Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008"

Transcriptie

1 Theorie - herexamen Anatomie 23 mei Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk vlak wordt anteflexie van de arm in het articulatio humeri uitgevoerd? A. In een sagittaal vlak. B. In een transversaal vlak. C. In een frontaal vlak. 3. Wat wordt bedoeld met de apofyse van een pijpbeen? A. Het middenstuk van bijvoorbeeld het femur. B. Het gewrichtsvlak van bijvoorbeeld de tibia. C. Een opgroeisel op bijvoorbeeld de humerus. 4. Welke eigenschap heeft dwarsgestreept spierweefsel? A. Het contraheert relatief langzaam. B. Het is onvermoeibaar. C. Het werkt uitsluitend door wilsprikkels. 5. Wat kan gesteld worden van de mm. intercostali externi? A. Het zijn expiratiespieren. B. Het zijn antagonistische spieren. C. Het zijn inspiratiespieren. 6. Welke van de volgende stellingen is juist? I. Menisci vind je in het kniegewricht. II. Het articulatio humeri is een nootgewricht. 7. Waarmee vormen de (proximaal gelegen) handwortelbeentjes, onder andere, een gewricht? A. Met de radius. B. Met de humerus. C. Met de digiti.

2 8. Welke spieren, of pezen daarvan, zijn in de knieholte te onderscheiden? A. Lateraal de m. biceps femoris en m. semitendinosus en mediaal de m. semimembranosus. B. Lateraal de m. biceps femoris en mediaal de m. semimembranosus en m. semitendinosus. C. Lateraal de m. semimembranosus en de m. semitendinosus en mediaal de m. biceps femoris. 9. In welk deel van de wervelkolom vinden we een kyfose? A. In pars lumbalis. B. In pars thoracalis. C. In pars cervicalis. 10. Welke van de volgende spieren ligt het minst oppervlakkig? A. De m. latissimus dorsi. B. De m. trapezius. C. De m. subscapularis. 11. Wat voor soort verbinding is een gomfosis? A. Een synchondrose. B. Een syndesmose. C. Een synostose. 12. Iemand fietst tegen een helling op. Welke spier werkt, onder andere, in het been dat de pedaal omlaag duwt? A. De m. tibialis anterior. B. De m. gluteus maximus. C. De m. iliopsoas. 13. Wat kan NIET gesteld worden van de zwevende ribben? A. Ze hebben een verbinding met de columna vertebralis. B. Ze hebben een verbinding met het sternum. C. Er hechten spieren aan vast. 14. Wat voor soort gewricht is het articulatio cubiti? A. Een scharniergewricht. B. Een kogelgewricht. C. Een samengesteld gewricht. 15. Welke van de onderstaande spieren zal bij een houthakker goed ontwikkeld zijn? A. De m. gluteus maximus. B. De m. subscapularis. C. De m. latissimus dorsi.

3 16. Welke van de volgende beweringen is ONJUIST? A. De adductoren ontspringen vanaf het bekken. B. Alle adductoren zijn mono-articulair. C. De m. gracilis is een adductor. 17. Welke van de volgende stellingen is juist? I. Rode spiervezels (type I) zijn vooral voorzien van veel mitochondriën. II. Witte spiervezels (type II) zijn bij uitstek geschikt voor snelle, explosieve contracties. 18. Waar bevindt zich de flexorengroep van de onderarm? A. Aan plantaire zijde van de onderarm. B. Aan de ventrale zijde van de onderarm. C. Aan de dorsale zijde van de onderarm. 19. Welke spieren zitten er, onder andere, aan de scapula vast? A. De m. biceps brachii caput brevis de m. triceps brachii caput mediale de m. subscapularis. B. De m. biceps brachii caput brevis de m. triceps brachii caput longum de m. teres major. C. De m. biceps brachii caput longum de m. triceps brachii caput laterale de m. teres minor. 20. Welke van de volgende spieren behoort NIET tot de Rotator Cuff? A. De m. teres minor. B. De m. teres major. C. De m. subscapularis. 21. Welke van de volgende stellingen is juist? I. De fibula ligt lateraal in het onderbeen. II. De epicondylus lateralis is een onderdeel van de ulna. 22. Welke spier heeft zijn insertie aan de condylus tibialis medialis? A. De m. sartorius. B. De m. biceps femoris. C. De m. tensor fasciae latae.

4 23. Als we letten op het vezelverloop in de spierbuik, wat is de m. pectoralis major dan voor een spier? A. Een waaiervormige spier. B. Een meerkoppige spier C. Een gevederde spier. 24. Uit welke spieren bestaat de ischiocruraalgroep? A. De m. biceps femoris en de m. tensor fascia latae. B. De m. gastrocnemius en de m. soleus. C. De m. semimembranosus, de m. semitendinosus en de m. biceps femoris. 25. Welke spier heeft zijn insertie aan de ulna? A. De m. triceps brachii. B. De m. coracobrachialis C. De m. biceps brachii. 26. Waar vind je de vezels van Sharpey? A. In de spierbuik. B. Bij de overgang van de spier naar de pees. C. Bij de aanhechting van pezen aan botten. 27. Waarvan is de processus mastoideus een onderdeel? A. Van de carpus. B. Van het cranium. C. Van de atlas. 28. Welk bot behoort, qua vorm, in de volgende rij NIET thuis? 1. tibia 2. humerus 3. os coxae. A. Tibia. B. Humerus. C. Os coxae. 29. Door welke oppervlakkige spier wordt de m. rhomboideus voor een groot deel bedekt? A. De m. latissimus dorsi. B. De m. teres major. C. De m. trapezius. 30. Waar is de origo gelegen van de 3 koppen van de m. triceps brachii? A. Op de radius. B. Op de ulna. C. Op de scapula en op de humerus.

5 31. Met welk bot zijn de menisci verbonden? A. Met de patella. B. Met de tibia. C. Met de fibula. 32. Waartoe behoort de m. gracilis? A. Tot de tractus iliotibialis. B. Tot de ischiocruraalgroep. C. Tot de adductorengroep. 33. Wat is het gevolg van een concentrische contractie van de m. rectus abdominis? A. De lumbale lordose neemt af. B. De lumbale lordose neemt toe. C. De scoliose neemt af. 34. Wat is een functie van de m. gluteus maximus? A. Adductie in het heupgewricht. B. Retroflexie in het heupgewricht. C. Anteflexie in het heupgewricht. 35. Hoe noemt men een zijwaartse kromming van de wervelkolom in het frontale vlak? A. Een lordose. B. Een kyfose. C. Een scoliose. 36. Welke van de volgende beweringen is JUIST? A. De m. levator scapulae trekt het schouderblad naar beneden. B. De m. supraspinatus heeft als voornaamste functie abductie in het schoudergewricht. C. De m. deltoideus is een krachtige adductor. 37. Welke spier heeft, onder andere, als functie flexie van de knie? A. De m. sartorius. B. De m. rectus femoris. C. De m. tibialis anterior. 38. Hoe noemt men de buitenste laag van het gewrichtskapsel? A. De membrana synovialis. B. De membrana fibrosa. C. De membrana articularis.

6 39. Welke van de volgende spieren is éénkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 40. Van welke spier is de tuber ischiadicum de origo? A. Van de m. biceps femoris, caput longum. B. Van de m. tensor fascia latae. C. Van de m. quadratus lumborum. 41. Een sportmasseur brengt het gestrekte been, van een op zijn rug liggende sporter, omhoog (in anteflexie). Hoe wordt deze beweging geremd? A. Door passieve insufficiëntie. B. Door actieve insufficiëntie. C. Door een ligamenteuze remming. 42. Wat is een insertie van de m. trapezius? A. De clavicula. B. Het sternum. C. De humerus. 43. Iemand hangt met gestrekte ellebogen in de ringen en trekt zich langzaam omhoog totdat de ellebogen 90 graden zijn gebogen. Welke spieren zijn, onder andere, actief tijdens het langzaam omhoog trekken? A. De m. biceps brachii excentrisch. B. De m. biceps brachii concentrisch. C. De m. triceps brachii concentrisch. 44. Welke van de volgende stellingen is juist? I. De m. trapezius heeft geen functie op de cervicale wervelkolom. II. De m. rhomboideus heeft geen functie op het schoudergewricht. 45. Welke functies behoren bij de m. pectoralis major? A. Abductie en retroflexie in het schoudergewricht. B. Adductie en endorotatie in het schoudergewricht. C. Adductie en exorotatie in het schoudergewricht.

7 46. Wat is het gevolg van een concentrische contractie van de m. brachialis? A. Anteflexie in het articulatio humeri. B. Supinatie van de onderarm. C. Flexie in het articulatio cubiti. 47. Waarvan is de malleolus medialis een onderdeel? A. Van de fibula. B. Van de talus. C. Van de tibia. 48. Wat gebeurt er, onder andere, met de voet tijdens een inversiebeweging in het enkelgewricht? A. De laterale voetrand komt omhoog. B. De mediale voetrand komt omhoog. C. De voet gaat in dorsaalflexie. 49. Welke van de volgende spieren geven flexie van de knie? A. De m. sartorius en de m. rectus femoris. B. De m. biceps femoris caput brevis en de m. gracilis. C. De m. semitendinosus en de m. iliopsoas. 50. Wat gebeurt er tijdens verticaal neerkomen op de tenen, na een sprong? A. Er treedt een excentrische contractie van de plantairflexoren van de voet op. B. Er treedt een concentrische contractie van de plantairflexoren van de voet op. C. Er treedt een concentrische contractie van de knieflexoren op.

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede. Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn

Nadere informatie

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd? Examen anatomie januari 2009 1. Wat kan gesteld worden van slow twitch spiervezels? A. Ze hebben een groot agonistisch vermogen. B. Ze hebben een groot anaeroob vermogen. C. Ze hebben een groot aeroob

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier: 1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46 Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van

Nadere informatie

Anatomie van de Spieren

Anatomie van de Spieren Schoudergordel en hals Schoudergordel M. Coracobrachialis M. Deltoideus M. Infraspinatus M. Latissimus dorsi M. Levator scapulae M. Pectoralis major Bron:afbeeldingen en omschrijving: SWSportmassage.nl

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

Spierenbovensteextremiteit

Spierenbovensteextremiteit Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,

Nadere informatie

MASSAGETHERAPEUT

MASSAGETHERAPEUT MASSAGETHERAPEUT WWW.I-LEARNING.BE BESPREKING VAN DE SKELETSPIEREN Tijdens de bespreking van de skeletspieren zal voor de spiernaam telkens de term musculus (spier) worden geplaatst. Vanaf nu vervangen

Nadere informatie

Belangrijkste spiergroepen

Belangrijkste spiergroepen Welkom 2. Anatomie 2.6.7. Belangrijkste spiergroepen Als coach: belangrijk om belangrijkste spieren van het lichaam te kennen + ligging en functie van de spieren Ligging: beschreven a.d.h.v. oorsprong

Nadere informatie

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

1. BEKKENGORDEL EN HEUP Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT Het bekken is een beenderige ring bestaande uit vier verschillende botten die onderling verbonden zijn met stevige ligamenten: Sacrum

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)massage Pagina 1 van 7 spieren studie hulp

Henny Leentvaar (Sport)massage Pagina 1 van 7 spieren studie hulp Erector Trunci rug Crista Iliaca, sacrum Processie Spinosi en transversi, anguli costae, os occipitale Rugstrekken (extensie), zijwaarts buigen (lareroflexie), deflexie Quadratus Lumborum Sternocleidomastoid

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke

Nadere informatie

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.

Nadere informatie

Spierenbovensteextremiteit

Spierenbovensteextremiteit Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,

Nadere informatie

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde

Nadere informatie

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN Wietske Wind Thom van der Sloot WIE ZIJN WIJ WIETSKE WIND DOCENTE CIOS HEERENVEEN OPLEIDER SPORTMASSAGE/VERZORGING 1997 SPORTMASSEUR SINDS 1995 THOM vd SLOOT Ex DOCENT

Nadere informatie

Bouw van een skeletspier

Bouw van een skeletspier Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral

Nadere informatie

MASSAGETHERAPEUT

MASSAGETHERAPEUT MASSAGETHERAPEUT WWW.I-LEARNING.BE INHOUD INLEIDING P.8 INLEIDING TOT DE ANATOMIE P.9 Cytologie p.9 Anatomie van de cel p.9 Het celmembraan p.10 Het cellichaam p.10 Celvocht (cytoplasma) p.10 DNA Structuur

Nadere informatie

Les Spierenondersteextremiteit. O: proximaal I : distaal

Les Spierenondersteextremiteit. O: proximaal I : distaal Les 10+11 Spierenondersteextremiteit O: proximaal I : distaal Oefenvragen les 10. Einde les 11 eindtoets anatomie in de les maken 1) Als een pees in het lichaam over een harde structuur schuift zal de

Nadere informatie

5 In welk deel van de wervelkolom treffen we de meeste wervels aan? A het cervicale deel B het lumbale deel C het sacrale deel D het thoracale deel

5 In welk deel van de wervelkolom treffen we de meeste wervels aan? A het cervicale deel B het lumbale deel C het sacrale deel D het thoracale deel 1 Uit welk soort kraakbeen bestaat een discus intervertebralis? A elastisch kraakbeen B glasachtig kraakbeen C hyalien kraakbeen D vezelig kraakbeen 2 Waar vindt diktegroei van een botstuk plaats? A vanuit

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met

Nadere informatie

De spieren (structuur)

De spieren (structuur) Skelet achter 1. Cranium 2. Processus mastoideus 3. Maxilla 4. Mandibularium 5. Arcus Vertebrae C5 6. Processus Transversalis C5 7. Costa 1 8. Costa 2 9. Clavicula 10. Acromion 11. Caput humerus 12. Sulcus

Nadere informatie

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Reader Bowflex Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Voorwoord. We zijn afgelopen schooljaar bezig geweest met het opstellen van readers voor het gebruik van de pully en bowflex apparaat. Hierin hebben wij

Nadere informatie

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,

Nadere informatie

Opdracht krachttraining 1

Opdracht krachttraining 1 Opdracht krachttraining 1 Doel: hypertrofie (spiergroei) Spier/ spiergroep: Musculus biceps brachii Moduul krachttraining 1 Opdracht krachttraining 2 Doel: explosiviteit Spier/ spiergroep: musculus quadriceps

Nadere informatie

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent Krachttraining Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij Naam Klas Docent Inhoudsopgave Inleiding... 3 Musculus biceps brachii... 4 Informatie... 4 Oefening... 4 Musculus pectoralis

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Reader Pully. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Reader Pully. Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Reader Pully Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Voorwoord. We zijn afgelopen schooljaar bezig geweest met het opstellen van readers voor het gebruik van de pully en bowflex apparaat. Hierin hebben wij verschillende

Nadere informatie

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van

Nadere informatie

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht Oefenvragen les 7 2) Hoe is een ware rib (costavera) met de wervelkolom verbonden?

Nadere informatie

Samenvatting Fysieke Ergonomie

Samenvatting Fysieke Ergonomie Samenvatting Fysieke Ergonomie Gezocht, geschreven, gekopieerd, geplakt, gemaakt, etc. door Jurriën Dijkstra. Met dank aan Benne Draijer en Liesbeth Stam voor het controleren van de gegevens. Samenvatting

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART Opdracht 1 A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris C = caput femoris D = trochanter major E = collum femoris F = M. obturatorius internus

Nadere informatie

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet

Nadere informatie

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b Heupgewrichtsspieren 1 7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. 0 M. gluteus medius buitenvlak van het darmbeen tussen linea glutea anterior en linea glutea posterior, labium externum

Nadere informatie

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness

BODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness BODY & POWER Handboek Anatomie voor Fitness Body & Power Handboek Anatomie voor Fitness www.bodyenpower.nl Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. FUNCTIONELE ANATOMIE 4 DE ANATOMISCHE HOUDING: 4 DE ASSEN IN DE ANATOMISCHE

Nadere informatie

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm) Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en

Nadere informatie

De schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot

De schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot Trainer B-opleiding zwemmen De schakel tot Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot * Natuurlijke bewegingspatronen * Verbeteren van de fysieke capaciteiten * Fysieke voorbereiding Maximaal Rendement

Nadere informatie

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie 1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis Vragen les 1 fysiologie 2) Aan de spina iliaca anterior superior (sias) hechten vast:

Nadere informatie

Sportmassage Theorie: samenvatting

Sportmassage Theorie: samenvatting Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand (de stand die gebruikt wordt voor de inspectie van personen): Rechtop,

Nadere informatie

Inhoud. Krachttraining. Algemeen... 5

Inhoud. Krachttraining. Algemeen... 5 Inhoud 1 2 3 4 Algemeen... 5 1.1 Niveau... 5 1.2 Oefenmodaliteiten... 5 Bovenlichaam... 6 2.1 Push up (pompen)... 6 2.2 Push up, smalle stand... 7 2.3 Voorbereidende push up... 8 2.4 Hindu push up... 9

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables

Nadere informatie

SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907. Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907. Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907 Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 plaatsbepalende uitdrukkingen anatomische stand ( de stand die gebruikt wordt voor

Nadere informatie

Massage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk

Massage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk Massage Het gespierde lichaam Geschreven door Wil Boonstra Het menselijke lichaam wordt bijeengehouden door huid aan de buitenkant en aan de binnenkant door vezels en banden die we spieren en pezen noemen.

Nadere informatie

Anatomie en karate-bewegen

Anatomie en karate-bewegen Assistent Lerarenopleiding Karate-do Bond Nederland najaar 2014 Anatomie en karate-bewegen de onderste extremiteit Joost Franken en Peter Damen Anatomie en karate-bewegen Veilig en verantwoord lesgeven

Nadere informatie

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6 Oefenvragen 1 De diafyse van een pijpbeen; a) Is het middenstuk van een pijpbeen b) Is onderdeel van de gewrichten c) Bevind zich aan de uiteinden van een pijpbeen d) Bevind zich vlak onder het periost

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit

Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als

Nadere informatie

Spierstelsel onderbeen en voet

Spierstelsel onderbeen en voet Spierstelsel onderbeen en voet Jan van Ede - Semester 2 Cursusjaar 2013 - studentnummer 931951 Spierstelsel onderbeen en voet 1 december 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Onderbeenmusculatuur (exentrieke

Nadere informatie

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Opleidingsprogramma Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Bent u als fysiotherapeut op zoek naar innovatie in uw praktijk? Creëer toegevoegde waarde voor uw patiënt met Percutaneous Needle Electrolysis

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van

Nadere informatie

ANAMNESE FORMULIER algemeen

ANAMNESE FORMULIER algemeen NAAM GEBOORTEDATUM GEHUWD KINDEREN BEROEP zwaar / fysiek werk? ANAMNESE FORMULIER algemeen SPORT / HOBBY'S OPERATIES / OPNAMES KLACHTEN IN VERLEDEN WEERKEREND? BENT U GEZOND, GEBRUIKT U MEDICIJNEN? eetlust

Nadere informatie

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit Serge Tixa Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE

Nadere informatie

Uit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok

Uit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok Herhaling vorige les Nomenclatuur: bewegingsbepalende uitdrukkingen Reina Welling WM/SM-theorieles 2 Histologie: botweefsel, dekweefsel Myologie: m. tibialis anterior, extensorengroep en de peroneusgroep

Nadere informatie

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren

Nadere informatie

abductor Toestelinstellingen

abductor Toestelinstellingen toestelinstellingen Baseer je voor de instelling van de krachttoestellen op de informatie in de volgende hoofdstukken. Alleen op die manier worden letsels vermeden en wordt een effectieve training gewaarborgd.

Nadere informatie

De plaatsbepalende uitdrukkingen (mediaal, lateraal etc.) worden altijd gebruikt ten opzichte van een ander lichaamsdeel.

De plaatsbepalende uitdrukkingen (mediaal, lateraal etc.) worden altijd gebruikt ten opzichte van een ander lichaamsdeel. Deel 1 Anatomie H1 Algemeen Anatomie (=ontleedkunde): kennis van de bouw van het menselijk lichaam. Bij inspectie van het lichaam van de cliënt wordt uitgegaan van de anatomische stand: voeten een stukje

Nadere informatie

KSE. KSE Krachttraining. Klas. Naam. Docent:

KSE. KSE Krachttraining. Klas. Naam. Docent: KSE KSE Krachttraining Klas Naam Docent: Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Opdracht Krachttraining... 3 Voorwoord... 4 Spieren... 5 Driekoppige elleboogstrekker (musculus triceps brachii)... 5 Vierkoppige

Nadere informatie

Anatomische terminologie

Anatomische terminologie 1 Skelet Anatomische terminologie links / rechts proximaal / distaal lateraal / mediaan / mediaal centraal / perifeer ventraal / dorsaal intern / extern craniaal / caudaal magnus (major / maximus) / parvus

Nadere informatie

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 2.3. ENKEL EN VOET 2.3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus medialis en lateralis Lengtegewelf

Nadere informatie

Leerdoelen 2 workshops

Leerdoelen 2 workshops Leerdoelen 2 workshops Opbouw van het lichaam kennen Globale kennis botten, spieren, zenuwen en centraal zenuwstelsel Leren kijken naar je leerlingen Begrijpen waarom er een beperking optreed in een asana

Nadere informatie

Musculus deltoideus... 50 Musculus teres minor... 53 Musculus teres major... 55 Locatie... 56 Functies... 56 Musculus subscapularis... 57 Trivia...

Musculus deltoideus... 50 Musculus teres minor... 53 Musculus teres major... 55 Locatie... 56 Functies... 56 Musculus subscapularis... 57 Trivia... Schouder Anatomie Schouder Anatomie... 1 Schouder... 4 Anatomie... 4 Gewricht... 4 Gewrichtskapsel... 5 Spieren... 7 Functionele Anatomie... 11 Articulatio glenohumeralis... 11 Schouderblad... 12 Sleutelbeen...

Nadere informatie

Gebruikershandleidingen

Gebruikershandleidingen Gebruikershandleidingen Kinderfitnessapparatuur Hoist KL-serie Februari 2009 Door: Martha Schild, Marlijn van Hartingsveld, Sandra Klous. Instructies voor de instructeurs 2410 seated leg press M. quadriceps

Nadere informatie

Krachttraining voor de romp. Literatuur. De auteur

Krachttraining voor de romp. Literatuur. De auteur Krachttraining voor de romp Naast de training van benen, schouders en armen moet er ook veel aandacht worden besteed aan het trainen van de romp. Zowel de rugstrekkers, die enorm worden belast (met name

Nadere informatie

Rol van de scapula in normale schouderfunctie

Rol van de scapula in normale schouderfunctie Scapula disfuncties Rol van de scapula in normale schouderfunctie Stabiele basis bieden voor het glenohumerale gewricht Voldoende pro-en retractie geven bij ADL bewegingen Voldoende elevatie van acromion

Nadere informatie

Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem)

Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem) Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem) Meetbatterij t.b.v. hemi, totale of reversed prothese, VERPLICHT GEDEELTE: 1) PIJN / TEVREDENHEID: VAS-SCORE O Preoperatief

Nadere informatie

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD)

Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro. Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) Spieractivatiepatronen tijdens fitness oefeningen op de Carving Pro Maastricht University: Pieter Oomen (MSc) Hans Savelberg (PhD) December, 2010 Inleiding De Carving Pro is een fitnessapparaat waarmee

Nadere informatie

A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been)

A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been) A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been) A B C D E pagina 1 Invuloefening vul bij de letters de juiste teksten in controleer op pagina 1. A. B.

Nadere informatie

18 10 2008 Bijscholing BorgInsole 1

18 10 2008 Bijscholing BorgInsole 1 Intoeing - Outtoeing Intoeing Outtoeing Problemen ter hoogte van Voet Enkel Tibia Knie Femur Heup Intoeing - Outtoeing Oorzaak Structureel Osteair Intoeing - Outtoeing Therapie Chirurgie In- of outtoeing

Nadere informatie

Sportmassage Theorie: samenvatting

Sportmassage Theorie: samenvatting Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand (de stand die gebruikt wordt voor de inspectie van personen): Rechtop,

Nadere informatie

Spieren van het bovenste membrum

Spieren van het bovenste membrum Spieren van het bovenste membrum Verbinding tussen romp en lidmaat Trapezius - schedel - processus spinosi C1 T11 - bovenste vezels: lateraal 1 /3 clavicula - middelste vezels: acromion - extensie hoofd

Nadere informatie

De gevolgen van de toename van de thoracale kyphose.

De gevolgen van de toename van de thoracale kyphose. 1 De gevolgen van de toename van de thoracale kyphose. Mei 2011 Een schets van therapeutische mogelijkheden om de toename van de thoracale kyphose en de gevolgen daarvan te beperken. Copyright: C.G. de

Nadere informatie

De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)

De uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen) Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand (de stand die gebruikt wordt voor de inspectie van personen): Rechtop,

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

TRAININGSPLAN KRACHT

TRAININGSPLAN KRACHT TRAININGSPLAN KRACHT Krachttraining De conditie van een handballer wordt bepaald door kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. We hebben het hier over de eerste eigenschap, kracht. Kracht ontwikkel je

Nadere informatie

dichtbij het midden of daar dichterbij dan een ander punt Bv de grote teen ligt mediaal tov de kleine teen

dichtbij het midden of daar dichterbij dan een ander punt Bv de grote teen ligt mediaal tov de kleine teen Hoofdstuk 1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand = rechtop voeten uit elkaar en tenen en handpalmen naar voren Mediaal Lateraa l Centraal Perifeer Proximaal Distaal Ventraal Dorsaal Craniaal

Nadere informatie

Project kreupelheid bij vleesvarkens

Project kreupelheid bij vleesvarkens Dierengezondheidszorg Vlaanderen Project kreupelheid bij vleesvarkens Copyright 2018 DGZ Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar

Nadere informatie

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42 pagina 1 van 26 VUmc_CAT_BB_B15_2018-02-01_inzage Friday, January 12, 2018 16:42 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B15 [01-02-2018] INZAGE 1 of 54 [Netter, Atlas of Human Anatomy, 2nd ed.1997]

Nadere informatie

Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2. Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline

Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2. Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2 Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline Vraag 10. De kniepeesreflex is een: 1. Bisynaptische reflex 2. Monosynaptische

Nadere informatie

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst Deze itemlijst is bedoeld als hulpmiddel bij het bestuderen van de anatomie door weer te geven welke anatomische structuren gekend dienen te worden. Met behulp

Nadere informatie