Notulen raadscommissie Omgeving van 12 mei 2003

Transcriptie

1 Notulen raadscommissie Omgeving van 12 mei 2003 Onderwerp Datum 12 mei 2003 Commissie Notulen commissievergadering Omgeving Aanwezig: de heren K.J. van der Laan (voorzitter), A. Beijering, A.H.Th.G. Bottenheft, J. Braam, G.H. Fidom, A.W. Hiemstra, L. Hummel, H. Kruk, H. Loof, J.K. Otten, L. Otten, P.A.O. van Slochteren, C. Slottje, J.H. Steenbergen, H.H. Veldman, F.J. Wagelaar en H. van der Weg. Voorts aanwezig: wethouder M. Leistra en mevrouw A. Torenvlied (commissiegriffier) Met kennisgeving afwezig: de heer G. Vos. Notulist: Jorrit Bosma (Mooi Werk B.V.). 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda Voorzitter Van der Laan opent om de vergadering en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Aangezien een aanmelding voor het spreekrecht is binnengekomen over agendapunt 7, stelt de voorzitter voor dit punt voor punt 6 te behandelen. De agenda wordt met deze wijziging conform vastgesteld. 2. Spreekrecht De heer E. Sportel krijgt het woord (zie bijlage). De heer J.K. Otten vraagt of de heer Sportel ook gesproken heeft met het bestuur van het Jannis van der Slede-huis en of hij namens alle bewoners van Valkenstede spreekt. De heer Sportel antwoordt dat grofweg de helft van de bewoners een petitie ondertekend heeft. Hij heeft de heer Waningen gesproken. 3. Verslag van de vergadering van 7 april 2003 De heer Steenbergen vraagt naar een toezegging die gedaan is. Er zou een extra commissievergadering over POP II belegd worden of een alternatief voorstel komen. De voorzitter antwoordt dat vergaderingen verplaatst zijn. Een extra commissievergadering bleek niet mogelijk, nu zijn de resultaten van het collegeoverleg wel bekend en het onderwerp wordt vandaag behandeld. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. Ingekomen stukken De heer Beijering vraagt naar aanleiding van de brief van Essent Milieu of er verdeeldheid binnen Stivam heerst; of de aanbiedingen om tot een schikking te komen omgezet kunnen worden in geld en wat de verwachte afloop van de arbitrage is. De heer J.K. Otten sluit zich hierbij aan en adviseert de gemeente stevig te onderhandelen. Essent zegt wel overheidsgedomineerd te zijn, maar heeft ook een commercieel belang. Wethouder Leistra zegt dat op een nette manier onderhandeld is. De zakenbelangen zijn inderdaad groot en het gaat om tonnen, een overeenkomst is niet bereikt. Alle leden van Stivam zijn akkoord met het optreden van het afgevaardigde lid. De onderhandelingen duren

2 al vijf jaar, eerst werd over een totaalpakket onderhandeld. Later spitsten de onderhandelingen zich toe op punten. Hoewel op een aantal punten overeenstemming is bereikt, komen alle onderdelen voor de arbitrage omdat er geen totale deal is. De schikkingen vallen hier ook onder. Op dit moment wordt er niet onderhandeld, maar de wethouder sluit toekomstige onderhandelingen voor een arbitrage-uitspraak niet uit. Over de afloop wil hij niet speculeren. 5. Overhandiging protestbrieven omwonenden De Wieken West De heer Strijker benadrukt namens de omwonenden dat de wetswijziging expliciet gestoeld was op hun bezwaarschriften en bedoeld om hun argumenten te elimineren. Voorts overhandigt hij tachtig protestbrieven aan de voorzitter. De voorzitter zegt dat de commissie nu beschikt over het besluit van de Raad van State, een persbericht van het college en de brief van de omwonenden. De eerste ronde begint. De heer Loof meldt dat de PvdA-fractie achter het college staat en hij verwijst naar het collegeprogramma De heer Steenbergen begrijpt de actie van de omwonenden, maar de gemeente moet afwachten. Pas als er een nieuwe aanvraag van grondeigenaar COA komt, zal Gemeentebelangen op basis van dan bekende gegevens haar standpunt bekijken. Tot die tijd conformeert de partij zich aan het collegeprogramma. De heer Fidom houdt niet van afwachten en vindt dat niet nodig. Leefbaar Hoogeveen is het eens met de briefschrijvers en pleit voor heroverweging van het bouwbesluit op basis van de rechterlijke uitspraken en de terugloop in asielzoekeraantallen De heer Kruk meldt dat het GroenLinks-standpunt ongewijzigd voor een asielzoekerscentrum in Hoogeveen is, misschien kleiner dan aanvankelijk gepland. Door de uitspraak van de Raad van State kan het niet op deze locatie. De gemeente zal een andere locatie moeten overwegen of andere mogelijkheden bekijken. De heer Slottje kan zich de ergernissen van de burgers voorstellen over de formeel-juridische behandeling door de Raad van State. Hij wijst erop dat het COA onder geldsdruk elders kleine asielzoekerscentra sluit, om grotere te openen. D 66 vindt dat Hoogeveen een rol moet spelen in de opvang van asielzoekers, maar zet vraagtekens bij de aantallen. De locatie is wel goed, iedere locatie levert trouwens dergelijke problemen op. D 66 ondersteunt het college. De heer Wagelaar acht zich niet gebonden aan het collegeprogramma. Hij is voor een AZC van vierhonderd in plaats van achthonderd personen en de Wieken vindt hij een slechte locatie. Hij pleit voor het zoeken naar een andere locatie. De laatste alinea van de brief spreekt hem aan, daaruit leest hij nadrukkelijk dat de bewoners ook voor een goede opvang van asielzoekers zijn. De heer Bottenheft verwoordt het dubbele gevoel van de VVD-fractie tegenover de brief: enerzijds instemmend met argumenten en conclusies en begrip voor het gevoel van onrecht, anderzijds het ontbreken van het universele uitgangspunt asielzoekers goed te moeten opvangen. Hij waarschuwt de rechterlijke uitspraken niet onder de tafel te vegen, de gemeente moet niet tijdens het spel de regels veranderen. De VVD pleit voor het zo snel mogelijk zoeken naar een alternatieve plek: zo kan voldaan worden aan de opvangplicht en kan het rechtsgevoel van de burgers ondersteund worden. Hij vraagt de wethouder of een bouwaanvraag van het COA in deze commissie behandeld zal worden. De heer Braam zegt dat de ChristenUnie het college steunt. COA is eigenaar van de grond en is voornemens op deze locatie een AZC te vestigen. De heer Hummel kan zich de emotie van de bewoners voorstellen, maar het CDA vindt dat mensen in nood geholpen moeten worden. Het CDA ondersteunt het collegeprogramma. De heer Strijker voelt zich niet goed begrepen. Hij wijst erop dat de gemeente in 1999 het initiatief nam voor de vestiging van een AZC voor achthonderd personen, gezien de grote behoefte aan opvangplaatsen. Dat is nu veranderd en hij begrijpt niet waarom men vasthoudt

3 aan het collegeprogramma. De Raad van State heeft uitspraak gedaan op basis van de in 2000 geldende wetten, dat boek is nu gesloten. Wethouder Leistra maakt uit de brief op dat de gemeente onoorbaar gedrag wordt verweten en ontkent dit krachtig. De gemeente interpreteerde een AZC niet als woningen in de zin van de wet. De Raad van State was het niet eens met deze uitleg. Het is dan een normale stap om de Tweede Kamer te vragen hoe de wet bedoeld was, de Tweede Kamer bleek het eens te zijn met de gemeente en veranderde de wet. Het COA is eigenaar en ontwikkelaar van de grond en wacht op een nieuw te formuleren Rijksbeleid over aantallen opvangplaatsen. In drie jaar is de instroom verminderd, dat kan ook zo weer veranderen. Als er een nieuwe procedure komt, zal het bestemmingsplan terug in de commissie komen. De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede ronde. De heer Fidom wijst op twee ontbindende voorwaarden uit het collegeprogramma: juridische onmogelijkheid en gewijzigde omstandigheden in de vorm van minder instroom. Aan beide voorwaarden is voldaan en hij vraagt zich af wat er nog meer moet gebeuren voordat het college haar standpunt heroverweegt. De heer Bottenheft vraagt hoe Gemeentebelangen met de kwestie om zal gaan, nu blijkt dat een bouwaanvraag niet in de commissie zal worden behandeld. Verder is hij ontevreden over de PvdA-reactie. De heer Loof wijst erop dat er geen COA-aanvraag ligt, pas dan zal een debat zin hebben. Wethouder Leistra beklemtoont dat de juridische procedure niet is afgerond, daar de wetgever de interpretatie van de gemeente juist vond en de wet wijzigde. Voorts benadrukt hij dat het COA haar voornemens bekend zal maken aan de hand van het nieuw te formuleren Rijksbeleid. De heer Steenbergen reageert op de heer Bottenheft. Als het COA een bouwaanvraag doet, komt de hele kwestie terug in de commissie. Wethouder Leistra stemt hiermee in: om een bouwaanvraag te honoreren moet het bestemmingsplan gewijzigd worden en dat komt terug in de commissie. De heer Slottje wijst op de overeenkomst tussen COA en gemeente. Als het COA blijft streven naar vestiging van een AZC op die locatie, is de gemeente dan gebonden aan die overeenkomst? Wethouder Leistra antwoordt dat die overeenkomst ook verwoord staat in het collegeprogramma. De voorzitter concludeert dat een meerderheid van de fracties achter het collegeprogramma staat. 7. Structuurvisie Gemeente Hoogeveen (eerder op agenda) De voorzitter opent de eerste ronde. De heer Hummel gaat namens het CDA akkoord met het beslisdocument fase 2 en met het plan van aanpak voor fase 3, het CDA is tevreden hoe zaken vorm hebben gekregen. Er ontstaat een overcapaciteit aan sportvelden (pagina 32), het CDA heeft begrepen dat hiermee een sportboulevard gecreëerd zou worden en vraagt de wethouder om verduidelijking. De heer Braam gaat akkoord en pleit ervoor het een dynamisch document te laten zijn door het periodiek terug te laten komen op de agenda. Hij vraagt zich af in hoeverre het college zich in het document kan vinden. De heer Bottenheft gaat akkoord, hoewel hij zich afvraagt of sommige uitgangspunten niet onder staand beleid vallen. Als er straks modellen vanuit het college naar de commissie gaan, wil hij een goede onderbouwing met kwalitatief gelijkwaardige voor- en tegenargumenten, zodat niet van tevoren een mening wordt opgedrongen. De heer Wagelaar gaat akkoord en wenst iedereen die eraan mee gaat werken veel succes en creativiteit.

4 De heer Slottje noemt het document een nuttige basis. Hij mist de feitelijke ontwikkeling in werkgelegenheid en arbeidsaanbod. Zo steeg het aantal arbeidsplaatsen sneller dan het aantal inwoners. Betekent dit dat veel werkloze Hoogeveners werk hebben gevonden, of is het aantal pendelaars en daarmee de verkeersdrukte toegenomen? De keuze voor value added logistics bedrijven prijst de heer Slottje, hoewel de relatie met het arbeidsaanbod en het woonwerkverkeer niet gelegd wordt. Nergens in het document staat trouwens de reden voor de beoogde beheerste groei en de gevolgen blijven ook onduidelijk. De maatregelen zijn echter ook zonder groei positief: ze kunnen krimp voorkomen en geven een kwaliteitsimpuls. Wat betreft fase 3 zouden eerst de hoofdlijnen besproken moeten worden, alvorens de Raad na consultatie van de bevolking tot een besluit komt. Daarmee wordt voor een stedelijk bureau de richting aangegeven om tot drie tot vijf keuzemodellen te komen. Dat moeten overigens verschillende varianten zijn, in plaats van extremere variaties op één model. Hierna kan een verantwoorde keuze in de Raad gemaakt worden. De heer Kruk gaat akkoord, GroenLinks wil snel door naar fase 3. Hij wil graag extra nadruk gelegd zien op het imago en de bestuursstijl; sociale woningbouw; ouderenzorg; milieuzorg; het maatschappelijk klimaat in de wijken; onderwijs en werkgelegenheid. De heer Fidom kan zich in een groot deel van het stuk goed vinden, maar vindt het weinig visie hebben. Waarom is beheerste groei een centrale keuze? Wat wordt specifiek gedaan om het imago van Hoogeveen te verbeteren? Vanaf hoofdstuk 5 ziet hij het document graag herschreven. De uitgangspunten zijn een mengelmoes van deels loze kreten en moeten onderverdeeld worden in uitgangspunten, doelstellingen en maatregelen. De heer Steenbergen gaat akkoord, maar heeft kritiek op de woningbouw in de dorpen. Tot 2016 staan er 500 woningen en na begroot, dat vindt hij aan de summiere kant. De heer J.K. Otten spreekt lof over het werk dat tot nu toe verricht is en heeft een aantal opmerkingen. Leefbaarheidsproblematiek, zoals genoemd in uitgangspunt 9, dreigt een containerbegrip te worden en moet nader omschreven worden. Punt 13: het imago en de uitstraling moeten in een apart uitgangspunt genoemd worden, met een link naar de Hoogevener die niet trots is op zijn gemeente. Op pagina 7 wil de PvdA graag uitroeptekens achter afnemende huurvraag, er moet goed gekeken worden naar de ontwikkelingen. Kantorenmarkten moeten niet overschat worden, in Almere bijvoorbeeld is het stationsgebied verpauperd. De heer Otten pleit voor uitvoerige samenwerking tussen de HBO-scholen om samen tegen Groningen en Zwolle te kunnen opboksen. De opmerking op pagina 10 dat de gemeente meer de regie in handen moet nemen wat betreft de ontschotting van wonen, welzijn en zorg, vindt de PvdA belangrijk. Qua werkgelegenheid sluit de heer Otten zich aan bij de heer Slottje. Ontgroening en vergrijzing moeten niet onderschat worden. Tot slot doet de heer Otten een voorstel om de kandidaten stedelijke planbureaus uit te nodigen voor een presentatie in deze commissie, opdat de Raad haar voorkeur uit kan spreken. Ieder bureau heeft namelijk zijn eigen werkvisie. Wethouder Leistra is blij met de steun vanuit de commissie. Deels is zo n document actualisatie van bestaand beleid, maar het is goed om de zoveel tijd het beleid opnieuw vast te stellen en te herijken. Die behoefte was er nu ook. In de groene driehoek liggen in het huidige bestemmingsplan bouwmogelijkheden. De wethouder geeft toe dat het een dynamisch document moet zijn; de structuurvisie moet bij het hele college regelmatig op de hoek van de tafel te vinden zijn. Het college kan zich vinden in de structuurvisie en heeft die gezamenlijk getoetst aan het collegeprogramma. Er zullen ruimtelijke modellen ontwikkeld worden en de commissie is de uitgelezen plek om die modellen ter discussie te stellen. De wethouder heeft geen cijfers voor de heer Slottje op dit moment en zijn vraag verbaasd hem ook. In fase 2 zijn negen onderzoeken gedaan, inclusief onderbouwing en analyse van het gevondene. De conclusie van de heer Slottje dat het aantal forensen gegroeid is, klopt gewoon, maar hoort meer bij de rapportages uit fase 2. De wethouder vindt het dubbel werk om nu terug te gaan

5 naar de bevolking met dit document. In fase 1 hebben zij belangrijke onderwerpen aan kunnen geven en in fase 2 hun mening over de uitkomsten van de onderzoeken. De heer Slottje wil met Raad en bevolking toespitsen op een hoofdkeuze en een centraal uitgangspunt, voordat een stedelijk bureau wordt ingeschakeld. Wethouder Leistra wil eerst de ruimtelijke modellen laten ontwikkelen door de stedenbouwkundigen, voordat de bevolking opnieuw wordt geraadpleegd. De keuze voor beheerste groei is breed gedragen, want aan de orde geweest in college en tal van andere overleggen. Reagerend op de heer Fidom stelt de wethouder vast dat diverse overleggen en ook de Raad betrokken zijn geweest bij de besluitvorming, die verwoord is in de uitgangspunten. Het staat hem vrij met een voorstel te komen een aantal hiervan te schrappen. Wat betreft de leefbaarheidsproblematiek en de acquisitie van bedrijven, in fase 4 zullen SMART-programma s ontwikkeld worden om hieraan ruimtelijke invulling te geven. De huurvraag is inderdaad toegenomen, met name door het verdwijnen van huurwoningen. De terugloop in de kantorenmarkt kan snel veranderen, het is belangrijk terreinen klaar te hebben liggen. De suggestie van de PvdA om stedenbouwkundige bureaus in de commissie te presenteren, wijst de wethouder van de hand. De keuze voor een bureau zal bepaald worden door de aanpak en eerdere prestaties van het bureau, niet op basis van inhoudelijke keuzes. Het is een verantwoordelijkheid van het college, hoewel in een later stadium van het proces politieke terugkoppeling plaats zal vinden. De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede ronde. De heer J.K. Otten benadrukt dat bureaus vanuit een verschillende visie werken. Hij wil niet treden in de verantwoordelijkheid van het college, maar wil als raadslid graag bij de presentaties van de bureaus aanwezig zijn. De PvdA zal komen met een amendement. De heer Fidom vraagt zich af wat de bochtafsnijding in het kader van Hanze Lijn+ te betekenen heeft, als ook gestreefd wordt naar Hoogeveen als Intercitystation. Er is dan toch geen stopplek meer voor die trein? De heren Kruk en Slottje geven aan het voorstel van de PvdA te zullen steunen. De heer Wagelaar heeft in het document nergens een dogma ontdekt wat beheerste groei voorschrijft, denkt de wethouder daar net zo over? Verder acht hij de ambtenaren en het college bij machte een stedelijk bureau te selecteren, het voorstel van de PvdA steunt hij niet. De heer Hiemstra noemt het idee dat de commissie mee denkt over selectie van een bureau verleidelijk, maar acht college en ambtenaren capabel genoeg een verantwoorde keuze te maken. Toch zal hij het PvdA-voorstel bekijken als het er ligt. Wethouder Leistra vindt de opmerking van de heer Fidom terecht: Hoogeveen als intercitystation is van belang voor de bereikbaarheid en de bochtafsnijding kan alleen tot doel hebben dat de trein zo hard mogelijk langs rijdt. Het is onduidelijk welke van de twee het zal worden, gekeken moet ook worden naar de ruimtelijke invulling. De beheerste groei is een uitgangspunt, richtlijn is om tot inwoners te komen in Gebleken is dat er achteruitgang plaats zal vinden in werkgelegenheid, inwoners en draagvlak voor de middenstand, als deze inspanning niet geleverd wordt. De voorzitter concludeert dat het voorstel klaar is voor discussie in de Raad. 6. Bestemmingsplan prostitutiebedrijven De heer Wagelaar vraagt of de collectiviteit van de twaalf gemeenten, met wie destijds is afgesproken dat er per gemeente een prostitutiebedrijf bij mocht komen, nu ook nog aan de orde is. Voorts vindt hij het te donker gezien: er wordt op voorhand gesproken over criminaliteit en veel verkeersdrukte en dat is voorbarig. Verder gaat de heer Wagelaar akkoord met het plan. De heer Beijering is akkoord, maar stelt voor op pagina 8, punt g onevenredige weg te laten en bij punt k bedrijven toe te voegen aan woningen.

6 De heer Braam geeft aan dat de ChristenUnie in september 2001 voor een nuloptie pleitte, maar dat was toen niet bespreekbaar. Prostitutie vindt hij een moderne vorm van slavernij. Aangezien een meerderheid destijds akkoord ging, gaat zijn fractie nu toch akkoord met de uitvoering. De heer Veldman zegt dat het CDA niet zit te wachten op de vestiging van een prostitutiebedrijf in de gemeente Hoogeveen, maar de wet schrijft die mogelijkheid voor. Hij vraagt het college de regels strikt na te leven en goede afspraken met de politie te maken over toezicht. De opmerking van de heer Beijering dat ook van bedrijven 200 meter afstand gehouden moet worden, ondersteunt hij. Het CDA vindt 200 meter zelfs een te korte afstand en vraagt hoe de andere fracties hierover denken. De heer Loof gaat akkoord. De PvdA-fractie verbaasd zich wel over de angstige ondertoon van het stuk, opheffen van het bordeelverbod had juist tot doel de bedrijfstak uit het criminele circuit te halen. Het toevoegen van bedrijven op pagina 8 punt k vindt zijn instemming, de afstand van 200 meter lijkt hem wel in orde. De heer Steenbergen gaat akkoord en ondersteunt de toevoeging van bedrijven en de weglating van onevenredige op pagina 8. De heer Fidom gaat akkoord. De heer Kruk gaat akkoord met het voorstel en de wijzigingen, maar vindt de afstand van 200 meter genoeg. De heer Slottje wijst er ook op dat de legalisering bedoeld was om uitwassen te kunnen aanpakken. Als het open is, kun je het ook regelen. Van tevoren moet goed nagegaan worden of het wel via de Wet Ruimtelijke Ordening te regelen is en of bijvoorbeeld een tweede ondernemer zijn gelijk niet zou kunnen halen bij de Raad van State. Verder heeft het stuk nogal verkrampte aspecten, terwijl het probleem van de aanstootgevendheid niet genoemd en gedefinieerd wordt. De heer Slottje vraagt zich of het doel wel bereikt wordt en had het liever via een algemene verordening geregeld gezien. Wethouder Leistra antwoordt dat landelijk bepaald is het via een bestemmingsplan te regelen in het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening. Het bestemmingsplan is niet in Drents verband ontwikkeld, want de gemeente kan hierin haar eigen beleid bepalen. Hoogeveen heeft gekozen voor vestiging in de buitengebieden. Onevenredige afbreuk is een juridische term, alleen afbreuk is te absoluut. De afstand van 200 meter wordt de hele procedure al gehanteerd. Er zijn geen inspraakreacties geweest. Toezeggingen over handhaving van de regels door de politie kan de wethouder niet in het kader van het bestemmingsplan geven, dat valt onder een andere wet. Prioriteiten op dit gebied zullen binnen de driehoek wel gesteld worden. Toevoeging van de term bedrijven op pagina 8 is geen probleem voor de wethouder. De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede ronde. De heer Veldman zegt dat het misschien binnen het APV mogelijk is om speciale regels op te nemen over de handhaving. De heer Braam gaat ervan uit dat de wet gehandhaafd wordt, dit hoeft niet apart benoemd te worden. De heer Wagelaar heeft de wethouder niet gehoord over de angstige ondertoon in het stuk en pleit ervoor die ondertoon eruit te halen. Juist in deze bedrijfstak is het een belang van de ondernemer overlast te voorkomen. De heer Slottje vindt dat wat betreft handhaving duidelijk gemaakt moet worden dat illegaliteit geen reden tot uitzetting mag zijn als een illegale prostituee zich meldt. De heer Loof ondersteunt de vraag van de heer Wagelaar en pleit voor een zakelijke tekst. Wethouder Leistra antwoordt dat sommige fracties hier anders over denken. De APV is al gewijzigd en toezicht op prostitutie is hier al in vastgelegd. De voorzitter constateert een meerderheid in de commissie om op pagina 8 punt k bedrijven toe te voegen aan woningen, het college zal dit overnemen. Er is geen meerderheid om de

7 afstand te vergroten, hiervoor kan een amendement ingediend worden. Het stuk is rijp voor discussie in de Raad. 8. POP II De heer L. Otten vindt POP veel te gedetailleerd, eigenlijk zou de provincie randvoorwaarden moeten scheppen en de gemeenten het werk moeten laten doen. Hij gaat niet in op details, maar heeft een aantal opmerkingen over de reactie van het college. Een pluspunt vindt hij dat dorpen als Nieuwlande niet op slot mogen door een strakke contour eromheen te leggen. Hij vraagt zich wel af waarom Nieuwlande, in POP I nog genoemd als uitbreidingslocatie, in POP II niet meer voorkomt. Over de vier voorlichtingsavonden heeft de heer L. Otten zijn twijfels, het lijkt hem niet voldoende om het hele boekwerk aan de bevolking uit te leggen. Qua milieubeleid raadt hij aan de landelijke lijn te volgen: alleen de zeer kwetsbare natuur extra beschermen, ook door bedrijven uit te plaatsen en bedrijven op andere plaatsen juist meer ruimte geven. Het Ruime Jas gebied zou hij als een beheersgebied omschrijven en behandelen. Waterbeheer moet bepaald worden door de functie van de grond. De opmerking van het college dat het landelijk gebied wel wat meer zou mogen, mag harder aangezet worden om daar meer ruimte te scheppen. De heer Braam neemt aan dat de discussie vooral in de Staten gevoerd zal worden en neemt hetgeen het college voorstelt ter kennisgeving aan. De heer Beijering wijst op het belang van afstemming tussen provincie en gemeente en roept de burgers op gebruik te maken van de vier discussieavonden over POP II. Bij het onderdeel Wonen lijken Nieuwlande en Pesse hoofdkernen te worden, de heer Beijering ondersteunt dit van harte. Wel pleit hij ervoor een voorzet naar de provincie te geven om mogelijkheid tot uitbreiding te geven voor de dorpen Tienderveen, Stuifzand en Fluitenberg, nu zitten deze volledig op slot. Het college maakt zich ietwat zorgen of de contingenten van wel beschikbaar blijven, maar dit is haar eigen schuld, het was niet gebeurd met een artikel 9 procedure op de betreffende bestemmingsplannen. In POP II staat duidelijk dat bij bedrijventerreinen mogelijkheden liggen, hoe klein ook en hierover is niks terug te vinden in de reactie van het college. Wat betreft landelijk gebied geeft het college aan meer beleidsvrijheid te willen krijgen voor vrijkomende voormalige agrarische bedrijven, hier mogen bestaande bedrijven echter geen last van krijgen. Op kaart 4 mist de heer Beijering met name Nijstad als locatie voor nieuwe verblijfsrecreatie, maar dit kan alsnog opgenomen worden. De heer Wagelaar vraagt hoe de wethouder om gaat met de opmerkingen die in de commissie gemaakt worden. De heer Slottje vindt dat de structuurvisie een bepalende rol moet spelen voor wat in POP II terechtkomt en hij vraagt zich af of de tempo s overeenkomen. Blijkbaar is er bij de provincie een andere opvatting over het begrip dorpswoonmilieu dan bij de gemeente, in een gesprek zal duidelijk gemaakt moeten worden wat de gemeente daarvan vindt. Het bouwen buiten de rode contouren bevalt de heer Slottje niet, maar een discussie hierover met de provincie is belangrijk. Het lijkt alsof de ontsluiting van het noordoost kwadrant bij de provincie neergelegd wordt, maar dat probleem is door de gemeente gecreëerd en moet ook door haar opgelost worden. De heer Slottje wil duidelijkheid over een eventuele bochtafsnijding van het spoor in verband met de Hanze Lijn+, dit zou betekenen dat de directe verbinding met Meppel verloren gaat. Verder kan hij zich wel vinden in de reactie. De heer Kruk gaat in grote lijnen akkoord met de reactie van het college en benadrukt het belang van ruimte in de dorpen.

8 De heer Fidom vraagt wat de status van de Hanze Lijn+ is. Als de gemeente een vervoersknooppunt wil, kan dit als argument gebruikt worden om een station te behouden. Het nut van een bochtafsnijding ziet de heer Fidom niet in. Verder vindt hij het een aardige brief. De heer Steenbergen kan zich vinden in de reactie. Hij ondersteunt de opmerking van de VVD te waken voor opsluiting van bepaalde dorpen, staat 100 % achter de verbetering van de buitenwegen en had Nijstad verwacht bij recreatie. De heer Van der Weg noemt de reactie adequaat. Hij staat achter de hoofdkernen, maar wijst op het belang de dorpen vitaal te houden. Steeds meer agrarisch gebied raakt onttrokken aan agrarische activiteiten, kan de gemeente hier een actieve rol in spelen? Ook vraagt hij of de gemeente POP als remmend of stimulerend voor de structuurvisie heeft ervaren. Wethouder Leistra meldt dat vorige week bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden. De gemeente heeft GS meegedeeld dat vanavond over dit onderwerp met de commissie gesproken zou worden en dat de brief eventueel hierop aangepast zou worden. De brief is nog niet uit. Zowel bij de structuurvisie als bij POP is op ambtelijk niveau intensief overleg geweest tussen gemeente en provincie, de processen beïnvloeden elkaar wederzijds. De opmerkingen van de commissie waren waardevol en zullen naast de brief gelegd worden en dan wordt de keuze gemaakt of ze ook verwerkt worden, als ze aanvullend zijn zullen ze ruimhartig aangevuld worden. De term dorpswonen moet inderdaad goed uitgelegd worden als een woonvorm voor de kern van Hoogeveen. Wijzigingen van de rode contouren moeten goed onderbouwd worden en aan de hand van concrete plannen worden voorgesteld. Het bedrijventerrein Nieuwlande komt inderdaad niet terug. In de bedrijvennotitie van de provincie blijkt genoeg in Zuidoost-Drenthe genoeg ruimte te zijn voor bedrijven. De opmerkingen van lokale bedrijventerreinen bij dorpen wordt meegenomen. De ontsluitingswegen Noord heeft vier knelpunten en dit is een probleem van de gemeente en zal door de gemeente worden opgelost. Over de status van de Hanze Lijn+ bestaat ook bij de provincie en landelijk onduidelijkheid. De omschrijving van het Ruime Jasgebied zal getoetst worden op verzoek van de heer Otten, tussen gemeente en provincie bestaat hierover geen meningsverschil. De voorzitter stelt voor de reactie met daarin opmerkingen verwerkt als ingekomen stuk op de agenda te behandelen. De heer Van der Weg vraagt of de gemeente invloed zou willen op de bestemming van voormalige agrarische gebieden. De wethouder antwoordt dat in de strategische nota die binnenkort komt, een bedrag wordt gereserveerd voor het aankopen van vrijkomende grond. 9. Notitie betrokkenheid commissie bij planologisch besluitvorming De heer Slottje vindt dat het onderscheid tussen politiek wel en niet gevoelige zaken door de commissie gemaakt moet worden. Hij pleit ervoor de commissie te betrekken bij het voorontwerp, het college mag beoordelen of het de inspraak in kan. Bij de finale besluitvorming is de Raad weer aan zet. De heer Wagelaar kan zich in het stuk vinden. De wethouders, de voorzitter en de griffier kunnen het onderscheid maken tussen politiek gevoelige en niet gevoelige onderwerpen. De heer Beijering gaat akkoord, politiek gevoelige onderwerpen zullen ongetwijfeld in de commissie komen. De heer Braam gaat akkoord en vindt de verantwoordelijkheid op de juiste plek liggen. De heer Hummel gaat akkoord, een startnotitie geeft de commissie ruimte. De heren J.K. Otten, Lensen en Fidom gaan akkoord. De heer Kruk gaat akkoord, bij twijfel kan een startnotitie overwogen worden.

9 De voorzitter ziet een brede steun in de commissie, hoewel de heer Slottje nog enige kanttekeningen heeft. De voorzitter stelt het vast als werkdocument. 10. Rondvraag De heer Loof heeft twee vragen. Hoe staat het met de bouwactiviteiten aan de Willemskade en de Grote Kerkstraat? Is er een evaluatie geweest van de proef met hondenuitlaatstroken aan Schutlanden-Oost en wordt hier een vervolg aan gegeven? Wethouder Leistra antwoordt dat de plannen voor de Willemskade in ruste zijn, voor de Kerkstraat wordt een ander bouwprogramma ontwikkeld. De tweede vraag wordt via beantwoordt. De heer Fidom vraagt of de gemeente geld bijlegt op het WVG-vervoer of dat het een zichzelf commercieel bedruipend systeem is. Dit omdat nu ook niet-gehandicapten gebruik mogen maken van dergelijk vervoer. Een schriftelijke reactie van het college volgt. De heer Kruk las in de krant dat het Flokstrapad openbaar gemaakt wordt. Betekent dit dat het ook toegankelijk wordt voor auto s en mogen die dan ook parkeren? Het gaat om het deel tot de kinderboerderij. De wethouder zegt een schriftelijke reactie toe. De voorzitter verzoekt dergelijke vragen al voor de vergadering aan te leveren, opdat de wethouder in de commissie antwoord kan geven. De heer Slottje heeft enige tijd geleden gewezen op het gevaar voor storm en schade bij de Mauritshal en vraagt zich af wat er met zijn opmerking is gedaan. Wethouder Leistra antwoordt dat hij de suggestie heeft doorgespeeld naar de Afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Hij heeft nog geen terugrapportage ontvangen, als die er is zal hij hem doorsturen. De heer Hummel vraagt de wethouder wanneer in Nieuwlande de eerste kavels uitgegeven zullen worden. Als agendapunt voor de volgende vergadering noemt hij het verlengen van het moment van uitgifte van vrije kavels, bijvoorbeeld naar tien jaar in plaats van vijf. Er bestaat nogal wat onvrede dat bij interne verhuizingen dorpsbewoners te weinig kans krijgen bij de loting. De wethouder antwoordt dat het schema voor de uitgifte van kavels via de verspreid zal worden. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 22:45 onder dankzegging. Hoogeveen, 21 mei 2003