Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74
|
|
- Karel Goossens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 M. Palmaris longus Vorm en functie S. Bos R. Bosch Inleiding In dit artikel wordt ingegaan op de anatomie, vorm en functie van de m. palmaris longus (m.p.l.) en op de anatomische veranderingen van een aantal structuren in de handpalm bij aan- en afwezigheid van deze spier. Aan de hand van een literatuur- en eigen prepareer-onderzoek is nagegaan welke rol de m.p.l. speelt bij het functioneren van de hand. De volgende aspecten zullen hierbij aan de orde komen: 1. Specifieke anatomie van: a) de m. palmaris longus b) de aponeurosis palmaris c) de m. palmaris brevis d) de in de handpalm gelegen huid. 2. Functionele anatomie van de m.p.l. 3. Anatomische aspecten bij afwezigheid van de m.p.l. 4. Konklusies. Specifieke anatomie Ad. a: de m. palmaris longus. Specifiek is dat de pees van de m.p.l. in de fascia antebrachii verloopt en niet zoals alle andere polsflexoren er onder door (3). Landsmeer (2) laat in zijn boek een m.p.l. zien met twee peesjes, ieder omgeven door een afzonderlijke peesschede. Helaas gaat deze auteur er in de tekst niet verder op in. De aan- of afwezigheid van de m.p.l. is afhankelijk van een dominant erfelijke eigenschap (4). Wanneer een van beide ouders geen m.p.l. heeft, dan bestaat de mogelijkheid dat hun kind twee "zwakke" m.p.l. heeft of zelfs dat deze in één of beide handen geheel afwezig is. De term "zwakke" is, zoals Mens (4) deze gebruikt, wat ongelukkig gekozen, omdat zwak "niet sterk" betekent en dat wordt allerminst bewezen. Ad. b: de aponeurosis palmaris De aponeurosis palmaris is een twee-dimensionaal wit peesblad, bestaande uit longitudinale en transversale vezels, gelegen aan de palmaire zijde van de hand. Daarnaast zijn er verticale vezels vanuit de subcoriale laag die geen wezenlijk onderdeel van de aponeurosis vormen. Concentraties van verticale vezels liggen veelal een paar millimeter aan elke kant van de palmaire huidplooien. Vanuit het proximale deel van de aponeurosis divergeren de longitudinale vezels sterk naar distaal en vormen vier strengen die ieder naar één van de ulnaire vingers lopen. Hieraan dankt de aponeurosis zijn karakteristieke driehoekige vorm. Naast deze vier strengen is er een vijfde geordende longitudinale vezelbundel naar de thenar. De transversale vezels zijn in het proximale deel van de handpalm compleet bedekt door de longitudinale vezels en liggen tussen deze laatste en het retinaculum flexorum in. In het proximale deel van de handpalm vormen de transversale vezels een deel van de origo van de m. palmaris brevis en distaal van het sterke lig. metacarpeum transversum superficiale. Een negental septa verankeren d.m.v. hun verbinding met de fascia van de handpalm de aponeurosis aan het handskelet. De septa verlopen dorsaal en evenwijdig aan de vier longitudinale strengen en de buitenste twee randen van de aponeurosis. Ad. c: m. palmaris brevis (m.p.b.). De m.p.b. heeft geen benige aanhechtingspunten. De origo wordt gevormd door de ulnaire rand van de aponeurosis, het palmaire oppervlak van het retinaculum flexorum, ofwel het lig. transversum carpale, de huid en waarschijnlijk ook de fascia van de m. abductor digiti minimi. De insertie wordt gevormd door de dermis aan de ulnaire zijde van de handpalm, versterkt door de subcoriale laag met vezels van het retinaculum flexorum en vezels vanuit de diepe laag van de aponeurosis. Gezien deze
3 origo en insertie wordt als functie van deze spier genoemd het samentrekken van de huid aan de ulnaire zijde van de hand. De m.p.b. is te verdelen in twee lagen: 1. een diepe laag ofwel het tendineuze plateau. 2. een oppervlakkige laag ofwel een huidspierlaag. Wachsmuth (5) en andere auteurs beschrijven dat de m.p.b. qua uiterlijk sterk kan variëren. Het uiterlijk van de m.p.b. is vaak afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn en/of de vorm van de m. palmaris longus. De spierbuik van de m.p.b. blijkt in een aantal gevallen forser te zijn bij afwezigheid van de m. palmaris longus, dan wanneer deze laatste wel aanwezig is. Ad d: de huid. Een belangrijk gegeven is dat er zich in de handpalm, i.v.m. de grijpfunctie van de hand, geen tela subcutanea bevindt en dat de dermis dus direct verbonden is met de aponeurosis palmaris. Door het ontbreken van deze tela subcutanea wordt de grijpfunctie verbeterd. De huidlijnen spelen hierbij een belangrijke rol. De belangrijkste huidlijnen zijn de zogenaamde "buigingslijnen". Deze lijnen corresponderen met plooien in de dermis die samenhangen met bewegingen in de gewrichten. Uit eigen prepareeronderzoek is gebleken dat er zich aan weerszijden van de huid een zeer grote concentratie van verticale vezels bevindt. Deze verticale vezels zorgen voor een extra stevige verankering met de aponeurosis palmaris, waardoor verschuiven van de huid onmogelijk wordt gemaakt. Door deze verankering kan het weefsel tussen de verschillende buigingslijnen niet verplaatsen en welft tijdens het grijpen voor een zo maximaal mogelijke kontakt-vergroting en grip. Onderzoek naar de functionele anatomie van de m. palmaris longus Doelstelling van dit onderzoek was het nabootsen van de werking van de m.p.l. op de aponeurosis en een aantal andere structuren in de handpalm, zoals beschreven in de anatomie. Bij een aantal handen werd ter hoogte van het distale gedeelte van de onderarm de pees van de m.p.l. vrij geprepareerd en via een pincet getracht de trekkracht van de m.p.l. na te bootsen. Bij een aantal handen met en zonder een m.p.l. werd de huid van de handpalm los geprepareerd, in een aantal gevallen zelfs tot aan de epicondylus medialis humeri. De bevindingen werden gefotografeerd en beschreven (1). Het eerste wat opviel was het enorme verschil in peesdikte, zowel een links-rechts verschil bij één en dezelfde persoon, als tussen verschillende personen. Tijdens trek aan de m.p.l. pees was een duidelijke plooivorming te zien van de huid in de handpalm, eerst kwam de huid op spanning alvorens een beweging werd geconstateerd. Naast oppositie van de thenar en hypothenar, bestond deze beweging uit flexie van de mcp's, toenemend van radiaal naar ulnair. Zonder convergentie van de vezels van de aponeurosis in proximale richting (waardoor de karakteristieke driehoekige vorm ontstaat) kan deze longitudinale plooi- en komvorming van de huid niet plaatsvinden (figuur 1). Het al of niet aanwezig zijn van een m.p.l. heeft geen invloed op de convergentie van de longitudinale vezels op zich. De convergentie heeft dus niet tot doel om de vezels langzaam over te laten gaan in de m.p.l. Deze longitudinale plooi- en komvorming dragen in belangrijke mate bij tot het verkrijgen van een goede "grip" op voorwerpen tijdens de grijpfunctie. Wanneer nu aangenomen wordt dat de m.p.l. dus een stabiliserende spier is die voornamelijk gebruikt wordt bij het grijpen, dan zou het niet ondenkbaar zijn dat in een evolutionaire overgang van voornamelijk grijpfunctie (apen die door bomen slingeren) naar een meer coördinatieve functie van de hand deze spier langzaam aan het verdwijnen is. Figuur 1a. Geen longitudinale plooivorming. Figuur 1b. Longitudinale plooivorming.
4 Bij trek aan de m.p.l.pees bij een hand waar de huid volair is weg geprepareerd, wordt vooral proxiaal een "streng"- vorming van de aponeurosis geconstateerd (figuur 2 en 3). Deze "strengvorming" kan proximaal worden tegengegaan door de transversale vezels die hun verbindingen hebben met de m.p.l. en de fascia van de thenar musculatuur. In het distale gedeelte is het vooral het lig. metacarpale transversale dat als krachtige fixateur dient voor het uiteenhouden van de longitudinale vezels van de aponeurosis. Er is dus sprake van een evenwichtssituatie tussen de krachten die op de aponeurosis inwerken. Zoals we eerder beschreven wordt tijdens contractie van de m. palmaris brevis de huid van de hypothenar gespannen. Onderzoek in de snijzaal heeft echter aangetoond dat de m.p.b. een grotere rol speelt dan het alleen op spanning brengen van de hypothenar huid. Gezien de sterke verbinding van de m.p.b. met de longitudinale en transversale vezels van de aponeurosis, kan het niet anders dan dat deze spier een grote rol speelt bij zowel longitudinale als transversale trek op de aponeurosis. Figuur 2. Model van de m.p.l.pees en aponeurosis in ontspannen toestand. Uit functie-onderzoek blijkt de m. palmaris longus tijdens contractie de aponeurosis, vooral proximaal, tot een smalle "streng" te vervormen. De m. palmaris brevis met zijn spiervezelverloop in het verlengde van de transversale vezels van de aponeurosis en zijn proximale ligging zou deze "strengvorming" tegen kunnen gaan (figuur 2, 4 en 5). Door zijn verbindingen met de subcoriale laag komt de huid dan tevens op spanning. Naast het tegengaan van deze "strengvorming" is de m. palmaris brevis via zijn longitudinale verbindingen in staat de aponeurosis ook in longitudinale richting op spanning te brengen. In gevallen van afwezigheid van de m. palmaris longus kan hierdoor de m. palmaris brevis met een aantal andere spieren de spanning op de aponeurosis handhaven. Dit verklaart ook het eerder beschreven gevonden andere uiterlijk van deze spier bij afwezigheid van de m.p.l. Figuur 3. Model van de proximale strengvorming bij trek aan de m.p.l.pees.
5 Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 2 (pp ) Figuur 4a. Met m. palmaris brevis en trek geeft een evenwichtssituatie. Figuur 4b. Zonder m. palmaris brevis, maar met trek geeft streng -vorming. Figuur 5. Model van het tegengaan van de strengvorming door de m. palmaris brevis. Een zeer opvallend feit dat aan het licht is gekomen, is dat er soms wel een m. palmaris longus peesaanhechting is, maar geen spierbuik. De pees gaat gewoon langzaam over in de fascia antebrachii. Verder bleek dat de dikte van de pees in verhouding staat tot de dikte van de spierbuik (indien deze aanwezig is). Er bestaan ook duidelijke intra-individuele verschillen. Zo komt het voor dat er links alleen een dun peesje te zien is en rechts naast een dunne pees nog een kleine spierbuik. Anatomische aspecten bij afwezigheid van de m. palmaris longus Bij afwezigheid van de m.p.l. ontstaat er een hechtere verbinding tussen de huid en de aponeurosis, wat blijkt uit het prepareeronderzoek. Duidelijk naar voren komt het feit dat de functie van de m.p.l. o-
6 vergenomen wordt door andere structuren. Die andere structuren kunnen zijn, de m. flexor digitorum superficiale IV die nu dikker is en oppervlakkiger verloopt dan normaal, de m. flexor carpi ulnaris die nu extra diagonale verbindingen vertoont met de aponeurosis en het retinaculum flexorum en de m. flexor carpi radialis die nu veel oppervlakkiger verloopt. Tevens ontstaat er een extra afsplitsing van deze laatste spier ter hoogte van de pols die over de carpale tunnel been loopt en een verbinding vormt met de longitudinale vezels van de aponeurosis (figuur 6). Bij ontbreken van de m.p.l. zal individueel naar een methode gezocht worden ter behoud van de spanning op de longitudinale vezels van de aponeurosis. Het eerder genoemde evenwicht zal echter nooit optimaal zijn omdat de trekrichting, bij welke van de genoemde kompensatiemogelijkheden dan ook, is veranderd. Verstoring van dit evenwicht waarbij verminderde spanning op de longitudinale vezels met een gelijkblijvende (actieve) spanning op de transversale vezels optreedt, zou kunnen leiden tot het in longitudinale richting splijten van de longitudinale vezels. De hierdoor ontstane scheurtjes in de aponeurosis zijn kenmerkend voor de contractuur van M. Dupuytren (figuur 7). Figuur 6. Afsplitsing van de m. flexor carpi radialis die een verbinding vormt met de longitudinale vezels van de aponeurosis. Figuur 7a. Geeft de normale situatie weer: krachten gelijk. Figuur 7b. Overheersende transversale trek doet de longitudinale vezel "splijten".
7 Wanneer de m.p.l. gebruikt wordt voor transplantatiedoeleinden, wordt dus inbreuk gemaakt op de spanning van de longitudinale vezels van de aponeurosis, met alle gevolgen van dien. Konklusies De m. palmaris longus speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de evenwichtssituatie van trekkrachten op de aponeurosis palmaris tijdens het grijpen. Bij afwezigheid van de m. palmaris longus is gebleken dat een aantal structuren de trek op de longitudinale vezels van de aponeurosis palmaris overnemen. Zonder deze compensatie zouden als gevolg van de overheersende transversale trek, uitgeoefend door onder andere de m. palmaris brevis, de longitudinale vezels kunnen splijten. De m. palmaris longus kan dus nooit ongestraft worden gebruikt voor transplantatiedoeleinden. Een verklaring voor de enorme verschillen in vorm van de m. palmaris longus zou een evolutionair proces kunnen zijn. LITERATUUR 1. Bos, S. en Bosch, R. M. palmaris longus: "Vorm en Functie" Scriptie Haagse Hoge School, studierichting fysiotherapie Den Haag, Landsmeer, J.M.F. Atlas of anatomy of the hand. Churchill Livingstone, Edinburgh, 1976 (1st ed.) 3. Lohman,A.H.M. Vorm en beweging. Bohn, Scheltema en Holkema, Utrecht/Antwerpen, Mens, J. (docent NAOG) Het voorkomen van de m. palmaris longus. Bron onbekend. 5. Wachsmuth, W. e.a. Praktische anatomy Berlin, 1955.
DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE
DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die
Nadere informatie** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.
Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor
Nadere informatieDe ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand
De ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand De ziekte van Dupuytren is een progressieve bindweefselaandoening die de palmaire fascie van de hand aantast. Hierdoor kunnen flexiecontracturen in de
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieHandchirurgische technieken
Handchirurgische technieken bij patiënten met spastische CP Johan Vehof Plastisch chirurg, European board certified handchirurg Vrijdag 6 oktober 2017 Inventarisatie Stap 1: Inventarisatie Stap 2: Doel
Nadere informatieTricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts
Tricky pricks Infiltratietechnieken voor de huisarts Lenie Jacobs 7 april 2013 Vooraf Anamnese Klinisch onderzoek ev. Beeldvorming Diagnose Steeds conservatief denken: Natuurlijk verloop causale therapie
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatieAuteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieSpierstelsel onderbeen en voet
Spierstelsel onderbeen en voet Jan van Ede - Semester 2 Cursusjaar 2013 - studentnummer 931951 Spierstelsel onderbeen en voet 1 december 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Onderbeenmusculatuur (exentrieke
Nadere informatieTabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit
Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatie2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg
Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en
Nadere informatieoorspronkelijke stukken F.F.A.IJpma, R.C.van de Graaf, J-P.A.Nicolai en M.F.Meek
oorspronkelijke stukken De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp door Rembrandt (1632) en de bevindingen bij de dissectie van de onderarm van een kadaver: anatomische discrepanties* F.F.A.IJpma, R.C.van
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)
Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze
Nadere informatieIs het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016
Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieInfiltratietechnieken Hand - Pols
Infiltratietechnieken Hand - Pols Bert Vanmierlo MD, Jean F. Goubau MD, PhD, Bart Berghs MD, Francis Bonte MD Department of Orthopedics and Traumatology Hand and Upper limb unit Orthoclinic - AZ Sint-Jan
Nadere informatieElleboog, onderarm en hand
pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van
Nadere informatieEen fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum
Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit Serge Tixa Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184
Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieTitel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom.
Titel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom. Studenten: Kevin Kaerts en Goedele Paulissen Promotor:
Nadere informatiePerifere zenuwletsels van hand en arm
18 D O S S I E R H A N D / P O L S Overzicht symptomen en testen Perifere zenuwletsels van hand en arm Doel van dit artikel is inzicht te geven in de gevolgen van de perifere zenuwletsels van de hand en
Nadere informatieAnatomie van de heup. j 1.1
j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal
Nadere informatiefrontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak
j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal
Nadere informatieInleiding. Anatomie. Humerus
Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als
Nadere informatieFunctieonderzoek van middenhand en vingers
ji Functieonderzoek van middenhand en vingers Het functieonderzoek van middenhand en vingers wordt meestal voorafgegaan door het functieonderzoek van de pols.* Het functieonderzoek van middenhand en vingers
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )
Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,
Nadere informatieWORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS
WORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS 6-8 juni: Marius Kemler, Sandra Jongen en Diederik Vooijs 27-29 juni: Lidewij Hoorntje en Lars van der Ham Vraag
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieToetsstation. Injectie carpale tunnel
Toetsstation Injectie carpale tunnel Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) N93 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op correcte wijze een injectie te geven ter behandeling van een carpale
Nadere informatiehttps://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas
Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatie1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea
Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke
Nadere informatieInjectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018
Injectietechnieken bovenste ledematen Philippe Van Elsen 30/03/2018 Programma 1/ Inleiding 2/ Injectietechniek: algemeen 3/ Schouder 4/ Elleboog 5/ Pols en hand 1/Inleiding Dos Winkel, fysiotherapeut;
Nadere informatieHaags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp )
Auteur(s): K. Vente Titel: De keuze van de pulsduur bij langdurig toegepaste elektrostimulatie. Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 47-53 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen
Nadere informatieOefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht
1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht Oefenvragen les 7 2) Hoe is een ware rib (costavera) met de wervelkolom verbonden?
Nadere informatieAuteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatiewww.fisiokinesiterapia.biz
Epicondylitis lateralis Ontsteking van de buitenkant van de elleboog Ook bekend als tenniselleboog/tennisarm In de literatuur: RSI of CANS www.fisiokinesiterapia.biz 1 Articulatio cubiti Elleboog Art.cubiti
Nadere informatieTheorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008
Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk
Nadere informatieTabel 1. Gemiddelde periode vanaf het vaststellen van de diagnose tot de operatie met RegJoint in klinische onderzoeken
RegJoint Gebruiksinstructies RegJoint wordt geïndiceerd bij artroplastiek in kleine gewrichten in de handen en voeten. Het betreft hierbij de volgende specifieke gewrichten: metatarsofalangeale I-V, (MTP
Nadere informatieSpiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde
Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables
Nadere informatieContractuur van Dupuytren
Contractuur van Dupuytren gahandenpolscentrum.nl Contractuur van Dupuytren Wat is een contractuur van Dupuytren? De contractuur van Dupuytren is een abnormale verdikking van de fascia palmaris (het bindweefsel
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
injecteren bij hand- en polsklachten 1. Toelichting Dit onderwijsmateriaal voor toetsgroepen is gebaseerd op de NHG-Standaard M91 Hand- en polsklachten van januari 2010. De anatomie van de hand en de pols
Nadere informatieAuteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99
Auteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieOnderzoek en behandeling van middenhand en vingers
ORTHOPEDISCHE CASUÏSTIEK REDACTIE: Dos Winkel MET BIJDRAGEN VAN: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Bohn Sta eu van Loghum Orthopedische casuïstiek
Nadere informatieOrthopedische casuïstiek
Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 Ó 2010 Bohn
Nadere informatieERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding
De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis
Nadere informatieBewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit
Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
Nadere informatieWERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM
WERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM Doel van de werkafspraak: Afstemming over diagnostiek en therapie door de huisarts, verwijzing van 1 e naar 2 e lijn, vervolg in de 2 e lijn. Uitgangspunt bij deze
Nadere informatieCARPALE INSTABILITEIT
CARPALE INSTABILITEIT Maaike van der Hoeven Gerald Kraan Een professionele tennisspeler van 26 jaar met pijnklachten en krachtsverlies aan de rechter pols na val werd met brace en pijnstilling behandeld
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol n.ulnaris compressie thv. de elleboog v.02-09/2013 Problemen als gevolg van compressie van de nervus Ulnaris worden grofweg verdeeld over twee locaties:
Nadere informatieAuteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 302-312 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieNascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015
Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol Carpale tunnelsyndroom CTS v.2-09/2013 Het carpale tunnelsyndroom (CTS) bestaat uit symptomen die voorkomen bij compressie van de nervus medianus ter
Nadere informatieAuteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22
Auteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieTapen. 3) Tapen in de herstelfase Dit is de belangrijkste toepassing van tapen. Na een blessure of operatie het gekwetste deel intapen.
Tapen Tapen (theorie) Basis-idee : het ondersteunen van een zwakke plaats van het lichaam, door bepaalde bewegingen te remmen die spanning zouden kunnen uitoefenen op het verzwakte gebied, maar zonder
Nadere informatieDe spieren (structuur)
Skelet achter 1. Cranium 2. Processus mastoideus 3. Maxilla 4. Mandibularium 5. Arcus Vertebrae C5 6. Processus Transversalis C5 7. Costa 1 8. Costa 2 9. Clavicula 10. Acromion 11. Caput humerus 12. Sulcus
Nadere informatieOPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15
OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees
Nadere informatieLEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN
18-12-2012 LEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN Handletselboek voor dummies en mensen die van plaatjes houden S. de Klerk 10 Inhoudsopgave Hoofdstukken: algemeen Hoofdstuk 1..anatomie 3 Hoofdstuk 2 anamnese
Nadere informatieAuteur(s): B. Klink Titel: De menselijke staart Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 211-219
Auteur(s): B. Klink Titel: De menselijke staart Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 211-219 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieInhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46
Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van
Nadere informatieOpleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)
Opleidingsprogramma Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Bent u als fysiotherapeut op zoek naar innovatie in uw praktijk? Creëer toegevoegde waarde voor uw patiënt met Percutaneous Needle Electrolysis
Nadere informatieHAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie
HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op
Nadere informatieSpiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)
Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en
Nadere informatieDe hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz
De hand en pols Sport en peesletsels 02.06.2018 Gertjan Schmitz Inhoud Voetbal Volleybal/korfbal/basketbal Wielrennen en mountainbiken Tennis en badminton Golf Skiën Boxen 2 Voetbal Letsels ontstaan door
Nadere informatieBouw van een skeletspier
Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral
Nadere informatieFunctional Equine Taping
Functional Equine Taping Basis taping In copyright of Massage Hippique 2016 Pagina 1 Inleiding Het basis van het tapen is in de jaren 70 ontwikkeld in Azië. Principes uit de chiropractie en fysiotherapie
Nadere informatieAuteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )
Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatieSpieren van het bovenste membrum
Spieren van het bovenste membrum Verbinding tussen romp en lidmaat Trapezius - schedel - processus spinosi C1 T11 - bovenste vezels: lateraal 1 /3 clavicula - middelste vezels: acromion - extensie hoofd
Nadere informatieOrigineel: N. Jafari, D.W.J. Dippel, M. Scheltens- de Boer. September 2012 Update: C. Walgaard, J. Drenthen. Januari 2015
Verdenking ulnaropathie 1. Hoge verdenking obv anamnese en lichamelijk onderzoek? 6. Ernstig klinisch beeld? 7. Houdingsadviezen 3 maanden toepassen 2. EMG Klachten herstellend? 3. Geen EMG afw, lokalisatie
Nadere informatieAuteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieHandtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Handtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: functionele- en spalktherapie Operatief: zie
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. Deze uitgave is
Nadere informatieDe invloed van (bindweefsel en) littekenweefsel op de mechanische werking van skeletspieren. Huub Maas. Boodschap
De invloed van (bindweefsel en) littekenweefsel op de mechanische werking van skeletspieren Huub Maas Boodschap Littekenweefsel gevormd na beschadiging van spier of peesweefsel verandert de mechanische
Nadere informatieAuteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 228-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2006 Tweede druk, oktober 2006 Eerste druk, oktober 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging
Nadere informatie7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b
Heupgewrichtsspieren 1 7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. 0 M. gluteus medius buitenvlak van het darmbeen tussen linea glutea anterior en linea glutea posterior, labium externum
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire
Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol Flexorpeesletsel van de hand en pols v.2-09/2013 Peesletsels van de hand en pols zijn veel voorkomende letsels die een grondige kennis vereisen van
Nadere informatieNEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE
NEAc NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE Zenuwechografie Voor het meten van zenuwen is een goede anatomische kennis vereist. In deze handleiding wordt beschreven waar de zenuw het beste
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieRegistratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT
WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van
Nadere informatieDe basis van de ondervoet bij het paard! Inleiding:!
Dierenarts van Leeuwen www.vanleeuwenvoorpaarden.nl De basis van de ondervoet bij het paard Inleiding: Omdat de vraag naar uitleg mij meermaals wordt voorgeschoteld, heb ik een zeer korte maar hopelijk
Nadere informatieRevalidatie na buigpeesoperatie. Plastische chirurgie
Revalidatie na buigpeesoperatie Plastische chirurgie Inhoudsopgave Wat zijn buigpezen?4 Buigpeesletsel 6 Genezingsproces van de pees 7 Revalidatie 8 Eerste periode... 9 Tweede periode... 9 Derde periode...10
Nadere informatieTheorie-examen Anatomie 13 januari 2006.
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten
Nadere informatieDutch summary (Nederlandse samenvatting)
Dutch summary (Nederlandse samenvatting) 127 Mechanische relevantie van verbindingen tussen skeletspieren Om je door de wereld te kunnen verplaatsen moeten de botten in je lichaam in beweging gebracht
Nadere informatieISPO NEDERLAND 23 september 2006. Algemene inleiding. Michael Brouwers, revalidatiearts. De Hoogstraat Utrecht.
ISPO NEDERLAND 23 september 2006. Algemene inleiding. Michael Brouwers, revalidatiearts. De Hoogstraat Utrecht. Opzet. Inleiding. Epidemiologie. Fasen van behandeling. Weegfactoren behandeling. Algemene
Nadere informatieMijn ideaal is om gezondheidszorg weer gezondheidszorg te laten zijn, zonder dat de discussie steeds om eer, geld of macht draait.
Inleiding Dit document is tot stand gekomen, met het idee een levend digitaal handletselboek te maken voor de SEH in Nederland, ook naar aanleiding van de melding van de zorgverzekeraars dat handletsel
Nadere informatieMIDCARPALE INSTABILITEIT
MIDCARPALE INSTABILITEIT carpus = pols MIDCARPALE INSTABILITEIT Wat is het? De pols (carpus) is een zeer ingewikkeld gewricht dat bestaat uit acht polsbotjes, 26 gewrichtsbanden (ligamenten) en 23 pezen.
Nadere informatieAuteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatie