Raadsbesluit. Raadsvergadering: 20 december ONDERWERP Belastingverordeningen 2018

Transcriptie

1 ONDERWERP Belastingverordeningen 2018 SAMENVATTING Jaarlijks stelt de raad de gemeentelijke belastingverordeningen vast. De tarieven voor 2018 zijn conform de door de raad vastgestelde begroting De verordeningen volgen de modelverordeningen van de VNG. JURIDISCH EN BELEIDSKADER Niet van toepassing BESLUIT B&W 1. De raad voor te stellen de volgende belastingverordeningen vast te stellen: a) Verordening onroerende-zaakbelastingen 2018; b) Verordening afvalstoffenheffing 2018; c) Verordening rioolheffing 2018; d) Verordening leges 2018; e) Verordening lijkbezorgingsrechten 2018; f) Verordening precariobelasting 2018; g) Verordening hondenbelasting 2018; h) Verordening marktgelden 2018; i) Verordening belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018; j) Verordening liggeld woonschepen Cruquiushaven 2018; k) Verordening parkeerbelasting Het voorstel voor te leggen aan de Commissie Middelen voor advies aan de raad (A-stuk). BESLUIT RAAD De raad van de gemeente ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 besluit: Vast te stellen de volgende belastingverordeningen: a) Verordening onroerende-zaakbelastingen 2018; b) Verordening afvalstoffenheffing 2018; c) Verordening rioolheffing 2018; d) Verordening leges 2018; e) Verordening lijkbezorgingsrechten 2018; f) Verordening precariobelasting 2018; g) Verordening hondenbelasting 2018; h) Verordening marktgelden 2018; i) Verordening belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018; j) Verordening liggeld woonschepen Cruquiushaven 2018; k) Verordening parkeerbelasting De raad voornoemd, 20 december 2017

2 AANLEIDING Bij de vaststelling van de begroting is impliciet ook besloten over de hoogte van de gemeentelijke belastingen, heffingen en leges. De verordeningen voor 2018 zijn aan die uitgangspunten aangepast en moeten door de raad worden vastgesteld zodat ze op 1 januari 2018 kunnen ingaan. MOTIVERING Hierna wordt ingegaan op de tariefs- en andere wijzigingen in de belastingverordeningen voor het jaar Voor alle verordeningen en tarieventabel is een nieuwe opmaak gebruikt. Deze opmaak is voorgeschreven voor de digitale publicatie van de vastgestelde verordeningen en tarieven op Bij de begroting 2018 is de inflatie vastgesteld op 2,1%. a. Onroerende-zaakbelastingen (ozb) Zoals vastgesteld in de begroting 2018 (bladzijde 17) worden de onroerendezaakbelastingen verhoogd met 2,1% ter compensatie van de inflatie. Echter, uit de voorjaarsnota 2017 blijkt dat dit jaar een voordeel van wordt gerealiseerd op de ozb-opbrengst. Deze hogere opbrengst wordt ook in 2018 gerealiseerd. Dit betekent dat het ozb-tarief voor woningen in 2018 niet hoeft te worden verhoogd om de inflatiecorrectie te realiseren. De waardeontwikkeling van de woningen dient nog wel in het tarief te worden verdisconteerd; de onroerende-zaakbelasting wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde per Het regionaal samenwerkingsverband Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid (GBKZ) heeft een analyse gemaakt van de lokale waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Dat heeft geleid tot de inschatting dat de WOZ-waarde van woningen per % hoger is dan de waarde op peildatum De WOZwaarde van niet-woningen ligt op % lager dan op (bron: GBKZ). Samengevat leidt dit ertoe dat het tarief voor eigenaren van woningen in % daalt ten opzichte van 2017 (+2,1% inflatiecorrectie, -2,1% gerealiseerde opbrengststijging in 2017 en -12% correctie WOZ-waardestijging). Met een gestegen WOZ-waarde betekent dit dat een huiseigenaar met een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in 2018 evenveel aan ozb gaat betalen als in Het tarief voor niet-woningen stijgt in 2018 conform de uitgangspunten van de programmabegroting 2018 met 3,1%. Dit percentage bestaat uit: +2,1% inflatiecorrectie en +1% correctie voor de ingeschatte waardedaling van niet-woningen. Overeenkomstig het bovenstaande worden de tarieven als volgt voorgesteld: a. bij de gebruikersbelasting voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen (was 0,1640% in 2017); b. bij de eigenarenbelasting voor onroerende zaken 1. die in hoofdzaak tot woning dienen 0,0887% (was 0,0994% in 2017); 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,2110% (was 0,2047% in 2017). In de begroting 2018 (bladzijde 121) is rekening gehouden met een totale ozb-opbrengst van

3 b. Afvalstoffenheffing Bij de begrotingsbehandeling op 2 en 3 november 2017 is de motie Minder afval loont aangenomen. Hierin werd gevraagd om in de verordening het prijsverschil tussen een grote en een kleine grijze rolcontainer te verhogen van ca. 50 naar ca In bijgevoegde Verordening afvalstoffenheffing 2018 is deze verhoging niet verwerkt. In een separaat schrijven wordt de raad binnenkort geïnformeerd over de uitvoering van de motie. Dit schrijven kan worden betrokken bij de besluitvorming van uw raad over de belastingverordeningen In de bijgevoegde verordening worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing als volgt voorgesteld (tussen haakjes de tarieven 2017): De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar 197,85 (was 193,80) In afwijking van het bepaalde hierboven bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar: Indien op dat perceel gebruik wordt gemaakt van (een) 120/ ,85 liter restafvalcontainer(s), per 120/140 liter restafvalcontainer (was 193,80) Indien op dat perceel gebruik wordt gemaakt van (een) 240 liter 247,32 restafvalcontainer(s), per 240 liter-restafvalcontainer Indien op dat perceel gebruik wordt gemaakt van van gemeentewege verstrekte (gele) huisvuilzakken tot een maximum van 100 zakken per belastingjaar Indien op dat perceel gebruik wordt gemaakt van een saldopas voor het gebruik van een ondergronds afvalinzamelingssysteem voor rest- en gft-afval: bij het gebruik van een pas met een limiet van maximaal 100 tikken per jaar bij het gebruik van een pas met een limiet van maximaal 200 tikken per jaar (was 242,28) 197,85 (was 193,80) 197,85 (was 193,80) 247,32 (was 242,28) Voor de overige tarieven verwijzen wij naar de tarieventabel, die onderdeel uitmaakt van de verordening. In de voorjaarsnota 2017 bleek een nadeel op de afvalexploitatie van Dit leidt tot een extra verhoging van 12%. In de begroting 2018 (bladzijde 17) is voorgesteld om deze stijging niet in één keer door te berekenen in de afvalstoffenheffing, maar fasegewijs. Daartoe wordt de komende drie jaar een totaal van (waarvan in 2018) aan de algemene reserve onttrokken. De begrote opbrengst 2018 uit afvalstoffenheffing bedraagt c. Rioolheffing Overeenkomstig de uitgangspunten van de begroting 2018 (bladzijde 17) wordt voorgesteld om de rioolheffing vast te stellen op 207,03 (was 195,88). Dit betekent een stijging van 5,7%. Het tarief is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) , vastgesteld in de raad van 29 juni Het renteomslagpercentage is bijgesteld naar 1,5%. De totale begrote opbrengst 2018 uit rioolheffing bedraagt Woonlasten De hierboven beschreven belastingen vormen samen de woonlasten. Het uitgangspunt is dat de woonlasten, bestaande uit a. onroerende-zaakbelasting, b. afvalstoffenheffing en c. rioolheffing, niet meer dan de reguliere inflatiecorrectie stijgen ten opzichte van 2017.

4 In de volgende tabel is te zien hoe de woonlasten zich ontwikkelen voor een huishouden met een eigen woning met een gemiddelde WOZ-waarde ( , 12% hoger dan 2017, bron: GBKZ) en een afvalemmer van 240 liter op basis van bovenstaande uitgangspunten: Belastingsoort mutatie t.o.v Ozb (o.b.v. gemiddelde WOZ-waarde woning: ; bron: GBKZ) ,0% Afvalstoffenheffing (o.b.v. 240 liter rolemmer) ,1% Rioolheffing (o.b.v. GRP en renteomslagpercentage van 1,5%) ,7% Totaal ,9% Uit de tabel blijkt dat de totale woonlasten voor een huiseigenaar met een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in ,9% stijgen ten opzichte van Dit is conform het uitgangspunt van de begroting De woonlasten voor huishoudens met een huurwoning blijven beperkt tot de afvalstoffenheffing, die met 2,1% stijgt. Daarmee blijft de stijging van de woonlasten van een huishouden met een huurwoning ook binnen de uitgangspunten. d. Leges De Verordening leges 2018 is ingedeeld volgens de modelverordening van de VNG en kent drie titels: Titel 1 Algemene dienstverlening; Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning; Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Indexering tarieven Met betrekking tot de diverse tarieven in de legesverordening wordt voorgesteld deze te verhogen met 2,1%, conform de in de begroting geformuleerde uitgangspunten. De tarieventabel bij deze verordening is bijgevoegd als bijlage en wordt samen met deze verordening vastgesteld. Leges aanvraag tot wijziging bestemmingsplan In de vigerende legesverordening is voor het wijzigen van het bestemmingsplan abusievelijk een ander bedrag opgenomen dan die voor de procedure voor een buitenplanse ontheffing, de procedure waarbij de raad voor een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een verklaring van geen bedenkingen verleent. Aangezien voor beide besluiten dezelfde procedure moet worden doorlopen wordt voorgesteld voor beide procedures hetzelfde legesbedrag te hanteren, namelijk 2.907,80. Dat geldt ook voor het tarief voor het uitwerken van het bestemmingsplan en het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid. Voor deze besluiten van de raad wordt ook dezelfde procedure doorlopen, zodat wordt voorgesteld ook daar het tarief van 2.907,80 te hanteren.

5 Wettelijk vastgestelde tarieven Voor een aantal producten worden de tarieven door de rijksoverheid vastgesteld. Voorbeelden hiervan zijn de tarieven voor een rijbewijs en een paspoort. De meeste van deze tarieven zijn bij het opstellen van de verordeningen bekend, maar sommige nog niet. Het komt ook voor dat tussentijds tarieven worden bijgesteld. Richting de burger is het wenselijk dat in de verordening een bedrag staat, en niet de aanduiding wettelijk tarief. Op dit moment heeft alleen de raad de bevoegdheid om de tarieven vast te stellen. Het kost dus veel tijd om nieuwe, gewijzigde tarieven over te nemen. Om dat probleem te ondervangen heeft de VNG in de modelverordening een artikel toegevoegd, dat inmiddels door vele gemeenten in de legesverordening is opgenomen. Wij stellen voor om dit artikel ook op te nemen. Door toevoeging van artikel 11 krijgt het college de bevoegdheid tot wijziging van de legesverordening: a. als sprake is van een zuiver redactionele wijziging (tekstuele wijzigingen die geen materiële gevolgen hebben); b. bij wijziging in rijksregelgeving: waarvan de implementatieperiode na bekendmaking in het Staatsblad of de Staatscourant korter is dan drie maanden; en die tariefbepalingen betreft waarbij een rijkskostendeel onderdeel uitmaakt van het tarief of waarvoor bij of krachtens een wet een (maximum)tarief is gesteld; en bovendien de raad niet zelf al met deze wijzigingen rekening heeft gehouden. De periode van drie maanden is de termijn die een gemeente doorgaans nodig heeft om een verordening of tarief te wijzigen (van ambtelijke voorbereiding tot en met raadsbesluit). Het betreft de tarieven voor: 1. hoofdstuk 3: onderdelen t/m akten burgerlijke stand; 2. hoofdstuk 4: onderdelen t/m papieren verstrekking uit de basisregistratie personen; 3. hoofdstuk 7 reisdocumenten; 4. hoofdstuk 8 rijbewijzen; 5. hoofdstuk 9 kansspelen; 6. hoofdstuk 13: onderdeel verklaring omtrent het gedrag; 7. hoofdstuk 14 verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. e. Lijkbezorgingsrechten Voorgesteld wordt de tarieven voor het jaar 2018 te verhogen met 2,1%. f. Precariobelasting Voorgesteld wordt de tarieven voor het jaar 2018 te verhogen met 2,1%. g. Hondenbelasting Het voorstel is de tarieven inzake de hondenbelasting met 2,1% te verhogen en als volgt samen te stellen (tussen haakjes staan de tarieven 2017): - voor een eerste hond 93,95 ( 92,00); - voor een tweede hond en elke volgende hond 156,60 ( 153,40); - kenneltarief 720,35 ( 705,60). Het kenneltarief komt overeen met het tarief voor een eerste hond en 4x het tarief voor een tweede en volgende hond.

6 h. Marktgelden De tarieven voor 2018 worden met 2,1% verhoogd ten opzichte van 2017 en worden als volgt voorgesteld (tussen haakjes staan de tarieven 2017): la. Voor een dagplaats, per strekkende meter 3,20 ( 3,10); 1 b. Voor een vaste plaats per kwartaal, per strekkende meter 37,60 ( 36,85); 1c. Voor een standwerker, per strekkende meter 3,20 ( 3,10). i. Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten Voor deze belasting gelden nagenoeg dezelfde wettelijke voorschriften en dezelfde tarieven als voor de onroerende-zaakbelastingen. Kortheidshalve wordt dan ook verwezen naar het hiervoor genoemde onder kopje a. onroerende-zaakbelastingen van dit raadsvoorstel. j. Liggeld woonschepen Cruquiushaven De tarieven voor aanmeervoorzieningen worden verlaagd in verband met een correctie van de opbouw van de tarieven die in 2017 zijn vastgelegd. Voorgesteld wordt de overige tarieven te verhogen met 2,1%. k. Parkeerbelasting 2018 Voor de Binnenweg en Raadhuisstraat (sector G) gaat het college naar aanleiding van de winkelvisie het huidige tarief en/of de venstertijden heroverwegen en een voorstel doen aan de raad. De Verordening parkeerbelasting wordt, zo nodig, hierop aangepast en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. In de Verordening parkeerbelasting 2018 staan vooralsnog dezelfde tarieven voor de betaald parkeergebieden als in De tarieven voor parkeervergunningen worden met 2,1% verhoogd. FINANCIËN De tarieven zijn overeenkomstig de begroting 2018 die in de vergadering van 2 en 3 november 2017 is vastgesteld. PLANNING/UITVOERING De verordeningen treden in werking met ingang van 1 januari Het regionale samenwerkingsverband Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid draagt (mede) zorg voor uitvoering van de verordeningen PARTICIPATIE EN COMMUNICATIE Op grond van artikel 139 Gemeentewet moeten wijzigingen betreffende belastingverordeningen, nadat zij door de gemeenteraad zijn vastgesteld, gepubliceerd worden. Deze publicatie vindt plaats via en in de r. Tot slot zijn de verordeningen te raadplegen op onder Lokale regelgeving. DUURZAAMHEID Niet van toepassing BIJLAGEN kenmerk: onderwerp: Verordening onroerende zaakbelastingen 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening afvalstoffenheffing 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening rioolheffing 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening leges 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening lijkbezorgingsrechten 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening precariobelasting 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening hondenbelasting 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening marktgelden 2018

7 kenmerk: onderwerp: Verordening belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening liggeld woonschepen Cruquiushaven 2018 kenmerk: onderwerp: Verordening parkeerbelasting 2018