Blok 2 Blok 2 handleiding 4a

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Blok 2 Blok 2 handleiding 4a"

Transcriptie

1 Blok handleiding a

2 Blok Inhoud Snel op weg met De wereld in getallen Leerlijnen Overzicht lessen Overzicht weektaken Vertelplaat Lesbegeleiding

3 Blok Inleiding Snel op weg met De wereld in getallen weekplan van een blok maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Week 1 les 1 les les les Week les 1 les les les Week les 1 les les les afronden (weektaak en extra instructie) afronden (weektaak en extra instructie) toets (minimumen projectdoelen) Week toets (basisdoelen) herhaling en verrijking herhaling en verrijking herhaling en verrijking afronding blok lesplan lesplan in een combinatiegroep start: opgave 1 instructie: opgave oefenen: opgave kleine groep overstap: opgave verlengde instructie zelfstandig werken aan weektaak start: opgave 1 zelfstandig werken aan weektaak instructie: opgave kleine groep oefenen: opgave overstap: opgave verlengde instructie zelfstandig werken aan weektaak

4 Snel op weg met De wereld in getallen Inleiding Blok lesbegeleiding lesboek antwoorden lesdoelen bijwerkboek vragen verlengde instructie materialen overstap start bordschema zelfstandig werken instructie

5 Blok Inleiding Leerlijnen Op alles wat de kinderen in blok 1 hebben geleerd wordt in dit blok verder gebouwd. Oriëntatie op de getallen tot en met 0 De oefeningen met de kralenstang worden in dit blok voortgezet. Bij het verder- en terugtellen krijgt het passeren van het tiental speciale aandacht. Bijvoorbeeld in oefeningen als Welk getal komt ervoor en erna: 0 en? Verder zijn er oefeningen als: Welk getal is het grootst: of? en Stop de getallen in de goede doos. Bij de laatste opgave staan dozen met de opschriften ongeveer 0, ongeveer 0 enzovoort. In welke doos komen dan de volgende getallen:,,, 1? Ook het springen naar een getal krijgt weer de nodige aandacht. Wanneer de kinderen springen naar het getal, maken ze eerst sprongen van, daarna een grote hup van en een kleine hup van 1 (of kleine huppen van 1). Het getal wordt ook op de klassikale kralenstang opgezet: grepen (sprongen) van en nog losse kralen (hupjes). Een ander spoor om de tientalligheid van het getallensysteem te verkennen is het werken met tientallig materiaal zoals geld. wordt dan weergegeven (en verwoord) als briefjes van, 1 briefje van en 1 euro. Optellen en aftrekken tot en met 0 Splitsen, optellen en aftrekken tot en met De automatisering van het splitsen, optellen en aftrekken tot en met krijgt in dit blok nog veel aandacht. Voordat de kinderen beginnen aan het rekenen tot 0 is een vlotte beheersing van de sommen tot absoluut noodzakelijk. Aan het eind van dit blok krijgen ze daarom een tempotoets: Optellen en aftrekken tot en met. Dit maakt het mogelijk tijdig risico-kinderen te signaleren en voor hen een plan van aanpak op te stellen. In de oefenmomenten op weg naar deze toets krijgen de moeilijke optel- en aftreksommen weer de meeste aandacht. Halverwege het blok maken de kinderen alvast een proef-tempotoets, om te wennen aan het maken van een toets op tempo. Optellen en aftrekken tussen en 0 Ook in dit blok wordt, naar analogie van het optellen en aftrekken tot en met, het optellen en aftrekken tussen en 0 geoefend: + = 1 + = 1 en = 1 = 1. Optellen en aftrekken over het eerste tiental Nadat in blok 1 het optellen over het eerste tiental is aangeboden en geoefend, komt in dit blok het aftrekken op een vergelijkbare manier aan bod. Ook bij het aftrekken over het eerste tiental worden twee strategieën aangeboden: 1 Handig rekenen: door gebruik te maken van de vijfstructuur van het rekenrek. Het eerste getal (het aftrektal) wordt op het rekenrek gezet. Bijvoorbeeld bij 1 : het tweede getal wordt in één keer van de bovenste stang gehaald. Nu is gemakkelijk af te lezen dat er overblijft. Rekenen via de tien: het eerste getal (het aftrektal) wordt opgezet, het tweede getal wordt er in delen afgehaald. Eerst wordt de onderste stang leeggemaakt, de rest wordt van de bovenste stang afgehaald. Bij 1 wordt dat dan: In de verlengde instructie wordt steeds de tweede strategie (rekenen via de tien) aangeboden. Deze groep kinderen heeft baat bij een vaste oplossingsmethode. Optellen en aftrekken tot en met 0 Ook in dit blok ligt de nadruk nog op de oriëntatie op de getallen tot en met 0 en de automatisering van de optel- en aftreksommen tot en met. Pas als de kinderen de optel- en aftreksommen tot en met 0 paraat hebben en de getallenwereld tot en met 0 voor hen bekend terrein is, kunnen ze aan het optellen en aftrekken tot en met 0 beginnen. Naar analogie van het optellen en aftrekken tot en met wordt het optellen en aftrekken tussen de tientallen geoefend: + ; + ; + en ; ;. De structuur van de getallen komt nog eens aan bod in sommen als = 0 + en = +. Als voorbereiding op het optellen en aftrekken over het tiental in blok ( + ; ) wordt het aanvullen tot een tiental ( + = 0) en afhalen tot een tiental ( = 0) geoefend.

6 Leerlijnen Inleiding Blok De tafels van vermenigvuldiging Nadat in blok 1 verschillende vermenigvuldigsituaties zijn verkend en het keerteken is geïntroduceerd, leren de kinderen in dit blok de tafels van en. Geld, tijd, meten en meetkunde Tijd De meeste kinderen zullen reeds hebben kennisgemaakt met digitale tijden. In dit blok wordt daarbij aangesloten. De notatie van de hele uren op een digitale klok wordt verkend en geoefend. Het probleem voor de meeste kinderen is de - uursnotatie: 1 uur s middags wordt genoteerd als 1.00 uur enzovoort. Als ondersteuning bij het werken met digitale tijden wordt de tijdlijn gebruikt, zodat de kinderen kunnen aflezen welke digitale tijden er horen bij de nacht, de ochtend, de middag en de avond. Meten In blok 1 hebben de kinderen kennisgemaakt met de meter. Ze hebben daarmee de nodige meetervaringen opgedaan. Om een verdere maatverfijning te krijgen wordt in dit blok de centimeter geïntroduceerd. Voor het daadwerkelijk meten in centimeters gebruiken de kinderen een liniaal. De liniaal wordt uitgebreid verkend met de kinderen. Vragen die in de klas aan de orde komen: Wat is er te zien op een liniaal? Waarom staan er streepjes en getallen op een liniaal? Hoe meet je met een liniaal? In het laatste blok van deel b hebben de kinderen ervaringen opgedaan met het vergelijken van gewichten. Daar is toen ook de kilogram (een pak suiker) geïntroduceerd. Is het zwaarder of lichter dan een kilogram (pak suiker)? was een van de opgaven in deel b. In dit blok wordt op deze kennis voortgebouwd door de kinderen zelf actief te laten wegen. Zo gaan ze wegen met een keuken- en een personenweegschaal.

7 Blok Inleiding Overzicht lessen Week 1 Les 1 Les Les Les Opgave 1 Bewerkingen: automatiseren optellen en aftrekken tot en met ( getallen, sommen) + =/ + = =/ = Bewerkingen: automatiseren: optellen en aftrekken tot en met, oefenen tempotoets Tijd: klokkijken: hele en halve uren Oriëntatie op de getallen tot 0: tellen, oefeningen met de getallenlijn Maak de rij af: - - Instructie Structureren: opbouwen van getallen tot 0 in sprongen van, en 1 op de getallenlijn Bewerkingen: optellen en aftrekken tot 0 ( familiesommen ) + =/1 + =/ + = Meten: lengte: vergelijken van lengtes en introductie centimeter en liniaal Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental 1 =/1 = Week Les 1 Les Les Les Opgave 1 Oriëntatie op de getallen tot 0: tellen en terugtellen met sprongen van Hoe oud zijn ze over jaar? Bewerkingen: aftrekken met tientallen =/0 0 = Meten: wegen: vergelijken van gewicht Welk dier is het zwaarst? Oriëntatie op de getallen tot 0: afronden op tientallen is ongeveer is ongeveer Instructie Structureren: opbouwen van getallen tot 0 in tientallen en eenheden in geldcontext Bewerkingen: vermenigvuldigen, introductie tafel van Meten: wegen met gebruik van standaardmaten (kilogram) Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental 1 =/1 = Week Les 1 Les Les Les Opgave 1 Bewerkingen: aftrekken tot en met 0 =/0 =/0 = Bewerkingen: optellen en aftrekken tot en met 0 + =/1 + = =/1 = Tijd: klokkijken (analoog): hele en halve uren Oriëntatie op de getallen tot 0: volgorde van de getallen Welk getal is het grootst: of? Instructie Structureren: springen op de getallenlijn, springen naar een tiental / + Bewerkingen: vermenigvuldigen, introductie tafel van Tijd: klokkijken (digitaal): hele uren Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental 1 =/1 =

8 Overzicht weektaken Inleiding Blok Zelfstandig werken op drie niveaus in de weektaak Hieronder is per week aangegeven welke opgaven de kinderen op de drie niveaus kunnen maken. De opbouw van de weektaak maakt verwerking op drie niveaus mogelijk: minimum-, basis- en plusniveau. Minimumniveau De kinderen die de leerstof op dit niveau verwerken maken de eerste bladzijde van de weektaak (aangeduid met één ster) plus opgave 1 van het basisniveau (aangeduid met twee sterren). Eventueel kunnen ze daarna verder gaan met andere opgaven uit het basisniveau. Basisniveau De kinderen die de leerstof verwerken op basisniveau maken de tweede en derde bladzijde (aangeduid met twee sterren) van de weektaak. Eventueel kunnen ze verdergaan met plusopgaven (aangeduid met drie sterren). WEEK 1 opgave 1 t/m minimumniveau + opgave 1 basisniveau opgave 1 t/m basisniveau + een opgave plusniveau opgave 1,, en basisniveau + opgaven plusniveau WEEK opgave 1 t/m minimumniveau + opgave 1 basisniveau opgave 1 t/m basisniveau + een opgave plusniveau opgave 1, en basisniveau + opgaven plusniveau Plusniveau Voor de begaafde rekenaars is het verstandig een keuze te maken uit de opgaven van het basisniveau en ze daarna verder te laten werken aan de plusopgaven (aangeduid met drie sterren) van de weektaak. Eventueel kunnen ze daarna doorgaan met opgaven uit het pluswerkboek. WEEK opgave 1 t/m minimumniveau + opgave 1 basisniveau opgave 1 t/m basisniveau + een opgave plusniveau opgave 1, en basisniveau + opgaven plusniveau

9 Blok Inleiding Overzicht weektaken Week 1 Minimum Basis Plus Getallen Sprongen van in context Hoe oud over jaar? Springen naar een getal in sprongen van, en 1 Bewerkingen Optellen en aftrekken tot en met Zelf sommen bedenken: + = / = Optellen en aftrekken tot en met Zelf sommen bedenken: + = / = Verdeelsituaties in weegcontext Hoe zwaar zijn de dozen? Optellen tientallen en lossen in geldcontext Hoeveel euro tel je? Teken het geld. Vermenigvuldigen Schrijf de keersom bij een situatie. Vermenigvuldigen Schrijf de keersom bij een situatie. Meten, Tijd, Geld en Meetkunde Geld: optellen van briefjes van en euro, munten van en 1 euro Hoe betaal je? Bedenk twee manieren. Geld: hoe betaal je een bedrag met munten van 0,, en 1 cent? Week Minimum Basis Plus Getallen Springen naar een getal in sprongen van, en 1 Maak zelf sprongen. Springen naar een getal in 1 sprong van tienen, 1 sprong van en van lossen Bij welk getal kom je uit? Welk getal ontbreekt in een aantal opeenvolgende getallen tot 0? Bewerkingen Optellen en aftrekken tot 0 (familiesommen) + =/1 + =/ + = =/1 =/ = Optellen en aftrekken tot 0 (naar analogie) + =/1 + =/0 + 0 = =/1 = Zoek de splitsingen uit gegeven getallen bij 1, en Springen naar het tiental 0 + =/ = 0 + / = + 0 Springen naar het tiental 0 + =/ = 0 + / = + 0 Aftrekken over het eerste tiental 1 = /1 = Aftrekken over het eerste tiental 1 = /1 = Meten, Tijd, Geld en Meetkunde Optellen en aftrekken tot 0 (familiesommen) + =/ + = =/0 = Meten: lengte Meet de lijnen. Tijd: klokkijken, hele en halve uren Meten: lengte Meet de (gebroken) lijnen.

10 Overzicht weektaken Inleiding Blok Week Minimum Basis Plus Getallen Afronden naar een tiental is ongeveer Bewerkingen Optellen tot 0, tientallen en lossen Optellen tot 0 in geldcontext (munten van 0, 0,,, en 1 cent) Optellen en aftrekken Lange sommen. 0 + =/ + 0 = Optellen tot 0 in geldcontext (munten van 0, 0,,, en 1 cent) Aftrekken over het eerste tiental 1 =/1 = Vermenigvuldigen, tafel van 1 =/ = De tafel van. Springen naar het tiental + = 0/ = Vermenigvuldigen, tafel van =/ = Zoek getallen die samen 1 of 1 zijn Meten, Tijd, Geld en Meetkunde Meten: wat is lichter dan 1 kilogram? Meten: schatten van gewicht

11 Blok Inleiding Vertelplaat In de dierentuin De vertelplaat is bedoeld om in de sfeer te komen van het thema dat de komende weken centraal staat. De vertelplaat laat een deel van een dierentuin zien. Voor de ingang staat een groep kinderen te wachten tot ze naar binnen mogen. De leerkracht bij de kassa moet eerst nog betalen. Er zullen vast verschillende kinderen zijn die wel eens een dierentuin hebben bezocht. Laat hen er iets over vertellen. Twee elementen op de vertelplaat springen in het oog. De borden met de openingstijden en de voedertijden van de dieren. Weten de kinderen wat openingstijden en voedertijden zijn? In dit blok maken ze kennis met de digitale notatiewijze van de hele uren. Zijn er al kinderen die dit soort tijden kunnen aflezen? Tot 1.00 uur zal waarschijnlijk geen probleem zijn, maar weten ze ook wat 1.00 uur betekent? Ook kunt u vragen welke dieren op dit moment gevoerd worden. Daarbij moeten de kinderen letten op de klok boven de ingang. Het wegen van de olifant. In dit blok gaan de kinderen wegen met een keukenweegschaal en een personenweegschaal. Een belangrijk element daarbij is dat ze maatbegrip ontwikkelen: hoe zwaar is een pak suiker of een brief? Op de vertelplaat staat een olifant op een weegschaal. Twee kinderen staan er bij te lachen. Zien de kinderen waar de wijzer op staat? (000 kg) Weten ze hoe zwaar ze zelf ongeveer zijn?

12 Vertelplaat Inleiding Blok 11

13 Week 1 Blok Les Lesinhoud Bewerkingen: automatiseren optellen en aftrekken tot en met ( getallen, sommen) Structureren: opbouwen van getallen tot 0 in sprongen van, en 1 op de getallenlijn Materiaal voor de kleine groep Kralensnoer Materiaal Klassikale honderdkralenstang Lesopbouw: instructie 1 Start Op het bord schrijft u de splitsing van in en op in de vorm van een splitspaal: 1 sprong is hup is 1 grote hup is Instructie Schrijf een getal op een blaadje (of gebruik een getalkaartje) en laat een van de kinderen naar dit getal springen. De andere kinderen mogen niet weten welk getal het is. Terwijl het kind naar het getal springt, tellen de andere kinderen stil voor zichzelf mee om zo te achterhalen welk getal het is. Zet het getal ook steeds weer op de kralenstang. Schrijf het getal eronder op het bord. Doe dit een aantal keren met verschillende getallen en verschillende kinderen. In deze les oefenen de kinderen weer het springen naar een getal op de getallenlijn. Stimuleer de kinderen in één keer een grote tientallensprong te Vervolgens maakt u de overgang naar opgave in het lesboek. Daar gaat het om het voederen van de dieren: Vraag welke optelsommen de kinderen hiermee kunnen maken ( + =, + = ). Daarna vraagt u naar de aftreksommen ( =, = ). Door de splitsing op het rekenrek te zetten, helpt u hen op weg. Vervolgens maken de kinderen opgave 1. maken. U start de instructie door de spelregels nog even op het bord te zetten:

14 Les 1 Week 1 Blok sla voor de olifanten, bananen voor de apen enzovoort. Hoeveel krijgen de dieren elke dag? De hoeveelheden staan op de getallenlijnen aangegeven: de eerste getallenlijn geeft het aantal kroppen sla weer. De kroppen sla hoeven niet één voor één geteld te worden: er zijn al sprongen op de getallenlijn gemaakt. De getallenlijn is bovendien nog onderverdeeld in stukjes van. Hoeveel kroppen sla krijgen de olifanten? Hoe kun je dit handig en snel te weten komen? Teken op het bord de lege getallenlijn en doe dezelfde sprongen voor als in het lesboek. U laat zien dat de grote sprong van 0 hetzelfde is als sprongen van. Vervolgens doet u de sprongen nog eens voor op de kralenstang. Kinderen die zelf een kralensnoer hebben, kunnen met u meedoen. De sprongen kunnen ook in de vorm van een som worden opgeschreven: één grote sprong van 0 en drie kleine sprongen wordt dan: 0 + =. Hoeveel bananen zijn er voor de apen nodig? Het is één reuzensprong van 0 en één sprong van. U laat deze sprongen weer op het bord zien en doet het voor op de kralenstang. Welke som kun je daarbij opschrijven? (een sprong van 0 en een sprong van : 0 + = ) De laatste drie opdrachten maken de kinderen zelfstandig in tweetallen. Hierna bespreekt u ze kort na. Daarbij schrijft u de sommen op. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken In elke som is een getal afgedekt door een tros bananen. Kunnen de kinderen uitzoeken welk getal er hoort te staan zodat de som weer klopt? De kinderen schrijven de hele som in hun schrift. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, beginnen ze aan de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap De kinderen maken de sommen. Verlengde instructie De kinderen oefenen in de verlengde instructie ook nog eens het springen naar een getal. Ze doen dit door eerst echt te springen naar een getal, gevolgd door het maken van sprongen op een kralensnoer. De kinderen krijgen daarvoor allemaal een kralensnoer. Begin met het springen naar getallen in sprongen van en huppen van 1. Schrijf de spelregels nog even op het bord. Geef een kind de opdracht naar het getal te springen. De andere kinderen weten niet welk getal u hebt opgegeven. Door tijdens het springen mee te tellen moeten de kinderen achterhalen welk getal het is. De kinderen zetten daarna het getal op hun kralensnoer: grepen (sprongen) van en nog losse kralen. Let er op dat ze niet een voor een gaan tellen, maar echt grepen van doen. Door het getal ook op de klassikale kralenstang te zetten kunnen de kinderen controleren of ze het juiste getal hebben opgezet. Schrijf het getal erbij. Op dezelfde manier komt nog een aantal getallen aan bod. De werkvolgorde is dus steeds: een kind springt naar een door u opgegeven getal; de andere kinderen tellen mee om te achterhalen welk getal het is; de kinderen zetten het getal op hun kralensnoer; controle op de klassikale kralenstang. Daarna bekijkt u opgave in het bijwerkboek en bespreekt de getallenlijnen. De eerste twee getallenlijnen horen bij elkaar: het gaat om het aantal pakken hooi voor de olifanten. Welke sprongen worden gemaakt op de eerste getallenlijn? Deze sprongen doet u voor op de kralenstang, terwijl de kinderen meedoen met hun eigen kralensnoer. Hoeveel pakken hooi zijn er in totaal nodig? Welke sprongen zie je op de tweede getallenlijn? Hoe komt het dat er dezelfde hoeveelheid uitkomt? De sprongen van zijn hier samen genomen in één reuzensprong van 0. Bij deze getallenlijn kun je ook een som schrijven: een sprong van 0 en kleine sprongetjes wordt dan: 0 + =. Zo bekijkt u ook de volgende twee getallenlijnen. Hoeveel zakken voer zijn er nodig? U laat de kinderen de bijbehorende som opschrijven. Zelfstandig werken In elke som is een getal onleesbaar door een pootafdruk. Kunnen de kinderen uitzoeken welk getal er hoort te staan? De eerste sommen maakt u samen met de kinderen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, beginnen ze aan de weektaak. 1

15 Week 1 Blok Les 1 1 Lesinhoud Bewerkingen: automatiseren optellen en aftrekken tot en met, oefenen tempotoets Bewerkingen: optellen en aftrekken tot 0 ( familiesommen ) Materiaal voor de kleine groep Munten van 1 euro, biljetten van euro (ieder kind) Voorbereiding Zorg ervoor dat ieder kind kan beschikken over kopieerblad 11a. Lesopbouw: instructie Na een minuut vraagt u de kinderen de pen neer te leggen en het blad om te draaien. U houdt een korte pauze zodat ze zich kunnen ontspannen en zich weer kunnen opladen voor de volgende serie. Op uw teken beginnen ze met de volgende rij, ook hiervoor krijgen ze één minuut. Op deze manier maakt u de eerste helft van het kopieerblad af. Als u het nodig vindt om de tempotoets nogmaals met de kinderen te oefenen, dan kunt u het tweede deel van het kopieerblad gebruiken. U kiest daar zelf een moment voor in de weken voorafgaand aan de bloktoets. Start De kinderen oefenen deze les met de tempotoets. Het gaat in de toets om de automatisering van het optellen en aftrekken tot en met. Deel kopieerblad 11a uit en vertel erbij dat dit een toets is om te oefenen. Op deze manier leren de kinderen hoe een toets als deze werkt. Aan het eind van dit blok krijgen ze de echte tempotoets. Leg uit dat ze een streepje mogen zetten als ze niet zo snel het antwoord weten. Laat de kinderen nu de eerste serie sommen (horizontaal) maken. Vertel dat het sommen zijn waarbij ze moeten optellen of aftrekken. U geeft ze voor deze serie precies één minuut de tijd. 1 1 Kopieerblad 11a Oefentoets: Tempotoets optellen en aftrekken t/m Materiaal (Biljetten van euro) Rekenrek (klassikaal) Rekenrek 1 1 Instructie In deze les besteedt u aandacht aan het optellen en aftrekken tussen de tientallen. Al eerder is geoefend

16 Les Week 1 Blok met het verband tussen de sommen tot en met en de sommen tussen en 0. In de som 1 + zien de kinderen de som +, en in de som 1 zien ze. Door dit verband te leggen voorkomt u zoveel mogelijk dat kinderen dit soort sommen tellend gaan uitrekenen. In deze les breidt u dit uit: als je + weet, dan weet je 1 +, +, + enzovoort. Er wordt nu niet meer alleen tussen de en de 0 gerekend, maar ook tussen de andere tientallen. In opgave in het lesboek worden op deze manier twee sommen behandeld. De eerste staat linkboven: er zijn 1 kinderen, maar er kunnen er nog bij, zegt de man bij de dolfijnenshow. Hoeveel kinderen passen er in een rij? De som is: 1 + = De kinderen rekenen de som uit, eventueel op het rekenrek. Vraag of ze een gemakkelijke som hebben gebruikt bij het uitrekenen. Welke som is dat? Op het bord zet u de beide sommen onder elkaar: Op het klassikale rekenrek laat u het verband tussen de twee sommen zien door ze beide voor te doen. De eerste som doet u voor op de onderste stang. U laat bij de tweede som zien dat er weinig verandert: alleen de volle stang met kralen boven wordt nu ook gebruikt. De tweede som, op het plaatje ernaast, is + =. Wie kan deze som uitrekenen? U schrijft de som onder de vorige sommen. In het spreekwolkje rechts staan de sommen nog eens onder elkaar. Door een gemakkelijke som te gebruiken, kunnen de moeilijkere sommen eenvoudig worden uitgerekend. Op dezelfde manier bekijkt u de tweede serie sommen: 0 kinderen, moeten er naar een andere wagon. Hoeveel kinderen passen er in 1 wagon? De som is: 0 =. Hoe reken je deze som uit? Je kunt hierbij de som als hulpsom gebruiken. En hoe weet je dan de volgende som: 0? Op het bord schrijft u, met voldoende tussenruimte, de volgende sommen: + = 1 + = 1 + = 0 = 1 + = 1 = De kinderen nemen de sommen over in hun schrift en schrijven bij elke som een gemakkelijke som die ze al kennen. Vervolgens schrijven ze er ook een moeilijkere som bij, bijvoorbeeld + = of + =. Op deze manier komen ze bijvoorbeeld tot de volgende groepjes sommen (de laatste som van elk groepje kan verschillen): Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen van opgave in hun schrift. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, gaan ze door met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap De kinderen maken sommen van het type: + en + ; 1 en 1. Verlengde instructie Met de kleine groep bouwt u het rekenen tussen tientallen op aan de hand van concreet materiaal: biljetten van euro en munten van 1 euro. Bij opgave in het bijwerkboek is te zien hoe dit in zijn werk gaat: eerst wordt de gemakkelijke som gemaakt ( + =). De kinderen doen mee met hun eigen euromunten. Daarna volgen de moeilijke sommen die daarbij horen: 1 + = en + =. De kinderen leggen ook deze sommen na met de munten en biljetten. + = = 1 + = 0 = + = 0 = + = = 1 + = 1 = + = = Wat is het verschil tussen de laatste twee sommen? Kun je ook de sommen + en + naleggen? Op dezelfde manier vraagt u de kinderen de volgende som op te lossen: =. Kunnen ze nu ook de moeilijkere sommen die daarbij passen oplossen? Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen. De euromunten en biljetten mogen hierbij gebruikt worden. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak. 1

17 Week 1 Blok Les 11 1 uur half half 11 uur half 1 ja nee ja ja nee Lesinhoud Tijd: klokkijken, hele en halve uren Meten: lengte: vergelijken van lengtes, introductie centimeter en liniaal Materiaal Klassikale instructieklok Liniaal Rolmaat Bordliniaal Lesopbouw: instructie 1 Start U hangt de instructieklok goed zichtbaar voor de groep. U zet de klok op uur. Wie weet hoe laat het is? Hoe zie je dat? De grote wijzer staat op de 1, de kleine wijzer op de. U herhaalt dit een paar keer met andere hele uren. Vervolgens zet u de klok op half. Wie weet nu hoe laat het is? Hoe kun je dat zien? De grote wijzer wijst recht naar beneden, de kleine wijzer staat tussen de en de. U laat nog een aantal tijden met halve uren zien. De kinderen maken vervolgens opgave 1 zelfstandig. 1 Instructie Tot nu toe hebben kinderen ervaring opgedaan met het meten van lengte door te vergelijken, vaak op basis van een natuurlijke maat. Tijdens deze instructie maakt u een begin met het meten met een standaardmaat: de centimeter. Ieder kind krijgt een liniaal. Wat is er te zien op een liniaal? Waar gebruik je hem voor? Waarom staan er streepjes en getallen op? Hoe noemen we het stukje tussen twee lange streepjes? Hoeveel van die centimeters zitten er op een liniaal? Wat is het verschil tussen de bordliniaal en de rolmaat?

18 Les Week 1 Blok U vertelt dat het gebruik van centimeters handig is. Je kunt aangeven hoe lang een voorwerp is. Er is een afspraak gemaakt dat mensen allemaal dezelfde maat gebruiken bij het meten: de centimeter (het stukje tussen twee lange streepjes op de liniaal). U schrijft op het bord het woord centimeter, met daarnaast de afkorting: cm. Bij opgave in het lesboek is een aantal beeldjes van giraffen te zien die je kunt kopen in de winkel van de dierentuin. Laat de kinderen de lengte van de beeldjes opmeten. Hoe gebruik je de liniaal? Moet je bij het begin van de liniaal beginnen? Of begin je bij het eerste streepje waar 0 bij staat? Of waar 1 bij staat? Bespreek dit met de kinderen. Welk beeldje is het langst? Hoeveel centimeter is dat beeldje? En hoe lang is het kleinste beeldje? Welke beeldjes passen in het doosje? Hoe kun je daar achter komen? Zelfstandig werken Bij opgave mogen de kinderen zelf lijnen tekenen die ook gebroken mogen zijn. Als de kinderen klaar zijn met deze opgaven, mogen ze doorgaan met de weektaak. Laat de kinderen in tweetallen uitzoeken welke beeldjes in het doosje passen. U bespreekt dit kort na. Instructie Om het meten met een liniaal verder te oefenen mogen de kinderen een aantal voorwerpen in de klas opmeten. Ze doen dit in tweetallen. In hun schrift schrijven ze de resultaten op. Op het bord doet u dit voor. Bijvoorbeeld: pen: 1 cm. Vertel de kinderen dat ze maten die niet precies op hele centimeters uitkomen, mogen noteren als bijna 1 cm of ruim 1 cm. U loopt rond en controleert of de kinderen de voorwerpen op de juiste manier meten: gebruiken ze de liniaal goed, beginnen ze bij 0? De kinderen mogen ook zelf twee voorwerpen uitkiezen om te meten. Bij de nabespreking gaat u in op het meten met de liniaal. Is het gelukt? Hoe kan het dat de liniaal langer is dan erop staat? Welke voorwerpen hebben de kinderen gemeten? Wat was het kleinste voorwerp? Wat was het grootste? Zelfstandig werken Bij opgave meten de kinderen de lijnen met hun liniaal. Sommige lijnen zijn gebroken; u kunt op het bord een keer voordoen hoe je een gebroken lijn opmeet. Het kan bijvoorbeeld als volgt worden opgeschreven: cm + cm + cm = 11 cm. Kinderen mogen het natuurlijk ook in één keer opmeten, maar dat vraagt wel enige handigheid. 1

19 Week 1 Blok Les Lesinhoud Oriëntatie op de getallen tot 0: tellen, oefeningen met de getallenlijn Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental Materiaal voor de kleine groep Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Materiaal Klassikale honderdkralenstang Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Lesopbouw: instructie 1 Start U start met enkele oefeningen op de getallenlijn: vooruit- en terugtellen vanaf een willekeurig getal (ook met de ogen dicht); vooruit- en terugtellen met sprongen van, even én oneven nummers; een aantal getalkaartjes omdraaien tussen de 0 en de 0; welke getallen ontbreken? welk getal komt voor? Welk getal komt na? Vervolgens maken de kinderen opgave 1. Instructie In deze les oefent u met de kinderen het aftrekken over het eerste tiental op een gestructureerde wijze. 1 De kinderen maken kennis met drie manieren om dergelijke sommen op te lossen. Deze manieren zijn bij opgave in het lesboek uitgebeeld. Voordat u ze met de kinderen bespreekt, schrijft u een voorbeeldsom op het bord: 1 = Vraag hoe ze deze som denken op te lossen. Laat ze hierbij een rekenrek gebruiken als ze dat willen. Vraag vervolgens enkele kinderen te vertellen hoe ze deze som hebben opgelost. Telkens als u een nieuwe oplossing hoort, doet u deze voor op het klassikale rekenrek, zodat alle kinderen het goed kunnen volgen. De volgende manieren kunnen onder meer naar voren komen:

20 Les Week 1 Blok 1 kralen opgezet ( boven, onder). Eerst kralen van de onderste stang wegschuiven; daarna de overige van de bovenste stang. Het antwoord is ; 1 kralen opgezet ( boven, onder). Dan kralen van de bovenste stang wegschuiven. kralen boven, kralen onder: het antwoord is ; 1 kralen opgezet als dubbelbeeld: kralen op de bovenste stang, kralen op de onderste. kralen wegschuiven van de bovenste óf de onderste stang; het antwoord is. Vervolgens laat u de som uit opgave oplossen: 1 =. Hoeveel houd je over? Nadat de kinderen de som hebben opgelost, bekijkt u de oplossingen en doet u deze voor op het klassikale rekenrek. Wie heeft de som opgelost zoals Lotte? Wie heeft het gedaan zoals Daan? Zijn er ook kinderen die geen rekenrek hebben gebruikt en het net zoals Lieke uit het hoofd hebben gedaan? Wat hebben ze dan precies in hun hoofd gedaan: teruggeteld of een gemakkelijke som gebruikt (1 =, 1 = )? Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen in hun schrift. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap De kinderen maken elke splitsing compleet. Het betreft splitsingen onder de. Verlengde instructie In de verlengde instructie oefenen de kinderen ook het aftrekken over het eerste tiental. Ze werken daarbij toe naar één oplossingsmanier: het afhalen tot de en dan de rest eraf. Ieder kind doet mee op het rekenrek. Start met enkele opzet- en flitsoefeningen met het rekenrek. Vervolgens begint u met de som bij opgave in het bijwerkboek. Je neemt 1 euro mee naar de dierentuin. Een kaartje kost euro. Hoeveel euro houdt Tobias over? U leest samen hoe Julia het uitrekent: die heeft eerst 1 opgezet op het rekenrek: boven, onder. Met de kinderen doet u dit na. Er moeten kralen af: eerst haalt Julia er van de onderste stang, daarna nog van de bovenste. Hoeveel kralen zijn er over? Laat de kinderen ook enkele andere sommen op deze manier oplossen, bijvoorbeeld: 1, 1. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak. 1

21 Week Blok Les 1 er zijn allerlei mogelijkheden 1 = ++ = +++ = +++ = = = = = ++1 = +++1 = +++ er zijn nog meer mogelijkheden Lesinhoud Oriëntatie op de getallen tot 0: tellen en terugtellen met sprongen van Structureren: opbouwen van getallen tot 0 in tientallen en eenheden in geldcontext Materiaal voor de kleine groep Kralensnoer Materiaal Eventueel klassikale getallenlijn Biljetten van en euro, munten van 1 en euro (per tweetal) Klassikale honderdkralenstang Lesopbouw: instructie 1 Start U telt met de kinderen een aantal keren verder en terug met sprongen van : Door op de getallenlijn mee te wijzen kunt u steun bieden. Vervolgens stelt u vragen als: Ik sta op 0 en maak een sprong van vooruit. Op welk getal ben ik dan? Ik sta op 0 en maak een sprong van terug. Op welk getal ben ik dan? 0 U bekijkt samen opgave 1. Vertel dat hierbij ook steeds vooruitgesprongen moet worden. De kinderen noteren hoe oud de dieren over jaar zullen zijn. Instructie In deze les oefenen de kinderen het opbouwen van de getallen tot 0 in tientallen en lossen met behulp van (instructie)geld. U laat de kinderen een bepaalde hoeveelheid geld zien (tientjes en munten van 1 en euro). Enkele kinderen tellen na hoeveel geld hier ligt: eerst alleen de tientjes, daarna de losse euro s. U vraagt de kinderen dit hierna in tweetallen te oefenen: één kind legt een bedrag neer, het andere kind telt hoeveel geld er ligt. Hierbij gebruiken ze

22 Les 1 Week Blok alleen de tientjes en de munten. De biljetten van euro blijven nog even liggen. U laat een nieuw bedrag zien: nu maakt u ook gebruik van de eurobiljetten. Hoe kun je dit nu handig aanpakken? Waar begin je met tellen? Op de kralenstang kunt u de sprongen laten zien: eerst de sprongen van, daarna de sprongen van en tot slot de sprongen van en 1. Op het bord schrijft u de bijpassende som op: bijvoorbeeld: =. Ook dit oefenen de kinderen in tweetallen: één kind legt een bedrag neer, het andere telt hoeveel er ligt. Samen schrijven ze de som die er bij hoort op een kladblaadje. Kinderen die steun hebben aan een kralensnoer, mogen dat gebruiken. Samen bekijkt u opgave in het lesboek. Er ligt een hoeveelheid geld: de spaarpot is kapotgeslagen. Sem moet euro voor de dierentuin betalen. Hoe kan hij dit bedrag betalen met het geld dat er ligt? Om het betalen te oefenen en ter voorbereiding op het zelfstandig werken in opgave, laat u de kinderen in tweetallen nog enkele sommen maken. Het ene kind bedenkt een bedrag, het andere kind legt dit neer. Samen schrijven ze de som op. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen bedenken op welke manier ze de verschillende bedragen gaan betalen. Ze noteren het als een lange optelsom in hun schrift. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, beginnen ze aan de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie oefeningen worden ondersteund met het kralensnoer. U start met enkele teloefeningen: het tellen in tientallen. Eerst doet u dit op de getallenlijn, waarbij u meewijst:, 0, 0 tot en met 0. Begin ook eens op een ander startpunt. Dan legt u één briefje van euro neer. Hoeveel is dat? Nu legt u er een briefje bij. Hoeveel euro ligt er nu? Terwijl u de briefjes aanwijst, telt u hardop mee:, 0. Zo legt u er telkens een briefje bij. Met de kinderen telt u hardop hoeveel euro er ligt. Kunnen de kinderen deze sprongen ook op het kralensnoer laten zien? U gaat verder met het tellen in sprongen van, zoals de les ook is gestart. Ook dit speelt u na met biljetten: u legt eerst één biljet van euro neer en legt er daarna telkens één bij. De kinderen tellen hardop mee en laten de sprongen zien op het kralensnoer. Tot slot doet u hetzelfde met sprongen van en het leggen van euromunten. Na deze oefeningen bekijkt u de tekening bij opgave in het bijwerkboek. Oma geeft haar kleinzoon euro voor de dierentuin. Kun je dit bedrag naleggen met briefjes en munten? Er zijn verschillende mogelijkheden. Als alle kinderen het bedrag hebben neergelegd, bespreekt u de manieren. Hebben kinderen dezelfde manier gebruikt? De kinderen schrijven bij elke manier de bijpassende som op, bijvoorbeeld: =. Kunnen de sprongen ook op het kralensnoer worden nagedaan? Voor extra oefening kunt u de kinderen enkele getallen geven, die ze in tweetallen naleggen met geld. Ook de bijpassende som schrijven ze op. Zelfstandig werken De kinderen bedenken op welke manier ze de verschillende bedragen kunnen betalen. Ze kruisen de biljetten en munten aan die nodig zijn. Overstap De kinderen bedenken zelf sommen en rekenen deze uit. Van elke som is slechts één getal gegeven. Het eerste rijtje bestaat uit optelsommen, het tweede rijtje uit aftreksommen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, beginnen ze aan de weektaak. Verlengde instructie In de kleine groep bouwt u nog eens stap voor stap de getallen tot 0 op met (instructie)geld. De 1

23 Week Blok Les Lesinhoud Bewerkingen: aftrekken met tientallen Bewerkingen: vermenigvuldigen, introductie tafel van Materiaal voor de kleine groep Munten van euro Materiaal Biljetten van euro Lesopbouw: instructie 1 Start U laat tientjes zien. Hoeveel tientjes zijn dit samen? Vervolgens haalt u tientjes weg. Hoeveel tientjes houd ik nu in de hand? ( =.) U schrijft deze som op het bord. Hoeveel euro is dat in totaal? (0 0 = 0.) Deze som schrijft u onder de vorige. U herhaalt dit met andere bedragen. Telkens schrijft u de twee sommen onder elkaar op het bord: eerst de hoeveelheid biljetten, daarna de hoeveelheid euro s. De kinderen maken de sommen van opgave 1. Instructie In het vorige blok is het vermenigvuldigen geïntroduceerd. Vandaag maakt u een begin met het aanbieden en inoefenen van de tafel van. Bekijk met de kinderen de afbeelding bij opgave in het lesboek. De oppasser zegt dat hij vandaag kangoeroes ziet. Klopt dat of heeft hij zich vergist? Welke keersom hoort erbij? ( = 0) U vraagt de kinderen uit te rekenen hoeveel kangoeroes er werkelijk in de dierentuin zijn als de oppasser,,, of moederkangoeroes ziet. De antwoorden schrijven ze op een kladblaadje of in het schrift. U schrijft de antwoorden als volgt op het bord: moederkangoeroes: kangoeroes moederkangoeroes: 1 kangoeroes Enzovoort. Bij elke regel vraagt u de kinderen om de

24 Les Week Blok bijpassende keersom te noemen, deze schrijft u erachter: U vult vervolgens de rij naar boven aan met:1,, en kangoeroes en de bijpassende sommen. Wijs de kinderen tot slot op de getallenlijn bij opgave. moederkangoeroes: kangoeroes = Wat heeft de getallenlijn met deze sommen te maken? Laat de kinderen dit uitleggen. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken de keersommen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, gaan ze door met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap Hoe laat worden de dieren gevoerd? De kinderen schrijven de tijd (hele uren) onder elke klok. Verlengde instructie Met de kleine groep bouwt u de tafel van nog een keer op; de context is eenvoudiger en meer concreet: namelijk munten van euro. U legt eerst munten neer. Hoeveel euro ligt hier? U schrijft op: munten: euro. U vraagt de kinderen dit zelf op een kladblaadje mee te schrijven. Welke keersom hoort hier bij? Deze schrijft u achter de zin: =. U legt nog meer munten neer: eerst, dan,,, en munten. U vraagt telkens hoeveel euro er ligt. De kinderen schrijven dit eerst als volgt op: munten: euro munten: 1 euro munten: 1 euro enzovoort. Bij elke zin zoeken de kinderen de passende keersom: =, = 1 enzovoort. Vervolgens maakt u de tafelrij ook naar boven af: 1,,. Heb je genoeg aan munten van euro om het toegangskaartje te betalen? Zelfstandig werken De kinderen maken de keersommen. Ze vullen hierbij ook de getallenlijn in: de sprongen van zijn getekend, maar er ontbreken nog getallen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak.

25 Week Blok a c g a Les e c g e d f c b e a er zijn meerdere mogelijkheden Lesinhoud Meten: wegen, vergelijken van gewicht Meten: wegen met gebruik van standaardmaten (kilogram) Materiaal Voorwerpen die bij opgave en zijn afgebeeld Pak suiker van 1 kg Weegschalen (personenweegschaal, keukenweegschaal, balans) Lesopbouw: instructie 1 Instructie het gebruik van de standaardmaat van 1 kilogram (pak suiker). In deze les gaan de kinderen verder met het vergelijken van gewichten en het gebruik van standaardmaten hierbij. In eerste instantie gaat het bij het vergelijken van voorwerpen om inschattingen: kinderen maken op grond van eigen ervaringen een inschatting welk voorwerp het zwaarst is. De kinderen gaan bij opgave in het lesboek in tweetallen aan het werk: welk voorwerp hoort bij welk gewicht? Ze schrijven dit in hun schrift op. Bij de nabespreking laat u voorwerpen die u hebt verzameld echt wegen met behulp van een weegschaal of balans. Hoe weten de kinderen wat het zwaarst is? In het laatste blok van deel b hebben de kinderen kennisgemaakt met het vergelijken van gewichten en Introduceer opgave en in het werkboek zodat de Start De startopgave is bedoeld om in de sfeer te komen van het onderwerp van deze les: wegen. De kinderen schatten welk dier zwaarder is. Laat deze opgave in tweetallen maken; zo stimuleert u het gesprek over de opgave. Bij de nabespreking gaat u in op de moeilijke gevallen: welk dier is zwaarder, de leeuw of het nijlpaard? Waarom denk je dat? Hoe kun je hier nu achter komen?

26 Les Week Blok kinderen ze zelfstandig (in tweetallen) kunnen maken. Zelfstandig werken Bij opgave kleuren de kinderen de rondjes bij de voorwerpen die zwaarder zijn dan 1 kilogram. Laat de kinderen een pak suiker doorgeven, zodat ze beseffen wat ze zich bij 1 kilogram moeten voorstellen. Om ze actief bij het wegen te betrekken, kunt u gebruikmaken van het circuitmodel. Op meerdere plekken in de klas legt u telkens twee voorwerpen neer, zoals afgebeeld bij opgave. Op andere plekken legt u voorwerpen neer met een pak suiker erbij, zodat de kinderen kunnen uitproberen wat zwaarder is dan een pak suiker. Door de kinderen in tweetallen of kleine groepjes te laten circuleren, krijgen ze allemaal de kans om de voorwerpen te vergelijken. Als u op een plek een personenweegschaal neerzet, kunt u ook opgave in het circuit opnemen. Zelfstandig werken Bij opgave werken de kinderen samen: in groepjes van vier vergelijken ze hun eigen gewicht. Aan het eind van de les bespreekt u opgave en na. Van welke voorwerpen uit opgave waren de kinderen helemaal zeker? Waar twijfelden ze over? Laat deze voorwerpen in de groep wegen. Hoe ging het wegen op de personenweegschaal? Bij welk groepje waren de verschillen heel klein en bij welk groepje juist groot? Als de kinderen klaar zijn met deze opgaven, mogen ze doorgaan met de weektaak.

27 Week Blok Les Lesinhoud Oriëntatie op de getallen tot 0: afronden op tientallen Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental Materiaal voor de kleine groep Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Materiaal Klassikale honderdkralenstang Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Lesopbouw: instructie 1 Start Bespreek met de kinderen de afbeelding bij opgave 1. De man vraagt: Hoeveel? De jongen antwoordt: eh 1. Dan zegt de man: Dus ongeveer 0. Vraag de kinderen wat het woord ongeveer betekent. Laat ze voorbeelden geven van situaties waarin je dat woord gebruikt. Vervolgens laat u de kinderen de getallen afronden op tientallen: is ongeveer 0, is ongeveer 0 enzovoort. Doe de eerste paar getallen samen met de kinderen. Als het goed gaat, maken de kinderen de rest zelfstandig af. Instructie In deze les laat u de kinderen het aftrekken over het eerste tiental op een gestructureerde wijze verder oefenen. U bespreekt de verschillende manieren om dergelijke sommen op te lossen. Voordat u de manieren bespreekt zoals die bij opgave in het lesboek zijn afgebeeld, schrijft u een voorbeeldsom op het bord: 1 = Hoe kun je deze som oplossen? Laat de kinderen hierbij een rekenrek gebruiken als ze dat willen. Vraag vervolgens enkele kinderen te vertellen hoe ze deze som hebben opgelost. Telkens als u een nieuwe oplossing hoort, doet u deze voor op het klassikale rekenrek, zodat alle kinderen het goed kunnen volgen. De volgende manieren kunnen onder meer aan bod komen:

28 Les Week Blok 1 kralen opgezet ( boven, onder). Eerst kralen van de onderste stang wegschuiven; daarna nog van de bovenste stang. Het antwoord is. 1 kralen opgezet ( boven, onder). Dan kralen van de bovenste stang wegschuiven. 1 kraal boven, kralen onder: het antwoord is. 1 kralen opgezet als bijna-dubbelbeeld: kralen op de bovenste stang, kralen op de onderste. kralen wegschuiven van de bovenste stang: het antwoord is. Vervolgens lossen de kinderen de som in opgave op: 1 =. Hoeveel houd je over? U bekijkt de oplossing van ieder kind en doet deze voor op het klassikale rekenrek. Wie heeft de som opgelost zoals Sanne? Wie zoals Els of Karima? Wie heeft er geen rekenrek gebruikt en de som uit het hoofd gedaan? Wat heb je dan precies in je hoofd gedaan: teruggeteld of een gemakkelijke som gebruikt (1 =, 1 = )? Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen in hun schrift. Ze oefenen het aftrekken over het eerste tiental. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, gaan ze door met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap De kinderen zetten de gewichten in de goede volgorde van licht naar zwaar. Verlengde instructie In de verlengde instructie werkt u met de kinderen toe naar één oplossingsmanier voor het aftrekken over het eerste tiental: afhalen tot de en dan de rest eraf. Dit wordt ondersteund met het rekenrek. U start de verlengde instructie met wat opzet- en flitsoefeningen met het rekenrek (zie voor een beschrijving: blok 1, week, les ). Vervolgens kijkt u met de kinderen naar opgave in het bijwerkboek. Ieder kind doet mee op het rekenrek. Er moeten 1 dieren gevoerd worden. De ene oppasser zegt dat hij er al heeft gevoerd. Hoeveel dieren moeten er nog gevoerd worden? Welke som hoort hier bij? De kinderen schrijven de som op: 1 = U leest samen hoe Max het doet: die heeft eerst 1 opgezet op het rekenrek: boven, onder. Met de kinderen doet u dit na. Er moeten kralen af: eerst haalt Max er van de onderste stang, daarna nog van de bovenste. Hoeveel kralen zijn er over? Vraag de kinderen ook enkele andere sommen van dit type op te lossen, bijvoorbeeld 11, 1. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen. Ze oefenen het aftrekken over het eerste tiental. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak.

29 Week Blok 1 Les Lesinhoud Bewerkingen: aftrekken tot en met 0 Structureren: springen op de getallenlijn, springen naar een tiental Materiaal voor de kleine groep Kralensnoer Materiaal Klassikale honderdkralenstang Kralensnoer Lesopbouw: instructie 1 Start U schrijft de volgende som op het bord: 0 = Kunnen de kinderen een gemakkelijke som bij deze som bedenken? U schrijft deze sommen ook op het bord, bijvoorbeeld. Welke sommen passen er nog meer bij? (0, 0 ). De kinderen maken de sommen van opgave 1. Instructie In deze les wordt het springen op de getallenlijn verder geoefend. Het gaat om het springen naar de dichtstbijzijnde tientallen, bijvoorbeeld vooruit van naar 0 of terug van naar 0. Deze oefening helpt kinderen om straks bij het optellen en aftrekken over het tiental gemakkelijk te splitsen bij het tiental, bijvoorbeeld: + = + = = Bekijk met de kinderen de eerste getallenlijn bij opgave in het lesboek. U tekent deze ook op het bord. Centraal staat hier het getal. Laat een kind dit getal op de kralenstang opzoeken en na de e kraal een knijper zetten. Vanaf dit getal kun je terugspringen of juist vooruitspringen naar het dichtstbijzijnde tiental.

30 Les 1 Week Blok Op welk getal kom je als je vanaf terugspringt naar het tiental dat het dichtstbij ligt? Laat dit ook zien op de kralenstang. Op de getallenlijn laat u zien dat je stappen van 1 terugspringt en welke som daarbij hoort:. Op welk getal kom je als je vooruitspringt naar het eerstvolgende tiental? Maak die sprong ook op de kralenstang en laat ook nu op de getallenlijn zien wat er gebeurt. Wijs op de som die hierbij hoort: +. Bespreek op dezelfde manier ook de volgende getallenlijnen. Vervolgens laat u het getal op de kralenstang zien. Welk tiental zit er voor dit getal en welk tiental komt erna? Hoe groot zijn de sprongen om daar te komen? ( = 0, + = 0). U schrijft deze sommen op het bord: de sprongen ( en ) omcirkelt u. Oefen samen met de kinderen met enkele andere getallen. Samen kijkt u nu naar opgave. Vertel dat ook hier vooruitgesprongen of teruggesprongen moet worden. U doet dit met de eerste som ( = 0) voor op de kralenstang. Hoe groot is de sprong naar de 0? Kinderen die dit moeilijk vinden, kunt u een eigen kralensnoer geven. Ze schrijven de volledige antwoorden in hun schrift. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen schrijven de hele som in hun schrift. Ze mogen hierbij een kralensnoer gebruiken. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap Welk getal ontbreekt in de sommen? De kinderen maken de sommen compleet. Verlengde instructie In de verlengde instructie oefenen de kinderen het springen naar een getal. Ze gebruiken daarbij het kralensnoer. U kijkt met de kinderen nog even naar opgave in het bijwerkboek. Hebben ze deze sommen allemaal goed gemaakt? Dit is een goede voorbereiding op opgave. Geef ieder kind een kralensnoer, zodat het zelf kan meedoen met de sommen. U bekijkt samen het eerste stukje kralensnoer bij opgave. Om welk getal gaat het? () De kinderen geven dit getal aan op hun kralensnoer. Eerst springen ze terug naar een tiental. Welk tiental is dat? (0) Hoeveel kralen moet je terug om daar te komen? () U schrijft de som op: = 0. Waar kom je uit als je vooruitspringt? (0) Hoeveel kralen moet je verschuiven om daar te komen? () De bijpassende som is: + = 0. Op deze manier gaat u stap voor stap langs de overige stukjes getallenlijn. Laat de kinderen noteren hoeveel eraf/erbij moet naar het tiental. Vervolgens noteren ze de bijpassende sommen. Dit is tevens een goede voorbereiding op opgave. Zelfstandig werken U kijkt samen met de kinderen naar opgave en maakt eventueel de eerste twee sommen samen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, beginnen ze aan de weektaak. Nadat de kinderen deze opgave hebben afgemaakt, beginnen ze aan de weektaak.

31 Week Blok Les Lesinhoud Bewerkingen: optellen en aftrekken tot en met 0 Bewerkingen: vermenigvuldigen, introductie tafel van Materiaal Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Lesopbouw: instructie 1 Start Schrijf de volgende sommen op het bord: +, 1 + en 1 +. De kinderen schrijven de antwoorden op een kladblaadje. Vervolgens vraagt u een van de kinderen de antwoorden op het bord te schrijven. Heeft iedereen dezelfde antwoorden? U vraagt een aantal kinderen om aan te geven hoe ze het hebben uitgerekend. Hebben ze gebruikgemaakt van de samenhang tussen de sommen? Vervolgens maken de kinderen opgave 1. U wijst hen op de samenhang tussen de sommen. Instructie Na de tafel van in week, les, introduceert u 0 vandaag de tafel van. U bekijkt met de kinderen de tekening bij opgave in het lesboek. Hoeveel apen zitten er in elk hok? Hoeveel apen zitten er in hokken? Welke keersom hoort daar bij? ( = 0) Hoeveel apen zitten er in hokken? En hoeveel in hokken? U schrijft de bijpassende sommen telkens op het bord. Valt de kinderen iets op bij de antwoorden? (verdubbelingen) Hetzelfde doet u met, en hokken. Hoeveel apen zitten er in, en hokken? De oppasser van de dierentuin zegt dat er wel 0 apen in de dierentuin zijn. Klopt dat? Hoe kun je dat laten zien zonder alle apen te tellen?

32 Les Week Blok Wijs de kinderen tot slot op de getallenlijn: wat heeft die getallenlijn met deze sommen te maken? Laat de kinderen dit uitleggen. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken de keersommen. Het zijn sommen van de tafel van. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, gaan ze door met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap Bij opgave zijn enkele vermenigvuldigsituaties getekend. De kinderen vullen in welke keersommen (korte sommen) erbij horen. Verlengde instructie U bouwt met de kleine groep de tafel van nogmaals op. De context is eenvoudiger. Het gaat bij opgave in het bijwerkboek om emmers met vissen voor de walrussen: in elke emmer zitten vissen. Je hebt emmers. Hoeveel vissen heb je dan? U schrijft op het bord: emmers: 0 vissen. U vraagt de kinderen dit op een kladblaadje mee te schrijven. Welke keersom hoort hier bij? Deze som schrijft u achter de zin: emmers: 0 vissen. = 0 En wat als je,, enzovoort emmers hebt? emmers: 0 vissen emmers: 0 vissen emmers: 0 vissen Bij elke zin zoeken de kinderen de passende keersom: = 0, = 0 enzovoort. Vervolgens maakt u de tafelrij ook naar beneden af: 1,,. De kinderen maken tot slot de keersommen. Hierbij kunnen ze de getallenlijn gebruiken: ook daar staan de sprongen van op getekend. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen van de tafel van op de juiste plaats vast aan de getallenlijn. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak. 1

33 Blok Week Les uur half half 1 uur half 1 :00 :00/0:00 1:00 :00 dezelfde dieren als bij a en nog: zeehonden, beren 1:00 :00 :00 :00 1:00 Lesinhoud Tijd: klokkijken (analoog), hele en halve uren Tijd: klokkijken (digitaal), hele uren Materiaal Klassikale instructieklok Lesopbouw: instructie 1 Start U oefent, net als in week 1 (les ), nog een keer met de groep de hele en halve uren (analoog). De kinderen kunnen intussen wellicht de hele uren vlot aflezen. U herhaalt ze toch nog even kort. De nadruk komt nu meer te liggen op het aflezen van de halve uren. De instructieklok hangt goed zichtbaar voor de groep. U zet de klok op een heel uur: uur. Wie weet hoe laat het is? Waaraan zie je dat? U oefent dit met nog een paar andere tijden. Vervolgens zet u de klok op half 1. Hoe laat is het nu? Waaraan zie je dat? (De grote wijzer wijst recht naar beneden, de kleine wijzer staat tussen de 1 en de 1.) U oefent dit met nog een paar andere tijden (half, half ). Vervolgens maken de kinderen zelfstandig opgave 1. Instructie In deze les maken de kinderen kennis met digitaal klokkijken. U zet de volgende tijd op het bord:.00 uur. Ernaast zet u de instructieklok op dezelfde tijd. Vraag de kinderen naar de betekenis van.00 uur. Wat betekent dit? Waar kom je zulke klokken tegen? En waar juist de andere (analoge) klokken met wijzers? U schrijft nog enkele tijden op het bord, waarbij u de tijden na het middaguur (1.00 uur tot.00 uur) nog even weglaat. Vraag steeds hoe laat het is.

34 Les Week Blok Bij opgave in het lesboek zien de kinderen een groot bord. Dit bord hangt in de dierentuin en laat onder meer de openingstijden van het dierenpark zien. Hoe laat gaat het dierenpark open? En hoe laat gaat het dierenpark dicht? Wat voor tijd staat daar? Bestaat 1 uur? Met de gewone klok gaan we maar tot 1 uur. Hoe kun je deze tijd ook uitspreken? Met de oefenklok laat u zien wat hier gebeurt. U zet de klok op 1 uur. Nu telt u door: u draait de grote wijzer van de klok rond (1 uur) en blijft dit doen tot u bij 1 uur bent aangekomen (1, 1, 1, 1 uur). Hoe laat is het nu op de klok? Op de tijdlijn bij opgave is ook te zien wanneer de dierentuin open en dicht is. Hoe zie je dat? Op maandag is de dierentuin om 1.00 uur open. Hoe laat is dat? U zet op het bord: 1.00 uur, met een getekende analoge klok ernaast. Eronder schrijft u: 1.00 uur. Met de oefenklok laat u zien hoe laat dat is: hetzelfde als 1 uur. Ook deze klok tekent u ernaast. Op het bord staan ook de voedertijden. U loopt alle tijden langs en zet ze op het bord, met de analoge klok en de tijd ( uur ) ernaast. Onder aan opgave staat een klok op 1 uur. Welke dieren zijn nu al gevoerd? Welke dieren moeten nog worden gevoerd? De kinderen kijken op het bord met de voedertijden. Het rijtje op het bord kan hierbij helpen. De kinderen maken deze opgave in tweetallen. Welke dieren moeten nog worden gevoerd als het uur is? Na een korte nabespreking licht u, zo nodig, opgave en in het werkboek toe, zodat de kinderen deze opgaven zelfstandig kunnen maken. Zelfstandig werken De kinderen hangen de tijden op de juiste plek aan de tijdlijn door het kaartje met de tijdlijn te verbinden. Zelfstandig werken De kinderen schrijven bij elke klok de digitale tijd op. Als de kinderen klaar zijn met deze opgave, gaan ze door met de weektaak.

35 Week Blok Les Lesinhoud Oriëntatie op de getallen tot 0: volgorde van de getallen Bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental Materiaal voor de kleine groep Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Materiaal Klassikale honderdkralenstang Rekenrek (klassikaal) Rekenrek Lesopbouw: instructie 1 Start U doet met de kinderen het spelletje Raad mijn getal. Op de achterkant van het bord schrijft u een getal onder de 0. De kinderen raden welk getal dit is. Een kind noemt een getal. U antwoordt met: het is meer (of minder) dan Vervolgens maken de kinderen opgave 1. Er staan telkens twee getallen naast elkaar. De kinderen schrijven het grootste getal in hun schrift. Instructie Het aftrekken over het eerste tiental oefenen de kinderen vandaag op gestructureerde wijze verder, zoals ze in week 1 (les ) en week (les ) hebben gedaan. Opnieuw krijgen ze verschillende manieren aangeboden waarop ze een dergelijke som kunnen oplossen. Deze manieren zijn bij opgave in het lesboek afgebeeld. U laat de kinderen de som 1 oplossen. Hoeveel houd je over? Nadat ze de som hebben opgelost, bekijkt u de oplossing van ieder kind op de tekening bij opgave. U doet de oplossingsstrategie voor op het klassikale rekenrek. Wie heeft de som opgelost zoals Sanne: door uit het hoofd te rekenen en een gemakkelijke som te gebruiken? Wie heeft het gedaan zoals Hakim, die op het rekenrek eerst de onderste rij heeft leeggemaakt?

36 Les Week Blok Wie heeft het gedaan zoals Saskia, die kralen van de bovenste stang heeft weggeschoven? U kunt samen nog enkele van dergelijke sommen oefenen, bijvoorbeeld: 1, 1, 1. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben, neemt u apart aan de instructietafel. De rest van de groep gaat door met opgave. Zelfstandig werken De kinderen maken opgave in hun schrift. Dit zijn sommen van het type dat bij opgave is besproken. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, gaan ze door met de weektaak. Lesopbouw: verlengde instructie Overstap De kinderen zoeken de fragmenten op in de grote tekening en zetten er een hokje omheen. Verlengde instructie Begin de verlengde instructie met wat opzet- en flitsoefeningen op het rekenrek (zie blok 1, week, les ). U gaat met de kinderen het aftrekken over het eerste tiental oefenen. U hanteert nu echter maar één strategie: afhalen tot de en dan de rest eraf. Samen met de kinderen bekijkt u opgave in het bijwerkboek. U begint met de som die is gevraagd: 1 =. Lees samen met de kinderen hoe het kind op de tekening de som uitrekent. De kinderen doen mee met hun eigen rekenrek. U laat de kinderen 1 opzetten op het rekenrek: boven, onder. Er moeten kralen af: ieder kind haalt er van de onderste stang, daarna nog van de bovenste. Hoeveel kralen zijn er over? Kunnen ze ook andere sommen van dit type oplossen? Bijvoorbeeld: 1. Vervolgens kunt u nog oefenen met andere sommen, zoals 1, 1. Zelfstandig werken De kinderen maken de sommen. Nadat de kinderen deze opgave hebben gemaakt, mogen ze doorgaan met de weektaak.

37 Blok Week Toets en herhaling/verrijking half half half half half 11 De toetsonderdelen Minimumtoets De volgende onderdelen worden op minimumniveau getoetst: opgave 1: tempotoets optellen en aftrekken tot en met opgave : structureren: opbouwen van getallen in sprongen van, en 1 op de getallenlijn; opgave : bewerkingen: optellen over het eerste tiental; opgave : structureren: opbouwen van getallen in tientallen en eenheden. Projecttoets De volgende onderdelen worden in de projecttoets getoetst: opgave : meten: centimeter; opgave : tijd: klokkijken (analoog), halve uren. Basistoets De volgende onderdelen worden op basisniveau getoetst: opgave : bewerkingen: aftrekken over het eerste tiental; opgave : bewerkingen: optellen en aftrekken tussen de tientallen; aanvullen tot en afhalen van tientallen; Handelingssuggesties bij de toetsonderdelen Tempotoets: optellen en aftrekken tot en met (opgave 1) Suggesties voor een diagnostisch gesprek Bij kinderen die halverwege groep het optellen en aftrekken tot en met nog niet geautomatiseerd hebben, zal het meestal gaan om een beperkt aantal sommen, vooral aftreksommen. Met behulp van kopieerblad kunt u precies in kaart brengen om welke sommen het gaat. U leest de sommen door elkaar op en zet een kruis door de sommen waarop het kind vlot (binnen ongeveer seconden) het juiste antwoord geeft. Suggesties voor extra instructie U schrijft de sommen waarmee het kind nog problemen heeft op een blaadje, met wat ruimte

38 Toets en herhaling/verrijking Week Blok Geef steeds duidelijk aan om welke bewerking het gaat (optellen of aftrekken). Na de eerste serie houdt u een korte onderbreking, zodat de kinderen zich even kunnen ontspannen en zich weer kunnen opladen voor de volgende serie. Op deze wijze werken ze de hele tempotoets af. De tempotoetsscore wordt bepaald door het aantal goede uitkomsten in vier minuten. De normering voor halverwege groep is: of meer goed: goed t/m goed: matig 1 of minder goed: onvoldoende 0 De kinderen maken de overige toetsopgaven zelfstandig. U vertelt bij de opgaven heel kort wat de bedoeling is, zodat ieder kind weet wat het moet doen. Ieder kind heeft een liniaal om opgave te kunnen maken. opgave : structureren: springen naar een tiental op de getallenlijn. Toelichting bij de opgaven Tempotoets U begint de toetsafname met de tempotoets (opgave 1). Hiervoor kopieert u kopieerblad 11b voor ieder kind. Vervolgens beginnen de kinderen allemaal tegelijk met het invullen van de uitkomsten van de eerste serie sommen (horizontaal). Hiervoor krijgen ze precies één minuut de tijd. Minimumtoets Opgave : de kinderen vullen in het hokje het juiste getal in. Opgave : de kinderen maken de sommen. Opgave : de kinderen maken de sommen. Projecttoets Opgave : de kinderen meten de lijnen en schrijven de lengte in cm erachter. Opgave : de kinderen vullen de tijd in (a) en tekenen de wijzers (b). Basistoets Opgave : de kinderen maken de sommen. Opgave : de kinderen maken de sommen. Opgave : de kinderen vullen de ontbrekende getallen in. ertussen. U vraagt het kind boven elke moeilijke som een gemakkelijke som te schrijven. Dit is een hulpsom die het kind uit het hoofd weet. Bijvoorbeeld: hulpsom: = 0 moeilijke som: = 1 U laat het kind deze combinatie van sommen goed oefenen, bijvoorbeeld door hier een schuifkaartje van te maken: = Na enige tijd laat u de hulpsommen weg en oefent het kind alleen met de moeilijke sommen. Extra oefenideeën: Maatwerk Rekenen groen, onderdeel, blok.

39 Blok Week Toets en herhaling/verrijking Structureren: opbouwen van getallen in sprongen van, en 1 op de getallenlijn (opgave ) Suggesties voor een diagnostisch gesprek U zorgt ervoor dat ieder kind een kralensnoer heeft. Zo kan het kind de sprongen van, en 1 zelf maken; door de kralen weg te schuiven worden de opdrachten concreet. U begint met enkele oefeningen, waarbij de kinderen met hun eigen kralensnoer meeschuiven: tellen en terugtellen in groepjes van door telkens tien kralen te verschuiven; tellen van tot 0, van 0 tot 0, door telkens één kraal te verschuiven; meerdere sprongen van achter elkaar: hoeveel kralen zijn er in totaal weggeschoven? Gaan deze oefeningen goed of zijn er onderdelen waarmee de kinderen nog problemen hebben? Vervolgens gebruikt u de klassikale kralenstang en zet u een knijper na een aantal kralen. Laat de kinderen vertellen hoeveel kralen voor de knijper zitten. Laat ze al tellend de kralen aanwijzen. U begint met gemakkelijke aantallen (0, 0, ) en gaat dan verder met moeilijker aantallen (,, ). Waar zitten de problemen? Tellen de kinderen één voor één, of maken ze gebruik van de -structuur? Gaat het tellen in sprongen van goed bij een dergelijke opdracht? Wordt de overgang van sprongen van naar sprongen van 1 goed gemaakt (, 0, 0, 1,, ). Laat tot slot de getallen ook opschrijven. Zijn er problemen bij het noteren? Suggesties voor extra instructie U begint met het herhalen van enkele oefeningen op de kralenstang: tellen en terugtellen in groepjes van, door telkens kralen te verschuiven; tellen van 0 tot 0, van 0 tot 0, door telkens 1 kraal te verschuiven; u zet een knijper na kralen en vraagt de kinderen hoeveel kralen er voor de knijper staan. Vervolgens zet u de knijper na 0,, 0, en 0 kralen. Laat bij deze oefeningen de kralen ook door de kinderen zelf verschuiven. Als het bovenstaande goed gaat, zet u de knijpers bij moeilijker aantallen:,, 1,. Welke sprongen maak je om bij dat getal te komen? Draai daarna de rollen om: u noemt een getal, de kinderen zetten de knijper op de juiste plek. Vraag vervolgens welke sprongen je maakt om bij dat getal te komen. Bouw de getallen op in moeilijkheidsgraad. Tot slot maken de kinderen zelfstandig opgave 1 en van de minimumtaak voor week. Extra oefenideeën: Maatwerk Rekenen oranje, onderdeel 1, blok 11 en 1. Bewerkingen: optellen over het eerste tiental (opgave ) Suggesties voor een diagnostisch gesprek U geeft de kinderen een rekenrek en vraagt hun om met behulp hiervan de sommen van toetsopgave te maken. U observeert hoe de kinderen omgaan met het rekenrek. Worden getallen in één keer opgezet, of één voor één? Overzien ze de getalbeelden snel? Vervolgens bekijkt u de strategie die ze gebruiken om de som op te lossen. Zien ze elke som als een probleem op zich of maken ze gebruik van de vorige som door handig te rekenen? Vullen ze de bovenste stang eerst aan tot, zoals in de verlengde instructie is behandeld of zetten ze het tweede getal op de onderste stang? Zijn er kinderen die bij het rekenen via de fouten maken met het splitsen van het tweede getal? Suggesties voor extra instructie U begint met het rekenrek en oefent eerst met wat opzet- en flitsoefeningen met het rekenrek. Vervolgens geeft u de volgende som: + =. Met deze groep kinderen beperkt u zich tot het voordoen en inoefenen van één strategie, namelijk het volmaken van de bovenste stang op het rekenrek (optellen via het tiental). U vraagt de kinderen eerst hoe je met deze som begint op het rekenrek. U doet vervolgens elke stap voor, terwijl de kinderen meedoen op hun rekenrek. Het eerste getal zet je op, op de bovenste stang. Het tweede getal moet erbij: eerst maak je de bovenste stang vol, de rest komt op de onderste stang. Belangrijk hierbij is dat de kinderen gemakkelijk zien hoeveel kralen er nog bij kunnen tot de stang vol is, en hoeveel kralen er dus nog op de onderste stang komen (aanvullen tot de, splitsen van getallen). Als hier problemen liggen, kunt u deze vaardigheden nog verder oefenen (zie ook rekenboek b). U geeft een nieuwe som op en laat een van de kinderen die op dezelfde manier oplossen. De andere kinderen doen mee. Kunnen ze de volgende sommen ook via de oplossen: + =, + =, + =, + =? Tot slot maken de kinderen zelfstandig opgave en

40 Toets en herhaling/verrijking Week Blok van de minimumtaak voor week. Extra oefenideeën: Maatwerk Rekenen oranje, onderdeel, blok en. Structureren: opbouwen van getallen in tientallen en eenheden (opgave ) Suggesties voor een diagnostisch gesprek U laat de kinderen enkele sommen van opgave maken. Maken ze gebruik van een kralensnoer? Schrijven de kinderen de getallen goed op of draaien ze de tientallen en de eenheden om? Zien de kinderen dat de tweede som van elk paar een omkering is van de eerste, en dus hetzelfde antwoord heeft? Of rekenen ze elke som opnieuw uit? Suggesties voor extra instructie U start met de kleine groep met het oefenen van het tellen in tientallen. Eerst doet u dit op de getallenlijn of op de kralenstang, waarbij u mee wijst:, 0, 0 tot en met 0. Begin ook eens op een ander startpunt. U legt tientjes neer en euromunten. Hoeveel euro ligt er nu? In eerste instantie telt u met de kinderen mee:, 0, 0, 1,,,. Ook op de getallenlijn of de kralenstang laat u dit zien. Vervolgens vraagt u de kinderen hoe dit ook op een kortere manier kan: (tientjes) en (munten) is samen. Anders gezegd: 0 euro en euro is samen euro. Het kan hierbij helpen om de getallen langzaam en nadrukkelijk uit te spreken, terwijl u de bijbehorende munten en biljetten aanwijst. Terwijl u vierendertig uitspreekt, wijst u dus eerst de munten en daarna de biljetten aan. U schrijft hierbij ook de sommen op: 0 + = / + 0 =. Dit herhaalt u met enkele andere bedragen, waarbij u benadrukt dat de kinderen het op de korte manier moeten proberen. Bij elk bedrag schrijven ze de optelsommen op. Handelingssuggesties bij overige leerstofonderdelen Een aantal leerstofonderdelen is niet in de toets opgenomen. Deze onderdelen zijn moeilijk op papier of op de computer te oefenen en te toetsen, omdat ze het beste mondeling en met concreet materiaal geoefend en getoetst worden, zoals tellen (terugtellen, doortellen, tellen met sprongen van, en ). Het is echter wel verstandig om deze onderdelen ook tijdens de herhalings- en verrijkingsweek aandacht te geven, in de vorm van een gezamenlijke startactiviteit. Andere onderdelen zijn wel getoetst, maar blijven zinvolle leerstofonderdelen om regelmatig klassikaal te oefenen, zoals splitsoefeningen, rekenrekoefeningen, getallenlijnoefeningen. Ook dit kunt u doen in de vorm van een gezamenlijke startactiviteit, waarbij u oefeningen herhaalt uit de afgelopen weken. Afsluiting Met Het puntenspel wordt dit blok afgesloten. In dit spel oefenen de kinderen het optellen tot en met 0. Het spel wordt in tweetallen gespeeld. Zorg ervoor dat er voldoende blokjes zijn en leg de spelregels duidelijk uit. Spreek ook met de kinderen af hoe ze de puntenaantallen noteren, bijvoorbeeld: /1/0/ U draait vervolgens de werkwijze om: u noemt een getal en de kinderen leggen dit getal met tientjes en munten neer. Welke sommen horen hierbij? De kinderen maken tot slot zelfstandig opgave en van de minimumtaak voor week. Extra oefenideeën: Maatwerk Rekenen oranje, onderdeel, blok.

41 Blok Week 0

42 Blok

Lesopbouw: instructie. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok 4 Week Les 1 40 40 70 80 0 70 0 40 5 1 4 3 33 3 73 4 8 9 7 37 17 57 47 34 4 3 1 17 5 4 5 35 37 43 8 33 57 81 4 55 39 3 4 74 8 4 44 41 31 34 74 4 47 37 Lesinhoud Bewerkingen: aftrekken vanaf een tiental

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150

Nadere informatie

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 4a: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken t/m 10 (3 getallen, 4 sommen) 5 + 4 = / 4 + 5 = 9 5 = / 9 4 = - getallen tot 100 Telrij oefenen met kralenstang

Nadere informatie

Blok 2 handleiding 5a

Blok 2 handleiding 5a Blok handleiding a Blok Inhoud Snel op weg met De wereld in getallen...................... Leerlijnen................................................................ Overzicht lessen.....................................................

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Lesinhoud. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1. Vermenigvuldigen: rekenen met de factor 10, 100 en

Lesopbouw: instructie. Lesinhoud. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1. Vermenigvuldigen: rekenen met de factor 10, 100 en Blok Week Les 6 6 7 7 6 7 96 7 6 6 7 9 a 7 c 76 e 7 6 g 7 79 b d f h 7 7 9 9 () 6 7 6 6 6 9 7 7 6 799 9 6 6 77 6 6 79 7 6 66 6 6 6 7 9 6 Lesinhoud Vermenigvuldigen: rekenen met de factor, en Bewerkingen:

Nadere informatie

BLOKMENU BLOKLESSEN. halfslagsymmetrie. 2 De wereld in getallen groep 4 Handleiding Malmberg 's-hertogenbosch. toetsboek. werkboek

BLOKMENU BLOKLESSEN. halfslagsymmetrie. 2 De wereld in getallen groep 4 Handleiding Malmberg 's-hertogenbosch. toetsboek. werkboek BLOKMENU BLOKLESSEN werkboek toetsboek les inhoud domein lesdoel 1 x 2 x doel 1 Eureka De kinderen gaan aan de slag met keerkunst. Dit is kunst die je een halve slag kunt draaien zonder dat je het ziet.

Nadere informatie

Toelichting bii de leerliinen

Toelichting bii de leerliinen VALWBE Leerl ij nenove rzicht groep 4 1 Leerstofove rzicht deel 4a Toelichting bii de leerliinen Oriëntatie op de getallen tot en met 100 Oriëntatie op de getallen tot en met 100 \ De telrij tot en met

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4 Week Les Bijwerkboek Rekenboek Lessen 0 6900 640 709 3308 37 690 80 407 730 30 300 4 76 9 7 800 60 3 737 40 0 0 3 87 40 70 8 0 30 3 67 800 400 30 70 8 400 40 6 34 800 0 30 90 9 600 60 7 33 600 0 40 90

Nadere informatie

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven. 1 Getallen Basisstof getallenstructuur t/m 60 Lesdoelen De kinderen: kunnen tellen/doortellen t/m 60; kunnen de getallen in het 60-veld schrijven; kunnen werken met de begrippen 2 en meer en 2 en minder

Nadere informatie

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1 Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok Legenda kleuren Getalbegrip Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen Verhoudingen Meten Meten Tijd Meten Geld Meetkunde Verbanden Legenda

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 3a: Blok 1 - week 1 - tellen van hoeveelheden tot - introductie van de getallenlijn tot en met - tellen t/m (ook rangtelwoorden) - erbij- en erafsituaties

Nadere informatie

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen 1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen Week Blok Bijwerkboek 0 Les Rekenboek Lessen 0 0, 0 0, 0, keer 0, 0,, flesjes 0,, 0, 0 0 plankjes stukjes 0 0 Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Nadere informatie

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen Jiska van Hall en Bronja Versteeg i ii Inhoudsopgave Algemene inleiding...iii Groep 3...1 Groep 4...17 Groep 5...35 Groep 6...51 Groep 7...69 Groep

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Normgerichte doelen: De kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 60% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen:

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

Hoera, een baby! Blok 4

Hoera, een baby! Blok 4 Blok Week Vertelplaat Hoera, een baby! Deze vertelplaat laat een gezin zien dat in de babykamer poseert voor een foto. Tijdens de start van de eerste les introduceert u deze vertelplaat. Pak de plaat er

Nadere informatie

Optellen van twee getallen onder de 10

Optellen van twee getallen onder de 10 Splitsen tot 0 uit het hoofd 2 Optellen 2 7 6 2 5 3 4 Splitsen tot 20 3 2 8 7 2 6 3 5 4 4 4 3 2 2 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 2 3 0 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 5 2 4 3 3 Bij een aantal iets erbij doen heet optellen. Je

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6 Aandachtspunten 307 Aandachtspuntenlijst 1, bij blok 1, 2 en 3 1 Verkennen en benoemen van verschillende betekenissen en functies van getallen t/m 1000. Het kind begrijpt nog niet dat er een verband bestaat

Nadere informatie

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de ARRANGEMENTKAART REKENEN maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen

Nadere informatie

Omtrek en oppervlakte meten van vijvers

Omtrek en oppervlakte meten van vijvers toets maatschrift 6 Overzicht van de leerdoelen Leerlijn Leerdoelen Leeractiviteit toets Toets Getallen en getal relaties Auto mat i- se ren Getallen en getal relaties Basis vaardig heden Meten Telrij

Nadere informatie

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3 Aanbod rekenstof augustus t/m februari Groep 3 Blok 1 Oriëntatie: tellen van hoeveelheden tot 10, introductie van de getallenlijn tot en met 10, tellen en terugtellen t/m 20, koppelen van getallen aan

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

1. Tellen. b. Getalrijen voortzetten Laat de volgende opgaven maken: Maak de rijen af:

1. Tellen. b. Getalrijen voortzetten Laat de volgende opgaven maken: Maak de rijen af: 1. Tellen a. Akoestisch tellen Laat het kind de telrij vanaf een willekeurig getal (bijvoorbeeld 36) opzeggen. Laat het tien verder tellen: zes-en-dertig, zeven-en-dertig, acht-en-dertig, Doe dit enkele

Nadere informatie

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Rekenzeker Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen Getallen en breuken Basisstof structuur van de getallen tot 000 000 breuken Lesdoelen De leerlingen kunnen: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen; helen en breuken verdelen; getallen op

Nadere informatie

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4 Vragen Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4 Inhoudsopgave blz. Oefenonderdelen Leren tellen 2 Ordenen en lokaliseren 3 Springen naar getallen 4 Aanvullen tot 10 5 Splitsingen 6 Sprong van 10

Nadere informatie

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen. Jiska van Hall en Bronja Versteeg Passende perspectieven rekenen met De wereld in getallen Jiska van Hall en Bronja Versteeg i ii Inhoudsopgave Algemene inleiding...iii Groep 3...1 Groep 4...17 Groep 5...35 Groep 6...51 Groep 7...69 Groep

Nadere informatie

handleiding groep 3 blok 8

handleiding groep 3 blok 8 handleiding groep blok en handleiding groep blok Inhoud Inleiding Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les en Remediëring Remediëring Remediëring Remediëring Malmberg s-hertogenbosch blok

Nadere informatie

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Wat gebeurt er in 2014? Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN Instructie voor Docenten Hoofdstuk B WERKEN MET GETALLEN Instructie voor docenten B ORDENEN & UITSPREKEN DOELEN VAN HET HOOFDSTUK: Leerlingen spreken getallen tot 100 000 000 juist uit. Leerlingen kunnen

Nadere informatie

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Post DOEL bewust worden dat bij een aantal postzegels met dezelfde waarde een keersom hoort; oefenen van keersommen; bewust worden dat gerelateerde keersommen gebruikt kunnen worden bij het uitrekenen

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 6 punten keer moet ik w e r k b o e k Matz wil 6 punten halen met blikgooien. Maak sommen. Les Overal getallen Maak

Nadere informatie

Overzicht rekenstrategieën

Overzicht rekenstrategieën Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien

Nadere informatie

REKENEN OP MAAT GROEP 4

REKENEN OP MAAT GROEP 4 REKENEN OP MAAT GROEP 4 REKENEN OP MAAT GROEP 4 RICHT ZICH OP DE BELANGRIJKSTE VAARDIGHEDEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET REKEN-WISKUNDEONDERWIJS. ER WORDT NAUW AANGESLOTEN BIJ DE OEFENSTOF VAN DE VERSCHILLENDE

Nadere informatie

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10 Tellen 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 2. Tel hardop de blauwe blokjes 3. Welk getal hoort daarbij en wijs dat aan. Meer, minder, evenveel 1. Tel

Nadere informatie

Takenoverzicht. De wereld in getallen v3 Groep 7. versie

Takenoverzicht. De wereld in getallen v3 Groep 7.  versie Takenoverzicht versie 20120702 De wereld in getallen v3 Groep 7 http://www.correctaleerhulp.nl WiG 7A, taak 1, les 1 WiG 7A, taak 1, les 2 WiG 7A, taak 2 WiG 7A, taak 3, les 1 WiG 7A, taak 3, les 2 WiG

Nadere informatie

Rekenstrategieën _binnenwerk.indd Sec1: :18:23

Rekenstrategieën _binnenwerk.indd Sec1: :18:23 Rekenstrategieën 3 Optellen en aftrekken tot en met 20 De begrippen erbij en eraf worden tegelijk geïntroduceerd aan de hand van de buscontext. Kinderen kunnen zich de context van bussen waarin mensen

Nadere informatie

Routeboekje. bij De wereld in getallen. Groep 4A Blok 1. Van...

Routeboekje. bij De wereld in getallen. Groep 4A Blok 1. Van... Routeboekje bij De wereld in getallen Groep 4A Blok 1 Van... Groep 4 Blok 1 Taak 1 RB 4A 3 0 Vertelplaat. Feest op school. meedoen JJ HL 0 Klassikale honderdkralenstang meedoen JJ RB 4A 4 1 Hoeveel kralen

Nadere informatie

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van... Routeboekje bij Pluspunt Groep 4 Blok 1 Van... Groep 4 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden KB 4 1 1 Reken uit. Kun je het snel? maken KB 4 1 2 Kleur je antwoorden in maken naar keuze LB 4 2 1 Getallen in de

Nadere informatie

Schattend rekenen Maatkennis over gewichten Gebruik van referentiematen. Per tweetal: kopieerblad Lift een groot vel papier

Schattend rekenen Maatkennis over gewichten Gebruik van referentiematen. Per tweetal: kopieerblad Lift een groot vel papier Lift Kopieerblad Lift Titel De lift waarin dit bordje hangt kan 1000 kilo vervoeren of dertien personen. In deze activiteit gaan de kinderen na of dertien personen 1000 kilo zouden kunnen wegen. Om dit

Nadere informatie

Genoeg ruimte? In de methodes

Genoeg ruimte? In de methodes Genoeg ruimte? Het berekenen van de oppervlakte van rechthoekige figuren komt in alle methoden voor. Vaak staat in de tekening aangegeven wat de te gebruiken eenheid is, bijvoorbeeld een vierkante meter.

Nadere informatie

Kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen aangeboden in een context maken tot en met 20.

Kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen aangeboden in een context maken tot en met 20. Hallo allemaal, Al 5 weken zitten we in groep 4, en wat hebben we al veel geleerd! De eerste tafeltoetsen zijn al gedaan. Heel veel kinderen hadden goed thuis geoefend, super! In de klas besteden we veel

Nadere informatie

Passende perspectieven met Maatwerk rekenen

Passende perspectieven met Maatwerk rekenen Maatwerk rekenen Passende perspectieven MALMBERG Passende perspectieven met Maatwerk rekenen Jiska van Hall en Bronja Versteeg 2013/2014 Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 117 Maatwerk rekenen Passende

Nadere informatie

Voor scholen die overstappen van Pluspunt 2 naar Pluspunt 3

Voor scholen die overstappen van Pluspunt 2 naar Pluspunt 3 Dat is duidelijk! Voor scholen die overstappen van Pluspunt 2 naar Pluspunt 3 Dit overstapdocument biedt per jaargroep (4 t/m 8) inzicht in de verschillen in de opbouw van de lesstof tussen de oude en

Nadere informatie

ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING

ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING Standaarden Rafael Leeftijd 5 6 7 8 9 10 11 12 Gevorderd 25% 5 5 6 6 7 7 8 9 Voldoende 75% 3 3 4 4 5 5 6 6 Minimum 90% 1 2 2 2 2 2 3 3 Arrangementen Rafael Leerjaar

Nadere informatie

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Auteur Els van Herpen www.fi.uu.nl/speciaalrekenen Freudenthal Instituut, Utrecht

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2 en 3, ook op het niveau van groep 4 en HELE GETALLEN kan verder tellen en terugtellen tot ten minste 100 met sprongen van 2, 5 (de

Nadere informatie

blok 8 Het konijnenhok

blok 8 Het konijnenhok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 handleiding groep 4 blok 7 en 8 blok 8 Het konijnenhok 1 11 6 8 3 Inleiding Het thema van dit blok is Het konijnenhok. Opa timmert met zijn kleindochter een konijnenhok. In de

Nadere informatie

BLOK 1. Toetsdoelen. - Kinderen kunnen een hoeveelheid (t/m 10) synchroon en resultatief tellen.

BLOK 1. Toetsdoelen. - Kinderen kunnen een hoeveelheid (t/m 10) synchroon en resultatief tellen. BLOK 1 - Kinderen kunnen hoeveelheden ordenen met behulp van de begrippen meer, minder en evenveel. - Kinderen kunnen een hoeveelheid (t/m 10) synchroon en resultatief tellen. - Kinderen lezen de dobbelsteenconfiguraties

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de ARRANGEMENTKAART REKENEN maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen

Nadere informatie

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen 11. Hele en halve uren met klokkaartjes Leeftijdsgroep 8-12 jaar Kerndoel 3 De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties Leerstofonderdeel Kerndoel 3.1/3.2, niveau 7 Doel van de les - halve

Nadere informatie

Passende perspectieven rekenen met Pluspunt. Jiska van Hall en Bronja Versteeg

Passende perspectieven rekenen met Pluspunt. Jiska van Hall en Bronja Versteeg Passende perspectieven rekenen met Pluspunt Jiska van Hall en Bronja Versteeg i ii Inhoudsopgave Algemene inleiding...iv Groep 3...1 Groep 4...14 Groep 5...31 Groep 6...46 Groep 7...72 Groep 8...98 2014,

Nadere informatie

Omdat Elk Kind Telt! in Zuidoost

Omdat Elk Kind Telt! in Zuidoost Flaps die gemaakt werden door groep A4 tijdens de PLG Leerkrachten tijdens blokje VERDIEPEN op 25 november 2009 in het kader van het project Omdat Elk Kind Telt! in Zuidoost Problemen Rekeninzicht is niet

Nadere informatie

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A2 Thema: Nieuw biljet van vijf euro Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A2 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad

Nadere informatie

Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak

Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau

Nadere informatie

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links: Cijferend optellen t/m 1000 Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 5 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 6 en voor de leerlingen

Nadere informatie

Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag

Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag Verbeter het automatiseren van rekenen met 10 minuten per dag In dit artikel zal ik je uitleggen wat automatiseren is, hoe je kind dit leert op school, waarom automatiseren zo belangrijk is en ik geef

Nadere informatie

Instapmodule Niveau A2

Instapmodule Niveau A2 Instapmodule Niveau A2 Instapmodule ter voorbereiding op Nieuwsrekenen in het s(b)o september 2013 www. nieuwsbegrip.nl Gebruikswijzer Inleiding Deze instapmodule is bedoeld als voorbereiding op het Nieuwsrekenen

Nadere informatie

64 (vierenzestig) Handelingswijzer Vak: rekenen, methode: De wereld in getallen, groep: 4

64 (vierenzestig) Handelingswijzer Vak: rekenen, methode: De wereld in getallen, groep: 4 Schrijfwijze van getallen groter dan 10 64 (vierenzestig) 10+2= 12-2= 2+10= 12-10= 10+2= zet 10 kralen op, doe er 2 bij 12-2= zet 12 kralen op, doe er 2 af tienen lossen schrijf: 40+20= 80-50= tafels 3x4=

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2, ook op het niveau van groep 3 en HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 100 en kan vanuit elk getal verder tellen en

Nadere informatie

LES: Groepjes maken 2

LES: Groepjes maken 2 LES: Groepjes maken 2 DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); verband leggen

Nadere informatie

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 20. kan vanuit elk getal tot 20 verder tellen en vanuit elk getal onder 10 terugtellen. herkent en

Nadere informatie

Instapmodule Niveau AA

Instapmodule Niveau AA Instapmodule Niveau AA Instapmodule ter voorbereiding op Nieuwsrekenen in het S(B)O: Geleid probleemoplossen augustus 2012 www. nieuwsrekenen.nl Inhoudsopgave Gebruikswijzer... 3 Deel 1: Samen... 4 Deel

Nadere informatie

Overstapdocument Pluspunt. Groep 4. Voor scholen die overstappen van de vorige versie naar de nieuwe versie

Overstapdocument Pluspunt. Groep 4. Voor scholen die overstappen van de vorige versie naar de nieuwe versie Overstapdocument Pluspunt Voor scholen die overstappen van de vorige versie naar de nieuwe versie Deze overstapdocumenten bieden per jaargroep (4 t/m 8) inzicht in de verschillen in de opbouw van de lesstof

Nadere informatie

Rekenen op maat 4. Doelgroepen Rekenen op maat 4. Omschrijving Rekenen op maat 4

Rekenen op maat 4. Doelgroepen Rekenen op maat 4. Omschrijving Rekenen op maat 4 Rekenen op maat 4 Rekenen op maat 4 richt zich op de belangrijkste vaardigheden die nodig zijn voor het rekenwiskundeonderwijs. Er wordt nauw aangesloten bij de oefenstof van de verschillende blokken van

Nadere informatie

Leerlijnen voor groep 3-8

Leerlijnen voor groep 3-8 Leerlijnen voor groep 3-8 Groep 3, eerste half jaar de begrippen meer, minder, evenveel juist toepassen de ontbrekende getallen op de getallenlijn t/m 12 invullen van hoeveelheden t/m 20 groepjes van 5

Nadere informatie

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij?

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij? Het schooljaar is weer begonnen. Dit jaar zijn we gestart met groep 1 tot en met 5. Het was eerst voor iedereen even wennen, maar het gaat nu heel erg goed! Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 3 Blok 1 Van... Groep 3 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 3A 2 1 Weer naar school. meedoen JJ LB 3A 2 2 Kijk en vertel. meedoen JJ GM 3 3.1 GM 3 3.2 LB 3A 3 3 Hoeveel

Nadere informatie

= Accenten blok 10. In dit blok leren de leerlingen getallen opzetten en aflezen op de kralenketting.

= Accenten blok 10. In dit blok leren de leerlingen getallen opzetten en aflezen op de kralenketting. Accenten blok 0 In dit blok leren de leerlingen getallen opzetten en aflezen op de kralenketting. + = += Ook het optellen en aftrekken tussen 0 en 0 naar analogie van het rekenen t/m 0 komt aan bod. De

Nadere informatie

Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 6.

Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 6. 2011-2012 Takenoverzicht Rekenrijk Groep 6 http://www.correctaleerhulp.nl Rekenrijk 6A, blok 1, les 1 Rekenrijk 6A, blok 1, les 2 Rekenrijk 6A, blok 1, les 3 Rekenrijk 6A, blok 1, les 4 Rekenrijk 6A, blok

Nadere informatie

LES: Getallenfabriek 2

LES: Getallenfabriek 2 LES: Getallenfabriek 2 DOEL oefenen van keersommen in combinatie met optellen, aftrekken en delen; inzicht ontwikkelen in het gebruiken van getallen en bewerkingen om een bepaalde uitkomst te krijgen.

Nadere informatie

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot 10 105 : 5 = 2 x 69 = - van digitaal

Nadere informatie

2011-2012. Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 8. http://www.correctaleerhulp.nl

2011-2012. Takenoverzicht. Rekenrijk Groep 8. http://www.correctaleerhulp.nl 2011-2012 Takenoverzicht Rekenrijk Groep 8 http://www.correctaleerhulp.nl Rekenrijk 8, dag 1 Rekenrijk 8, dag 2 Rekenrijk 8, dag 3 Rekenrijk 8, dag 4 Rekenrijk 8, dag 5 Rekenrijk 8, dag 6 Rekenrijk 8,

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 4 Blok 2 Van... Groep 4 Blok 2 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 4A 30 1 Pak de appels handig in. meedoen LB 4A 30 2 Hoeveel? meedoen LB 4A 30 3 Hoeveel? maken WS 4A 22 1 Maak

Nadere informatie

getallen Klassikale instructie Introductie getallenlijn tot en met 20. 1 Doel: de getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen

getallen Klassikale instructie Introductie getallenlijn tot en met 20. 1 Doel: de getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen getallen Basisstof getallenstructuur tot Lesdoelen De kinderen: kunnen een- en terugtellen van t/m ; kunnen de getallen van t/m plaatsen op de getallenlijn; kunnen doortellen en terugtellen vanaf een willekeurig

Nadere informatie

Aandachtspunten. Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9. Specifieke aandachtspunten/observaties. Leerinhoud/ Observatie

Aandachtspunten. Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9. Specifieke aandachtspunten/observaties. Leerinhoud/ Observatie Aandachtspunten 291 Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9 1 Doortellen en terugtellen onder 100. Het kind vergeet steeds getallen. Het kind hapert bij bepaalde getallen. Het kind heeft moeite met

Nadere informatie

rekenboek 6a taken 507019

rekenboek 6a taken 507019 rekenboek 6a taken 507019 Blok 2 Week 1 Taak 1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E 3141 driehonderdzes 687 vierduizend acht 5870 veertienhonderdeenentachtig

Nadere informatie

LES: Wie van de drie? 2

LES: Wie van de drie? 2 LES: Wie van de drie? 2 DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 t/m 9; oefenen van de tafels; bewust worden van de patronen in bepaalde tafels (bijv. tafels van even getallen hebben allemaal even uitkomsten,

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g k o l o m s g e w i j s o p t e l l e n e n a f t r e k k e n Jaargroep instap Inleiding Het instapprogramma

Nadere informatie

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van 150 000.

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van 150 000. Getallen Basisstof getallen Lesdoelen De leerlingen kunnen: een reeks afmaken; waarde van cijfers in een groot getal opschrijven; getallen op de getallenlijn plaatsen; afronden op miljarden; getallen in

Nadere informatie

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Het rekenonderwijs van tegenwoordig ziet er anders uit dan vroeger. Dat komt omdat er nieuwe inzichten zijn over hoe kinderen het beste leren. Vroeger lag

Nadere informatie

Panama-conferentie 2011

Panama-conferentie 2011 Schriftelijk vermenigvuldigen volgens standaardprocedures in de nieuwe reken-wiskundemethodes Panama-conferentie 2011 Marc van Zanten (Hs Edith Stein / FI) en Arlette Buter (Rekenadvies Buter / FI) Alles

Nadere informatie

DE REFERENTIENIVEAUS. en De wereld in getallen

DE REFERENTIENIVEAUS. en De wereld in getallen DE REFERENTIENIVEAUS en De wereld in getallen De wereld in getallen en de referentieniveaus Sinds augustus 00 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. Voor het basisonderwijs

Nadere informatie

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Leerlijnenpakket STAP incl. WIG Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Rekenen Rekenen 1.1 Getallen - Optellen en aftrekken tot 10 - Groep 3 BB/ KB GL + PRO 1.1.1 zegt de telrij

Nadere informatie

Rekenen op maat 3 is bedoeld voor groep 3 van het basisonderwijs en vergelijkbaar niveau van het speciaal basisonderwijs.

Rekenen op maat 3 is bedoeld voor groep 3 van het basisonderwijs en vergelijkbaar niveau van het speciaal basisonderwijs. REKENEN OP MAAT 3 Rekenen op maat 3 richt zich op de belangrijkste vaardigheden die nodig zijn voor het rekenwiskundeonderwijs. Er wordt nauw aangesloten bij de oefenstof van de verschillende blokken van

Nadere informatie

R.K. Basischool De Dijsselbloem. Informatieboekje leerjaar groep

R.K. Basischool De Dijsselbloem. Informatieboekje leerjaar groep R.K. Basischool De Dijsselbloem In groep 4 Informatieboekje leerjaar groep 4 2018-2019 Groepsleerkrachten: groep 4a juf Lydia Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. lkarijopawiro@dedijsselbloem.nl

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes!

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 + 6 werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! Les Overal getallen Wie heeft de meeste stenen? Kruis aan. Overal Vul de getallenlijnen

Nadere informatie

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: de mosasaurus Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie