BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3074 / 191 Betreft zaak: BAM - HBG 1. Op 22 juli 2002 heeft de Europese Commissie de volledige aanmelding op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 4064/ 89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (hierna: Concentratieverordening) ontvangen waarin Koninklijke BAM NBM N.V. (hierna: BAM) mededeelt dat zij voornemens is om zeggenschap te verkrijgen over Hollandsche Beton Groep N.V. (hierna: HBG). Op 23 juli 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een afschrift van deze aanmelding ontvangen. 2. Op 12 augustus 2002 heeft de Minister van Economische Zaken een kennisgeving in de zin van artikel 9 van de Concentratieverordening verstuurd, waarbij de Europese Commissie om de verwijzing van de zaak is gevraagd met het oog op de toepassing van de nationale Mededingingswet, omdat als gevolg van de concentratie één of meer machtsposities dreigen te ontstaan of te worden versterkt waardoor op bepaalde markten, die alle kenmerken vertonen van afzonderlijke markten in Nederland, de daadwerkelijke mededinging op significante wijze zal worden belemmerd en omdat deze concentratie nadelige gevolgen kan hebben voor de mededinging op bepaalde markten binnen Nederland die alle kenmerken vertonen van afzonderlijke markten in Nederland en die geen substantieel deel van de gemeenschappelijke markt vormen. 3. Bij beschikking van 3 september heeft de Europese Commissie op grond van artikel 9, derde lid, van de Concentratieverordening de genoemde voorgenomen concentratie naar de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden verwezen voor wat betreft de bouwsector in Nederland en de regionale asfaltmarkten in Nederland. Voor wat betreft de andere activiteiten van BAM en HBG heeft de Europese Commissie de voorgenomen concentratie verenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst. Deze beschikking is door de NMa op dezelfde dag ontvangen. De aanmelding bij de Europese Commissie wordt met ingang van de datum van ontvangst van de bovengenoemde beschikking 1 Beschikking van de Europese Commissie van 3 september 2002 inhoudende een gedeeltelijke verwijzing van zaak IV/M.2881 BAM NBM/HBG naar de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden, in de zin van artikel 9 van de Verordening (EEG) van de Raad nr. 4064/89. 1 Openbare

2 beschouwd als een melding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Van deze melding is mededeling gedaan in Staatscourant 171 van 6 september I. PARTIJEN 4. BAM is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. BAM initieert, ontwikkelt, bouwt en onderhoudt bouwwerken en installaties voor wonen, werken, transport en recreatie. De activiteiten van BAM worden verricht door werkmaatschappijen die zijn onderverdeeld in vier sectoren: BAM NBM Bouw, BAM NBM Vastgoed, BAM NBM Infra en BAM NBM Techniek. De aandelen van BAM zijn genoteerd aan de Effectenbeurs Euronext Amsterdam. 5. HBG is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. HBG concentreert zich op bouw en vastgoed (projectontwikkeling, woning- en utiliteitsbouw), civiel (beton-, water- en wegenbouw), consultancy en engineering. Tevens is HBG actief op de wereldwijde baggermarkt. Het geografische werkterrein van HBG strekt zich uit over Europa, de Verenigde Staten en een groot aantal landen daarbuiten. Vrijwel alle aandelen (circa 99,7%) in HBG worden gehouden door Grupo Dragados S.A. (hierna: Dragados). II. ANDERE BELANGHEBBENDEN 6. De Europese Commissie heeft tijdens haar onderzoek een groot aantal concurrenten en afnemers ondervraagd. De meeste van deze marktpartijen hebben desgevraagd de NMa toestemming gegeven om in haar onderzoek gebruik te maken van de door hen aan de Europese Commissie toegestuurde informatie. Deze informatie wordt, voorzover er overwegingen aan zijn ontleend die dragend zijn voor dit besluit, in het navolgende nader uiteengezet. Er is een zienswijze van een derde naar voren gebracht. Ambtshalve heeft de NMa eveneens vragen gesteld aan een groot aantal marktpartijen. III. DE GEMELDE OPERATIE 7. De gemelde operatie behelst de overname van HBG door BAM door middel van de koop van 99,7% van de aandelen in HBG van Dragados. De voorgenomen concentratie is vastgelegd in een binding offer van 5 juni 2002 met als bijlage het concept voor The Share Purchase Agreement among Grupo Dragados S.A. and Koninklijke BAM NBM N.V. and Hollandsche Beton Groep N.V.. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 8. De concentratie is door de Europese Commissie op basis van artikel 9, lid 3, van de Concentratieverordening doorverwezen naar de NMa. Ingevolge artikel 33, tweede lid, van de Mededingingswet valt de concentratie daardoor onder het toepassingsbereik van die wet. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. 2 Openbare

3 De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt ertoe dat BAM uitsluitende zeggenschap verkrijgt over HBG. 9. Betrokken ondernemingen zijn BAM en HBG. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt en Inleiding 10. Partijen hebben, onder verwijzing naar eerdere besluiten 2 van de d-g NMa, aangegeven dat de door de d-g NMa onderscheiden markten voor projectontwikkeling, voor burgerlijke en utiliteitsbouw, voor grond-, water- en wegenbouw en voor de productie van asfalt door de voorgenomen concentratie worden beïnvloed, aangezien zij beide actief zijn op deze genoemde markten. 11. Naast de hiervoor beschreven indeling is het ook van belang om te onderzoeken in hoeverre verschillen in de omvang van bouwprojecten van invloed zijn op de marktafbakening. Uit verklaringen van marktpartijen blijkt dat er algemeen van wordt uitgegaan dat er een verband bestaat tussen de projectgrootte en de omvang van de ondernemingen die geschikt zijn om de projecten uit te voeren. Het gegeven dat bouwondernemingen vaak via combinaties opereren, doet hier ten algemene niet aan af. 3 Het gevolg is dat de aanbodstructuur 4 op bouwmarkten geleidelijk anders wordt naarmate grotere projecten in het spel zijn. Enerzijds kan worden waargenomen dat naarmate projecten groter in omvang zijn er minder ondernemingen in staat zijn om deze uit te voeren. Anderzijds zijn er aanwijzingen dat bij de uitvoering van grotere projecten vaker buitenlandse ondernemingen betrokken zijn. Om deze redenen kan worden aangenomen dat bouwprojecten van uiteenlopende omvang niet zonder meer tot één en dezelfde 2 Besluit van 31 oktober 2000 in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, besluit van 7 november 2001 in zaak 2708/KWS Van Kessel, besluit van 15 mei 2001 in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, besluit van 1 mei 2000 in zaak 1872/Dura Vermeer Proverko, besluit van 2 juli 1998 in zaak 752/NBM Amstelland Wilma en besluit van 12 mei 1998 in zaak 433/Heijmans Seignette. 3 Aannemelijk is wel dat in plaats van zelfstandig inschrijven het inschrijven in consortia het voor ondernemingen mogelijk maakt om bij de uitvoering van grotere projecten betrokken te zijn. Ook dan geldt echter dat aan ondernemingen bepaalde eisen met betrekking tot de grootte worden gesteld, willen zij voor de uitvoering van grotere projecten in aanmerking komen. 4 De aanbieders die op de desbetreffende (deel)markt actief zijn en hun relatieve posities op die (deel)markt. 3 Openbare

4 productmarkt te rekenen zijn. Een en ander wordt in het navolgende per onderscheiden activiteit nader geanalyseerd. 12. Het blijkt in het algemeen niet mogelijk om op basis van projectgrootte scherpe grenzen te formuleren tussen te onderscheiden markten. Ook marktpartijen zijn hiertoe niet in staat: zij geven in het algemeen aan dat er afzonderlijke markten voor grote projecten bestaan, maar zij geven uiteenlopende antwoorden op de vraag hoe deze markten zouden kunnen worden begrensd Om te achterhalen welk effect de onderhavige concentratie op de mededinging heeft, is er voor gekozen om, onderscheiden naar type werk, voor bepaalde grootteklassen 6 de mededingingsverhoudingen in kaart te brengen. Aldus is nagegaan welke ondernemingen op projecten binnen een bepaalde grootteklasse hebben ingeschreven. Uit verklaringen van opdrachtgevers komt naar voren dat er in het algemeen van mag worden uitgegaan dat bouwondernemingen die op een bepaald project inschrijven voldoende gekwalificeerd zijn om dit uit te voeren. Daarom vormen de gegevens over de inschrijvingen een indicatie van de aanbodstructuur per categorie opdrachten. Projectontwikkeling 14. BAM en HBG zijn beide actief op het gebied van projectontwikkeling. In eerdere besluiten van de d-g NMa is naar voren gekomen dat er binnen de markt voor projectontwikkeling mogelijk een nadere onderverdeling naar een markt voor de ontwikkeling van woningen en een markt voor de ontwikkeling van commercieel vastgoed kan worden gemaakt. 7 Partijen geven desgevraagd aan dat de mogelijke markt voor de ontwikkeling van commercieel vastgoed mogelijk nader kan worden onderscheiden naar de ontwikkeling van kantoorruimte, winkelruimte en bedrijfsruimte, maar dat deze nadere onderverdeling mededingingsrechtelijk niet relevant is. 5 In dit opzicht is de bouwsector overigens niet uniek. In het algemeen geldt voor markten die gekenmerkt worden door heterogene producten dat het vaak moeilijk, zo niet onmogelijk, is om de grenzen tussen aan elkaar grenzende markten of marktsegmenten eenduidig aan te geven. In dergelijke gevallen kent de marktafbakening als methode voor een mededingingsanalyse dus inherente beperkingen. 6 EUR miljoen, miljoen, miljoen, miljoen, 50 miljoen of meer en de grootteklasse EUR 20 miljoen of meer. 7 Besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald, punt Openbare

5 15. In het onderhavige geval kan in het midden worden gelaten of een nadere onderverdeling 8 moet worden gemaakt van de markt voor projectontwikkeling in een markt voor de ontwikkeling van woningen, een markt voor de ontwikkeling van commercieel vastgoed en een eventuele nadere onderverdeling van deze laatste in mogelijke markten voor de ontwikkeling van kantoorruimte, winkelruimte en bedrijfsruimte, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 54). 16. In eerdere besluiten 9 is aangegeven dat binnen de markt voor projectontwikkeling mogelijk een aparte deelmarkt voor zogenoemde grote projecten kan worden onderscheiden aangezien het niet ondenkbeeldig is dat binnen de projectontwikkelingmarkt hogere eisen worden gesteld op het vlak van ervaring en de benodigde bedrijfsomvang om grotere projecten te kunnen ontwikkelen. Zoals reeds eerder is aangegeven 10, is het niet mogelijk om op basis van projectgrootte scherpe grenzen tussen te onderscheiden relevante markten te formuleren. In het huidige onderzoek naar de gevolgen van de voorgenomen overname op het gebied van projectontwikkeling is, onder andere naar aanleiding van het onderzoek dat is uitgevoerd door de Europese Commissie voorafgaand aan de verwijzing van de voorgenomen concentratie naar de NMa 11, de grens van projecten van EUR 10 miljoen of meer als uitgangspunt gehanteerd Volgens partijen is er geen enkele rechtvaardiging voor een opsplitsing van de projectontwikkelingmarkt naar grootte van projecten. Er zijn voor grote projecten geen bijzondere toetredingsdrempels en er zijn volgens partijen legio kleine projectontwikkelingbedrijven die grote projecten ontwikkelen. Partijen geven desgevraagd aan dat de volgende eisen gelden om grote projecten te kunnen ontwikkelen: een relevant netwerk voor verwerving en afzet, vakinhoudelijke kennis en ervaring dan wel de mogelijkheid die aan te trekken, voldoende financiële draagkracht dan wel de mogelijkheid die aan te trekken en de bereidheid en mogelijkheid om risico s te dragen. Deze eisen zijn volgens partijen echter geen andere eisen dan die gelden om in het algemeen projecten te kunnen ontwikkelen. 18. Het merendeel van de ondervraagde marktpartijen geeft vergelijkbare eisen aan; projectontwikkelaars moeten beschikken over een goed organisatievermogen, een behoorlijke 8 Zie onder andere het besluit van 9 juli 1998 in zaak 754/ABN AMRO Projectontwikkeling Bouwfonds Vastgoed Ontwikkeling, het besluit van 8 maart 2001 in zaak 2287/Heijmans IBC, het besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald en het besluit van 9 augustus 2002 in zaak 3048/Amstelland MDC. 9 Zie onder andere het besluit van 22 augustus 2002 in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, punt 17 en het besluit in zaak 3048/Amstelland MDC, reeds aangehaald, punt Zie punt Zie de beschikking van de Europese Commissie inhoudende een gedeeltelijke verwijzing van zaak IV/M.2881-BAM NBM/HBG, reeds aangehaald. 12 De onderzochte projecten zijn alle projecten die in Nederland zijn uitgevoerd. 5 Openbare

6 liquiditeits- en solvabiliteitspositie, kennis en ervaring. Enkele concurrenten geven desgevraagd aan dat de grens van EUR 10 miljoen niet herkenbaar is. Volgens hen is niet de omzet of de contractwaarde maatgevend, maar het vermogen tot risicoparticipatie, in combinatie met kennis en ervaring. Dit brengt met zich mee dat ook een aantal kleine spelers in staat is om grotere projecten te ontwikkelen. Volgens een concurrent vragen kleine, ingewikkelde projecten soms veel meer organisatievermogen en financiële draagkracht dan grote, eenvoudige projecten. 19. In het onderhavige geval kan in het midden worden gelaten of er sprake is van een aparte markt voor de ontwikkeling van grote projecten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 55 tot en met 59). Burgerlijke en utiliteitsbouw 20. Partijen hebben aangegeven dat zowel BAM als HBG actief is op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw. De NMa heeft volgens partijen eerder aangegeven dat er mogelijk een nadere onderverdeling binnen de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw naar een markt voor woningbouw, een markt voor utiliteitsbouw en een markt voor onderhoud kan worden gemaakt. 13 Onder woningbouw valt de fysieke realisatie van woningen in de ruimste zin. Onder utiliteitsbouw valt de fysieke realisatie van kantoorgebouwen, industriële complexen, ziekenhuizen, stationsgebouwen, theaters, voetbalstadions en dergelijke. Op het gebied van onderhoud vallen onderhoud en herstel & verbouw te onderscheiden; activiteiten die in elkaars verlengde liggen. Onder onderhoud wordt verstaan het klein dagelijks onderhoud en preventief onderhoud. Herstel & verbouw kenmerkt zich door grotere opdrachten en relatief hoogwaardige werkzaamheden. Restauratie is een specialisme binnen herstel & verbouw, aldus partijen. 21. In eerdere besluiten is de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw binnen de bouwsector als aparte relevante productmarkt afgebakend. 14 Wellicht kunnen binnen de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw aparte deelmarkten voor woningbouw, utiliteitsbouw en onderhoud & renovatie worden onderscheiden. 15 Een eventuele nadere onderverdeling van de markt voor burgerlijke en 13 Partijen verwijzen naar het besluit in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, reeds aangehaald, besluit in zaak 2708/KWS Van Kessel, reeds aangehaald, besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald, besluit in zaak 1872/Dura Vermeer Proverko, reeds aangehaald, besluit in zaak 752/NBM Amstelland Wilma, reeds aangehaald, en besluit in zaak 433/Heijmans Seignette, reeds aangehaald. 14 Zie hiervoor onder andere het besluit in zaak 433/Heijmans Seignette, reeds aangehaald, punt 8 en laatstelijk het besluit in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, reeds aangehaald, punt Zie onder andere het besluit in zaak 2287/Heijmans IBC, reeds aangehaald, punt 8, het besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald, punt 14 en het besluit in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, reeds aangehaald, punt Openbare

7 utiliteitsbouw kan in het onderhavige geval in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 60). 22. In eerdere besluiten 16 is aangegeven dat binnen de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw mogelijk een aparte deelmarkt voor zogenoemde grote en/of specialistische projecten kan worden onderscheiden. Overwogen is dat voor een aantal projecten vanwege de omvang en/ of specialisatiegraad bij de aannemer specialistische kennis en ervaring nodig is voor de aansturing en uitvoering van het project. 23. Zoals hiervoor in punt 11 reeds is overwogen blijkt uit meerdere verklaringen van marktpartijen dat er een verband bestaat tussen de projectgrootte en de omvang van de ondernemingen die geschikt zijn om zogenoemde grote projecten uit te voeren. Ook op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw blijkt dat naarmate projecten groter in omvang zijn er minder bouwbedrijven in staat zijn om deze uit te voeren. Uit reacties van verscheidene projectontwikkelaars blijkt dat zij als opdrachtgever van grote burgerlijke en utiliteitsprojecten als selectiecriterium onder andere een jaaromzetgrens hanteren: de bouwonderneming dient te beschikken over een minimale jaaromzet van 4 à 5 keer het projectvolume per jaar. In het kader van het onderzoek naar de gevolgen van onderhavige concentratie op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw is nagegaan welke bouwbedrijven op projecten binnen een bepaalde (grootte)categorie hebben ingeschreven en welke van hen de opdrachten hebben uitgevoerd. 24. Zoals eerder is gesignaleerd 17, is het niet mogelijk om op basis van projectgrootte scherpe grenzen tussen de eventueel te onderscheiden relevante markten te formuleren. In het onderzoek van de NMa naar de gevolgen van de voorgenomen overname op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw is, onder andere naar aanleiding van het onderzoek dat is uitgevoerd door de Europese Commissie voorafgaande aan de verwijzing van de voorgenomen concentratie naar de NMa 18, de grens van projecten van EUR 10 miljoen of meer als uitgangspunt gehanteerd. 19 Het is aannemelijk dat bij burgerlijke en utiliteitsbouwprojecten kleiner dan EUR 10 miljoen een groter aantal ondernemingen actief is dan bij grotere projecten vanaf EUR 10 miljoen. 25. Uit de gegevens die de NMa van marktpartijen heeft ontvangen blijkt niet dat op het gebied van projecten van EUR 20 miljoen of meer een verschuiving van de aanbodstructuur 16 Zie onder andere het besluit in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, reeds aangehaald, punt 13 en het besluit in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, reeds aangehaald, punt Zie punt Zie de beschikking van de Europese Commissie inhoudende een gedeeltelijke verwijzing van zaak IV/M.2881-BAM NBM/HBG, reeds aangehaald. 19 De onderzochte projecten zijn alle projecten die in Nederland zijn uitgevoerd. 7 Openbare

8 plaatsvindt. 20 De gegevens geven geen aanleiding om de aanwezigheid van aparte markten te veronderstellen binnen de verschillende grootteklassen van EUR 20 miljoen of meer. Het is in het kader van het onderzoek naar de gevolgen van de onderhavige concentratie op de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw echter niet nodig om nader te onderzoeken of de verschillen in de aanbodstructuur zo groot zijn dat zij een nadere onderverdeling in markten naar grootteklasse rechtvaardigen. Grond-, water- en wegenbouw (hierna: GWW) Opvattingen partijen 26. Volgens partijen is binnen de markt voor GWW de onderverdeling van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (hierna: EIB), namelijk: a) grondwerk, b) wegenbouw, c) droge waterbouw (bruggen, tunnels, viaducten et cetera), d) straatwerk, e) railbouw, f) kust- en oeverwerk, g) baggerwerk en h) kabel- en buizenwerk 21 het meest voor de hand liggend. Deze indeling is volgens partijen zinvol omdat men in elk van de hierboven genoemde sectoren gespecialiseerde bedrijven respectievelijk concernonderdelen tegenkomt die uitsluitend in de betrokken sector werkzaam zijn. 27. Volgens partijen zijn BAM en HBG zowel op de GWW-markt in zijn geheel als op de daarbinnen eventueel te onderscheiden hierboven vermelde segmenten actief, met die uitzondering dat BAM niet actief is in kust- en oeverwerk en baggerwerk. 28. Volgens partijen omvat het begrip grondwerken in beginsel alle werken die in essentie bestaan uit het verplaatsen van grond. Grondwerken vormen de fysieke ondergrond waarop vervolgens burgerlijke en utiliteitsbouw en (andere) GWW-werken worden gerealiseerd, zoals de bouw van woningen, de aanleg van wegen en van tunnels en bruggen. Onder wegenbouw valt de aanleg van wegen, met inbegrip van verhardingen, het aanbrengen van geleiderails et cetera. Onder droge waterbouw wordt verstaan de aanleg van wegen, bruggen, viaducten, tunnels en aquaducten en onder straatwerk de aanleg van uit klinkers bestaande wegen, aldus partijen. Hierbij merken partijen op dat wegenbouwers doorgaans zelf ook grondwerk en bestratingen uitvoeren, maar dat daar tegenover staat dat er grondwerkbedrijven zijn die alleen grondwerk doen en geen wegenbouwactiviteiten ontplooien. 20 Uit de beschikbare gegevens blijkt dat in de grootteklasse EUR 10 tot 20 miljoen circa 25 ondernemingen of ondernemingen in consortia zijn uitgenodigd om een bod te doen op particuliere opdrachten. Voor particuliere opdrachten van EUR 20 miljoen of meer zijn per grootteklasse steeds circa 10 ondernemingen uitgenodigd. Bij de aanbestedingsprocedures van de overheidsopdrachten van EUR 10 tot 20 miljoen zijn circa 45 inschrijvers (inclusief de consortia) actief geweest. Bij overheidsopdrachten van EUR 20 miljoen of meer hebben zich in iedere grootteklasse circa 5 inschrijvers ingeschreven. 21 EIB, Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2001, Amsterdam 2001 (hierna: EIB-rapport). 8 Openbare

9 29. Partijen geven aan dat de markt voor railbouw nader kan worden onderverdeeld in nieuwbouw en vernieuwbouw enerzijds en onderhoud anderzijds. 30. Met betrekking tot grote projecten stellen partijen zich op het gebied van GWW op het standpunt dat kleinere bouwbedrijven zich in beginsel op kleinere projecten richten, maar omgekeerd grotere bedrijven voor een wezenlijk deel van hun omzet ook aangewezen zouden zijn op kleinere werken. Grote buitenlandse bouwbedrijven die op de Nederlandse markt actief zijn, richten zich - wellicht op een enkele uitzondering na - uitsluitend op grote tot zeer grote projecten. Volgens partijen compenseren de activiteiten van deze grote buitenlandse aannemers de afwezigheid van de kleinere bouwbedrijven als gegadigden voor de uitvoering van grotere werken. Beoordeling 31. Binnen de markt voor GWW zou wellicht een nader onderscheid kunnen worden gemaakt naar de diverse werkzaamheden in de GWW. Wanneer de EIB-indeling wordt gehanteerd, overlappen de activiteiten van BAM en HBG op het gebied van (i) grondwerk, (ii) wegenbouw, (iii) droge waterbouw, (iv) straatwerk, (v) railbouw 22 en (vi) kabel- en buizenwerk. De onder (i) tot en met (vi) genoemde werkzaamheden vormen naar hun aard verschillende activiteiten. 23 Deze indeling vormt derhalve een juist uitgangspunt voor de mededingingsrechtelijke analyse van de marktpositie van BAM en HBG. 32. Aangezien BAM niet actief is in kust- en oeverwerk en baggerwerk zullen deze GWWdeelmarkten in het navolgende buiten beschouwing blijven. Aangezien HBG nauwelijks actief is op het gebied van kabel- en buizenwerk (in termen van marktaandelen blijft dat volgens partijen beperkt tot 1%) zal op deze GWW-deelmarkt niet nader worden ingegaan in het vervolg van de beoordeling. 33. Teneinde inzicht te verkrijgen in de aanbodstructuur van de markt(en) voor GWW gelet op grootteklassen is door de NMa een analyse gemaakt van biedingen op aanbestedingen van de Rijksoverheid in de periode zoals deze blijken uit het PricewaterhouseCoopers rapport De aanbestedingspraktijk van de Rijksoverheid in de periode en het bijbehorende achterliggende bestand (hierna tezamen: PWC-bestand). Deze analyse laat ten aanzien van 22 HBG Civiel B.V. opereert middels een samenwerkingsverband (thans in de vorm van een v.o.f.) met de Franse onderneming Cogifer, genaamd Spoorwerk v.o.f. BAM opereert op de markt middels BAM NBM Rail B.V. 23 De Europese Commissie gaat er blijkens haar beschikking inzake Metronet/Infraco (beschikking van de Europese Commissie van 21 juni 2002, IV/M.2694, punt 32) vanuit dat onderhoud en vernieuwing van het spoor tot één en dezelfde productmarkt behoren. Gelet op de opvattingen van de Europese Commissie en de inzichten die marktpartijen desgevraagd aan de NMa kenbaar hebben gemaakt, kan in het onderhavige geval de relevante productmarkt inderdaad worden afgebakend als de markt voor railbouw. 9 Openbare

10 wegenbouw 24 - en droge waterbouwprojecten 25 van EUR 10 miljoen en meer verschillen in de aanbodstructuur zien. 26 Hieruit komt naar voren dat de aanbodstructuur tussen bedoelde grootteklassen verschilt. Dit verschil is aanzienlijk wanneer de projecten tussen de EUR miljoen vergeleken worden met projecten boven dat bedrag. De verschillen tussen de onderscheiden grootteklassen vanaf EUR 20 miljoen zijn minder groot. 34. Deze waarneming wordt bevestigd door het biedgedrag van BAM en HBG. Zij zijn wel actief als inschrijver voor kleinere wegenbouw- en droge waterbouwprojecten, maar naar verhouding minder frequent dan bij grote wegenbouw- en droge waterbouwprojecten. Dit wijst er op dat zij zich meer in het bijzonder richten op de grotere wegenbouw- en droge waterbouwprojecten. Partijen hebben aangegeven dat hun kansen om grotere wegenbouw- en droge waterbouwprojecten te kunnen binnen halen gemiddeld groter zijn. Partijen geven aan dat zij het zich niet kunnen permitteren om niet mee te dingen naar de grootste opdrachten. Men zou 24 Geconstateerd kan worden dat in de grootteklasse wegenbouwprojecten van EUR 10 tot 20 miljoen in de beschouwde periode ongeveer 90 ondernemingen als bieder actief zijn geweest. Bij wegenbouwprojecten in de grootteklasse van EUR 20 miljoen en groter is dat aantal aanmerkelijk lager, namelijk ongeveer 35. Van de ongeveer 90 ondernemingen die zich inschrijven op wegenbouwprojecten tussen de EUR miljoen hebben ongeveer 30 zich tevens ingeschreven op wegenbouwprojecten van EUR 20 miljoen en groter. Van de ongeveer 35 ondernemingen die zich inschrijven op wegenbouwprojecten tussen de EUR miljoen hebben zich ongeveer 20 tevens ingeschreven op wegenbouwprojecten tussen de EUR miljoen en van de ongeveer 35 ondernemingen die zich inschrijven op wegenbouwprojecten tussen de EUR miljoen hebben ongeveer 25 zich tevens ingeschreven op wegenbouwprojecten van groter dan EUR 40 miljoen. 25 Van de 85 ondernemingen in de droge waterbouw in de grootteklasse EUR miljoen zijn er circa 29 ondernemingen die tevens hebben ingeschreven op droge waterbouwprojecten van EUR 20 miljoen en hoger. In de grootteklasse droge waterbouwprojecten van EUR miljoen zijn ongeveer 38 ondernemingen als bieder actief geweest. Van deze 38 ondernemingen in deze grootteklasse hebben 27 van de 38 ondernemingen ook ingeschreven op droge waterbouwprojecten boven de EUR 30 miljoen en hoger. In de grootteklasse van EUR miljoen hebben in de onderzochte periode ongeveer 34 ondernemingen ingeschreven. 24 van deze ondernemingen hebben ook ingeschreven op droge waterbouwprojecten boven de EUR 40 miljoen. In de grootteklasse EUR miljoen hebben in totaal ongeveer 40 ondernemingen ingeschreven. 27 ondernemingen hebben ook ingeschreven op droge waterbouwprojecten van meer dan EUR 50 miljoen. In de grootteklasse EUR 50 miljoen en meer hebben in totaal ongeveer 46 ondernemingen ingeschreven, 13 ondernemingen hebben niet eerder geboden op droge waterbouwprojecten kleiner dan EUR 50 miljoen. Naast de concurrentiedruk die partijen ondervinden van andere grote Nederlandse bouwers is het opvallend dat bij projecten boven de EUR 50 miljoen 13 buitenlandse ondernemingen de markt betreden en al dan niet in combinatie met Nederlandse aannemers inschrijven op dergelijke grote projecten. 26 Gelet op het feit dat er slechts weinig pure grondbouwprojecten van EUR 10 miljoen en meer door de Rijksoverheid in de beschouwde periode zijn aanbesteed, kunnen er ten aanzien van dit type projecten met een dergelijke omvang niet zonder meer soortgelijke verschillen in de aanbodstructuur worden geconstateerd. 10 Openbare

11 ervaring mis lopen die bepalend kan zijn voor de kwalificatie bij toekomstige werken van vergelijkbare aard en omvang, aldus partijen. 35. Op grond van het voorgaande is denkbaar dat projecten in wegenbouw en droge waterbouw van EUR miljoen tot een andere markt behoren dan projecten boven de EUR 20 miljoen. Boven de grens van circa EUR 20 miljoen vindt echter ook een geleidelijke verschuiving in de aanbodstructuur plaats, onder meer als gevolg van het gegeven dat naarmate projecten groter worden de kans toeneemt dat ook buitenlandse ondernemingen op de markt komen. Het is echter in het kader van het onderhavig besluit niet nodig om nader te onderzoeken of deze verschillen in aanbodstructuur zo groot zijn dat zij een nadere onderverdeling in markten naar grootteklasse rechtvaardigen. Asfalt 36. Asfalt wordt voornamelijk gebruikt voor de aanleg van wegen. Hoewel naast asfalt ook andere wegverhardingsproducten bestaan, zoals cementbetonverhardingen en elementenverhardingen (straatstenen), zijn de meeste wegen in Nederland bedekt met asfalt. 27 De keuze voor een verhardingsvorm van een weg wordt met name bepaald door de grondsoort en het type weg dat wordt aangelegd. Asfalt is flexibel en daarmee zeer geschikt voor een zachte ondergrond. Daarnaast is asfalt geschikt voor ieder wegtype. Beide eigenschappen gelden niet voor de overige wegverhardingsproducten. Slechts voor weinig wegen is een alternatief voor asfalt mogelijk. In een eerder besluit 28 is op grond van de beperkte mogelijkheid tot substitutie van het product asfalt een aparte markt voor (de productie van) asfalt afgebakend. Partijen kunnen zich hierin vinden. 37. Binnen de markt voor productie van asfalt zal in overeenstemming met het eerdere besluit geen nader onderscheid gemaakt worden naar verschillende soorten asfalt zoals asfaltbeton, zeer open asfaltbeton (zoab), steenmastiekasfalt en strijkasfalt. Asfaltcentrales kunnen makkelijk omschakelen van de productie van de ene soort op productie van de andere soort Het asfalt dat wordt geproduceerd door asfaltcentrales wordt afgenomen en verwerkt door wegenbouwers. Bijna alle wegenbouwers hebben, net als BAM en HBG, participaties in asfaltcentrales. Er is derhalve sprake van een verticale relatie tussen participanten in asfaltcentrales en wegenbouwers. 27 Cementbetonverhardingen en elementenverhardingen worden hoofdzakelijk toegepast binnen de bebouwde kom. Het hoofdwegennet in Nederland is voornamelijk bedekt met asfalt. 28 Zie het besluit in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, reeds aangehaald, punt Openbare

12 Rel evant e geogr af ische mar kt en Projectontwikkeling 39. Met betrekking tot de geografische afbakening van de markt voor projectontwikkeling verwijzen partijen naar het besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman. 30 In dit besluit werd de markt voor projectontwikkeling, al dan niet nader onderverdeeld, ten minste nationaal afgebakend, aldus partijen. Met partijen en conform eerdere besluiten 31 kan worden aangenomen dat de markt voor projectontwikkeling ten minste nationaal is. Burgerlijke en utiliteitsbouw Opvattingen partijen 40. De geografische omvang van de (deel)markt(en) voor burgerlijke en utiliteitsbouw is volgens partijen nationaal. Partijen zijn met verschillende vestigingen verspreid over het land in geheel Nederland actief. De verschillende vestigingen opereren voornamelijk regionaal teneinde de verplaatsingskosten zo beperkt mogelijk te houden. Activiteiten ten behoeve van grote projecten plegen in geheel Nederland te worden uitgevoerd. Ondanks het feit dat de vestigingen met name regionaal opereren, dient de geografische markt niet als regionaal te worden aangemerkt, aldus partijen. Een bepaald werkgebied van een bouwbedrijf kan eerder zijn oorsprong vinden in de omvang van die onderneming dan een aanduiding zijn dat sprake is van een afzonderlijke regionale markt. 32 Partijen concurreren op alle relevante productmarkten waarop zij actief zijn met landelijke en regionale marktdeelnemers in geheel Nederland. De geografische markten zijn volgens partijen evenwel niet ruimer dan Nederland omdat grensoverschrijdend bouwen uitzondering is. Slechts zeer grote werken plegen doorgaans de aandacht van buitenlandse aannemers te trekken. Deze zullen op hun beurt in belangrijke mate een beroep doen op binnenlandse onderaannemers en vaak in combinatieverband met één of meer binnenlandse aannemers inschrijven. Verschillen in regelgeving, taal, tradities, (bouw)cultuur en smaak worden doorgaans genoemd als verklaringen voor het feit dat binnen Europa structureel weinig grensoverschrijdend wordt gebouwd, aldus partijen. Beoordeling 30 Besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald, punt Zie onder andere het besluit van 1 juli 2002 in zaak 3011/Heijmans Proper Stok, punt 13 en het besluit in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, reeds aangehaald, punt Partijen verwijzen naar het besluit van 2 maart 1998 in zaak 69/BAM Harbo, punt 10: hetzelfde kan gezegd worden van een regionaal opererende vestiging, aldus partijen. 12 Openbare

13 41. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de markt(en) voor burgerlijke en utiliteitsbouw regionaal, nationaal of ruimer dan nationaal moet(en) worden afgebakend, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 61). GWW Opvattingen partijen 42. Volgens partijen dient/dienen de markt(en) voor GWW geografisch nationaal te worden afgebakend (zie voor de argumenten die partijen daartoe aandragen punt 40 met betrekking tot burgerlijke en utiliteitsbouw). Specifiek met betrekking tot railbouw geven partijen echter aan dat sinds 1997 een aantal ondernemingen tot de markt is toegetreden, waaronder ook buitenlandse ondernemingen. Partijen zijn dan ook van mening dat de markt voor railbouw wellicht ruimer dan nationaal dient te worden afgebakend, aangezien in deze markt in toenemende mate grensoverschrijdende activiteiten worden ontplooid. Beoordeling 43. In de onderhavige zaak kan er vooralsnog van worden uitgegaan dat deelmarkten voor het uitvoeren van GWW-projecten in Nederland een nationale omvang hebben. De geografische markt voor GWW kent een nationaal getint karakter als gevolg van de verschillen in taal, tradities, (bouw)cultuur en smaak. Dit wordt bevestigd door marktpartijen. Deze lokale/nationale omstandigheden, taalbarrières en afwijkende (nationale) bouwvoorschriften en dergelijke zorgen er ook bij grote projecten voor dat grotere buitenlandse bedrijven weliswaar inschrijven op aan te besteden GWW-projecten die in Nederland dienen te worden uitgevoerd, maar dat veelal doen in combinatieverband met binnenlandse aannemers. 44. Specifiek met betrekking tot railbouw bevestigen de reacties die van marktpartijen zijn ontvangen het beeld dat partijen schetsen dat buitenlandse ondernemingen tot onderhavige markt zijn toegetreden. 33 Tevens geeft een concurrent aan dat de buitenlandse inbreng bij offertes voor Nederlandse railbouwactiviteiten nog zal toenemen. Ook een grote opdrachtgever geeft aan dat in toenemende mate door buitenlandse bedrijven wordt deelgenomen aan aanbestedingsprocedures en dat werken middels een aanbesteding ook daadwerkelijk aan buitenlandse ondernemingen worden gegund. Buitenlandse ondernemingen zijn actief middels combinaties met Nederlandse ondernemingen, maar opereren ook zelfstandig in Nederland. Deze gegevens wijzen erop dat buitenlandse bedrijven reeds nu, enkele jaren nadat de markt in huidige vorm feitelijk is ontstaan, concurrentiedruk uitoefenen op de Nederlandse markt. Het is aannemelijk dat deze ontwikkeling zich zal voortzetten. Dit neemt niet weg dat thans het aanbod op deze markt nog in overwegende mate in handen is van in Nederland gevestigde 33 Tot de nieuwe toetreders behoren in ieder geval HBG middels Spoorwerk v.o.f., Nedrail (een dochter van de Dura Vermeer Groep N.V.), de Engelse onderneming Mowlem en de Duitse ondernemingen Koehne en Spitzke. 13 Openbare

14 ondernemingen (zie punt 91). In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of de markt voor railbouw nationaal of ruimer dan nationaal dient te worden afgebakend, aangezien indien van de kleinst mogelijke nationale markt wordt uitgegaan geen mededingingsrechtelijke problemen zullen ontstaan als gevolg van de onderhavige concentratie (zie punten 91 tot en met 96). Asfalt Opvattingen partijen 45. Volgens partijen is de relevante geografische markt voor de productie en levering van asfalt regionaal. Als redenen daarvoor wijzen zij op de verhouding tussen de kosten van het product en de transportkosten en de praktijk waarin asfalt doorgaans wordt betrokken bij een centrale die niet meer dan 50 kilometer van het uit te voeren werk is gevestigd. 46. Partijen hebben aangegeven dat deze begrenzing te maken heeft met een afweging van economische kosten en baten. Deze afweging is voor een onderneming die deelneemt in het risicodragend vermogen van een asfaltcentrale een andere dan voor een onderneming die niet over een dergelijke deelneming beschikt. Een aandeelhouder in een asfaltcentrale zal eerder geneigd zijn bij te dragen in de dekking van de vaste kosten van de centrale waarin hij zelf participeert dan in de vaste kosten van een centrale van een derde. Wanneer de afweging moet worden gemaakt tussen extra transportkosten (ook boven 50 kilometer) of asfalt inkopen bij een centrale van een derde zal de keuze volgens partijen al snel vallen op de eerste optie. Dit impliceert dat als gevolg van de door partijen aan de NMa voorgestelde ontvlechtingoperatie 34 het asfalt over aanzienlijke grotere afstanden zal gaan reizen aangezien deze operatie tot gevolg heeft dat van de zes landelijk opererende wegenbouwers, BAM, Ballast Nedam, Dura Vermeer, KWS, Heijmans en HBG, maximaal twee in een zelfde asfaltcentrale aandeelhouder blijven. Het impliceert volgens partijen ook dat de theoretische grens van 50 kilometer haar betekenis verliest. Beoordeling 47. Geconstateerd kan worden dat het geografische leveringsbereik van een asfaltcentrale beperkt is. Met name toenemende transportkosten beletten dat asfalt over langere afstanden wordt getransporteerd. Asfalt wordt in de praktijk meestal betrokken van een asfaltcentrale die niet meer dan circa 50 kilometer van het uit te voeren werk is gevestigd Uit consultatie van regionale directies van Rijkswaterstaat is gebleken dat bijvoorbeeld in Noord-Brabant de tot nu toe maximaal voorgekomen transportafstand circa 80 kilometer (reistijd 34 Voorstellen door partijen aan de directie Concurrentietoezicht van de NMa gedaan in het kader van een verzoek tot ontheffing op grond van artikel 17 Mw. 35 Zie ook het besluit in zaak 2082/BAM NBM Amstelland, reeds aangehaald, punt Openbare

15 circa 1,5 uur) is. In de omgeving Breda is dat maximaal circa 40 kilometer. Op basis van een afweging van economische kosten en baten zijn er aannemers die melden dat een transportafstand van circa 55 kilometer nog net kan. In Oost-Nederland komt asfalttransport over afstanden van kilometer vaak voor. In Zuid-Holland wordt het asfalt aangeleverd door installaties die op een afstand van maximaal 50 kilometer en gemiddeld 30 kilometer van de verwerkingsplaats liggen. In Zuid-Holland is het eenmaal voorgekomen dat asfalt werd aangevoerd over meer dan 50 kilometer, maar dat heeft kwalitatief grote problemen opgeleverd. Met het huidige geïsoleerde vervoer zou dit geen probleem hoeven te zijn. 49. Een wegenbouwer betrekt het asfalt van die installatie waarin hij participeert. Uit economisch oogpunt is het voor een wegenbouwer blijkbaar aantrekkelijker om het asfalt te betrekken van zijn installatie, ongeacht de lange transportafstanden. Een grote jaarproductie drukt namelijk de vaste kosten per ton asfalt van de installatie. Uit technisch oogpunt is een lange transportafstand echter niet gunstig voor de kwaliteit van het asfalt, met name bij lage temperaturen en veel wind. Om die reden stelt Rijkswaterstaat als voorwaarde dat binnen de lading asfalt geen temperatuurverschillen voor mogen komen groter dan 25 graden Celsius. Ondanks het feit dat men derhalve asfalt liever betrekt van een eigen centrale worden door deze voorwaarde van Rijkswaterstaat indirect beperkingen gesteld aan de afstand waarover men asfalt van een eigen centrale zal betrekken. 50. Hoewel het niet mogelijk is het exacte bereik van een asfaltcentrale aan te geven, zal op grond van het bovenstaande uitgegaan worden van een (potentieel) leveringsgebied dat kan worden voorgesteld als een cirkel met een straal van 50 kilometer, met als middelpunt de locatie van de betreffende asfaltcentrale. 36 B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE Inleiding 51. De aanpak zoals beschreven in de punten 11 tot en met 13 inleiding marktafbakening vormt de aanzet voor het onderzoek naar de effecten van onderhavige concentratie voor de mededinging. Wanneer binnen een categorie projecten meer inschrijvers actief zijn, is er minder reden om te veronderstellen dat als gevolg van de concentratie een machtspositie zou kunnen ontstaan. Daarbij is echter ook van belang na te gaan met welke frequentie ondernemingen op bepaalde typen projecten inschrijven. Er moet rekening mee worden gehouden dat sommige ondernemingen binnen bepaalde marktsegmenten minder actief zijn dan andere, bijvoorbeeld als gevolg van capaciteitsbeperkingen. Ten slotte is per grootteklasse opdrachten nagegaan welke 36 Hierbij zij opgemerkt dat een afstand van 50 kilometer hemelsbreed gemiddeld neerkomt op een afstand van ongeveer 70 kilometer over de weg. 15 Openbare

16 ondernemingen de projecten hebben uitgevoerd. Op basis van deze gegevens wordt een conclusie getrokken over de mate van concurrentie binnen het desbetreffende marktsegment. Ook wordt aan de hand van deze gegevens nagegaan in hoeverre BAM en HBG concurrentiedruk op elkaar uitoefenen die als gevolg van de onderhavige concentratie zal verdwijnen. Op deze wijze wordt tot een conclusie gekomen betreffende de vraag of als gevolg van de concentratie een machtspositie kan ontstaan die tot gevolg heeft dat de mededinging op significante wijze wordt belemmerd. Projectontwikkeling 52. De markt voor projectontwikkeling wordt in het onderhavige geval horizontaal beïnvloed, aangezien zowel BAM als HBG projectontwikkelingsactiviteiten verricht. Tevens is er sprake van een verticale beïnvloeding van de markt voor projectontwikkeling: partijen zijn beide als aanbieders (in de hoedanigheid van projectontwikkelaar) en als afnemers/uitvoerder (in de hoedanigheid van aannemer) actief. Deze verticale beïnvloeding zal later aan de orde komen (zie verder vanaf punt 82). 53. Partijen hebben aangegeven dat de omvang van de totale Nederlandse markt voor projectontwikkeling moet worden geschat op EUR 7,2 miljard. Partijen verwijzen hierbij naar een eerder besluit 37 en cijfers van de Neprom 38. In recente besluiten 39 is aangegeven dat de totale omvang van de Nederlandse projectontwikkelingmarkt circa EUR 10,5 miljard bedraagt. Partijen behalen op de markt voor projectontwikkeling in 2001 een gezamenlijk marktaandeel van circa [0-10]%, dan wel [0-10]% indien rekening wordt gehouden met de marktomvangcijfers uit de recente besluiten van de NMa. Projectontwikkeling, naar specialisme 54. Indien de markt voor projectontwikkeling nader wordt onderscheiden naar de markt voor ontwikkeling van woningen en ontwikkeling van commercieel vastgoed, dan bedraagt de marktomvang volgens schatting van partijen respectievelijk EUR 4,8 miljard 40 en EUR 2,4 miljard 41. Partijen behalen op deze mogelijke deelmarkten gezamenlijke marktaandelen van 37 Bij gebrek aan eventueel betere informatie is door partijen als totale marktomvang genomen het midden van de schatting (NLG mld = EUR 5,4-9 mld) genoemd in het besluit in zaak 2460/BAM NBM Van den Bruele & Kaufman, reeds aangehaald, punt Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen, 18 oktober Vergelijk het besluit in zaak 3011/Heijmans Proper Stok, reeds aangehaald, punt 20 en het besluit in zaak 3085/Dura Vermeer Dubbers Malden, reeds aangehaald, punt De marktomvang wordt in de genoemde recente besluiten geschat op ten minste EUR 5,46 miljard. 41 De marktomvang wordt in de genoemde recente besluiten geschat op ten minste EUR 5 miljard. 16 Openbare

17 respectievelijk [0-10]% en [0-10]%. Indien wordt uitgegaan van de marktomvangcijfers uit de recente besluiten van de NMa is dit respectievelijk circa [0-10]% en [0-10]%. Indien binnen de mogelijke (deel)markt voor de ontwikkeling van commercieel vastgoed een nader onderscheid wordt gemaakt naar kantoor-, winkel- en bedrijfsruimte schatten 42 partijen de marktomvang voor kantoorruimte op circa EUR 1,9 miljard en voor winkelruimte circa EUR 800 miljoen. 43 Partijen behalen op deze mogelijke (deel)markten gezamenlijke marktaandelen van maximaal [0-10]%. Projectontwikkeling, naar grootte 55. Met betrekking tot de positie van partijen op de projectontwikkelingmarkt voor grote projecten van EUR 10 miljoen of meer kan het volgende worden opgemerkt. Na onderzoek is gebleken dat exacte cijfers omtrent de marktomvang niet beschikbaar zijn. In het onderhavige geval is nagegaan of er ook voor de grotere projecten genoeg geloofwaardige concurrenten resteren om na de voltooiing van de voorgenomen concentratie een competitief tegenwicht te kunnen bieden aan partijen. Er is onder andere nagegaan of de resterende concurrerende projectontwikkelaars beschikken over een goed organisatievermogen, kennis en ervaring, voldoende financiële draagkracht en het vermogen tot risicoparticipatie. 56. BAM heeft in 2001 ongeveer [>50]% van haar totale omzet op gebied van projectontwikkeling behaald met projecten van EUR 10 miljoen of meer. HBG heeft in 2001 ongeveer [>50]% van haar totale omzet op gebied van projectontwikkeling behaald met projecten van EUR 10 miljoen of meer. 57. Als andere grote(re) spelers op de markt voor projectontwikkeling worden door de ondervraagde marktpartijen onder andere ING Vastgoed Ontwikkeling, Bouwfonds Vastgoedontwikkeling, Amstelland/MDC, Heijmans Vastgoed, Volker Wessels Vastgoed, MAB Groep, Rabo Vastgoed, Corio Vastgoedfonds, William Properties, SFB Vastgoed, 3W Vastgoed, Blauwhoed Vastgoed, Johan Matser Projectontwikkeling en Multi Vastgoed genoemd. Al deze genoemde projectontwikkelaars komen voor in de top van het overzicht van de 101 grootste projectontwikkelaars van PropertyNL. 44 Partijen worden als achtste en twaalfde genoemd in deze lijst van projectontwikkelaars, gebaseerd op m 3 aan projecten in aanbouw en in ontwikkeling. Verscheidene concurrenten hebben aangegeven dat zijzelf en/of de meeste van de (in de top van de lijst van PropertyNL) genoemde projectontwikkelaars aan de in punt 55 genoemde criteria voldoen en in staat zijn om grote projecten van bijvoorbeeld EUR 10 miljoen of meer te ontwikkelen. ING Vastgoed Ontwikkeling is volgens het onderzoek van PropertyNL in Nederland 42 Partijen baseren hun schattingen op de Conjunctuurtest Projectontwikkeling 2002 van Neprom en de totale omzet van alle Neprom-leden. 43 Partijen zijn niet actief op de mogelijke (deel)markt voor ontwikkeling van bedrijfsruimte. 44 De 101 grootste projectontwikkelaars, PropertyNL, uitgave van december Openbare

18 al jaren nummer 1 op het gebied van het ontwikkelen van winkelruimte en qua omzet op Bouwfonds Vastgoedontwikkeling na (dankzij hun activiteiten op het gebied van het ontwikkelen van woningen) de grootste projectontwikkelaar in Nederland. Van de projecten van MAB Groep (die als nummer 2 in de PropertyNL lijst wordt aangegeven) valt de meerderheid te plaatsen in de categorie EUR 10 miljoen of meer (op het gebied van woningen, winkel- en kantoorruimte). Johan Matser Projectontwikkeling (nummer 6 op de PropertyNL lijst) en Multi Vastgoed (nummer 11 op de PropertyNL lijst) hebben een goede positie in grote projecten in kantoorontwikkeling. Een groot deel van de omzet van Heijmans Vastgoed op het gebied van ontwikkeling van woningen wordt eveneens behaald met grote projecten. 58. Het merendeel van de ondervraagde spelers op de markt voor projectontwikkeling geeft aan dat er, onder andere gelet op de aanwezigheid van het grote aantal andere projectontwikkelaars en de positie van partijen, nauwelijks of geen gevolgen van de voorgenomen overname van HBG door BAM te verwachten zijn voor hun onderneming en voor de projectontwikkelingbranche. Eén concurrent heeft desgevraagd aangegeven dat er als gevolg van de overname sprake zal zijn van een machtsconcentratie. Deze concurrent geeft aan dat de combinatie BAM/HBG op het gebied van commercieel vastgoed één van de drie grootste spelers zal worden. Conclusie projectontwikkeling 59. Gezien de gezamenlijke marktaandelen van partijen op de markt van projectontwikkeling, de aanwezigheid van een groot aantal geloofwaardige concurrenten, het feit dat de meeste concurrerende projectontwikkelaars uit de top van de lijst met 101 grootste projectontwikkelaars in staat lijken te zijn om zogenoemde grote projecten te ontwikkelen en het feit dat het merendeel van de ondervraagde marktpartijen vindt dat er genoeg geloofwaardige concurrenten resteren en geen problemen heeft met de voorgenomen overname van HBG door BAM kan worden geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt voor projectontwikkeling, of delen daarvan, op significante wijze wordt belemmerd. Burgerlijke en utiliteitsbouw, naar specialisme 60. De totale omvang van de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw in 2001 wordt door partijen geschat op EUR miljoen. 45 Uitgaande van deze marktomvang bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van BAM en HBG op de Nederlandse markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw circa [0-10]2% (BAM [0-10]% en HBG [0-10]%). Uitgaande van een Nederlandse 45 Schatting van partijen berust op raming van het EIB: prijspeil 2000 plus 4% inflatie. 18 Openbare

19 markt voor woningbouw van EUR miljoen 46 schatten partijen hun gezamenlijke marktaandeel op [0-10]% (BAM [0-10]% en HBG [0-10]%). Uitgaande van een Nederlandse markt voor utiliteitsbouw van EUR miljoen 47 schatten partijen hun marktaandeel op circa [0-10]% (BAM [0-10]% en HBG [0-10]%). Uitgaande van een Nederlandse markt voor onderhoud van EUR miljoen schatten partijen hun gezamenlijke marktaandeel op minder dan [0-5]%. 61. Beide partijen zijn op de markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw actief in geheel Nederland. In het geval er sprake zou zijn van regionale markten voor burgerlijke en utiliteitsbouw wijken de marktaandelen volgens partijen niet significant af. In het geval er sprake zou zijn van geografische markten die ruimer zijn dan Nederland bedragen de marktaandelen van partijen beduidend minder dan 15%, aldus partijen. Partijen zijn slechts in beperkte mate actief op de Belgische en Duitse markt. Burgerlijke en utiliteitsbouw, naar grootte 62. Met betrekking tot de positie van partijen op het gebied van de uitvoering van grote projecten van EUR 10 miljoen of meer kan het volgende worden opgemerkt. Na onderzoek is gebleken dat exacte cijfers omtrent de marktomvang niet beschikbaar zijn. Wel kon aan de hand van steekproefgegevens worden nagegaan wat per grootteklasse van projecten de positie van partijen is en wat de druk is die van concurrenten uitgaat. 48 Gekeken is naar door partijen overgelegde cijfers, gegevens omtrent overheidsaanbestedingen op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw en naar opdrachten verstrekt door projectontwikkelaars en andere particuliere opdrachtgevers. 63. Partijen hebben desgevraagd een eigen, zeer ruwe schatting overgelegd omtrent de omvang van de Nederlandse markt voor burgerlijke en utiliteitsbouw, nader onderverdeeld naar grote projecten van EUR 10 miljoen of meer. Zij schatten de markt voor grote projecten van EUR 10 miljoen of meer op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw op EUR miljoen. Uitgaande van deze marktomvang zal het gezamenlijke marktaandeel van partijen volgens hen [0-10]% bedragen (BAM [0-10]% en HBG [0-10]%). BAM heeft in 2001 circa [>20]% van haar totale omzet op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw behaald met projecten van EUR 10 miljoen of meer. HBG heeft in 2001 circa [>50]% van haar totale omzet op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw behaald met projecten van EUR 10 miljoen of meer. 64. Op grond van het PWC-bestand is een analyse gemaakt van onder andere het aantal biedingen op aanbestedingen van de Rijksoverheid in de in het PWC-bestand onderzochte 46 Schatting van partijen berust op raming van het EIB: prijspeil 2000 plus 4% inflatie. 47 Schatting van partijen berust op raming van het EIB: prijspeil 2000 plus 4% inflatie. 48 Vergelijk ook eerder punt Openbare

20 periode. Voorts is er nagegaan welke ondernemingen per grootteklasse en type bouwwerkzaamheden de projecten daadwerkelijk hebben uitgevoerd. Nu de overheidsaanbestedingen een relatief kleiner gedeelte 49 van het totaal aantal burgerlijke en utiliteitsopdrachten in Nederland dekken, is tevens aan particuliere opdrachtgevers verzocht relevante gegevens te verstrekken. 65. Met betrekking tot de particuliere opdrachten kan het volgende worden opgemerkt. Particuliere opdrachten verschillen van overheidsopdrachten doordat er geen aanbestedingsprocedures verplicht zijn. Particuliere opdrachtgevers zijn in principe vrij om te bepalen welke procedure zij volgen: een selectieprocedure of een onderhandse procedure. Een marktpartij heeft aangegeven dat voor grotere projecten in circa 2/3 van de gevallen de selectieprocedure door opdrachtgevers wordt gehanteerd, kleinere projecten worden volgens hem vaker onderhands uitbesteed. Bij de selectieprocedure worden bouwondernemingen vooraf geselecteerd op geschiktheid voordat zij aan de selectieprocedure mogen deelnemen. Hierdoor is het aannemelijk dat ondernemingen die een bod uitbrengen in de selectieprocedure beschouwd kunnen worden als geloofwaardige concurrenten. Biedgedrag van partijen: 66. Uit de biedgegevens van het PWC-bestand blijkt dat er 4 projecten zijn op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw waarop geen van de partijen heeft ingeschreven, 9 projecten waarop één partij heeft ingeschreven en 4 projecten waarop beide partijen hebben ingeschreven. Uit deze gegevens komt niet naar voren dat partijen voor projecten in bepaalde grootteklassen een sterkere concurrentiedruk op elkaar uitoefenen dan voor projecten in andere grootteklassen. Biedingen op overheidsaanbestedingen en uitnodigingen door particuliere opdrachtgevers van concurrenten: 67. Uit de analyse van het PWC-bestand en de gegevens van particuliere opdrachtgevers blijkt dat op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouwprojecten van EUR 10 tot 20 miljoen in de beschouwde periode 45 verschillende inschrijvers op overheidsprojecten actief zijn geweest. Gemiddeld waren er 8 inschrijvingen per project. BAM heeft 11 keer en HBG heeft 8 keer ingeschreven in deze grootteklasse. Bij de onderzochte particuliere opdrachten zijn circa 25 aannemers of aannemers in een consortium uitgenodigd om een bod te doen. Partijen zijn ieder 5 keer uitgenodigd (waarvan HBG 1 keer in een consortium). Er waren circa 4 concurrenten die met een vergelijkbare frequentie hebben ingeschreven of door particuliere opdrachtgevers zijn 49 Circa 65% werd gebouwd in opdracht van projectontwikkelaars, vergelijk het besluit in zaak 3011/Heijmans Proper Stok, reeds aangehaald, punt 17. In het EIB-rapport Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2002 wordt aangegeven dat, naast projectontwikkelaars, overheid en woningcorporaties enerzijds en andere particuliere opdrachtgevers anderzijds actief zijn als opdrachtgevers. 20 Openbare

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3011/12 / Betreft zaak: 3011/

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2445/Dura Vermeer - Hazag I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5768/6 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2287/ Heijmans-IBC I. MELDING 1. Op 25 januari

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4158/15 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nummer 2460/ BAM NBM - Van den Bruele & Kaufman I.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 3085/ 14.B115 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Vertrouwelijk Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3174/12.B109

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5617 / 11.BT265

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1410/BAM - Vissers/HOKA/ITS I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1563/7 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1705/Strukton - Colijn I. MELDING 1. Op 24 december

Nadere informatie

Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG.

Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG. NL Zaak Nr COMP/M. 2881 BAM NBM/HBG. Alleen de Nederlandse tekst is beschikbaar en authentiek. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE Artikel 9(3) datum : 03/09/2002 COMMISSIE VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3192 Betreft zaak: HBG -

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3249 14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4666 / 4 Betreft zaak: 4666

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3701 / 33 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2082/BAM - NBM-Amstelland I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2984/7.B319 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 2162 / 9 Betreft zaak: 2162/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nummer 3549 / 15 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2189/ Aalberts - Hartman I. MELDING 1. Op 7

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 344 / Heijmans - Seignette 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1267 / Danisco - Sidlaw I. MELDING 1. Op 5

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6032 / 17 Betreft zaak: 6032/Stork

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2626/Yamaha Motor Europe - Motori Minarelli

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2029/Rodamco - Amvest I. MELDING 1. Op 27

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5688 / 13 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5881 / 7 Betreft zaak: 5881/Arcelor

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2239/ Nuon - Feenstra I. MELDING 1. Op 1 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3620/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3799/ 9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4143/14 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2348/PontEecen - Houthandel Vries I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4072 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3903/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0425-9805.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 425 / Internatio-Müller - Roderland

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1768/NIB Capital - Alpinvest I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5684 / 4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4251 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1541/11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1169: Deutsche Babcock - Steinmüller

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2708/Koninklijke Wegenbouw Stevin - Gebr. Van

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5087/11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer /2949 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Datum: 12 mei 1998 Nummer: 443/4.B95 Betreft:

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2218/ Hofka + Sampermans - Stoof I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1880/Tulip Computers - 2L International I.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3284/19 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0094-9804.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 94/13.B91 Betreft: Zaaknummer 94/Econosto

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1589/4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1139/CSS-CCN I. MELDING 1. Op 10 november 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1260/SEI Benelux - Malchus Beheer I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2697/Debitel - Talkline I. MELDING 1. Op 18

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1271/Hillsdown - Jonker Fris I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3683 / 13 Betreft zaak: Com-Wonen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5162/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1415/ Watco - Cleanaway I. MELDING 1. Op 19

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0748-9806.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 748 / Edon - Westergo 1. Op 14

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4077/22 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2656/PinkRoccade - Commit Information Systems

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. ZaakNummer 1678/BDO CampsObers-Walgemoed I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1257 / Airtours - Traveltrend I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2283/Mandemakers - Brugman I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2647/Thermo King - Grenco I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3392/15 Betreft zaak: 3392/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6262 / 27 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Zaaknummer 1716/Charles Andr-Gentenaar I. MELDING 1. Op 6 januari 2000

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2426/Deli Universal - Gouderak I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3754 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5800 / 6 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1272 / Rexel - Rolff I. MELDING 1. Op 26 maart

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1925/ Tyco - Philips Projects I. MELDING 1.

Nadere informatie

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V.

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Besluit Euroma/ Intertaste Ons kenmerk : ACM/UIT/448952 Zaaknummer : ACM/17/024889 Datum : 22 januari 2018 Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Muzenstraat

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2281/ISS Europe - Randstad Holding I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5649/ 7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BARE VERSIE BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 955/Rofisco - Merkx - Roelofsen -

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3237/10 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2064 / Kamps - Schothuis I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1159: Brouwer - Neroc I. MELDING 1. Op 10 december

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1002/Fabricom-Schelde Nummer: NMa-1002/4 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1566/ 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1374/NBM-Amstelland - Visser Nummer: 1374/5 I.

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0890-9809.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 890/ECN - KEMA I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: Zaak nr. 70/Neways-Detron-GPC Huizen Nummer:

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1134/Heineken - Barneveldse

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1340 / Airtours - Marysol I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3069 Betreft

Nadere informatie