Regionaal Inkoopplan Regio Midden-Brabant

Transcriptie

1 Regionaal Inkoopplan Regio Midden-Brabant Inkoopbeleid Landurige Zorg VGZ Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Nijmegen, Univé Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Alkmaar en Trias Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Gorinchem vormen samen de Zorgkantoren Coöperatie VGZ. Zorgkantoren Coöperatie VGZ is een handelsnaam voor VGZ Zorgkantoor BV, Univé Zorgkantoor BV en Trias Zorgkantoor BV samen.

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING INKOOP WLZ: NIEUWE DYNAMIEK REGIOBEELD Regio beschrijving: regio, subregio s en n Overzicht van demografische gegevens Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio V&V Kwantitatieve analyse Indicatiestelling (CIZ) Capaciteit, verdieping naar niveau/locatieniveau ZZP en VPT ontwikkeling Gemiddelde kosten Wachtenden Aantal PGB-cliënten Kwalitatieve analyse Wachtlijsten Integrale benadering/specifieke doelgroepen Regionale onderwerpen Conclusies Inkoopdoelstellingen GEHANDICAPTEN ZORG Kwantitatieve analyse Prevalentie gehandicapten in regio Midden-Brabant Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Ontwikkeling in het aantal ZZP s Gemiddelde kosten Mixverhouding ZZP s PGB budgethouders met intramurale indicaties Wachtenden Kwalitatieve analyse: Moeilijk plaatsbare cliënten / Meerzorg Crisiszorg Integrale benadering Conclusies Inkoopdoelstellingen

3 1 Inleiding Het zijn turbulente tijden voor de langdurige zorg; we begeven ons midden in een transitie (HLZ). In de afgelopen maanden is er steeds meer informatie gekomen over de nieuwe Jeugdwet, de decentralisatie naar de Wmo en de overhevelingen naar de Zvw. Daarnaast zijn ook de contouren voor de nieuwe Wlz langzaam zichtbaar geworden. Er is echter nog geenszins sprake van volledige duidelijkheid en veel issues moeten nog worden uitgekristalliseerd. Ten tijde van publicatie van dit inkoopdocument is nog niet geheel duidelijk welke uitgangspunten gelden in Dit betekent ook dat we nog niet alles met zekerheid kunnen aangeven. Ondanks deze onduidelijkheid moeten de Zorgkantoren Coöperatie VGZ toch zorg voor onze cliënten inkopen. De volgende aannames gelden bij de zorginkoop voor 2015: Dit document is opgesteld vanuit de veronderstelling dat de Wlz op 1 januari 2015 nog niet is ingevoerd als wet, maar; De decentralisatie van functies die overgaan naar de Wmo wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Zvw wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Jeugdwet wel geeffectueerd is. Opzet regionale inkoopplannen Om onze centrale beleidsdoelstellingen te vertalen naar de situatie in de regio Midden-Brabant hebben wij dit regionale inkoopplan opgesteld. Dit beschrijft in essentie wat het zorgkantoor in de regio wil bereiken. Uw offerte dient zich te richten op de doelstellingen zoals die in dit plan zijn opgenomen. Het inkoopplan richt zich op de in te kopen zorg voor de Langdurige Zorg Het inkoopplan is verdeeld in een algemeen regiobeeld, een deel Verpleging en Verzorging en een deel Gehandicaptenzorg. Vanwege de vermeende volledige overheveling van de GGZ (naar de Zvw en Wmo) is hiervan geen aparte analyse gedaan. In het inkoopplan kan verwezen worden naar de relatie tussen de betreffende regio en de overige VGZ-regio s, de analyse waarop dit is gebaseerd vindt u terug in het bestand Vergelijking VGZ Zorgkantoorregio s zoals gepubliceerd op onze website. U vindt al onze inkoopdocumenten op: Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het Zorgkantoor behoudt zich het recht voor een correctie in de inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed zijn op de inkoop van zorg. 3

4 2 Inkoop Wlz: nieuwe dynamiek Het zorgkantoor ziet met de komst van de Wlz de positie van de klant in haar keuze voor een geschikte zorgaanbieder en eigen woning verstevigd worden. Cliënten met een lichtere zorgvraag zullen op den duur geen onderdeel meer uitmaken van de Wlz. De Wlz blijft beschikbaar voor de meest kwetsbare doelgroepen. Zij hebben recht op verblijf, maar hebben ook een keuze voor een VPT, of kunnen voor een pgb in aanmerking komen. De Wlz zal hiermee een andere dynamiek kennen dan de huidige AWBZ. De nieuwe dynamiek van de Wlz zal de komende jaren zijn beslag krijgen in het aanbod van zorg voor cliënten. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie verzilveren geldt dat zij recht blijven houden op verblijf. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie nog niet verzilveren zijn de keuzemogelijkheden afhankelijk van het toegewezen ZZP. Voor deze groep geldt het overgangsrecht, zoals beschreven in Duurzaam & Dichtbij Dit betekent in ieder geval dat de cliënten met een laag ZZP in 2015 aan dienen te geven of zij hun verblijf willen verzilveren of hier voorgoed van afzien. Het is niet te voorspellen wat deze doelgroep gaat doen. In de onderstaande figuur hebben wij voor de huidige VGZ-cliënten in deze regio het onderscheid gevisualiseerd tussen Wlz-cliënten en cliënten waarvan het onzeker is of deze voor Wlz gaan kiezen. Mensen met een extramurale indicatie zijn niet opgenomen Indeling cliënten typologieën V&V 3000 Indeling cliënten typologieën VG MBr WLZ MBr WLZ onzeker ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht PGB licht Alternatieve Zorg licht 0 MBr WLZ MBr WLZ onzeker ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht PGB licht Alternatieve Zorg licht 4

5 V&V MBr WLZ MBr WLZ onzeker ZZP zwaar 2767 ZZP licht 914 VPT zwaar 51 PGB zwaar 17 Alternatieve Zorg zwaar 9 Wachtend ZZP zwaar 613 Wachtend ZZP licht 388 VPT licht 62 PGB licht 6 Alternatieve Zorg licht 44 VG ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht MBr WLZ MBr WLZ onzeker PGB licht 3 Alternatieve Zorg licht 99 Bron: AZR indicaties peildatum

