Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Transcriptie

1 svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon ( ) Aan de gemeenteraad Voorgesteld besluit 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan vast te stellen. 2. In te stemmen met de heffing van de verbrede rioolheffing voor deze planperiode conform scenario 3. Samenvatting De gemeente heeft de wettelijke verplichting om een Gemeentelijk Rioleringsplan ( GRP ) vast te stellen. De gemeente heeft de zorgplicht voor het inzamelen en transport van afvalwater en afvloeiend hemelwater. Daarnaast heeft de gemeente een aantal grondwatertaken gekregen. In dit GRP wordt de voorgaande GRP periode van geëvalueerd. De gewenste situatie wordt omschreven met bijbehorende doelen en functionele eisen. De huidige situatie wordt getoetst en de aanwezige voorzieningen worden aangegeven. Daarna wordt aangegeven wat er gedaan moet worden om de doelen te bereiken. De organisatorische en financiële gevolgen worden in beeld gebracht en de mogelijke kostendekking wordt doorgerekend. In dit voorgesteld besluit wordt aan uw raad gevraagd om het GRP vast te stellen en ter financiering van de kosten voor scenario 3 te kiezen. Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting Stukken ter inzage: Collegebesluit 14 september en de daarbij behorende stukken

2 -2-1. Aanleiding voor het voorstel In de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenten een GRP moeten opstellen. Het vorige GRP Emmen was opgesteld voor de periode 2005 t/m Het huidige GRP is in 2009 verlengd tot aan de vaststelling van dit nieuwe GRP. Daarnaast is per 1 januari 2008 de wet Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht. In deze wet heeft de gemeente zorgplicht voor: a. de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater; b. de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; c. het treffen van maatregelen in het openbaar gebied teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Het verlopen van de planperiode en de verandering in de wet- en regelgeving vormen de aanleiding om het GRP te actualiseren en te verbreden. De gemeente staat in deze planperiode voor een omvangrijke opgave. Deze omvangrijke opgave is niet vanuit een hoog ambitie niveau maar de omvang van de uit te voeren werkzaamheden. Het gekozen ambitieniveau is doelmatig en afgestemd op de wettelijke verplichtingen. Goed rentmeesterschap staat hierbij voorop. De omvang van de opgave wordt bepaald door de grote hoeveelheid aan maatregelen (onderzoek, vervangingen en verbetermaatregelen), waarvan de vervanging en verbetering van de riolering de grootste component is. Dit komt omdat Emmen na de oorlog met Marshall-gelden is ontwikkeld en snel is gegroeid. De riolering die in deze periode navenant in grote omvang is aangelegd heeft zijn restlevensduur bereikt en dient de komende periode voor een deel vervangen te worden. 2. Argumentatie/beoogd effect Met dit opgestelde GRP geeft de gemeente Emmen invulling aan de wettelijke verplichting om een GRP op te stellen conform de Wet milieubeheer (Wm art ) en de voormalige Wet op de waterhuishouding (Whh art. 9a en 9b). De Wet op de waterhuishouding is per 1 januari 2010 vervangen door de Waterwet. Van toepassing zijn de artikelen 3.5 en 3.6 van de Waterwet. Per 1/ is de wet Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken van kracht. Dit laatste geeft een zorgplicht als voornoemd. Deze wetgeving draagt bij aan de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. In het nieuwe GRP zal de nadruk naast het doelmatig beheer komen te liggen op de nieuwe zorgplichten voor hemelwater en grondwater en het verkrijgen van meer inzicht in de toestand en het functioneren van de riolering en de grip op de organisatie van het rioolbeheer. In het nieuwe GRP zijn de noodzakelijke maatregelen (onderzoek, vervangingen en verbetermaatregelen) opgenomen om als goed rentmeester de rioleringszorg op doelmatige wijze uit te voeren. 3. Relatie met bestaand beleid/eerder genomen besluiten Het huidig GRP is op 28 april 2005 door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan heeft een belangrijke rol vervuld in de rioleringszorg ten aanzien van emissiebeperkende maatregelen in het kader van het Afvalwaterakkoord 2004 tussen de gemeente en de beide waterschappen.

3 De raad heeft op 1 december 2005 besloten dat in 2012 het tarief kostendekkend moet zijn. Eventuele tekorten worden gedekt uit de egalisatiereserve. -3- Op 29 oktober 2009 heeft de raad ingestemd met verlenging van het GRP tot aan het moment dat dit nieuwe GRP is vastgesteld. Het college heeft in september 2009 de invoering van de rioolheffing ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad (BW ). De gemeenteraad heeft op 27 oktober 2009 hiermee ingestemd. Door het GRP vat te stellen voldoet de gemeente aan de wettelijke verplichtingen op grond van artikel 4.22 en Wet Milieubeheer alsmede art. 3.5 en 3.6 Waterwet. 4. Afstemming met externe partijen/communicatie Bij de totstandkoming van dit GRP is gebruik gemaakt van een projectgroep en een klankbordgroep. Aan de klankbordgroep namen naast medewerkers van de gemeente ook afvaardigingen van beide waterschappen, provincie en waterleidingmaatschappij Drenthe deel. 5. Financiële consequenties/voorgestelde dekking Voor het inzichtelijk maken van de financiële consequenties is zowel de korte termijn (de planperiode 2010 t/m 2015) als de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) beschouwd. De gemiddelde investeringen per jaar zijn circa 15,9 miljoen euro. De uitgaven zijn verdeeld over de onderdelen vervanging en verbetering van de riolering, jaarlijkse exploitatiekosten en overige kosten. Het betreft hier respectievelijk over 62%, 18% en 20%. Het onderdeel overige kosten heeft betrekking op onderzoek, programma verbeteringsmaatregelen en de kapitaalslasten van investeringen uit het verleden. De raad heeft op 1 december 2005 besloten dat in 2012 het tarief kostendekkend moet zijn. Eventuele tekorten worden gedekt uit de egalisatiereserve. Om de investeringen per vanuit het nieuwe GRP kostendekkend te kunnen financieren zou de rioolheffing 338 incl. BTW per heffingseenheid moeten bedragen. Omdat de gemiddelde rioolheffing per aansluiting in 2010 van 127 en in 2011 van 160, lager is dan de benodigde rioolheffing van 338, zijn een viertal scenario s berekend om te bepalen hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. De scenario s zijn hieronder kort beschreven: 1. het doorzetten van de huidige lijn waarbij jaarlijks de opbrengst van de heffing met 0,5 miljoen wordt vergoot, dit komt overeen met een stijging van gemiddeld 10, - per aansluiting 2. een zodanige procentuele stijging van de rioolheffing (15%) dat binnen de volgende planperiode een op lange termijn kostendekkend tarief wordt bereikt 3. een verhoging tot een op korte termijn (alleen voor de planperiode) kostendekkend tarief, geen reservering voor toekomstige vervanging 4. de heffing in een keer verhogen tot een voor de planperiode kostendekkend tarief, daarna een jaarlijkse verhoging met 10, - tot een op lange termijn kostendekkend niveau wordt bereikt

4 -4- Wij adviseren uw raad om voor deze planperiode in te stemmen met scenario 3. Met scenario 3 wordt invulling gegeven aan een kostendekkend tarief waarbij geen reservering wordt opgebouwd voor vervangingen die buiten de planperiode gerealiseerd worden. Bij dit scenario worden geen rentelasten ten laste van de algemene reserve gelegd. Het scenario 1 wordt afgeraden omdat hierbij de kosten die op korte termijn gemaakt moeten worden ver in de toekomst worden geschoven wat een hogere heffing tot gevolg heeft aan het einde van de beschouwde periode van 60 jaar. Scenario 2 heeft tot gevolg dat in de periode tot en met 2017 geen kostendekkend tarief wordt geheven. Bij scenario 1 en 2 wordt een negatief saldo opgebouwd in de egalisatievoorziening. Dit heeft tot gevolg dat de rentelast in deze periode ten laste komt van de algemene reserve. Nadat het tarief kostendekkend wordt zal de rentelast vanuit de egalisatievoorziening terugvloeien naar de algemene reserve. Scenario 4 geeft op korte termijn een heel sterke stijging in de lasten voor de burger. Na de forse stijging in het kader van het bezuinigingspakket zal voor 2011 nogmaals een forse stijging noodzakelijk zijn tot een heffing van 227. In onderstaande tabel is per scenario de heffing voor de planperiode weergegeven (peiljaar 2010) jaar scenario 1 scenario 2 scenario 3 scenario 4 verhoging 10 per jaar verhoging15% per jaar kostendekkend per planperiode eenmalige verhoging, daarna met ,00 127,00 127,00 127, ,00 160,00 160,00 227, ,00 184,00 195,00 237, ,00 211,60 195,00 247, ,00 243,34 195,00 257, ,00 279,84 195,00 267,00 Voor het kunnen vergelijken van de tarieven is hieronder een overzicht opgenomen van de tarieven en percentage kostenddekendheid van de omliggende gemeente Borger-Odoorn en Coevoerden. Daarnaast is dit opgenomen van de gemeente Ede. Gemeente Huidige heffing dekkingspercentage Toekomstige heffing Borger-Odoorn 167, % ,50 (vanaf 2013) Coevorden 178, % ,-- (vanaf 2014) Ede 155, % ,-- (vanaf 2028) (Gegevens zijn afkomstig uit de GRP-en van de desbetreffende gemeenten). De definitieve vaststelling van de heffing vindt zoals gebruikelijk plaats in de raadsvergadering van 16 december 2010, bij de vaststellingen van de leges en tarieven. Een conceptbesluit is bijgevoegd. Emmen, 14 september Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester, A.J. Mewe C. Bijl

5 -5- sbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 september 2010, nummer: 10/842; gelet op het bepaalde in artikel 4.22 en Wet Milieubeheer alsmede art. 3.5 en 3.6 Waterwet; b e s l u i t : 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan vast te stellen. 2. In te stemmen met de heffing van de verbrede rioolheffing voor deze planperiode conform scenario 3. Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 oktober de griffier, de voorzitter, H.D. Werkman C. Bijl