HANDLEIDING PLAN B VOOR LERAREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING PLAN B VOOR LERAREN"

Transcriptie

1 HANDLEIDING PLAN B VOOR LERAREN

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Benodigdheden 4 Spelregels 5 Basisregels 5 Conclusies bij het basisspel 5 Rollenverdeling 6 Kaarten verzamelen 7 Ga naar start 8 De binnenste cirkels 8 Speciale vakjes 9 Uitwerking vragen 10 Blauwe en groene vragen 10 Uitdagingsvragen 23 Leerplandoelen 30 Bronnen 32 2

3 Inleiding Welkom bij de lerarenhandleiding van Plan B. Dit spel is ontwikkeld ter herhaling van de leerstof getallenleer die aan bod is gekomen tijdens de wiskundelessen in de eerste graad. Met behulp van symbolen op de kaarten, kan je de leerjaren onderscheiden. In deze bundel vind je de volgende onderdelen terug: - Benodigdheden: alles wat je nodig hebt om dit spel te spelen, vind je hier terug. - Spelregels: jij bent begeleider van het spel, dus in deze bundel komen echt alle regels aan bod. De leerlingen krijgen hier een beknopte versie van om te spelen. - Uitwerking van de vragen: wij hebben al onze vragen op voorhand uitgewerkt, ook voor de leerlingen. - Leerplandoelen: elke vraag hoort bij een leerplandoel. Als je op basis van de leerplandoelen werkt, kan je er gemakkelijk de kaarten uithalen die je niet in het spel wilt gebruiken. Het spel is bedoeld om met vier leerlingen te spelen. Dit wil dus zeggen dat je meerdere spelborden per klas nodig heeft. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen, de beschikbare tijd om te spelen, de mentaliteit van de leerlingen kan je het aantal spelers per spel nog aanpassen. Bij de benodigdheden staan er dus niet altijd aantallen vermeld, omdat dit varieert naargelang het aantal spelers per spel dat je verkiest. We wensen je alvast veel speelplezier! Anne Ricou en Faye Vercruysse 3

4 Benodigdheden - 1 spelbord - Pionnen - 1 dobbelsteen - Kaarten Denkvragen Uitwerkvragen Uitdagingen - Pen en (klad)papier - 1 antwoordensleutel - 1 steekkaart met speluitleg - 1 stopwatch, gsm of smartphone Het materiaal waarbij geen aantal genoteerd staat, hangt af van hoe je beslist het spel te spelen (aantal spelers, welke kaarten je er in laat ). Je kan het materiaal gratis downloaden via de site: Je vindt het materiaal hier zowel als pdf-bestand als Publisher-bestand. Je kiest zelf welke versie je het liefst hebt. Hier kan je eventueel ook je eigen kaartjes maken. Als je Publisher op je computer hebt, kan je dit hierin doen. Anders print je het pdf-bestand af en noteer je je vragen met de hand op de kaartjes. 4

5 Spelregels Basisregels Verzamel het nodige aantal kaarten op de buitenste cirkel (groen en blauw). Ga naar de dichtstbijzijnde start en los een uitdagingsvraag op. Juist? Verschuif naar de binnenste cirkel. Fout? Blijf op start staan tot je weer aan de beurt bent. Dan kan je nog eens proberen. Los als eerste de vraag op finish juist op. Conclusies bij het basisspel Dit spel is verschillende keren uitgetest. We hebben dit steeds gedaan binnen een lesuur. Hierbij kwamen we tot de volgende belangrijke conclusies omtrent de basisregels: De leerlingen zijn het best mee met het spel, wanneer de begeleidende leerkracht de spelregels op voorhand met hen overloopt. Toch is het ook belangrijk om tijdens het spel een houvast te hebben. Daarvoor hebben we de steekkaart ontwikkeld. Daarop staan de symbolen, een kort speloverzicht en welke taken er te verdelen zijn binnen het spel. Ook de benodigdheden van het spel staan er op. Zo is het gemakkelijker voor hen om het spel correct op te ruimen. Verder kwamen we tot de conclusie dat het ideale aantal spelers vier is. Zo kunnen ze gemakkelijk rond het bord zitten en hoeven ze niet te lang op elkaar te wachten. Zoals al in de inleiding vermeld: als je denkt dat je leerlingen dit sneller kunnen, kan je dit gerust met meer personen spelen. Om het spel te kunnen uitspelen, stellen we voor dat de leerlingen drie kaartjes moeten verzamelen voor ze naar de binnenste cirkel mogen gaan. Als je hiervoor meer kaartjes kiest, is de kans groot dat er geen enkele leerling naar de binnenste cirkel geraakt voordat het lesuur om is. 5

6 Als derde conclusie stelden we vast dat onze spelregels niet uitgebreid genoeg waren. Er waren tijdens het testen veel Wat als? -vragen. De meest voorkomende vragen staan op de steekkaart van de leerlingen genoteerd. Andere vragen zullen in deze bundel aan bod komen. Als laatste willen we graag nog eens stil staan bij de smiley. Niet elke leerling vond dit symbool even goed gekozen, aangezien we tijdens het testen hieronder de opdracht Doe een kip na hadden gekozen. Bij deze smiley kan je echter je eigen opdracht verzinnen. Op de steekkaart van de leerlingen staat er dan ook doe eens gek geschreven. Je kan dit dan gemakkelijk aanpassen naar je spel. Rollenverdeling Er zijn twee leerlingen die een speciale rol krijgen in het spel: de tijdsbewaker en de antwoordenmeester. De tijdsbewaker gebruikt een stopwatch, gsm of smartphone om de tijd in het oog te houden. De tijd om een vraag op te lossen, is namelijk beperkt (zie verder). Dit is de enige leerling die hiermee bezig is. Bij het testen was dit geen probleem, de leerlingen konden zich hier goed aan houden. De antwoordenmeester is de enige leerling die zich bezig houdt met de antwoordensleutel. Dit boekje wordt dus niet doorgegeven aan andere leerlingen. Wanneer een leerling klaar is met het oplossen van een vraag, kijkt de antwoordenmeester of dit juist is. Indien nodig, verklaart de antwoordenmeester ook het antwoord. 6

7 Kaarten verzamelen De eerste stap in het spel, is het verzamelen van het nodige aantal kaarten. Zoals je hierboven kan lezen, vinden wij drie (blauwe en/of groene) het ideale aantal kaarten om het spel in een lesuur te spelen. Je kan dit aantal laten variëren als je merkt dat een klas sterker/zwakker is. SOORTEN KAARTEN Er zijn drie verschillende soorten kaarten: - Denkvragen (groen) - Uitwerkvragen (blauw) - Uitdagingsvragen (geel) Bij de denkvragen zullen de leerlingen de ene keer moeten stilstaan bij welke regel ze gebruiken, de andere keer moeten ze redeneren om een vraag op te lossen. Niet alle leerlingen zullen pen en papier nodig hebben bij deze vragen. De uitwerkvragen zijn de vragen die moeten uitgewerkt worden. Hierbij hebben ze zeker pen en papier nodig. De uitdagingsvragen haalden we uit de oefeningen van de VWO (Vlaamse Wiskunde Olympiade), de Kangoeroewedstrijd en de JWO (Junior Wiskunde Olympiade). Deze vragen zijn dus zeker de naam uitdaging waard. TIJDSLIMIET Omdat de ene vraag al moeilijker is dan de andere, hebben wij op alle vragen een tijdslimiet gezet. Waarom is dit nodig? We merkten dat het spel niet voldoende vooruit ging zonder tijdslimiet. Op de groene en blauwe kaarten staat een tijdslimiet van 1 minuut en 30 seconden. Om de gele kaarten op te lossen, voorzien we een tijdslimiet van 2 minuten en 30 seconden. Voor sommige leerlingen zal dit nog te kort zijn, maar dit is ook afhankelijk van de vragen zelf. Als begeleider kan je hier indien nodig voor jouw klas ook een andere tijdslimiet op zetten. 7

8 Ga naar start Wanneer de leerlingen de nodige kaarten hebben, mogen hun pion naar een startvak verplaatsen. Er zijn twee startplaatsen. Ze nemen gewoon het eerste vak dat ze tegen komen. Als ze te veel ogen gedobbeld hebben, mogen ze toch op dit vakje staan. Wanneer ze dan een kaart juist oplossen, kunnen ze hun pion reeds naar het deel van de binnenste cirkels verschuiven. Als ze de vraag fout oplossen, dan blijven ze staan op het gele vak en krijgen ze de volgende beurt nog een kans. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een leerling hier meerdere beurten op blijft staan. De leerling blijft dus staan op start, totdat hij een kaart juist heeft beantwoord. Dit zal afhangen van de uitdagingsvraag zelf. Als de leerlingen op het speciale vakje ga naar start staan, dan mogen ze zelf kiezen naar welke startplaats ze gaan. Ze verplaatsen hun pion, maar moeten hierbij geen vraag oplossen. Je verzamelt namelijk drie groene en/of blauwe kaarten om naar de binnenste cirkels te mogen, geen gele kaarten. Een andere mogelijkheid is dat de leerlingen wel reeds een gele vraag oplossen wanneer ze op START staan. Wanneer ze deze juist beantwoorden, kunnen ze de gele kaart bijhouden als bonuskaart. Als ze dan hun drie kaarten verzameld hebben en naar START moeten gaan, hoeven ze geen gele vraag meer op te lossen maar kunnen ze hun bonuskaart hier gebruiken. Deze wordt dan onder de stapel geschoven. De binnenste cirkels Als een leerling er in geslaagd is om een gele vraag op te lossen, kan de leerling verder spelen in de binnenste cirkels. Ook binnen de cirkel zijn er nog speciale vakjes en vragen om op te lossen. De leerling voert de opdracht van een vakje uit, of het nu een vraag is of een speciaal vakje. Zo kan de leerling op een vakje komen waardoor hij weer naar de buitenste cirkel moet. Dit is de enige manier waarop de leerling weer op de buitenste cirkel kan terechtkomen. De leerling kan pas winnen wanneer hij exact op het vakje van finish belandt en de vraag juist beantwoordt. Wanneer de vraag fout beantwoord wordt, gaat de leerling in de volgende beurt weer verder dobbelen. Als de vraag juist wordt beantwoord, dan heeft het spel een winnaar. Als er geen duidelijke winnaar is (niemand belandt op FINISH ), dan is de leerling met de meeste kaartjes gewonnen. Mogelijke variatie: wanneer de leerlingen de binnenste cirkel bereiken, kunnen ze ook winnen zonder dat ze op het vakje FINISH belanden. Dit kan door vier kaarten (twee blauwe en twee groene) in de binnenste cirkel te verzamelen. 8

9 Speciale vakjes Er zijn in totaal acht speciale vakjes. Deze vakjes zorgen ervoor dat er wat meer leven en onvoorspelbaarheden in het spel zitten. Symbool Uitleg Ga terug naar start. Je lost hierbij geen gele vraag op. Neem een kaartje van iemand anders. Als niemand een kaartje heeft, kan je er geen stelen. Doe eens gek! Gooi nog eens. Wissel met iemand van stoel. Ga 4 stappen vooruit of achteruit. Sla een beurt over. Ga naar de buitenste cirkel (je kiest daar een willekeurig vakje). 9

10 Uitwerking vragen Blauwe en groene vragen NR VRAAG UITWERKING 1 Verzin een verhaal rond de vergelijking en los op. 3x 1 = 5 3x 1 = 5 3x = 6 x = 2 Bv: Oma heeft 5 cupcakes gebakken. Ze wil elk kleinkind 3 cupcakes geven, maar heeft er 1 te kort. Hoeveel kleinkinderen heeft oma? 2 Verzin een verhaal rond de vergelijking en los op. 16x = 32 3 Los op en leg je stappen uit Los op en verklaar elke tussenstap x = 32 x = 2 Bv: Je koopt 16 ijsjes voor 32 euro. x is de prijs van 1 ijsje = = = 119 = = = = Los op en verklaar elke tussenstap = = =

11 6 Wat is het teken van 1 ( 3) 4 ( 2) ( 3)2 ( ) 7 Wat is het teken van 2098 ( ) 3 2 ( 3) ( 5)3 ( 1) 6 8 Schrijf zo eenvoudig mogelijk. (3 2 ) Welke regel heb je toegepast? Waarom? 9 Schrijf zo eenvoudig mogelijk Welke regel heb je toegepast? Waarom? 10 Je vermenigvuldigt 2 met 4, 16 en 64. Dit is gelijk aan (A) 2 4 (B) 2 7 (C) 2 10 (D) 2 13 (E) Welke regel gebruik je om 2 7 en 2 3 te vermenigvuldigen? Om deze oefening op te lossen, moet je goed weten wanneer een teken verandert. Je krijgt een positief getal. Om deze oefening op te lossen, moet je goed weten wanneer een teken verandert. Je krijgt een negatief getal. (3 2 ) = = Regels: - Bij machten met eenzelfde grondtal tel je de exponenten op. - Wanneer je de macht van een macht neemt, vermenigvuldig je de exponenten = 2 4 (2 2 3) 3 (3 2 ) = = Regels: zie kaart = = 2 13 Het juiste antwoord is D = 2 10 Regel: Bij de vermenigvuldiging van machten met eenzelfde grondtal tel je de exponenten op. 11

12 12 Hoe werk je dit uit? = = = = 2 35 Machten uitschrijven en dan schrappen in de breuk. 13 Welke macht van 2 krijg je? Welke macht van 3 krijg je? Om 12 cupcakes te maken heb ik het volgende nodig: gram roomboter gram kristalsuiker gram zelfrijzende bloem - 2 eieren = (2 2 ) 9 (2 3 ) = = = (3 2 ) 2 = 3 21 We nemen de helft van alle ingrediënten. Dan krijgen we 150 g = 75 g van boter, suiker en 2 bloem en 1 ei. Hoeveel heb ik van alles nodig om 6 cupcakes te maken? 16 je vermenigvuldigt een getal met 3, daarna trek je er 4 van af. De uitkomst is gelijk aan 14. Welk getal zoeken we? 17 Je kocht een tweedehands iphone en een hoesje voor 458,10 in totaal. Het hoesje kostte 9,95. Hoeveel betaalde je voor je iphone? 3x ( 4) = 14 3x + 4 = 14 3x = 10 x = 10 3 We nemen x als onbekende voor de prijs van de iphone. x + 9,95 = 458,10 x = 458,10 9,95 = 448,15 De iphone kost 448, Je speelt Flappy Bird 3. Elke keer dat je niets raakt, krijg je 3 punten. Je hebt 342 punten. Hoeveel hindernissen ben je gepasseerd? =

13 19 Zo n 75% van de leerlingen heeft een smartphone. Daarvan heeft 50% een iphone. In totaal zijn er 688 leerlingen op school. Hoeveel leerlingen gebruiken een iphone? % = = = = 516 leerlingen 516 leerlingen 1 = 258 leerlingen 2 20 Geef 3 getallen die tot N behoren. Voorbeeld: 1, 2, 3 21 Geef 3 getallen die tot Q behoren maar niet tot Z. Voorbeeld: 1 2, 3 4, Wat betekent dit symbool? De positieve vierkantswortel 23 Wanneer hoort een getal wel tot N maar niet tot Z? Nooit, want alle natuurlijke getallen (N) zijn ook gehele getallen (Z). N is een deelverzameling van Z. 24 Wat is het symbool voor de verzameling van de rationale getallen? 25 Bestaan er getallen die tot N behoren maar niet tot Q? Geef een tegenvoorbeeld of leg uit. 26 Bestaan er getallen die tot Q behoren maar niet tot N? Q Nee, want alle natuurlijke getallen (N) behoren tot de verzameling van de rationale getallen (Q). N is een deelverzameling van Q. Ja: voorbeeld 2, 7, Geef een tegenvoorbeeld of leg uit. 27 Welke verzameling heeft als symbool Z? Gehele getallen 28 Kyle loopt samen met zijn hond in het bos. Hij vertrekt van punt A en loopt 30 m in noordelijke richting, 2 km in oostelijke richting, 200 m in zuidoostelijke richting en cm in westelijke richting. 30 m + 2 km m + 30 km = 0,03 km + 2 km + 0,2 km + 30 km = 32,23 km Hoeveel km heeft Kyle in totaal gewandeld? 13

14 29 Ik sta aan de kassa in de Fnac. De smartphone die ik wil kopen, kost 378,99. Het boek Android voor dummies kost 25,99. Daarnaast heb ik nog een kabel van 2,56 en 1 paar oortjes voor 15,78. Hoeveel betaal ik in totaal? + 378, ,99 + 2, ,78 378,99 25,99 2,56 15,78 423,32 30 Werk uit. 31 Werk uit. 32 Werk uit ( 2 3 ) = = = = = = = 213 ( 2 3 ) = = = Schrijf zo eenvoudig mogelijk, zonder uit te rekenen. (3 2 ) = = (3 2 ) Werk uit ( ) 35 Werk uit ( ) ( ) = ( ) = = ( ) = ( ) = = = = 16 6 =

15 36 Werk uit ( 1) ( ) ( 1) ( ) = = = = Werk uit ( 1) Werk uit (5 2) 3 39 Werk uit ( 1) 6 2 = = (5 2) 3 = = = = = = Bereken. 41 Bereken. 42 Bereken. 43 Los op. 44 Los op. 45 Los op ( 1) 1 3x 5x + 9x = 22 9x 2 = 39 34x 19 = ( 1) 1 = 3 = 28 7 = 4 = 1 1 = 1 3x 5x + 9x = 22 7x = 22 x = x 2 = 39 9x = 41 x = x 19 = 73 34x = 92 x = =

16 46 Los op. x + 3 = 7 x = 7 3 = 4 47 Los op. 48 Los op. 49 Los op. 50 Los op. 51 Los op. x + 3 = 7 7x = 14 7x + 3 = 31 x + 3 = 1 3x = 42 5x = 7 7x = 14 x = 14 7 = 2 7x + 3 = 31 7x = 28 x = 28 7 = 4 x + 3 = 1 x = 2 3x = 42 x = 42 3 = 14 5x = 7 x = In een doos zitten 4 appels. Hoeveel dozen heb je nodig om 308 appels op te bergen? 4x = 308 x = = 77 Geef de vergelijking die je hiervoor gebruikt en werk uit. 53 In de klas liggen twee basketballen en een bepaald aantal voetballen. Wanneer we de som van alle ballen met twee vermenigvuldigen, krijgen we 20 ballen. 2 (2 + x) = x = 10 x = 8 Er liggen 8 voetballen in de klas. Hoeveel voetballen liggen er dan in de klas? 54 Tante An heeft 50 cupcakes gebakken om te verdelen onder mijn drie neven en vier nichten. Mijn neven eten elk zes cupcakes, terwijl mijn nichten er elk zeven eten. Hoeveel cupcakes zijn er nog over voor mij? x = = = = 4 Er blijven nog 4 cupcakes over. Werk algebraïsch uit aan de hand van een vergelijking. 16

17 55 Je moet met twee andere leerlingen samenwerken. Je hebt in vijf dagen samen de opdracht afgewerkt. Iedereen maakte een even groot deel. Hoelang had je moeten werken als je de taak alleen had afgewerkt? 56 Je koopt twee paar oorbellen voor 9,00. Hoeveel betaal je voor vijf paar oorbellen? 3 leerlingen werken 5 dagen aan een opdracht. Wanneer je alleen bent heb je 3 keer zoveel tijd nodig om de opdracht af te werken. Dit wil zeggen dat je 3 5 werkdagen nodig hebt, dit is dus 15 werkdagen. 2 paar 9 1 paar 4,5 5 paar 22,5 Deel eerst beide leden door 2, daarna vermenigvuldig je beide leden met Je zit volop in de groei en wordt om de vijf jaar 20 cm groter. Je bent nu 1,45 m groot. Hoe groot zal je over twee jaar zijn? 5 jaar 20 cm 1 jaar 4 cm 2 jaar 8 cm Deel eerst beide leden door 5, daarna vermenigvuldig je beide leden met 2. Je bent nu 1,45 m groot, dus over twee jaar zal je 1,53 m groot zijn. 58 Tickets voor Walibi kosten 35. Je wil samen met drie vrienden gaan. Wat zal dit kosten? 59 Je kan met vier personen in een restaurant eten voor 74,90. Hoeveel betaal je dan voor twee personen? Dit zal 140 kosten = ,90 2 = 37,45 Je betaalt 37,45 voor twee personen. 17

18 60 Welke regel(s) voor het rekenen met machten gebruik je om dit op te lossen? (4x 3 ) 2 + 3x 4x 2 3x 3x 2x Regels: (4x 3 ) 2 + 3x 4x 2 3x 3x 2x = 64x x 3 9 2x Bij het vermenigvuldigen van machten met eenzelfde grondtal, moet je de exponenten met elkaar optellen/aftellen. Macht van een macht is de machten met elkaar vermenigvuldigen. 61 Welke regel(s) voor het rekenen met machten gebruik je om dit op te lossen? 17x 2 2x 9 62 Welke regel(s) voor het rekenen met machten gebruik je om dit op te lossen? (x 2 x 3 ) 7 + 3x 6 x 7 17x 2 2x 9 = 34x 2+9 = 34x 11 Regel: bij het vermenigvuldigen van machten met eenzelfde grondtal, moet je de exponenten met elkaar optellen/aftellen. (x 2 x 3 ) 7 + 3x 6 x 7 = x (2+3) 7 + 3x 6+7 = x x 13 Regels: Bij het vermenigvuldigen van machten met eenzelfde grondtal, moet je de exponenten met elkaar optellen/aftellen. Macht van een macht is de machten met elkaar vermenigvuldigen. 63 Welke regel(s) voor het rekenen met machten gebruik je om dit op te lossen? (3x 2 ) 9 64 Geef de macht van de eenterm. (3x 2 ) 9 = 3 9 x 2 9 = 3 9 x 18 Regel: als je de macht van een macht neemt, vermenigvuldig je de exponenten. De macht van de eenterm is (3x) = Geef het teken van de eenterm. ( x 2 ) Teken van de eenterm is, want de exponent van de eenterm is oneven = = 3 18

19 66 Wat is een eenterm? Het product van een getal met een lettergedeelte. 67 Welke term is het dubbel product bij de uitwerking van (3x 4) 2 Maak gebruik van de formule voor het merkwaardige product. (3x 4) 2 = (3x) 2 2 3x 4 + (4) 2 = 9x 2 24x + 16 dus 24x is het dubbelproduct. 68 Reken dit merkwaardig product uit. (4x 2) 2 69 Hoe werk je een merkwaardig product van de volgende vorm uit? (4x 2) 2 = (4x) 2 2 4x = 16x 2 16x + 4 Maak gebruik van de formule voor het merkwaardige product. (a + b) 2 = a a b + b 2 (a + b) 2 70 Werk uit zonder uit te rekenen. Wat pas je toe? Welke formule gebruik je om te ontbinden in factoren? 4x 2 16x Voor 12 l cola betaal je 18,66. Hoeveel betaal je dan voor 16 l? = (5 7) (5 + 7) Regel: product van toegevoegde tweetermen. 4x 2 16x + 16 = (2x + 4) 2 (a + b) 2 = a 2 + 2ab + b 2 12 l cola 18,66 4 l cola 6,22 16 l cola 24,88 Deel eerst beide leden door 3, daarna vermenigvuldig je met 4. 19

20 73 Lise werkt in de winkel van haar ouders en krijgt voor 4 uur werk 46,24. Hoeveel krijgt ze als ze 10 uur gewerkt heeft? 4 uur 46,20 2 uur 23,12 10 uur 115,60 Deel eerst beide leden door 2, daarna vermenigvuldig je met Vereenvoudig zo ver mogelijk. ( ) ( ) 75 Vereenvoudig zo ver mogelijk Vereenvoudig zo ver mogelijk. ( ) ( ) (3 3 ) Vereenvoudig zo ver mogelijk ( 2) Boer Luc heeft 23 schapen, 2 honden en 2 keer zoveel koeien als de honden en schapen samen. Hoeveel dieren heeft hij op zijn boerderij? ( ) ( ) = = = = 18 (50 1) = = = 1 (2 3) = = ( ) ( ) (3 3 ) = (3 2 2 ) = = ( 2) = 2 1 (2 3 ) = = = = Aantal schapen en honden: = 25 Aantal koeien: 2 keer het aantal schapen en honden dus 2 (23 + 2) = 50 koeien Aantal dieren: = 75 20

21 79 Mijn oudste zus is 7 jaar ouder dan mijn jongste broer. Mijn mama is 11 jaar jonger dan het driedubbel van de leeftijd van mijn jongste broer. Samen zijn ze 116 jaar oud. Hoe oud is iedereen afzonderlijk? Onbekende: leeftijd van de jongste broer = x Leeftijd mama = 3x 11 Leeftijd oudste zus = x + 7 x x + 3x 11 = 116 5x 4 = 116 5x = 120 x = Los op. 81 Los op. 7 x = 5x x = x De jongste broer is 24 jaar, de oudste zus is 31 jaar en de mama is 61 jaar oud. 7 x = 5x 101 5x + x = x = 108 x = x = x = 8x + 5x = 13x x = Schrijf in de standaardvorm. (4x 3) 7x = 28x 2 21x (4x 3) 7x 83 Schrijf in de standaardvorm. (3x 2 8x) (23 9x) 84 Schrijf in de standaardvorm. 35x x x 8 13x (3x 2 8x) (23 9x) = 3x x 2 ( 9x) 8x 23 8x ( 9x) = 69x 2 27x 3 264x + 72x 2 = 27x x 2 264x 35x x x 8 13x = 42x 2 11x

22 85 Schrijf in de standaardvorm. (19x 4 20x 2 + 3) ( 12x 3 + 3x (x 2)) (19x 4 20x 2 + 3) ( 12x 3 + 3x (x 2)) = 19x 4 20x x 3 3x 4 4x + 8 = 16x x 3 20x 2 4x Ontbind zo ver mogelijk in factoren. 2x Ontbind zo ver mogelijk in factoren x 2 30x x3 2 2x = 2 (x ) = 2 (x ) (x ) 3 + 5x 2 30x x3 2 = 1 2 ( 6 + 5x 30x2 + 25x 3 ) = 1 2 ( 6 (1 + 5x2 ) + 5x (1 + 5x 2 )) = 1 2 (1 + 5x2 ) (5x 6) 88 Ontbind zo ver mogelijk in factoren. 3 18x + 27x 2 89 Ontbind zo ver mogelijk in factoren x + 7x x + 27x 2 = 3 (1 6x + 9x 2 ) = 3 (1 3x) x + 7x 2 = 7 (9 6x + x 2 ) = 7 (3 x) 2 22

23 Uitdagingsvragen Onderstaande vragen kan je op enorm veel manieren oplossen. Wij geven hier een meer wiskundige mogelijkheid. 90 Jantje bust brieven in de Langestraat. Hij moet bij alle huizen met een oneven huisnummer een brief in de brievenbus steken. Het eerste huis heeft nummer 15 en het laatste heeft nummer 53. Bij hoeveel huizen bust Jantje een brief? (VWO, Wallabie, 2009) 91 An liet haar rekentoestel vallen en nu is het stuk: het deelt als je op de maaltoets drukt en het trekt af als je op de plustoets drukt. Wat is de uitkomst als An op dit gekke rekentoestel (12 3) + (4 2) invoert? Hoeveel huizen zijn er tussen 15 en 53? = 38 Hoeveel oneven nummers? = 20 (Je hebt nummer 15 er nog niet bijgeteld) (12 3) + (4 2) = (12 3) (4 2) = 4 2 = 2 (VWO, Wallabie, 2011) 92 Vandaag is het zondag. Jeroentje begint een boek van 290 bladzijden te lezen. Elke dag leest hij 4 bladzijden, behalve op zondag, want dan leest hij 25 bladzijden. Hoeveel dagen heeft Jeroentje nodig om het boek te lezen? (VWO, Koala 2009) Zondag tot zaterdag (7 dagen): 49 bladzijden. 7 dagen dagen dagen dagen dagen 294 In 41 dagen is het boek uitgelezen, want alle dagen behalve de zondag leest Jeroentje 4 bladzijden. 93 Hoeveel is , ,1 20, , ,001 = 201,1 20, , ,01 = 1 Redenering: Teller en noemer zijn hetzelfde. (VWO, Wallabie, 2011) 23

24 94 Het quotiënt van de bewerking is gelijk aan? = 28 (2 3 ) 2 = = 22 = 4 (JWO, 2011) 95 Het getal 7 5 eindigt op het cijfer 7. Op welk cijfer eindigt ? (JWO, 2009) 7 0 = 1 4n 7 1 = 7 4n = 49 4n = 343 4n + 3 = 4n = n + 4 = 4n Redenering: Het eindcijfer verandert om de 4 cijfers is een viervoud dus zal eindigen op een 1. Wanneer we 2009 nemen is dit een viervoud + 1 (4n + 1), dit wil zeggen dat het moet eindigen op een Het uitgewerkt product eindigt op? (twee laatste cijfers) (JWO, 2011) 97 Als p + q = 12, dan is p² + q² + 2p + 2q + 2pq gelijk aan? (JWO, 2012) 98 Het kleinste gemeen veelvoud van 25 en 2010 is? (JWO, 2010) = 121 De laatste twee cijfers zijn dus 21. p 2 + q 2 + 2p + 2q + 2pq = (p 2 + q 2 + 2pq) + 2p + 2q = (p + q) (p + q) = = = 168 kgv (25, 2010) = = =

25 99 Grootmoeder bakte een cake voor haar kleinkinderen die haar komen bezoeken. Spijtig genoeg is ze vergeten of ze 3, 5 of 6 kleinkinderen heeft. Ze wil er zeker van zijn dat in elk geval elk kleinkind evenveel cake krijgt. In hoeveel gelijke stukken moet ze de cake snijden om op de drie situaties voorbereid te zijn? We nemen het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 3, 5 en 6. Oma moet dan 30 gelijke stukken hebben. (VWO, Wallabie, 2010) 100 Een ladder heeft 21 sporten. Nick telt de sporten van beneden naar boven. Mike telt de sporten van boven naar beneden. Op de sport waarvan Nick zegt dat het de tiende is, zit een vogel. De hoeveelste sport zal Mike dit noemen? (VWO, Koala, 2010) 101 Nele schrijft de natuurlijke getallen van 1 tot en met 10 op het bord. Ze vervangt telkens twee getallen door hun som verminderd met 1, tot er nog maar één getal op het bord staat. Wat is dat getal? Je begint te tellen van sport 21. Je moet 10 treden naar beneden gaan. Dan krijg je = 11. Je moet natuurlijk nu rekening houden dat je een sport te veel geteld hebt, dus moet je er nog 1 bij optellen. Mike zal dit dus de 12 e sport noemen ( = 12). Hoe je deze vraag ook uitwerkt, je krijgt altijd dezelfde uitkomst: 46. Hieronder vind je een uitwerkingsmogelijkheid. (VWO, Wallabie, 2010) 102 Wat is het kleinste natuurlijk getal van twee cijfers dat niet kan worden geschreven als de som van drie verschillende getallen van één cijfer? (VWO, Wallabie, 2010) De grootste 3 verschillende getallen van één cijfer zijn 9, 8 en 7. Het grootste getal dat je kan krijgen, is dan: = kan dus niet meer gevormd worden. 25

26 103 Vier repen chocolade kosten 6 meer dan één reep chocolade. Hoeveel kost één reep? (VWO, Wallabie, 2012) 104 Jonathan heeft 5 kubussen. Als hij ze op een rij zet van klein naar groot, dan verschillen twee kubussen naast elkaar steeds 2 cm in hoogte. Als je de kleinste 2 kubussen op elkaar stapelt, dan is die stapel even hoog als de grootste kubus. Hoe hoog is de toren die Jonathan krijgt door de 5 kubussen op elkaar te stapelen? 4x = x + 6 3x = 6 x = 2 Voor 1 reep betaal je dus 2 Onbekende: hoogte van de kleinste kubus = x De twee kleinste kubussen hebben de zelfde hoogte als de grootste kubus: x + x + 2 = x + 8 x = 6 De totale toren heeft als hoogte ( ) cm = 50 cm (VWO, Wallabie, 2012) 105 In een dansgroep zijn er 39 jongens en 23 meisjes. Elke week komen er 6 jongens en 8 meisjes bij. Na een aantal weken zijn er evenveel jongens als meisjes in de dansgroep. Hoeveel jongens en meisjes zijn er dan in de groep? (VWO, Koala, 2009) 6x + 39 = 8x = 2x x = 8 Na 8 weken zijn er evenveel jongens als meisjes. Het aantal meisjes en jongens: = We weten dat Hoeveel is dan = = = = 55 (VWO, Wallabie, 2013) 26

27 107 In een doos zitten 2 rode, 4 blauwe, 10 witte, 4 groene en 3 zwarte ballen. Jan neemt ballen uit de doos zonder te kijken en zonder ze terug te leggen. Hoeveel ballen moet Jan uit de doos nemen om er zeker van te zijn dat hij Er zijn in totaal 2 rode, 4 blauwe, 10 witte, 4 groene en 3 zwarte ballen. In totaal zijn er dus 5 verschillende kleuren. Om 2 ballen met dezelfde kleur uit de doos te kunnen nemen, moet hij er minstens 6 ballen uit halen. 2 ballen met dezelfde kleur heeft? (VWO, Wallabie, 2013) 108 Septimus schrijft zeven opeenvolgende natuurlijke getallen neer en stelt vast dat de som van de kwadraten van de kleinste vier gelijk is aan de som van de kwadraten van de grootste drie. Het middelste van die zeven getallen is? (JWO, 2012) 7 getallen: x, x + 1, x + 2, x + 3, x + 4, x + 5, x + 6 x 2 + (x + 1) 2 + (x + 2) 2 + (x + 3) 2 = (x + 4) 2 + (x + 5) 2 + (x + 6) 2 x 2 + x x + x x + x x = x x + x x + x x x 2 + 4x + 14 = x x 2 18x 63 = 0 D = = ± 24 x = 2 x = 21 { x = 3 Het middelste getal is dus Moeder heeft 3 even grote pizza s gekocht. Een van de pizza s snijdt ze in 3 gelijke delen, een andere in 4 gelijke delen en de laatste in 6 gelijke delen. Ayoub eet 1 stuk van elke pizza. Welk deel van een volledige pizza heeft Ayoub opgegeten? = = 9 12 = 3 4 kgv(3,4,6) = 12 (VWO, Wallabie, 2013) 27

28 110 Voor de natuurlijke getallen x, y en z geldt dat xy = 14, yz = 10 en xz = 35. Hoeveel is x + y + z? (VWO, Wallabie, 2013) x = 14 y xy = 14 { yz = 10 x = 35 xz = 35 z { y = 10 z 14 y = 35 z y = 10 z { x = 35 z { 14z 2 = 350 y = 10 z { x = 35 z { z 2 = = 25 y = 10 z x = 35 z 14z 10 = 35 z y = 10 z x = 35 z z = 5 { y = 2 x = 7 x + y + z = = Aaron, Bert, Cathy, Danny en Evelien zijn geboren op 20 februari 2001, 12 maart 2000, 20 maart 2001, 12 april 2000 en 23 april 2000 (maar niet noodzakelijk in die volgorde). Aaron en Evelien zijn in dezelfde maand jarig. Aaron en Cathy zijn allebei jarig op de 12de dag van de maand. Danny en Evelien zijn allebei jarig op de 20ste. Wie is de jongste? (VWO, Wallabie, 2013) 112 Hoeveel is ? Davy: 20/02/2001 Aaron: 12/03/2000 Evelien: 20/03/2011 Cathy: 12/04/2000 Bert: 23/04/2000 Door in kolommen te werken en te schrappen wat niet past, kom je tot bovenstaand antwoord. De jongste persoon is dus Evelien = = 0 (VWO, Wallabie, 2014) 113 Een emmer is halfvol. Jan giet er 2 liter water bij. De emmer is daarna 3/4 vol. Wat is het volume van de emmer? (VWO, Wallabie, 2014) 1 2 x + 2 = 3 4 x 2 4 x x = x = 2 x = 8 Het volume van de emmer is dus 8 l 28

29 114 Rubi speelt 2 keer per week korfbal. Smila speelt om de 14 dagen korfbal. In een bepaalde periode korfbalt Rubi 15 keer meer dan Smila. Uit hoeveel weken bestaat deze periode? We nemen x als onbekende voor het aantal weken. 2x = 1 2 x x = 15 x = 10 2 Na 10 weken heeft Rubi 15 keer meer gespeeld dan Smila. (VWO, Wallabie, 2014) 115 Dit jaar is de som van de leeftijden van de grootmoeder, haar dochter en haar kleindochter 100 jaar. Elk van hun leeftijden is een macht van 2. Hoe oud is de kleindochter? Zet alle machten van 2, die kleiner zijn dan 100, op een rij. Er is maar 1 combinatie waarbij je 100 kan vormen die ook realistisch is: 4, 32 en 64. (VWO, Wallabie, 2014) 29

30 Leerplandoelen Voor de leerplandoelen hebben we ons gebaseerd op de leerplandoelen van het VVKSO (VVKSO, 2009). Deze nummering was handiger om de vragen aan te koppelen. Al deze leerplandoelen kan je ook terugvinden in de leerplannen van het GO!, daar dragen deze een andere aanduiding. Bij onderstaande leerplandoelen staan ook steeds de nummers van de vragen geschreven, zodat je weet welke vragen bij welk leerplandoel horen. G3 G39 G8 Vraagstukken in verband met betekenisvolle situaties oplossen. Kaarten: 15, 19, 28, 29, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 79, 78, 73, 72 Bewerkingen (optelling, aftrekking, vermenigvuldiging en deling) uitvoeren met getallen (natuurlijke, gehele en rationale getallen). Kaarten: 3, 4, 5, 16, 40, 41, 42 G9 Afspraken in verband met de volgorde van bewerkingen toepassen. Kaarten: 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 39 G10 De tekenregels bij gehele en rationale getallen toepassen. Kaarten: 6, 7 G18 Machten met een natuurlijke exponent van een getal berekenen. Kaarten: 10, 13, 14 G22 Vergelijkingen van de vorm x + a = b en a x = b met a Q 0 en b Q oplossen. Kaarten: 1, 2, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51 G23 Vraagstukken oplossen die leiden tot een vergelijking van de vormen x + a = b en a x = b. Kaarten: 17, 18, 52, 53, 54 G32 Gekende wiskundige symbolen correct gebruiken en verwoorden. Kaarten: 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 G41 Vraagstukken oplossen waarbij recht evenredige en omgekeerd evenredige grootheden aan bod komen. Kaarten: 55, 56, 57, 58, 59, 72, 73 G44 Machten met een gehele exponent berekenen. Kaarten: 74, 75, 76, 77 30

31 G45 Regels voor het rekenen met machten toepassen. Kaarten: 8, 9, 11, 12, 33, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 74, 75, 76, 77 G47 Vergelijkingen van de eerste graad met één onbekende oplossen. Kaarten: 80, 81 G48 Vraagstukken die te herleiden zijn tot een vergelijking van de eerste graad met één onbekende oplossen. Kaarten: 78, 79 G50 Een-, twee- en drietermen optellen en vermenigvuldigen en het resultaat herleiden. Kaarten: 66, 82, 83, 84, 85 G52 De formules voor de merkwaardige producten (a + b) 2 en (a + b)(a b) kennen, verklaren en toepassen. Kaarten: 67, 68, 69, 70 G53 Eenvoudige veeltermen ontbinden in factoren door gebruik te maken van: - de distributiviteit van de vermenigvuldiging t.o.v. de optelling; - de formules voor de merkwaardige producten (a + b)(a b) en (a + b) 2. Kaarten: 71, 86, 87, 88, 89 31

32 Bronnen Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw. ( ). Wallabie Opgehaald van Vlaamse Wiskunde Olympiade: Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw. ( ). Wallabie Opgehaald van Vlaamse Wiskunde Olympiade: Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw. (sd). Themaboekje Wallabie. Opgehaald van Kangoeroe: VVKSO. (2009). Wiskunde. Eerste graad - eerste leerjaar A - tweede leerjaar. Opgehaald van 32

Welke regel heb je toegepast? Waarom?

Welke regel heb je toegepast? Waarom? 7. Wat is het teken van... 6. Wat is het teken van... 1. Verzin een verhaal rond de vergelijking en los op. 2. Verzin een verhaal rond de vergelijking en los op. 3. Los op en leg je stappen uit. 4. Los

Nadere informatie

ANTWOORDEN PLAN B KORTE ANTWOORDEN EN UITWERKING

ANTWOORDEN PLAN B KORTE ANTWOORDEN EN UITWERKING ANTWOORDEN PLAN B KORTE ANTWOORDEN EN UITWERKING Korte antwoorden Eerste jaar 1) x = ) x = 3) 4) 83 = 83 7 17 119 5 6 5) 3 8 6) + 7) 8) 3 10 6 9) 3 7 14 10) 13 11) Bij de vermenigvuldiging van machten

Nadere informatie

Willem van Ravenstein

Willem van Ravenstein Willem van Ravenstein 1. Variabelen Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen machtsverheffen en worteltrekken.

Nadere informatie

INHOUDSTABEL. 1. BEWERKINGEN MET RATIONALE GETALLEN (fiche 1)... 3. 2a. TEKENREGELS (fiche 2a)... 5

INHOUDSTABEL. 1. BEWERKINGEN MET RATIONALE GETALLEN (fiche 1)... 3. 2a. TEKENREGELS (fiche 2a)... 5 INHOUDSTABEL 1. BEWERKINGEN MET RATIONALE GETALLEN (fiche 1)... 3 2. TEKENREGELS (fiche 2)... 5 2b. TEGENGESTELDE GETAL - TEGENGESTELDE SOM (verschil) - TEGENSTELDE PRODUCT (fiche 2b)... 6 2c. OMGEKEERDE

Nadere informatie

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag Basisvaardigheden algebra Willem van Ravenstein 2012 Den Haag 1. Variabelen Rekenenis het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken

Nadere informatie

LEERJAAR 3 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX. P Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan.

LEERJAAR 3 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX. P Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan. VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 3 WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan. P. 0-05 Getallenkennis BINGO De leerlingen lezen kommagetallen.

Nadere informatie

5.1 Herleiden [1] Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) 2 = a 2 b 2

5.1 Herleiden [1] Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) 2 = a 2 b 2 Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) = a b 5.1 Herleiden [1] Voorbeeld 1: (a + 5)(a 6) (a + 5)(-a + 7) = a 6a + 5a 30 ( a + 14a 5a + 35) = a 6a + 5a 30

Nadere informatie

3.1 Haakjes wegwerken [1]

3.1 Haakjes wegwerken [1] 3.1 Haakjes wegwerken [1] Oppervlakte rechthoek (Manier 1): Opp. = l b = (a + b) c = (a + b)c Oppervlakte rechthoek (Manier 2): Opp. = Opp. Groen + Opp. Rood = l b + l b = a c + b c = ac + bc We hebben

Nadere informatie

Proefexemplaar. Wendy Luyckx Mark Verbelen Els Sas. Dirk Vandamme. bewerkt voor het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap door. Cartoons.

Proefexemplaar. Wendy Luyckx Mark Verbelen Els Sas. Dirk Vandamme. bewerkt voor het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap door. Cartoons. bewerkt voor het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap door Wendy Luyckx Mark Verbelen Els Sas Cartoons Dirk Vandamme Leerboek Getallen ISBN: 78 0 4860 48 8 Kon. Bib.: D/00/047/4 Bestelnr.: 4 0 000

Nadere informatie

Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd an alle Wallabies en hun leerkrachten: veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! reken denk puzzel Kangoeroe.org Vlaamse Wiskunde Olympiade

Nadere informatie

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6 Breuken Breuk betekent dat er iets gebroken is. Het is niet meer heel. Als je een meloen doormidden snijdt, is die niet meer heel, maar verdeeld in twee stukken. Eén zo n stuk is dan een halve meloen,

Nadere informatie

Oefenenperonderwerp. Veel reken-, denk- en puzzelplezier! Inhoudsopgave

Oefenenperonderwerp. Veel reken-, denk- en puzzelplezier! Inhoudsopgave Oefenenperonderwerp Beste leerkracht Kangoeroe is in de eerste plaats een leuke en wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Maar toch zijn een heleboel Kangoeroevragen ook goed bruikbaar in de dagelijkse

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: NEGATIEVE GETALLEN

Hoofdstuk 3: NEGATIEVE GETALLEN 1-6 H3. Negatieve getallen Hoofdstuk 3: NEGATIEVE GETALLEN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 96 123) 3.1 Positieve en negatieve getallen Het verschil verwoorden tussen positieve en negatieve getallen.

Nadere informatie

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa TAFELTASJE Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa 0 INHOUD MAALTAFELBOEKJE... 2 SNELLE JELLE... 12 VIER OP EEN RIJ... 14 KRUISWOORDPUZZEL...

Nadere informatie

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0. REKENEN VIJFDE KLAS en/of ZESDE KLAS Luc Cielen 1. REGELS VAN DEELBAARHEID. Luc Cielen: Regels van deelbaarheid, grootste gemene deler en kleinste gemeen veelvoud 1 Deelbaarheid door 10, 100, 1000. Door

Nadere informatie

Kameel 1 basiskennis algebra

Kameel 1 basiskennis algebra A. Cooreman & M. Bringmans Kameel 1 basiskennis algebra 1ste graad SO Secundair onderwijs havo 1 1 2 3 2 3 4 4 5 6 5 6 digitaal Naam: Klas: ISBN 9 789 i.s.m Versie 201 Eureka Onderwijs Innovatief kennis-

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

Rekenen met cijfers en letters

Rekenen met cijfers en letters Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 009 c Swier Garst - RGO Middelharnis Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

2. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

2. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209. 1. De smiley is in de cirkel en in het vierkant, maar niet in de driehoek. Kangoeroewedstrijd editie Koala: jaargang 2009, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 2. Het getal 200 9 = 1800 is even.

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (  15 x 3 = 45 15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: NEGATIEVE GETALLEN

Hoofdstuk 9: NEGATIEVE GETALLEN 1 H9. Negatieve getallen Hoofdstuk 9: NEGATIEVE GETALLEN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 53 57) 9.1 Getallen onder 0 Het verschil verwoorden tussen positieve en negatieve getallen. Weten dat we 0 zowel

Nadere informatie

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45 15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een

Nadere informatie

= Om van de zoo naar school te gaan, moet Kleine Kangoe twee keuzes maken. Noem deze keuzes A en B.

= Om van de zoo naar school te gaan, moet Kleine Kangoe twee keuzes maken. Noem deze keuzes A en B. 1. Als je vervangt door 3 in de uitdrukking + + 6 = + + +, dan verkrijg je: 3 + 3 + 6 = 3 + 3 + 3 + 3. Kangoeroewedstrijd editie Koala: jaargang 2010, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 2.

Nadere informatie

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs! jij rekentrainer Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Groep blad 1 Hoe komt de hond bij het bot? Teken. Kleur de tegels. Kleur

Nadere informatie

Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Aan alle Koala s en hun leerkrachten: veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! reken denk puzzel Kangoeroe.org Vlaamse Wiskunde Olympiade

Nadere informatie

6 Breuken VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken

6 Breuken VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl Breuken Breuk

Nadere informatie

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken De omschreven begrippen worden expliciet genoemd in de Kennisbasis. De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen. Breuk Een breuk is een getal

Nadere informatie

Balance Me. Bijlage 1. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding

Balance Me. Bijlage 1. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding Balance Me Arschoot Elien Herhaling boekhouden 3 de jaar ASO D hauwers Fien Lerarenhandleiding (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd) Lootens Jolien 1 Beste leerkracht, Heb je het soms ook moeilijk

Nadere informatie

VAKANTIEWERK WISKUNDE

VAKANTIEWERK WISKUNDE A -> Hn 0 / 06 / 06 VAKANTIEWERK WISKUNDE NEEM UW MAP WISKUNDE!! Herhalingsoefening : Optellen in Q (60 ptn) gevallen : - voor twee rationale getallen met hetzelfde teken * behoud dit teken * maak de som

Nadere informatie

Goed aan wiskunde doen

Goed aan wiskunde doen Goed aan wiskunde doen Enkele tips Associatie K.U.Leuven Tim Neijens Katrien D haeseleer Annemie Vermeyen Maart 2011 Waarom? Dit document somt de belangrijkste aandachtspunten op als je een wiskundeopgave

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel 0. Het verhaal achter het spel Ik heb de inspiratie voor dit spel gevonden bij een bestaand "vloerspel" waarbij de kinderen in de huid van Aladin kruipen en samen met Yasmine op zoek gaan naar de grot

Nadere informatie

Breuken. Tel.: Website:

Breuken. Tel.: Website: Breuken Leer- en oefenboek Versie - april 08 Auteur en uitgever: Klaas van der Veen Tel.: 00-700 E-mail: info@ info@meesterklaas.nl Website: www. www.meesterklaas.nl Inhoud Wat is een breuk Wat is groter:

Nadere informatie

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel) 1 Inleiding Wortels met getallen en letters WISNET-HBO update sept 2009 Voorkennis voor deze les over Wortelvormen is de les over Machten. Voor de volledigheid staat aan het eind van deze les een overzicht

Nadere informatie

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013 Breuken met letters WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het repeteren met pen en papier van het werken met breuken. Steeds wordt bij gebruik van letters verondersteld dat de noemers

Nadere informatie

Oefening 1: Gebruik van letters

Oefening 1: Gebruik van letters Oefening 1: Gebruik van letters 5 meer dan een getal x + 5 5 minder dan een getal x 5 Het vijfvoud van een getal 5x Eén vijfde van een getal 1/5x 5 meer dan het vijfvoud van een getal 5x + 5 Oefening 2:

Nadere informatie

Kangoeroe. Springmuis thema. de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Kangoeroe. Springmuis thema. de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw Hoofdrekenen. Het bord van juf Nele is 6 m breed. Het middelste deel meet m. De andere delenhebben dezelfde breedte.

Nadere informatie

Kangoeroewedstrijd editie Springmuis: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.

Kangoeroewedstrijd editie Springmuis: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 1. In de verdubbelingsslang moet je ieder getal, behalve het laatste, vermenigvuldigen met 2 om het volgende getal te verkrijgen. Op de plaats van het vraagteken komt dus 16 2 = 32. Kangoeroewedstrijd

Nadere informatie

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

1. REGELS VAN DEELBAARHEID. REKENEN VIJFDE KLAS Luc Cielen 1. REGELS VAN DEELBAARHEID. Deelbaarheid door 10, 100, 1000 10: het laatste cijfer (= cijfer van de eenheden) is 0 100: laatste twee cijfers zijn 0 (cijfers van de eenheden

Nadere informatie

OP WEG NAAR WISKUNDE. Plusboek uit de serie Het Grote Rekenboek Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl

OP WEG NAAR WISKUNDE. Plusboek uit de serie Het Grote Rekenboek Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl OP WEG NAAR WISKUNDE Plusboek uit de serie Het Grote Rekenboek Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl Voor kinderen die iets meer willen weten en begrijpen van wiskunde, bijvoorbeeld als voorbereiding op de middelbare

Nadere informatie

Kangoeroe. Wallabie thema. de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Kangoeroe. Wallabie thema. de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd. Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw Vlakke situaties onderzoeken 1. Zara tekent de hoekpunten van een regelmatige zeshoek. oor een aantal van deze punten

Nadere informatie

Opmerking 2: laat de tussenstap aanvankelijk luidop doen, later (als het vlot gaat) in stilte.

Opmerking 2: laat de tussenstap aanvankelijk luidop doen, later (als het vlot gaat) in stilte. MONDELINGE HERHALING REKENEN Luc Cielen De opgaven hieronder staan in een willekeurige volgorde genoteerd. 1 Neem een willekeurig getal. Bijvoorbeeld 37 of 256 enz. Laat elk kind een bepaald getal bijtellen.

Nadere informatie

= 3 1111 101 + 6 3 1111 101 + 2 1111 101 = (3 + 2) 1111 101 = 5 11

= 3 1111 101 + 6 3 1111 101 + 2 1111 101 = (3 + 2) 1111 101 = 5 11 . Bij A en E staan de benen van het poppetje loodrecht op elkaar. Bij C vormen de benen een scherpe hoek. Bij D vormen de benen een gestrekte hoek. Alleen bij B vormen de benen van het poppetje een stompe

Nadere informatie

Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35

Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35 Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35 18,1 Ingeklede vergelijkingen In de vorige lessen hebben we de vergelijkingen met één onbekende behandeld Deze vergelijkingen waren echter reeds opgesteld en behoefden

Nadere informatie

1 Rekenen met gehele getallen

1 Rekenen met gehele getallen 1 Inhoudsopgave 1 Rekenen met gehele getallen... 1.1 De gehele getallen... 1. Optellen... 1. Opgaven... 1. Aftrekken... 1. Opgaven... 1. Vermenigvuldigen... 1. Opgaven... 1.8 Delen... 9 1.9 Opgaven...9

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

Het Breukenboek. Leer beter rekenen met breuken Voor leerlingen vanaf het voortgezet onderwijs. Ingrid Lundahl

Het Breukenboek. Leer beter rekenen met breuken Voor leerlingen vanaf het voortgezet onderwijs. Ingrid Lundahl Het Breukenboek Leer beter rekenen met breuken Voor leerlingen vanaf het voortgezet onderwijs Ingrid Lundahl Breuken inleiding In dit hoofdstuk leer je wat breuken zijn, hoe je breuken moet vereenvoudigen

Nadere informatie

Vrijdagavondquiz NWD 2016

Vrijdagavondquiz NWD 2016 Vrijdagavondquiz NWD 2016 Stichting Nederlandse Wiskunde Olympiade vrijdag 5 februari 2016 Presentatie: Marjolein Kool Quintijn Puite Jury: Birgit van Dalen Melanie Steentjes Samenstelling: Birgit van

Nadere informatie

Extra oefeningen hoofdstuk 2: Natuurlijke getallen

Extra oefeningen hoofdstuk 2: Natuurlijke getallen Extra oefeningen hoofdstuk 2: Natuurlijke getallen 2.1 Natuurlijke getallen 1 Rangschik de volgende natuurlijke getallen van klein naar groot. 45 54 56 78 23 25 77 89 2 050 2 505 2 055 2 500 2 005 879

Nadere informatie

1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209.

1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209. 1. Het getal 200 9 = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, 2 + 0 + 0 + 9 = 11, 200 9 = 191, 200 + 9 = 209. Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2009, probleem 1; Kangoeroewedstrijd

Nadere informatie

LESFICHE 1. Handig rekenen. Lesfiche 1. 1 Procent & promille. 2 Afronden. Procent of percent (%) betekent letterlijk per honderd.

LESFICHE 1. Handig rekenen. Lesfiche 1. 1 Procent & promille. 2 Afronden. Procent of percent (%) betekent letterlijk per honderd. Lesfiche 1 1 Procent & promille Handig rekenen Procent of percent (%) betekent letterlijk per honderd. 5 5 % is dus 5 per honderd. In breukvorm wordt dat of 0,05 als decimaal getal. Promille ( ) betekent

Nadere informatie

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen SMART-finale 2019 Ronde 1: 5-keuzevragen Ronde 1 bestaat uit 16 5-keuzevragen. Bij elke vraag is precies één van de vijf antwoorden juist. Geef op het antwoordformulier duidelijk jouw keuze aan, door per

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

Balance Me. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Leerlingenhandleiding. (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd)

Balance Me. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Leerlingenhandleiding. (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd) Balance Me Arschoot Elien Herhaling boekhouden 3 de jaar ASO D hauwers Fien Leerlingenhandleiding (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd) Lootens Jolien 1 Inhoud BENODIGDHEDEN 3 HET SPEL UITLEG 3 DE

Nadere informatie

handleiding ontbinden

handleiding ontbinden handleiding ontbinden inhoudsopgave inhoudsopgave de grote lijn 3 Bespreking per paragraaf 4 Applets 4 1 met gegeven product 4 ontbinden van getallen 4 3 vergelijkingen 5 4 onderzoek 6 tijdpad 9 materialen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : REKENEN

Hoofdstuk 1 : REKENEN 1 / 6 H1 Rekenen Hoofdstuk 1 : REKENEN 1. Wat moet ik leren? (handboek p.3-34) 1.1 Het decimaal stelsel In verband met het decimaal stelsel: a) het grondtal van ons decimaal stelsel geven. b) benamingen

Nadere informatie

Aan alle Wallabies, en aan hun leerkrachten, veel succes en, nog belangrijker, veel plezier!

Aan alle Wallabies, en aan hun leerkrachten, veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! Noteer hier eventueel je naam: Aan alle Wallabies, en aan hun leerkrachten, veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! Wiskunde leuk? Reken maar! wwwwiskundekangoeroebe c Vlaamse Wiskunde Olympiade

Nadere informatie

Ouderbijeenkomst Rekenen

Ouderbijeenkomst Rekenen Ouderbijeenkomst Rekenen Breuken Breuken, procenten en kommagetallen horen bij elkaar. Vooraf Ga ik te snel, geef het aan Ga ik te langzaam, geen het aan Heeft u vragen, stel ze. op stil/tril a.u.b. Wat

Nadere informatie

inhoudsopgave juni 2005 handleiding haakjes 2

inhoudsopgave juni 2005 handleiding haakjes 2 handleiding haakjes inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de opzet van haakjes 3 bespreking per paragraaf 5 rekenen trek-af-van tegengestelde tweetermen merkwaardige producten tijdpad 6 materialen voor een klassengesprek

Nadere informatie

Kraters slaan. Rekenoefening groep 5&6. Doel. Materiaal. Voorbereiding. Beschrijving. groep 5&6 - Kraters slaan

Kraters slaan. Rekenoefening groep 5&6. Doel. Materiaal. Voorbereiding. Beschrijving. groep 5&6 - Kraters slaan Kraters slaan Rekenoefening groep & Doel Bepalen van veelvouden van,,,, en Bepalen van deelbaarheid door,,,, en. Begrijpen dat veelvoud van... hetzelfde betekent als deelbaar door... Materiaal Rekenbal

Nadere informatie

= (antwoord )

= (antwoord ) Rekenkunde Nadruk verboden 1 Opgaven 1. 2. 3. 4. = (antwoord 10.) 10 10 10 = (antwoord: 10.) 10 10 = (antwoord: 10.).,,, = (antwoord 15. 10.),,, 5. 7 7 7 7 7 = (antwoord: 7.) 6. 10 10 10 10 10 10 = 7.

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Mijn project noemt Het Wari-spel. De doelgroep van mijn programma is iedereen die houdt van strategische spelen.

Mijn project noemt Het Wari-spel. De doelgroep van mijn programma is iedereen die houdt van strategische spelen. Voorstel project Mijn project noemt Het Wari-spel. De doelgroep van mijn programma is iedereen die houdt van strategische spelen. Het doel van mijn project is de spelers een ontspannende, plezierige en

Nadere informatie

7 De getallenlijn = -1 = Nee = 0 = = = 7 -7 C. -2 a 1 b 4 = a b -77 = -10

7 De getallenlijn = -1 = Nee = 0 = = = 7 -7 C. -2 a 1 b 4 = a b -77 = -10 B M De getallenlijn 0 + = = + = = Nee 0 0 = 9 = 0 6 = = 9 = 6 = 6 = = C a b a b 0 = 0 0 = 0 a b < 0 ; a b < 0 ; a > b ; b > a = = = = C Nee, hij loopt steeds maar verder. < x H x < x < x < x + + = x +

Nadere informatie

REKENSPEL: HANDLEIDING VOOR DE BEGELEIDER

REKENSPEL: HANDLEIDING VOOR DE BEGELEIDER REKENSPEL: HANDLEIDING VOOR DE BEGELEIDER A. Doel van het spel Door dit spel te spelen kunnen leerlingen de optrekking, de aftrekking en de vermenigvuldiging met natuurlijke getallen inoefenen. B. Leerplandoel

Nadere informatie

kun je op verschillende manieren opschrijven of uitspreken: XX Daarnaast kun je een breuk ook opschrijven als een decimaal getal.

kun je op verschillende manieren opschrijven of uitspreken: XX Daarnaast kun je een breuk ook opschrijven als een decimaal getal. . Breuken Je kunt breuken gebruiken om een verhouding weer te geven. Een breuk schrijf je als een streepje met een getal erboven (de teller) en een getal eronder (de noemer), bijvoorbeeld. De streep zelf

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde B Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Begin 1 ste leerjaar Voor de afname leg je aan iedereen kort de betekenis uit van de tekens =, < en > a.d.h.v.

Nadere informatie

Voorkennis : Breuken en letters

Voorkennis : Breuken en letters Hoofdstuk 1 Rekenregels en Verhoudingen (H4 Wis A) Pagina 1 van 11 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x

Nadere informatie

A. 54e B. 55e C. 56e D. 57e

A. 54e B. 55e C. 56e D. 57e Opgave 1 De Internationale Wiskunde Olympiade (IWO) is een jaarlijkse wiskundewedstrijd voor middelbare scholieren. Het is de oudste internationale wetenschapsolympiade. De eerste IWO werd gehouden in

Nadere informatie

PRIME CLIMB. Speeltijd Ongeveer 10 minuten per speler.

PRIME CLIMB. Speeltijd Ongeveer 10 minuten per speler. PRIME CLIMB Het mooie, kleurrijke wiskundige spel Prime Climb is een strategisch bordspel voor 2-4 spelers van leeftijd 10. Speeltijd Ongeveer 10 minuten per speler. Inhoud Prime Climb spelbord Vermenigvuldigingstafel

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm Module 2 Veeltermen 2.1 Definitie en voorbeelden Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm a 0 +a 1 x+a 2 x 2 + +a n x n met a 0,a 1,a 2,...,a n Ê en n

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen) IK BOX spelregels Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen) Spelmateriaal 1 spelbord (binnenkant van de IK BOX) met aan de zijkanten de grote ZaaiGoedkaarten. 4 pionnen (Tess, Mo, Max en Kate). 4 bakjes.

Nadere informatie

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 1. Omdat2011 1 = 2011en011 = 1en1 2011 = 2011en1+2011 = 2012en1 : 2011 = 1 2011, is 1+2011 het grootst. Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.

Nadere informatie

Voorkennis : Breuken en letters

Voorkennis : Breuken en letters Hoofdstuk 1 Getallen en Variabelen (V4 Wis A) Pagina 1 van 13 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x = 12

Nadere informatie

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4 Vaardigheden Wiskunde klas Inhoudsopgave. Breuken. Gelijksoortige termen samennemen. Rekenen met machten. Rekenen met wortels. Algebraïsche producten 6. Ontbinden in factoren 6 7. Eerstegraads vergelijkingen

Nadere informatie

Eentermen en veeltermen

Eentermen en veeltermen I Eentermen en veeltermen. Vul de tabel aan. eenterm coëfficiënt lettergedeelte 4 abc 4 rq 4 0,r t -6 z -4 8 a b c. Noteer de volgende algebraïsche vormen als eentermen door gebruik te maken van coëfficiënten

Nadere informatie

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen 46 Getallen 1.5 Getaltheorie 1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen De getallen 0,1,2,3,4,... enz. worden de natuurlijke getallen genoemd (de heleverzamelingvanaldezegetallenbijelkaarnoterenwemethetteken:

Nadere informatie

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer. jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok januari februari maart juli augustus april mei juni oktober november Transportbedrijf De Haas vervoert elke dag. werkboek september

Nadere informatie

Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.

Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w. 1. Boe volgt de weg van de pijl. Hij eindigt dus op de plaats van de. Het juiste antwoord is dus de tweede figuur. Kangoeroewedstrijd editie Wallaroe: jaargang 2011, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade

Nadere informatie

3 + 3 + 6 = 3 + 3 + 3 + 3.

3 + 3 + 6 = 3 + 3 + 3 + 3. 1. Als je vervangt door 3 in de uitdrukking + + 6 = + + +, dan verkrijg je: 3 + 3 + 6 = 3 + 3 + 3 + 3. Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2010, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade v.z.w.

Nadere informatie

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde 8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde Optellen: 5a + 3b + 2a + 6b = 7a + 9b 1) Alleen gelijksoortige

Nadere informatie

-

- Een strategisch spel voor 2 spelers - vanaf 8 jaar. Duurtijd: ca. 30 minuten. 1 houten spelbord (dit spel maakt geen gebruik van de rode stippen op het spelbord) 14 lichte pionnen 14 donkere pionnen De

Nadere informatie

Vergelijkingen met één onbekende

Vergelijkingen met één onbekende - 89 - Hoofdstuk 3: ergelijkingen met één onbekende Opgave boek pag 67 nr. 5: Los op in R a. 3 ( + ) 4 7.................. {... }... proef : 1 e lid :... e lid :... b. ( 3 ) + 7 5 ( )........................

Nadere informatie

2015 Voorronde Vragenbundel voor het 6 leerjaar

2015 Voorronde Vragenbundel voor het 6 leerjaar Wiskundequiz editie 8 2015 Voorronde Vragenbundel voor de het 6 leerjaar 01. Welke tekens moet je in onderstaande tekening plaatsen zodat je uitkomst 9 is? (A) :, -, +, x (B) +, x, -, : (C) x, +, :, -

Nadere informatie

wizprof 2013 21 maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

wizprof 2013 21 maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan www.zwijsen.nl www.e-nemo.nl 21 maart 2013 www.education.ti.com Veel succes en vooral veel plezier.!! Stichting Wiskunde Kangoeroe www.smart.be www.rekenzeker.nl www.sanderspuzzelboeken.nl www.schoolsupport.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Eigenschappen

Hoofdstuk 1 - Eigenschappen Wiskunde Leerjaar 2 - periode 2 Rekenen met letters Hoofdstuk - Eigenschappen De commutatieve eigenschap. Tel de volgende getallen bij elkaar op: Maakt het uit in welke volgorde je twee getallen bij elkaar

Nadere informatie

Door: Christophe Gryson, Ann-Sophie Fevery, Kim Janssens, Jan Vanhee & Christophe Vermeir

Door: Christophe Gryson, Ann-Sophie Fevery, Kim Janssens, Jan Vanhee & Christophe Vermeir WISKUNDEMARKT Door: Christophe Gryson, Ann-Sophie Fevery, Kim Janssens, Jan Vanhee & Christophe Vermeir 1 Kwartet: functies Bedenker Ann - Sophie Fevery Niveau Graad 2, leerjaar 1 TSO KSO (ook bruikbaar

Nadere informatie

Onderzoek of de rijen rekenkundig, meetkundig of geen van beide zijn. Geef bij de rekenkundige rijen v en t 7 en bij de meetkundige rijen q en t 7.

Onderzoek of de rijen rekenkundig, meetkundig of geen van beide zijn. Geef bij de rekenkundige rijen v en t 7 en bij de meetkundige rijen q en t 7. Herhalingsoefeningen Rijen Van de opgaven die geel gemarkeerd zijn, vind je achteraan de oplossingen. De oplossingen van de andere mag je steeds afgeven of er vragen over stellen. Oef 1 Onderzoek of de

Nadere informatie

Het Breukenboekje. Alles over breuken

Het Breukenboekje. Alles over breuken Het Breukenboekje Alles over breuken breuken breukentaal tekening getal een hele 1 een halve een kwart een achtste ½ of ½ ¼ of ¼ ⅛ of ⅛ 3 breuken breukentaal tekening getal een vijfde ⅕ of ⅕ een tiende

Nadere informatie

Naam:... ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN?

Naam:... ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN? ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN? Voor de GETALLENLEER worden concreet volgende doelstellingen nagestreefd: Begripsvorming

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

FAYA LOBI WEDSTRIJD 2014

FAYA LOBI WEDSTRIJD 2014 1. betekent: het aantal elementen van de verzameling Van twee verzamelingen en is gegeven: en. en Voor en geldt: en en en en 2. en. De verzameling heeft elementen. 3. Zie onderstaande beweringen ( is een

Nadere informatie