6 3 Regiobeeld 3.1 Regio beschrijving: regio, subregio s en n. Het zorgkantoor Midden-Brabant koopt AWBZ-zorg in voor cliënten met een AWBZ-indicatie in de n die onder deze zorgkantoorregio vallen. De regio bestaat uit negen n De regio Midden-Brabant bestaat uit de n: Dongen, Gilze-Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. 3.2 Overzicht van demografische gegevens Naam Midden- Brabant Nederland jaar Totale bevolking Aantal Tot 65 jaar %-aandeel Tot 65 jaar Aantal %-aandeel Aantal %-aandeel Aantal > % % 178 5% 209 6% Bron: CBS statline 2014 In totaal kent de regio Midden-Brabant in inwoners. De totale bevolking groeit tot 2025 met 4,3%, dit is hoger dan het landelijk gemiddelde van 3,6% en hoger dan het gemiddelde van de VGZ-regio s van 2,4%. Het aantal 80+ ers neemt met 51,7% toe naar 2025 ten opzichte van 2014, dit is boven het landelijk gemiddelde van 35,5%, en nagenoeg gelijk met het VGZ-gemiddelde van 50,3%. Het aantal 0 tot 65 jarigen, daalt met 1,4% in 2025 ten opzichte van Landelijke is dit percentage 1,9% en voor de VGZ-regio s 4,4%. Hierbij dient te worden opgemerkt dat met name tussen 2020 en 2025 de vergrijzing optreedt. %-aandeel > % 44 10% 14 3% 17 4% % 46 10% 14 3% 18 4% % 50 11% 17 4% 21 5% % 51 11% 22 5% 26 6% % % 526 3% 720 4% % % 541 3% 736 4% % % 634 4% 834 5% % % 839 5% 975 6% VGZregio's % % 108 3% 139 4% % % 112 3% 145 4% % % 133 4% 174 5% 6

7 BEVOLKINGS- AANTALLEN 2014, 2015, 2020 EN 2025 (X 1.000) tot 65 jaar >80 totaal Naam jaar aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel ,9 78,4% 51,2 11,2% 21,7 4,7% 26,1 5,7% 457,9 18,9 4,3% -1,4% 51,7% Bron: CBS statline 2014 totaal aantal Aantal verandering totale bevolking tov 2014 % verandering totale bevolking tov 2014 % verandering 0-65 % verandering 80+ tov 2014 Dongen ,5 81,7% 2,8 11,2% 0,8 3,2% 1,0 4,0% 25,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,3 80,9% 2,9 11,6% 0,9 3,6% 1,0 4,0% 25,1 0,0 0,0% -1,0% 0,0% ,9 78,0% 3,1 12,2% 1,1 4,3% 1,4 5,5% 25,5 0,4 1,6% -2,9% 40,0% ,5 75,6% 3,2 12,4% 1,4 5,4% 1,7 6,6% 25,8 0,7 2,8% -4,9% 70,0% Gilze en Rijen ,6 82,8% 2,8 10,3% 0,9 3,3% 1,0 3,7% 27,3 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 81,9% 3,0 11,1% 0,9 3,3% 1,0 3,7% 27,1-0,2-0,7% -1,8% 0,0% ,4% 3,3 11,9% 1,1 4,0% 1,3 4,7% 27,7 0,4 1,5% -2,7% 30,0% ,5 76,8% 3,4 12,1% 1,4 5,0% 1,7 6,1% 28,0 0,7 2,6% -4,9% 70,0% Goirle ,6 80,9% 2,7 11,7% 0,8 3,5% 0,9 3,9% 23,0 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,8 80,0% 2,9 12,3% 0,8 3,4% 1,0 4,3% 23,5 0,5 2,2% 1,1% 11,1% ,9% 3,3 13,9% 1,1 4,6% 1,3 5,5% 23,7 0,7 3,0% -3,2% 44,4% ,8% 3,3 13,5% 1,4 5,7% 1,7 7,0% 24,4 1,4 6,1% -3,2% 88,9% Heusden ,8 82,1% 4,5 10,6% 1,4 3,3% 1,7 4,0% 42,4 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 81,5% 4,6 10,9% 1,5 3,6% 1,7 4,0% 42,2-0,2-0,5% -1,1% 0,0% ,1 78,1% 5,2 12,3% 1,8 4,2% 2,3 5,4% 42,4 0,0 0,0% -4,9% 35,3% ,8 75,4% 5,6 12,9% 2,2 5,1% 2,9 6,7% 43,5 1,1 2,6% -5,7% 70,6% Hilvarenbeek ,1 80,1% 1,7 11,3% 0,6 4,0% 0,7 4,6% 15,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 79,3% 1,8 12,0% 0,6 4,0% 0,7 4,7% 15,0-0,1-0,7% -1,7% 0,0% ,6 76,8% 1,9 12,6% 0,7 4,6% 0,9 6,0% 15,1 0,0 0,0% -4,1% 28,6% ,5 74,2% 2,0 12,9% 0,8 5,2% 1,2 7,7% 15,5 0,4 2,6% -5,0% 71,4% Loon op Zand ,9 80,4% 2,6 11,1% 0,9 3,8% 1,1 4,7% 23,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 79,6% 2,7 11,5% 0,9 3,8% 1,2 5,1% 23,5 0,0 0,0% -1,1% 9,1% ,7 76,6% 3,0 13,0% 1,0 4,3% 1,4 6,1% 23,1-0,4-1,7% -6,3% 27,3% ,4 74,4% 3,0 12,8% 1,3 5,6% 1,7 7,3% 23,4-0,1-0,4% -7,9% 54,5% Oisterwijk ,6 78,6% 3,1 11,8% 1,1 4,2% 1,4 5,3% 26,2 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 78,2% 3,1 11,9% 1,1 4,2% 1,5 5,7% 26,1-0,1-0,4% -1,0% 7,1% ,1 76,7% 3,2 12,2% 1,2 4,6% 1,7 6,5% 26,2 0,0 0,0% -2,4% 21,4% ,9 74,0% 3,3 12,3% 1,5 5,6% 2,2 8,2% 26,9 0,7 2,7% -3,4% 57,1% Tilburg ,5 84,8% 18,6 8,8% 5,8 2,8% 7,5 3,6% 210,4 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,5 84,4% 19,3 9,1% 6,0 2,8% 7,6 3,6% 211,4 1,0 0,5% 0,0% 1,3% ,9 83,1% 21,2 9,7% 6,9 3,2% 8,6 4,0% 217,6 7,2 3,4% 1,3% 14,7% ,7 81,8% 21,5 9,7% 9,1 4,1% 9,9 4,5% 222,2 11,8 5,6% 1,8% 32,0% Waalwijk ,3 81,1% 5,2 11,3% 1,6 3,5% 1,9 4,1% 46,0 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,3% 5,4 11,7% 1,7 3,7% 2,0 4,3% 46,1 0,1 0,2% -0,8% 5,3% ,7% 6,0 12,6% 2,1 4,4% 2,5 5,3% 47,6 1,6 3,5% -0,8% 31,6% ,6 75,9% 5,9 12,2% 2,6 5,4% 3,1 6,4% 48,2 2,2 4,8% -1,9% 63,2% totaal ,9 82,9% 44 10,0% 13,9 3,2% 17,2 3,9% 439 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 82,3% 45,7 10,4% 14,4 3,3% 17,7 4,0% 440 1,0 0,2% -0,5% 2,9% ,3 80,3% 50,2 11,2% 17 3,8% 21,4 4,8% 448,9 9,9 2,3% -1,0% 24,4% 7

8 Het percentage 80+ nemen fors toe in de n Dongen, Gilze en Rijen, Heusden, Hilvarenbeek met als uitschieter Goirle. In de Tilburg stijgt het percentage 80+ naar 2025 ten opzichte van 2014 fors minder dan het regio gemiddelde. In de n Dongen, Gilze en Rijzen, Heusden, Hilvarenbeek en Goirle neemt het zowel het percentage 80+ flink toe en laat ook een forse procentuele afname zien in het aantal 0 tot 65+. De Tilburg en Waalwijk hebben een sterk stedelijk karakter en de overige n in Midden- Brabant zijn te beschrijven als landelijke kernen. 3.3 Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio Intramuraal en VPT gecontracteerde aanbieders in de regio Midden Brabant zijn als volgt verdeeld over de sectoren: Er zijn achttien zorgaanbieders actief in de regio Midden-Brabant waarvan twaalf aanbieders in de V&V sector en zes in de GZ sector. 8

9 4 V&V 4.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van de indicatiestelling, capaciteit en ontwikkeling in zorgzwaartepakketten, de kosten van de zorg en wachtlijsten in de zeven regio s waar wij zorg inkopen. Voor de sector V&V in de regio Midden-Brabant zijn hieronder de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar de VGZ-regiovergelijking (zie Indicatiestelling (CIZ) In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat in de regio Midden-Brabant een geldige intramurale V&V indicatie heeft. De indicaties zijn afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en op drie peildata worden deze vergeleken met het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling van de indicaties op landelijk niveau tussen en kunt u vinden in de VGZ-regiovergelijking. Tabel: Aantal indicaties intramuraal VV per ZZP regio Midden Brabant, 3 peildata en vergelijking met landelijke ontwikkeling per ZZP ten opzichte van 1. Zorgzwaarte pakket 1-1- MB 1-1- MB 1-1- MB % tov MB Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ, peildata 1 januari, 1 januari en 1 januari % tov Ned VV % 62% VV % 70% VV % 125% VV % 124% VV % 120% VV % 139% VV % 156% VV % 162% VV % 117% Totaal % 114% Wanneer wordt gekeken naar het totaal aantal geldige indicaties is te zien dat landelijk het aantal cliënten met een intramurale VV indicatie tussen en met 14% is gestegen. De regio Midden-Brabant laat procentueel dezelfde stijging zien. De procentuele afname van indicaties ZZP 1 is in Midden-Brabant 35% ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 38%. Voor de ZZP2 zijn deze percentages respectievelijk 23 versus 30%. Geconcludeerd kan worden dat in de regio Midden-Brabant de indicaties ZZP 1 en 2 minder afnemen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Door een verandering van wet-, en regelgeving zal het aantal afgegeven indicaties ZZP 1, 2 in 2014 gereduceerd zijn tot nul en zal het aantal ZZP 3 alleen nog voorkomen voor een zeer beperkte groep cliënten (herstelzorg). De procentuele toename van indicaties ZZP 7 en 8 is veel groter dan de landelijke ontwikkeling die wordt waargenomen. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier door het CIZ afgegeven indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. Denk in deze aan cliënten met een pgb, VPT en/of een extramuraal arrangement. Deze worden in de volgende paragraaf besproken. 1 De indicaties ZZP 9, ZZP 9 a&b zijn niet meegenomen in de overzichten in verband met een verandering in de indicatiestelling tussen en 9

10 4.1.2 Capaciteit, verdieping naar niveau/locatieniveau Hieronder ziet u een overzicht van de spreiding van de huidige intramurale capaciteit voor de V&V. Van dit overzicht is ook een interactieve kaar beschikbaar. Deze vindt u via de volgende website: 10

11 4.1.3 ZZP en VPT ontwikkeling In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s en VPT s over, en weergegeven. Grafiek: Geleverde ZZP s incl. VPT s t/m regio Midden Brabant. Bron: productiemonitor december, december en december 11

12 Tabel: overzicht aantal VPT en ZZP, en en procentuele verandering per VPT/ZZP tussen en. Som van progn_plaatsen Kolomlabels Rijlabels Totaal Totaal INCL DB INCL DB INCL DB EXCL INCL EXCL INCL VERBLIJF BH BH VERBLIJF BH BH VERBLIJF VPT % Totaal 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % ZZP % 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % 7 VV % 8 VV % 9 VV a VV b VV VV % Bron: productiemonitor december, december en december De VPT s (exclusief behandeling) groeien met 25% tussen en. De VPT s 1 en 2 nemen af met respectievelijk 18% en 27%. Vanaf VPT 3 zien we een forse toename ontstaan. Op basis van de tabel, gebaseerd op gedeclareerde ZZP s is over 5% minder ZZP s gedeclareerd dan over. De ZZP s 1 zijn afgenomen met 60% en ZZP s 2 met 40%. Daarentegen is een stijging zichtbaar van 47% ZZP 7. In de regiovergelijking is te zien dat de ZZP s over de VGZ-regio s afnemen met 6%. Op de ZZP s 1 is gemiddelde afname te zien van 60% en op ZZP 2 50%. ZZP 7 laat procentueel de hoogste stijging zien, te weten 29%. EXCL BH INCL BH % tov 12

13 4.1.4 Gemiddelde kosten In figuur 3.1 van de VGZ-regiovergelijking (zie zijn de gemiddelde kosten VV per 80+ er weergegeven voor en. Alle VGZ-regio s laten een daling laten zien in de gemiddelde kosten per 80+ er ten opzichte van. Regio Midden-Brabant zit qua gemiddelde kosten per 80+ er boven het VGZgemiddelde in en. In figuur 3.2 is te zien dat het aantal plaatsen per ers boven het VGZ-gemiddelde ligt. Figuur 3.3 van de VGZ-regiovergelijking geeft de gemiddelde kosten per plaats (ZZP en VPT) weer. De kosten per plaats zijn voor alle VGZ-regio s toegenomen in ten opzichte van. Een groot deel van de kostenstijging heeft te maken met de prijsindexering van 2,9%. Voor regio Midden-Brabant geldt dat de gemiddelde kosten per plaats in en onder het VGZ gemiddelde liggen Wachtenden Regio Meetdatum AW SW WW Midden Brabant Bron: AZR Definities wachtlijststatus (CVZ): AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). SW= Slapend wachtend; Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg nu nog niet wil ontvangen (cliënt wordt niet als wachtend beschouwd); Het aantal actief wachtenden op 1 maart 2014 is 8 cliënten. Vanaf augustus daalt zowel het aantal slaap wachtenden, wenswachtenden als actief wachtenden Aantal PGB-cliënten Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel het aantal cliënten met een V&V indicatie weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te volgen. 13

14 Tabel pgb op niveau Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal DONGEN GILZE EN RIJEN GOIRLE HEUSDEN HILVARENBE EK LOON OP ZAND 5VV 4 2VV 1 Bron: pgb declaratiemonitor maart VV 1 4VV 1 OISTERWIJK 4VV 3 5VV 1 5VV 6 6VV VV 1 1VV 1 1VV 1 2VV 1 2VV 7 4VV 1 3VV 4 5VV 1 TILBURG 4VV VV 40 2VV 1 6VV 5 3VV 3 7VV 8 4VV 4 5VV 6 4VV 3 6VV 1 5VV 3 4VV 1 WAALWIJK 15 6VV 1 5VV 3 ZK MB Totaal 148 6VV 2 7VV 1 3VV 3 4VV 1 5VV 8 6VV 3 7VV

15 4.2 Kwalitatieve analyse Wachtlijsten Gedurende het jaar wordt het aanbod van intramurale zorg binnen de regio besproken en geanalyseerd zodat knelpunten tijdig aan het licht komen. Wachtlijstgegevens zijn daarbij een belangrijk meetinstrument. Om te bepalen of er sprake is van knelpunten wordt uitgegaan van de actief wachtenden. Het zorgkantoor gaat ervan uit en ziet erop toe dat AZR betrouwbare en accurate gegevens genereert. Het totaal aantal actief wachtende intramurale klanten bedraagt op peildatum 1 maart 2014 acht wachtenden. We zien een dalende trend voor alle drie de categorieën. We concluderen dat er geen sprake is van wachtlijstproblematiek. Naar alle waarschijnlijkheid hangt dit samen met de volgende ontwikkelingen: 1. Huidige cliënten maken gebruik van overbruggingszorg en ervaren dit als een goed alternatief. In 2015 dienen deze cliënten tot een keuze te komen voor Wlz, VPT, pgb en/of extramurale zorg. 2. Cliënten wensen langer in de thuissituatie woonachtig te blijven. 3. De hoogte van de eigen bijdrage (CAK) voor intramurale zorg maakt dat cliënten tot andere keuzes komen. Het zorgkantoor is zich ervan bewust dat dit een moment opname is en dat de wachtlijst en tijd kan fluctueren Integrale benadering/specifieke doelgroepen In onderstaande staan de specifieke doelgroepen beschreven. Crisisbedden De regeling crisisbedden is afgelopen jaar geëvalueerd. Hieruit is gebleken dat het aantal gecontracteerde bedden in de regio Midden-Brabant voldoende is. Vanuit het ministerie van VWS is een voorstel gedaan om de bekostiging van crisisbedden in 2015 aan te passen. Indien dit voorstel wordt aangenomen zal financiering op basis van feitelijke bezetting en ZZP plaatsvinden. Gemeenten en zorgverzekeraars dienen (een vorm van) spoedzorg te bieden voorafgaand aan de Wlz-indicatie. Zodra hierover meer bekend is, zal het zorgkantoor de betrokken aanbieders informeren en indien noodzakelijk aanpassing van het beleid doorvoeren. Palliatief terminale zorg. In de regio Midden-Brabant zijn 25 plaatsen ZZP 10 met behandeling ingekocht. De bezetting van deze bedden laat een constant beeld zien en vooralsnog blijkt het aantal plaatsen in de praktijk voldoende. In de regio zijn een drietal hospices die voorzien in de palliatieve zorg voor inwoners in de regio. Beademingplaatsen In de regio Midden-Brabant zijn drie plaatsen gecontracteerd voor invasieve beademing. Deze bedden zijn bij één zorgaanbieder onder gebracht ten behoeve van het waarborgen van kwaliteit van zorg. Jong dementerenden: In de regio zijn plaatsen ingekocht voor jong dementerenden. Deze plaatsen zijn geconcentreerd op één locatie ter borging van de kwaliteit die deze specifieke doelgroep vergt. Ouder wordende cliënten Het zorgkantoor ontvangt signalen over ouder wordende cliënten binnen de GZ/GGZ sector. Tevens ontvangt het zorgkantoor soortgelijke signalen over een toenemend aantal cliënten met onder andere de ziekte van Huntington, Korsakov en obesitas.v&v zorgaanbieders uit de regio geven te kennen dit als een kans te zien om zich te specialiseren en/of te onderscheiden en overwegen hierop te anticiperen. 15

16 4.2.3 Regionale onderwerpen De landelijke ontwikkelingen (extramuraliseren) in relatie tot de aanwezige intramurale capaciteit vergt veel creativiteit en samenwerking. Dit geheel wordt complexer gemaakt door het ontstaan van particuliere initiatieven in de regio. De continuïteit van zorg is leidend, dit in tegenstelling tot behoud van capaciteit van bestaande zorgaanbieders. Het zorgkantoor zal in haar beoordeling omtrent verzoeken met betrekking tot capaciteiten vraagstukken de volgende items meenemen in haar overweging: ontwikkelingen Wlz, particuliere initiatieven, afstemming met n, demografische ontwikkeling, spreiding en flexibel bouwen, etc. Graag zien we in deze vernieuwende concepten tegemoet die aansluiten bij het Wmo beleid. De capaciteit voor intramurale plaatsen voor 80+ ers ligt in de regio Midden-Brabant bijna 15% hoger dan het VGZ-regiogemiddelde. De prevalentie verklaart niet volledig de hogere capaciteit, hetgeen betekent dat gestuurd dient te worden op extramuralisering. De mate van extramuraliseren kan verschillen per. Pilot prestatiecontracten We gaan door met de pilot prestatiecontracten in 2015 en staan onder bepaalde voorwaarden beperkte uitbreiding toe. 4.3 Conclusies Conclusies demografie: Analyse richt zich op 2025, met name na 2020 vergrijzing. Ten aanzien van spreiding intramurale capaciteit zijn verschillen per bruikbaar. Gemeenten Dongen, Gilze-Rijen, Heusden, Hilvarenbeek, en Goirle: hier is sprake van zowel ontgroening als van vergrijzing. Ook in 2020 zien we deze ontwikkelingen, zij het in mindere mate. Voor de Tilburg ligt de vergrijzing conform de landelijke ontwikkelingen (±32%). Een toename van burgers in de leeftijdscategorie 0-65 jaar is zichtbaar in Tilburg, terwijl we landelijk een afname waarnemen. Mogelijk is dit te verklaren door instroom van studenten (universiteit, hoge school). Zoals in paragraaf al is geconcludeerd dat de ZZP 1 en 2 minder werden geïndiceerd door het CIZ, zien we in grafiek, (paragraaf 3.1.2, Grafiek: Geleverde ZZP s incl. VPT s t/m ) dit gegeven ook terug voor wat betreft de geleverde ZZP s. Zo nemen ook de ZZP 7 en 8 toe qua aantal geleverde zorg, zij het dat dit voor de beide ZZP s niet in verhouding is zoals in de tabel met de CIZ indicaties staat weergeven en alleen van toepassing is bij de jaren -. In deze vergelijking dienen we op te merken dat bij de CIZ gegevens sprake is van alle indicaties, in gemelde tabel is sprake van de geleverde ZZP s en VPT s, geen cliënten met overbruggingszorg en/of pgb. In de tabel overzicht aantal VPT en ZZP, en en procentuele verandering per VPT/ZZP tussen en is in een afname van 5% gedeclareerd ZZP s waar te nemen ten opzichte van. Dit betreft aantal ingekochte ZZP s hetgeen geen informatie biedt over het budget dat hiermee samenhangt en/of eventuele zorgverzwaring. Deze procentuele afname is grotendeels te danken aan de afbouw van de ZZP s 1 (afgenomen met 60%) en de ZZP s 2 (afname 40%). Daarnaast zien we een toename van met name de ZZP s 6, 7 en 8. Waarbij een stijging van 47% voor de ZZP 7 van toepassing is. Voorgaande tekst geeft aan dat de extramuralisering in de regio Midden-Brabant in gang is gezet en dientengevolge een toenemende zorgverzwaring in de hogere indicaties. In de regio Midden-Brabant is geen sprake van wachtlijst problematiek, zie paragraaf In de regio Midden-Brabant zijn voldoende plaatsen aanwezig voor hospicebedden (PTZ), crisisplaatsen en jong dementerenden. Verzoeken voor overige specifieke doelgroepen worden getoetst. Onduidelijk is of in de Wlz nog sprake zal zijn van de drie verschillende sectoren zoals in de AWBZ (V&V, GGZ, GZ). Cliëntenbelang staat voorop waar het initiatieven betreft om een specifieke doelgroep te gaan bedienen. Onnodig overplaatsen van cliënten is niet wenselijk, expertise kan vanuit verschillende manieren verworven en/of ingehuurd worden. Dit laatste geniet de voorkeur. Capaciteiten Voor het beleid extramuraliseren verwijzen wij naar het beleidsstuk Duurzaam & Dichtbij 2014, AWBZ inkoopbeleid De zorg voor de cliënt is leidend, dit in tegenstelling tot behoud van capaciteit van bestaande zorgaanbieders. Gebouwen dienen benut te kunnen worden voor de diverse klanten binnen de langdurige zorg dan wel extramurale zorg. 16

17 Palliatieve zorg Het huidige aantal ZZP10 bedden is voldoende. Een cliënt vanuit een intramurale setting kan niet overgeplaatst worden naar een hospice. Vooralsnog is het onduidelijk in hoeverre het huidige verwijsbeleid aansluit op de toegang tot de ZZP10 hospice bedden. 4.4 Inkoopdoelstellingen Uit de voorgaande analyses zijn de onderstaande inkoopdoelstellingen afgeleid. 1. Continuïteit van zorg voor bestaande klanten ZZP en VPT. In het offerteformat dient de aanbieder inzichtelijk te maken welke volume nodig is om continuïteit van cliënten in zorg te waarborgen. 2. Taakstelling scheiden van wonen en zorg, vertaald in volume. Wij verwachten dat de aanbieder de al ingezette afbouwplannen inzichtelijk maakt in het offerteformat. 3. Creëren van alternatief aanbod inspelend op de keuzevrijheid van cliënten voor ZZP of VPT. Het zorgkantoor wil in gesprek over de mogelijkheden van zorgaanbieders om hier op in te spelen. De zorgaanbieder kan zijn mogelijkheden kenbaar maken in het offerteformat. 4. Integrale benadering (regionale knelpunten) De zorgaanbieder komt in 2015 met partijen uit het veld tot een oplossing voor verbeterd integraal aanbod Wlz-cliënten (zie Duurzaam & Dichtbij 2015) of knelpunten zoals in de conclusie benoemd staan. 5. Innovatie De zorgaanbieder kan in aanmerking komen voor innovatiemiddelen (zie Duurzaam & Dichtbij 2015 en de inkoopsystematiek 2015). Het zorgkantoor ziet het voorstel hiervoor tegemoet in de offerte. Het zorgkantoor streeft ernaar om de in het regionaal inkoopplan opgenomen zorg in 2015 in te kopen. De landelijke regelgeving en de beschikbare financiële ruimte zijn bepalend voor de daadwerkelijke mogelijkheden om de bovenstaande ambitie waar te maken. De financiële ruimte die het zorgkantoor heeft bij de zorginkoop is op dit moment nog niet bekend, en wordt bepaald door de uitwerking van de kaderstelling van het ministerie van VWS. Na de bekendmaking zal het zorgkantoor bepalen of het noodzakelijk is om doelmatigheidsmaatregelen te treffen om voldoende zorg in te kunnen (blijven) kopen in de regio. 17

18 5 Gehandicapten zorg 5.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van het gebruik van zorg in de zeven regio s waar wij zorg inkopen. Voor de regio Midden-Brabant zijn onderstaand de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een uitgebreide vergelijking wordt verwezen naar de VGZ-regiovergelijking (zie Prevalentie gehandicapten in regio Midden-Brabant In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat de regio Midden-Brabant in de gehandicaptenzorg heeft en vergelijkt dit met andere regio s. Aantal cliënten met een geldige intramurale indicatie Wanneer wordt gekeken naar het aantal indicaties is te zien dat landelijk het aantal volwassen VG-cliënten met een geldige indicatie tussen en met 13% is gestegen, terwijl de toename in de regio Midden-Brabant met 16% steeg. In de is landelijk het aantal cliënten in dezelfde periode gestegen met 20%, terwijl in de regio Midden-Brabant 44% steeg. Een conclusie hieruit is dat het aantal cliënten in de regio Midden-Brabant meer stijgt dan landelijk, en voor zelfs meer dan verdubbelt. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier door het CIZ afgegeven indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. In de volgende paragraaf bespreken we het verloop in het aantal cliënten waarvoor declaraties bij VGZ zijn ingediend. Tabel: Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 januari, 1 januari en 1 januari in Nederland per cliëntgroep. Nederland Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1-jan jan-13 toename t.o.v. 1-jan- 11 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % Regio Midden Brabant Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1- jan-11 1-jan-13 toename t.o.v. 1- jan-11 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % Bron: CIZ basisrapportages op 3 peildata 18

19 5.1.2 Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Zoals in de vorige paragraaf is toegelicht, betekent een indicatie niet automatisch dat deze cliënten ook in zorg zijn genomen. In de onderstaande grafiek is het aantal VG-plaatsen per inwoners in de VGZ-regio s weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de regio Midden-Brabant meer VG-cliënten heeft dan het VGZ-gemiddelde. Dit is te wijten aan de rol die van oudsher op de grootschalige terreinen in de regio voor andere regio s vervuld wordt bij de invulling van dit zorgaanbod. Daarnaast wordt een substantieel deel van deze plaatsen aangeboden in kleinschalige wooninitiatieven in de wijk. Daarnaast zien we dat er in ten opzichte van het aantal plaatsen gelijk gebleven is, terwijl in paragraaf de conclusie is dat het aantal indicaties toeneemt. De eerste inspanningen van extramuralisering en een stop op uitbreidingen van verblijfscapaciteit zijn hierin zichtbaar. Aantal plaatsen VG per inwoners versus Nijm NHN MH WL NOB NML VGZ totaal Bron: productiemonitor dec. en dec. (productie) en CBS statline (inwoners) VG bedden VG bedden Nijm NHN MH WL NOB NML VGZ totaal Bron: productiemonitor dec. en dec. 19

20 In de heeft de regio Midden-Brabant relatief (per ) weinig cliënten. Deze omvang komt overeen met de meeste andere VGZ-regio s. Daarnaast zien we dat er in ten opzichte van het aantal plaatsen zo goed als gelijk gebleven is. Aantal plaatsen per inwoners versus Nijm NHN MH WL NOB NML Totaal Bron: productiemonitor dec. en dec. (productie) en CBS statline (inwoners) bedden bedden Nijm NHN MH WL NOB NML Totaal Bron: productiemonitor dec. en dec. (productie) en CBS statline (inwoners) 20

21 5.1.3 Ontwikkeling in het aantal ZZP s In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s over, en weergegeven voor elk van de ZZP pakketten in de VG en de. In de VG is een trend van verzwaring zichtbaar. Het aantal lage ZZP s (VG 1 en 2) is afgenomen en is verzwaard naar hogere ZZP s (met name VG4 en VG6 en VG 7). Daarnaast is te zien dat het aantal ZZP s inclusief behandeling is toegenomen 700 Aantal ZZP's VG regio Midden Brabant VG 1 VG 1 VG 2 VG 2 VG 2 VG 3 VG 3 VG 3 VG 4 VG 4 VG 4 VG 5 VG 5 VG 5 VG 6 VG 6 VG 6 VG 7 VG 7 VG 7 VG 8 VG 8 VG 8 VG Bron: productiemonitor dec., dec. en dec. EXCL BH INCL BH VERBLIJF 21

22 In de is een stijging te zien in de pakketten 4 en Aantal ZZP's regio Midden Brabant Bron: productiemonitor dec., dec. en dec. (productie) EXCL BH INCL BH VERBLIJF 22

23 gemiddelde kosten in Gemiddelde kosten In de onderstaande grafiek zijn de gemiddelde kosten per unieke cliënt weergegeven voor de VGZ-regio s. In de vorige paragraaf viel te concluderen dat er in de regio Midden-Brabant sprake is van zorgverzwaring. Dit resulteert dan ook in een lichte stijging van de gemiddelde kosten voor VG-cliënten. Kijken naar de regio Midden- Brabant valt op dat de gemiddelde kosten voor VG-cliënten evenveel is gestegen als in de totale VGZ-regio s gemiddelde kosten per plaats VG (ZZP + VPT) Nijm NHN MH WL NOB NML NIJM NHN MH WL NOB NML Bron: productiemonitor dec. en dec. opgegeven financiële prognose 23

24 gemiddelde kosten in Voor -cliënten is te zien dat de kosten in de regio Midden-Brabant op het gemiddelde van alle VGZ-regio s liggen Gemiddelde kosten per plaats (ZZP+VPT) Nijm NHN MH WL NOB NML NIJM NHN MH WL NOB NML Bron: productiemonitor dec. en dec. opgegeven financiële prognose 24

25 5.1.5 Mixverhouding ZZP s In de vorige paragraaf zijn de regioverschillen in kosten geanalyseerd. Een verklaring voor de verschillen tussen de gemiddelde kosten per plaats kan liggen in de ZZP-mixverhouding van de regio Midden-Brabant ten opzichte van de totale VGZ-regio s. Kijkend naar de mixverhouding VG zien we dat er in de regio Midden-Brabant, in vergelijking met de totale VGZ regio s, relatief meer ZZP s 7 zijn. Daarnaast is ook te zien dat er ten opzichte van een stabilisatie van lichte naar zware ZZP s is te zien. Voor de is te zien dat de regio Midden-Brabant in vergelijking met de totale VGZ-regio s een relatief lichtere ZZP-mixverhouding heeft. Daarnaast is ook te zien dat er ten opzichte van een verschuiving van lichte naar zware ZZP s plaatsvindt. Deze verschuiving is kleiner dan de overige VGZ-zorgkantoorregio s. VGZ totaal Rijlabels VPT 0% 0% 2% 3% 1 0% 0% 0% 0% 2 0% 0% 1% 1% 3 0% 0% 0% 0% 4 0% 0% 1% 1% 5 0% 0% 0% 0% 6 0% 0% 0% 0% 7 0% 0% 0% 0% ZZP 100% 100% 98% 97% 1 2% 2% 5% 4% 2 24% 23% 19% 19% 3 6% 7% 5% 7% 4 47% 47% 34% 33% 5 6% 6% 6% 5% 6 14% 13% 19% 20% 7 1% 1% 10% 10% Bron: afspraken budgetformulieren en

26 VGZ Totaal Rijlabels VPT 0% 0% 1% 1% 1 VG 0% 0% 0% 0% 2 VG 0% 0% 0% 0% 3 VG 0% 0% 0% 0% 4 VG 0% 0% 0% 0% 5 VG 0% 0% 0% 0% 6 VG 0% 0% 0% 0% 7 VG 0% 0% 0% 0% ZZP 100% 100% 99% 99% 1 VG 2% 2% 2% 1% 2 VG 7% 6% 8% 7% 3 VG 26% 26% 21% 21% 4 VG 14% 15% 14% 14% 5 VG 11% 12% 12% 12% 6 VG 14% 13% 19% 20% 7 VG 19% 19% 16% 16% 8 VG 7% 7% 8% 8% Bron: afspraken budgetformulieren en

27 5.1.6 PGB budgethouders met intramurale indicaties Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel hebben wij het aantal cliënten met een VG of weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te volgen. Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal DONGEN 3 1 HEUSDEN 2 1 GILZE EN RIJEN 3VG 3 2VG VG 9 4VG ZGaud 1 4VG 10 5VG VG 4 5VG 3 8VG VG VG 1 7VG 2 3VG 6 8VG 1 4VG 6 5VG 1 HILVARENBE EK ZGvis 1 3VG ZGaud 1 6VG VG 1 4VG VG 3 GOIRLE VG 1 6VG 3 2ZGvis VG 2 3VG VG VG VG Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal LOON OP ZAND 2 1 TILBURG 1 1 2VG 2 1VG VG 3 2LVG VG 15 4VG LVG 7 5VG 3 3VG ZGaud 1 6VG 6 3ZGvis 2 7VG VG 1 4VG OISTERWIJK 2 3 5LVG 1 2VG 4 5VG LVG 1 6VG 45 3VG VG 11 4VG 6 8VG 9 4ZGvis WAALWIJK 3 1 5VG 3 3VG VG 8 4VG VG 2 5VG VG 6 7VG 2 8VG VG 1 8VG 1 ZZPX 1 39 Bron: pgb declaratiemonitor maart 2014 In totaal worden er 470 ZZP s verzilverd middels pgb. 27

28 5.1.7 Wachtenden In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de wachtlijsten besproken. De ontwikkeling is dat de totale wachtlijsten voor de regio Midden-Brabant zijn afgenomen voor actief wachtenden en gestegen voor wenswachtenden. Het lage aantal actief wachtenden in de regio Midden-Brabant geven geen aanleiding tot extra inkoopdoelstellingen. Vanwege de onduidelijke uitwerkingen van het overgangsrecht is de aanwezigheid van wenswachtenden is op dit moment nog moeilijk te vertalen naar inkoopdoelstellingen. Tabel: Wachtlijsten gehandicaptenzorg en 2014 Awi AW WW Totaal Zorgkantoorregio Nijmegen Waardenland Midden Holland Midden Brabant Noordoost Brabant Noord en Midden Limburg Noord Holland Noord totaal Bron: AZR peildatum en 2014 Definities wachtlijststatus (CVZ): AWi = Actief wachtend initieel (administratieve registratie) AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). SW= Slapend wachtend; Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg nu nog niet wil ontvangen (cliënt wordt niet als wachtend beschouwd); 28

29 5.2 Kwalitatieve analyse: In de vorige paragrafen hebben we de regio Midden-Brabant geanalyseerd door middel van regiovergelijking in cijfers. In dit hoofdstuk bespreken we enkele beleidsthema s en doelgroepen om zodoende regionale ontwikkeldoelen te bepalen Moeilijk plaatsbare cliënten / Meerzorg Meerzorg Wlz-cliënten die meer zorg nodig hebben dan op basis van het geïndiceerde zorgzwaarte pakketbekostiging mogelijk is, kunnen in aanmerking komen voor een aanvulling op het ZZP-budget. Deze aanvulling op het ZZP-budget is de toeslag Meerzorg. De toeslag Meerzorg kan worden toegekend voor een korte periode van drie maanden (verkorte procedure) of voor langere tijd (één jaar of meer). Met ingang van 2014 vallen de Meerzorggelden onder de regionale contracteerruimte. De Zorgkantoren Coöperatie VGZ willen, gelet op het nog steeds toenemende beroep dat wordt gedaan op de Meerzorg regeling en de bezuinigingen die worden toegepast op de reguliere contracteerruimten, zich graag houden aan de hoogte van deze geoormerkte middelen. Echter, zorgkantoren hebben de aanspraak op Meerzorg niet in de hand. Een aanvraag tot Meerzorg wordt inhoudelijk getoetst door het CCE en een positief CCE advies wordt door zorgkantoren nageleefd. Hier ontstaat een spanning tussen de beschikbare middelen enerzijds, en het recht op (meer)zorg anderzijds. Met het onderbrengen van de Meerzorgmiddelen onder de contracteerruimte heeft VWS willen bereiken dat er op regionaal niveau overleg plaatsvindt tussen aanbieders, zorgkantoor en CCE over cliënten met zeer complexe problematiek. Het zorgkantoor kan dan een integrale afweging maken welke zorg er nodig is voor cliënten met complexe zorgvragen en die recht hebben op Meerzorg. Dit schept betere randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend zorgaanbod, dat het beste aansluit bij de behoefte van de cliënt. VGZ zorgkantoren zien de noodzaak om de kosten te beteugelen vanuit de inhoud en gaan in gesprek met aanbieders. In de regio Midden-Brabant bieden twee zorgaanbieders Meerzorg voor de VG: Amarant en ASVZ. Daarnaast stromen cliënten met een complexe zorgvraag ook in bij aanbieders buiten de regio. In 2014 zijn gesprekken gestart om met deze zorgaanbieders de zorg doelmatiger te organiseren met minimaal behoud van kwaliteit. Een uitbreiding van het aantal, dat Meerzorg (mogen) leveren is niet van toepassing Crisiszorg Het zorgkantoor wil de crisisregelingen doelmatig inkopen. Het is van belang dat er een regionale dekking is en optimaal gebruik gemaakt wordt van de verschillende mogelijkheden. Crisiszorg is kortdurend en vraagt vaak een specifieke expertise. Uit de bezetting van de crisisplaatsen in het afgelopen jaar blijkt dat het aantal crisisplaatsen in de regio Midden-Brabant voldoende lijkt te zijn. Voor 2015 zijn de speerpunten ten aanzien van crisiszorg: Eventuele afbouw van niet-benutte bedden; Investering in de terugkeer naar huis na de crisisperiode; Bevorderen van ambulante vormen van crisiszorg en methoden ter voorkoming van crisiszorg. N.B. Vanwege de decentralisatie van begeleiding koopt het zorgkantoor niet meer (volledig) extramurale zorg in functies en klassen. Aanbieders dienen hier rekening mee te houden. Dit vraagt aan de uitvoerder Wlz en de n een integrale benadering; De laatste tijd is er vraag naar crisisplaatsen (in een besloten omgeving) en met inbreng van psychiatrische expertise. Het zorgkantoor zal voor 2015 geen groei van het aantal crisisdagen inkopen. 29

