LOKAAL WERKEN AAN DESEGREGATIE Onderzoeksrapport. Ignace Pollet, Anneloes Vandenbroucke & Liezelot Janssens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LOKAAL WERKEN AAN DESEGREGATIE Onderzoeksrapport. Ignace Pollet, Anneloes Vandenbroucke & Liezelot Janssens"

Transcriptie

1 LOKAAL WERKEN AAN DESEGREGATIE Onderzoeksrapport Ignace Pollet, Anneloes Vandenbroucke & Liezelot Janssens

2

3 LOKAAL WERKEN AAN DESEGREGATIE Onderzoeksrapport Ignace Pollet, Anneloes Vandenbroucke & Liezelot Janssens Promotor: Steven Groenez Research paper SSL/ /2.3.1 Leuven, 27 mei 2016

4 Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen is een samenwerkingsverband van KU Leuven, UGent, VUB, Lessius Hogeschool en HUB. Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Pollet I., Vandenbroucke A., Janssens L. & Groenez G. (2016), Lokaal werken aan desegregatie, onderzoeksrapport, Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen, Leuven. Voor meer informatie over deze publicatie Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/2016/4718/typ het depotnummer ISBN typ het ISBN nummer 2016 STEUNPUNT STUDIE- EN SCHOOLLOOPBANEN p.a. Secretariaat Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Deze publicatie is ook beschikbaar via

5 Inhoud Inhoud v Lokaal werken aan desegregatie: Beleidssamenvatting 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Achtergrond Onderzoeksvraag en aanpak Dit document Methodologie 4 Hoofdstuk 2 Overzicht van de bevraagde scholen Case U Case B Case H Case L Case F Case C Case D Case T Evolutie van de SES-indicatoren 27 Hoofdstuk 3 Elementen die desegregatie bevorderen Succesfactoren Interne organisatie Onderwijsaanbod Werving Randvoorwaarden Draagvlak bij leerkrachten Draagvlak bij ouders Het imago van de school Afspraken tussen scholen voor implementatie van het inschrijvingsdecreet Omgaan met uitdagingen Onderkennen van bestaande uitdagingen Toegangsdrempels wegnemen Afstemming met andere scholen 39 Hoofdstuk 4 Besluiten en aanbevelingen 41 Secundaire bronnen 45 Lokaal werken aan desegregatie v

6 Lokaal werken aan desegregatie: Beleidssamenvatting Onze samenleving, en daarmee samenhangend onze scholen, worden steeds meer gekleurd. Leerlingen uit minderheidsgroepen zijn echter niet evenredig verspreid over de scholen. De resultaten van een grootschalig onderzoek naar segregatie in het basisonderwijs (het zogenaamde SinBAonderzoek van Agirdag, Nouwen, Mahieu, Van Avermaet, Vandenbroucke & Van Houtte, 2012), ondersteunen de wenselijkheid van een desegregatiebeleid. Het toont onder meer dat zeventig procent van de geënquêteerde ouders van mening zijn dat de overheid moet zorgen voor meer gemengde scholen. Het vernieuwde inschrijvingsdecreet (2011) beoogt expliciet een sociale mix in de scholen. Daar waar het voorrangsbeleid voorheen vrijblijvend was, is het beleid van dubbele contingentering (DC) meer ingrijpend. Plaatsen worden tijdelijk voorbehouden voor zowel kansrijkere als kansarmere leerlingen, zodat bij een voldoende gebalanceerde onderwijsvraag een sociale mix tot stand kan komen. Desalniettemin vertrekt het huidige inschrijvingsbeleid wel nog steeds vanuit die onderwijsvraag, of m.a.w. vanuit de voorkeuren van ouders voor scholen. Het is enkel wanneer de vraag naar plaatsen op een bepaalde school het aanbod overstijgt, dat er desegregerend gewerkt kan worden. Effectieve desegregatie vereist dus dat de onderwijsvraag zelf al een zekere mate van sociale mix vertoont. Daartoe kan het beleid op niveau van de Vlaamse gemeenschap best aangevuld worden met initiatieven op lokaal niveau. In dit rapport worden initiatieven geïnventariseerd die nu al (kunnen) genomen worden door scholen, ouders, buurtwerkingen, gemeenten, lokale overlegplatformen, om deze sociale mix in de onderwijsvraag zelf te bevorderen. Op basis van een achttal casestudies van scholen die een positief verhaal kunnen voorleggen met betrekking tot desegregatie, wil dit onderzoek lessen trekken met het oog op navolging, systematisering en disseminatie van goede praktijken. De succesvolste lokale initiatieven zijn deze die gewerkt hebben met gezamenlijke inschrijving. De aanpak van groepsgewijze aanmelding is dan wel een zeer effectieve, maar ook arbeidsintensieve methode om de trend naar een dominant niet-kansrijke leerlingenpopulatie opnieuw om te buigen in de richting van meer sociale mix. Dit veronderstelt dat scholen voldoende oog en begrip hebben voor de vrees van kansrijke ouders voor sociaal isolement van hun kind. Ondersteunend hierbij is het herhaaldelijk inleggen van een evidence-based informatiecampagne naar zowel kansrijke als kansarme ouders, met aantoonbare resultaten inzake het niveau van de vakinhouden, de manier van lesgeven en de resultaten en doorstroom kansen in het secundair onderwijs. Een andere methode om het draagvlak bij ouders te verhogen is het ambassadeurschap van leerkrachten en gemotiveerde ouders die zelf hun kinderen naar de school sturen. Hun voorbeeld en overtuigingskracht kan naar vele andere ouders motiverend werken. Daarnaast blijkt het HRM-beleid van een school een belangrijke, en misschien onderschatte, succesfactor, mede omdat het bepalend is voor het draagvlak onder leerkrachten, wat een conditio sine qua non is bij het promoten en realiseren van een sociale mix. Dit HRM-beleid beperkt zich niet tot doelgerichte rekrutering en bijscholing, maar veronderstelt ook een cultuur van participatie en medezeggenschap van het personeel bij belangrijke beslissingen. Het imago van de school kan zowel in positieve als negatieve richting werken. Sommige scholen die het imago van concentratieschool meedragen zetten met beperkt succes in op andere aspecten zoals Lokaal werken aan desegregatie 1

7 kleinschaligheid, benaderbaarheid, gezelligheid. Ook op meer praktisch gebied hebben scholen tools in handen om een potentieel kansrijk doelpubliek te overtuigen: investeren in een attractieve infrastructuur (nieuwbouw, renovatie, voorzien van groen en ruimte, ); aanbieden van warme maaltijden en voor- en naschoolse opvang; voorzien van parkeergelegenheid, Om tegelijk ook kansarmere groepen te blijven bedienen, dient men oog te hebben voor de betaalbaarheid van wat wordt aangeboden. Deze vaststellingen omtrent lokale initiatieven staan natuurlijk niet los van het beleid op gemeenschapsniveau, in het bijzonder het inschrijvingsbeleid. Er zijn enkele duidelijke voorbeelden te geven van situaties waarbij een inschrijvingsbeleid dat (naast de vrije schoolkeuze) ook rekening houdt met segregatie, lokale initiatieven kan versterken. In het kader van de op til zijnde vernieuwing van het inschrijvingsdecreet staat het al dan niet behouden van dubbele contingentering (DC) centraal. DC is dat aspect van het aanmeldings- of inschrijvingssysteem waarbij zowel voor de kansarmere (indicator-) als de kansrijkere (niet-indicator-) leerlingen plaatsen worden voorbehouden, naargelang de leerlingensamenstelling in de buurt. Het is duidelijk dat DC, en groepsgewijze aanmelding elkaar wederzijds versterken. DC garandeert immers een minimum aan voorbehouden plaatsen voor ondervertegenwoordigde groepen. Het beleid geeft op die manier een extra stimulans om te kiezen voor die scholen waar de eigen groep niet oververtegenwoordigd is. Hetzelfde geldt voor toeleidingsinitiatieven voor ondervertegenwoordigde groepen, zowel kansrijke als kansarme. Een school kan zich geloofwaardiger profileren naar meerdere groepen wanneer het beleid ook de kans vergroot dat deze groepen daadwerkelijk op de school vertegenwoordigd zullen zijn. Een cruciaal aspect aan de dynamiek van schoolse segregatie is het bestaan van negatieve evenwichten en de spiraal die ernaar leidt. Hoewel moeilijk, moet het beleid inzetten op het creëren van een spiraal in de andere richting: een waarbij lokale desegregatie-initiatieven door bovenlokaal beleid worden versterkt, en meer kans op slagen krijgen. Een van de voornaamste praktische aanbevelingen die direct uit dit onderzoek voortvloeien bestaat erin dat scholen nog meer zowel logistieke als financiële ondersteuning kunnen gebruiken voor groepsgewijze aanmelding, evidence-based informatiecampagnes en weloverwogen integratie van vernieuwende pedagogische projecten. Een andere praktische aanbeveling houdt in dat lokale overlegcomités uitgebreid en versterkt worden, om tot een breder draagvlak van scholen te komen die inspanningen leveren in het bewerkstelligen van een betere sociale mix. Dit pleit voor zowel een uitbreiding van de werkingsgebieden als voor een versterking van de dialoog binnenin de LOPs. Een derde praktische aanbeveling is dat voor scholen met een gelijkaardige problematiek over de netten, besturen en locaties heen uitwisselings- en communicatieplatformen worden ontwikkeld om niet alleen de problemen en tegenslagen te delen maar ook de oplossingen en de grote en kleine successen. Lokaal werken aan desegregatie 2

8 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Onze samenleving, en daarmee samenhangend onze scholen, worden steeds meer gekleurd. Leerlingen uit minderheidsgroepen zijn echter niet evenredig verspreid over de scholen. Vanuit het beleid en de onderzoekswereld zijn reeds aanzetten gegeven om deze evenredige verspreiding te verbeteren. De resultaten van een grootschalig onderzoek naar segregatie in het basisonderwijs (het zogenaamde SinBA-onderzoek van Agirdag, Nouwen, Mahieu, Van Avermaet, Vandenbroucke & Van Houtte, 2012), ondersteunen de wenselijkheid van een desegregatiebeleid. Het toont onder meer dat zeventig procent van de geënquêteerde ouders van mening zijn dat de overheid moet zorgen voor meer gemengde scholen. Het vernieuwde inschrijvingsdecreet (2011) beoogt expliciet een sociale mix in de scholen. Daar waar het voorrangsbeleid voorheen vrijblijvend was, is het beleid van dubbele contingentering (DC) meer ingrijpend. Plaatsen worden tijdelijk voorbehouden voor zowel kansrijkere als kansarmere leerlingen, zodat bij een voldoende gebalanceerde onderwijsvraag een sociale mix tot stand kan komen. Desalniettemin vertrekt het huidige inschrijvingsbeleid wel nog steeds vanuit die onderwijsvraag, of m.a.w. vanuit de voorkeuren van ouders voor scholen. Het is enkel wanneer de vraag naar plaatsen op een bepaalde school het aanbod overstijgt, dat er desegregerend gewerkt kan worden. Effectieve desegregatie vereist dus dat de onderwijsvraag zelf al een zekere mate van sociale mix vertoont. Daartoe kan het beleid op niveau van de Vlaamse gemeenschap best aangevuld worden met initiatieven op lokaal niveau. Het is belangrijk om te inventariseren welke initiatieven nu al (kunnen) genomen worden door scholen, ouders, buurtwerkingen, gemeenten, lokale overlegplatformen, om deze sociale mix in de onderwijsvraag zelf te bevorderen. Dit vormde het uitgangspunt en het voornaamste onderwerp van het voorliggende onderzoek. Het werd uitgevoerd door het Instituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA-KU Leuven) in het kader van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (in opdracht van het Departement Onderwijs). 1.2 Onderzoeksvraag en aanpak De onderzoeksvraag die aan dit project ten grondslag ligt, luidt: welke lokale randvoorwaarden, succes- en risicofactoren kunnen we onderscheiden om (binnen het bestaande regelgevend kader) succesvol te werken aan een grotere sociale mix op school? Om deze vraag voldoende gefundeerd te kunnen beantwoorden, werd geopteerd voor een achttal casestudies van scholen die een positief verhaal kunnen voorleggen met betrekking tot desegregatie. Bij elk van de scholen werden vertegenwoordigers van de verschillende stakeholders geïnterviewd: directie, lesgevend corps, zorgleerkrachten, brugfiguren, ouders, LOP-deskundigen. Een bijzondere aandacht ging daarbij naar de randvoorwaarden en succesfactoren voor desegregatie. Met het oog Lokaal werken aan desegregatie 3

9 daarop werd voorbereidend aan de bevraging de relevante literatuur doorgenomen die vervolgens in de vragenlijsten werd verwerkt. 1.3 Dit document De bevraging van de geselecteerde scholen vond plaats eind Het is dus mogelijk dat op het moment van de rapportering (ruim 2 jaar na de bevraging) de situatie in de betrokken scholen gewijzigd is. Conform de afspraken met de respondenten inzake anonimiteit worden de scholen met een code aangeduid. Voor de karakterisering van scholen zal een terminologie gehanteerd worden die in de betrokken setting gebruikelijk is, waarbij wordt gesproken van kansrijke school, concentratieschool, kansrijke en kansarme ouders, etc. Dit rapport bevat een korte beschrijving van de methodologie, een situatieschets van de geselecteerde scholen en een transversale (of horizontale) analyse van randvoorwaarden, succesfactoren en uitdagingen. Aan het eind volgen een aantal conclusies en aanbevelingen. 1.4 Methodologie De casestudies werden opgevat als een bevraging bij de verschillende stakeholders per school aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Op basis van een voorafgaande literatuurstudie werd bij deze interviews gefocust op die elementen die uit de studie tevoorschijn kwamen als potentiële determinanten voor desegregatie: - Het draagvlak bij de ouders - Een aangepast pedagogisch project - Het draagvlak bij de leerkrachten - Afspraken tussen scholen onderling en hun omgeving (o.m. LOPs, school-in-zicht) - Het tegengaan van toegangsdrempels - Informeren - Groepsgewijze aanmelding faciliteren - Bijstellen van bestaande percepties van ouders - Werken met controlled choice systemen - Dubbele contingentering Deze elementen werden geïntegreerd in de verschillende checklists en bevragingsinstrumenten. Voor de selectie van de scholen werd de evolutie van het percentage indicatorleerlingen in vergelijking met de evolutie binnen het postcodegebied als maatstaf genomen. De gebruikte indicatoren zijn het opleidingsniveau van de moeder en de thuistaal. De in eerste orde geselecteerde scholen hadden als gemeenschappelijke kenmerk dat ze van een situatie van kansarme school geëvolueerd waren naar een grotere sociale mix. In tweede orde werd met de directie een verkennend telefonisch interview afgenomen om te garanderen dat de school hierin wel degelijk een beleid voerde, en dat ze bereid waren als casestudy te fungeren. Op die manier zijn we uiteindelijk tot acht casestudies gekomen, waarvan zes als volledige cases kunnen doorgaan (alle stakeholders bevraagd), en twee voortijdig zijn afgebroken maar toch nog Lokaal werken aan desegregatie 4

10 relevante informatie opgeleverd hebben (in een geval was enkel de directeur geïnterviewd, in een ander geval enkel de LOP-deskundige). Onder de scholen treft men zowel basis- als kleuterscholen aan, verdeeld over verschillende netten en provincies. Verspreid over de acht cases werden zeven directeurs geïnterviewd, zeven leerkrachten (inclusief zorgleerkrachten), tien ouders, twee brugfiguren, twee beleidsondersteuners en een LOP-deskundige. In totaal komen we zo tot 29 interviews. Lokaal werken aan desegregatie 5

11

12 Hoofdstuk 2 Overzicht van de bevraagde scholen In dit hoofdstuk schetsen we de feitelijke situatie inzake desegregatie en sociale mix per school. Daarbij wordt de achtergrond van de school geschetst (net, omgeving) alsook de cijfermatige evolutie op drie significante indicatoren tussen 2001 en 2014, met name het opleidingsniveau van de moeder, de gehanteerde thuistaal, en het al dan niet hebben van een schooltoelage. In een aantal cases tekent zich een duidelijke trend af naar een grotere sociale mix, in sommige is deze trend minder uitgesproken of niet voor alle indicatoren het geval, en in nog andere cases merken we een omgekeerde trend. Hoewel we in dit hoofdstuk enkele elementen ter duiding opnemen, verwijzen we voor de bespreking van de condities en succesfactoren die gunstig uitgepakt hebben, naar het volgende hoofdstuk (de horizontale analyse). 2.1 Case U Deze case betreft een kleuter- en basisschool in een grootstedelijke omgeving die tot het vrije katholiek onderwijsnet behoort en zich profileert als brede school. Het leerlingenaantal is gestegen van 151 in 2001 tot 214 in Vroeger werd de leerlingenpopulatie van deze school gekenmerkt door een zeer hoog percentage GOK-leerlingen in vergelijking met het percentage GOK-leerlingen in de buurt. Sinds enkele jaren is er echter een trend richting een grotere sociale mix waarneembaar. Deze evolutie loopt gelijk met de intrek in een nieuw schoolgebouw dat veel licht en groen uitstraalt. Het leerlingenpubliek is nu een weerspiegeling van de buurt geworden. Het percentage leerlingen waarvan de moeder laag opgeleid is, evolueerde van 79% in 2001 naar 88% in 2007 tot 48% in Voor het gebied met dezelfde postcode ligt dit percentage stabiel rond de 38 à 40%. Het percentage leerlingen met een andere thuistaal steeg van 88% in 2001 naar 97% in 2007 om daarna terug te vallen tot opnieuw 70% in In het gebied met dezelfde postcode fluctueerde dit percentage tussen de 54 en 62%. Het percentage leerlingen met een studietoelage was 68% in 2001 en is na een initiële stijging teruggevallen tot 66% in In het gebied met dezelfde postcode fluctueerde dit percentage tussen de 37 en 41%. Lokaal werken aan desegregatie 7

13 School U: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) School U: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 8

14 School U: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) Deze school is kunnen evolueren naar een school met een grotere sociale mix omwille van de aanwezigheid van enkele succesfactoren voor geslaagde desegregatie. De frisse uitstraling van een nieuwbouw (geopend in 2008) heeft een aantal kansrijke gezinnen ertoe aangezet hun kinderen naar deze school te sturen. Zoals we hier vroeger zaten in die containers, kan je geen mensen overtuigen (kleuterjuf). ( ) en zeker omdat het gebouw een enorme indruk op ons maakte en hoe het evolueerde. Op dat ogenblik was onze oudste dochter net geboren en toen hebben al we gezegd dat dit toch wel de school was die bij ons op één stond. (kansrijke vader) Daarnaast bestond bij de nieuwe kansrijke ouders reeds de overtuiging dat hun kind beter niet in een kansrijke school zou zitten, maar in een buurtschool die de buurtgemeenschap ook reflecteert. De school heeft voor de kansrijke ouders ook de drempels verlaagd door warme maaltijden aan te bieden, in voor- en naschoolse opvang te voorzien, de oudercontacten na de schooluren te plannen, en buitenschoolse activiteiten te organiseren. Een belangrijke factor bleek te liggen in het faciliteren van groepsgewijze aanmelding. Hiertoe werd een facebookgroep opgericht, naast infoavonden en een campagne door een harde kern van overtuigde kansrijke ouders naar andere kansrijke ouders toe (via blogs, posters en mond-aan-mond reclame). Leerkrachten geven ook de nodige ruchtbaarheid aan het feit dat ze hun eigen kinderen in de school inschrijven. 2.2 Case B Case B is een kleuterschool horend bij vrije basisschool in een verstedelijkte omgeving. Het leerlingenaantal fluctueert tussen de 41 en de 24. Wanneer we de evolutie op vlak van Lokaal werken aan desegregatie 9

15 leerlingenpubliek bekijken over de periode , zien we de leerlingenpopulatie van deze school oorspronkelijk een mooie afspiegeling van de buurt was. Vanaf 2005 is het aantal GOK-leerlingen echter exponentieel toegenomen en bestaat de school uit een veel hoger percentage GOK-leerlingen dan het percentage GOK-leerlingen in de buurt. In de periode is er echter terug een trend richting een grotere sociale mix waarneembaar, die evenwel teniet gedaan wordt in We bekijken voor deze school echter de trend zoals ze zich voordeed op het ogenblik van de interviews (2013), en deze was toen positief. Het percentage leerlingen waarvan de moeder laag opgeleid is, evolueerde voor de twee vestigingsplaatsen van deze school gecombineerd van 20% in 2001 naar 41% in 2006 tot 21% in Voor het gebied met dezelfde postcode ligt dit percentage stabiel rond de 18 à 22%. Het percentage leerlingen met een andere thuistaal steeg van 2% in 2001 naar 11 in 2007 om daarna fors te stijgen 37% in In het gebied met dezelfde postcode is dit percentage eveneens toegenomen, maar minder heftig: van 6% in 2001 naar 10% in Het percentage leerlingen met een studietoelage steeg van 17% in 2001 tot 50% in Het postcodegemiddelde was in deze periode stabiel rond de 26%. School B: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 10

16 School B: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) School B: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 11

17 Wanneer de afzonderlijke klassen onder de loep worden genomen zorgen deze evoluties er voor dat er nu in de jongste kleuterklassen sociaal gemixte groepen ontstaan en dat de leeftijdsgroep die gekenmerkt wordt door een hoog percentage GOK-leerlingen zich nu in de derde kleuterklas eerste leerjaar situeert. In deze school is de evolutie naar een grotere sociale mix op gang gekomen omwille van de aanwezigheid van een aantal determinanten voor succesvolle desegregatie. Zo was de school er zich van bewust dat kansrijke ouders samen in groep zouden moeten kunnen instappen, om hen te verzekeren dat hun kind aansluiting zou kunnen vinden bij klasgenootjes. Om hieraan tegemoet te komen, is de school te rade gegaan bij de methodiek van School in zicht. Dit impliceert dat er acht keer per schooljaar kijkdagen voor ouders georganiseerd worden, waarbij de geïnteresseerde ouders met elkaar in contact gebracht worden. Daarnaast probeert de school sterk aanwezig te zijn in de buurt en bij alle buurtinitiatieven. Ook wordt ingezet op een brugfiguur, oudercontacten en activiteiten zoals zee- en bosklassen, die aantrekkelijk zijn voor kansrijke ouders. De evolutie naar een grotere sociale mix moet ook opboksen tegen negatieve factoren, zoals de profilering van andere scholen in de omgeving als methodescholen. Ook de ligging van de school in een gesloten bebouwing en met name de afwezigheid van parkeermogelijkheden vormt voor veel kansrijke ouders een probleem. 2.3 Case H Deze autonome school situeert zich in een provinciestad. Het leerlingenaantal fluctueert rond de 200. De school, waarvan voor de casestudy vooral de kleuterschool is bekeken, is geëvolueerd van een school met een overwegend kansrijk leerlingenpubliek naar een school met een grotere sociale mix. Het leerlingenpubliek is nu een weerspiegeling van de buurt. Leerlingen met een laagopgeleide moeder steeg percentagegewijs van 21% in 2001 naar 26% in 2014, maar blijft onder het postcodegemiddelde (32% in 2001 naar 27% in 2014). Leerlingen met een andere thuistaal steeg percentagegewijs van 7 naar 35%, terwijl in diezelfde periode ( ) voor de postcode dit percentage meer geleidelijk opliep van 8 naar 15%. Het percentage leerlingen met een studietoelage (23% in 2001 tot 27% in 2014) bleef beneden het postcodegemiddelde (respectievelijk 28% tot 30%). Lokaal werken aan desegregatie 12

18 School H: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) School H: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 13

19 School H: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) De school zelf wijt dit vooral aan het draagvlak dat gecreëerd werd, zowel bij de ouders als bij de leerkrachten. Naar de ouders toe is er ingezet op de familiale sfeer, het kleinschalige karakter en de beschikbaarheid van de leerkrachten aan de schoolpoort bij het moment van ophalen s namiddags. Men probeert naar zowel kansarme als kansrijke ouders bepaalde drempels weg te nemen. Bij de kansarme ouders is dit vooral de vrees voor communicatieproblemen wegens de taal. De school gebruikt hiertoe pictogrammen in aanvulling van schriftelijke mededelingen en brieven naar de ouders. Om de aantrekkingskracht naar kansrijke ouders, voor wie vooral de tijdsfactor belangrijk is, te verhogen, worden warme maaltijden en voor- en naschoolse opvang aangeboden. Naar de leerkrachten toe is er ingezet op de aanwezigheid van een zorgteam in de klassen, op naschoolse vorming rond diversiteit en anderstaligheid, en op participatie van leerkrachten in de besluitvorming van de school. Het cruciale element dat binnen deze case gezorgd heeft voor een stabiele sociale mix op school is het feit dat men er naar streeft om de balans te bewaren tussen het aantrekkelijk zijn voor kansarme ouders enerzijds en het aantrekkelijk zijn voor kansrijke ouders anderzijds. De school waakt er ook over om deze verhouding te bewaren en is op zijn hoede om niet over te slaan naar een té gekleurd of té wit leerlingenpubliek. Dit is zeer belangrijk om beide groepen van ouders te blijven aantrekken. De sociale mix wordt gepromoot als troef op zich, met de intentie niet te verglijden tot een (kansrijke dan wel kansarme) concentratieschool. Er is anderzijds de vrees dat scholen in de streek die niet tot het LOP behoren zich in de toekomst meer willen profileren naar kansrijke ouders toe, en zo een witte vlucht zouden kunnen veroorzaken. Lokaal werken aan desegregatie 14

20 2.4 Case L Deze case is een vrije basisschool, gesitueerd in een provinciestad. De school bestaat uit twee vestigingen, die elk een eigen beleid hebben gevoerd inzake doelpubliek en pedagogische aanpak. Het leerlingenaantal van de tweede vestiging (die het voorwerp van de casestudy vormde) steeg van 133 in 2001 tot 207 in De eerste vestiging oogt vrij klassiek qua onderwijsaanpak en beschikt over een internaat. Een aanzienlijk gedeelte van het leerlingenpubliek bestaat uit zorgbehoevende kinderen (vaak met een gedragsproblematiek), terwijl er in de hogere jaren (5 de en 6 de leerjaar) ook een vast contingent kinderen van Franstalige ouders is. Deze laatste groep wordt ondersteund vanuit een beleidsmaatregel die het wederzijds begrip tussen de twee gemeenschappen en de tweetaligheid in België helpt bevorderen. In deze vestiging is er geen directe instroom vanuit een bijhorende kleuterschool. Het percentage leerlingen waarvan de moeder laag opgeleid is, bleef tussen 2001 en 2011 stabiel rond de 34% schommelen (gemiddelde postcodegebied daalt van 40% naar 32%). Het percentage leerlingen met een andere thuistaal steeg van 14% in 2001 naar 33% in 2011 (gemiddelde postcodegebied steeg van 14% naar 25%). Mede omdat de school op deze indicatoren vrij goed de sociale mix van de buurt reflecteert, toont de directie zich tevreden over het inschrijvingsdecreet en de dubbele contingentering. Niettemin stelt men recentelijk bij de jongere leerjaren opnieuw een stijging van kinderen uit kansarme gezinnen vast. Om kansrijke ouders niet af te schrikken worden daarom geen activiteiten ingericht (bv. schoolfeest) die de aanwezigheid van kansarme kinderen al te sterk in de verf zouden zetten. De tweede vestiging, waar ook een kleuterschool bij hoort, had in de jaren 80 en 90 de naam een concentratieschool te zijn. In 1995 is men in een project van de Koning Boudewijnstichting gestapt (het zogenaamde Magneetproject) om opnieuw een meer gemengd publiek aan te trekken. In dat project werd ingezet op interculturaliteit, ervaringsgericht onderwijs en klasdoorbrekende lesvormen. Dit heeft een proces in gang gezet dat geleid heeft naar een sterke procentuele daling van het aantal kinderen van kansarme ouders. Van 67% met een laagopgeleide moeder in 2001 ging het naar 25% in 2011 tot 12% in 2014 (postcodegemiddelde daalt van 40% naar 32%). Van 43% met een andere thuistaal in 2001 verminderde het tot 14% in 2011 tot 9% in 2014 (postcodegemiddelde steeg van 14% naar 25%). Van 68% met een schooltoelage in 2001 verminderde het tot 20% in 2011 tot 14% in 2014 (postcodegemiddelde stabiel rond de 38%). Lokaal werken aan desegregatie 15

21 School L (vestiging 2): % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) School L (vestiging 2): % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 16

22 School L (vestiging 2): % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) Men is er dus in geslaagd de school te herprofileren. Waar het hierboven omschreven pedagogisch project (o.m. muzische vaardigheden) hierin zeker een factor is geweest, is ook de herbevolking van de directe buurt hieraan schatplichtig. Hoewel binnen het postcodegebied het percentage dat een schooltoelage heeft min of meer gelijk blijft, geven de interviews aan dat de directe omgeving opschuift in de richting van kansrijke buurt. 2.5 Case F Case F, gesitueerd in een provinciestad, is een ervaringsgerichte basisschool uit het katholiek onderwijsnet. Er wordt gewerkt vanuit de leefwereld van de leerling, met een grote veronderstelde betrokkenheid van de ouders. In de jaren had de school de naam een concentratieschool te zijn met op een gegeven ogenblik 85% allochtone kinderen. Om terug meer Vlaamse leerlingen aan te trekken heeft de directie er daarna voor gekozen zich te herprofileren in de richting van een alternatieve school, waar verschillende methoden kindgerichte pedagogische principes worden toegepast. Tussen 2001 en 2014 daalde het aantal leerlingen met een laagopgeleide moeder van 46% naar 20% (postcodegemiddelde zakte van 32% naar 27%). Het aantal leerlingen met een andere thuistaal was 16% in 2001, daalde na een grillig verloop tot 12% in 2014 (postcodegemiddelde steeg in die periode van 8% tot 15%). Het aantal leerlingen met een schooltoelage daalde van 45% in 2001 na een initiële stijging tot 17%% in 2014 (postcodegemiddelde stabiel rond de 29%). Lokaal werken aan desegregatie 17

23 School F: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) School F: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 18

24 School F: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) De herprofilering heeft zijn effect dus niet gemist inzake de schoolpopulatie, vanwege de aantrekkingskracht die het pedagogisch project op ouders heeft, zoals gebleken is uit diverse interviews. Wat hier heel leuk is aan deze school, is dat je als ouders onmiddellijk mee opgenomen wordt in het schoolgebeuren en direct in contact komt met leerkrachten. (kansrijke ouder). Daarnaast is er een sterke gerichtheid op zorgleerlingen (een gesprekspartner sprak over een verkapt BO ). Dit heeft geleid tot een grotere kansrijke en kleinere kansarme aanwezigheid, mede doordat allochtone ouders eerder gewonnen zijn voor een meer klassieke discipline-gerichte aanpak dan voor een inspraakgerichte aanpak. Uit een interview met een van de kansrijke ouders bleek dat bv. de ouderraad er maar moeilijk in slaagt de ouders van vreemde origine in hun werking te betrekken. Men is bevreesd dat het inschrijvingsbeleid, en met name het feit dat bepaalde scholen niet onder het LOP vallen, ertoe kan leiden dat het percentage leerlingen uit kansarme gezinnen opnieuw gaat toenemen. De school probeert dit middels haar interpretatie van het systeem van dubbele contingentering te corrigeren. We blijven een buurtschool met een bijzonder project. Ik vind het belangrijk om een mix van beide te hebben, kinderen uit de omgeving en daarnaast ook mensen van verder af die echt bewust voor het project kiezen. ( ) Je hebt de periode voor broertjes en zusjes en de kinderen van de leerkrachten, dan heb je de periode met de twee contingenteringen en dan hebben wij een week om alles uit te klaren. Dan gaan we de lege plaatsen invullen met diegenen die op wachtlijsten staan. Dus wij nemen dan een week geen inschrijven binnen het LOP-gebied om dan echt de mensen te kunnen gaan opbellen. Want als er bijvoorbeeld veel niet-indicatorleerlingen zijn die op een wachtlijst zijn maar je hebt plaats voor indicatorleerlingen en die geraken niet ingevuld dan mag je wel die niet- Lokaal werken aan desegregatie 19

25 indicatorleerlingen in die plaatsen schuiven. Pas daarna kunnen ouders hun kind vrij gaan inschrijven ongeacht tot welke groep men behoort. (directeur) 2.6 Case C Hier gaat het om een katholieke basisschool die het imago heeft van een kansarme school. Ze situeert zich in een provinciestad. In 2001 hadden 30% van de kinderen een laagopgeleide moeder, in 2011 was dit gestegen tot 77% om vervolgens te dalen tot 64% in 2014 (postcodegemiddelde in die periode van 32 naar 28%). 11% van de leerlingen had in 2001 een andere thuistaal, in 2014 was dit na een snelle toename gestabiliseerd op 50% (postcodegemiddelde steeg in die periode van 8% tot 15%). In 2001 had 38% van de leerlingen een studietoelage. In 2014 was dit aantal gestegen tot 57% (postcodegemiddelde stabiel rond 29%). We kunnen dus stellen dat de school sinds 2001 verder weg geëvolueerd is van een sociale mix, hoewel men er sinds in geslaagd is deze negatieve trend tot staan te brengen. School C: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 20

26 School C: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) School C: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) De school voelt dat ze negatief gepercipieerd wordt en onderneemt stappen om een betere sociale mix te krijgen, maar wordt toch geconfronteerd met een graduele afname van kinderen van kansrijke ouders. Voor kansarme ouders is de nabijheid van de school een belangrijke factor. Bij kansrijke ouders speelt de nabijheid kennelijk een veel kleinere rol. Lokaal werken aan desegregatie 21

27 Ik heb er geen probleem mee, om een buurtschool te zijn, als inderdaad in de straal rondom mij, alleen maar allochtone en kansarme kinderen wonen, so be it. Maar als ik weet dat zich hier aan de andere kant van de spoorweg, een volledig kansrijke wijk bevindt, met heel veel jonge gezinnen, en wij hebben daar niet één kind van. Moesten wij die naar hier krijgen, dan zitten wij op 50-50, daar ben ik zeker van. (directeur) Een van de factoren die volgens de directeur negatief werkt ten aanzien van een grotere sociale mix, is het inschrijvingsbeleid. Je zit met de periode van broers en zussen. Aangezien de allochtone gezinnen meestal ook heel grote gezinnen zijn, zitten uw contingenten al vol, nog voor dat je met andere inschrijvingen kunt beginnen. (directeur) Om die reden ziet de directeur weinig heil in methodes die elders gebruikt worden om kansrijke gezinnen aan te trekken, zoals het aanbieden van warme maaltijden en busvervoer. Hij gelooft ook niet dat de aanpak van School in Zicht hier baat zou brengen. De voornaamste uitbreidingsmogelijkheid die hij ziet in de richting van kansrijke ouders is de onderwijsvorm aanpassen aan zorgkinderen. Dit doet men nu ook al voor kinderen die om culturele redenen met achterstand kampen, en met bemoedigende resultaten. De directeur vindt dat een school zich ook moet kunnen instellen op het profiel dat er op een gegeven ogenblik is, en de best mogelijke opvoeding mee te geven aan het aanwezige leerlingenpubliek, ook al impliceert dit bijvoorbeeld dat men moet toelaten dat leerlingen ook op de speelplaats hun thuistaal gebruiken. 2.7 Case D Over deze case zijn we het minst gedocumenteerd. Het gaat om een vrije basisschool in een provinciestad. De vaststellingen zijn enkel gebaseerd op een gesprek met een LOP-deskundige. Tussen 2001 en 2014 vond een daling plaats van het aantal leerlingen met een laaggeschoolde moeder van 53% naar 34% (postcodegemiddelde daalt van 32 naar 28%). Het aantal leerlingen met een andere thuistaal steeg aanvankelijk van 23% in 2001 naar 32% in 2007 maar daalde vervolgens opnieuw naar 24% in 2014 (postcodegemiddelde: stijging van 8 naar 15%). Het aantal leerlingen met een studietoelage daalde van 49% (2001) naar 36% (2014), bij een postcodegemiddelde dat stabiel bleef rond de 29%. Lokaal werken aan desegregatie 22

28 School D: % moeder laag opgeleid (rood = school/blauw = postcode) School D: % andere thuistaal (rood = school/blauw = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 23

29 School D: % studietoelage (rood = school/blauw = postcode) Vooral gedurende de laatste jaren (vanaf 2009) evolueerde de school van een kansarme naar een meer gemengde school. Een doorlichtingsverslag toonde dat de school over de nodige dynamiek beschikt om verbeterings- of vernieuwingsprocessen aan te pakken. De school had, nog voor er het LOP gemeenschappelijke afspraken maakte over het inschrijvingsbeleid, al acties opgestart om alle ouders uit de schoolbuurt te bereiken en kennis te laten maken met de schoolwerking. Dit was een moedig initiatief omdat de school gesitueerd is in een wijk met veel kansarme leerlingen. In startte de school in samenwerking met de provinciale Samenlevingsopbouw acties om de ouderbetrokkenheid te bevorderen. Dit heeft wel degelijk een invloed gehad op de algemene perceptie over deze school. Sedert 2010 krijgt de school ondersteuning van een brugfiguur die gefinancierd wordt door de stedelijke overheid. 2.8 Case T In deze case treffen we een gemeentelijke basisschool aan die momenteel het profiel heeft van een concentratieschool. De school situeert zich in een grootstad. De school opteert reeds een aanzienlijke tijd voor ontwikkelingsgericht onderwijs, waarbij voor basisvakken Nederlands en wiskunde) elk kind op zijn tempo de gevraagde competenties kunnen verwerven. In 2009 werd binnen de structuur van de school een filiaal opgericht dat zich profileert als muzisch leerthuis. Het accent ligt op muziek en creatieve expressie in het algemeen. Voor beide vestigingen wordt ook de infrastructuur gerenoveerd en aantrekkelijk gemaakt (o.m. kleutersanitair). O.m. via de frisse infrastructuur en het pedagogisch project wordt een sociale mix beoogd. Op vlak van het aantal leerlingen met een laagopgeleide moeder evolueerde de hoofdvestiging van 74% in 2001 tot 79% in 2011 tot opnieuw 74% in Voor het filiaal spreken we over minder dan 20% (2009- Lokaal werken aan desegregatie 24

30 2011). Het postcodegemiddelde is evolueerde van 37% (2001) tot 31% (2014). Op vlak van anderstalige thuistaal evolueert de hoofdvestiging van 43% (2001) tot 84% (2014), terwijl het filiaal rond de 15% fluctueert. Het postcodegemiddelde van deze indicator is in deze periode gestegen van 16 naar 28%. Het aantal leerlingen met een studietoelage is gedaald van 56% (2001) naar 48% (2014). In de postcode is het aantal licht gedaald van 33% (2001) naar 28% (2014). School T: % moeder laag opgeleid (blauw = school/rood = postcode) School T: % andere thuistaal (blauw = school/rood = postcode) Lokaal werken aan desegregatie 25

31 School T: % studietoelage (blauw = school/rood = postcode) Ondanks deelname aan School in Zicht, een aangepast en vernieuwd pedagogisch project en een nieuwe infrastructuur slaagt de hoofdvestiging er niet in om de weg naar een grotere sociale mix in te slaan. Sommige interviews vertellen iets over de confrontatie van kansrijke ouders met een kansarme school: Ik werk zelf voor jongerenwelzijn, dus ik ben wel iets gewoon. De eerste dag dat ik in die school kwam viel ik achterover. Het leken wel allemaal doelgroepkindjes van mij. (kansrijke ouder). Het interview met de directie maakt duidelijk dat momenteel meer dan de helft van de schoolinstroom Roma-kinderen zijn. Deze sterke aanwezigheid heeft duidelijk een afschrikkend effect op zowel kansrijke als Turkse en Marokkaanse ouders. Men vreest voor een leerachterstand in vergelijking met andere scholen en voor minorisering van hun kind. De directie staat ook sceptisch tegenover de gedachte dat een sociale mix integrerend werkt en het niveau zou gelijkschakelen. Je mag er van uitgaan dat kleuters die instappen die uit een kansarm gezin komen zo n 2 jaar achter de andere aanhuppelen qua voorschoolse bagage. Dus je start daar al met een ongelijkheid die bewijst hoeveel de inbreng van ouders wel doet. Die kloof vergroot daarna nog elk jaar. (directeur). Bij een heterogene klassamenstelling merken steeds volgens de directie - zelfs kinderen van 6 jaar die verschillen op en het maakt dat ze alsmaar minder in zichzelf geloven. De vraag is dus of het wel nuttig is de kloof zo manifest te maken. Wij zoeken allemaal ene clan waartoe we behoren. Dat zijn de mensen waarmee we ons identificeren, dat zijn de mensen die onze gelijke zijn. Dat doen ook alle autochtone mensen bij het zoeken van een school, wij zoeken allemaal een school waar zij met peers, dus gelijken samen zijn. Dat doen allochtonen dus ook. Dat is de oorzaak van concentratie scholen, of ze nu wit of zwart zijn. En wat bieden zij dan? Zij bieden een geborgenheid, een gevoel van veiligheid. Is dat ook niet belangrijk? (directeur) Met een kansarme hoofdvestiging en een kansrijk filiaal lijkt een herverdeling over de beide vestigingen in theorie een optie. Maar doordat het filiaal veel kleiner is, zou het geheel nog steeds sterk kansarm blijven, wat een negatief effect zou hebben op de bereidheid van kansrijke ouders om Lokaal werken aan desegregatie 26

32 hun kind in de school in te schrijven. Een aantal ouders kan nog leven met 30% allochtonen kinderen in een klas. Maar met 50 of meer procent dan zie je vaak de balans doorslaan. Het is dan dat de leegloop van de witte ouders begint, eens je naar de 50% gaat. (directeur) Daarom is het schoolbestuur er niet voor gewonnen de beide scholen samen te voegen, ook al vallen ze officieel onder één bestuur. Een van de problemen is de taalachterstand, wat energieverslindend is qua begeleiding en conflictbemiddeling. Het vergt veel van de leerkrachten en de GOK-leerkrachten om daar gemotiveerd te blijven mee omgaan. Bovendien ziet men dat kansrijke ouders hun kind soms in de school parkeren om het dan bij de eerstkomende gelegenheid over te brengen naar het kansrijke filiaal of een andere school. Al deze factoren samen maken dat een sociale mix in deze school momenteel een verre wensdroom is. 2.9 Evolutie van de SES-indicatoren Omdat de analyse die we in het volgende hoofdstuk doen grotendeels gebaseerd is op de acht onderzochte cases en we ook regelmatig naar deze cases verwijzen, lijkt het nuttig een overzicht te bieden waarin per case de evolutie van de SES-indicatoren wordt weergegeven. Deze vormen immers de meest directe aanwijzing van de mate van succes van het naar een sociale mix strevende schoolbeleid binnen de context waarin dit moet opereren. Men dient ermee rekening te houden dat de hieronder getoonde trends tussen 2001 en 2014 niet altijd lineair verlopen zijn. SES-indic. % laagopgeleide moeder % andere thuistaal % schooltoelage Case Postcode Postcode Postcode U 79% 48% 38 à 40% 88% 70% 54 à 62% 68% 66% 37 à 41% B 20% 21% 18 à 22% 2% 37% 6% -> 10% 17% 50% 24 à 28% H 21% 26% 27 à 32% 7% 35% 8% -> 15% 23% 27% 28 à 30% L 67% 12% 40%->32% 43% 9% 14%->25% 68% 14% 37 à 39% F 46% 20% 27 à 32% 16% 12% 8% -> 15% 45% 17% 28 à 30% C 30% 64% 27 à 32% 11% 50% 8% -> 15% 38% 57% 28 à 30% D 53% 34% 27 à 32% 23% 24% 8% -> 15% 49% 36% 28 à 30% T 74% 74% 37%->31% 43% 84% 16%->28% 56% 48% 33%->28% Dit overzicht toont L en F als zeer succesvolle cases, die op vlak van de verschillende indicatoren geëvolueerd zijn van concentratiescholen naar scholden met een meer sociale mix. School U had al de kenmerken van een concentratieschool in een weliswaar niet-kansrijke omgeving maar is er desondanks in geslaagd opnieuw kinderen uit kansrijke gezinnen binnen te halen. School B 1 was vanaf 2010 op weg naar een sociale mix maar evolueert door factoren waarop dit onderzoek (uitgevoerd in 2013) geen zicht heeft de laatste twee jaren op twee kenmerken in de richting van een concentratieschool. School D evolueerde van een concentratieschool-in-wording tot een positie die 1 De percentages in case B zijn gebaseerd op een zeer klein aantal leerlingen, wat maakt dat de trends van deze school met het nodige voorbehoud geïnterpreteerd dienen te worden. Lokaal werken aan desegregatie 27

33 opnieuw meer de sociale mix van de buurt reflecteert. Een geval (school H) maakte de omgekeerde beweging, met name van kansrijk naar sociale mix. Cases C en T zijn er ondanks de geleverde inspanningen niet in geslaagd te evolueren naar een sociale mix die meer in overeenstemming zou zijn met de omgeving. Lokaal werken aan desegregatie 28

34 Hoofdstuk 3 Elementen die desegregatie bevorderen Onder de elementen die het tot stand brengen van een sociale mix in kleuter- en lagere scholen bevorderen, treffen we factoren aan die de scholen gedeeltelijk zelf in handen hebben, en factoren die hen overstijgen. Deze laatste nemen de vorm aan van omstandigheden en uitdagingen waarop men meer of minder adequaat kan inspelen. Een andere opdeling ligt in maatregelen die een direct dan wel indirect effect beogen. Directe effecten zijn bijvoorbeeld het werven van de doelgroep of het oplossen van concrete problemen die anders een last werpen op een sociale mix. Indirect effecten zijn bijvoorbeeld het versterken van het draagvlak bij de ouders of bij andere scholen. Om het complex van causale verbanden binnen de perken te houden, hebben we de bevorderende elementen hieronder gerangschikt onder randvoorwaarden, succesfactoren en het omgaan met (potentieel belemmerende) uitdagingen. Of iets onder succesfactor dan wel randvoorwaarde valt, hangt af van de combinatie manipuleerbaarheid-directheid. Een maatregel die de school zelf in handen heeft, en die directe aangetoonde repercussies heeft op het verbeteren van de sociale mix, zullen we hieronder als succesfactor beschouwen, terwijl de andere elementen - hoewel niet minder belangrijk - als randvoorwaarde. De derde categorie bevat die condities die men kan opvatten als coping with context, het omgaan met omstandigheden die men niet zomaar kan beïnvloeden, laat staan veranderen. Deze indeling, alsook het onderscheiden van de verschillende elementen van elkaar is zeker voor discussie vatbaar omdat zich veel overlappingen voordoen. De elementen komen evenwel niet uit theoretisch onderzoek voort, maar uit de transversale analyse van de bestudeerde cases. Door ze op de manier in te delen zoals hieronder gebeurt, hebben we didactische eerder dan analytische doelen voor ogen gehouden: leren uit ervaringen, en op die basis conclusies en advies formuleren dat nuttig kan zijn voor iedere school die wil streven naar een sociale mix onder zijn leerlingenpopulatie. 3.1 Succesfactoren Zoals al aangegeven is het onderscheid tussen succesfactoren en randvoorwaarden deels een semantische discussie en hangt het af van waar men de scheidingslijn legt. Een gunstig draagvlak bij zowel leerkrachten en ouders beschouwen we als randvoorwaarden. Maatregelen die, behoudens de directe verbeteringen die ze beogen, erop gericht zijn dit draagvlak te verbreden of te verstevigen beschouwen we als succesfactoren. Onder de succesfactoren in deze betekenis rekenen we: - elementen die naar de organisatorische kant van het schoolgebeuren refereren, met name naar de directie, de strategie, de besluitvorming en de motivatie van het leerkrachtencorps; - elementen die deel uitmaken van het onderwijsaanbod: het pedagogisch project en de fysische omgeving waarin dit plaatsvindt; - elementen die rechtstreeks met de werving te maken hebben: de informatiecampagne, en het groepsgewijs inschrijven. Lokaal werken aan desegregatie 29

35 3.1.1 Interne organisatie Een performante interne organisatie is van belang voor het goed laten functioneren van een school in het algemeen, maar zal ook toelaten dat efficiënt en duurzaam kan gefocust worden op een sociale mix als doelstelling. Als drijvende kracht is een overtuigde leiding hiervoor essentieel. De directeur moet een voortrekkersrol spelen, d.w.z. deze overtuiging expliciet uitdragen en het overige personeel motiveren en ondersteunen. In Case H zien we bijvoorbeeld dat de directie een belangrijke rol heeft gespeeld in de creatie en de integratie van een zorgteam: drie zorgjuffen, elk van hen verantwoordelijk voor een leeftijdsgroep in de kleuterklassen. Dit heeft er o.m. voor gezorgd dat het draagvlak onder de andere leerkrachten voor het accepteren van en omgaan met een grotere sociale mix danig versterkt werd. In diezelfde case H werd een sociale mix als strategie uitgewerkt, d.w.z. als troef naar voor geschoven: kinderen al in een vroege fase van hun opvoedingsproces laten functioneren in een multiculturele setting, die een weergave is van de samenleving van morgen. Omdat het belangrijk is dat alle geledingen van de school hierin naar hetzelfde streven, wordt in succesvolle cases (bv. Case U en Case H) gewerkt met participatieve besluitvorming. In een bepaald geval werden bv. van motoriek en beweging prioriteiten gemaakt, maar dat gebeurde vanuit een gedeelde visie die gebaseerd was op een gezamenlijk overlegproces, en met de mogelijkheid bij negatieve ervaringen steeds terug te keren naar de oude aanpak. Vernieuwing ga ik wel voorstellen maar nooit opdringen, van kijk we proberen het we evalueren het, is het niet goed dan gaan we terug naar zoals het was en dat maakt wel dat ze het kunnen aanvaarden (directeur, Case H). Ten slotte is ook een weloverwogen HRM-beleid een belangrijke factor. Dit geldt niet alleen het rekruteringsbeleid maar het actief promoten en faciliteren (bv. financieel) van vorming en nascholing (Case H, B, U). Bovendien dienen jonge leerkrachten voldoende begeleid te worden en op een laagdrempelige manier bij de directie terecht kunnen voor problemen van welke aard dan ook. Laagdrempeligheid houdt in dat vragen en onzekerheden niet als zwakte worden aanzien, zodat men niet het gevoel krijgt dat het hen zal aangerekend worden. Lokaal werken aan desegregatie 30

36 3.1.2 Onderwijsaanbod Een aantrekkelijk pedagogisch project kwam in verschillende scholen als een van de strategieën naar voor om een sociale mix te krijgen. Dit kan meerdere vormen aannemen, wat tot voorzichtigheid noopt vooraleer we het zomaar als succesfactor kunnen bestempelen. In de scholen T en C, bijvoorbeeld, spreekt men van ontwikkelingsgericht onderwijs, gericht op kinderen die inzake IQ in die mate onder het gemiddelde zitten dat ze strikt genomen in aanmerking zouden komen voor Buitengewoon Onderwijs. De onderwijsaanpak bestaat er o.m. in dat voor bepaalde lesinhouden (taal, rekenen, ) relatief homogene groepen worden samen gezet, en dat de lesinhoud op maat van hun capaciteiten wordt aangeleerd. De ouders kiezen er dus voor hun kind in te schrijven in het gewone basisonderwijs, Vroeger was dit hier een parochieschooltje voor de arme kinderen uit de buurt. Op een bepaald moment, dat is zo rond 1990 hebben we gezegd van kijk, mannen, de school wordt hier bijna gesloten, als we nu onze eigen school zouden beginnen, hoe zouden wij dan willen dat die er uit ziet. Toen zijn we met de vier, vijf mensen die hier toen werkten, gaan samen zitten. Ik ben toen veel gaan lezen over Steinerschool, Freinetschool, er zo hier en daar wat elementen uit gehaald, en toen werd gezegd van die dingen worden eigenlijk al toegepast door een aantal leerkrachten. Als we dat nu eens een beetje systematisch zouden ordenen? En dat is eigenlijk de start geweest van de alternatieve manier van werken. (leerkracht, Case F) hetgeen ze aangeboden zien door beide genoemde scholen die op die manier hun contingent niet-indicatorleerlingen weten te verhogen. Toch zien we dat deze scholen verder weg evolueren van de gewenste sociale mix, wat laat veronderstellen dat hun pedagogisch project hiervoor niet volstaat. De aanpak vergt van de leerkrachten veel energie en weegt ook op de motivatie, in die mate dat ook bij de directie twijfel is ontstaan of het vasthouden van sociale mix als doelstelling wel al die opofferingen waard is. In school F wordt gewerkt met ervaringsgericht onderwijs, waarbij een aantal ideeën van methodescholen worden overgenomen en aangepast aan de context (cf. Steiner, Freinet, Ferre Laevers). Die soms alternatief ogende aanpak schijnt wel te appelleren bij ouders die een kind hebben met een leerproblematiek, maar minder bij allochtone ouders die meer gewonnen zijn voor een klassieke gedisciplineerde aanpak. In school L2 heeft een project van de Koning Boudewijnstichting gelopen ( Magneetproject ) dat ervaringsgerichte, klas-doorbrekende en interculturele methodieken heeft binnengebracht, met een grote nadruk op muzische en creatieve vaardigheden. Ook hier is het aantrekkingseffect hiervan op blanke en kansrijke gezinnen onmiskenbaar, evenals de argwaan die de aanpak heeft teweeggebracht bij sommige allochtone ouders. Zowel in Case F als in Case L2 heeft de switch inzake pedagogisch project geleid tot een grotere sociale mix. Lokaal werken aan desegregatie 31

Van segregatie naar diversiteit Overzicht van het SSL onderzoek

Van segregatie naar diversiteit Overzicht van het SSL onderzoek Van segregatie naar diversiteit Overzicht van het SSL onderzoek Thomas Wouters College De Valk, Leuven 23 september 2016 www.steunpuntssl.be Overzicht: segregatie en groepscompositie Meting en evolutie

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen. Overzicht. Segregatie gedefinieerd Belangrijkste bevindingen

De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen. Overzicht. Segregatie gedefinieerd Belangrijkste bevindingen De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen Een analyse voor de schooljaren 2001-2002 tot 2011-2012 Thomas Wouters & Steven Groenez Studiedag SSL Een sterk secundair onderwijs 13 maart 2014 www.steunpuntssl.be

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

Bevraging ouderbetrokkenheid

Bevraging ouderbetrokkenheid Bevraging ouderbetrokkenheid Deel directies Cel ouderbetrokkenheid, netoverstijgende cel van de 3 ouderkoepels 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Algemeen... 4 2. Aantal GOK-leerlingen... 4 3. Aanwezigheid van

Nadere informatie

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan Préambule De stad Amsterdam kent een grote diversiteit.

Nadere informatie

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS?

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? Heidi Knipprath & Katleen De Rick COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE

Nadere informatie

EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach

EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach Gudrun Vanlaar, Machteld Vandecandelaere, Jan Van Damme, Bieke De Fraine & Katja Petry

Nadere informatie

Bevraging ouderbetrokkenheid

Bevraging ouderbetrokkenheid Bevraging ouderbetrokkenheid Deel ouders Cel ouderbetrokkenheid, netoverstijgende cel van de 3 ouderkoepels 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Algemeen... 4 2. Aanwezigheid van oudervereniging, ouderraden en schoolraden...

Nadere informatie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie Welke uitdagingen liggen er? De kwaliteit van de overgang tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool is cruciaal voor jonge kinderen. Onderzoek

Nadere informatie

Tabel 1. Evolutie in sociale mix bij de kleuters in 17 Gentse basisscholen in drie deelgebieden, tussen 01/02/2012 en februari/november 2016.

Tabel 1. Evolutie in sociale mix bij de kleuters in 17 Gentse basisscholen in drie deelgebieden, tussen 01/02/2012 en februari/november 2016. Tabel 1. Evolutie in sociale mix bij de kleuters in 17 Gentse basisscholen in drie deelgebieden, tussen 01/02/2012 en februari/november. Deelgebie d 2015- streef% % IND % IND % IND % IND 2V direct CAP

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Pedagogisch ondersteuningsaanbod op maat voor 20 kleuterscholen in 2012-2013

Pedagogisch ondersteuningsaanbod op maat voor 20 kleuterscholen in 2012-2013 PROJECTOPROEP Hoe omgaan met kinderarmoede op school? Toerusten van leerkrachten in het kleuteronderwijs om beter steun te verlenen aan kansarme kinderen Diego Cervo Pedagogisch ondersteuningsaanbod op

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs. Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs. Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017 Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017 Budget voor SES-lestijden SES-lestijden (sedert 2012) 175 miljoen Euro / jr = 3750

Nadere informatie

HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE

HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE Een onderzoek naar de rol van organisatieproceskenmerken Barbara Belfi, Sarah Gielen,

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs Bijlage bij omzendbrief BaO/2012/01 HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs In enkele overzichtelijke schema s krijgt u zicht op het inschrijvingsrecht. Bij elk schema leest u ook de basisprincipes

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Vlaams Parlement, 37-A (2017-2018) Nr. 1 Uiteenzetting in de Commissie voor Onderwijs 12 oktober 2017 1 Situering van GOK-beleid Decreet van 28 juni

Nadere informatie

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers LOP Gent BaO Evolutie in GOK-cijfers 2002 2005 2008-2009 Werkdocument 13.09.2009 Jean Pierre Verhaeghe 0. Inleiding Op de Algemene Vergadering van 8 juni 2009 werd besloten bij het Ministerie van onderwijs

Nadere informatie

Onderzoeksfiche e00032.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche e00032.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie Verhoeven, J.C., Stassen, K., Devos, G. & Warmoes, V. (2003). Ouders op school en thuis. Onderwijskundig onderzoek in opdracht van de Vlaamse Minister van onderwijs en vorming.

Nadere informatie

Link met het secundair onderwijs

Link met het secundair onderwijs Link met het secundair onderwijs 1. Instroomprojecten 'Tutoraat' en 'Klimop' De moeizame doorstroom in het secundair onderwijs en de instroom naar het hoger onderwijs van kansarme en allochtone jongeren

Nadere informatie

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 ADVIES Algemene Raad 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 Advies over het voorontwerp van decreet houdende de toelatingsvoorwaarden tot het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen school

Nadere informatie

HIVA input bij actuele thema s binnen het LOP Hasselt

HIVA input bij actuele thema s binnen het LOP Hasselt Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra HIVA input bij actuele thema s binnen het LOP Hasselt Anneloes Vandenbroucke & Thomas Wouters 12 december 2013 Overzicht 1. Onderwijssegregatie in het basisonderwijs

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. 1. De Transbaso-scholen

Onderzoeksopzet. 1. De Transbaso-scholen Onderzoeksopzet De bevindingen zijn het resultaat van drie jaar intensief onderzoek in basisscholen in Antwerpen en Gent. Het onderzoek in het kader van dit Transbaso-project had een dubbel doel. Het eerste

Nadere informatie

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school projectgroep 1 NOvELLe: netwerk voor ontwikkeling van expertise voor de Limburgse lerarenopleidingen - Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school Gegevens respondent Codenaam: Postcode: Onderwijs:

Nadere informatie

HOORZITTING INSCHRIJVINGSDECREET 24 MAART 2015

HOORZITTING INSCHRIJVINGSDECREET 24 MAART 2015 HOORZITTING INSCHRIJVINGSDECREET 24 MAART 2015 1 Hoorzittingen Inschrijvingsdecreet Case Vilvoorde 1. Context: stad in superdynamiek 2. Capaciteit en impact op inschrijvingen 3. Ligging/geografie en impact

Nadere informatie

GIBO HEIDE. pedagogisch project

GIBO HEIDE. pedagogisch project GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Studiedagen GOK derde cyclus oktober/november 2008, secundair onderwijs 1. Theoretische kader: Wat? Waarom? Hoe? 2. Instrument voor analyse van

Nadere informatie

Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs

Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs Inleiding: De pedagogische begeleiding heeft voor volgende jaren de samenwerking tussen BaO en SO als prioriteit gekozen.

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Wat houdt onderwijssegregatie juist in?

Nieuwsbrief. Wat houdt onderwijssegregatie juist in? De discussie over etnische segregatie in het onderwijs, zeg maar over zwarte en witte scholen, is onlangs weer opgeflakkerd in de media. Stemmen gaan op dat het inschrijvingsbeleid in het kader van het

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Het inschrijvingsrecht in een notendop 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur als maximaal aantal leerlingen

Nadere informatie

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, december 2014 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de

Nadere informatie

Onderwerp: Inhoudelijk verslag betreffende project migranten vrouwen emancipatie st.kizilpar 2018 (kenmerk ) ( ABBA/VL/7979)

Onderwerp: Inhoudelijk verslag betreffende project migranten vrouwen emancipatie st.kizilpar 2018 (kenmerk ) ( ABBA/VL/7979) Onderwerp: Inhoudelijk verslag betreffende project migranten vrouwen emancipatie st.kizilpar 2018 (kenmerk ) ( ABBA/VL/7979) 30-12-2018 Den Haag Het st.kizilpar heeft in samenwerking met St.dialooghuis

Nadere informatie

31/05/2016. Situering Spring mee! Inhoud

31/05/2016. Situering Spring mee! Inhoud 1 Een project van Vormingplus regio Antwerpen 2 Situering Spring mee! Derde fase van de stedelijke projecten ter bestrijding van kinderarmoede: Effectieve aansluiting van ouders en kind op de school Vorming

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Huiswerk, thuismilieu en het Gelijke Onderwijskansenbeleid. Emilie Franck

Huiswerk, thuismilieu en het Gelijke Onderwijskansenbeleid. Emilie Franck Huiswerk, thuismilieu en het Gelijke Onderwijskansenbeleid Emilie Franck Ongelijkheid in Vlaanderen (1) Ongelijkheid in Vlaanderen is groot Zowel in basisonderwijs (SIBO, TIMSS) als secundair onderwijs

Nadere informatie

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen. Pedagogisch project 1. situering onderwijsinstelling 2. levensbeschouwelijke uitgangspunten 3. visie op ontwikkeling en opvoeding 4. het schoolconcept 1. Situering onderwijsinstelling 1.1 Een gemeenteschool:

Nadere informatie

Bedrijfsvoering Dienst Communicatie

Bedrijfsvoering Dienst Communicatie Bedrijfsvoering Dienst Communicatie PERSBERICHT 20/04/2016 16/0231 Het brugfigurenproject verhoogt ouderbetrokkenheid in het secundair: eerste resultaten na één jaar werking Stad Gent startte in februari

Nadere informatie

Resultaten enquête. Onderzoek van Leen Leys. Master in de pedagogische wetenschappen

Resultaten enquête. Onderzoek van Leen Leys. Master in de pedagogische wetenschappen Resultaten enquête Onderzoek van Leen Leys Master in de pedagogische wetenschappen Voorwoord van de directie BESTE OUDERS, In wat volgt, tonen we de resultaten van een enquête die tijdens het eerste trimester

Nadere informatie

De school als maatschappelijke hefboom. Onderwijsbeleid stad Leuven. Mohamed Ridouani

De school als maatschappelijke hefboom. Onderwijsbeleid stad Leuven. Mohamed Ridouani De school als maatschappelijke hefboom Onderwijsbeleid stad Leuven Mohamed Ridouani Inhoud Stad en onderwijs Onderwijs en maatschappelijke uitdagingen Onderwijsbeleid gericht op Sterk draagvlak Meer toppers

Nadere informatie

Bijlage 31: Basisschool GO! De Schakel, Hoboken

Bijlage 31: Basisschool GO! De Schakel, Hoboken Bijlage 31: Basisschool GO! De Schakel, Hoboken Hoboken is de meest kansarme wijk in Antwerpen. De school ligt midden in de sociale woonwijk Kiel. Om ouderbetrokkenheid maximaal te verhogen, zet de school

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop

Het inschrijvingsrecht in een notendop COC Trierstraat 33 1040 Brussel Het inschrijvingsrecht in een notendop Dat alle leerlingen op school gelijke kansen moeten krijgen, is onbetwistbaar. Het Gelijke Onderwijskansendecreet(GOK-decreet) wil

Nadere informatie

Welkom in De Panda. Stedelijke Basisschool. August Vermeylenstraat 2, 9000 Gent. Tel. 09/

Welkom in De Panda. Stedelijke Basisschool. August Vermeylenstraat 2, 9000 Gent. Tel. 09/ Welkom in De Panda Stedelijke Basisschool August Vermeylenstraat 2, 9000 Gent Tel. 09/221.61.03 De Panda is een kleinschalige school in de levendige, multiculturele wijk Nieuw-Gent. We bereiken kinderen

Nadere informatie

BELEIDSPLAN LOP GERAARDSBERGEN BASIS

BELEIDSPLAN LOP GERAARDSBERGEN BASIS BELEIDSPLAN LOP GERAARDSBERGEN BASIS 2013-2019 SD2 SD3 OD1 In kaart brengen van onderwijslandschap en schoolloopbanen binnen de lokale maatschappelijke context Actie 1 Een brede en actuele omgevingsanalyse

Nadere informatie

Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003

Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003 Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003 Aanleiding In november 2001 nam de gemeenteraad van Maassluis een motie aan om draagvlak te bevorderen voor het realiseren

Nadere informatie

Inschrijvingsdecreet. Vlaams Parlement, Commissie Onderwijs, hoorzitting 24 maart 2015

Inschrijvingsdecreet. Vlaams Parlement, Commissie Onderwijs, hoorzitting 24 maart 2015 Inschrijvingsdecreet Vlaams Parlement, Commissie Onderwijs, hoorzitting 24 maart 2015 Inschrijvingsbeleid in Mechelen Regie inschrijvingsbeleid = LOP BASISONDERWIJS Mechelen Zemst Sint-Katelijne-Waver

Nadere informatie

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3 Opvoedingsproject A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2 A.1 De christelijke identiteit p. 2 A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3 A.3 Zorg voor elk kind = accent op talent p. 4 A.4 Een sterke teamspirit, een

Nadere informatie

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs 1 Een outputbeleid kunnen voeren met behulp van een stappenplan SOK - Omgaan met output in het onderwijs 2 Stappenplan

Nadere informatie

Informatie voor vertegenwoordigers van ouders uit het vrij onderwijs in het lokaal overlegplatform

Informatie voor vertegenwoordigers van ouders uit het vrij onderwijs in het lokaal overlegplatform Informatie voor vertegenwoordigers van ouders uit het vrij onderwijs in het lokaal overlegplatform Het Gelijke Onderwijskansendecreet De focus van het decreet ligt op kinderen en jongeren uit kansarme

Nadere informatie

De kracht van diversiteit in de Vlaamse kleuterscholen. Het project tweedelijnsondersteuning kleuteronderwijs (2KP) toegelicht

De kracht van diversiteit in de Vlaamse kleuterscholen. Het project tweedelijnsondersteuning kleuteronderwijs (2KP) toegelicht Ellen Bauwens VVKBaO Contact: ellen.bauwens@vsko.be De kracht van diversiteit in de Vlaamse kleuterscholen. Het project tweedelijnsondersteuning kleuteronderwijs (2KP) toegelicht 1. Inleiding In april

Nadere informatie

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen

Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Meertaligheid in een monoculturele schoolcontext Oprit 14 naar een schooltraject zonder snelheidsbeperkingen Loes Vandenbroucke & Noël Clycq Oprit 14 onderzoek Doel: Verklaren van (problematische) schoolloopbanen

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Project Wegwijzer: planning 22 december 2017

Project Wegwijzer: planning 22 december 2017 Wegwijzer: Algemeen overzicht WEGWIJZER - Strategische doelstelling 1: Professionaliseren en uitdragen van het project Wegwijzer naar de burgers en naar het beleid Operationele doelstelling 1.1 Professionaliseren

Nadere informatie

Wat denken je medestudenten? Op welke punten verschilt jullie aanpak? Hoe komt dit denk je? Wat vind jij belangrijk als het gaat over verwachtingen

Wat denken je medestudenten? Op welke punten verschilt jullie aanpak? Hoe komt dit denk je? Wat vind jij belangrijk als het gaat over verwachtingen 1 2 3 4 Wat denken je medestudenten? Op welke punten verschilt jullie aanpak? Hoe komt dit denk je? Wat vind jij belangrijk als het gaat over verwachtingen tavindividuele kleuters? Waarom vind je dit belangrijk?

Nadere informatie

OUDERTEVREDENHEID SCHOLENGEMEENSCHAP EENSCHAP DE KRAAL SCHOOLJAAR 2007-2008

OUDERTEVREDENHEID SCHOLENGEMEENSCHAP EENSCHAP DE KRAAL SCHOOLJAAR 2007-2008 Scholengemeenschap DE KRAAL nr. Kleuteronderwijs en lager onderwijs nr. 120766 vzw Katholiek Onderwijs De Kraal /RPR Leuven 436.607.391 Van Bladelstraat 25 3020 Herent www.kraal.be OUDERTEVREDENHEID SCHOLENGEMEENSCHAP

Nadere informatie

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE DOELSTELLING De Linde is een school voor buitengewoon lager onderwijs. Onze doelstelling kadert volledig binnen de algemene doelstelling van de Vlaamse Overheid met betrekking

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Studiedagen GOK derde cyclus oktober/november 2008 1. Leerlingen- en ouderparticipatie is 2. Waarom? 3. Hoe? 4. Instrument voor analyse beginsituatie

Nadere informatie

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen 1 2 3 4 1. Wat is beleidsvoerend vermogen? De scholen die een succesvol beleid voeren, gebruiken hun beleidsruimte maximaal zodat de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

Inspraak en participatie in het schoolbeleid:

Inspraak en participatie in het schoolbeleid: Inspraak en participatie in het schoolbeleid: een onmisbaar element in de kwaliteitszorg Jef Verhoeven Centrum voor Onderwijssociologie KU Leuven 23 december 2003 Inspraak en participatie 1 1. Kwaliteitszorg

Nadere informatie

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk Peter Van Petegem Jan Van Hoof EduBROn UA Jef C. Verhoeven Ina Buvens Centrum voor Onderwijssociologie KU

Nadere informatie

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil?

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? Gil Keppens & Bram Spruyt SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF

Nadere informatie

Bevorderen van integratie op de politieke agenda

Bevorderen van integratie op de politieke agenda Bevorderen van integratie op de politieke agenda Door Hans Teegelbeckers, VOS/ABB Sinds de jaren 80 wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over etnische segregatie in het Nederlands onderwijs, de

Nadere informatie

Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied

Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied Bijlage 1 bij omzendbrief BaO/2012/01 Samenvatting van het inschrijvingsrecht voor basisscholen, gelegen buiten LOP-gebied Deze samenvatting is specifiek voor scholen uit het gewoon basisonderwijs die

Nadere informatie

Samenwerken over sectoren heen

Samenwerken over sectoren heen Samenwerken over sectoren heen Inhoud In deze workshop wordt de betekenis en de meerwaarde van samenwerken tussen verschillende organisaties uitgewerkt. We schetsen hoe zo n samenwerking kan evolueren,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Gok is overal Gelijke onderwijskansen realiseren op alle niveaus

Gok is overal Gelijke onderwijskansen realiseren op alle niveaus Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Gok is overal Gelijke onderwijskansen realiseren op alle niveaus Prof. Dr. I. Nicaise KU Leuven (HIVA / PPW) Deel 1 INLEIDING 17-2-2017 2 Armoederisico (%)

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS)

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Commissie Onderwijs Vlaams Parlement 2 juni 2016 Promotoren: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck

Nadere informatie

Het Huis der Talen. «Immersie onderwijs in de provincie Luik» Luik 10.06.2013. Agnes De Rivière

Het Huis der Talen. «Immersie onderwijs in de provincie Luik» Luik 10.06.2013. Agnes De Rivière Het Huis der Talen «Immersie onderwijs in de provincie Luik» Luik 10.06.2013 Agnes De Rivière Wie zijn wij? Opgericht in 2008 Platform Ondersteuning van de economische ontwikkeling in de regio. Promotie

Nadere informatie

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT - SCHOOLBROCHURE - Basisonderwijs DE LINDE, Overpelt ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT In ons Eigen opvoedingsproject (EOP) kan u lezen hoe wij als school onze opvoedingstaak zien.

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leuven, 29 april 2009 1 Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Jan Van

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem. Infosessie ouders start schooljaar

Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem.   Infosessie ouders start schooljaar Aanmelden in regio Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem https://aanmelden.school Infosessie ouders start schooljaar 2019-2020 1 DE GROTE LIJNEN VOLGENS HET DECREET Een woordje uitleg 2 TERUGBLIK

Nadere informatie

HUISVESTING & PLAATSING VAN LEERLINGEN

HUISVESTING & PLAATSING VAN LEERLINGEN HUISVESTING & PLAATSING VAN LEERLINGEN 1. Inleiding OBS Brandevoort is een grote school die in de afgelopen jaren zeer sterk is gegroeid en te maken heeft gehad met meerdere (tijdelijke) onderwijslocaties.

Nadere informatie

Inloopteams hebben als taak ouders te ondersteunen bij de opvoeding van hun jonge kinderen via een laagdrempelig en preventief activiteitenaanbod.

Inloopteams hebben als taak ouders te ondersteunen bij de opvoeding van hun jonge kinderen via een laagdrempelig en preventief activiteitenaanbod. Inloopteams hebben als taak ouders te ondersteunen bij de opvoeding van hun jonge kinderen via een laagdrempelig en preventief activiteitenaanbod. Een inloopteam werkt doelgroepgericht. De gezinnen waar

Nadere informatie

Brede School - Grimbergen

Brede School - Grimbergen Grimbergen Integratiedienst, gemeentebestuur Grimbergen Ondersteuning ontwikkelingen Brede School vanuit Provincie Vlaams- Brabant (diversiteit & onderwijs) Brede School? Beleidsvisie 2014-2019 Grimbergen:

Nadere informatie

Van de 391 bevragingen, vulden 305 directies het aantal GOK-leerlingen in met volgende verdeling: 0-20% 20-40% 40-60% 60-80% %

Van de 391 bevragingen, vulden 305 directies het aantal GOK-leerlingen in met volgende verdeling: 0-20% 20-40% 40-60% 60-80% % Verwerking bevraging: deel directies 1. Algemeen Van de en werden 391 bevragingen ingevuld, waaronder - 87 van VCOV (ouderkoepel van het vrij gesubsidieerd onderwijs) - 150 van KOOGO ( ouderkoepel van

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Conceptbevindingen 16 december 2015 Inhoud sheets 1. Doel van de bijeenkomst 2. Onderzoeksvragen 3. Verdeling van geïnterviewde scholen 4. Beelden op basis van

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13

INHOUDSOPGAVE 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13 Inhoudsopgave 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13 1.1. Inleiding 13 1.1.1 De Vreedzame School 13 1.1.2 De pedagogische opdracht van de school 15 1.1.3 Burgerschapsvorming in het onderwijs 16 1.1.4 Wat vermag

Nadere informatie

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang Ronde 4 Ayse Isçi Onderwijscentrum, Gent Contact: ayse.isci@gent.be Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang Meertaligheid in het onderwijs en in de opvang

Nadere informatie

Wat is een indicatorleerling?

Wat is een indicatorleerling? INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR VAN HET SINT-ROMBOUTSCOLLEGE (schooljaar 2014 2015) Sinds vorig schooljaar legt de overheid de scholen op om een evenwichtige sociale mix na te streven in hun leerlingenpopulatie.

Nadere informatie

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Elementen van een pedagogisch project 1 GEGEVENS M.B.T. DE SITUERING VAN

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie