliggende problemen, maar het kan ook noodzakelijk zijn tijdelijk niet te werken om een duurzame inpassing op de arbeidsmarkt mogelijk te maken. Bij beoordelen hiervan gaat het Sociaal Team een belangrijke rol spelen. Wij willen in het kader van de Eigen Kracht aanpak nadrukkelijk samen optrekken met Stichting Welzijn de Wolden (WDW). WDW heeft een heldere visie op de samenhang van de doelstellingen en doelgroepen binnen het sociaal domein, die goed past bij onze opvattingen. WDW heeft deze visie verwoord in hun nota Iedereen doet mee. Samenwerken in de arbeidsmarktregio Gemeente De Wolden is conform de SUWI-wetgeving aangesloten bij de arbeidsmarktregio Drenthe. Daarin zoeken we de afstemming over voorzieningen voor de onderkant van de arbeidsmarkt en de werkgeversdienstverlening. We zullen echter een duidelijke couleur locale behouden en oog hebben voor samenwerking met andere gemeenten buiten de arbeidsmarktregio. De kansen voor de burger staat daarbij voorop. Onderkant arbeidsmarkt Voorzieningen in het kader van de onderkant van de arbeidsmarkt worden in de regio afgestemd binnen het Werkbedrijf. Het Werkbedrijf is het bestuurlijk afstemmingsorgaan tussen gemeenten, UWV, werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties. Het werkbedrijf is een uitvloeisel van het Sociaal Akkoord. De kaders van het Werkbedrijf worden op landelijk niveau voorbereid door de Werkkamer. Werkgeversdienstverlening Werkgeversdienstverlening wordt in de regio afgestemd conform artikel 10 Wet SUWI. Hierbij echter een sterke couleur locale in afstemming met de eigen bedrijvencontactfunctionaris én het lokale bedrijfsleven. In de arbeidsmarktregio Drenthe (Emmen, Hoogeveen, Borger-Odoorn, Coevorden, Midden Drenthe en De Wolden) worden afspraken gemaakt over de werkgeversdienstverlening. Werkgevers in de regio hebben één aanspreekpunt en kunnen daarmee putten uit het aanbod van de gehele regio. We willen daarbij duidelijk voor de werkgever uit de gemeente herkenbaar zijn. Het past in deze context dat de regiogemeenten hebben afgesproken om hun regelgeving voor de onderdelen die betrekking hebben op de werkgeversdienstverlening op elkaar af te stemmen. Daarmee wordt bereikt dat de gemeenten één lijn trekken en elkaar niet beconcurreren. Wsw oud Gemeente De Wolden neemt deel in de gemeenschappelijke regelingen Reestmond en Alescon om uitvoering te geven aan de Wsw. Deze gemeenschappelijke regelingen voeren primair de Wsw uit. Van de organisaties wordt verwacht dat ze de Wsw-medewerkers een passende werkplek bieden waarmee de betreffende medewerker het hoogst haalbaar uit zijn/haar verdiencapaciteit haalt. Daarnaast dient de bedrijfsvoering gericht te zijn op een zo rendabel mogelijke uitvoering van de Wsw. We geven een baangarantie aan alle Wsw-medewerkers die op een vast dienstverband in het kader van de Wsw hebben. Deze medewerkers behouden hun Wsw-status. Medewerkers die een baan bij een reguliere werkgever accepteren in het kader van Begeleid Werken krijgen een terugkeer garantie. Als er geen sprake is van verwijtbaar werkloosheid zullen we de betrokken werknemer opnieuw een Wsw-baan aanbieden mocht de reguliere Beleidsplan Participatiewet 7

205 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 werkgever onverhoopt tot ontslag over moeten gaan (bijvoorbeeld bij reorganisatie of faillissement). Arbeidsovereenkomsten van Wsw medewerkers met een tijdelijk dienstverband zijn of worden voor de maximale duur van drie jaar verlengd. De gemeente zal deze groep (en personen op de wachtlijst) met voorrang aanbieden bij reguliere werkgevers die banen voor arbeidsbeperkten aanbieden. Als gevolg van de wetgeving ontstaat er een krimpscenario voor de uitvoeringsorganisaties Wsw. Instroom stopt, terwijl er door natuurlijk verloop wel uitstroom ontstaat. Voor de eerste vijf tot tien jaar is er voldoende volume voor het bestaansrecht van de uitvoeringsorganisaties. We zullen in het kader van het Sociaal Domein en de Partcipatiewet een nieuwe infrastructuur ontwikkelen voor (arbeidsmatige) dagbesteding, beschut werk en re-integratie. In 2016 stellen we hiervoor het stappenplan op en in 2017 is deze nieuwe structuur gereed. In de periode kijken we naar de meest effectieve integratie van de Wsw binnen de nieuwe infrastructuur. Hierbij is de dienstverlening aan de burger en niet de juridische organisaties het primaire uitgangspunt. Loonkostensubsidies We stellen de voorwaarden vast ten aanzien van de loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking. Dit conform richtlijnen van het ministerie. De mensen op wie deze subsidie van toepassing is dienen te zijn opgenomen in het doelgroepenregister. Hoogte en voorwaarden worden middels een verordening door de raad vastgelegd. Er is geen sprake van een wachtlijstsystematiek. Werkgevers die bereid zijn een baan beschikbaar te stellen voor arbeidsbeperkten hebben vrije keus ten aanzien van het aanstellen van de meest geschikte persoon, mits deze voldoet aan de voorwaarden van de loonkostensubsidie. We gaan proactief met werkgevers in gesprek om de groep zeer gemotiveerde arbeidsbeperkten onder de aandacht te brengen. Er is een aantal uitkeringsgerechtigden die een net zo wankele positie op de arbeidsmarkt hebben als degenen die zijn opgenomen in het doelgroepenregister maar die niet voor dat register in aanmerking komen. Om de bemiddeling van deze mensen naar werk te stimuleren is in de verordening de mogelijkheid van een plaatsingssubsidie vastgelegd. Beschut Werk Voor personen met een indicatie Beschut Werk (afgegeven door UWV op basis van 20 tot 30% verdiencapaciteit) wil Gemeente De Wolden arbeidsplaatsen realiseren in samenhang met de arbeidsmatige dagbesteding. Het realiseren van banen in het kader van Beschut Werk is maatwerk. Het beschikbare budget is gebaseerd op 1 a 2 banen per jaar en zal primair ingezet worden bij aanbieders van arbeidsmatige dagbesteding. Gedurende de eerste jaren blijven we het Beschut werken bij Reestmond en Alescon inkopen. We sluiten daarbij echter niet uit dat in zeer specifieke gevallen een Beschut werkenplek elders bij een gespecialiseerde aanbieder wordt ingekocht. Deze organisaties beschikken over de kennis en kunde voor het begeleiden van deze medewerkers. De begeleiding wordt als Social Return on Investment (SROI) door deze aanbieders gerealiseerd, de loonkosten worden grotendeels gedekt door een loonkostensubsidie en een begeleidingssubsidie. Beleidsplan Participatiewet 8

206 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Inzet eigen personeel De inzet van instrumenten en voorzieningen is maatwerk. De Samenwerkingsorganisatie, die voor de gemeente de re-integratiewerkzaamheden uitvoert, heeft hiervoor klantmanagers in dienst. De klantmanagers kunnen zelfstandig instrumenten en voorzieningen binnen het daarvoor gestelde mandaat inzetten. Het totaal in te zetten instrumenten en voorzieningen mag het beschikbare budget niet overschrijden. De functie van de klantmanagers is onder te verdelen in twee taakomschrijvingen. 1. Regievoering re-integratie Dit is een reguliere taak van de gemeente. Het behoort bij de wettelijke uitvoering van de WWB en wordt bekostigd uit de algemene middelen via het Gemeentefonds. Klantmanagers kopen dienstverlening/trajecten voor bijstandsgerechtigden in en monitoren de resultaten. 2. Individuele begeleiding De activiteiten waarbij klantmanagers bijstandsgerechtingden zelf individueel (of groepsgewijs) begeleiden zijn geen onderdeel van de wettelijke uitvoering van de WWB. Dit zijn trajecten die de gemeente extern in kan kopen, maar ook zelf uit kan voeren. Deze activiteiten en daarmee de inzet van de klantmanagers kunnen worden bekostigd uit het Participatiebudget. Wij kiezen ervoor, waar mogelijk bijstandsgerechtigden zelf te begeleiden. Wanneer dat nodig is (vanwege nieuwe taken) worden klantmanagers bijgeschoold. De inzet is maatwerk en daarom worden de uren op basis van nacalculatie ten laste gebracht van het Participatiebudget. Eén van de gevolgen van de Participatiewet is dat de wsw geleidelijk wordt afgebouwd. De nieuwe doelgroepen (zie hoofdstuk 3 van dit beleidsplan) worden niet meer door Reestmond en Alescon opgevangen maar komen terecht in de caseload van het Werkplein. Reestmond en Alescon hebben in de loop der jaren veel kennis en ervaring opgebouwd met deze doelgroepen. Het is voor ons een serieuze optie om deze kennis en ervaring over te nemen. De vorm waarin moet nader worden uitgezocht. Tegenprestatie Feitelijk valt de wettelijke plicht tot tegenprestatie niet onder het re-integratiebeleid. Toch past het zeer goed binnen de visie op de Participatiewet. In het nieuwe beleid stellen we Eigen Kracht centraal. Dit is ook hét uitgangspunt bij de tegenprestatie. Het college spreekt over wederkerigheid in plaats van over een tegenprestatie. Wij vinden het normaal, dat burgers die een inkomen van de gemeenschap ontvangen zich maatschappelijk zinvol inzetten voor onze gemeenschap. Ook denken wij dat het voor hen een grote toegevoegde waarde kan hebben. Daarom staan bij de invulling van de tegenprestatie voorkeur, levensovertuiging en competenties van de inwoner centraal. Maatschappelijk zinvol vrijwilligerswerk kan daarbij een prima invulling zijn. De wettelijke plicht tot tegenprestatie (artikel 7 lid 1c) vult de Gemeente De Wolden daarom via maatwerk in met uitsluitend Maatschappelijk Zinvolle Activiteiten (ZVA) die tevens geen arbeidsverdringend karakter hebben en evenmin tot doel hebben om financiële winst te behalen. Inwoners kunnen zelf met een voorstel tot tegenprestatie komen o Als een inwoner zelf een acceptabel voorstel heeft dat recht doet aan zijn/haar wensen en tegelijkertijd van maatschappelijk nut voor de gemeenschap is dan zal dit voorstel bij voorkeur door ons worden overgenomen. Voorbeelden kunnen zijn mantelzorg, buddy en inzet voor (gesubsidieerde) verenigingen/instellingen maar er is natuurlijk veel meer denkbaar. Beleidsplan Participatiewet 9

207 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 o De Gemeente De Wolden biedt inwoners mogelijkheden tot tegenprestatie. In afstemming met instellingen, verenigingen, buurtwerk enzovoorts willen we zorgdragen voor een breed palet aan maatschappelijk zinvolle activiteiten. Inwoners die zelf geen voorstel doen en niet willen (of kunnen) kiezen uit de mogelijkheden die de gemeente aanbiedt zullen een ZVA als tegenprestatie aangewezen krijgen. o De tegenprestatie is een wettelijke verplichting en daarom kan een bijstandsgerechtigde dat niet zonder meer weigeren of er vrijblijvend mee omgaan. Bij de invulling van de tegenprestatie is de inbreng van de bijstandsgerechtigde in principe leidend tenzij niet wordt voldaan aan de gestelde normen van tegenprestatie. Het is vanzelfsprekend dat mensen die via de bijstand een aanvulling op hun aow ontvangen niet tot een tegenprestatie zullen worden verplicht. Alle voorwaarden voor de tegenprestatie zijn in de re-integratieverordening vastgelegd die op 21 mei 2015 door de raad is vastgesteld. In de praktijk blijkt dat vrijwel alle uitkeringsgerechtigden al vrijwilligerswerk verrichten dat voldoet aan de normen die wij stellen aan tegenprestatie. Van belang vinden wij dat het voldoen aan de plicht tot tegenprestatie er niet toe leidt dat de uitkeringsgerechtigde daar in financieel opzicht nadeel van ondervindt. Wij vinden ook dat de uitkeringsgerechtigde daarvoor geen uitgebreide en ingewikkelde procedures moet hoeven te volgen. In het Uitvoeringsplan, dat door de eenheid Dienstverlening en Activering van de Samenwerkingsorganisatie wordt opgesteld, wordt nader omschreven aan welke voorwaarden de werkplekken dienen te voldoen. Wij vinden het belangrijk dat de Stichting Welzijn hierbij wordt betrokken. Het is vanzelfsprekend dat de privacy van de uitkeringsgerechtigde in dit verband volledig wordt gerespecteerd conform de Wet bescherming persoonsgegevens. Voor het geval dat een uitkeringsgerechtigde tegen een opgelegde werkplek bezwaar wil maken is de algemene gemeentelijke procedure voor bezwaar en beroep van toepassing. 4. Het aandeel dat we vanuit de eigen organisatie kunnen leveren aan de realisatie We gaan zo veel als redelijkerwijs mogelijk is onze eigen gemeentelijke organisatie inzetten om de voornemens in dit beleidsplan te realiseren. Om te beginnen gaan we het uitbesteden van re-integratieactiviteiten tot het uiterste beperken door deze taken bij de medewerkers van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen te leggen. Wij doen dat omdat we een integrale werkwijze met de andere beleidsterreinen in het sociaal domein willen realiseren. Deze aanpak past bij het karakter van onze gemeente. De schaalgrote van De Wolden biedt de mogelijkheid van persoonlijk maatwerk ten behoeve van de klanten doordat onze medewerkers hen persoonlijk kennen. In onze visie zal het sociaal team een belangrijke rol gaan spelen in deze aanpak. Met betrekking tot het opdoen van werkervaring willen we stageplaatsen en werkervaringsplaatsen binnen de gemeentelijke organisatie (inclusief de Samenwerkingsorganisatie) inrichten. Dit heeft tevens een goede voorbeeldfunctie naar externe partijen. In het kader van Social Return on Investment (SROI) gaan we met onze leveranciers in gesprek over het door hen beschikbaar stellen van werkervaringsplaatsen en dienstverbanden voor mensen uit ons re-integratiebestand. Beleidsplan Participatiewet 10

208 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met Financieel Budget Ter uitvoering van het beleid staat ons het (ongedeeld) Participatiebudget ter beschikking. Deze rijksbijdrage is samengesteld uit de huidige bijdrage Participatiebudget, de rijksbijdrage voor de uitvoering van de Wsw en een extra bijdrage voor de re-integratie van nieuwe doelgroepen. De uitvoering van het beleid geschiedt in principe budgetneutraal. Dit wil zeggen, dat het door het Rijk beschikbaar gesteld budget (Participatiebudget) niet wordt overschreden. Met de enorme bezuinigingen (zie historisch overzicht) is het niet mogelijk een ruimhartig arsenaal voorzieningen te financieren uit het nieuwe Participatiebudget. We zijn van mening, dat de inzet van begeleiding, voorzieningen en trajecten noodzakelijk is voor het op peil houden van het hoge niveau van dienstverlening aan burgers. Een overschrijding van het Participatiebudget gaat ten laste van de algemene middelen en valt daarmee onder het budgetrecht van de raad. De kosten van Wsw-dienstverlening die ten laste gaan van het Participatiebudget worden op basis van een objectief inkoopmodel gemaximaliseerd. Een eventueel resterend exploitatietekort bij de uitvoerende gemeenschappelijke regelingen komt ten laste van de algemene middelen. Voor de komende jaren willen we kijken naar de uitkomsten van het nieuwe verdeelmodel en de mogelijkheden om binnen het budget voor het gehele Sociaal Domein gelden beschikbaar te stellen die recht doen aan de integrale aanpak. Begroting Participatiebudget 2016 en volgende jaren Ieder jaar maakt de staatssecretaris het voorlopig Participatiebudget voor het volgende bekend. Het Participatiebudget wordt opgebouwd uit de vroegere wsw-bijdrage, de vroegere participatiebijdrage en middelen voor de nieuwe doelgroepen. Er is een tendens zichtbaar dat het totaal van deze middelen ieder jaar kleiner wordt, wat de armslag voor de gemeente beperkt. Historisch verloop budgetten Historisch Macro De Wolden perc. WV voor ROC Excl ROC , ,00 0,033% , , , ,00 0,034% , , , ,00 0,043% , , , ,00 0,053% , , , ,00 0,046% , , , ,00 0,039% ,00 De financieringssystematiek van het Rijk naar de gemeenten is met de invoering van de Participatiewet veranderd. Het onderstaande overzicht is daardoor anders opgezet dan het overzicht hierboven. Prognose budgetten tot en met 2019 Jaar Re-integratie Wsw totaal Beleidsplan Participatiewet 11

209 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 We streven er naar om ons re-integratiebeleid uit te voeren binnen het budget dat de rijksoverheid hiervoor beschikbaar stelt (het participatiebudget). In het collegeprogramma is echter opgenomen dat geen enkele inwoner van onze gemeente tussen wal en schip mag raken waar het deelnemen aan onze samenleving betreft. Gezien de bezuinigingsdrang bij de rijksoverheid mogen wij niet uitsluiten dat dit uitgangspunt onder druk komt te staan. Wanneer deze omstandigheid zich voordoet zal het college de raad een voorstel voor aanvullende financiering voorleggen. Beleidsplan Participatiewet 12

210 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met Vervolg en besluitvorming Verordeningen Voor het re-integratiedeel van de Participatiewet is de Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente De Wolden 2015 vastgesteld (raadsvergadering 21 mei 2015). In deze verordening is tevens geregeld dat voor de mensen die zijn geregistreerd in het doelgroepenregister, een loonkostensubsidie mogelijk is. In de verordening zijn de randvoorwaarden die de raad het college voor de uitvoering van de Participatiewet geeft, vastgesteld. De verordening heeft betrekking op o.a.: Loonkostensubsidie o Indien een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, stelt het college de loonwaarde van die persoon vast. Indien die dienstbetrekking tot stand komt verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever. Beschut Werken o Financiering o Scholing o Het college kan ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, degene die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, in een dienstbetrekking in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden werkzaamheden laten verrichten. Inzet van het Participatiebudget ten behoeve van de voorzieningen in het kader van de Participatiewet. Het college biedt aan degene die additionele werkzaamheden in het kader van de participatieplaats verricht en die niet beschikt over een startkwalificatie na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan in de vorm van scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de belanghebbende te boven gaat. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden indien scholing of opleiding naar het oordeel van het college niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces van belanghebbende. Participatieplaats o Tegenprestatie Het college kan ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, degene die algemene bijstand ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. Op grond van afspraken die zijn gemaakt in de Arbeidsmarktregio Drenthe is de re-integratieverordening afgestemd op re-integratieverordeningen van de overige gemeenten in de regio. Beleidsplan Participatiewet 13

211 oktober 2015 BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met 2019 Beleidsregels Na vaststelling van de verordening zal het college voor zover nodig aanvullende beleidsregels vaststellen die invulling geven aan de randvoorwaarden zoals die in de verordening zijn vastgesteld. Hierbij zal het college ten minste aandacht hebben voor de volgende onderwerpen. Noodzaak van een beleidsregel Er worden alleen beleidsregels opgesteld wanneer voor het betreffende onderdeel zoals dat is beschreven in de verordening, een nadere uitwerking nodig is. Binnen de arbeidsmarktregio Drenthe is afgesproken om, als het regelingen betreft waarmee ook werkgevers te maken kunnen krijgen, beleidsregels op te stellen die tussen elke regio-gemeente inhoudelijk overeenstemmen. Hoogte en budgetplafond subsidies Omdat er naar verwachting meer personen zijn die in aanmerking komen voor een loonkostensubsidie of Beschut Werken dan dat er budget beschikbaar is zal het college maxima vaststellen. In deze beleidsregels wordt ook vast gelegd op welke wijze de hoogte van de loonkostensubsidie tot stand komt. Privacy binnen het Sociaal Domein Om de privacy van burgers voldoende te waarborgen willen we deze afstemming (wat wordt wel en wat wordt niet met elkaar gedeeld) in beleidsregels vastleggen. Uitgangspunt hierbij is dat de burger integraal geholpen moet kunnen worden waar nodig en er zeker van kan zijn dat gevoelige informatie niet zonder wettelijke grondslag of toestemming van betrokkenen door de instanties met elkaar wordt gedeeld. Uitvoeringsplan De ambtelijke organisatie die uitvoering van dit beleidsplan ter hand neemt stelt jaarlijks een uitvoeringsplan op. Beleidsplan Participatiewet 14

212 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 8 Besluitnummer : 1940 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling beheersverordening Alteveer-Kerkenveld. Samenvatting: In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om bestemmingsplannen elke tien jaar te herzien (actualiseringsplicht) door een nieuw planologisch regime. Met het vaststellen van deze beheersverordening wordt hieraan voldaan. Fase van besluitvorming: Besluitvormend (vaststelling). Ontwerpbesluit: De beheersverordening met plannaam Beheersverordening Alteveer-Kerkenveld en planid NL.IMRO.1690.BV met bijbehorende ondergrond vaststellen. Inleiding en aanleiding: In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om bestemmingsplannen elke tien jaar te herzien (actualiseringsplicht). Gelet op uw raadsbesluit van 28 februari 2013 om het instrument beheersverordening als standaardwerkwijze vast te stellen voor het actualiseren van bestemmingsplannen, is dit ook gedaan voor de kern Alteveer-Kerkenveld. Problemen of vraagstukken: Op 8 september 2015 had het bestemmingsplan Alteveer-Kerkenveld moeten zijn vervangen door een nieuw planologisch regime. Er is enige vertraging opgetreden door de externe onderzoeken c.q. adviezen. Door het opstellen van een beheersverordening voor de kernen Alteveer-Kerkenveld wordt voldaan aan de actualiseringsplicht. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Uw raad en ons college hebben besloten om bestemmingsplannen waar mogelijk te actualiseren met beheersverordeningen. Dit is reeds gebeurd voor Zuidwolde, Ruinen, de Wijk, het buitengebied, Koekange en Ruinerwold. Inspraak is niet verplicht bij de procedure van een beheersverordening, maar wel wenselijk vanwege draagvlak en het ondervangen van eventuele onjuistheden. We doen het dan ook altijd. Deze periode heeft plaatsgevonden van 24 september t/m 21 oktober Ook is er een inloopbijeenkomst georganiseerd (30 september). Er zijn geen inspraakreacties ingediend. Ontwikkelingen worden niet meegenomen in de beheersverordening. Bij ontwikkelingen kan gedacht worden aan de ontwikkeling van een woonwijk. Pagina 1 van 2

213 Alternatief beleid: Het bestemmingsplan niet vaststellen. Het bestemmingsplan Alteveer-Kerkenveld uit 2015 blijft van kracht. Er wordt niet voldaan aan de actualiseringsplicht. De opgelegde leges kunnen niet worden ingevorderd. Financiële effecten: Wanneer voor het alternatief wordt gekozen kan dat wel financiële gevolgen hebben (geen leges invorderen). Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: Door het vaststellen van de beheersverordening is het planologische regime voor Alteveer en Kerkenveld voor 10 jaar opnieuw vastgelegd. Er staan geen rechtsmiddelen open tegen een beheersverordening. Na vaststelling en publicatie treedt de verordening in werking. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Er is geen wettelijk verplichte procedure. Er is echter wel inspraak gehouden (inclusief een inloopbijeenkomst). Het ontwerp is gedurende 4 weken ter inzage gelegd. Het gaat hierbij om de trede informeren op de participatieladder. Fatale termijnen: Er is geen sprake van een fatale termijn maar wel van een termijn van orde. Op 8 september 2015 had het bestemmingsplan Alteveer-Kerkenveld moet zijn vervangen door een nieuw planologisch regime. Aanpak en uitvoering: Zodra de vaststelling van de beheersverordening bekend is gemaakt treedt deze in werking. De tot op dat moment geldende bestemmingsplannen komen te vervallen. Er is geen beroep mogelijk. Bijlagen: - De bijlagen van de Beheersverordening Alteveer-Kerkenveld (toelichting, regels, verbeelding) kunt u raadplegen op de website. Zuidwolde, 12 november 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 2 van 2

214 Ontwerp Nr. XV / 8 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2015; dat in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de verplichting is opgenomen bestemmingsplannen elke tien jaar te herzien (actualiseringsplicht); dat het vastgestelde bestemmingsplan Alteveer-Kerkenveld dateert van 2005; dat de raad en het college hebben besloten om bestemmingsplannen waar mogelijk te actualiseren met beheersverordeningen; dat dit reeds gebeurd is bij de kernen Zuidwolde, Ruinen, de Wijk, het buitengebied, Koekange en Ruinerwold; dat voor beheersverordeningen geen procedurebepalingen zijn opgenomen in de Wro; dat inspraak niet verplicht is maar wel wenselijk is vanwege het draagvlak en het ondervangen van eventuele onjuistheden; dat inspraak heeft plaatsgevonden in de periode van 24 september t/m 21 oktober 2015; dat er tevens een inloopbijeenkomst is georganiseerd in de Alke te Alteveer (30 september 2015); dat er geen inspraakreacties zijn ingediend; Besluit: De beheersverordening met plannaam Beheersverordening Alteveer-Kerkenveld en planid NL.IMRO.1690.BV met bijbehorende ondergrond vast te stellen. Zuidwolde, 26 november 2015 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

215 Vergadering : 26 november 2015 Nummer : XV, punt 9 Onderwerp : Ingekomen stukken INGEKOMEN STUKKEN RAAD 26 NOVEMBER 2015 a Motie Gemeente Oldenzaal Tegen toenemend geweld; Respect. v.k.a. Zuidwolde, 12 november 2015 griffier, drs. Josee Gehrke burgemeester, Roger de Groot

216 Nr,570 De raad van de gemeente Oldenzaal, in vergadering bijeen op 26 oktober 2015; constaterende dat: gekozen volksvertegenwoordigers en bestuurders steeds vaker worden geconfronteerd met agressie en geweld; mensen die zieh inzetten voor onze democratie en vrijheid: politie, conducteurs, ambulancepersoneei, docenten etc, ook steeds vaker het slachtoffer worden van agressief gedrag; opgroeiende kinderen worden geconfronteerd met dit gedrag; er op deze wijze wordt gezaagd aan de fundamenten van democratie en vrijheid; het steeds vaker voorkomt dat mensen niet meer voor hun mening uit durven te komen, omdat zij bedreigd worden door een groep "schreeuwers"; juist de angst, veroorzaakt door deze bedreigingen en agressief gedrag, de grootste bedreiging vormt voor onze vrijheid en democratie; roept ALLE GEMEENTERADEN VAN NEDERLAND op om, voorafgaand aan de eerstvolgende raadsvergadering, SAMEN een halve minuut letterlijk STIL TE STMN en een halve minuut lang te applaudisseren; stilte als tegenwicht tegenover het geschreeuw; applaudisseren uit respect voor de mensen die wei op een respectvolle wijze voor hun eigen mening uitkomen; uit respect en als steun in de rug voor al die collega-raadsleden en bestuurders, hulpverleners, onderwijspersoneel, conducteurs, politie en alle overige niet genoemde groepen die bedreigd worden of geconfronteerd worden met agressief gedrag; als signaal dat zij niet alleen staan; als voorbeeld voor onze opgroeiende kinderen als teken dat wij als politici pal staan voor onze vrijheid en democratie; uitspreken dat het wat ons betreft klaar is nu en dat bedreigingen en agressief gedrag NIET getolereerd worden, En gaat over tot de orde van de dag! Aldis vastgesteld in de openbare vergadering van 26 oktober 2015, { de l' gr! iff ter, I _:::.-t'- - _== \ J.H. Brokers \

217 Persbericht Datum 27 oktober 2015 Oproep aan alle gemeenteraden om stil te staan bij eerstvolgende raadsvergadering Oldenzaalse raad spreekt zich uit tegen toenemend geweld De Oldenzaalse gemeenteraad heeft gisterenavond unaniem een motie aangenomen die alle gemeenteraden in Nederland oproept tot een halve minuut stilte en een halve minuut applaus voor aanvang van de eerstvolgende raadsvergadering. Dit als tegenwicht tegenover het geschreeuw in de maatschappij dat angst veroorzaakt. De Oldenzaalse raad voegde zelf direct de daad bij het woord. De halve minuut stilte is bedoeld als tegenwicht tegenover het geschreeuw. Het applaudisseren is uit respect voor de mensen die wel op een respectvolle wijze voor hun eigen mening uitkomen. Uit respect en als steun in de rug voor al die collega-raadsleden en bestuurders, hulpverleners, onderwijspersoneel, conducteurs, politie en alle overige niet genoemde groepen die bedreigd worden of geconfronteerd worden met agressief gedrag. Dit als signaal dat zij niet alleen staan, maar ook als voorbeeld voor onze opgroeiende kinderen. De raad geeft hiermee het signaal dat zij staan voor vrijheid en democratie en dat wat hen betreft bedreigingen en agressief gedrag niet getolereerd worden. De motie met daarin de oproep wordt vanmiddag naar alle gemeenten gestuurd. Bekijk hier de raadsvergadering van 26 oktober 2015 terug. Noot voor de redactie Meer informatie team communicatie gemeente Oldenzaal, telefoon (0541) facebook.com/stadoldenzaal twitter.com/stadoldenzaal RSSnieuwsfeed

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen 2014-2015 Inhoudsopgave 1. Regionale samenwerking 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Bestuurlijke afspraken 3 1.3. Doelen en resultaten 4 1.4. Visitatiecommissie

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Meppel, Hoogeveen, De Wolden, Steenwijkerland, Midden Drenthe, Westerveld en het waterschap Reest en

Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Meppel, Hoogeveen, De Wolden, Steenwijkerland, Midden Drenthe, Westerveld en het waterschap Reest en Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Meppel, Hoogeveen, De Wolden, Steenwijkerland, Midden Drenthe, Westerveld en het waterschap Reest en Wieden inzake een doelmatiger waterbeheer. 2 Context In

Nadere informatie

Watertakenplan Fluvius Hoofdrapport

Watertakenplan Fluvius Hoofdrapport Watertakenplan Fluvius 2016-2021 Hoofdrapport 25 februari 2016 Gemeente De Wolden Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel Gemeente Midden-Drenthe Gemeente Steenwijkerland Gemeente Westerveld Waterschap Reest

Nadere informatie

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s In vogelvlucht Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s watersysteem De afvalwaterketen Wij beschouwen de afvalwaterketen als één geheel,

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV. Vergadering: 15 10 2013 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar R. Lamein, 0595 447749 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. R. Lamein) Gewijzigd Raadsvoorstel

Nadere informatie

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5 Agenda Gemeenteraad Om 19.30 uur begint de Openbare Raadsavond met een presentatie van de bibliotheekplannen door mevrouw De Haas, bibliotheekmanager Drenthe. Aansluitend vindt de Openbare Raadsvergadering

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV Afvalwaterteam BMWE/NZV, 27 november 2013 Inhoud Aanleiding Ketenbenadering Maatregelen Kosten en Baten Specificatie Bedum Organisatie Aanleiding BMWE samenwerking Vier nieuwe

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 27 juni 2013 Agendapuntnummer : XI, punt 5 Besluitnummer : 999 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Kaderstellende

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.2. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: 875410 In D&H: 11-11-2014 Steller: Ir. N. Admiraal In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 5779

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012 Griffie Postbus 20 7920 AA Zuidwolde tel. 0528-378376 Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door 2011 9 juni

Nadere informatie

1. Wettelijke grondslag. 2. Fusie. Aan de Gemeenteraad.

1. Wettelijke grondslag. 2. Fusie. Aan de Gemeenteraad. Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2009 Nummer : 16 Commissie : Commissie Bestuur en Middelen Portefeuillehouder : wethouder T. Kokke Afdeling : IV- Financiën en Facilitaire zaken / Belastingen

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas Raadsvoorstel Raadsvergadering :26 juni 2012 Voorstel : 2012-063 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2011/7601 Documentnummer : 1894/2012/80753 Datum : Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN agendapunt 04.B.07 1253828 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN Voorstel Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water 06-09-2016 Langetermijnvisie

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : F.K.L. Spijkervet AB CATEGORIE : B-STUK (Beleidsstuk) VERGADERING D.D. : 26 november 2013 NUMMER : WM/MIW/RGo/7977 OPSTELLER : R. Gort, 0522-276805 FUNCTIE

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 30 mei 2017 Ons kenmerk ECFD/U201700422 Lbr. 17/031 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 1 Onderwerp Voortgang regionale samenwerking waterketen Samenvatting

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Datum 15 mei 2019 Ons kenmerk U Lbr. 19/038 Telefoon Bijlage(n) 1

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Datum 15 mei 2019 Ons kenmerk U Lbr. 19/038 Telefoon Bijlage(n) 1 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 15 mei 2019 Ons kenmerk TLE/U201900363 Lbr. 19/038 Telefoon 073-3738393 Bijlage(n) 1 Onderwerp Voortgang samenwerken aan water Samenvatting Met deze

Nadere informatie

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Kostendekkingsplan Water & Riolering Kostendekkend en Lastenverlagend Ede, 4 Juli 2012 Kenmerk 715676 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Waarom dit document...4 2. Bijstelling product Water...5 3. Bijstelling product

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Algemeen 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst raadsvergaderingen 13/20 juni 2013 en 27 juni 2013

Algemeen 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst raadsvergaderingen 13/20 juni 2013 en 27 juni 2013 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 12 september 2013 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. A G E

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW. Notitie over de bijdragen van Vechtstromen aan het Bestuursakkoord Water en de samenwerkingopgave in de regio s Wateropgave De komende jaren komen er grote wateropgaven op de samenleving af die vragen

Nadere informatie

4V';;'9' B E R N H EZ E

4V';;'9' B E R N H EZ E 4V';;'9' B E R N H EZ E Dossierornslag voor burgemeester en wethouders cgj Behandeling door college Registratiekenmerk: v/2012/27094 D Afdoening door portefeuillehouder via besluitenlijst paraafstukken

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV

RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV 2015 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 26 maart 2015 om 19.30 uur in het

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING

Doorkiesnummer : (0495) 575 345 Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING Zanddijk, Dingeman OG S1 RAD: RAD121212 2012-12-12T00:00:00+01:00 BW: BW121106 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 12 december 2012 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over het vergroten

Nadere informatie

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe d.d. 30 november 2015 Aanwezig: gedeputeerde H. Jumelet Provincie Drenthe Wethouder H. Heijerman Gemeente Aa en Hunze wethouder

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

Voorstel aan college b&w van Landsmeer

Voorstel aan college b&w van Landsmeer STATUS: Voorstel aan college b&w van Landsmeer B&W vergadering: 10-06-2014 Nr. Agendapunt: Portefeuillehouder: C. Hienkens Onderwerp: Ondertekening verbreed convenant BAW regio Zaanstreek-Waterland Afdeling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan Raadsvoorstel jaar stuknr. categorie agendanr. Stuknr. Raad B. en W. 2017 RA17.0069 A 5 17/575 Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan 2018 2023 Portefeuillehouder: R. van der Weide Team: Inrichting Openbare

Nadere informatie

2. Bestuurlijke aanleiding en vraag De aanleiding voor het opstellen van het Afvalwaterketenplan is

2. Bestuurlijke aanleiding en vraag De aanleiding voor het opstellen van het Afvalwaterketenplan is Aan D&H 5 februari 2013 VOORSTEL Portefeuillehouder Documentnummer 277188 Programma Projectnummer Afdeling Opsteller Bijlage(n) Onderwerp Afvalwaterketenplan Elburg, Nunspeet B. van Vreeswijk Waterketen

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid Portefeuillehouder(s) : F.J.W. Saelman, Afdelingshoofd/hoofd OW: F. Hottinga Paraaf : Paraaf:

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 24 mei 2018 Ons kenmerk TLE/U201800375 Lbr. 18/023 Telefoon 073-3738393 Bijlage(n) Factsheet Onderwerp Voortgang Samenwerken aan Water Samenvatting

Nadere informatie

Samenwerken in de Waterketen

Samenwerken in de Waterketen Samenwerken in de Waterketen Presentatie voor de Raadscommissie van Menterwolde op 13 november 2008 H.Hoogeveen en H.Küpers (RioNoord) 1 Inhoud: Waterketen-ontwikkelingen Voorstel RioNoord Voordelen van

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN B&W D.D. 14 mei 2019

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN B&W D.D. 14 mei 2019 PENBARE BESLUITENLIJST VAN B&W D.D. 14 mei 2019 Aanwezig: burgemeester Van der Meijden, wethouders Buter, Meulensteen, Slaets en Van der Zanden (wethouder Briels wel aanwezig bij agendapunten 1.6 en 1.7)

Nadere informatie

Regionale samenwerking en de Omgevingswet. Gert Dekker (VNG)

Regionale samenwerking en de Omgevingswet. Gert Dekker (VNG) Regionale samenwerking en de Omgevingswet Gert Dekker (VNG) Bestuursakkoord Water (2011-2020) We zijn halverwege De rol van het GRP in de regionale samenwerking Ø Vastleggen zorgplichten Ø Planmatige uitvoering

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: Gemeentebelangen: G. Kersaan,

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst WKGD Duurzaam en doelmatig samenwerken in de Waterketen Groningen Noord-Drenthe

Samenwerkingsovereenkomst WKGD Duurzaam en doelmatig samenwerken in de Waterketen Groningen Noord-Drenthe 1 Samenwerkingsovereenkomst WKGD Duurzaam en doelmatig samenwerken in de Waterketen Groningen Noord-Drenthe Maart 2014 Inleiding In Groningen en Noord-Drenthe werken zevenentwintig gemeenten, twee waterschappen

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert Vergadering: 4. ADV/M/18/11409 Z/M/18/61250 Sociaal Domein/Werk en Inkomen machtiging tot vertegenwoordiging De in dit voorstel genoemde kwaliteitsmedewerkers bezwaar en beroep van de Afdeling Sociaal

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland

Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Notitie voor de raadsledenbijeenkomst Zaanstreek-Waterland op 29 november 2017 Samenwerken in de waterketen in Zaanstreek Waterland Sinds 2013 werken de acht gemeenten, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing Raadsvergadering: 16 november 2010 Agendapunt: 8 Kenmerk: Datum voorstel: 29 juni 2010 Portefeuillehouder: Wethouder K. Brand en wethouder S. de Jong Informant: De heer J. Herms Onderwerp: Wijziging heffingssystematiek

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2017 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

frip Lelystad Gemeente Almere AAA dronten gemeente Zeewolde ZUIDiAiicii LAND REGIONALE BESTUURSOVEREENKOMST AFVALWATERKETEN FLEVOLAND gemeente -401/

frip Lelystad Gemeente Almere AAA dronten gemeente Zeewolde ZUIDiAiicii LAND REGIONALE BESTUURSOVEREENKOMST AFVALWATERKETEN FLEVOLAND gemeente -401/ gemeente AAA dronten Gemeente Almere -401/ 4$ REGIONALE BESTUURSOVEREENKOMST AFVALWATERKETEN FLEVOLAND gemeente NOORDOOSTPOLDER Zeewolde frip gemeente Lelystad ZUIDiAiicii LAND ONDERGETEKENDEN: 1. De Gemeente

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Gemeentelijk Rioleringsplan 2013 t/m 2017 VOORSTEL 1. De geformuleerde doelen, 2. Het voorgenomen onderzoek 3. De voorgenomen beheermaatregelen 4. De rioolheffing in 2013

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 oktober 2013 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1105 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Nota Evenementen.

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Opgebouwd uit 6380 miljoen voor riolering (taak gemeente) en zuivering (taak waterschap) en 670 miljoen voor het drinkwater.

Opgebouwd uit 6380 miljoen voor riolering (taak gemeente) en zuivering (taak waterschap) en 670 miljoen voor het drinkwater. NR. GEMEENTE ĮJ INC 1 7 O KT 2014 CLnr. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad 4 # ŕ Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. uw kenmerk bijlage(n) (070) 373 8393 1 betreft

Nadere informatie

Regionaal Bestuursakkoord waterketen Noordelijke Vechtstromen

Regionaal Bestuursakkoord waterketen Noordelijke Vechtstromen Regionaal Bestuursakkoord waterketen Noordelijke Vechtstromen Regionaal Bestuursakkoord waterketen Noordelijke Vechtstromen tussen Waterschap Vechtstromen, gemeenten Borger-Odoorn, Emmen, Coevorden, Ommen

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

Datum college 12 februari 2019 Infrastructuur en duurzaamheid H.G.W.M. van Rooijen Voorkeursalternatief Hoogwaterbescherming Sint-Oedenrode

Datum college 12 februari 2019 Infrastructuur en duurzaamheid H.G.W.M. van Rooijen Voorkeursalternatief Hoogwaterbescherming Sint-Oedenrode Raadsvoorstel Datum raad 28 maart 2019 Zaaknummer 1948192570 Datum college 12 februari 2019 Portefeuille Infrastructuur en duurzaamheid H.G.W.M. van Rooijen Onderwerp Voorkeursalternatief Hoogwaterbescherming

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal Voorzitter, M.A.P. Michels Griffier: G.A. Stavenga-Joling Aanwezig: Gemeentebelangen: G.

Nadere informatie

ons kenmerk FLO/U Lbr. 12/051

ons kenmerk FLO/U Lbr. 12/051 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Voortgang samenwerking in de afvalwaterketen uw kenmerk ons kenmerk FLO/U201200597 Lbr. 12/051 bijlage(n)

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Kenmerk Vergaderdatum 9 juni Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht

Voorstel aan de raad. Kenmerk Vergaderdatum 9 juni Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht Voorstel aan de raad Opgesteld door Stadswerken Kenmerk 15.502990 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 9 juni 2015 Geheim Nee Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht Het College van burgemeesters

Nadere informatie

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp Vergadering 4 december 2007 Gemeenteraad Onderwerp : Vaststellen Waterplan 2006-2010 inclusief de nota van zienswijzen en reacties. B&W vergadering : 30 oktober 2007 Dienst / afdeling : SB.BOR.WA Aan de

Nadere informatie

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015 agendapunt 3.b.12 1220707 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Portefeuillehouder Olphen, J.W.A. van Datum 10 november 2015 Aard bespreking

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) 2014-2017 1. Inleiding Een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) beschrijft het beleid voor de drie gemeentelijke zorgplichten

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 49727 Datum : 10-06-2014 Programma : Strategie Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. V. van den Berg Informatie

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: O.R. Wagner

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: O.R. Wagner Raadsvoorstel Registratienummer: RVO17.0065 Portefeuillehouder: O.R. Wagner Van afdeling: Stadsbeheer Bijlagen: Behandelend ambtenaar: Telefoonnummer: E-mail adres: ing. A.J.J. Post (0223) 67 8919 a.post@denhelder.nl

Nadere informatie

RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI

RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI 2016 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor een Openbare Raadsvergadering op donderdag 29 september 2016 om 19.30 uur

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING RAADSVOORSTEL MET VERORDENING Raadsvergadering : 21 november 2016 Agendapunt : Onderwerp : Verordening rioolheffing Opsterland 2017 Portefeuillehouder : Rob Jonkman Voorstel 1. De Verordening rioolheffing

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen. Raadsvoorstel Gemeente Mook en Middelaar Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d. d. Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 23 februari 2017 Samenleving

Nadere informatie

Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 18Z00178/ M. Wildschut

Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 18Z00178/ M. Wildschut Raadsvoorstel Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2022 (GRP) Zaaknr/Documentnr Portefeuillehouder : : 18Z00178/18.0002303 M. Wildschut Losser, 13 februari 2018 Voorstel 1. Het ontwerp GRP Losser

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 maart 2016 Agendapuntnummer : III, punt 5 Besluitnummer : 2028 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Rapportage

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE UDEN

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE UDEN OPENBARE BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE UDEN Vergadering van het College van burgemeester en wethouders op 4 november 2014 om 09.00 uur. Aanwezig: Drs.

Nadere informatie

Besluitenlijst Burgemeester en wethouders van 28 januari 2014. Aanwezig:

Besluitenlijst Burgemeester en wethouders van 28 januari 2014. Aanwezig: Besluitenlijst Burgemeester en wethouders van 28 januari 2014 Aanwezig: Burgemeester, Secretaris, Wethouder, Wethouder, Wethouder, de heer J.R.A. Boertjens de heer H. Siegersma mevrouw A. Wachter de heer

Nadere informatie