** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.
|
|
- Adriaan Meijer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor dat de proefpersoon voldoende ontkleed is: bovenkleding moet worden uitgetrokken. (Pols en elleboog moeten goed zichtbaar zijn.) Het ondergoed en onderkleding kunnen aanblijven. Let op de hygiëne (desinfecteer de handen, doe sieraden en horloges af). Bewaak uw eigen veiligheid en die van de patiënt. Werk systematisch. INSPECTIE VAN DE POLS EN HAND Inspecteer aan een tafel op korte afstand Laat de patiënt zitten. Beoordeel eerst de spontane houding en daarbij de positie van de pols en hand. Vraag de patiënt vervolgens de onderarmen in ongeveer 90 0 flexie in de ellebogen op tafel te leggen, in supinatie, met de handpalmen naar boven gericht. Inspecteer achtereenvolgens de palmaire zijde, inclusief duimmuis (thenar)en pinkmuis (hypothenar), en de dorsale (hand omdraaien) van de pols en hand. Beoordeel steeds: Contourafwijkingen: vorm van botten, gewrichten (zwelling) en spieren (asymmetrie en atrofie) Huidafwijkingen: roodheid, littekens, wonden en zwellingen rondom het gewricht Standsaspecten: statiek, positie en stand van de onderarm ten opzichte van de bovenarm Bewegingsaspecten: willekeurige en onwillekeurige bewegingen PALMAIRE (VENTRALE) ZIJDE Contouren: Spieren*: let op atrofie en symmetrie van de spieren van de duimmuis (m.abductor pollicis brevis, m. adductor pollicis, m. flexor pollicis brevis, m. opponens pollicis), pinkmuis (m. abductor digiti minimi, m. opponens digiti minimi, m. flexor digiti minimi brevis, m. palmaris brevis), hand en onderarm (contouren van de flexoren). Huid: Eeltvorming Stand: Hand en middelvinger in verlengde onderarm? Beweging: let op onwillekeurige bewegingen DORSALE ZIJDE Contouren: Botten: symmetrie van processus styloïdeus radii en ulnae, MCP-gewrichten Gewrichten : zwellingen rond gewrichten (Noduli van Heberden of Bouchard, reumanoduli of zwelling van het gewricht?) Spieren*: let op atrofie en symmetrie van de spieren van de hand en onderarm (contouren van deextensoren en extensorpezen). Huid Aspect van de nagels Stand: Ulnair deviatie in MCP-gewrichten, knoopsgat- of zwanenhalsdeformiteiten? Beweging: let op onwillekeurige bewegingen Tijdens de inspectie wordt er steeds gelet op links- rechtsverschillen * De kennis van de spieren behoort tot de toetsstof voor jaar 2. Zie ook het gedeelte spiertesten en klinische palpatie in deze checklist. ACTIEF BEWEGINGSONDERZOEK Laat de patiënt de volgende bewegingen verrichten:
2 Beoordeel steeds: - pijn (vraag en let op mimiek) - bewegingsverloop: soepel en gelijkmatig? - bewegingstraject: maximaal of beperkt? - compensatoire (ontwijkende) bewegingen, optreden van bijgeluiden? Pols: Flexie** (fixeer de onderarm, de patiënt buigt de hand richting de handpalm) Extensie** (fixeer de onderarm, de patiënt strekt de hand richting de handrug) Radiaal abductie (fixeer de onderarm, de patiënt beweegt de hand richting de radius) Ulnair abductie (fixeer de onderarm, de patiënt beweegt de hand richting de ulna) Vraag de patiënt om beide onderarmen in 90 flexie i n de zij te plaatsen: Pronatie (draaien van de hand en onderarm naar binnen toe: leg de handpalm op de tafel) Supinatie (draaien van de hand en onderarm naar buiten toe: leg de handrug op de tafel) Duim: Abductie (vraag de patiënt de duim naar radiaal te bewegen) Adductie (vraag de patiënt de duim naar ulnair te bewegen) Oppositie (vraag de patiënt de duim naar het MCP 5 te bewegen) Repositie (vraag de patiënt de duim vanaf het MCP 5 af naar radiaal en abductie te bewegen) Flexie (vraag de patiënt de duim volledig te buigen in MCP en IP) Extensie (vraag de patiënt de duim volledig te strekken in MCP en IP) Vingers: Flexie (vraag de patiënt de vingers volledig te buigen, laat een vuist maken) Extensie (vraag de patiënt de vingers