30 5.2.3 Integrale benadering. Ouder wordende VG-cliënten en palliatieve zorg in de GHZ Ook onder mensen met een verstandelijke beperking komt dementie voor. Vaak begint dit al in een vroeger stadium dan gebruikelijk. Wij willen graag dat instellingen gebruik maken van de kennis binnen netwerkstructuren en casemanagers in de regio. Met het ouder worden van de klanten in de gehandicaptenzorg, zal er ook vaker sprake moeten zijn van zorg tijdens de laatste levensfase van een bewoner. Deze zorg is anders als het mensen met een verstandelijke beperking betreft. Zij kunnen onder meer moeite hebben met het adequaat aangeven van lichamelijke klachten, gebrek hebben aan inzicht in hun ziekte en de (consequenties van de) behandelmogelijkheden, of door hun lager ontwikkelingsniveau anders omgaan met het ziekte- en stervensproces. Vanouds is deze kennis breder aanwezig in de Verpleging & Verzorging Het zorgkantoor wil in de offerte van de zorgaanbieder graag inzicht krijgen in initiatieven van aanbieders om gezamenlijk vanuit de expertise op het gebied van dementie in de regio te komen tot deskundigheidsverbetering op dit terrein wat aansluit bij mensen met een verstandelijke beperking. Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel zijn in twee groepen te onderscheiden: NAH als gevolg van een trauma (externe oorzaak) zoals een val of ongeval; NAH door interne oorzaak (intern trauma) zoals TIA of beroerte. Mensen met NAH doen een beroep op zorg van thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en instellingen voor lichamelijk gehandicapten. In het bijzonder NAH-cliënten, waarbij naast een lichamelijke beperking als gevolg van het hersenletsel ook sprake is van gedragsproblematiek, vragen om een specifiek zorgaanbod. Dit aanbod vertaalt zich naar een zo normaal mogelijke woonomgeving waarbij specialistische zorg kan worden geboden, vooral gericht op de gedragsproblematiek. De zorgvraag naar dergelijke gespecialiseerde voorzieningen wordt steeds explicieter. Hierbij is de vraag niet alleen afkomstig van NAH-cliënten die gebruikmaken van de bestaande voorzieningen voor lichamelijk gehandicapten, maar ook van NAH-cliënten die op dit moment zorg krijgen binnen de GGZ (behandeling van NAH) en V&V (verzorging van NAH). Voor de NAH-doelgroep is er een toenemende vraag naar zelfstandigheidtrainingen om een terugkeer in de maatschappij goed mogelijk te maken. De vraag richt zich op een keten van wonen, dagbesteding en vervolgzorg in de thuissituatie. Doel hierbij is op termijn met ondersteuning zelfstandig te kunnen wonen. In zijn algemeenheid kent de zorg voor klanten met NAH een aantal, dat ervoor zorgt dat zorgverlening en ondersteuning doelmatiger kan. De zorgketen wordt vaak gekenmerkt door een aantal stappen (bijvoorbeeld ziekenhuis, revalidatiecentrum) die niet altijd vlekkeloos op elkaar aansluiten. Vooral bij de overgang tussen de acute, behandel- en chronische fase. Vaak worden de symptomen van NAH niet tijdig onderkend en is er sprake van onvoldoende beschikbaarheid van professionele zorg en ondersteuning. Vooruitlopend op een integrale benadering van de keten vanuit Wmo, Zorgverzekeringswet en Wlz willen wij alvast komen tot een adequaat aanbod bij vroegsignalering, zorg en ondersteuning in de chronische fase. Met de decentralisatie naar de Wmo kopen zorgkantoren een kleiner deel van de zorgketen voor NAH in dan voorheen. Echter, voor deze doelgroep wordt verwacht dat het volgende zorgaanbod binnen de zorgketen aangeboden wordt binnen het Wlz-kader: Vervolledigen en verbeteren van de keten van de postacute fase tot de reïntegratiefase voor klanten met NAH; Zorgen dat er voldoende aanbod is om te voldoen aan de behoefte aan adequate verblijfsmogelijkheden met begeleiding gevolgd door een traject gericht op zelfstandig deelnemen aan de samenleving. Deze zelfstandigheidstraining krijgt vorm op basis van (tijdelijk) verblijf voor maximaal twee tot drie jaar; Naar voren brengen van kennis en expertise in de lijn (huisartsen, onderwijs, consultatiebureaus, Centra Jeugd en Gezin). Hierdoor kan vroegtijdig ingespeeld worden op een zorgvraag die gelieerd is aan NAH. Verdere Integratie van het zorgaanbod met pilot VVI is hiervoor het een instrument. 30

31 Pilot prestatiecontracten We gaan door met de pilot prestatiecontracten in 2015 en staan onder bepaalde voorwaarden beperkte uitbreiding toe. ZZP s met Behandeling reduceren: We verwachten van zorgaanbieders dat zij komen met initiatieven om intramurale indicaties met behandeling om te zetten naar indicaties zonder behandeling. In navolging van al ingezet beleid wordt op basis van uit te voeren benchmark wordt het aandeel ZZP s van individuele aanbieders vergeleken met andere aanbieders en daaraan worden voor de inkoop 2015 conclusies verbonden en toegepast. Hieraan gekoppeld start de Wlz-uitvoerder met het efficiënter organiseren van onder andere de AVG-poli s in de regio. Toeslagen In 2015 formaliseren we de ingezette koers uit ten aanzien van de toeslag woonzorg jong volwassenen. Deze toeslag wordt niet meer afgesproken, omdat het voor VGZ niet transparant is of de inzet van deze middelen noodzakelijk is om de zorg aan deze cliëntengroep te leveren. Zorg voor cliënten met een verstandelijke beperking en zware uitbehandelde GGZ problematiek Zorg voor cliënten met een verstandelijke beperking en zware uitbehandelde GGZ-problematiek, die gedijen in een besloten context met een hierop aangepaste benaderingswijze. Hiervoor is onvoldoende passend aanbod. Er worden relatief veel woonzorg middels pgb s ingekocht. De veelal kleinschalige wooninitiatieven zullen de contratcering een nieuwe dynamiek geven. Initiatieven zullen inhoudelijk onderbouwd moeten aangeven waarom de financiering van pgb naar ZIN zou verschuiven. We gaan er vooralsnog vanuit dat de bekostiging van de initiatieven in 2015 op dezelfde wijze voortgezet wordt. Met de invoering van de Jeugdwet ontstaat er voor de doelgroep LVG een knip in financiering rond het 18 e levensjaar. De betrokken partijen (n, zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder) dienen zorg te dragen voor een integraal inkoopbeleid. Hierin dient aandacht te zijn voor integrale inkoop van ondersteuning en behandeling. Hiermee wordt afwenteling voorkomen en zal de cliënt geen last hebben van de knip in de financiering. PM (in afwachting Wlz): Kinderdagcentra s (KDC s) 5.3 Conclusies Er zijn in de regio Midden-Brabant meer bedden per inwoners gecontracteerd dan VGZ landelijk gemiddeld. Er is geen stijging te zien. Veel bedden zijn voorzien in kleinschalige wooninitiatieven. De prevalentie van VG-cliënten en -cliënten met een intramurale indicatie stijgt en is hoger dan het VGZ landelijk gemiddelde. Met name -indicaties zijn bijzonder veel toegenomen. Het aantal ingekochte intramurale bedden daalt ten opzichte van in relatie tot de stijging van indicaties. Er is een verschuiving naar zwaardere ZZP s. De gemiddelde kosten nemen toe, maar minder dan andere VGZ-regio s Er is geen sprake van een problematische wachtlijst voor VG en. 31