Pag. 01 Inhoudstafel Pag. 02 Woord vooraf Pag. 03 Realisatie en facturatie Pag. 05 Accent en het R.I.Z.I.V./ Accent en het Vlaams Fonds Pag.

Transcriptie

1 Pag. 01 Inhoudstafel Pag. 02 Woord vooraf Pag. 03 Realisatie en facturatie Pag. 05 Accent en het R.I.Z.I.V./ Accent en het Vlaams Fonds Pag. 06 Accent en onderwijs Pag. 07 Personeel van Accent Pag. 09 Onze peuterwerking Pag. 15 Onze dienst autisme Pag. 16 Onze sociale leerstoornissen Pag. 20 Gevolgde bijscholingen Pag. 22 Bevraging ouders Pag. 24 Verplichtingen i.v.m. kwaliteitshandboek Pag. 27 Cijfermateriaal i.v.m. rechthebbenden Pag. 29 Vooruitzichten

2 Welkom in ons jaarverslag was een jaar waar op veel vlakken intens werd gepresteerd. De meest opvallende zaken zijn de grote inspanningen die geleverd werden om onze peuterwerking uit te bouwen en om onze kennis op vlak van autisme te verstevigen. Deze activiteiten dienden ondersteund door de nodige financiële inspanningen om de nodige materialen aan te kopen en de nodige studiedagen te volgen. In elk geval kwam Accent zo terecht in extra stress die altijd aanwezig is bij veranderingsprocessen. Daarnaast werd ook een volledig nieuw computernetwerk aangekocht en operationeel gemaakt. Dit was niet enkel een zaak van aankoop maar vooral van praktische implementatie. Ook dit kostte heel wat inspanningen. Niettemin denken wij dat alles de moeite waard was en dat alles wat verwezenlijkt werd een positieve invloed zal hebben op de verdere evolutie van ons centrum. We hopen u wat meer inzicht te bieden in onze werking. Yvan Winne Directeur Het centrum is officieel erkend en gesubsidieerd door: Zij boden ons dit jaar extra kansen: 2

3 Er werd dit jaar heel wat minder zittingen gerealiseerd dan het vorige jaar maar dit was een heel doelbewuste optie. Dit belette echter niet dat we de beoogde doelstellingen bereikt hebben. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat de peuter en autismewerking heel wat tijd en energie heeft gekost. Daarnaast waren ook de extra vakantiedagen voor oudere werknemers een feit. Realisatie 2006 curve verschil maand per totaal met 2005 totaal verschil maand tot 92%curve 2005 totaal 92% 92% jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jaarcapaciteit: 97, streefcijfer 92% is (7991 is 100%-capaciteit) 3

4 Overzicht realisatie geel moet minimum gelijk zijn aan groen totaal totaal Curve 92% Overzicht facturatie Facturatie totaal totaal jan feb mrt apr mei jun juli aug sep okt nov dec

5 Geruime tijd wordt reeds gepraat over een reconversie. In dit verband werd een Ministeriële subwerkgroep Geestelijke gezondheid bij kinderen en adolescenten opgericht die o.a. volgende doelstellingen voor ogen houdt: - Het gebrek aan beschikbare plaatsen voor patiënten: een administratief werk zou gebaseerd moeten zijn op de spreiding van de instellingen in verhouding tot de demografische gegevens. - De effectieve aanwezigheid van het psy-personeel op alle niveaus moet worden bestudeerd, rekening houdende met de behoeften en de praktijkomstandigheden. Met dat bijzondere aspect moet rekening worden gehouden in de interne audit van de ambulante centra. - De revalidatiecentra voor spraak- en taalstoornissen worden geconfronteerd met aandoeningen die gelinkt zijn aan psychologische stoornissen, aan ontwikkelingsstoornissen, aan een mogelijk geheel van co-morbiditeit die deze centra aan het psychiatrisch netwerk koppelen zonder dat ze hierbij hun specificiteit verliezen. Het klassieke Vlaams Fonds voor personen met een handicap bestaat niet meer en werd vervangen door de benaming Vlaams Agentschap. Gevolgen zijn hier voor ons niet aan verbonden. De Sectorspecifieke Minimale Kwaliteitseisen (SMK s) werden aangepast en sluiten nu beter aan bij de realiteit van de revalidatiecentra. Er werden enkele uren verleend aan een therapeut om de taak van kwaliteitscoördinator op te nemen. Het kwaliteitshandboek zal hiermee aan kwaliteit winnen want de functie van directie én coördinator is wettelijk mogelijk maar naar praktijk toe weinig interessant. 5

6 Ondanks positieve contacten bleef in 2006 alles wat betreft regelgeving bij het oude. Er werd wel een kleine toegeving gedaan in die zin dat leerplichtige kleuters uitzonderlijk 150 minuten mogen afwezig zijn tijdens de lesuren voor revalidatie. Dat dit niet kon voor kinderen uit het lager onderwijs, is voor ons een grote ontgoocheling. Het blijkt toch o zo moeilijk te zijn om professionele krachten toe te laten tijdens de lestijden en dit in tijden waar grote aandacht geschonken wordt aan zorg. Op dit échelon wordt momenteel vooral aandacht besteed aan het optimaliseren van het leerzorgkader. Een nieuwe benadering waarbij de klassieke types 1 tot 8 in het buitengewoon onderwijs zouden verdwijnen en vervangen worden door een matrix die samengesteld is uit 4 groepen met 4 zorgniveaus. Dat dit niet zonder slag of stoot zal aanvaard worden, ligt voor de hand. Onze mening is in deze niet belangrijk. We zijn echter wel vragende partij om over de mogelijkheid te beschikken om ook revalidatie tijdens de lesuren te mogen organiseren. Wij vragen hier geen carte blanche maar menen dat als de ouders, de school en het CLB overtuigd zijn van het positieve effect, dit ook daadwerkelijk moet kunnen gerealiseerd worden. 6

7 De eindeloopbaanwetgeving is een feit maar de financiële compensatie voor de vervangers laat nog op zich wachten. Begin 2007 kunnen de eerste gegevens via internet overgemaakt worden voor financiële compensatie. Positief is in elk geval dat iedereen een attractiviteitpremie voor het eerst kreeg uitbetaald. Yvan Winne, directeur Guy Meersman, revalidatiearts Edouard Broekaert, pediater Katrien Persyn, ergotherapeute Kaat Feryn, ergotherapeute Nel Clarysse, ergotherapeute Sylvia Maes, logopediste Mieke Vandekerckhove, logopediste Marian Vanthuyne, logopediste Véronique Gheysen, logopediste Arabelle Verbauwhede Administratie/ logopediste 7

8 Rita Pollentier, kinesiste Lieselot Carlier, kinesiste Ide Leen, kinesiste Karen Wolfcarius, psychologe Joke De Meester, psychologe Inès Vergote, Sociaal assistente Rosita Vancorsellis, onderhoud Chiers Carine, onderhoud Angustias del Pilar, onderhoud Interims werden gerealiseerd door: Cosaert Fraucke Vannieuwenhuyse Ine D Hulst Lies Isebaert Sofie Depraetere Nele 8

9 Opstarten Peuterwerking In een eerste fase (na aanmelding van een aantal ontwikkelingsvertraagde peuters) hebben we ons gericht op de specifieke noden van deze doelgroep binnen zowel onderzoek als (individuele) therapie. Er werd vooreerst nieuw materiaal aangekocht, waaronder enkele specifieke testen in functie van vroegdiagnostiek (zie infra). Gezien peuters een specifieke aanpak vragen, was ook een nauwere samenwerking tussen de verschillende diensten noodzakelijk. Meer tijd voor overleg moest worden voorzien, maar aangezien dit binnen het schooluurrooster niet steeds mogelijk was, vond dit vooral tijdens de vakantieperiodes plaats. Daarnaast werd van de therapeuten ook nog verwacht om de ouders meer in de therapie te betrekken, zodat deze beter zicht zouden krijgen op hoe zij thuis hun kind kunnen stimuleren. Het krijgen en geven van informatie is hierbij eveneens van groot belang. Het verzamelen van een grote hoeveelheid informatie was niet onmiddellijk nodig; vooral het opdoen van ervaring met het werken met jonge kinderen leek ons belangrijk. Literatuur en websites werden vooral naar aanleiding van een bepaalde vraag of problematiek opgezocht en doorgenomen. In een tweede fase werd nagedacht om in kleine groepjes (maximum 6 kinderen per groep) van kinderen (peuters en kleuters) met ongeveer hetzelfde ontwikkelingsniveau (IQ van ± 70 en taalbegripsniveau van pc 10) te werken. Een bezoek aan het COT te Roeselare heeft ons geholpen meer zicht te krijgen op een dergelijke werking. We hebben daar een globale indruk kunnen opdoen. Van daaruit zijn we dit gaan specifiëren naar ons centrum toe. Iedere therapeut werkt vanuit zijn specifieke achtergrond (zoals in individuele therapie) maar de kennis wordt tijdens het groepsgebeuren gebundeld rond een thema waar de kinderen in ondergedompeld worden. Waarom hebben we voor groepstherapie gekozen? Vooreerst omwille van het multidisciplinaire en geïntegreerde aanbod; door de aanwezigheid van meerdere therapeuten kan voortdurend worden bijgestuurd vanuit verschillende disciplines. Vaak kunnen heel jonge kinderen een één-op-één-relatie ook nog niet aan omdat ze dit als een druk ervaren. Een ander maar zeker niet minder belangrijk aspect van groepstherapie is het leren vanuit imitatie, niet alleen van de therapeuten maar ook van hun leeftijdsgenootjes. Ook hun aanmoedigende rol is niet onbelangrijk. Er wordt telkens met éénzelfde structuur (tijdslijn, kleur per kind, ) gewerkt en in thema s. In groepstherapie komt het sociaal aspect ook aan bod. Naast het stimuleren van taal, grove en fijne motoriek en cognitie is het sociale ook heel belangrijk. Kinderen leren rekening houden met elkaar, leren met elkaar communiceren en waar nodig voor zichzelf opkomen. Dit aspect is moeilijker aan te brengen in individuele therapie. 9

10 Als locatie hebben we geopteerd voor de zolder. We hebben daar de nodige ruimte om een eigen plekje te creëren. Aangezien we werken rond thema s, is het belangrijk die thema s goed te kunnen uitbouwen. Werking peutergroepje In september 2006 werd gestart met de groepstherapie. De groep bestaat uit 4 kindjes, en wordt begeleid door telkens 2 therapeuten. De groepstherapie gaat door op dinsdagvoormiddag van en op vrijdagvoormiddag van De groepjes worden respectievelijk begeleid door 1 ergotherapeut en 1 logopedist op dinsdag en 1 kinesitherapeut en 1 logopedist op vrijdag. Ergotherapeut: Katrien Persyn Kinesitherapeut: Lieselot Carlier Logopediste: Sofie Isebaert (in vervanging van Sylvia Maes) Psycholoog: Karen Wolfcarius Aanvankelijk was dit de structuur van het groepje: Kringmoment, waar het taalgebeuren meer op de voorgrond stond. Tafelactiviteit: afhankelijk van de dag een activiteit voorbereid door ergo of kine. Koekje, drankje, toilet. Tafelactiviteit geleid door een ergotherapeut of een kinesitherapeut (fijnmotorische of grootmotorische oefening). Al vlug hadden we het gevoel dat hierdoor het taalmoment wat op de achtergrond werd geschoven, wat eigenlijk wel een zeer belangrijk gegeven is in ons groepsgebeuren. Hierdoor werd een nieuwe structuur opgesteld, wat door de verschillende therapeuten als positief wordt ervaren. Dinsdag Kringmoment: Tijdslijn bespreken Liedje Dag Jules Taalmoment Tafelactiviteit: 15 : Taaloefening 15 : Cognitieve oefening Koekje, Drankje, Toilet Tafelactiviteit: Fijnmotorische oefening Vrijdag Kringmoment: Tijdslijn bespreken Liedje Dag Jules Taalmoment Tafelactiviteit: 15 : Taaloefening 15 : Visuele oefening Koekje, Drankje, Toilet Grootmotorische activiteit 10

11 Een belangrijke investering voor de peutergroep was het taalontwikkelingsprogramma Dag Jules. Dit vormt nu de rode draad in onze therapie. Dit programma omvat verschillende thema s met daaraan gekoppeld fijnmotorische en grootmotorische activiteiten. Er wordt voor een bepaalde periode een thema uitgekozen waarin het kind weliswaar in ondergedompeld wordt. Dit groepsgebeuren verloopt altijd zeer gestructureerd, de tijd wordt visueel kenbaar gemaakt door de auti-klok. Het is voor de kinderen een houvast, en het helpt hen om zich toch in te spannen voor een bepaalde periode. Er wordt geopteerd om activiteiten aan te bieden die haalbaar zijn voor iedereen, doch er blijft steeds ruimte om te differentiëren zowel naar een hoger of lager niveau. Er wordt ook rekening gehouden met andere individuele behoeften zoals: taakspanning, concentratie,. De kinderen krijgen een heen - en weer schriftje mee naar huis. Hierin noteren we wat we tijdens de therapie gedaan hebben. Ook ouders kunnen hierin opmerkingen of bevindingen noteren. Een belangrijk doel van dit schriftje is ook het weergeven van het thema met daarbij behorende woordenschat. Op die manier kunnen de ouders dit samen met hun kind thuis oefenen en hebben ze ook meer voeling met wat in therapie aan bod komt. Op woensdagnamiddag hebben we nog steeds onderling overleg met de verschillende therapeuten: ergotherapeut, kinesitherapeut en psycholoog. De overdracht van dit overleg naar de logopediste vindt plaats op vrijdagnamiddag. (dit gebeurt in een voorlopig vrij therapiemoment en kan dus in verloop van tijd wegvallen.) Ons overleg op woensdagnamiddag is recent ingekort ten voordele van extra therapie voor een lid van het groepje. Momenteel bestaat het overleg op woensdagnamiddag uit: Bespreking van de kinderen Evolutie bespreken / verslag opstellen. Sociale vaardigheden en aanpak bespreken met Karen. Gesprek met de ouders (evolutie, aanpak, meegeven van tips ). Bespreken van thema s en kijken wanneer een nieuw thema moet worden opgesteld. Bespreken van de activiteiten van de komende week. Algemene opmerkingen / bevindingen. Opstellen budget Peuterparadijs. Opstellen Begroting Praktische voorbereidingen rondom het thema. 11

12 Vooral dit laatste item neemt zeer veel tijd in beslag. Daar we werken rondom specifieke thema s, worden altijd activiteiten georganiseerd rondom dit thema. Bijvoorbeeld bij het thema herfst, wordt concreet materiaal opgezocht, worden bomen geknutseld. Het spreekt voor zich dat dit een zeer leerrijke ervaring is voor de kinderen, maar een enorme inspanning vraagt van de therapeuten. Na enkele weken therapie merkten we al vlug op dat het ons ontbrak aan concreet materiaal. Bijvoorbeeld: verf, verfborstels, kleurpotloden, stiften,. Na overleg met de algemeen directeur hebben we de toestemming gekregen om de nodige inkopen te doen. Dit helpt ons nu een stukje verder op weg, hoewel we nog veel materiaal kunnen gebruiken. Dit zal worden opgenomen in de begroting van De verschillende diensten hebben reeds nieuw testmateriaal aangekocht die specifiek gericht is om problemen te diagnosticeren bij jonge kinderen. Dienst Kinesitherapie, Ergotherapie: Peabody developmental motor scales Second Edition Deze test omvat verschillende onderdelen: statisch evenwicht, dynamisch evenwicht, balvaardigheid, handvaardiheid, visuo-motorische opdrachten. De eerste 3 items worden afgenomen door de kinesitherapeut, de laatste 2 items worden afgenomen door de ergotherapeut. Na de test worden de bevindingen door beide therapeuten besproken Dienst Logopedie: NNST Nederlandstalige Nonspeech Test (Inge Zink en Dirk Lembrechts) Dit is een gestandaardiseerd middel voor observeren, scoren en beoordelen van communicatieve vaardigheden van de eerste verbale en non-verbale communicatie. Deze test kan afgenomen worden bij kinderen vanaf 12 maanden en is genormeerd tot een leeftijd van 21 maanden. Deze test werd door de dienst aangekocht om kinderen te onderzoeken die bij het afnemen van de RTOS een heel lage percentielscore halen. Verder gedifferentieerd onderzoek naar (al of niet talige) communicatie was tot nu toe niet mogelijk voor kinderen die een taalniveau hebben dat onder twee jaar ligt. Met deze test vullen we aldus een hiaat in. Het gedifferentieerd onderzoek levert bovendien aanknopingspunten voor begeleiding en mogelijkheid tot opvolging van de evolutie tijdens de therapie. Reeds bij de kennismaking met de test bleek dat de afname niet eenvoudig is. Onze ervaring bij kinderen met een zeer laag communicatief niveau is momenteel nog ontoereikend om vlot met de verschillende niveaus en onderdelen overweg te kunnen. Er zal zeker nog verder studiewerk moeten volgen om deze test volledig onder de knie te krijgen. 12

13 Dienst Psychologie Bayley Scales of Infant Development Second Edition Nederlandse versie In de BSID-II-NL worden, door gebruik van spelmateriaal of door het gedrag van de testleider of ouder, op een gestructureerde manier gedragingen uitgelokt. Door deze gedragingen te observeren is het mogelijk op verschillende ontwikkelingsdomeinen de ontwikkeling te schatten. De BSID- II-NL bestaat uit 3 schalen: een Mentale schaal, een Motorische schaal en een Gedragsobservatieschaal. De test is geschikt voor kinderen in de ontwikkelingsleeftijd van 1 tot en met 42 maanden. Studiedagen Er werden reeds enkele studiedagen gevolgd in functie van dit project, doch het aanbod is vrij beperkt. Communicatieve ontwikkeling bij heel jonge kinderen, door Karen Wolfcarius. Peuter-schrijfdans, door Katrien Persyn. Probleemgedrag bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis, door Karen Wolfcarius. Vroegtijdige onderkenning van ASS, door Karen Wolfcarius. Neuromotore problemen bij zuigelingen en peuters, door Lieselot Carlier Er is op langere termijn eventueel nog interesse voor het volgen van een aantal bijkomende opleidingen, welke zeker een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot de kwaliteit van de groepstherapie. Zoals bijvoorbeeld Hanen, dit met de bedoeling groepsbijeenkomsten te kunnen organiseren voor ouders om hen te leren hoe ze de ontwikkeling van taal bij hun kind kunnen stimuleren. Doelstellingen voor het komende jaar Evaluatie van de werking van het groepje eind juni. Uitwerken en evalueren van een beloningssysteem. Inschakelen van sociale vaardigheden in meer specifieke oefensituaties. Verdere inrichting van het lokaal op een kindvriendelijke wijze. Aankoop van didactisch materiaal dat bruikbaar is in groep. Ergotherapeute: Psychologe: Logopedisten: Kinesitherapeute: Katrien Persyn Karen Wolfcarius Sofie Ysebaert Lieselot Carlier Sylvia Maes 13

14 14

15 Om een vlotte werking mogelijk te maken werd een autiteam opgericht. Dat team bestaat uit één therapeut per dienst: logo, ergo, pm, pt. Daarbij ontstonden echter twee moeilijkheden. Enerzijds werd de dienst ergo niet vertegenwoordigd door een vaste kracht, gezien wisselende interims, e.d. Hiervoor is nog geen oplossing gevonden. Anderzijds werd de taak te tijdsconsumerend voor één psychologe. Daarom werd eind 2006 voorgesteld om ook de psychologe van het peuterteam op te nemen in het autiteam, waarbij zij zich meer zal richten op de peuter- en kleuterwerking. Binnen het autiteam werd dit jaar zowel diagnostiek als therapie verder uitgewerkt. Dit gebeurde aan de hand van diverse studiedagen, literatuur, en een interne autiwerking. Hierdoor worden minder kinderen doorverwezen naar externe instanties bij vermoeden van autisme en kan binnen het centrum een diagnose gesteld worden. Dit geeft ook als gevolg dat er sneller een aanvraag in de RIZIVgroep 3 (pervasieve ontwikkelingsstoornis) kan worden gedaan, tot nu toe steeds met een goedkeuring tot therapie. Anderzijds kan gerichter gewerkt worden naar de specifieke problemen t.g.v. ASS, naast vaak bestaande leerproblemen. Ook ouderbegeleiding werd verder uitgebouwd, wat binnen deze problematiek noodzakelijk is. Problematisch blijft dat de uitbouw van deze werking tijdsconsumerend is en financieel doorweegt. Tijdsconsumerend enerzijds gezien een uitgebreider onderzoek noodzakelijk is en dit ook in een degelijke verslaggeving dient te worden verwerkt. Anderzijds is er meer nood aan overleg binnen het team èn bespreking met ouders en school. Binnen dit kader blijft de nood aan meer uren psycho dringend. De uitbouw van een dergelijke werking vraagt ook financieel extra uitgaven. Er zijn talrijke opleidingen, waarbij we niet kunnen achterblijven; ASS is een hedendaagse problematiek waarover veel onderzoek gebeurt. Ook het aanschaffen van voldoende test- en therapiemateriaal op korte termijn is noodzakelijk. Momenteel zijn er al heel wat uitgaven geweest. Toch wordt binnen de begroting opnieuw een deel van het budget voorzien voor aanschaf van nieuw materiaal. Daarenboven dient op lange termijn de bekomen deskundigheid ook te worden overgebracht naar de andere therapeuten die niet tot het autiteam behoren. Opnieuw zal voldoende bijscholing nodig zijn. Hoe dit concreet zal gerealiseerd worden is één van de werkpunten van het autiteam in De Meester Joke Pollentier Rita Vandekerkhove Mieke Verdonckt Sibylle Wolfcarius Karen 15

16 Dienstoverlappend project sticordimaatregelen Vanuit de werkgroep rekenstoornissen groeide de idee om alle mogelijke sticordimaatregelen voor taal en rekenen te bundelen in functie van praktisch gebruik en een optimalisering van de samenwerking met de scholen. Dit resulteerde in een mooi werkstuk dat inderdaad vaak gebruikt en veel gevraagd wordt. De diverse sticordimaatregelen worden op een rijtje geplaatst en bieden een overzicht over wat mogelijk is. Voor het verzamelen van de stimulerende, compenserende en dispenserende maatregelen werd uit verschillende bronnen geput. Zo werd de bundel Leerzorg, vanuit onderwijsmidden zorgvuldig doorgenomen. De sites van Sprankel en Letop werden nagegaan en linken werden aangeklikt. Ook het proefschrift: Ontwikkelen van een charter op basis van STICORDImaatregelen als concreet hulpmiddel voor kinderen met dyscalculie in de lagere school (Joke Verschaeren onder begeleiding van Prof. Dr. Annemie Desoete Opleiding pedagogische wetenschappen en onderwijspedagogiek academiejaar ) werd hiervoor geraadpleegd. Telkens er een multidisciplinair overleg plaatsvindt, wordt dit bundel meegenomen. Bij de bespreking van een kind kunnen desgewenst zeer gemakkelijk individueel aangepaste maatregelen gevonden worden. Verschillende directies hebben hierover reeds hun waardering uitgesproken. Werkgroepen Dienst logopedie In de werkgroep leesstoornissen wordt de vergadering opgesplitst in twee grote tijdsblokken. In het ene deel worden allerhande variapunten besproken. Iedereen is vrij om vragen te stellen of informatie door te geven betreffende gelezen artikels en boeken, didactisch- en testmateriaal, ontwikkelingen op het werkterrein, enz. Dit jaar kwamen onder meer aan bod: Hulpgids Dyslexie van Sally Shaywitz, DST, Sprint en Kurzweil, Woordkasteel, Digitee, Testen en materiaal voor begrijpend lezen, Taaltoetsen van Pieter Goessaert, Voor de kennismaking met het programma Sprint werd een bezoek voorzien aan Technologie en Integratie Het programma Woordkasteel werd voorgesteld in de lokalen van SIG met behulp van pc en beamer. Dit onderdeel van de vergadering wordt als zeer nuttig en informatief beoordeeld door alle leden. In het andere deel van de bijeenkomst splitst de groep zich op in twee subgroepen. Dan wordt er specifiek gewerkt in functie van een praktische doelstelling. Dit jaar kwam er in subgroep A een voorstel tot foutenclassificering bij spelling (gebaseerd op Ria Kleijnen) tot stand. Daarnaast startte de groep met een inventarisatie van bestaande spellingtesten. Het doel is deze lijst te presenteren met specificatie van leeftijdsbereik, normeringsvormen en een beoordeling van bruik- 16

17 baarheid. In subgroep B wordt er gewerkt aan een diagnostisch instrument voor het onderzoeken van fonologische tekorten bij kinderen die lees- en spellingproblemen vertonen. Dit idee kwam er na het bestuderen van de boeken van J. Stackhouse en B. Wells, waarbij het verband tussen lees- en spellingproblemen en fonologische tekorten beschreven werd. Het uitwerken van een bruikbaar werkinstrument vergt veel persoonlijke inzet van de werkgroepleden. De resultaten die hierbij tot stand komen zijn het resultaat van veel (t)huiswerk en goede afspraken in team. Desalniettemin wordt dit onderdeel voor veel leden als zeer interessant beoordeeld. Dienst ergotherapie Als gevolg van een personeelswijziging werd een wissel doorgevoerd in de participatie aan de intervisie- / werkgroep rekenstoornissen aan het SIG te Destelbergen. Aanvankelijk was deze vervanging ad interim. Bij de start van het nieuwe werkjaar werd deze opdracht dan ook officieel door deze persoon aangenomen. In hoofdzaak ging de aandacht naar de bespreking van het boek Rekenproblemen en dyscalculie van Ruijssenaars. De hoofdstukken werden samengevat, verduidelijkt in de groep en digitaal beschikbaar gesteld voor de leden. Dit boek werd door onze dienst inmiddels aangeschaft en vormt de basis van onze therapeutische werking. Het programma Rekenvensters, van de hand van Greet Van Keymeulen, werd door haarzelf op een boeiende en verrijkende manier voorgesteld in één van de groepssessies. Naar aanleiding van de herwerking van de Kortrijkse Rekentest stelden enkele leden van de groep die aan de basis lagen van deze herwerking, de test voor. De test werd aangekocht en is reeds in gebruik. Hij omvat hoofdrekenen en getallenkennis en is opgedeeld in de diverse deelvaardigheden. Ontwikkeling en publicatie : RC Overleie Kortrijk. De test is genormeerd. Een tweede test die in de groep werd aangehaald en door de dienst ergotherapie werd aangekocht is: CDR 1/2/3 en 5 : betreffen cognitieve deelvaardigheden rekenen genormeerd Desoete en Roeyers Daarnaast werd aandacht geschonken aan interessante websites, software en andere materialen hanteerbaar bij remediëring. Verder werd stilgestaan bij een aantal sticordimaatregelen, hanteerbaar bij kinderen met dyscalculie. De werkgroep verleende gedurende het vorige academiejaar de medewerking aan enkele scripties betreffende geheugensteuntjes. Deze scripties werden voorgesteld, de diverse geheugensteuntjes werden gebundeld en ter beschikking gesteld van de leden van de werkgroep. Dit academiejaar wordt opnieuw een scriptie opgevolgd door enkele leden, ditmaal handelend over websites en software. 17

18 Studiedagen Dienst logopedie Samen met de dienst ergotherapie werd een congres over leerstoornissen bijgewoond. Dit congres werd georganiseerd door TOL (Dienst voor Taal, Ontwikkelings- en leerstoornissen) te Brugge. Er kwamen diverse interessante sprekers aan bod die ons een overzicht boden van wat er leeft op het werkveld. We kregen in de loop van de dag de bevestiging dat onze diensten op diverse gebieden zeker konden tippen aan wat voorgesteld werd. Op verschillende vlakken hebben wij zelfs een voorsprong. Wij waardeerden vooral de voordrachten van Professor Lafosse en Professor Devriendt die ons inzichten konden verschaffen van wat mogelijk is op vlak van medische beeldvorming van de hersenen en de evoluties op vlak van genetica voor de leerstoornissen. Dienst ergotherapie Naast de hierboven vermelde deelname aan het congres leerstoornissen namen enkelen uit de dienst ergotherapie deel aan volgende bijscholingen: Rekenen remediëren: cirkelrekenen: gesteund op de methode rekentrappers auteur: en docente: A. Cooreman eurkaonderwijs Leuven De betreffende boekenreeks werd door de dienst aangeschaft. Deze methode vindt gaandeweg z n ingang op onze dienst met goede resultaten Kommagetallen - metend rekenen: organisatie SIG Destelbergendocente: H. Heuninck Deze studiedag volgde op een reeds eerdere uitgave rond breuken bij rekenzwakke kinderen. De elementaire principes en materialen die op de bijscholing ter beschikking werden gesteld, worden reeds geregeld gehanteerd op de dienst Stagiaires Dienst logopedie In het tweede trimester van het schooljaar komt er telkens een derdejaarsstagiaire. Vorig schooljaar was dat een meisje uit de opleiding KAHOG. De studente volgt therapieën mee en krijgt begeleiding voor het opstellen van verslagen en behandelplannen. Vanaf het midden van de stageperiode moet ze ook van twee volgpatiënten de therapieën voorbereiden en uitvoeren. Alles gebeurt onder ons toezicht. In het eerste trimester van het schooljaar komt er een tweedejaarsstagiaire. Dit 18

19 meisje volgde ook de opleiding aan het KAHOG. Deze studente gaat vooral veel behandelsessies observeren en daar verslag over uitbrengen. Er wordt op toegezien dat ze correcte doelstellingen leert onderscheiden en beschrijven in de juiste vakterminologie. In de loop van beide stageperiodes zijn er twee contacten tussen de therapeutes hier in Accent en de stagebegeleiders uit de opleiding. Dan worden de studentes op hun bekwaamheid beoordeeld. Het initiatief tot stagebegeleiding wordt ten dele uit idealisme genomen (studenten moeten gelegenheid tot praktijkervaring krijgen), maar heeft ook een verrijkende kant voor ons als therapeute. Het biedt de gelegenheid tot zelfreflectie en de banden met de opleidingen worden nauwer aangehaald. Docenten aan de opleidingen leren ons beter kennen en weten wat onze waarden zijn. Dienst ergotherapie Het voorbije werkjaar verlengden we onze overeenkomst met de Hogeschool West- Vlaanderen departement HIEPSO om studenten te begeleiden in hun opleiding tot bachelor in de ergotherapie. Gedurende de laatste periode van het voorbije en de eerste periode van het nieuwe academiejaar begeleidden we telkens een student uit het tweede jaar. De invulling van een stageopdracht is in die zin gewijzigd, dat met ingang van het nieuwe academiejaar, naast de verkenning van de dienst en het werkveld in het algemeen, aan een zeer concrete opdracht wordt gewerkt in samenspraak met de studente en volgens de behoefte van de dienst op het moment. Zo werden ook de eerste contacten gelegd met de laatste jaarsstudente die op de dienst stage zal lopen in het komende semester. De opdracht omhelst een ruimere taak die in een scriptie zal uitgewerkt worden. Naast het verkennen van de praktische elementen op de dienst wordt ruim aandacht besteed aan het verwerken van theoretische kennis en weergeven ervan in observatie- en werkverslagen. Gedurende de perioden worden net als op de dienst logopedie een tweetal overleg-/evaluatiemomenten met de opleiding voorzien. De motieven om verder met studenten te werken zijn gelijklopend met deze van de dienst logopedie. Tevens hechten wij belang aan het blijven bestendigen van bekendmaking en de waarde van ons beroep, met name in de sector leer- en ontwikkelingstoornissen. Los van de opleiding gaf de dienst ergotherapie een afgestudeerde ergotherapeute de kans zich in de materie leerstoornissen in te werken en dit op vrijwillige basis. Deze vrijwilligheid kaderde binnen een mogelijke toekomst in zorgverbreding op de lagere school. Daarnaast werd nog op een nieuwe vraag ingegaan: het begeleiden van een studente uit het 6 e jaar gezondheid- en welzijnswetenschappen (TSO).Deze stage kadert binnen de geïntegreerde proef, keuzerichting bijzondere jeugdzorg, opgelegd door de opleiding. 19

20 datum titel 03/02 Rekenen remediëren en differentiëren 13/01 Interdisciplinair overleg en diagnostiek rond leermoeilijkheden 17/2 Interdisciplinair overleg en diagnostiek rond leermoeilijkheden 27/02 Visuomotoriek is meer dan kijken 27/02 Logopedische behandeling van kinderheesheid 28/02 Logopedische behandeling van kinderheesheid 28/02 Communicatieve ontwikkeling bij heel jonge kinderen 28/02 Psychodiagnostiek van ASS bij normaalbegaafden 02/03 Probleemgedrag bij jonge kinderen met autismespectrumstoornis 03/04 Sociale leerverhalen voor normaalbegaafde kinderen met ASS 03/04 Peuter-schrijfdans 04/04 Een kind met ASS opvoeden in een gezinssituatie 06/04 Vroegtijdige onderkenning van ASS 04/04 Perspectief nemen in theorie en praktijk 04/04 Concrete communicatie bij kinderen met ASS 05/04 Maatschappelijk werk in ambulante revalidatie 28/04 Interdisciplinair overleg en diagnostiek rond leermoeilijkheden 30/04 Specifieke benadering van ASS 05/05 Differentiaaldiagnose en co-morbiditeit ASS 09/05 Differentiaaldiagnose en co-morbiditeit ASS 12/05 Interdisciplinair overleg en diagnostiek rond leermoeilijkheden 22/9 Leerstoornissen in 3D 12/10 Fondsenwerving 30/10 Articulatie en fonologische therapie: creatief en communicatief 30/10 Schrijven met een smile 31/10 Kommagetallen, metend rekenen 31/10 ASS: een handleiding voor jezelf 02/11 Autismespectrumstoornissen en psychotmotoriek 03/11 DCD: coördinatieontwikkelingsstoornis 20

21 9/11 ASS: training perspeciefmeting 24/11 Neuromotore problemen bij zuigelingen en peuters 12/12 Nieuwe inzichten en recente ontwikkelingen in autisme 21

22 Dit jaar werd een vereenvoudigde vragenlijst bezorgd aan de ouders met volgende vragen: U krijgt voldoende info over de rgelementeringen binnen revalidatie (bvb. Ivm mutualiteiten, riziv,..) U krijgt een duidelijk antwoord op elke gestelde vraag Bij een eventuele klacht weet u bij wie u terecht kunt U krijgt voldoende uitleg tijdens de onderzoeksbespreking over de uitgevoerde onderzoeken en de besluiten van het team U krijgt voldoende ondersteuning bij problemen of moeilijk gedrag van uw kind. U beschikt over voldoende informatie over welke personen tot welke dienst behoren. De therapeuten motiveren uw kind voldoende voor de therapie. U kunt voldoende terecht met vragen, opmerkingen en klachten bij de administratie (soc. Assistente en directie). U kunt voldoende terecht met vragen, opmerkingen en klachten bij de therapeuten Er wordt tijd genoeg vrijgemaakt omop uw vragen of problemen in te gaan. U hebt het gevoel steeds welkom te zijn in het centrum. Er worden voldoende evolutiebesprekingen georgansieerd (om de 6 maanden). Er worden voldoende ouderavonden georganiseerd U hebt voldoende kans tot informele contacten (bvb. Een losse babbel). u kunt voldoende terecht met vragen, opmerkingen en klachten bij de dokter U krijgt een duidelijk beeld over hoe uw kind de tijd doorbrengt in het centrum. Het heen- en weerschriftje is in verstaanbare taal geschreven. U krijgt voldoende uitleg over de evolutie die uw kind maakt tijdens de therapie Het personeel is voldoende discreet. het heen- en weerschriftje is steeds duidelijk leesbaar Uw verwachtingen omtrent de therapie sluiten aan bij deze van het team. U hebt vertrouwen in het centrum. U zou andere personen het revalidatiecentrum aanraden. Er wordt snel ingegaan op uw vragen, problemen of klachten. Het centrum is netjes onderhouden. Er wordt genoeg contact opgenomen met het CLB in verband met uw kind. De wachtruimte is kindvriendelijk ingericht. Er wordt genoeg contact opgenomen met de school in verband met uw kind. De lokalen zijn kindvriendelijk ingericht. U vindt het heen- en weerschriftje een nuttig communicatiemiddel voor doorgeven info aan de leerkracht U vindt het heen- en weerschriftje een nuttig communicatiemiddel voor doorgeven info aan de ouders De antwoorden waren anoniem en er kon gekozen worden uit heel zeker, ja, neen of zeker niet. De respons was zoals andere jaren vrij gering: slechts de helft van de antwoorden werd ons terugbezorgd. Wij menen dat de anderen geen noemenswaardige klachten hadden want dergelijke vragenlijst is de gelegenheid bij uitstek om ongenoegens te ventileren. De cijfers gaan enkel over diegenen die effectief hun antwoord hebben opgestuurd. 22

23 22 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% heel zeker ja neen zeker niet weeet het niet Besluit 1 slechts 1 op 2 ouders geeft een antwoord 2 op geen enkele vraag werd met 'zeker niet' geantwoord 3 Communicatie met de ouders is een aandachtspunt 4 over het algemeen een hoog gevoel van tevredenheid 23

24 Evaluatie missie, visie, waarden, objectieven, geschreven referentiekader De missie en visie werden niet gewijzigd. Kwaliteitsplanning Het is de bedoeling dat tijdens de tweede helft van 2007 het KHB volledig gedigitaliseerd wordt. Samenstelling verschillende raden van bestuur (wijzigingen ter plaatse mogelijk) De algemene vergadering Voorzitter: Dejaeghere Rudy C. Plantijnstraat 34 Marke lid Ryssaert Willy Proosdijstraat 23 Kortrijk lid Durnez Yves Vlasbloemstraat 22 Kortrijk lid Vandekerckhove Lioneel Rekkemsestraat 198 Marke lid Desmet Willy Waterhoek 22 Kortrijk lid Deryckere Frans Kortrijkseweg 19 Beveren-Leie lid Swaenepoel Eric M. Demeulenaerestr.4 Rumbeke lid Gardedieu Ivan P. Kennedypark 3 Kortrijk lid Dejaeghere Pablo Waterpoort 5 Kortrijk lid Hiergens Pol S. Streuvelslaan 58 Heule lid Janssens Guido 11 de julilaan 148/4 Harelbeke lid Dekyvere Rik Watermolenwal 7 Heule lid Debaets Johan Rekkemstraat 6 Lauwe lid Vandevenne Gino Beukenstraat 2 Bissegem De raad van bestuur Voorzitter: Dejaeghere Rudy C. Plantijnstraat 34 Marke lid Durnez Yves Vlasbloemstraat 22 Kortrijk lid Vandekerckhove Lioneel Rekkemsestraat 198 Marke lid Desmet Willy Waterhoek 22 Kortrijk lid Deryckere Frans Kortrijkseweg 19 Beveren-Leie lid Swaenepoel Eric M. Demeulenaerestr.4 Rumbeke lid Gardedieu Ivan P. Kennedypark 3 Kortrijk lid Hiergens Pol. Streuvelslaan 58 Heule lid Janssens Guido 11 de julilaan 148/4 Harelbeke lid Dekyvere Rik Watermolenwal 7 Heule lid Debaets Johan Rekkemstraat 6 Lauwe Lid Vandevenne Gino Beukenstraat 2 Bissegem 24

25 Dagelijks bestuur Voorzitter: Dejaeghere Rudy C. Plantijnstraat 34 Marke lid Vandekerckhove Lioneel Rekkemsestraat 198 Marke lid Swaenepoel Eric M. Demeulenaerestr.4 Rumbeke Samenstelling personeelséquipe De personeelséquipe wordt nominatief weergegeven in het jaarverslag in het hoofdstuk personeel. De nieuwe samenstelling werd ook opgenomen in het KHB. De toestand staat er zoals die was op 31/12/2006. Functieomschrijvingen Deze werden samen bekeken. Geen wijzigingen dienden op heden te worden aangebracht. Evaluatie externe overleggroepen P.P.G.: Vooral de contacten met directies van andere centra blijven een interessant gegeven. Dit was het laatste jaar onder de vlag PPG; vanaf 2007 vallen we onder VSOG. Federatie: lidmaatschap blijft behouden omwille van het verkrijgen van relevante informatie en voor werkzaamheden die buiten de bevoegdheid van een werkgeversorganisatie liggen. Evaluatie beschikbare middelen Tekorten kunnen gemeld worden en via begrotingsvoorstellen kunnen lacunes aangepakt worden. Algemeen mag gesteld worden dat de uitrusting van ons centrum op hoog niveau staat. Overzicht voorstellen ideeënbus Er werden tijdens 2006 geen voorstellen door ouders of andere bezoekers geponeerd in de ideeënbus. Samenvatting oudergesprekken De vooropgestelde doelen in verband met meer ouderparticipatie werden naar latere datum verschoven omdat nu absolute prioriteit gegeven wordt aan uitbouw van de peuter en autismewerking. 25

26 Implementatie corrigerende en preventieve maatregelen Gesprekken met personeel brachten volgende punten onder de aandacht: probleem overuren waarbij niet iedereen op dezelfde manier te werk gaat: dit wordt opgelost door de registratie te laten gebeuren door de directie en door een softwarematige verwerking. Naar aanleiding van de enquête gehouden bij de ouders wordt een betere communicatie met de ouders op punt gezet waarbij de boodschap dat men ten allen tijde de revalidatiearts kan raadplegen, aan de ouders gemeld wordt. Hiervoor wordt het therapeutisch contract aangepast en zal dit ook in de mondelinge contacten met de ouders (intake, evolutiegesprekken) duidelijk gecommuniceerd worden. Overzicht interne en externe vorming Is terug te vinden in apart hoofdstuk van dit jaarverslag. Beoordeling door de directie Dit jaar is een overgangsjaar omdat van kwaliteitcoördinator werd gewisseld en dat dit enige inwerktijd in beslag neemt. Het zal echter moeilijk worden om iemand blijvend voor deze opdracht vrij te stellen. Dit moet immers gebeuren door een therapeut en therapie is en blijft hun eerste opdracht. Ook door het feit dat de nieuwe werkingen, peuter en autisme, zoveel van de mensen vergen, zorgt ervoor dat ons kwaliteitshandboek in de verdrukking komt. Uitgebreide bijscholing over kwaliteitszorg overtuigde mij van het nut van een degelijk kwaliteitshandboek; alleen is het jammer dat tijd en middelen ontbreken om dit echt waar te maken. 26

27 Herkomst revalidanten andere provincie 0 niet-aangrenzende gemeente 10 aangrenzende gemeente 56 Zelfde gemeente Schoolniveau revalidanten niet schoolgaand gew oon secundair onderw ijs gew oon kleuteronderw ijs Leeftijd revalidanten 13 tot tot 12 7 tot 9 4 tot 6 0 tot

28 Stoornis revalidanten randbegaafdheid 43 taal- en spraakstoornis hersenverlamming 1 2 mentale handicap 15 hyperkinetisch syndroom 5 schoolse vaardigheden Verwijzers andere 4 School 49 CLB 10 arts 1 eigen initiatief

29 2007 wordt een logisch vervolg in die zin dat we ons vooral focussen op een kwalitatief goed uitgebouwde kleuterwerking en een kwalitatief hoogstaande diagnostiek en revalidatie van kinderen met autisme of autismespectrumstoornissen. Ook de meeste investeringen zullen in die optiek gebeuren. Een aantal ontwikkelingen boven onze hoofden heen worden met argusogen gevolgd: hoe zal onze reconversie zich verder ontwikkelen? Hoe gaat men binnen onderwijs het leerzorgkader verder ontwikkelen en wat gaan voor ons de gevolgen zijn? Wij hopen in eerste instantie op duidelijkheid in verband met onze reconversie: als dit duidelijk is, kunnen wij onze werking aanpassen daar waar nodig. Het is echter zo dat het tijdperk dat vrij eenvoudige leerproblemen werden behandeld, reeds een hele poos achter ons liggen en meer complexe problematieken ons werkdomein uitmaken. Wat betreft onderwijs hopen wij dat de zorgvraag en het zorgtraject centraal staan en dat revalidatie onder bepaalde voorwaarden ook tijdens de lesuren moet mogelijk zijn. Voor het ogenblik zijn er nog maar weinig indicatoren in welke richting ons werk gaat evolueren. Dit zorgt voor enige onrust binnen het personeelskorps. Wij hopen dat deze onzekerheden binnenkort tot het verleden behoren en we ons volledig kunnen richten op onze echte doelstelling, namelijk diagnostiek en revalidatie bij kinderen met complexe stoornissen. Yvan Winne 29