Aanwerving en bevordering

Transcriptie

1 Aanwerving en bevordering AFDELINGSHOOFDEN CLUSTER TECHNIEK voltijds/deeltijds contractueel/statutair A1a-A2a-A3a Info

2 Wat houdt de job in Als afdelingshoofd binnen de cluster techniek formuleert u samen met de clustermanager een duidelijke visie op de werking van de afdeling. U reorganiseert de verschillende diensten van de afdeling binnen de kantlijnen van de visie. U bent aanspreekpunt voor alle interne klanten. U coördineert de werkzaamheden tussen de verschillende diensten binnen de afdeling. U controleert de informatiedoorstroming en u bewaakt de lange- en korte termijnplanning binnen de afdeling. Wie zoeken wij Op 8 september 2017 voldoet u aan alle voorwaarden gesteld in het rechtspositiebesluit (inclusief de taalwetgeving): U bent onderdaan van een EU-lidstaat, van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) of van Zwitserland U bent van onberispelijk gedrag U geniet de burgerlijke en politieke rechten U bent lichamelijk geschikt voor de functie (geneeskundig onderzoek -op moment van aanstellingdoor de medische dienst verbonden aan het stadsbestuur) U bent in het bezit van een master- of gelijkwaardig diploma of u slaagt voor de capaciteitstest op master niveau U slaagt voor de selectieproeven Wat bieden wij aantrekkelijk salaris, maaltijdcheques, fietsvergoeding, terugbetaling abonnement openbaar vervoer en hospitalisatieverzekering aangepaste vorming en een functionele loopbaan boeiende job in een aangename werksfeer en in eigen regio interessante verlofregeling minimum maandloon: met 0 jaar anciënniteit: 3.046,98 EUR bruto met 12 jaar anciënniteit: 3.981,30 EUR bruto Er wordt een wervingsreserve aangelegd met een geldigheidsduur van 3 jaar en met een bindende rangschikking van de geslaagde kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores. Er is geen voorrangsregeling van kracht: de eerst gerangschikte kandidaat wordt aangesteld. Algemene bepalingen: U wordt aangesteld in statutair dienstverband (met proeftijd van 12 maanden). De proeftijd wordt verlengd als het totale aantal afwezigheden meer is dan 25 werkdagen (met uitzondering van het jaarlijks vakantieverlof, feestdagen, omstandigheidsverlof en deelname aan vormingsactiviteiten). De proeftijd bedraagt maximaal 2 jaar. Voor de proeftijd afgelopen is, vindt een eindevaluatie plaats. Het statutaire personeelslid op proef wordt vast aangesteld in statutair verband op voorwaarde dat het personeelslid: voldoet aan de algemene voorwaarden die voor de functie van toepassing zijn de proeftijd heeft afgesloten met een gunstig resultaat voor de evaluatie U wordt aangesteld in contractueel dienstverband. U krijgt een contract voor 12 maanden. Bij gunstige evaluatie wordt u een contract van onbepaalde duur aangeboden. 1

3 Interesse? Inschrijven kan via het digitale sollicitatieformulier op U kan hier ook een recent curriculum Vitae en een kopie van uw diploma uploaden. Wanneer u voor het eerst solliciteert via het webplatform, moet u eerst een kandidatenprofiel aanmaken. Uw kandidatuur moet ten laatste op vrijdag 8 september 2017 geregistreerd worden bij Jobpunt. Voor meer inlichtingen kan u steeds terecht bij Search en Selection: M gent@searchselection.be De stad Sint-Niklaas vindt uw kwaliteiten belangrijker dan uw leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. 2

4 Functiebeschrijving Afdelingshoofd gebouwen 1. ORGANISATIEGEGEVENS FUNCTIEFAMILIE: leidinggevend CLUSTER: techniek AFDELING: gebouwen WEDDENSCHAAL: A1a-A2a- A3a 2. PLAATS IN DE ORGANISATIE DIRECTE LEIDINGGEVENDE (1e evaluator): Clustermanager techniek HOGERE LEIDINGGEVENDE (2e evaluator): Stadssecretaris 3. TAKEN 3.1 Leiding geven aan de medewerkers van de afdeling gebouwen 1. Functionerings- en evaluatiegesprekken voeren met de diensthoofden van de afdeling. 2. Aansturen en motiveren van de diensthoofden van de afdeling om hen te stimuleren tot optimale prestaties, betrokkenheid en verdere ontwikkeling 3. Diensthoofden en medewerkers begeleiden en coachen 3.2 Plannen, organiseren en coördineren van de werkzaamheden binnen de afdeling 1. Formuleren, in overleg met de clustermanager, van een duidelijke visie op de werking van de eigen afdeling en opmaken van lange- en korte termijnplannen met de directe medewerkers van de afdeling 2. Fungeert als aanspreekpunt voor de afdeling voor alle interne klanten (dit geldt voor alle aanvragen met uitzondering van schade meldingen en herstellingen). Verdeelt de opdrachten in functie van deskundigheid en bewaakt hierbij de visie van de afdeling. 3. Coördineren van de werkzaamheden tussen verschillende diensten binnen de afdeling. 4. Controle op de informatiedoorstroming binnen de afdeling. 5. Personeelsbehoeften en besteding van het budget van de afdeling opvolgen in overleg met de clustermanager 6. Extra aandacht besteden en opvolging geven aan grote/moeilijke/belangrijke dossiers binnen de afdeling. 3.3 Bewaken van de kwaliteit 1. Waken over de efficiënte en effectieve vertaling van het strategische beleid in operationele doelstellingen voor het gebouwenpatrimonium. 2. Beschrijven, opvolgen, evalueren en eventueel bijsturen van de afsprakennota s en procedures teneinde de kwaliteit ervan te verbeteren 3. Evalueren van de tevredenheid bij de interne en externe klanten en bouwen aan een klantgerichte dienstverlening binnen de afdeling 4. Zorgen voor de beschrijving en optimalisatie van procedures en/of processen 5. Voorstellen doen ter verbetering van de werking van de afdeling 6. De correcte toepassing van reglementen, procedures en normen bewaken 7. Afstemmen van de eigen processen op de andere processen binnen de organisatie 3

5 3.4 Diversen De aanstellende overheid kan andere taken opleggen afhankelijk van de vereisten van de diensten om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. De medewerker draagt zo bij tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen. Hij of zij levert op deze manier een bijdrage aan een optimale dienstverlening aan interne en externe klanten en aan een vlotte en efficiënte werking van de dienst. 4. FUNCTIEVEREISTEN 4.1 KENNIS 1. Kennis over algemene managementtechnieken 2. Algemene kennis over de werking van stad en ocmw 3. PC-toepassingen (MS-office, vakgerelateerde software, ) 4. Regelgeving volgens vakgebied (stedenbouw, milieuwetgeving, veiligheid,..) 5. Vakkennis (bouwkunde, HVAC, facility management) 4.2 KERNCOMPETENTIES 1. SAMENWERKINGSGERICHT ZIJN (niveau 3) Een actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van eigen belang is. 2. ACTIEGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich telkens opnieuw aangesproken voelen om met een open geest en uit eigen beweging zaken aan te pakken. 3. KLANTGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich open en luisterbereid opstellen ten aanzien van interne en externe klanten en inspelen op hun gevoeligheden, behoeften en wensen. 4.3 FUNCTIEFAMILIECOMPETENTIES 1. OVERTUIGEN (niveau 3) Instemming verkrijgen van anderen via goede argumenten, gepaste beïnvloedingsmethodes en autoriteit. 2. RESULTAATGERICHT HANDELEN (niveau 2) Gericht zijn op het concretiseren van doelen en het realiseren van resultaten conform het tijdspad en de afspraken. 3. COACHEN EN ONTWIKKELEN (niveau 2) Medewerkers begeleiden tot optimale prestaties, groei in hun functie en de verruiming van hun loopbaankansen. 4.4 FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES 1. VISIE HEBBEN (niveau 3) Zaken van op een afstand bekijken en ze in hun ruimere context- en tijdsperspectief plaatsen. 2. VERANDERINGSGERICHTHEID TONEN (niveau 3) Zich openstellen voor (organisatie-) verandering en het zich effectief aanpassen aan nieuwe werkwijzen en denkkaders. 3. ORGANISATIEBEWUST ZIJN (niveau 2) Handelen met oog voor de invloeden en gevolgen van eigen beslissingen of acties op andere onderdelen van de organisatie. 4. PLANNEN EN ORGANISEREN (niveau 3) Structuur aanbrengen in tijd en ruimte en prioriteiten stellen bij het aanpakken van problemen. 4

6 Functiebeschrijving Afdelingshoofd openbaar domein 1. ORGANISATIEGEGEVENS FUNCTIETITEL: afdelingshoofd openbaar domein FUNCTIEFAMILIE: leidinggevend CLUSTER: techniek AFDELING: openbaar domein WEDDENSCHAAL: A1a-A2a- A3a 2. PLAATS IN DE ORGANISATIE DIRECTE LEIDINGGEVENDE (1e evaluator): Clustermanager HOGERE LEIDINGGEVENDE (2e evaluator): Stadssecretaris 3. TAKEN 3.1 Leiding geven aan de medewerkers van de afdeling 1. Functionerings- en evaluatiegesprekken voeren met de diensthoofden van de afdeling 2. Aansturen en motiveren van medewerkers om hen te stimuleren tot optimale prestaties, betrokkenheid en verdere ontwikkeling 3. Diensthoofden en medewerkers begeleiden en coachen 3.2 Plannen, organiseren en coördineren van de werkzaamheden binnen de afdeling 1. Een duidelijke visie formuleren op de werking van de eigen afdeling, in overleg met de clustermanager, en lange- en korte termijnplannen opmaken met de directe medewerkers van de afdeling 2. Als aanspreekpunt fungeren voor de afdeling voor alle interne klanten (dit geldt voor alle aanvragen met uitzondering van schade meldingen en herstellingen). De opdrachten verdelen in functie van deskundigheid en hierbij de visie van de afdeling bewaken. 3. Coördineren van de werkzaamheden tussen de verschillende diensten binnen de afdeling. 4. Toezien op de informatiedoorstroming binnen de afdeling. 5. Personeelsbehoeften en besteding van het budget van de afdeling opvolgen in overleg met de clustermanager. 6. Extra aandacht besteden en opvolging geven aan grote/moeilijke/belangrijke dossiers binnen de afdeling. 3.3 Bewaken van de kwaliteit 1. Waken over de efficiënte en effectieve vertaling van het strategische beleid in operationele doelstellingen 2. Beschrijven, opvolgen, evalueren en eventueel bijsturen van de afsprakennota s en procedures teneinde de kwaliteit ervan te verbeteren 3. Evalueren van de tevredenheid bij de interne en externe klanten en bouwen aan een klantgerichte dienstverlening binnen de afdeling 4. Zorgen voor de beschrijving van processen en voor de optimalisatie ervan 5. Voorstellen doen ter verbetering van de werking van de afdeling 6. De correcte toepassing van reglementen, procedures en normen bewaken 7. Afstemmen van de eigen processen op de andere processen binnen de organisatie 5

7 3.4 Diversen De aanstellende overheid kan andere taken opleggen afhankelijk van de vereisten van de diensten om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. De medewerker draagt zo bij tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen. Hij of zij levert op deze manier een bijdrage aan een optimale dienstverlening aan interne en externe klanten en aan een vlotte en efficiënte werking van de dienst. 4. FUNCTIEVEREISTEN 4.1 KENNIS 1. Kennis over algemene managementtechnieken 2. Algemene kennis over de werking van stad en ocmw 3. PC- toepassingen (MS-office, vakgerelateerde software) 4. Regelgeving volgens vakgebied (stedenbouw, milieuwetgeving, veiligheid) 5. Vakkennis (wegenbouw, riolering, groenbeheer) 4.2 KERNCOMPETENTIES 1. SAMENWERKINGSGERICHT ZIJN (niveau 3) Een actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van eigen belang is. 2. ACTIEGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich telkens opnieuw aangesproken voelen om met een open geest en uit eigen beweging zaken aan te pakken. 3. KLANTGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich open en luisterbereid opstellen ten aanzien van interne en externe klanten en inspelen op hun gevoeligheden, behoeften en wensen. 4.3 FUNCTIEFAMILIECOMPETENTIES 1. OVERTUIGEN (niveau 3) Instemming verkrijgen van anderen via goede argumenten, gepaste beïnvloedingsmethodes en autoriteit. 2. RESULTAATGERICHT HANDELEN (niveau 2) Gericht zijn op het concretiseren van doelen en het realiseren van resultaten conform het tijdspad en de afspraken. 3. COACHEN EN ONTWIKKELEN (niveau 2) Medewerkers begeleiden tot optimale prestaties, groei in hun functie en de verruiming van hun loopbaankansen. 4.4 FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES 1. VISIE HEBBEN (niveau 3) Zaken van op een afstand bekijken en ze in hun ruimere context- en tijdsperspectief plaatsen. 2. VERANDERINGSGERICHTHEID TONEN (niveau 3) Zich openstellen voor (organisatie-) verandering en het zich effectief aanpassen aan nieuwe werkwijzen en denkkaders. 3. ORGANISATIEBEWUST ZIJN (niveau 2) Handelen met oog voor de invloeden en gevolgen van eigen beslissingen of acties op andere onderdelen van de organisatie. 4. PLANNEN EN ORGANISEREN (niveau 3) Structuur aanbrengen in tijd en ruimte en prioriteiten stellen bij het aanpakken van problemen. 6

8 Functiebeschrijving Afdelingshoofd ondersteuning techniek 1. ORGANISATIEGEGEVENS FUNCTIETITEL: afdelingshoofd ondersteuning techniek FUNCTIEFAMILIE: leidinggevend CLUSTER: techniek AFDELING: ondersteuning techniek WEDDENSCHAAL: A1a-A2a- A3a 2. PLAATS IN DE ORGANISATIE DIRECTE LEIDINGGEVENDE (1e evaluator): clustermanager HOGERE LEIDINGGEVENDE (2e evaluator): stadssecretaris 3. TAKEN 3.1 Leiding geven aan de medewerkers van de afdeling 1. Functionerings- en evaluatiegesprekken voeren met de diensthoofden van de afdeling 2. Aansturen en motiveren van medewerkers om hen te stimuleren tot optimale prestaties, betrokkenheid en verdere ontwikkeling 3. Diensthoofden en medewerkers begeleiden en coachen 3.2 Plannen, organiseren en coördineren van de werkzaamheden binnen de afdeling 1. Een duidelijke visie formuleren op de werking van de eigen afdeling in overleg met de clustermanager en lange- en korte termijnplannen opmaken met de directe medewerkers van de afdeling. 2. Als aanspreekpunt fungeren voor de afdeling voor alle interne klanten. 3. Opdrachten verdelen in functie van deskundigheid en hierbij de visie van de afdeling bewaken. 4. Waken over een goede samenwerking/afspraken met de andere diensten binnen de cluster en andere clusters. 5. Coördineren van de werkzaamheden tussen de verschillende diensten binnen de afdeling. 6. Toezien op een goede informatiedoorstroming binnen de afdeling. 7. Personeelsbehoeften en besteding van het budget binnen de afdeling opvolgen in overleg met de clustermanager. 8. Extra aandacht besteden en opvolging geven aan grote/moeilijke/belangrijke dossiers binnen de afdeling. 3.3 Bewaken van de kwaliteit 1. Waken over de efficiënte en effectieve vertaling van het strategische beleid in operationele doelstellingen 2. Beschrijven, opvolgen, evalueren en eventueel bijsturen van de afsprakennota s en procedures teneinde de kwaliteit ervan te verbeteren 3. Evalueren van de tevredenheid bij de interne en externe klanten en bouwen aan een klantgerichte dienstverlening binnen en buiten de afdeling 4. Zorgen voor de beschrijving van processen en voor de optimalisatie ervan 5. Voorstellen doen ter verbetering van de werking van de afdeling 6. De correcte toepassing van wetgeving, reglementen, procedures en normen bewaken 7. Afstemmen van de eigen processen op de andere processen binnen de organisatie 7

9 3.4 Diversen De aanstellende overheid kan andere taken opleggen afhankelijk van de vereisten van de diensten om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. De medewerker draagt zo bij tot de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen. Hij of zij levert op deze manier een bijdrage aan een optimale dienstverlening aan interne en externe klanten en aan een vlotte en efficiënte werking van de dienst. 4. FUNCTIEVEREISTEN 4.1 KENNIS 1. Kennis over algemene managementtechnieken 2. Algemene kennis over de werking van stad en ocmw 3. PC-toepassingen (MS-office, vakgerelateerde software) 4. Regelgeving volgens vakgebied (wetgeving overheidsopdrachten, welzijn op het werk, regelgeving voor garages en carrosseriebedrijven) 5. Vakkennis (wetgeving overheidsopdrachten, facility management, voorraadbeheer, vlootbeheer) 4.2 KERNCOMPETENTIES 1. SAMENWERKINGSGERICHT ZIJN (niveau 3) Een actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van eigen belang is. 2. ACTIEGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich telkens opnieuw aangesproken voelen om met een open geest en uit eigen beweging zaken aan te pakken. 3. KLANTGERICHT ZIJN (niveau 2) Zich open en luisterbereid opstellen ten aanzien van interne en externe klanten en inspelen op hun gevoeligheden, behoeften en wensen. 4.3 FUNCTIEFAMILIECOMPETENTIES 1. OVERTUIGEN (niveau 3) Instemming verkrijgen van anderen via goede argumenten, gepaste beïnvloedingsmethodes en autoriteit. 2. RESULTAATGERICHT HANDELEN (niveau 2) Gericht zijn op het concretiseren van doelen en het realiseren van resultaten conform het tijdspad en de afspraken. 3. COACHEN EN ONTWIKKELEN (niveau 2) Medewerkers begeleiden tot optimale prestaties, groei in hun functie en de verruiming van hun loopbaankansen. 4.4 FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES 1. VISIE HEBBEN (niveau 3) Zaken van op een afstand bekijken en ze in hun ruimere context- en tijdsperspectief plaatsen. 2. VERANDERINGSGERICHTHEID TONEN (niveau 3) Zich openstellen voor (organisatie-) verandering en het zich effectief aanpassen aan nieuwe werkwijzen en denkkaders. 3. ORGANISATIEBEWUST ZIJN (niveau 2) Handelen met oog voor de invloeden en gevolgen van eigen beslissingen of acties op andere onderdelen van de organisatie. 4. PLANNEN EN ORGANISEREN (niveau 3) Structuur aanbrengen in tijd en ruimte en prioriteiten stellen bij het aanpakken van problemen. 8