volledig te strekken in MCP, PIP en DIP) Abductie (vraag de patiënt de vingers te spreiden) (met de handen en onderarmen op tafel) Adductie (vraag de patiënt de vingers te sluiten) (met de handen en onderarmen op tafel) ** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd. PASSIEF BEWEGINGSONDERZOEK (op indicatie) De patiënt is ontspannen er wordt verzocht om niet mee te bewegen met de bewegingen die u maakt, maar deze ook niet tegen te werken Fixeer steeds proximaal van het te onderzoeken gewricht en voer de beweging uit door het distale deel te bewegen. Zorg er voor dat u de beweging goed kunt uitvoeren en beoordelen. Voer de volgende bewegingen uit: Beoordeel steeds: - pijn (vraag en let op mimiek) - bewegingsverloop: soepel en gelijkmatig? - bewegingstraject: maximaal of beperkt? - compensatoire (ontwijkende) bewegingen, optreden van bijgeluiden? - Actief spierverzet en eindgevoel Pols: Flexie: o Fixeer de onderarm aan de ulnaire zijde met de fixatiehand o De omvat de radiale zijde van de hand waarbij de duim wordt vrijgelaten o Beweeg de hand en pols naar palmair Extensie: o Fixeer de onderarm aan de ulnaire zijde met de fixatiehand o De omvat de radiale zijde van de hand waarbij de duim wordt vrijgelaten o Beweeg de hand en pols naar dorsaal of wel extensie Radiale abductie (of radiale deviatie): o Fixeer de onderarm aan de radiale zijde met de fixatiehand o De omvat de ulnaire zijde van de hand
3 o Beweeg de hand en pols naar radiaal (duimzijde) Ulnaire abductie (of ulnaire deviatie): o Fixeer de onderarm aan de ulnaire zijde met de fixatiehand o De omvat de radiale zijde van de hand waarbij de duim wordt vrijgelaten o Beweeg de hand en pols naar ulnair (pinkzijde) Duim (CMC-1): Abductie: o Fixeer het os metacarpale 1 tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg het os metacarpale 1 naar radiaal (duimzijde) Adductie: o Fixeer het os metacarpale 1 tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg het os metacarpale 1 naar ulnair (pinkzijde) Oppositie: o Fixeer het os metacarpale 1 tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg het os metacarpale 1 richting het MCP-5 (basis van de pink) Repositie: o Fixeer het os metacarpale 1 tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg het os metacarpale 1 richting het MCP-5 (basis van de pink) Duim en vingers (MCP, (P)IP en DIP) Fixeer de vingergewrichten één voor één aan de basis van het te onderzoeken gewricht. Flexie MCP o Fixeer het os metacarpale met de fixatiehand o Fixeer de proximale falanx tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg de proximale falanx richting flexie (handpalm) Extensie MCP o Fixeer het os metacarpale met de fixatiehand o Fixeer de proximale falanx tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg de proximale falanx richting extensie (dorsaal) Flexie IP, PIP en DIP o Fixeer de proximale falanx met de fixatiehand o Fixeer de distale falanx van het te onderzoeken gewricht tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg de distale falanx richting flexie (handpalm) Extensie IP, PIP en DIP o Fixeer de proximale falanx met de fixatiehand o Fixeer de distale falanx van het te onderzoeken gewricht tussen duim en wijsvinger van de o Beweeg de distale falanx richting extensie (dorsaal) SPIERTESTEN (op indicatie) Instrueer de patiënt duidelijk en verricht de spiertesten zonder dat er bewegingsuitslag in het te onderzoeken gewricht kan ontstaan (isometrisch testen). Beoordeel: - Pijn (vragen en op mimiek letten) De patiënt staat of zit met het gezicht naar de onderzoeker. De ellebogen zijn geflecteerd in 90 0, de onderarm is gestrekt en de pols bevindt zich in de neutraalstand (tussen pronatie en supinatie in). Onderzoek de volgende spiergroepen: Pols: Flexoren: (m. palmaris longis, m. flexor digitorum profundus en superficialis, m. flexor carpi ulnaris en m.
4 flexor carpi radialis )*** o Omvat met de fixatiehand de onderarm, proximaal van de pols o Omvat met de de hand vanaf radiaal o Vraag de patiënt de arm krachtig naar flexie te bewegen (buigen) Extensoren: (m. extensor carpi radialis longus en brevis, m. extensor carpi ulnaris)*** o Omvat met de fixatiehand de onderarm, proximaal van de pols o Omvat met de de hand vanaf radiaal o Vraag de patiënt de hand krachtig naar extensie te bewegen (strekken) Radiale abductie: (m. flexor carpi radialis en m. extensor carpi radialis longus en brevis)*** o Fixeer de onderarm met de fixatiehand o De omvat de vuist aan de radiale zijde van de hand o Vraag de patiënt de hand krachtig naar radiaal te bewegen (duimzijde) Ulnaire abductee: (m. flexor carpi ulnaris en m. extensor carpi ulnaris)*** o Fixeer de onderarm met de fixatiehand o De omvat de vuist aan de ulnaire zijde o Vraag de patiënt de hand en pols naar ulnair te bewegen (pinkzijde) Pronatoren: (m. pronator teres)*** o Fixeer met de fixatiehand de elleboog in 90 flexi e o Ondersteun de elleboog met de fixatiehand en omvat het distale deel van de radius met de o Vraag de patiënt de onderarm vanuit de neutraalstand naar pronatie (binnen) te draaien Supinatoren: (m. supinator, m.biceps brachii)*** o Fixeer met de fixatiehand de elleboog in 90 flexi e o Ondersteun de elleboog met de fixatiehand en omvat het distale deel van de radius met de o Vraag de patiënt de onderarm vanuit de neutraalstand naar supinatie (buiten) te draaien Duim Abductie: (m. abductor pollicis longus en brevis)*** o Geef weerstand ter plaatse van de radiale basis van de duim o Vraag de duim te abduceren tegen weerstand Adductie: (m. adductor pollicis)*** o Geef weerstand ter plaatse van de ulnaire zijde van de duim, o Vraag de duim te adduceren tegen weerstand Flexie: (m. flexor pollicis longus)*** o Geef weerstand ter plaatse van de duimtop aan de palmaire zijde o Vraag de duim te flecteren tegen weerstand (buigen) Extensie: (m. extensor pollicis longus en brevis)*** o Geef weerstand ter plaatse van de duimnagel o Vraag de duim te extenderen tegen weerstand (strekken) Vingers: Flexie: (m. flexor digitorum profundus, m. flexor digitorum superficialis)*** o Fixeer de basis van de vingers met de fixatiehand o Laat de patiënt de vingers strekken o Geef weerstand ter plaatse van de vingertoppen aan de palmaire zijde o Vraag de patiënt de vingers te flecteren (buigen) Extensie: (mm. lumbricales, m. extensor digitorum)*** o Laat de patiënt de MCP gewrichten 90 flecteren o Vraag de patiënt om de vingers krachtig gestrekt te houden o De onderzoeker geeft weerstand richting flexie
5 Abductie: (mm. interossei dorsales)*** o Omvat de gesloten vingers van de patiënt tussen de eigen duim en wijsvinger o Vraag de patiënt de vingers te spreiden. Adductie: (mm. interosseï palmares)*** o Laat de patiënt de vingers spreiden; plaats uw vingers tussen die van de patiënt. o Vraag de patiënt de vingers te sluiten *** De genoemde spieren worden getoetst in jaar 2. De kennis daarvan kunt u presenteren bij het onderdeel klinische palpatie. Klinische palpatie van de pols en hand Ondersteun de hand en pols van uw patiënt Palpatie anatomische structuren: Botten en gewrichten: processus styloïdeus ulnae, processus styloïdeus radii, os scaphoideum, gewrichtskapsels MCP, PIP en DIP, vingers Spieren****, pezen en aanhechtingen: duimmuis, pinkmuis, flexoren van pols en vingers, fascia palmaris, flexorpezen van de vingers, extensoren van pols en vingers, extensorpezen van de vingers Gezwollen gewrichten kunnen pijnlijk zijn bij palpatie; duw niet te hard. De vingergewrichten (PIP en DIP) kunt u het beste palperen door het vormen van twee C s met u duimen en wijsvingers, zo kunt u kleine hoeveelheden vocht in die gewrichten beter waarnemen. Palpatie overig (beoordeel): temperatuur (handrug) en vochtigheid zwellingen en kwaliteit daarvan abnormale beweeglijkheid, structuur, discontinuïteit locatie en het punctum maximum van de pijn, asdrukpijn tangentiële drukpijn (Omvat de gestrekte hand van de patiënt ter hoogte van de MCP s en druk deze zacht zijdelings samen om artritis van de MCP s op te sporen, dit komt neer op het geven van een handdruk.) spieren en pezen: spiertonus (vingers dwars op vezelverloop), spierhernia of spierruptuur door spier aan te laten spannen en vingers in lengterichting, peesverdikkingen **** Benoem enkele belangrijk spieren van de verschillende groepen bij naam. SPECIFIEKE FUNCTIETESTEN (op indicatie) Carpale tunnel syndroom Test van Phalen: Breng de pols eerst passief naar maximale palmaire flexie houdt deze positie maximaal 60 seconden vast De test is positief als binnen die 60 seconden paresthesieën ontstaan Test van Tinel: Breng de pols eerst passief naar enige dorsale flexie Manueel of met een reflexhamer tikken op de n. medianus ter hoogte van de carpale tunnel (het ligamentum carpi transversum) Bij toename van de klachten is de test positief (zoals tintelingen of doofheid van de vingers in het verzorgingsgebied van n. medianus) Fractuur os scaphoïdeum
6 Drukpijn os scaphoïdeum: Beoordeel of er sprake is van drukpijn ter plaatse van de tabatière anatomique (fig. 5) Bij het optreden van pijn kan er sprake zijn van een fractuur (dus: immobilisatie met gipsspalk!) Fig. 5. Afbeelding afkomstig van: Handletselkaart, een uitgave van de NVSHA Morbus Quervain (tendovaginitis m. abductor pollucis longus en m. ext. pollucis brevis) Test van Finkelstein Voer passieve ulnaire abductie uit waarbij de duim wordt vrijgelaten Er is geen pijn bij het processus styloïdeus radii Herhaal de test, nu fixeert de patiënt de duim in de vuist De test is positief indien er provocatie of progressie van de pijn optreedt ( door de rek op de bovengenoemde pezen) Functietest van de vingerflexoren (bv nav een glasverwonding) m. flexor digitorum profundus, FDP, zie fig. 11: Fixeer de basis van het DIP gewricht van de te onderzoeken vinger Zorg voor extensie in alle overige hand- en vingergewrichten. Vraag de patiënt de te onderzoeken vinger te flecteren in het DIP gewricht (buigen) m. flexor digitorum superficialis, FDS, zie fig. 12: Fixeer de basis van het PIP gewricht van de te onderzoeken vinger. Zorg voor extensie in alle overige hand- en vingergewrichten (uitschakelen van de m. flexor digitorum profundus). Vraag nu aan de patiënt om de te onderzoeken vinger te flecteren in het PIP gewricht (buigen) Figuur 11 en 12: Afbeelding afkomstig van de Handletselkaart, een uitgave van de NVSHA
Skillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieDE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE
DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieNascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015
Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatieTabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit
Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,
Nadere informatieElleboog, onderarm en hand
pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van
Nadere informatiePerifere zenuwletsels van hand en arm
18 D O S S I E R H A N D / P O L S Overzicht symptomen en testen Perifere zenuwletsels van hand en arm Doel van dit artikel is inzicht te geven in de gevolgen van de perifere zenuwletsels van de hand en
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
injecteren bij hand- en polsklachten 1. Toelichting Dit onderwijsmateriaal voor toetsgroepen is gebaseerd op de NHG-Standaard M91 Hand- en polsklachten van januari 2010. De anatomie van de hand en de pols
Nadere informatieTricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts
Tricky pricks Infiltratietechnieken voor de huisarts Lenie Jacobs 7 april 2013 Vooraf Anamnese Klinisch onderzoek ev. Beeldvorming Diagnose Steeds conservatief denken: Natuurlijk verloop causale therapie
Nadere informatieIs het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016
Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieKNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K
KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de
Nadere informatieRegistratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT
WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van
Nadere informatieERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding
De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieHandchirurgische technieken
Handchirurgische technieken bij patiënten met spastische CP Johan Vehof Plastisch chirurg, European board certified handchirurg Vrijdag 6 oktober 2017 Inventarisatie Stap 1: Inventarisatie Stap 2: Doel
Nadere informatieHenny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar
Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2006 Tweede druk, oktober 2006 Eerste druk, oktober 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging
Nadere informatieFunctieonderzoek van middenhand en vingers
ji Functieonderzoek van middenhand en vingers Het functieonderzoek van middenhand en vingers wordt meestal voorafgegaan door het functieonderzoek van de pols.* Het functieonderzoek van middenhand en vingers
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieHAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie
HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. Deze uitgave is
Nadere informatieLichamelijk onderzoek
Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,
Nadere informatieDe polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar
De polsfractuur Fysiotherapie Beter voor elkaar 2 Wat is een polsfractuur? Bij een polsfractuur, of wel een gebroken pols, is er een breuk van het spaakbeen of de ellepijp. Een spaakbeen breuk wordt ook
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur
Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal
Nadere informatiePOLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS
POLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS Inleiding Nadat uw gips is verwijderd, mag u van uw behandelend arts uw pols en/of vingers weer bewegen. De gewrichten van de pols en vingers kunnen nog
Nadere informatieBij bovenstaande voorbeeld moet u de oefening 6 keer achtereen uitvoeren. Dit dient u twee maal per dag te herhalen.
léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç In dit boekje staat uitleg over oefeningen voor de hand. Het betreft de volgende oefeningen: Oefeningen tegen zwelling - oefeningen 1-3 pagina 3 Polsoefeningen
Nadere informatieBijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols
Bijlage I Bijlage I Functieonderzoek van de pols Het functieonderzoek van de pols kan het gemakkelijkst worden uitgevoerd in staande houding. Een capsulair patroon wijst op artrose (bewegingsuitslag is
Nadere informatieCARPALE INSTABILITEIT
CARPALE INSTABILITEIT Maaike van der Hoeven Gerald Kraan Een professionele tennisspeler van 26 jaar met pijnklachten en krachtsverlies aan de rechter pols na val werd met brace en pijnstilling behandeld
Nadere informatieVGN immobilisatieprotocollen
VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen
Nadere informatieTitel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom.
Titel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom. Studenten: Kevin Kaerts en Goedele Paulissen Promotor:
Nadere informatieBewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit
Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
Nadere informatieDe ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand
De ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand De ziekte van Dupuytren is een progressieve bindweefselaandoening die de palmaire fascie van de hand aantast. Hierdoor kunnen flexiecontracturen in de
Nadere informatieOefeningen voor pols en hand
Patiënteninformatie Oefeningen voor pols en hand rkz.nl U heeft een aantal weken gips om uw pols en/of hand gehad. Nu het gips verwijderd is zal uw pols en/ of vingers stijf voelen. De beweeglijkheid in
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Paramedisch protocol Flexorpeesherstel zone 1-3 Kleinert v.3-05/2014 Onder flexorpeesletsel wordt in dit protocol een volledig of partiëel letsel van de Flexor Digitorum Superficialis (FDS) en/of Flexor
Nadere informatieInleiding. Anatomie. Humerus
Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als
Nadere informatieLEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN
18-12-2012 LEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN Handletselboek voor dummies en mensen die van plaatjes houden S. de Klerk 10 Inhoudsopgave Hoofdstukken: algemeen Hoofdstuk 1..anatomie 3 Hoofdstuk 2 anamnese
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Paramedisch protocol Flexorpeesherstel z. 1-3 Early passive v.3-05/2015 Onder flexorpeesletsel wordt in dit protocol een volledig of partiëel letsel van de Flexor Digitorum Superficialis (FDS) en/of Flexor
Nadere informatieInfiltratietechnieken Hand - Pols
Infiltratietechnieken Hand - Pols Bert Vanmierlo MD, Jean F. Goubau MD, PhD, Bart Berghs MD, Francis Bonte MD Department of Orthopedics and Traumatology Hand and Upper limb unit Orthoclinic - AZ Sint-Jan
Nadere informatieDe hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz
De hand en pols Sport en peesletsels 02.06.2018 Gertjan Schmitz Inhoud Voetbal Volleybal/korfbal/basketbal Wielrennen en mountainbiken Tennis en badminton Golf Skiën Boxen 2 Voetbal Letsels ontstaan door
Nadere informatiePlastische Chirurgie. Oefeninstructies na buigpeesletsel. Nabehandeling geschiedt met behulp van een zogenaamde dynamische spalk (Kleinertspalk).
Plastische Chirurgie Oefeninstructies na buigpeesletsel U bent geopereerd aan buigpeesletsel aan uw hand. Deze folder geeft u informatie over het verloop van de revalidatieperiode en de oefeningen. Om
Nadere informatie(1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate crush - severe crush
w Riichttlliijjnen Handttherapiie na periiffeer zenuwllettsell Versie 0.3 dec 2005 Verwijzing van operateur met volgende gegevens: (1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate
Nadere informatieWORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS
WORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS 6-8 juni: Marius Kemler, Sandra Jongen en Diederik Vooijs 27-29 juni: Lidewij Hoorntje en Lars van der Ham Vraag
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieléñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç
léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç léñéåáåöéå=îççê=çé=ü~åç U dient ALLEEN de aangekruiste oefeningen uit te voeren. Onder elke oefening staat aangegeven hoeveel keer u de oefening moet uitvoeren/herhalen, en hoeveel
Nadere informatieAuteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74
Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatie1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea
Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke
Nadere informatieSpiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde
Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables
Nadere informatieOefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis
Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te
Nadere informatieSpiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)
Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Paramedisch protocol Flexorpeesherstel zone 1-3 Early Active v.4-05/2016 Onder flexorpeesletsel wordt in dit protocol een volledig of partiëel letsel van de Flexor Digitorum Superficialis (FDS) en/of Flexor
Nadere informatierekken. Tel tot acht of tien en breng het hoofd weer in de uitgangspositie terug.
Rekoefeningen Hypermobiele mensen mogen de volgende oefeningen niet doen. Hypermobiliteit is (aangeboren) overmatige beweeglijkheid van banden en ligamenten rondom gewrichten. Het is nodig hypermobiele
Nadere informatieDe casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding.
Casus 12L Fase A Titel Tak op de weg. Onderwerp Radiuskopfractuur Inhoudsdeskundige Dr. P.A. van Luijt, traumatoloog Technisch verantwoordelijke E. Beekhuizen, COO ontwikkelaar Opleidingsniveau studenten
Nadere informatieWERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM
WERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM Doel van de werkafspraak: Afstemming over diagnostiek en therapie door de huisarts, verwijzing van 1 e naar 2 e lijn, vervolg in de 2 e lijn. Uitgangspunt bij deze
Nadere informatieDe Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols
De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols Ruud Deijkers 13 april 2011 Maatschap Orthopedie HagaZiekenhuis Haga Hand- en Polscentrum Pols ANATOMIE Distale radius en ulna: distale radio-ulnaire gewricht,
Nadere informatieCarpaal Tunnel Syndroom. Operatie
Carpaal Tunnel Syndroom Operatie Inhoudsopgave Inleiding 3 Carpaal tunnel syndroom (CTS) 3 De operatie 3 Risico s van de operatie 4 Na de operatie 4 Het ontslag 4 Leefregels na ontslag 5 Poliklinische
Nadere informatieHandtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Handtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: functionele- en spalktherapie Operatief: zie
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Paramedisch protocol MCP resectie artroplastiek v.2-09/2013 Dit protocol is bedoeld voor de postoperatieve nabehandeling van een MCP resectie artroplastiek met een prothese. In dit protocol wordt als voorbeeld
Nadere informatieHet doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie
Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In
Nadere informatieSpierstelsel onderbeen en voet
Spierstelsel onderbeen en voet Jan van Ede - Semester 2 Cursusjaar 2013 - studentnummer 931951 Spierstelsel onderbeen en voet 1 december 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Onderbeenmusculatuur (exentrieke
Nadere informatieAuteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99
Auteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieHemiplegische zijde: rechts/links Transfer met hulp: nee/ja Tonus ontspannen: gemakkelijk /moeilijk
MOTOR EVALUATION SCALE FOR UPPER EXTREMITY IN STROKE PATIENTS Motorische evaluatie voor het bovenste lidmaat in CVA-patiënten (MESUPES-arm en MESUPES-hand) Naam patiënt: Testdatum - uur: Naam evaluator:
Nadere informatie16-9-2014. Myologie specifiek: schouder en arm musculatuur. Fysiologie Huid Nieren en urinewegen. Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff?
