Aanhangsel nr

Transcriptie

1 Aanhangsel nr Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Leeuwarden, ingediend op 21 november 2017 door S. Hollander namens de VVD fractie, over bestemmingsplannen. Vraag 1. De VVD is een voorstander van globale en flexibele bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen moeten niet knellen, maar lucht geven en inspelen op ontwikkelingen. Ook de Rijksoverheid adviseert om steeds globaler te bestemmen. Onze toekomst is niet in beton gegoten dus laten we dat ook niet met onze bestemmingsplannen doen. Bent u dit met ons eens? Zo ja hoe wil u dit vormgeven? Antwoord Geconstateerd wordt dat er binnen de gemeenteraad verschillende opvattingen heersen ten aanzien van bestemmingsplannen: voor- en tegenstanders ten aanzien van het globale karakter. Begin 2013 is er in de commissie stadsontwikkeling, bij de behandeling van de aanpassingen van het beeldkwaliteitsplan (welstandsrichtlijnen) voor de wijk Blitsaerd, enige discussie ontstaan over het opstellen van globale bestemmingsplannen. Ook de plannen voor de Zuidlanden werden als globale plannen benoemd. Een aantal raadsleden heeft aangegeven deze plannen té globaal te vinden (met alle onzekerheden voor de burger van dien). Dit kan soms tot gevolg hebben dat andere initiatieven worden aangedragen die bij nader inzien ook passen binnen de regels. Als voorbeeld benoemen we hier: de gebleken mogelijkheid van de vestiging van een benzinestation in de Zuidlanden. Globale plannen hoeven echter niet per definitie te leiden tot onduidelijkheid bij de burgers. Dit hangt onder meer samen met een goede communicatie tijdens de opstelling en procedure van het desbetreffende bestemmingsplan over de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Zoals bij u bekend heeft het Rijk de gemeente Leeuwarden de mogelijkheid geboden om het bestemmingsplan Buitengebied van het voormalige Boarnsterhim te actualiseren via een pilot. Hiermee doen we nu al ervaring op met de op handen zijnde Omgevingswet. Binnenkort volgt in het kader van de pilot een raadsvoorstel kaderstelling Omgevingsplan Leeuwarden Buitengebied Zuid. In dit kader wordt aan de raad een aantal keuzes voorgelegd met betrekking tot het opstellen van dit omgevingsplan: onder andere over het

2 detailniveau van de regelgeving, en welke nieuwe onderdelen uit de fysieke leefomgeving we kunnen gaan toevoegen (ten opzichte van het oude bestemmingsplan). Wij menen dat dit een goed moment is om met elkaar het gesprek aan te gaan over dit onderwerp. Vooruitlopend hierop benadrukt het college dat zij voorstander is van het stellen van minder regels en het bieden van meer ruimte. Een en ander dus in de geest van de Omgevingswet. 2. Sommige bestemmingsplannen zijn een lappendekens van bestemmingen waarbij soms heel verschillend omgegaan wordt met individuele eigenaren/gebruikers. Zo wordt op de Hemrik wonen op de ene plek toegestaan en op de andere gedoogd zolang het duurt. Dit werkt willekeur in de hand. Iets is recht of krom. Wij willen dan ook dat er 1 lijn wordt getrokken. Erkent en herkent u de geschetste situatie op de Hemrik? Hoe verklaart u dat in vergelijkbare situaties verschillend gehandeld wordt door de gemeente? 3. Wij willen de situatie graag gelijk trekken voor de bestaande woon-werk eenheden en deze functie ook formeel toestaan. Dat geeft rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Bent u hiertoe bereid? Zo nee waarom niet? Dat sommige bestemmingsplannen een lappendeken van bestemmingen zijn waarbij soms heel verschillend omgegaan wordt met individuele eigenaren/gebruikers wordt door ons niet onderschreven. De laatste 6, 7 jaar wordt er gewerkt met een standaard waarbij de diverse bestemmingsplannen zo goed als mogelijk op dezelfde manier worden verbeeld (plankaart) en de regels ook zo goed als mogelijk worden geharmoniseerd. Soms blijft het echter maatwerk. Zo ook de situatie waarna wordt verwezen op de Hemrik. Begin jaren negentig zijn rondom de industrieterreinen Hemrik, Leeuwarden-Oost, Leeuwarden-West en de Vliegbasis, waar zware industrie mogelijk werd gemaakt, op grond van de Wet geluidhinder geluidzones vastgesteld om een duidelijk grens tussen wonen en werken aan te geven. Op de zonegrens mag niet meer geluid geproduceerd worden dan 50 db(a) door alle bedrijven gezamenlijk. Doel van deze operatie was en is om een duidelijke scheidslijn te trekken tussen wonen en werken: op het industrieterrein wordt gewerkt en buiten de geluidzone kan gewoond worden zonder geluidoverlast te ervaren. Voor enkele reeds aanwezige woningen op industrieterrein de Hemrik en voor de woningen die lagen tussen het industrieterrein en de zonegrens, de zogenaamde geluidzone rondom het industrieterrein, zijn zogenaamde Maximaal Toegestane Geluidniveaus (MTG s) vastgesteld. Daarnaast zijn er saneringsmaatregelen getroffen bij de reeds gevestigde bedrijven om het geluid zoveel mogelijk te beperken.

3 Op basis van het bestemmingsplan Leeuwarden Industrieterrein Leeuwarden Oost en de Hemrik, vastgesteld op 27 augustus 2013, heeft een groot deel van de percelen de bestemming Bedrijventerrein - 2 met de functieaanduiding bedrijf tot en met categorie 4.2 (derhalve ook zwaardere bedrijvigheid). Bedrijfswoningen zijn toegestaan, ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning. De bedrijfswoningen die op De Hemrik positief zijn bestemd, zijn bedrijfswoningen die al onder het vorige bestemmingsplan zijn gerealiseerd en waarvan in een gerechtelijke uitspraak rond de vaststelling van het bestemmingsplan is geconstateerd, dat deze in het bestemmingsplan moesten worden opgenomen. Gevoelige objecten op een gezoneerd industrieterrein worden niet getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Dit blijkt uit een uitspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2007:AZ6867. Uit de uitspraak blijkt ook dat er wel een bescherming mag worden geboden (al dan niet door het opnemen van voorschriften). Belangrijk is vooral dat het speciale vestigingsklimaat voor inrichtingen op een gezoneerd industrieterrein niet mag worden aangetast. Naast geluid zijn er immers meer beperkende parameters zoals stof, stank en gevaar waar milieuvergunningverleners aanvragen voor een bedrijfsvestiging aan moeten toetsen. Of een woning op een industrieterrein gelegen is of in een woonwijk maakt voor de milieubelasting dan niet uit. Dit betekent dat elke nieuwe woning op een bedrijventerrein in principe zorgt voor een beperking van de mogelijkheden van bedrijven in de directe omgeving van deze woning. Dit betreft zowel de bestaande bedrijven, maar ook nieuw te vestigen bedrijven. Zoals aangegeven levert het toestaan van nieuwe bedrijfswoningen op De Hemrik een beperking op van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven. De kans dat een beroep wordt gedaan op de planschaderegeling is niet vooraf in te schatten, maar het risico dat planschade in

4 dat geval wordt toegekend is zeer groot. Ons inziens kunnen bedrijfswoningen alleen worden toegestaan op bedrijventerreinen waar bedrijven met een lichte milieubelasting zijn toegestaan (max. cat. 3.1). In een dergelijk geval zijn beide functies goed te combineren. Wij willen dan ook één lijn blijven hanteren en geen extra woningen toestaan op deze gezoneerde bedrijventerreinen. 4. Nog te vaak krijgen we signalen van inwoners en ondernemers dat ze zijn overvallen door plotselinge bestemmingsplanwijzigingen. Een bestemmingsplanwijziging kan een enorme impact hebben op je woon en werkgenot. Wij begrijpen heel goed dat mensen druk zijn en ook wel eens de Huis aan Huis missen. Daarom zouden wij graag zien dat de gemeente actief bestemmingsplanwijzigingen communiceert met degenen die het betreft. Bent u daartoe bereid? Zo nee waarom niet? Bekendmakingen over bestemmingsplannen worden via de Staatscourant en de Huis aan Huis bekendgemaakt. Ook wordt de geplande actualisatie van conserverende bestemmingsplannen opgenomen in de wijkactiviteitenprogramma s die jaarlijks met de wijken en dorpen worden opgesteld. Daarnaast zijn gemeenten sinds 1 januari 2014 wettelijk verplicht om algemeen verbindende voorschriften elektronisch bekend te maken. Dit geldt ook voor bestemmingsplannen. Een en ander wordt voor de burger zichtbaar op overheid.nl en in samenvatting tevens op leeuwarden.nl. Ook kan de burger zich aanmelden voor een service en optioneel de omgevingsalertapp, waarmee burgers kunnen zien wat er in hun omgeving speelt. Vanuit de raad is eerder de wens geuit om belanghebbenden en eigenaren van panden per brief te informeren over voorgenomen plannen c.q wijzigingen. Het is echter niet uitvoerbaar en ook niet gebruikelijk om alle eigenaren van gronden en percelen bij een bestemmingsplanaanpassing per brief te informeren. Een selectie leidt tot willekeur en rechtsongelijkheid. De verantwoordelijkheid ligt dus bij de eigenaar zelf om via Huis-aan-huis, website of de nieuwe digitale mogelijkheden de gemeentelijke informatie te volgen. Wel is er om die reden met uw raad afgesproken dat in elk te actualiseren bestemmingsplan (als bijlage 1 van de toelichting) een overzicht opgenomen wordt van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Dit overzicht is vanaf de inspraak van het voorontwerp bestemmingsplan beschikbaar gesteld

5 waardoor belanghebbenden snel inzicht kunnen krijgen wat de relevante aanpassingen zijn. Wij vinden het belangrijk dat de procedures voor het opstellen van ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) voor derden overzichtelijk en duidelijk zijn en dat belanghebbenden hiervan voldoende kennis kunnen nemen zodat ze op een goede wijze en op het juiste moment hun inbreng kunnen leveren. Gezien echter alle (met name ook digitale) mogelijkheden om kennis te nemen van in procedure zijnde bestemmingsplannen, in combinatie met het overzicht belangrijkste wijzigingen zijn wij van mening dat hierover voldoende wordt gecommuniceerd en dat er voldoende mogelijkheden zijn om hiervan kennis te nemen. Leeuwarden, 12 juni 2018 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, burgemeester. secretaris.