Scan van de Nederlandse bouwsector. in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scan van de Nederlandse bouwsector. in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)"

Transcriptie

1 in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) 13 juni 2002

2 Scan van de Nederlandse bouwsector in opdracht van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) 13 juni 2002 CapAnalysis Group (Europe) 1 Avenue des Nerviens 9-31, box 2 B-1040 Brussels T F E VisserM@capecon.com W 1 CapAnalysis is gelieerd aan Howrey Simon Arnold and White LLP 2

3 Inhoudsopgave p. Inhoudsopgave 3 Overzicht figuren en tabellen 4 Inleiding 5 1. Contouren van de Nederlandse bouwsector Algemeen Activiteiten van bouwondernemingen Burgerlijke en Utiliteitsbouw () Grond- Water- en Wegenbouw () Installatietechniek Omvang van de markt Gebruikte gegevens Bouwproductie Opdrachtgevers (vraag) Burgerlijke en Utiliteitsbouw Grond- Water en Wegenbouw Bouwondernemingen (aanbod) Grote bouwondernemingen in Nederland Samenwerking in de bouwnijverheid van de grootste bouwprojecten voor de Nederlandse overheid Inleiding Beschrijving van de 100 projecten Combinatievorming Analyse Inleiding Relevante markten Structuur van de markt en het risico van inbreuken op Mededingingswet Kartels Economische machtsposities Conclusies 33 Literatuurlijst Bijlage 100 van de grootste bouwprojecten voor de Nederlandse overheid

4 Overzicht figuren en tabellen p. Tabel 1 Bouwproductie Tabel 2 Opdrachtverlening bouw (2000) 10 Tabel 3 Opdrachtverlening bouw (2000) 11 Tabel 4 Aantallen en omvang van projecten waarvoor in 1997 vergunning is verleend 12 Tabel 5a bouwondernemingen naar type en grootte (2000) 14 Tabel 5b bouwondernemingen naar type en grootte (2000) 14 Tabel 5c Bouwondernemingen naar type en grootte (2000) 14 Tabel 6a Verdeling bedrijven naar grootte van de omzet 15 Tabel 6b Verdeling bedrijven naar grootte van de omzet 15 Tabel 7 Grootste Nederlandse bouwondernemingen 16 Tabel van de grootste overheidsaanbestedingen Tabel 9 Opdrachtgevers van 100 van de grootste bouwprojecten 21 Tabel 10 Projecten in rangorde naar grootte 21 Tabel 11 De 10 grootste projecten 22 Tabel 12 Combinatievorming naar marktsegment 23 Tabel 13 5 grootste projecten in het segment niet in combinatie uitgevoerd 24 Tabel 14 Aantal deelnemers in combinaties en omvang van projecten 25 Figuur 1 Opdrachtgevers bouw 9 Figuur 2 Opdrachtgevers bouw 11 Figuur 3 Aantal bouwondernemingen naar grootte (manjaren) Figuur 4 Aantal bouwondernemingen naar grootte (manjaren) Figuur 5 Combinatievorming en onderaanneming 18 Figuur 6 Frequentie van combinaties 24 Figuur 7 Frequentieverdeling aantal offertes 26 4

5 Inleiding Deze rapportage is opgesteld in opdracht van de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) en is bedoeld om meer inzicht te geven in de structuur van de Nederlandse bouwsector en de mate waarin en de wijze waarop door ondernemingen in deze sector wordt geconcurreerd. De NMa is sinds 1998 verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Mededingingswet die ziet op het instandhouden en bevorderen van de concurrentie in Nederland. Deze rapportage staat los van lopende onderzoeken van de NMa en is uitsluitend gebaseerd op publiekelijk beschikbare informatie. In het eerste deel van deze rapportage wordt ingegaan op de markten waarop ondernemingen in de Nederlandse bouwsector actief zijn, de populatie van bouwondernemingen in Nederland, de vormen van samenwerking tussen de bouwondernemingen bij de uitvoering van werken en de verhouding tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Het tweede deel van de rapportage bestaat uit een beschrijving op basis van openbare gegevens van 100 van de grootste bouwprojecten die de afgelopen vier jaar (1998 t/m 2001) door de Nederlandse overheid en aan de overheid gerelateerde organisaties en bedrijven zijn aanbesteed. 2 De omvang van deze projecten, het belang van deze projecten voor de markt en aan wie de projecten zijn gegund, worden in kaart gebracht. In het derde en laatste deel wordt een analyse gegeven van de in de voorgaande delen beschreven informatie. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de betekenis van de grotere bouwondernemingen voor de grotere projecten, de toegankelijkheid van de Nederlandse markt voor buitenlandse ondernemingen en de effecten die de structuur van de markt kan hebben op de concurrentie tussen de bouwondernemingen en de (on)waarschijnlijkheid dat concurrentiebeperkende afspraken of gedragingen optreden. 2 De lijst met projecten is opgesteld door de NMa. De informatie is afkomstig uit het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen waarin verplichte publicatie plaatsvindt van openbare aanbestedingen, aangevuld met informatie van de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en Defensie. 5

6 1. Contouren van de Nederlandse bouwsector 1.1 Algemeen De bouwsector is een belangrijke sector van de Nederlandse economie. In het jaar 2000 werkten er ruim personen in ruim ondernemingen die met een productie van ruim 40 miljard euro goed zijn voor ca. 10% van het Bruto Binnenlands Product. 3 Voor een onderzoek naar de wijze waarop door ondernemingen op de markt wordt geconcurreerd zeggen dergelijke gegevens niet veel. Het beoordelen van de effecten van fusies en overnames en van afspraken tussen of gedragingen van ondernemingen kan slechts zinvol plaatsvinden in de context van de markt waarop ondernemingen met elkaar concurreren, de relevante markt. Relevante markten kunnen pas zinvol worden vastgesteld aan de hand van de specifieke omstandigheden van een concreet geval, bijvoorbeeld bij een fusie of overname. Een precieze afbakening van relevante markten valt daarom buiten het bereik van deze rapportage, maar er kan meer in het algemeen wel een aantal opmerkingen worden gemaakt. De relevante markt heeft zowel een productdimensie als een geografische dimensie. Bedrijven concurreren op de relevante productmarkt met elkaar indien zij producten aanbieden die voor de afnemer of consument als onderling uitwisselbaar (substitueerbaar) worden beschouwd of als deze ondernemingen zonder al teveel moeite kunnen overschakelen op de productie van substitueerbare producten. Bedrijven die op dezelfde productmarkt actief zijn kunnen alleen met elkaar concurreren indien zij ook in hetzelfde geografische gebied actief zijn. De geografische omvang van een productmarkt kan per product verschillen en kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van transportkosten of de (beperkte) houdbaarheid van de producten. Het effect van fusies en overnames of afspraken tussen ondernemingen op de concurrentie op markten zal voor een belangrijk deel afhangen van de positie van de betrokken ondernemingen op de relevante markten waarop zij actief zijn. Zonder marktmacht zijn ondernemingen niet in staat om het concurrentiele proces te sturen en op een profijtelijke manier prijsverhogingen door te voeren. Een veel gebruikte indicator voor marktmacht is marktaandeel. 4 Marktaandeel moet echter met de nodige voorzichtigheid als indicator voor marktmacht gebruikt worden, een hoog marktaandeel staat niet automatisch gelijk aan marktmacht. Als toe- en uittreding eenvoudig is, dan heeft zelfs een onderneming met een groot marktaandeel geen marktmacht; een prijsverhoging (niet gerelateerd aan hogere kosten maar louter ter vergroting van de winst) zal direct leiden tot toetreding van nieuwe ondernemingen. Deze rapportage geeft geen exacte marktafbakening, en bevat daarom ook geen opvatting over de mate van concurrentie op die markten. Wel poogt het beter inzicht te 3 bron: CBS (Statistisch Jaarboek 2002)/EIB 4 Daarnaast bestaan er, op marktaandelen gebaseerde indicatoren voor de structuur van markten (de verdeling van marktaandelen). Voorbeelden hiervan zijn de Hirschmann-Herfindahl Index (HHI) is de som van de gekwadrateerde marktaandelen (hierdoor wegen hoge marktaandelen zwaarder dan lage marktaandelen) en de C3 en C5 index die worden bepaald door de som van de marktaandelen van de 3 respectievelijk 5 grootste ondernemingen die op een markt actief zijn. 6

7 verschaffen in de contouren en kenmerken van de Nederlandse bouwsector. Als eerste stap in de beschrijving van de sector zal nu ingegaan worden op de activiteiten van ondernemingen die deel uitmaken van de bouwsector. 1.2 Activiteiten van bouwondernemingen Een vaak gebruikte onderverdeling van de activiteiten van bouwondernemingen is die tussen Burgerlijke en Utiliteitsbouw (), Grond- Water- en Wegenbouw () en Installatietechniek. Binnen elk van deze deelsectoren kan een nader onderscheid naar activiteiten gemaakt worden Burgerlijke en Utiliteitsbouw () Binnen het segment, waaronder wordt verstaan het bouwen, onderhouden en renoveren van woningen en kantoren, kan allereerst een onderscheid gemaakt worden tussen het in opdracht van derden uitvoeren van werken en het voor eigen rekening en risico ontwikkelen van kantoren en woningen (projectontwikkeling). Het bouwen, onderhouden en renoveren van huizen en kantoren bestaat uit diverse te onderscheiden werkzaamheden waaronder: Schilderen; Timmeren; Metselen; Voegen; Vlechten; Tegelzetten; Stukadoorswerkzaamheden; Het leggen van vloeren en Dakwerkzaamheden Grond-, Water- en Wegenbouw () Binnen, waaronder wordt verstaan het uitvoeren van grondwerken en het aanleggen en onderhouden van waterbouwwerken en wegen zijn onder andere de volgende deelactiviteiten te onderscheiden 5 : Grondwerk: het verrichten van grondverzet voor infrastructuur en terreinen; Droge waterbouw: bouwen van bruggen, tunnels, viaducten en waterzuiveringsinstallaties; Railbouw: bouwen van railinfrastructuur; Kust- en oeverwerk: rijs- en stortwerk, havendammen; Baggerwerk; onderhouds- en milieubaggeren, kustsuppleties, en Kabel- en buizenwerk: leggen van kabels en buizen voor energie, water en telecommunicatie. Wegenbouw: asfaltwerk; Straatwerk: het leggen van bestratingen; 5 Zie ook marktmonitor Grond- Water en Wegenbouw, EIB

8 1.2.3 Installatietechniek Het marktsegment Installatietechniek kan nader onderverdeeld worden in het aanbrengen, onderhouden en repareren van: Elektrische installaties (stroom, communicatie, automatisering en procesbesturing), Werktuigbouwkundige installaties (verwarming, ventilatie, luchtbehandeling, koeling en brandpreventie) en Sprinklers. De hierboven beschreven werkzaamheden binnen de onderscheiden segmenten zullen over het algemeen niet substitueerbaar zijn en vormen wellicht aparte relevante markten. Anderzijds bieden algemene bouwbedrijven een bundel van werkzaamheden aan waardoor zij opdrachten waar een combinatie van werkzaamheden voor nodig is kunnen aannemen en uitvoeren. Een algemeen bouwbedrijf zou zowel met een timmerbedrijf als met een metselaarsbedrijf kunnen concurreren als deze werkzaamheden tot de bundel zouden behoren. Grotere algemene bouwondernemingen zijn vaak op meerdere markten tegelijk actief en zullen bij het uitvoeren van projecten vaak als hoofdaannemer optreden. Naast het uitvoeren van concrete bouwwerkzaamheden kunnen ondernemingen ook in andere stadia van de productiekolom actief zijn en zich, naast het bouwen van woningen of het aanleggen van wegen, ook bezig houden met de productie van voor de bouwactiviteiten noodzakelijke materialen of andere aan de bouw gerelateerde activiteiten. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de productie van asfalt door wegenbouwers of de exploitatie van een winkelcentrum door het algemene bouwbedrijf dat dit winkelcentrum ontwikkelde (achterwaartse respectievelijk voorwaartse verticale integratie). De mogelijkheid van ondernemingen om al dan niet zelfstandig grotere projecten uit te voeren heeft invloed op de mate van concurrentie. Een éénmans bedrijf kan geen grote opdrachten aannemen als die zijn capaciteit te boven gaan. Wel kan hij als onderaannemer worden ingeschakeld bij grote opdrachten of hij kan zijn krachten bundelen met die van anderen in een combinatie. Op deze vormen van samenwerking wordt later in deze rapportage nader ingegaan. Overigens wordt de deelsector Installatietechniek in het hierna volgende buiten beschouwing gelaten, omdat hier aanzienlijk minder specifieke gegevens over bekend zijn en omdat Installatietechniek een minder belangrijke rol speelt bij de uitvoering van de projecten die later in deze rapportage worden geanalyseerd. 1.3 Omvang van de markt Gebruikte gegevens De belangrijkste beschikbare openbare informatiebronnen voor algemene gegevens over de Nederlandse bouwnijverheid zijn het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). Door verschillen in de methoden van dataverzameling lopen de cijfers van beide instituten nogal uiteen. 8

9 Het CBS verzamelt gegevens over de bouwnijverheid en schat het totaal aantal bedrijven in 2000 op ruim , terwijl het EIB op basis van gegevens van de uitvoeringsorganisatie uitkomt op ruim bedrijven met personeel in dienst in de segmenten en. Belangrijkste oorzaken van het grote verschil in het aantal ondernemingen is (1) dat er een groot aantal Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP) actief is die niet staan ingeschreven bij de uitvoeringsorganisatie (omdat ze geen personeel hebben) en daarom niet zijn opgenomen in de cijfers van het EIB, (2) dat bedrijven die bij een andere uitvoeringsorganisatie dan SFB (Sociaal Fonds Bouwnijverheid) staan ingeschreven niet worden meegeteld en (3) dat installatietechniek niet is inbegrepen in de onderzoeken van het EIB. Verschillen in de cijfers van het CBS en EIB worden met name veroorzaakt door definitieverschillen en doen op zich niet af aan de betrouwbaarheid van het ene of het andere gegevensbestand. De samenstelling van de gegevensbestanden is echter wezenlijk verschillend. Voor het doel van deze rapportage, het vanuit mededingingsrechtelijk perspectief inzicht geven in de Nederlandse bouwsector, zijn de gegevens van EIB beter geschikt dan die van het CBS. 6 Daarom is ervoor gekozen in de rapportage hoofdzakelijk gebruik te maken van gegevens van het EIB. De door het EIB gehanteerde eenheid bij het tellen van aantallen bedrijven is het lid- of aansluitnummer bij het SFB. Er kunnen dubbeltellingen in het bestand voorkomen als ondernemingen, bijvoorbeeld door fusies of overnames, (tijdelijk) over meer dan één aansluitnummer beschikken Bouwproductie Het segment maakt ongeveer driekwart van de totale bouwproductie uit en het segment één vierde deel. De omzet van de in de bouwnijverheid actieve ondernemingen is een stuk hoger dan de productie, maar dat wordt vooral veroorzaakt door dubbeltellingen van productie bij hoofd- en onderaannemers en geeft dus een minder goed beeld van de feitelijke productie. De omvang van de bouwproductie in 2000 is als volgt opgebouwd. Tabel 1 Bouwproductie 2000 mln. euro mln. euro % van totaal Woningbouw - nieuwbouw herstel- en verbouw totaal woningbouw ,3% Utiliteitsbouw - nieuwbouw herstel en verbouw onderhoud gebouwen totaal utiliteitsbouw ,4% Grond- water- en wegenbouw - nieuwbouw en herstel onderhoud totaal grond- water- en wegenbouw ,3% Totaal ,0% Bron EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) 6 Er is meer, gedetailleerdere en meer recente informatie van het EIB beschikbaar, terwijl informatie van het CBS over bijvoorbeeld Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP) voor deze rapportage minder van belang zijn. 9

10 1.4 Opdrachtgevers (vraag) Burgerlijke en Utiliteitsbouw In het segment was de vraag van ruim 33 miljard euro in 2000 als volgt afkomstig van de verschillende opdrachtgevers. Figuur 1 Opdrachtgevers bouw Overige** 22% Overheid* 9% Woningbouwcorporaties 10% Bedrijven 34% Particulieren 19% Hoofdaannemers 6% * Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen. ** Inclusief bouw op eigen initiatief van het bouwbedrijf (projectontwikkeling voor eigen rekening en risico) Bron EIB, 2001 (bewerking CapAnalysis) De overheid is met een aandeel van 9% een kwantitatief gezien minder belangrijke opdrachtgever in het segment, in tegenstelling tot ondernemingen en particulieren met een gezamenlijk aandeel van 53%. De vraag op welke wijze een opdracht wordt verleend hangt samen met het soort opdrachtgever. Indien veel in opdracht van overheden wordt gewerkt zal aanbesteding een veel toegepaste wijze van opdrachtverlening zijn. Overheden zijn verplicht om opdrachten die een bedrag van euro 7 te boven gaan openbaar aan te besteden. In het segment was de verdeling over de verschillende soorten opdrachtverlening als volgt. Tabel 2 Opdrachtverlening bouw (2000) Wijze van opdrachtverlening mln. euro % Aanbesteding % Enkelvoudige uitnodiging * % Klantenwerk** % Eigen risicobouw % Bouwteam*** % Overig % Totaal % * Slechts één onderneming wordt verzocht een aanbieding te doen. ** Onderhoudsopdrachten aan werken die reeds door de bouwonderneming zijn gerealiseerd *** De bouwonderneming is reeds betrokken bij de voorbereiding van het project. Bron: EIB, 2001 (bewerking CapAnalysis) 7 Richtlijn 93/37 van 14 juni 1993, PB L199 van 9 augustus 1993 (in bepaalde uitzonderinggevallen is de drempelwaarde iets lager namelijk 5 miljoen euro). 10

11 Uit voorgaande tabel blijkt die grotere betrokkenheid van bouwondernemingen bij opdrachten van particulieren en bedrijven uit het hoge percentage voor de categorie bouwteam. Uit de tabel blijkt echter ook dat een behoorlijk deel van de opdrachten van particulieren en bedrijven wordt aanbesteed (de overheid is verantwoordelijk voor ruim 9% van de omzet in het segment, terwijl 25% van de totale gerealiseerde omzet wordt aanbesteed) Grond- Water en Wegenbouw De verdeling van de vraag over de verschillende groepen van opdrachtgevers was in 2000 in het segment als volgt. Figuur 2 Hoofdaannemers 16% Particulieren 4% Overige 8% Opdrachtgevers bouw Overheid* 49% Bedrijven 23% * Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen Bron: EIB, 2001 (bewerking CapAnalysis) De overheid is een belangrijke opdrachtgever in het segment. Aangezien overheden verplicht zijn grotere opdrachten middels een aanbestedingsprocedure te gunnen zal aanbesteding in het segment een belangrijke wijze van opdrachtverlening zijn. Opdrachten voor wegverkeersvoorzieningen gegund door de rijksoverheid worden bijvoorbeeld voor nagenoeg 100% aanbesteed, en aanbesteding van wegverkeersvoorzieningen door gemeenten is tussen 1989 en 1999 toegenomen van 73 naar 84% van het totaal besteedde bedrag 8 Tabel 3 Opdrachtverlening bouw (2000) wijze van mln. euro % opdrachtverlening Aanbesteding % Enkelvoudige uitnodiging % Klantenwerk 676 6% Overig % Totaal % Bron: EIB, 2001 (bewerking CapAnalysis) Als wordt gekeken naar de omzet binnen zowel het segment als het segment dan waren de gezamenlijke overheden in 2000 als opdrachtgevers verantwoordelijk voor opdrachten ter waarde van in totaal ruim 8 miljard euro. Met aanbestedingsprocedures was in 2000 een kleine 15 miljard euro gemoeid, oftewel ongeveer een derde van de totale productie van ruim 44 miljard euro (zie paragraaf 1.2.2). 8 EIB, Uitbesteding in de grond-, water en wegenbouw,

12 De gemiddelde omvang van bouwprojecten zoals uitgevoerd door grote bouwondernemingen is gestegen van ruim euro begin jaren 90 naar ruim euro aan het eind van de jaren 90 9 en houdt daarmee ongeveer gelijke tred met de inflatie. 10 Er is weinig bekend over de gemiddelde omvang van projecten uitgevoerd door bouwondernemingen. De beschikbare informatie is enigszins gedateerd maar geeft wel een beeld van de verdeling in grootteklassen van bouwprojecten in het segment. Tabel 4 Bouwsom project (mln. euro) Aantallen en omvang van projecten waarvoor in 1997 vergunning is verleend Aantal werken Aandeel in totaal aantal werken (mln. euro) Omvang totale bouwsomklasse Aandeel in totale bouwsom < 0, % % 0,23 - < 0, % % 0,91 - < 2, % % 2,27 - < 4, % % % % Totaal %* % * Telt niet op tot 100% door afrondingsverschillen Bron: EIB/CBS (bewerking CapAnalysis) Het grootste deel van de projecten in het segment is kleiner is dan 0,23 miljoen euro (ca. 0,27 miljoen euro in 2002 prijzen), maar dat tegelijkertijd een groot deel van de omzet juist wordt gegenereerd bij projecten groter dan 0,91 miljoen euro (ruim 1 miljoen euro in 2002 prijzen) Bouwondernemingen (aanbod) De productie in de Nederlandse bouwnijverheid wordt gerealiseerd door een groot aantal ondernemingen die qua omvang en activiteiten variëren van klein en gespecialiseerd tot zeer groot en in staat bijna alle activiteiten zelfstandig uit te voeren. Ondanks fusies en overnames neemt het aantal bedrijven dat in de bouwnijverheid actief is niet af maar juist toe. Dit is waarschijnlijk mede veroorzaakt door de gunstige economische omstandigheden van de afgelopen jaren. Het aantal ondernemingen met personeel is in de periode gestegen van bijna tot ruim Bijna 93% van de nieuwe ondernemingen in 2000 had minder dan 5 werknemers en geen enkele meer dan 200. Bestaande ondernemingen kunnen naar een hogere of lagere grootteklasse stijgen of dalen. Van 1999 op 2000 kwam er per saldo 1 onderneming bij met meer dan 1001 werknemers en kwamen er 5 bij in de grootteklasse werknemers. 12 In onderstaande figuur over de ontwikkeling van het aantal ondernemingen van 1995 tot en met 2000 is alleen een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het aantal ondernemingen in de grootteklasse vanaf manjaren. Bij de hoogste twee grootteklassen ( en 1001 en meer manjaren) staat het aantal ondernemingen in de figuur vermeld. 9 EIB, Concurrentie en grootbedrijf in de bouw, Op grond van CBS indexcijfer productieprijs gebouwen Zie voetnoot EIB, De bouwbedrijven in 2000,

13 Figuur 3 Aantal bouwondernemingen naar grootte (manjaren) > Bron: EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) Uit de gegevens is niet te onderscheiden welke verschuivingen door autonome groei en welke door fusies en overnames tot stand zijn gekomen. Als ondernemingen met meer dan 100 manjaren tot het grootbedrijf worden gerekend, dan zijn er daarvan in de bouwnijverheid 326, ofwel 1,6% van het totaal aantal bij de bedrijfsvereniging geregistreerde bedrijven. De verdeling van de bouwondernemingen naar grootteklasse zag er in 2000 als volgt uit. Figuur 4 Aantal bouwondernemingen naar grootte (manjaren) groter dan 1001 Bron: EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) Behalve de ondernemingen met personeel die zijn opgenomen in bovenstaande figuur is er, zoals hiervoor aangegeven ook nog een groot aantal eenmansbedrijven, de zogenaamde zelfstandigen zonder personeel (ZZP) in de bouwsector actief. Er kan bij de ondernemingen in de bouwsector nader onderscheid gemaakt worden op basis van het soort werkzaamheden dat wordt uitgevoerd. In onderstaande tabellen is voor de segmenten en een dergelijk onderscheid gemaakt. 13

14 Tabel 5a bouwondernemingen naar type en grootte (2000) Type grootte in manjaren totaal (%) Nieuwbouw en onderhoud (38,3%) algemeen Schilderwerk (22,5%) Timmerwerk (7,9%) Overige afwerking (6,2%) Stukadoorswerk (6,1%) Metselwerk (3,9%) Tegelzetwerk (3,7%) Dakwerk bitumineus (3,3%) Voegwerk (2,2%) Dakwerk (2,0%) Vloerlegwerk (1,4%) Vlechtwerk (1,2%) Steigerbouw (0,9%) Projectontwikkeling (0,2%) Kassenbouw (0,1%) Kunststeenwerk (0,1%) totaal (100%) Bron: EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) Uit de tabel is af te lezen hoe de verdeling is over de verschillende grootteklassen en wat het relatieve belang is van een bepaald specialisme binnen het segment. Er zijn bijvoorbeeld 67 timmerbedrijven met een omvang van tussen de 21 en 50 manjaren en er zijn schilderbedrijven op een totaal van ondernemingen in het segment (22,5%). Tabel 5b bouwondernemingen naar type en grootte (2000) Type grootte in manjaren totaal (%) Straatwerk (44,0%) Grond- water en (23,7%) wegenbouw algemeen Grondwerk (16,1%) Betonwerk (4,4%) Kabel/buizenwerk (4,4%) Nat baggerwerk (4,1%) Grondboring (2,4%) Droog baggerwerk (0,8%) totaal * (100%) * telt niet op tot 100% door afrondingsverschillen. Bron: EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) Voor de bouwsector in geheel (installatiebedrijven niet meegerekend) is de verdeling van aantallen ondernemingen over de segmenten, en overige ondernemingen opgenomen in onderstaande tabel. In de rubriek Overig zijn met name categorieën van aan bouw gerelateerde activiteiten zoals sloopwerk, heiwerk en de verhuur van materieel opgenomen. Tabel 5c Bouwondernemingen naar type en grootte (2000) Type grootte in manjaren totaal (%) totaal (79,0%) totaal (13,0%) Totaal Overig (8,0%) Totaal (100%) Bron: EIB, 2002 (bewerking CapAnalysis) 14

15 Van de totale hoeveelheid ondernemingen zijn er dus in het segment, in het segment en in de categorie overig in te delen. Uit de uitsplitsing naar segmenten blijkt dat ruim 38% van de ondernemingen in het segment 'algemene' bouwbedrijven zijn ('nieuwbouw en onderhoud algemeen') terwijl dat percentage in het segment (Grond- water- en wegenbouw algemeen) op bijna 24% ligt. Er is dus een groot aantal gespecialiseerde bedrijven waarbij opvalt dat er in het segment een relatief groter aantal kleine ondernemingen actief is dan in het segment. Een kleine 75% van de ondernemingen in het segment heeft een omvang van 10 manjaren of minder, bij is dat ruim 66%. Voor beide segmenten geldt dat ook indien geen rekening wordt gehouden met ZZP-ers, er sprake is van een brede basis met een relatief smalle top. Die smalle top wordt voor een belangrijk deel gevormd door de algemene bouwondernemingen ( nieuwbouw en onderhoud algemeen en grond- weg- en waterbouw algemeen ). Ruim 70% van de ondernemingen met een omvang van 101 manjaren en meer bestaat uit algemene bouwondernemingen. De gespecialiseerde ondernemingen zijn meestal kleiner en bij een behoorlijk aantal subcategorieën zijn er geen of een heel beperkt aantal ondernemingen die tot het grootbedrijf gerekend kunnen worden (bijvoorbeeld in de subcategorieën dakwerk en grondboring). 13 Het EIB heeft ook onderzoek gedaan naar de frequentieverdeling van bouwondernemingen naar grootte op basis van de omzet. Daaruit blijkt de volgende verdeling binnen het segment en het segment. Tabel 6a Verdeling bedrijven naar grootte van de omzet Omzet x euro % in 2000 (van totaal aantal bedrijven) % % % % > % Totaal 100% Bron: EIB (bewerking CapAnalysis) Tabel 6b Verdeling bedrijven naar grootte van de omzet Omzet x euro % in 2000 (van totaal aantal bedrijven) % % % % > % Totaal 100% Bron: EIB (bewerking CapAnalysis) Zowel bij als bij valt op dat er een grote groep ondernemingen is die een omzet van tussen ca 0,5 en 2,3 miljoen euro behaalt. De tabellen laten ook zien dat de verdeling van aantallen bedrijven binnen de segmenten en 13 Het aantal ondernemingen in de verschillende grootteklassen (op basis van aantal personeelsleden) en het aantal ondernemingen dat op een markt actief is, zegt weinig over de omzet van deze ondernemingen, of hun positie op de markten waarop ze actief zijn. 15

16 verschilt; in het segment zijn de grotere bedrijven relatief belangrijker dan in het segment. In beide segmenten is het aantal grote ondernemingen beperkt. Uit een enquêteonderzoek van het EIB in 1999 naar de concurrentie die door het grootbedrijf wordt ondervonden blijkt dat de grotere bouwondernemingen zowel in het segment als in het segment met name concurrentie ondervinden van bouwbedrijven van gelijke grootte of van beduidend grotere ondernemingen uit de eigen regio en uit andere regio s in Nederland. Van kleine ondernemingen uit de eigen en met name uit andere regio s werd nauwelijks sterke concurrentie ondervonden en van buitenlandse ondernemingen evenmin Grote bouwondernemingen in Nederland Ook al lijkt er thans geen sprake te zijn van een bouwonderneming die op een relevante markt over een economische machtspositie inneemt, de grootste Nederlandse bouwondernemingen nemen samen wel een behoorlijk deel van de op de Nederlandse markt gerealiseerde omzet voor hun rekening. Onderstaand is een overzicht gegeven van de belangrijkste bouwondernemingen in Nederland, hun activiteiten en de door hen in Nederland behaalde omzet in Tabel 7 Grootste Nederlandse bouwondernemingen Naam onderneming Projectontwikkeling-. Omzet in NL in 2000 (mln. euro) Koninklijke Volker Wessel Stevin X X X (incl. 100 mln. euro van Gebr. Van Kessel, thans onderdeel van KVWS) Heijmans * X X X 2130 (incl. 560 mln. eurovan IBC**, thans onderdeel van Heijmans) HBG X X X Koninklijke BAM NBM N.V. X X X TBI X X Strukton X Van Wijnen x X 969 Ballast Nedam** X X X 881 Koop Tjuchem X X X 805 Dura Vermeer X X X 782 Totaal * Omzetgegevens hebben alléén betrekking op, en projectontwikkeling in Nederland, inclusief intercompany omzet ** Totaal omzet concern *** Omzetgegevens hebben alléén betrekking op, en projectontwikkeling in Nederland Bron: jaarverslagen ondernemingen (bewerking CapAnalysis) De 10 in de tabel opgenomen bouwondernemingen vertegenwoordigen samen een omzet van ruim 13 miljard euro in Nederland. Dat is ruim 30% van de totale omzet in de Nederlandse bouwnijverheid. 15 Geen van de ondernemingen heeft een groot marktaandeel als de omzet wordt gerelateerd aan de omzet van de bouwnijverheid in zijn geheel. Zoals aangegeven moet daarbij wel bedacht worden dat de bouwnijverheid niet een enkele markt is maar is opgebouwd uit een groot aantal 14 EIB, Concurrentie en grootbedrijf in de bouw, Op basis van de jaarverslagen van de ondernemingen is niet na te gaan hoeveel omzet exact in Nederland in de segmenten en is gerealiseerd. Het echte percentage zou lager kunnen zijn dan 30% omdat activiteiten zijn meegeteld die niet tot het en segment behoren. 16

17 relevante markten. Daarom kunnen individuele ondernemingen op bepaalde mogelijk relevante markten aanzienlijke marktaandelen hebben. In 1996 waren de 10 grootste ondernemingen Koninklijke Volker Wessel Stevin, HBG, Ballast Nedam, NBM Amstelland, Heijmans, BAM, Wilma, TBI, de Kondor Wessel Groep en IBC. 16 Samen hadden deze ondernemingen in 1996 een omzet in Nederland van 6,7 miljard euro, ongeveer de helft van wat de top 10 nu omzet. Echter, in 1996 bedroeg de totale productie op de Nederlandse markt omgerekend 22,3 miljard euro in vergelijking met ruim 44 miljard euro nu. De ondernemingen die in 1996 deel uitmaakten van de top 10 doen dat nu nog steeds (al dan niet als onderdeel van een groter concern). De grotere bouwondernemingen zijn regelmatig betrokken bij overnames van kleinere regionale spelers. Ook heeft er zich binnen de groep grote bouwondernemingen een concentratietendens voorgedaan. In het oog springen het samengaan van Dura en Vermeer en van BAM en NBM Amstelland, alsook de overname van Wilma door (toen nog) NBM Amstelland en die van IBC door Heijmans. In de periode waren er in totaal 29 fusies en overnames die door de NMa zijn getoetst. Ondanks autonome groei en fusies en overnames is het gezamenlijke marktaandeel van de grootste 10 Nederlandse bouwers in de afgelopen jaren niet wezenlijk toe- of afgenomen. 17 Ze zijn dus meegegroeid met de markt. Al eerder is aangegeven dat het totaal aantal ondernemingen in de bouwsector is gegroeid. De gemiddelde omzet van de kleine en middelgrote ondernemingen in de afgelopen periode in relatieve zin is gedaald. De afstand tussen het grootbedrijf en het middenen kleinbedrijf lijkt daarmee groter te zijn geworden. 1.8 Samenwerking in de bouwnijverheid Met name bij de uitvoering van grote projecten is het eerder gebruikelijk dat er door bouwondernemingen wordt samengewerkt dan dat werkzaamheden zelfstandig door een individuele bouwonderneming worden uitgevoerd. Belangrijkste redenen die worden genoemd zijn dat een individuele onderneming voor projecten van grotere omvang vaak niet alle vereiste specialismen in huis heeft of niet over voldoende eigen (personeels-) capaciteit beschikt om een groter project alleen uit te kunnen voeren. Bouwprojecten kunnen niet op voorraad geproduceerd worden en bouwondernemingen zijn daarom niet in staat zijn om onmiddellijk te leveren wat wordt gevraagd. De grotere bouwondernemingen kunnen de grotere projecten wellicht beter inpassen in de bestaande capaciteit. Grootte wil echter niet direct zeggen dat het voor deze ondernemingen altijd mogelijk is om grote projecten geheel zelfstandig uit te voeren. De ondernemingen zullen vaak aan meerdere grote projecten tegelijkertijd werken en het is mogelijk dat ondernemingen daarom niet in staat zijn om voor een nieuw project op korte termijn veel capaciteit vrij te maken. Om deze redenen kan er 16 EIB, Concurrentie en grootbedrijf in de bouw, De cijfers geven een vergelijking van 1996 met 2000, waarbij rekening is gehouden met de belangrijkste fusies en overnames die vanaf dat moment nog hebben plaatsgevonden. 17

18 bij de uitvoering van projecten van enige omvang samenwerking plaatsvinden tussen bouwondernemingen. Hoofdaannemers zijn ondernemingen die rechtstreeks in opdracht van een opdrachtgever bouwwerkzaamheden verrichten. Bouwbedrijven die tot het grootbedrijf gerekend worden (meer dan 100 werknemers) zijn over het algemeen als hoofdaannemer actief, terwijl het midden- en kleinbedrijf vaak als onderaannemer actief is en werkt in opdracht van een hoofdaannemer. Hierbij is dus sprake van een verticale relatie tussen hoofd- en onderaannemers. Indien diverse ondernemingen die normaal als hoofdaannemer actief zijn samenwerken, dan gebeurt dit meestal in de vorm van een bouwcombinatie. Voor de duur van een project wordt een tijdelijke onderneming gevormd (vaak een vennootschap onder firma) waarvan de deelnemers aan de combinatie deel uit maken. De combinatie vormt een horizontaal samenwerkingsverband tussen ondernemingen. De mogelijke vormen van samenwerking in de bouwnijverheid kunnen als volgt schematisch weergegeven worden. Figuur 5 Combinatievorming en onderaanneming Hoofdaannemer Hoofdaannemer onderaanneming combinatievorming Onderaannemers Onderaannemers Onderaanneming is een belangrijk structureel kenmerk van de bouwsector. Betalingen aan onderaannemers in het segment staan gelijk aan ca. 40% van de omzet en zijn ca. 30% in het segment. Dit wordt wellicht mede veroorzaakt doordat een gemiddeld bedrijf wat groter is en dus eerder in staat zal zijn een opdracht (voor een groter gedeelte) zelfstandig uit te voeren en minder gebruik hoeft te maken van onderaannemers. 18 Overigens sluiten combinatievorming en onderaanneming elkaar niet uit. Het kan goed zijn dat een hoofdaannemer met een andere hoofdaannemer een combinatie vormt maar onderaannemers inschakelt bij de uitvoering van zijn deel van de werkzaamheden In het segment werd ca. 20% van de omzet behaald met projecten die in combinatievorm zijn uitgevoerd. Voor het segment is dat percentage ruim boven de 40%. 19 Het grootbedrijf in het segment realiseert met 30% een groter aandeel van haar omzet in combinatie dan de kleinere ondernemingen EIB, Bedrijfseconomische kerncijfers van -bedrijven in 2000, 2001, Bedrijfseconomische kerncijfers van -bedrijven in EIB, Concurrentie en grootbedrijf in de bouw, EIB, Marktmonitor Grond- Water- en Wegenbouw,

19 Onderaanneming en combinatievorming hebben gevolgen voor de wijze waarop in de bouwsector geconcurreerd wordt. Samenwerking is tot op zekere hoogte noodzakelijk voor het kunnen concurreren in de bouwsector; zonder onderaanneming en/of combinatievorming zouden veel ondernemingen niet over voldoende capaciteit of benodigde specialismen beschikken om opdrachten uit te voeren. In die zin draagt samenwerking bij aan concurrentie. Dit is ook het achterliggende idee bij het Besluit vrijstelling combinatieovereenkomsten op grond waarvan combinaties die meer concurrentie mogelijk maken buiten het bereik van het kartelverbod vallen. Echter, als een onderneming een project zelfstandig uit kan voeren en toch in een combinatie samenwerkt, dan neemt het aantal (potentiële) concurrenten af en kan samenwerking leiden tot een minder groot aantal concurrenten en daardoor tot een mogelijk minder intensieve concurrentie. In het hierna volgende hoofdstuk zal ingegaan worden op 100 van de grootste door de overheid en gelieerde organisaties en ondernemingen aanbesteedde projecten in de periode In dat hoofdstuk zal ook in meer praktische zin worden gekeken naar feitelijke vormen van samenwerking tussen ondernemingen in de Nederlandse bouwsector. 19

20 van de grootste bouwprojectenvoor de Nederlandse overheid Inleiding De NMa heeft een overzicht samengesteld van 100 van de grootste projecten die in de afgelopen 4 jaar ( ) door de Nederlandse overheid en daaraan gelieerde organisaties en ondernemingen zijn aanbesteed. Grote particuliere projecten zoals de bouw van kantoren voor ondernemingen, ontbreken daarom. Ook is de overheid niet betrokken bij woningbouw (woningbouwcorporaties zijn geen overheidsinstellingen). Woningbouwprojecten komen derhalve ook niet voor op de lijst. Daarom zal de lijst met name bestaan uit projecten uit het segment (grote infrastructurele projecten) en in veel mindere mate uit het segment. Zoals reeds eerder aangegeven is de overheid verplicht bouwprojecten aan te besteden die een omvang van (afgerond) 5,3 miljoen euro te boven gaan. Het kleinste project op de lijst heeft een omvang 5,2 miljoen euro. Dit betekent dat de lijst in principe een vrij goed beeld lijkt te geven van grotere bouwprojecten in opdracht van de Nederlandse overheid worden uitgevoerd. 21 De complete lijst van 100 projecten is als bijlage 2 bij deze rapportage gevoegd. In deze bijlage zijn de projecten uitgesplitst naar soorten werkzaamheden. Een aantal projecten is opgesplitst waarbij het werk in deelopdrachten is gegund. Een dergelijke onderverdeling komt alleen voor bij de projecten op de lijst uit het segment. Binnen deze groep projecten wordt met name onderscheid gemaakt tussen de bouwkundige, de elektrotechnische en de werktuigbouwkundige werkzaamheden. De afzonderlijke delen blijken ook aan verschillende partijen te worden gegund. 2.2 Beschrijving van de 100 projecten De verdeling over de verschillende soorten werkzaamheden van de in de lijst opgenomen projecten is als volgt. Tabel van de grootste overheidsaanbestedingen Soort werk Aantal opdrachten Aanbesteed bedrag Gemiddelde omvang project (mln. euro) (mln. euro) Railinfra Waterbouw Grondwerken Wegenbouw Totaal Utiliteitsbouw Totaal Totaal Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) Het aanbesteed bedrag in de categorie railinfra wordt in sterke mate beïnvloedt door het HSL-project. Als dat project buiten beschouwing wordt gelaten is de gemiddelde omvang van railinfra projecten 45 miljoen euro en daalt het gemiddelde over alle 21 De NMa heeft aangegeven dat, gelet op het grote aantal bronnen en de mogelijkheid dat projecten in deelprojecten zijn opgesplitst, mogelijk niet alle relevante projecten zijn geïdentificeerd. 20

21 projecten van 57 naar (afgerond) 30 miljoen euro.uit het overzicht blijkt een overheersende rol op de lijst voor grote infrastructurele () projecten. Op zichzelf niet verwonderlijk gelet op de daarmee gemoeide bedragen en omdat er alleen overheidsaanbestedingen op de lijst voorkomen. De projecten op de lijst zijn in de afgelopen 4 jaar aanbesteed. Dat komt per jaar neer op ruim 1,4 miljard euro, oftewel ca. 3% van de totale Nederlandse bouwmarkt. Omdat er een groot aantal infrastructurele projecten op de lijst van de 100 grootste bouwprojecten voorkomt is het niet verbazingwekkend dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (inclusief Rijkswaterstaat) verreweg de belangrijkste opdrachtgever is. Tabel 9 Opdrachtgevers van 100 van de grootste bouwprojecten Opdrachtgever Totaal aanbesteedde som % van totaal Aantal projecten % van totaal (in mln. euro) Min. van Verkeer & % 49 49% Waterstaat (incl. RWS) Gemeentelijke overheden 325 6% 15 15% Rail Infra Beheer 209 4% 4 4% Onderwijsinstellingen 162 3% 8 8% Min. van VROM (inclusief 161 3% 8 8% RGD) Gemeentelijke 51 1% 2 2% havenbedrijven Min. van Defensie 48 1% 4 4% Waterleidingbedrijven 46 1% 3 3% Overig 140 2% 7 7% Totaal %* % * Telt niet op tot 100% door afrondingsverschillen Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) De gemeentelijke overheden, onderwijsinstellingen en waterleidingbedrijven zijn met name incidenteel betrokken bij grote nieuwbouwprojecten. Terwijl de Ministeries van Verkeer en Waterstaat (inclusief Rijkswaterstaat), VROM (inclusief de Rijksgebouwendienst), het Ministerie van Defensie en Rail Infra Beheer vanuit hun specifieke verantwoordelijkheden vaker en op meer structurele basis bij grote projecten betrokken zijn. De top 100 gerangschikt op basis van de omvang van het aanbesteedde bedrag ziet er per 10 projecten als volgt uit. Bij de eerste 10 projecten heeft het HSL-project een grote invloed op de gemiddelde omvang van de projecten. Zonder HSL zou het gemiddelde niet 381,8 maar 118,7 miljoen euro zijn. Tabel 10 Projecten in rangorde naar grootte Projecten in rangorde naar grootte Totaal omvang (mln. euro) Gemiddelde omvang (mln. euro) ,8* , , , , , , , , ,5 bron: NMa (bewerking CapAnalysis) 21

22 De grootste 10 projecten samen goed zijn voor 3,8 miljard euro oftewel 67% van het totaal aanbesteedde bedrag van de 100 projecten op de lijst. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het HSL project met een aanbesteed bedrag van ruim 2,7 miljard euro. Daarmee is dit ene project goed voor 48% van het totaal aanbesteedde bedrag van de 100 projecten op de lijst. Alle projecten uit de top 10 zijn grote infrastructurele projecten. Tabel 11 Aanbesteed Aanbestedende bedrag (mln. overheid euro) 2750 Ministerie van Verkeer en Waterstaat 427 Ministerie van Verkeer en Waterstaat 161 Rijkswaterstaat Bouwdienst De 10 grootste projecten* Omschrijving project Uitvoerende partij(en) HSL Zuid Infraspeed B.V. (Fluor Daniel BV / Kon.BAM NBM NV / Siemens Nederland NV) Combinatie Bouygues-Koop Boortunnel in het Groene Hart Calandtunnel in Rijksweg 15 Bouwcombinatie Ballast Nedam/Strukton/Van Oord ACZ 111 Rail Infra Beheer Aanleggen twee trogbruggen Bouwcombinatie Utrechtboog VOF: Philipp Holzmann AG, Koninklijke BAM Groep NV, Dura Vermeer Groep NV 74 RWS Oost- Nederland Aanleg weg A30 Bruil/Van Gelder/Ballast Nedam/HBG Civiel/Heijmans/KWS Ede 71 RWS Zuid-Holland Diverse reconstructies aan de A15 Heijmans/Ballast Nedam/BosKalis Oosterwijk/vKessel/KWS/Verlaat Barendrecht 63 Rail Infra Beheer Bouw verschillende liggerdekken voor verbindingsboog tussen de lijn Zaandam- A'dam CS en de lijn A'dam CS-Schiphol (De Hemboog) 56 RWS N-Holland Aanleggen van de A5-Zuid in bouwteamverband 51 RWS Z-Holland Realisering definitieve hoofdrijbanen van RW 15 aansluitend op de Calandtunnel, ontwerpen en bouwen ongelijkvloerse aansluiting ter hoogte van Stenenbaakplein Bouwcombinatie Ballast Nedam- Heijmans Combinatie Koninklijke Wegenbouw Stevin BV, Beheer Koop BV, Hollandsche Beton en Wegenbouw BV, NBM-Amstelland Bouw en Infra BV, Vermeer Groep BV Combinatie Boskalis WestminsterDredging/Heijmans Infra & Milieu/BAM-NBM/Kon.Wegenbouw Stevin/Vermeer Infrastructuur 51 Rijkswaterstaat Aanleggen van rijksweg A50 Combinatie Heijmans BV, Koninklijke Bam NBM NV, Koninklijke Wegenbouw Stevin BV, Martens en Van Oord BV * Afzonderlijke aanbestedingen Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) Alle projecten uit de top 10 worden door combinaties uitgevoerd. Bij al deze combinaties is minimaal één van de grotere Nederlandse bouwondernemingen betrokken en bij het merendeel van de projecten is een aantal van de grootste Nederlandse bouwondernemingen betrokken. Buitenlandse ondernemingen zijn als hoofdaannemer c.q. deelnemer in een combinatie actief betrokken bij de uitvoering van 9 grote projecten. Het gaat hierbij om vier Duitse, twee Belgische en één Franse onderneming. In vier van deze projecten wordt in combinatieverband samengewerkt met (een) Nederlandse onderneming(en). De activiteiten van buitenlandse ondernemingen lijken niet samen te hangen met de locatie van een project, noch is er een ander patroon te ontdekken in de aanwezigheid van buitenlandse ondernemingen. Uit biedgegevens van een aantal 22

23 wegenbouwprojecten blijkt dat daar overigens regelmatig op wordt ingeschreven door Duitse wegenbouwers. 2.3 Combinatievorming Als onderscheid in de projecten van de lijst wordt gemaakt tussen het segment en het segment dan blijkt dat er in het segment aanzienlijk meer in combinaties wordt samengewerkt dan in het segment. Van de projecten in het segment wordt in ruim 80% van de gevallen in combinaties samengewerkt. Bij projecten is dat in minder dan 30% van de projecten op de lijst het geval. De kans op combinatievorming blijkt bij projecten significant groter te zijn dan bij projecten. Tabel 12 Combinatievorming naar marktsegment Totaal Combinatie Geen combinatie Totaal Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) Daarnaast blijkt ook de omvang van projecten combinatievorming op significante wijze te verklaren; hoe groter de projecten, des te groter is de kans dat er in combinaties wordt samengewerkt. Dat combinatievorming verklaard kan worden uit grootte van projecten wekt niet veel verbazing. Bundeling van capaciteit is eerder nodig naarmate projecten groter worden. Dat behalve omvang ook het marktsegment een belangrijke rol speelt bij de verklaring van combinatievorming is minder makkelijk te verklaren. Een verklaring zou kunnen zijn dat projecten in het segment meer specialistisch zijn of dat de in het segment werkzame ondernemingen gespecialiseerder zijn waardoor combinatievorming eerder voor de hand zou liggen. Maar het zou er ook op kunnen wijzen dat er in het segment meer combinatievorming plaats vindt zonder dat daar een logische verklaring voor is; het kan binnen het segment bijvoorbeeld gebruikelijker zijn om samen te werken. Als naar de volledige lijst wordt gekeken dan zijn de 10 grootste bouwondernemingen, al dan niet via dochterondernemingen, betrokken bij 71 van de 100 projecten. In onderstaande tabel is van 8 van de 10 grootste bouwondernemingen (zoals vermeld in tabel 7) de frequentie van samenwerking bij de 64 projecten van de lijst die behoren tot het segment weergegeven. Daarbij wordt dus uitgegaan van de ondernemingen in hun huidige vorm (met inbegrip van fusies en overnames die tussen 1998 en 2001 hebben plaatsgevonden) alle fusies en overnames die hebben plaatsgevonden. De andere twee, in de tabel ontbrekende ondernemingen, TBI en Van Wijnen, zijn buiten beschouwing gelaten omdat zij niet actief zijn in het segment. Er is gescoord op combinaties van twee bouwondernemingen. In de gevallen dat meer dan twee ondernemingen in een combinatie samenwerken tellen alle mogelijke paren van twee mee voor het bepalen van de frequentie. Bijvoorbeeld; samenwerking tussen A, B en C telt mee voor de frequentie van samenwerking tussen A en B, A en C en B en C. Uit de tabel is dus bijvoorbeeld af te lezen dat in 8 van de 23

24 64 projecten door (een dochteronderneming van) KVWS in een combinatie wordt samengewerkt met (een dochteronderneming van) Heijmans. Figuur 6 Frequentie van combinaties KVWS Heij- Mans HBG BAM NBM Struk- Ton Ballast Nedam Koop Tjuchem Dura Vermeer KVWS Heijmans HBG BAM NBM Strukton Ballast Nedam Koop Tjuchem Dura Vermeer Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) Opvallend is dat juist de grootste bouwondernemingen (de volgorde van de eerder gegeven top 10 is aangehouden in deze tabel) het meest blijken samen te werken en ook het meest met elkaar samenwerken. Op basis van onze analyse is hier geen duidelijke verklaring voor te geven. Zoals eerder aangegeven worden de projecten in het segment niet allemaal door combinaties uitgevoerd. Onderstaand een overzicht van de 5 in omvang grootste projecten in het segment die zelfstandig door één van de 10 grootste bouwondernemingen zijn uitgevoerd. Tabel 13 5 grootste projecten in het segment niet in combinatie uitgevoerd omvang project uitgevoerd door omschrijving werk (in mln. euro) 36,1 KVWS grondwerk A5 27,8 HBG brug in IJmeer 18,7 BAM NBM aquaduct onder de Vliet 16,9 Strukton metro Beneluxlijn 16,7 KVWS sluiscomplexen Born en Maasbracht Bron: NMa (bewerking CapAnalysis) Het is opvallend dat wegenbouw niet in bovenstaande tabel voorkomt. Slechts in 1 van de 23 wegenbouwprojecten die op de lijst voorkomt wordt niet in een combinatie samengewerkt. 22 Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er in de wegenbouw veel wordt gewerkt met warm asfalt dat slecht een beperkte houdbaarheid heeft nadat het is geproduceerd. Het asfalt kan daarom niet over lange afstanden worden vervoerd en moet daarom regionaal betrokken worden van asfaltcentrales. Er is enige vorm van samenwerking nodig (bijvoorbeeld combinatievorming) om toegang tot de asfaltcentrales en dus noodzakelijke grondstof te verkrijgen. Als echter gekeken wordt naar de projecten op de lijst waarvan ook gegevens van andere bieders bekend zijn (niet-representatieve steekproef), dan blijkt echter dat er ook regelmatig door individuele ondernemingen op wegenbouwprojecten wordt ingeschreven en dat toegang tot grondstoffen kennelijk niet problematisch is. 22 Zie bijlage 1. 24

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2445/Dura Vermeer - Hazag I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2287/ Heijmans-IBC I. MELDING 1. Op 25 januari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3011/12 / Betreft zaak: 3011/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 3085/ 14.B115 Betreft zaak:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nummer 2460/ BAM NBM - Van den Bruele & Kaufman I.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Vertrouwelijk Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3174/12.B109

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1410/BAM - Vissers/HOKA/ITS I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5617 / 11.BT265

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 344 / Heijmans - Seignette 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3074 / 191 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1705/Strukton - Colijn I. MELDING 1. Op 24 december

Nadere informatie

Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG.

Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG. NL Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG. Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 9(3) datum : 03/09/2002 COMMISSIE VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2239/ Nuon - Feenstra I. MELDING 1. Op 1 december

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2082/BAM - NBM-Amstelland I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5768/6 Betreft

Nadere informatie

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie; Bouw De sector bouwnijverheid bestaat uit een diversiteit aan bedrijven. Belangrijke bedrijfsgroepen zijn: Aannemersbedrijven Burgerlijke en Utiliteitsbouw (algemeen en gespecialiseerd)* Aannemersbedrijven

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1169: Deutsche Babcock - Steinmüller

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 425 / Internatio-Müller - Roderland

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BARE VERSIE BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 955/Rofisco - Merkx - Roelofsen -

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2984/7.B319 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 94/13.B91 Betreft: Zaaknummer 94/Econosto

Nadere informatie

FACTSHEET: Rijksbrede inkoopanalyse (concept, mei 2008)

FACTSHEET: Rijksbrede inkoopanalyse (concept, mei 2008) FACTSHEET: Rijksbrede inkoopanalyse (concept, mei 2008) De Chief Procurement Officer - met zijn staf, het Regiebureau Inkoop Rijksoverheidheeft als opdracht de professionalisering van de inkoop binnen

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

management centrum bedrijfsadviseurs Marktomvang 2015 UNETO-VNI 1

management centrum bedrijfsadviseurs Marktomvang 2015 UNETO-VNI 1 Marktomvang 2015 UNETO-VNI De techniek achter Nederland management centrum bedrijfsadviseurs Marktomvang 2015 UNETO-VNI 1 2017 UNETO-VNI. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1002/Fabricom-Schelde Nummer: NMa-1002/4 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2708/Koninklijke Wegenbouw Stevin - Gebr. Van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5087/11 Betreft

Nadere informatie

Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche

Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche De rol van de concurrentiespelregels bij samenwerking bij een aanbesteding Mr. Claudia Bruins, Nationaal Sportvelden Congres 2012 Inleiding Waarom bestaat er mededingingsrecht?

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3192 Betreft zaak: HBG -

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Monitor Financiële Sector:

Monitor Financiële Sector: Nederlandse Mededingingsautoriteit Monitor Financiële Sector: Notitie bij Sectorstudie Vastgoedfinanciering, SEO Economisch Onderzoek oktober 2011 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Najaar 2014 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan De minister van Economische Zaken De heer mr. L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 4 juni 2004 2771/327.B101 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015

Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 2015 Rapportage Marktverkenning Klimaatbeheersing Mei 205 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 Inleiding 4. Achtergrondkenmerken bedrijven 5. Organisatorische kenmerken 5.2 Activiteiten 7.3 Omzet 9 2. Marktomvang-

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2189/ Aalberts - Hartman I. MELDING 1. Op 7

Nadere informatie

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4158/15 Betreft

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1768/NIB Capital - Alpinvest I. MELDING 1.

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Marktomvang installatiebranche (aangesloten leden UNETO-VNI) De techniek achter Nederland. management centrum bedrijfsadviseurs

Marktomvang installatiebranche (aangesloten leden UNETO-VNI) De techniek achter Nederland. management centrum bedrijfsadviseurs Marktomvang installatiebranche 2014 (aangesloten leden UNETO-VNI) De techniek achter Nederland management centrum bedrijfsadviseurs 1 UNETO-VNI, juni 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Datum: 12 mei 1998 Nummer: 443/4.B95 Betreft:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1415/ Watco - Cleanaway I. MELDING 1. Op 19

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Statistieken 2004 VVVF. Vereniging van verf- en drukinktfabrikanten

Statistieken 2004 VVVF. Vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF Vereniging van verf- en drukinktfabrikanten Inhoud Algemeen 3 De Nederlandse verfmarkt 4 Verfproducten 4 De Nederlandse verfmarkt 4 Tabel 1 Afzet VVVF-leden verfproducenten en importeurs 4 Grafiek

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5688 / 13 Betreft

Nadere informatie

P5 Peiling Real Estate & Housing

P5 Peiling Real Estate & Housing P5 Peiling Real Estate & Housing Jeroen de Wijn 1376845 Dinsdag 5 april 2011 29-3-2011 1 Het maken van een gemeenschappelijke Europese markt: Gaan aannemers naar het buitenland dankzij Europese aanbestedingen?

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1139/CSS-CCN I. MELDING 1. Op 10 november 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3392/15 Betreft zaak: 3392/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5162/9 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2626/Yamaha Motor Europe - Motori Minarelli

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2281/ISS Europe - Randstad Holding I. MELDING

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd De Landsverordening inzake Concurrentie De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over de Landsverordening inzake concurrentie

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1160/ Pon - Achterveld-Cebeco-Agrivor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4570-22 Betreft zaak: C6 en WO6 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5881 / 7 Betreft zaak: 5881/Arcelor

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2426/Deli Universal - Gouderak I. MELDING 1.

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2164/ Royal Nederland - AXA Schade I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1272 / Rexel - Rolff I. MELDING 1. Op 26 maart

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4307-21 Betreft zaak: C6 en WO6 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2647/Thermo King - Grenco I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 70/Neways-Detron-GPC Huizen Nummer:

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4588-15 Betreft zaak: C6 en WO6 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Voor het onderzoek zijn alle deelnemers verdeeld over vier grootteklassen: - Tot 25 fte - 25 tot 50 fte - 50 tot 250 fte - 250 of meer fte.

Voor het onderzoek zijn alle deelnemers verdeeld over vier grootteklassen: - Tot 25 fte - 25 tot 50 fte - 50 tot 250 fte - 250 of meer fte. NLingenieurs brancherapport 2009 Achtergrond Op basis van het bedrijfsvergelijkend onderzoek dat NLingenieurs jaarlijks onder haar leden uitvoert, wordt een algemeen rapport opgesteld over de status van

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) Inhoud 1. Inleiding... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2. Bedrijf... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3. Energieverbruik en energieverbruikers... Fout!

Nadere informatie

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 TNO Bouwprognoses 2011-2016 SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 In opdracht van: Ministerie van BZK 15 december 2011 Delft, TNO 1 Miljoen Euro 1 Samenvatting De TNO Bouwprognoses zijn

Nadere informatie

Voor de meeste onderzoeksgegevens is een uitsplitsing gemaakt naar grootteklassen.

Voor de meeste onderzoeksgegevens is een uitsplitsing gemaakt naar grootteklassen. NLingenieurs brancherapport 2010 Achtergrond Op basis van het bedrijfsvergelijkend onderzoek dat NLingenieurs jaarlijks onder haar leden uitvoert, wordt een algemeen rapport opgesteld over de staat van

Nadere informatie

Decentralisatie en mededinging Samenwerking

Decentralisatie en mededinging Samenwerking Decentralisatie en mededinging Samenwerking 1 oktober 2015 Agenda Introductie 1. Inleiding 2. Hoofdlijnen samenwerking 3. Hoofdlijnen mededinging 4. Samenwerking en mededinging 5. Cases 6. Slot 2 1. Inleiding

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 890/ECN - KEMA I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1762/GE Power Controls Belgium-Odink & Koenderink

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1711/Rijnmond-Levob I. MELDING 1. Op 3 januari

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 76/ Pakhoed - Transol Nummer:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1925/ Tyco - Philips Projects I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2348/PontEecen - Houthandel Vries I. MELDING

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Marktanalyse rapport Voorbeeld klanten

Marktanalyse rapport Voorbeeld klanten Marktanalyse rapport Voorbeeld klanten Gemaakt door: Rino Both Bedrijfsnaam: D&B SLiM testomgeving - Olbico Datum: 8 mei 2015 1. Inhoud 1. Inhoud 2. Inleiding 3. Beschrijvingen van de selectie, markt en

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1820/ Kamps - Quality Bakers I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1563/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5470/20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1159: Brouwer - Neroc I. MELDING 1. Op 10 december

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1141 / CAVO LATUCO - Kringkoop

Nadere informatie

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Staatssecretaris van Defensie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 748 / Edon - Westergo 1. Op 14

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie