Raadsvergadering 8 december 2011

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Datum en nummer 18 oktober 2011, nummer 076/2011 Raadsvergadering 8 december 2011 Agendapunt 20 Programmaveld Financiën Portefeuillehouder R.T.A. Korteland Wettelijke basis Gemeentewet c.a. Voorstel tot Vaststelling van de belasting - en retributieverordeningen 2012 Gevraagde beslissing Vaststellen van de belasting - en retributieverordeningen Financiële consequenties Geen. Het aanpassen van de verordeningen vindt plaats op basis van de beleidskaders van de begroting Aan de raad I Inleiding Op grond van de Gemeentewet is het aan de raad om te besluiten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een verordening. In beginsel worden deze verordeningen jaarlijks opnieuw vastgesteld. Indien geen wijzigingen in de verordening aan de orde zijn, hoeft de verordening ook niet opnieuw vastgesteld te worden. Om die reden wordt aan uw raad voorgesteld de belasting- en retributieverordeningen voor 2012 vast te stellen conform bijgevoegde concepten. II Baten en lasten (tarieven) De baten en lasten van de verschillende heffingen voor 2012 zijn opgenomen in de programmabegroting In de paragraaf Woonlasten zijn de volgende baten opgenomen. Overzicht van diverse heffingen Begroting 2012 Geactualiseerde Begroting 2011 Realisatie 2010 Tarief 2012 Tarief 2011 % kostendekkend heid Onroerende zaakbelasting 1 woningen eigenaren ,1124% 0,1081% n.v.t. Onroerende zaakbelasting niet-woningen eigenaren ,2070% 0,1994% n.v.t. Onroerende zaakbelasting niet-woningen gebruikers ,1659% 0,1598% n.v.t. Afvalstoffenheffing ,00 222,00 100% Rioolheffing ,00 204,00 100% Hondenbelasting ,08 68,80 n.v.t. Grafrechten algemeen graf 2.230, ,00 inclusief onderhoud % Grafrechten eigen graf inclusief 5.800, ,00 afkoop onderhoud voor 40 jaar Bouwleges, aanvraag zonder ontheffing met een bouwsom 776,00 761, % van

2 Bouwleges, reguliere aanvraag met een bouwsom van Overige leges (uittreksel bevolkingsregister, huwelijken, reisdocumenten, rijbewijzen, APV vergunningen, marktgelden) 7.507, , diversen diversen diversen Totaal Tarieven en woonlasten die vaak in onderzoeken naar lokale lasten worden opgenomen De onroerende zaak belastingen en de hondenbelasting zijn zuivere belastingen. De inkomsten vloeien naar de algemene middelen. Voor de overige heffingen geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Bij het vaststellen van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is rekening gehouden met de (wettelijk toegestane) verhoging van de kosten met de (fictieve) BTW op het niveau als opgenomen in de tariefstelling Conform de voorjaarsnota 2011 zal met een extra opbrengst van als gevolg van de fictieve BTW in 2014 en verder rekening moeten worden gehouden. Tevens is bij de berekening van de afvalstoffenheffing rekening gehouden met kwijtschelding welke gezien de economische omstandigheden verhoogd is van naar Onder de inkomensnorm (=100% van het minimuminkomen ) en vermogensnorm vindt op verzoek kwijtschelding voor afvalstoffenheffing plaats. Indien iemand eenmaal kwijtschelding op verzoek heeft ontvangen zal in volgende jaren een geautomatiseerde toetsing worden uitgevoerd met behulp van Stichting Inlichtingen Bureau. Hierbij wordt vastgesteld of het recht op kwijtschelding voor het nieuwe jaar nog bestaat. Er wordt getoetst op inkomen, vermogen en motorvoertuigenbezit. De lijkbezorgingsrechten, het reinigingsrecht, kadegeld en het eenmalig rioolaansluitrecht zijn met de tarieven die in 2011 werden gehanteerd ook in het begrotingsjaar 2012 kostendekkend, zodat zij ongewijzigd kunnen blijven. Voor wat betreft de overige heffingen is op de tarieven de verhoging voor inflatie, te weten een stijging van 2% toegepast, met waar nodig een logische afronding. Tot slot wordt opgemerkt dat bepaalde tarieven, zoals de leges voor reisdocumenten, rijbewijzen en de medische keuring voor de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten landelijk worden vastgesteld of gemaximeerd en aldus zijn overgenomen. III. Belangrijkste wijzigingen (toelichting) Hondenbelasting Aan artikel 6 is toegevoegd dat belastingbedragen van minder dan 10 niet geheven worden, dit vanwege het feit dat de kosten van het versturen van een aanslagbiljet, het innen en het boekhoudkundig verwerken hiervan al snel 10 of meer bedragen. De inkomstenderving voor de gemeente is minimaal. Onroerend-zaakbelasting De onroerende-zaakbelastingen (OZB) worden berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak volgens de Wet waardering onroerende zaken. Uitgangspunt voor het bepalen van de tarieven 2012 is een aanpassing van de totale OZB-opbrengst van het bestaande areaal met 2% (inflatie) zoals bij de voorjaarsnota 2011 is besloten. Hiermee blijft Papendrecht onder de voor 2012 geldende macronorm van 3,75% welke in de Meicirculaire Gemeentefonds 2011 is vermeld. De structureel hogere OZB-opbrengsten van als toename vanwege (niet eerder verwerkte) areaaluitbreiding zijn opgenomen in de voorjaarnota De OZB-tarieven 2012 zijn gebaseerd op de WOZ-waarden per 1 januari Hierbij dient rekening gehouden te worden met de waardeontwikkeling tussen 1 januari 2010 en 1 januari De gemiddelde waardedaling voor woningen en niet-woningen bedraagt in deze periode respectievelijk 2% en 1,8% (vorig jaar was sprake van een daling van respectievelijk 3,8% en 1,2%). Eén en ander leidt tot de volgende percentages voor Met de invloed van WOZ-bezwaren op de WOZ-waarde is geen rekening gehouden bij de bepaling van de OZBtarieven, daar de invloed hiervan op de OZB-opbrengsten zeer gering is (vast te stellen) Waardeontwikkeling Perc. 1/1/2010-1/1/2011 Perc Tarief stijging Perc. Perc eigenaren woningen 0,1081-2,00% 0,1103 2,00% 0,1124 0,1124 eigenaren nietwoningen 0,1994-1,80% 0,2030 2,00% 0,2070 0,2070 gebruikers niet- 0,1598-1,80% 0,1627 2,00% 0,1659 0,1659

3 woningen De raad wordt voorgesteld de onroerende zaakbelastingen 2012 met voornoemde percentages te wijzigen. Afvalstoffenheffing Het tarief wordt vastgesteld op basis van 100% kostendekkendheid. De afvalstoffenheffing is reeds kostendekkend, het tarief blijft ongewijzigd en wordt niet voor inflatie gecorrigeerd. De tariefsegalisatiereserves is voldoende groot om deze stijging voor 2012 achterwege te laten. Rioolheffing Het tarief wordt vastgesteld op basis van 100% kostendekkendheid. Vanaf 2010 is sprake van het zogenaamde verbreed rioolrecht. De grondwaterzorgplicht is een onderdeel geworden van de gemeentelijke riooltaken. Deze zorgplicht staat omschreven in het gemeentelijke rioleringsplan (GRP). De hiermee gepaarde kosten zijn verdisconteerd in de rioolheffing. De gemeente Papendrecht maakt voor het doorberekenen van de rioolkosten gebruik van één heffing. De nieuwe rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee de kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen met het oog op een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. In de voorjaarsnota 2008 is in bijlage 4 het financieel meerjarenperspectief geschetst van het beheer van de openbare ruimte. Als onderdeel daarvan is de aanpak van de riolering voor de komende 15 jaar aangegeven met de daarbij behorende verhoging van het rioolrecht met 27 per jaar. Gezien het verloop van de egalisatiereserve bedraagt dit voor per aansluiting. Eenmalig rioolaansluitrecht, reinigingsrecht en kadegeld De tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekkendheid en worden niet gewijzigd. Deze verordeningen hoeven dan ook niet te worden aangepast. Lijkbezorgingsrechten De tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekkendheid en worden niet gewijzigd. In de tarieventabel zijn enkele wijzigingen doorgevoerd waardoor aparte (lagere) tarieven voor kindergraven zijn opgenomen. Binnenhavengeld De tarieven voor het binnenhavengeld zijn afgelopen jaren in regionaal verband vastgesteld. De nieuwe verordening met de nieuwe tarieven zal naar verwachting in februari 2012 aan u kunnen worden aangeboden. Overigens kent de huidige verordening geen einddatum, zodat de geldigheid daarvan ook in 2012 is en blijft gewaarborgd tot het moment van vaststelling van de nieuwe verordening. Parkeerbelasting Verhoging van de tarieven met 2% prijscompensatie. Brandweerrechten Verhoging van de tarieven met 2% prijscompensatie. Marktgeld Voorgesteld wordt de tarieven niet te verhogen, ook niet met het percentage prijscompensatie. Er is immers nog geen definitieve opstelling voor de markt en het terrein moet op relatief korte termijn weer op de schop. Bovendien zijn er nog onvoldoende (extra) faciliteiten aangebracht om een prijsstijging te kunnen rechtvaardigen. Er wordt dan ook geen nieuwe verordening aan u voorgelegd. Leges In algemene zin zijn de tarieven opgenomen in de Legesverordening geindexeerd met 2% prijscompensatie. Bijzonderheden en/of afwijkingen van dit percentage worden hierna opgesomd. In artikel 4 onder c is de mogelijkheid van vrijstelling opgenomen voor een aanvraag omgevingsvergunning beperkte milieutoets (onderdeel c tot en met k hernummerd). De vrijstelling onder c heeft betrekking op de zogenaamde omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Dit is een toestemming van het bevoegd gezag die bedrijven sinds 1 januari 2011 voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit (officiële naam: 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer') nodig hebben om met deze activiteiten op een specifieke locatie te kunnen starten. De OBM is van toepassing op twee typen activiteiten: - activiteiten waarvoor een m.e.r-beoordeling verplicht is; en - activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een lokale toets moet uitvoeren om te beoordelen of de activiteit ingepast kan worden in de lokale situatie. De OBM is gebaseerd op artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wabo in samenhang met artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht. De OBM bestaat uit een toestemming of een weigering. Het bevoegd gezag kan geen

4 voorschriften aan de OBM verbinden (artikel 5.13a Besluit omgevingsrecht). Zoals bekend bestaat er sinds 1998 een legesvrijstelling voor milieuactiviteiten, waarvoor gemeenten destijds een extra uitkering in het gemeentefonds hebben ontvangen. Omdat de OBM activiteiten betreft die voorheen gewoon milieuvergunningplichtig waren en dus onder de wettelijke legesvrijstelling voor milieuvergunningen vielen, zou ook voor de OBM een wettelijke legesvrijstelling moeten gelden. De wetgever heeft echter verzuimd deze vrijstelling in artikel 2.9a van de Wabo te regelen, maar gaat dit nog wel doen. Er is geen sprake van een nieuwe of verzwaring van de taak van gemeenten (eerder het tegendeel), er hangt alleen een ander label op: de i-vergunning. In verband met een en ander hebben wij vooruitlopend op de wettelijke legesvrijstelling een vrijstelling in de modelverordening leges opgenomen. Artikel 8 Wordt verwijderd: de kwijtschelding is eerder al geregeld in een aparte verordening terzake van kwijtschelding. Artikel 8 is abusievelijk blijven staan. Tarieventabel, Titel 1 Hoofdstuk 1: Voor het sluiten van een huwelijk en het registreren van een geregistreerd partnerschap wordt 204,00 in rekening gebracht. In het kader van de administratieve lastenverlichting wordt een aantal formele uittreksels niet meer in rekening gebracht. Gelet hierop en met inachtneming van de noodzakelijke kostdekkendheid en afstemming met de tarieven die door andere gemeenten in de regio gehanteerd worden, wordt voorgesteld het tarief te verhogen naar 300,00 (onderdelen , , , 1.1.3, 1.1.4) respectievelijk 500,00 (onderdeel ). Ook de tarieven voor de trouwboekjes worden verhoogd ( en ). Regelmatig willen bruidsparen dat een voor hen bekende persoon benoemd wordt als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor het voltrekken van hun huwelijk. Voor een dergelijke benoeming moeten door de afdeling Publiekszaken de nodige kosten gemaakt worden, waaronder het voorbereiden van een benoemingsbesluit (collegevoorstel). De kosten daarvoor worden tot op heden niet in rekening gebracht. Voorgesteld wordt om onder een tarief van 100,00 op te nemen. Voorgesteld wordt onder (na vernummering tot ) een tarief op te nemen voor het niet verschijnen op een afspraak voor voltrekking van een huwelijk of het registreren van een partnerschap. De gemeente Papendrecht wordt geconfronteerd met een grote overloop van de gemeente Dordrecht voor het sluiten van een gratis huwelijk (op maandag mogelijk om en uur). Het komt voor dat het bruidspaar niet verschijnt. Ter voorbereiding van een dergelijke afspraak moeten alle gegevens worden ingebracht in de module burgerlijke stand ten behoeve van het produceren van een akte) en wordt een bevestiging toegestuurd van de afspraak. Aktenummers moeten worden toegekend en indien het bruidspaar niet komt opdagen moeten de geproduceerde akten ook weer worden verwijderd. Naar ons oordeel rechtvaardigt de omvang van de werkzaamheden het opnemen van een tarief verschuldigd bij niet verschijnen. Hoofdstuk 2: De tarieven voor reisdocumenten worden jaarlijks vastgelegd in het Besluit paspoortgelden. Dat Besluit wordt naar verwachting medio oktober vastgesteld door de rijksoverheiden toegezonden aan de gemeente. De tarieven zijn op het moment van het opstellen van dit voorstel nog niet bekend. ID-kaart (onderdeel nieuw): Door de uitspraak van de Hoge Raad van 9 september 2011, nr. 10/04967, LJN: BQ4105, is het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Nederlandse identiteitskaart geen dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Legesheffing op die grond acht de Hoge Raad dan ook niet mogelijk. De regering vindt het noodzakelijk dat de legesheffing wordt voortgezet ter bestrijding van de gemeentelijke en rijkskosten die met het behandelen van de aanvragen voor een Nederlandse identiteitskaart zijn gemoeid. Gelet op de uitspraak van de Hoge Raad was het derhalve noodzakelijk om een nieuwe wettelijke grondslag te creëren voor deze legesheffing. Daartoe is een reparatiewet opgesteld en inmiddels in werking getreden (met terugwerkende kracht tot en met 22 september 2011). Hoewel de wet een zelfstandige grondslag biedt voor de legesheffing in verband met het aanvragen van een identiteitskaart vanaf 22 september, laat deze onverlet de bevoegdheid van gemeenten om de legesverordening te wijzigen. In de memorie van toelichting stelt de regering het wenselijk te vinden dat dit op enig moment gebeurt, om verwarring over de grondslag van heffing te vermijden. In verband hiermee wordt voorgesteld de legesverordening op dat punt aan te passen (nieuw): voorgesteld wordt een tarief op te nemen voor die gevallen waarin een reisdocument met een mobiel aanvraagstation op een locatie buiten het gemeentehuis moet worden aangevraagd. Hoofdstuk 3:

5 1.3.1: het maximumtarief voor rijbewijs wordt naar verwachting wettelijk verlaagd naar 37,05. De ingangsdatum voor deze verlaging wordt verwacht 1 juli 2012 te zijn. Voorgesteld wordt vooruitlopend op de invoering ervan het maximumtarief in de legesverordening op te nemen. Hoofdstuk 9: De tarieven onder en (attestatie de vita en legalisatie handtekening) worden aangepast. Onderdeel wordt gelijkgetrokken met kosten voor afschrift uit GBA. De naamgeving attestatie de vita wordt vervangen door bewijs van in leven zijn in verband met een wetswijziging die op 1 juli 2011 in werking is getreden (Wet van 21 april 2011, Stb. 2011, 245). Bij deze wet is artikel 19k ingevoegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Sinds 1 juli 2011 wordt de attestatie de vita afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand en is de Wet rechten burgerlijke stand en het daarop gebaseerde Legesbesluit akten burgerlijke stand van toepassing. Dat houdt in dat het (wettelijk voorgeschreven) tarief wordt aangepast en verhoogd. Deze internationale attestatie de vita is ingevoerd ter uitvoering van de op 10 september 1998 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de afgifte van een attestatie de vita (Trb. 2004, 283) en wordt afgegeven overeenkomstig het model dat bij de voormelde Overeenkomst werd vastgesteld. Hiermee kan de burger in het buitenland aantonen dat hij in leven is. Het in onderdeel genoemde bewijs van in leven zijn is een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) waarin staat vermeld dat een bepaalde persoon in leven is. Het bewijs van in leven zijn is gratis als iemand kan aantonen dat het voor pensioen is. Hoofdstuk 10: : tekstuele aanpassing. Het Hof Den Haag heeft in de uitspraak van 6 juli 2011 bepaald dat gemeenten kosten in rekening mogen brengen voor het doen van nasporingen bij het opzoeken van informatie bij een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur. De in rekening te brengen kosten mogen uitsluiten betrekking hebben op de tijd die nodig is voor het doorzoeken an archieven en systemen om de gevraagde informatie te vinden. Tijd die nodig is om bijvoorbeeld de informatie te anonimiseren mag niet in rekening worden gebracht. Leges heffen voor het maken van kopieen is reeds mogelijk op grond van onderdeel De tekst van onderdeel is zodanig aangepast dat de kosten voor het doen van nasporingen niet alleen gekoppeld worden aan het verstrekken van kopieen, maar ook aan het informatie ter inzage leggen. Dit alles ter voorkoming van rechtsongelijkheid. Hoofdstuk 11: (voorrangsverklaring): bij de vaststelling van de voorrangsregeling hebben de gemeenten in de regio Drechtsteden op advies van het Drechtstedenbestuur besloten om de leges voor de voorrangsverklaringen jaarlijks te indexeren op basis van de consumentenprijsindex van het Centraal Planbureau. Voor 2012 is de prijsstijging geraamd op 2,55%. Hoofdstuk 17: In hoofdstuk 17 van titel 1 van de tarieventabel zijn tariefbepalingen opgenomen voor het verstrekken van inlichtingen uit het kinderopvangregister. Het kinderopvangregister is een landelijk register geworden, dat door iedereen via internet is te raadplegen. De tariefbepalingen zijn daardoor een dode letter geworden. Wij stellen daarom voor hoofdstuk 17 te schrappen. Hoofdstuk 19: De tarieven onder tot en met blijven ongewijzigd; de keurende instantie Argonaut heeft aangegeven de tarieven voor 2012 niet te zullen wijzigen en worden samengevoegd tot onderdeel : het opvragen van het medisch dossier bij derden (in plaats van huisarts respectievelijk medisch specialist) (tarief huisbezoek keuringsarts) vervalt. Aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart wordt door betrokkene gedaan om mobiliteit te bevorderen. De noodzaak voor een huisbezoek door de keuringsarts wordt geacht daarmee in strijd te zijn. Ook de keurende medisch dienst (Argonaut) stelt zich op het standpunt dat een huisbezoek de mobiliteit niet ten goede komt. Tarieventabel, Titel 2 Hoofdstuk 2 Voorheen zijn nooit leges berekend voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag omgevingsvergunning. Voor het behandelen van een conceptaanvraag wordt welstandsadvies gevraagd door de gemeente. De welstandscommissie brengt hiervoor kosten in rekening. Gezien het toenemende aantal conceptaanvragen, het uitgangspunt om kostendekkend te werken en gezien het feit dat alle omliggende Drechtstedengemeenten hiervoor leges in rekening brengen, wordt voorgesteld in de legesverordening op te nemen dat het tarief doorbrekend wordt aan de aanvrager. Daarbij wordt opgemerkt dat bij een uiteindelijke aanvraag om omgevingsvergunning deze leges weer (grotendeels) gedeelte worden verrekend. Hoofdstuk 3

6 : zodanig aangepast dat het minimumtarief hoger is dan het maximumtarief van onderdeel : voorgesteld wordt een bedrag van 25,00, zijnde de kosten die de welstandscommissie bij de gemeente in rekening brengt en : voorgesteld wordt de leges te verhogen van 304,50 naar 930,00. Het betreft een tijdelijke afwijkende procedure binnen de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze uitgebreide procedure vereist een lange behandelingstijd, waardoor de verhoging van het tarief gerechtvaardigd geacht wordt : hier is sprake van het herstel van een administratieve fout. In de legesverordening van 2011 had het tarief 4.060,00 moeten zijn; het betreft een procedure die gelijk is aan die genoemd is in onderdeel tot en met : het voorstel is om de tarieven voor deze omgevingsvergunningen op grond van de APV te verhogen gelet op de werkelijke behandelingstijd per vergunning (kostendekkendheid) is tekstueel aangepast en zo praktisch inpasbaar. Hoofdstuk tot en met 2.5.3: tekstueel en qua percentages wordt een voorstel tot aanpassing gedaan, afgestemd op het tijdstip van intrekken van de aanvraag: indien de gemeente meer kosten heeft gemaakt, krijgt aanvrager minder terug. Hoofdstuk 7 Het voorstel is om dit hoofdstuk in zijn geheel te laten vervallen. In de praktijk leidt dit onderdeel tot discussie over de vraag of iets een geringe afwijking is. Insteek is dat indien een wijziging van een project aan de orde is, hiervoor altijd een vergunning aangevraagd moet worden. De relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris, de burgemeester, R.G. Beek C.J.M. de Bruin