Reina Welling WM/SM-theorieles 9 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer niow.nl Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff? Welke van deze spieren geeft endorotatie in het art. humeri? Welke
Nadere informatieInjectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018
Injectietechnieken bovenste ledematen Philippe Van Elsen 30/03/2018 Programma 1/ Inleiding 2/ Injectietechniek: algemeen 3/ Schouder 4/ Elleboog 5/ Pols en hand 1/Inleiding Dos Winkel, fysiotherapeut;
Nadere informatieOefeningen voor reumapatiënten
Oefeningen voor reumapatiënten afdeling fysiotherapie U bent bekend met reuma en heeft oefeningen gekregen voor uw ontstoken gewrichten. In deze folder staan deze oefeningen beschreven. Doel van de oefeningen
Nadere informatieAuteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22
Auteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieBeroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave
Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205)
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, H. Faber Titel: Poly-articulaire spieren: stabilisatie van vingers en schouder Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-205 Deze online
Nadere informatieOrthopedische casuïstiek
Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 Ó 2010 Bohn
Nadere informatieHet carpale tunnelsyndroom
Het carpale tunnelsyndroom Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en de oorzaak van het carpale tunnelsyndroom en hoe dit behandeld kan worden. Het is goed u te realiseren
Nadere informatieMobiliserende oefeningen voor thuis
Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van
Nadere informatieToetsstation. Injectie carpale tunnel
Toetsstation Injectie carpale tunnel Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) N93 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op correcte wijze een injectie te geven ter behandeling van een carpale
Nadere informatieEenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder
Eenvoudige oefeningen voor klachten van de schouder De oefeningen moeten enkele malen tot tien keer achter elkaar worden herhaald en minstens een tot driemaal per dag worden gedaan. Het is beter vaak en
Nadere informatieWERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM
WERKAFSPRAAK CARPALE-TUNNEL-SYNDROOM Doel van de werkafspraak: Afstemming over diagnostiek en therapie door de huisarts, verwijzing van 1 e naar 2 e lijn, vervolg in de 2 e lijn. Uitgangspunt bij deze
Nadere informatieAnatomie van de Spieren
Schoudergordel en hals Schoudergordel M. Coracobrachialis M. Deltoideus M. Infraspinatus M. Latissimus dorsi M. Levator scapulae M. Pectoralis major Bron:afbeeldingen en omschrijving: SWSportmassage.nl
Nadere informatiePresentatie hand- en polsklachten. 29 september 2018 NGS Kennisdag
Presentatie hand- en polsklachten 29 september 2018 NGS Kennisdag Hand- en polsklachten KINOS revalidatie Nijmegen Jennifer Vooren Fysio- en handtherapeut Nienke Meinema-Sanders, fysio- hand- en manueel
Nadere informatieInstructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies
Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt
Nadere informatieOnderzoek en behandeling van middenhand en vingers
ORTHOPEDISCHE CASUÏSTIEK REDACTIE: Dos Winkel MET BIJDRAGEN VAN: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Bohn Sta eu van Loghum Orthopedische casuïstiek
Nadere informatieIngeklemde zenuw in de pols. Carpal tunnel syndroom
Ingeklemde zenuw in de pols Carpal tunnel syndroom Inhoudsopgave Wat is het carpal tunnel syndroom... 1 Waardoor wordt het veroorzaakt... 2 Klachten... 2 Diagnose... 3 Behandeling... 3 Tot slot... 5 Wat
Nadere informatieTabel 1. Gemiddelde periode vanaf het vaststellen van de diagnose tot de operatie met RegJoint in klinische onderzoeken
RegJoint Gebruiksinstructies RegJoint wordt geïndiceerd bij artroplastiek in kleine gewrichten in de handen en voeten. Het betreft hierbij de volgende specifieke gewrichten: metatarsofalangeale I-V, (MTP
Nadere informatieOnderwijsprogramma Het Patient Partners onderwijsprogramma is vooral gericht op het leren herkennen van reumatoïde artritis in een vroeg stadium.
De patiënt-docenten van de Stichting Onderwijsprogramma Patient Partners zetten zich in voor een vroege herkenning en behandeling van reumatoïde artritis (RA). Hierdoor kan onherstelbare gewrichtsschade
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rhemrev, Stephanus Jacobus Title: The non-displaced scaphoid fracture : evaluation
Nadere informatieMijn ideaal is om gezondheidszorg weer gezondheidszorg te laten zijn, zonder dat de discussie steeds om eer, geld of macht draait.
Inleiding Dit document is tot stand gekomen, met het idee een levend digitaal handletselboek te maken voor de SEH in Nederland, ook naar aanleiding van de melding van de zorgverzekeraars dat handletsel
Nadere informatieRKZ Afdeling Handchirurgie. M. De Quervain. informatie voor patiënten.
RKZ Afdeling Handchirurgie M. De Quervain informatie voor patiënten T: 0251-265355 plstsec@rkz.nl www.afdelinghandchirurgie.nl Informatiefolder De informatie in deze folder is een aanvulling op het consult
Nadere informatieDEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)
Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus
Nadere informatie2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg
Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en
Nadere informatieCarpale Tunnel Syndroom (CTS) Plastische chirurgie
Carpale Tunnel Syndroom (CTS) Plastische chirurgie Carpale tunnel syndroom Het carpale tunnel syndroom (CTS) ontstaat doordat een zenuw, de middelste armzenuw (ook wel de nervus medianus genoemd) ter hoogte
Nadere informatieDe primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek
De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Nadere informatieToetsstation. Diagnostiek en behandeling van een pijnlijke duim
Toetsstation Diagnostiek en behandeling van een pijnlijke duim Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) L99.2 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is de diagnose m. De Quervain te stellen
Nadere informatieSpoedeisende Hulp Gipskamer. Patiënteninformatie. Gebroken pols. Slingeland Ziekenhuis
Spoedeisende Hulp Gipskamer Gebroken pols i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen U heeft een gebroken pols (polsfractuur). In deze folder leest u op welke manier een gebroken pols wordt behandeld
Nadere informatieOrigineel: N. Jafari, D.W.J. Dippel, M. Scheltens- de Boer. September 2012 Update: C. Walgaard, J. Drenthen. Januari 2015
Verdenking ulnaropathie 1. Hoge verdenking obv anamnese en lichamelijk onderzoek? 6. Ernstig klinisch beeld? 7. Houdingsadviezen 3 maanden toepassen 2. EMG Klachten herstellend? 3. Geen EMG afw, lokalisatie
Nadere informatieBijlage I. Functieonderzoek van de elleboog
Bijlage I Functieonderzoek van de elleboog Het functieonderzoek van de elleboog wordt voorafgegaan door: inspectie; algemene palpatie om eventueel aanwezige temperatuurverhoging en zwelling van het gewricht
Nadere informatieFracturen van de hand. Mark de Vries Kim Wilhelm
Fracturen van de hand Mark de Vries Kim Wilhelm Epidemiologie: waar hebben we t over? 15-20 % van alle fracturen: Fracturen van carpalia, metacarpalia & phalangen Hand fracturen: 59 % phalanx fracturen
Nadere informatieNHG-Standaard Hand- en polsklachten
NHG-Standaard Hand- en polsklachten Eerste herziening Peters-Veluthamaningal C, Willems W, Smeets JGE, Van der Windt DAWM, Spies MN, Strackee SD, Vos K, Wind LA, Geraets JJXR. Huisarts Wet 2010:53(1):22-39.
Nadere informatieklachten aan arm, schouder of nek
richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met klachten aan arm, schouder of nek Colofon NVAB 2003 Uitgave NVAB Kwaliteitsbureau NVAB Postbus 2113 3500 GC Utrecht t 030 284 57 50 e kwaliteitsbureau@nvab-online.nl
Nadere informatieHet Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps.
Het Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps. S.M.Hofstede-Buitenhuis*,.M.J.A.Malessy, W.Pondaag, M.S.van Wijlen-Hempel, K. de Boer,
Nadere informatieCARPAAL TUNNELSYNDROOM Plastische en Reconstructieve Chirurgie en Handchirurgie
CARPAAL TUNNELSYNDROOM Plastische en Reconstructieve Chirurgie en Handchirurgie 1112 Inleiding Bij het carpaaltunnelsyndroom (CTS) zit één van de handzenuwen, de nervus medianus, in de knel. Van de zenuwbeknellingen
Nadere informatie