Leesfontein Leren lezen is ECHT leuk!

Transcriptie

1 Leesfontein Leren lezen is ECHT leuk! Groep 4 t/m 8

2 Waarom Leesfontein? In de basisschool gaat veel aandacht uit naar het aanvankelijk leesonderwijs. Maar als de leerling eenmaal heeft leren lezen, wordt die aandacht minder. Ten onrechte denkt men dat leerlingen dan geen leesonderwijs meer nodig hebben en dat hun leesvaardigheid zich vanzelf wel ontwikkelt. Voor sommige leerlingen is dit inderdaad het geval, maar de meesten hebben ook na het aanvankelijk lezen behoefte aan verdere instructie. Waarom voortgezet technisch lezen? Recent wetenschappelijk onderzoek heeft een aantal belangrijke inzichten opgeleverd: - Het belang van een goede technische leesvaardigheid is groter is dan men lang dacht. - Door een gerichte instructie kunnen leerkrachten de technische leesvaardigheid van een grote groep leerlingen verhogen. - Leerlingen in de onder- en middenbouw kunnen zich de technische leesvaardigheid snel eigen maken, maar verdere ontwikkeling ervan in de bovenbouw gaat een stuk moeilijker. - Vooral zwakke lezers kunnen met goede instructie in de bovenbouw nog veel leerwinst behalen. - Juist voor zwakke lezers is convergente differentiatie in heterogene groepen gunstig.

3 Doorgaande leerlijn Leesfontein sluit aan op de leerlijn technisch lezen in Taalfontein voor groep 3. De leerkracht kan in groep 4 beginnen met de methode Leesfontein. Leesfontein geeft een gerichte en toegepaste ondersteuning, waardoor elke leerling het gewenste leesniveau kan behalen aan het einde van elk schooljaar. Lezen op woord- en tekstniveau Bij een goede technische leesvaardigheid verloopt de directe woordherkenning foutloos, snel en vrijwel zonder bewuste aandacht. Maar een goede leestechniek is meer dan het lezen van losse woorden. Door een combinatie van lezen op woord- en lezen op tekstniveau te oefenen, behaalt de leerling een goede technische leesvaardigheid. Het oefenen van losse woorden heeft alleen zin als de leerling de deelvaardigheid lezen op woordniveau ook toepast in de complexere vaardigheid van het lezen van teksten. Dit principe wordt in Leesfontein consequent toegepast. Leerstandaard De Onderwijsraad pleit voor invoering van leerstandaarden, om beter te kunnen meten op welk niveau leerlingen functioneren. Gecombineerd met het normeringsonderzoek van Cito, betekent dit in het kort het volgende: Voldoende standaard: de leerling beheerst uiterlijk aan het einde van groep 6 AVI-niveau E6. Minimum standaard: de leerling beheerst uiterlijk aan het einde van groep 8 AVI-niveau E6. Leesfontein biedt handreikingen en oplossingen voor het realiseren van passend leesonderwijs. Leesfontein in de klas Leesfontein werkt met een heldere jaarplanning en een praktische weekindeling. Jaarplanning De jaarplanning van Leesfontein is gebaseerd op vier periodes van acht weken onderwijs: 32 weken in totaal. Na elke periode volgen één of twee weken zonder leesinstructie; dan is er ruimte voor vrij lezen en leesbevordering. Praktische weekindeling Voor de groepen 4 en 5 gaat Leesfontein uit van drie basislessen per week en een toepassingsles. Voor de groepen 6 tot en met 8 zijn er per week twee basislessen en een toepassingsles. In de toepassingsles gaat het om voorlezen, vertellen, vrij lezen en terugblikken op wat de leerlingen in Aanpak III (zie ook het kopje Omgaan met verschillen) hebben gedaan. De tijd die de groepen per week besteden aan Leesfontein, verschilt per jaar.

4 Omgaan met verschillen Leesfontein biedt leerlingen leesonderwijs op maat. De methode werkt met drie verschillende manieren van aanpak en geeft daarmee verschillende vormen van instructie, begeleiding, herhaling en leestijd. Dat helpt de leerkracht om zich optimaal voor te bereiden en de lessen goed op te bouwen. Aanpak I (risicolezers) Risicolezers krijgen met Leesfontein leesonderwijs dat is afgestemd op hun niveau en behoeften. De methode biedt hun een verlengde instructie, begeleide verwerking en extra leestijd. De leerlingen krijgen systematisch de mogelijkheid om eenvoudige teksten herhaald te lezen en hun leesvaardigheid te automatiseren. Risicolezers krijgen binnen de groep de kans om zich op te trekken aan betere lezers. Aanpak II (methodevolgers) Methodevolgers nemen deel aan de klassikale instructie. Vervolgens gaan ze aan de slag met verwerkings-opdrachten, die ze individueel of samen met een leesmaatje maken. Zo combineert Leesfontein instructie en begeleiding met de mogelijkheid van zelfstandig werken. Aanpak III (snelle lezers) Snelle lezers werken met een minimale instructie aan hun eigen leesontwikkeling. Ze maken opdrachten in de loper, een speciaal werkboek dat een onderhoudsprogramma bevat. Ook snelle lezers volgen de normale doorgaande leeslijn. Ze lezen de Leesfontein-leesboeken alleen sneller en kiezen daarna zelf boeken voor vrij lezen. De opdrachten die ze daarbij maken, zijn vooral gericht op leesbeleving en leesbevordering. Convergent of divergent differentiëren? Bij Leesfontein is er de keuze uit twee algemene, klassikale differentiatiemodellen: convergente of divergente differentiatie. Bij convergente differentiatie werkt u met een heterogeen samengestelde groep, bij divergente differentiatie zijn de subgroepen homogeen en lezen de kinderen op hun eigen niveau. Wat heeft de voorkeur? Recent onderzoek laat zien, dat bij het werken met vaste - homogeen samengestelde - niveaugroepen het risico bestaat, dat de verschillen tussen de groepen groter worden (Kees Vernooij, 2008). Risicolezers blijken er namelijk profijt van te hebben, als ze regelmatig goede lezers horen lezen. Daarom wordt er geadviseerd om in principe een vorm van convergente differentiatie te hanteren. Maar: soms is dit niet haalbaar. Daarom is het ook mogelijk om met Leesfontein divergent te werken.

5 Meer informatie over Leesfontein kunt u vinden op: Motiverende materialen Leesboeken 2 12,50 per stuk AVI - E3 Waar is Harrie? Liesbeth van Binsbergen Iris Boter AVI - E3 De kras Lijda Hammenga Gertie Jaquet AVI - M4 Lisan woont in een tent Margriet de Graaf Trish Flannery AVI - E4 Het zusje van de foto Marian Schalk Veronica Nahmias AVI - M5 Hoe je van niets iets kunt maken Gesineke Veerman Mariëlla van de Beek AVI - E5 Waar is Mees? Anneke Scholtens Wendelien van de Erve AVI - M6 De fancy fair Eeuwoud Koolmees Hanneke Kools AVI - E6 Museum De Vrolijke Kwast Hans Mijnders Magda van Tilburg AVI - M7 Je kunt het! Jolanda Dijkmeier Liza-Beth Valkema AVI - E7 Zijspoor Roland Kalkman Irene Goede AVI - PLUS Zoektocht naar de gouden stad Janwillem Blijdorp Jack Staller Omnibussen 2 16,00 per stuk AVI - M4 Tijd voor vrije tijd! Mireille Geus Peter van Harmelen AVI - E4 Over mieren en andere dieren Erik v. Os-Elle v. Lieshout Remko van der Werf AVI - M5 O, zit dat zo! Jan de Waard Roger Klaassen AVI - E5 Maanzaadtaart en erwtensoep Nettie Dees Anky Spoelstra AVI - M6 Aan de kook! Vrouwke Klapwijk Geza Dirks AVI - E6 Rozemarijns Roemeniëreis Bert Wiersema Ivan & ilia AVI - M7 Raak! Gerry Velema Juliëtte de Wit AVI - E7 Het geheim van de vuurtoren Gerbrand Fenijn Maaike Putman AVI - Plus Tornadoalarm Renier van den Berg Peter Nuyten

6 Werkboeken bij de leesboeken 2 12,50 per set van 5 Werkboeken bij de omnibussen 2 12,50 per set van 5 Antwoordenboeken bij de leesboeken 2 9,50 per stuk Antwoordenboeken bij de omnibussen 2 9,50 per stuk

7 Meer informatie over Leesfontein kunt u vinden op: Lopers 2 12,50 per set van 5 Handleidingen 2 49,00 per stuk Vloeiend en Vlot 2 9,50 per stuk Zorgvuldig opgebouwde woordrijtjes en korte teksten, waarmee kinderen zich zelfstandig trainen in het vlot lezen. Ondersteunend materiaal Kopieermap Bevat kopieerbladen met woordrijen en korte teksten, bedoeld voor het realiseren van extra leestijd voor risicolezers ,00 per stuk Gebruikswijzer Algemene handleiding voor Leesfontein 2 28,00 per stuk Stopkaarten Speciale boekenlegger voor de lopergebruikers 2 25,00 per set van 30 exemplaren Nakaartpakketten 2 39,00 per pakket

8 Voorbeeldpagina s Waar is Harrie? Aan de kook Werkboek Handleiding Antwoordenboek Werkboek Vloeiend en Vlot Meer informatie Meer informatie over Leesfontein kunt u vinden op: en op Postbus AN Heerenveen -