Regionaal Inkoopplan Regio Noordoost Brabant

Transcriptie

1 Regionaal Inkoopplan Regio Noordoost Brabant Inkoopbeleid Langdurige Zorg VGZ Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Nijmegen, Univé Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Alkmaar en Trias Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Gorinchem vormen samen de Zorgkantoren Coöperatie VGZ. Zorgkantoren Coöperatie VGZ is een handelsnaam voor VGZ Zorgkantoor BV, Univé Zorgkantoor BV en Trias Zorgkantoor BV samen.

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING INKOOP WLZ: NIEUWE DYNAMIEK REGIOBEELD Regio beschrijving: regio, subregio s en n Overzicht van demografische gegevens Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio V&V Kwantitatieve analyse Indicatiestelling (CIZ) Capaciteit, verdieping naar - en locatieniveau ZZP en VPT ontwikkeling Gemiddelde kosten Wachtenden PGB Kwalitatieve analyse Crisiszorg Integrale benadering / Specifieke doelgroepen Regionale onderwerpen Conclusies Inkoopdoelstellingen GEHANDICAPTEN ZORG Kwantitatieve analyse Indicatiestelling (CIZ) Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Ontwikkeling in het aantal ZZP s Mixverhouding ZZP s Gemiddelde kosten Wachtenden PGB Kwalitatieve analyse Moeilijk plaatsbare cliënten / Meerzorg Zorgzwaartemix Crisiszorg Integrale benadering / Specifieke doelgroepen Conclusies Inkoopdoelstellingen

3 1 Inleiding Het zijn turbulente tijden voor de langdurige zorg; we begeven ons midden in een transitie (HLZ). In de afgelopen maanden is er steeds meer informatie gekomen over de nieuwe Jeugdwet, de decentralisatie naar de Wmo en de overhevelingen naar de Zvw. Daarnaast zijn ook de contouren voor de nieuwe Wlz langzaam zichtbaar geworden. Er is echter nog geenszins sprake van volledige duidelijkheid en veel issues moeten nog worden uitgekristalliseerd. Ten tijde van publicatie van dit inkoopdocument is nog niet geheel duidelijk welke uitgangspunten gelden in Dit betekent ook dat we nog niet alles met zekerheid kunnen aangeven. Ondanks deze onduidelijkheid moeten de Zorgkantoren Coöperatie VGZ toch zorg voor onze cliënten inkopen. De volgende aannames gelden bij de zorginkoop voor 2015: Dit document is opgesteld vanuit de veronderstelling dat de Wlz op 1 januari 2015 nog niet is ingevoerd als wet, maar; De decentralisatie van functies die overgaan naar de Wmo wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Zvw wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Jeugdwet wel geeffectueerd is. Opzet regionale inkoopplannen Om onze centrale beleidsdoelstellingen te vertalen naar de situatie in de regio Noordoost Brabant hebben wij dit regionale inkoopplan opgesteld. Dit beschrijft in essentie wat het zorgkantoor in de regio wil bereiken. Uw offerte dient zich te richten op de doelstellingen zoals deze in dit plan zijn opgenomen. Het inkoopplan richt zich op de in te kopen zorg voor de Langdurige Zorg Het inkoopplan is verdeeld in een algemeen regiobeeld, een deel Verpleging & Verzorging en een deel Gehandicaptenzorg. Vanwege de vermeende volledige overheveling van de GGZ (naar de Zvw en Wmo) is hiervan geen aparte analyse gedaan. In het inkoopplan kan verwezen worden naar de relatie tussen de betreffende regio en de overige VGZ-regio s, de analyse waarop dit is gebaseerd vind u terug in het bestand Vergelijking VGZ-Zorgkantoorregio s zoals gepubliceerd op onze website. U vindt al onze inkoopdocumenten op: Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het Zorgkantoor behoudt zich het recht voor een correctie in de inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed zijn op de inkoop van zorg. 3

4 2 Inkoop Wlz: nieuwe dynamiek Het zorgkantoor ziet met de komst van de Wlz de positie van de cliënt in haar keuze voor een geschikte zorgaanbieder en eigen woning verstevigd worden. Cliënten met een lichtere zorgvraag zullen op den duur geen onderdeel meer uitmaken van de Wlz. De Wlz blijft beschikbaar voor de meest kwetsbare doelgroepen. Zij hebben recht op verblijf, maar hebben ook een keuze voor een VPT, of kunnen voor een pgb in aanmerking komen. De Wlz zal hiermee een andere dynamiek kennen dan de huidige AWBZ. De nieuwe dynamiek van de Wlz zal de komende jaren zijn beslag krijgen in het aanbod van zorg voor cliënten. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie verzilveren geldt dat zij recht blijven houden op verblijf. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie nog niet verzilveren zijn de keuzemogelijkheden afhankelijk van het toegewezen ZZP. Voor deze groep geldt het overgangsrecht, zoals beschreven in Duurzaam & Dichtbij Dit betekent in ieder geval dat de cliënten met een laag ZZP in 2015 aan dienen te geven of zij hun verblijf willen verzilveren of hier voorgoed van afzien. Het is niet te voorspellen wat deze doelgroep gaat doen. In de onderstaande figuur hebben wij voor de huidige VGZ-cliënten in deze regio het onderscheid gevisualiseerd tussen Wlz-cliënten en cliënten waarvan het onzeker is of deze voor Wlz gaan kiezen. Mensen met een extramurale indicatie zijn niet opgenomen Indeling cliënten typologieën V&V 3500 Indeling cliënten typologieën VG r WLZ r WLZ onzeker ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht PGB licht Alternatieve Zorg licht 0 r WLZ r WLZ onzeker ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht PGB licht Alternatieve Zorg licht 4

5 V&V r WLZ r WLZ onzeker ZZP zwaar 4115 ZZP licht 1274 VPT zwaar 7 PGB zwaar 44 Alternatieve Zorg zwaar 42 Wachtend ZZP zwaar 652 Wachtend ZZP licht 424 VPT licht 12 PGB licht 2 Alternatieve Zorg licht 142 VG ZZP zwaar ZZP licht VPT zwaar PGB zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP zwaar Wachtend ZZP licht VPT licht r WLZ r WLZ onzeker 134 PGB licht 11 Alternatieve Zorg licht Bron: AZR indicaties peildatum

6 3 Regiobeeld 3.1 Regio beschrijving: regio, subregio s en n Het zorgkantoor Noordoost Brabant koopt AWBZ-zorg in voor cliënten met een AWBZ-indicatie in de n die onder deze zorgkantoorregio vallen. De regio Noordoost Brabant telt 21 n die verdeeld zijn over drie subregio s: De subregio s-hertogenbosch bestaat uit de n: s-hertogenbosch, Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught, Maasdriel en Zaltbommel. De subregio Oss-Uden-Veghel bestaat uit de n: Bernheze, Boekel, Landerd, Maasdonk, Oss, St. Oedenrode, Uden, Veghel. De Maasdonk (met de kernen Geffen, Nuland en Vinkel) zal per worden opgeheven. De kernen Nuland en Vinkel zullen aan de s-hertogenbosch worden toegevoegd en de kern Geffen aan de Oss. De subregio Land van Cuijk bestaat uit de n: Grave, Cuijk, Mill en Sint Hubert, Boxmeer en Sint Anthonis. Waar relevant, wordt in dit regionaal inkoopplan onderscheid gemaakt tussen genoemde subregio s. 3.2 Overzicht van demografische gegevens Naam Noordoost Brabant Nederland jaar Totale bevolking Aantal Tot 65 jaar %-aandeel Tot 65 jaar Aantal %-aandeel Aantal %-aandeel Aantal > % % 178 5% 209 6% Bron: CBS statline 2014 In totaal kent de regio Noordoost Brabant in inwoners. De totale bevolking groeit tot 2025 met 2,0%. Dit is lager dan het landelijk gemiddelde van 3,6% en net iets lager dan het gemiddelde van de VGZ regio s van 2,4%. De verwachte vergrijzing in de regio Noordoost Brabant ligt hoger dan het landelijk gemiddelde en lager dan het gemiddelde van de VGZ zorgkantoorregio s; Het aantal 80+ ers neemt in de regio Noordoost Brabant met 48,9% toe naar 2025 ten opzichte van Dit ligt boven het landelijk gemiddelde van 35,5% en onder het gemiddelde van de VGZ zorgkantoorregio s van 50,3%. Hierbij merken wij op dat deze vergrijzing met name tussen 2020 en 2025 optreedt. De verwachte ontgroening in de regio Noordoost Brabant ligt hoger dan het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de VGZ zorgkantoorregio s. Het aantal 0 tot 65+ jarigen daalt met 5,0% naar 2025 toe ten opzichte van Dit is onder het landelijk gemiddelde van -1,9% en ook onder het gemiddelde over de VGZregio s van -4,4%. Ook hierbij merken wij op dat deze beweging met name tussen 2020 en 2025 optreedt. %-aandeel > ,7 540,9 82,5% 66,4 10,1% 21,2 3,2% 27,2 4,1% ,5 537,9 81,9% 68,6 10,4% 21,6 3,3% 28,4 4,3% ,8 526,2 79,4% 78,1 11,8% 25,1 3,8% 33,4 5,0% ,9 513,6 76,8% 80,9 12,1% 33,9 5,1% 40,5 6,1% % % 526 3% 720 4% % % 541 3% 736 4% % % 634 4% 834 5% % % 839 5% 975 6% VGZregio's % % 108 3% 139 4% % % 112 3% 145 4% % % 133 4% 174 5% 6

7 BEVOLKINGS- AANTALLEN 2014, 2015, 2020 EN 2025 (X 1.000) tot 65 jaar >80 totaal Naam jaar aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel totaal aantal Aantal verandering totale bevolking tov 2014 % verandering totale bevolking tov 2014 % verandering 0-65 % verandering 80+ tov 2014 Bernheze ,3 81,8% 3,1 10,4% 1,0 3,4% 1,3 4,4% 29,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 81,5% 3,2 10,8% 1,0 3,4% 1,3 4,4% 29,7 0,0 0,0% -0,4% 0,0% ,6 78,7% 3,6 12,0% 1,2 4,0% 1,6 5,3% 30,0 0,3 1,0% -2,9% 23,1% ,8 76,0% 3,7 12,3% 1,6 5,3% 1,9 6,3% 30,0 0,3 1,0% -6,2% 46,2% Boekel ,7 82,9% 1,0 9,5% 0,3 2,9% 0,5 4,8% 10,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 82,9% 1,0 9,5% 0,3 2,9% 0,5 4,8% 10,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,3 79,0% 1,2 11,4% 0,4 3,8% 0,6 5,7% 10,5 0,0 0,0% -4,6% 20,0% ,1 76,4% 1,1 10,4% 0,5 4,7% 0,9 8,5% 10,6 0,1 1,0% -6,9% 80,0% Boxmeer ,5 81,9% 3,0 10,5% 1,0 3,5% 1,2 4,2% 28,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 80,8% 3,1 10,8% 1,0 3,5% 1,4 4,9% 28,7 0,0 0,0% -1,3% 16,7% ,1 77,5% 3,8 13,3% 1,1 3,9% 1,5 5,3% 28,5-0,2-0,7% -6,0% 25,0% ,5 74,1% 4,0 13,8% 1,6 5,5% 1,9 6,6% 29,0 0,3 1,0% -8,5% 58,3% Boxtel ,4 81,1% 3,5 11,6% 0,9 3,0% 1,3 4,3% 30,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,3 80,7% 3,5 11,6% 1,0 3,3% 1,3 4,3% 30,1 0,0 0,0% -0,4% 0,0% ,6 77,4% 4,0 13,1% 1,3 4,3% 1,6 5,2% 30,5 0,4 1,3% -3,3% 23,1% ,5 75,0% 3,8 12,7% 1,8 6,0% 1,9 6,3% 30,0-0,1-0,3% -7,8% 46,2% Cuijk ,6 82,1% 2,7 10,8% 0,9 3,6% 0,9 3,6% 25,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 81,0% 2,9 11,5% 0,9 3,6% 1,0 4,0% 25,2 0,1 0,4% -1,0% 11,1% ,2 78,9% 3,0 11,7% 1,1 4,3% 1,3 5,1% 25,6 0,5 2,0% -1,9% 44,4% ,1 76,7% 3,0 11,5% 1,4 5,3% 1,7 6,5% 26,2 1,1 4,4% -2,4% 88,9% Grave ,8 81,8% 1,4 10,6% 0,4 3,0% 0,6 4,5% 13,2 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,8 81,2% 1,5 11,3% 0,4 3,0% 0,6 4,5% 13,3 0,1 0,8% 0,0% 0,0% ,4 78,8% 1,6 12,1% 0,5 3,8% 0,7 5,3% 13,2 0,0 0,0% -3,7% 16,7% ,1 75,9% 1,7 12,8% 0,7 5,3% 0,8 6,0% 13,3 0,1 0,8% -6,5% 33,3% Haaren ,6 79,1% 1,7 12,7% 0,5 3,7% 0,6 4,5% 13,4 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 78,5% 1,7 13,1% 0,5 3,8% 0,6 4,6% 13,0-0,4-3,0% -3,8% 0,0% ,2 74,8% 1,8 14,6% 0,6 4,9% 0,7 5,7% 12,3-1,1-8,2% -13,2% 16,7% ,4 71,2% 1,7 14,4% 0,8 6,8% 0,9 7,6% 11,8-1,6-11,9% -20,8% 50,0% Landerd ,8 81,4% 1,5 10,3% 0,5 3,4% 0,7 4,8% 14,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,5 80,4% 1,6 11,2% 0,5 3,5% 0,7 4,9% 14,3-0,2-1,4% -2,5% 0,0% ,6 76,8% 1,8 13,0% 0,6 4,3% 0,8 5,8% 13,8-0,7-4,8% -10,2% 14,3% ,8 72,1% 1,9 14,0% 0,8 5,9% 1,1 8,1% 13,6-0,9-6,2% -16,9% 57,1% Maasdonk ,2 81,4% 1,1 9,7% 0,4 3,5% 0,6 5,3% 11,3 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,8 80,7% 1,1 10,1% 0,4 3,7% 0,6 5,5% 10,9-0,4-3,5% -4,3% 0,0% ,3 78,3% 1,3 12,3% 0,4 3,8% 0,6 5,7% 10,6-0,7-6,2% -9,8% 0,0% ,9 75,2% 1,4 13,3% 0,5 4,8% 0,7 6,7% 10,5-0,8-7,1% -14,1% 16,7% 7

8 Maasdriel ,3% 2,4 10,0% 0,7 2,9% 0,9 3,8% 24,0 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,0% 2,5 10,4% 0,7 2,9% 0,9 3,7% 24,1 0,1 0,4% 0,0% 0,0% ,8 80,5% 3,0 12,2% 0,9 3,7% 0,9 3,7% 24,6 0,6 2,5% -1,0% 0,0% ,3 76,9% 3,3 13,1% 1,2 4,8% 1,3 5,2% 25,1 1,1 4,6% -3,5% 44,4% Mill en Sint Hubert ,7 79,8% 1,2 11,0% 0,4 3,7% 0,6 5,5% 10,9 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,6 79,6% 1,2 11,1% 0,4 3,7% 0,6 5,6% 10,8-0,1-0,9% -1,1% 0,0% ,8 76,5% 1,3 12,7% 0,5 4,9% 0,6 5,9% 10,2-0,7-6,4% -10,3% 0,0% ,2 72,0% 1,5 15,0% 0,6 6,0% 0,7 7,0% 10,0-0,9-8,3% -17,2% 16,7% Oss ,3 82,2% 8,8 10,3% 2,8 3,3% 3,6 4,2% 85,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 81,8% 9,1 10,6% 2,8 3,3% 3,7 4,3% 85,5 0,0 0,0% -0,6% 2,8% ,8 79,4% 10,2 11,8% 3,3 3,8% 4,3 5,0% 86,6 1,1 1,3% -2,1% 19,4% ,5 77,0% 10,5 12,0% 4,5 5,1% 5,2 5,9% 87,7 2,2 2,6% -4,0% 44,4% Schijndel ,4 82,6% 2,4 10,2% 0,8 3,4% 0,9 3,8% 23,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 81,7% 2,5 10,6% 0,8 3,4% 1,0 4,3% 23,5 0,0 0,0% -1,0% 11,1% ,2 78,1% 2,9 12,4% 0,9 3,9% 1,3 5,6% 23,3-0,2-0,9% -6,2% 44,4% ,2 75,5% 3,0 12,4% 1,3 5,4% 1,6 6,6% 24,1 0,6 2,6% -6,2% 77,8% 's- Hertogenbosch ,8 84,3% 13,4 9,1% 4,1 2,8% 5,5 3,7% 146,8 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 84,1% 13,8 9,3% 4,2 2,8% 5,6 3,8% 148,3 1,5 1,0% 0,7% 1,8% ,3 82,1% 16,0 10,5% 5,0 3,3% 6,4 4,2% 152,7 5,9 4,0% 1,2% 16,4% ,4 79,9% 16,8 10,8% 6,9 4,4% 7,5 4,8% 155,6 8,8 6,0% 0,5% 36,4% Sint Anthonis ,6 82,1% 1,1 9,4% 0,4 3,4% 0,6 5,1% 11,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 81,0% 1,1 9,5% 0,4 3,4% 0,7 6,0% 11,6-0,1-0,9% -2,1% 16,7% ,7 77,7% 1,3 11,6% 0,4 3,6% 0,8 7,1% 11,2-0,5-4,3% -9,4% 33,3% ,3 74,8% 1,5 13,5% 0,5 4,5% 0,8 7,2% 11,1-0,6-5,1% -13,5% 33,3% Sint- Michielsgestel ,2 80,1% 3,2 11,6% 1,1 4,0% 1,2 4,3% 27,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 79,1% 3,2 11,6% 1,2 4,3% 1,4 5,1% 27,7 0,0 0,0% -1,4% 16,7% ,3 76,9% 3,5 12,6% 1,2 4,3% 1,7 6,1% 27,7 0,0 0,0% -4,1% 41,7% ,5 73,7% 3,7 13,3% 1,5 5,4% 2,1 7,6% 27,8 0,1 0,4% -7,7% 75,0% Sint-Oedenrode ,8 81,3% 2,0 11,0% 0,7 3,8% 0,7 3,8% 18,2 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 80,3% 2,0 10,9% 0,7 3,8% 0,9 4,9% 18,3 0,1 0,5% -0,7% 28,6% ,2 78,5% 2,3 12,7% 0,7 3,9% 0,9 5,0% 18,1-0,1-0,5% -4,1% 28,6% ,6 75,1% 2,3 12,7% 1,0 5,5% 1,2 6,6% 18,1-0,1-0,5% -8,1% 71,4% Uden ,3 82,1% 4,4 10,5% 1,4 3,3% 1,7 4,1% 41,8 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 81,2% 4,6 10,9% 1,5 3,6% 1,8 4,3% 42,1 0,3 0,7% -0,3% 5,9% ,3% 5,2 12,0% 1,8 4,1% 2,4 5,5% 43,4 1,6 3,8% -0,9% 41,2% ,7 75,9% 5,3 11,9% 2,4 5,4% 3,0 6,8% 44,4 2,6 6,2% -1,7% 76,5% Veghel ,2 83,2% 3,5 9,3% 1,2 3,2% 1,6 4,3% 37,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,8 82,4% 3,8 10,2% 1,2 3,2% 1,6 4,3% 37,4-0,1-0,3% -1,3% 0,0% ,7 80,2% 4,3 11,2% 1,4 3,7% 1,9 5,0% 38,3 0,8 2,1% -1,6% 18,8% ,3 77,5% 4,8 12,3% 1,8 4,6% 2,2 5,6% 39,1 1,6 4,3% -2,9% 37,5% Vught ,2 81,5% 2,4 9,7% 0,9 3,6% 1,3 5,2% 24,8 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,0% 2,5 10,1% 0,9 3,6% 1,3 5,3% 24,7-0,1-0,4% -1,0% 0,0% ,7 78,6% 2,9 12,2% 0,8 3,4% 1,4 5,9% 23,8-1,0-4,0% -7,4% 7,7% ,4 75,7% 2,9 12,6% 1,2 5,2% 1,5 6,5% 23,0-1,8-7,3% -13,9% 15,4% 8

9 Zaltbommel ,5 84,0% 2,6 9,7% 0,8 3,0% 0,9 3,4% 26,8 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 83,6% 2,7 10,1% 0,8 3,0% 0,9 3,4% 26,8 0,0 0,0% -0,4% 0,0% ,4 80,3% 3,1 11,1% 1,0 3,6% 1,4 5,0% 27,9 1,1 4,1% -0,4% 55,6% ,9% 3,0 10,8% 1,3 4,7% 1,6 5,7% 27,9 1,1 4,1% -2,2% 77,8% totaal ,9 82,5% 66,4 10,1% 21,2 3,2% 27,2 4,1% 655,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 81,9% 68,6 10,4% 21,6 3,3% 28,4 4,3% 656,5 0,8 0,1% -0,6% 4,4% ,2 79,4% 78,1 11,8% 25,1 3,8% 33,4 5,0% 662,8 7,1 1,1% -2,7% 22,8% ,6 76,8% 80,9 12,1% 33,9 5,1% 40,5 6,1% 668,9 13,2 2,0% -5,0% 48,9% Bron: CBS statline 2014 De stijging in percentage 80+ (vergrijzing) vindt in de hele regio met name na 2020 plaats. Hierbij neemt het percentage 80+ ten opzichte van het percentage 80+ in 2014 fors toe in de n Zaltbommel, Uden, St Oedenrode, St Michielsgestel, Schijndel, Boekel en Cuijk. In de n Vught, Den Bosch, Grave, Maasdonk, Mill en St. Hubert stijgt het percentage 80+ ten opzichte van het percentage 80+ in 2014 minder hard dan in de andere n. In de n Boekel, St Michielgestel en St Oedenrode neemt het zowel het percentage 80+ flink toe en laat ook een forse procentuele afname zien in het aantal 0 tot 65+ (ontgroening). 3.3 Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio Er zijn 31 intramurale zorgaanbieders actief in de regio Noordoost Brabant waarvan vijftien aanbieders in de V&V-sector, zestien in de GZ-sector. Drie van de 31 intramurale aanbieders worden ingekocht via andere zorgkantoorregio s. 9

10 4 V&V 4.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van het gebruik van zorg in de zeven regio s waar wij zorg inkopen. Voor de regio Noordoost Brabant zijn onderstaand de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een uitgebreide vergelijking wordt verwezen naar de VGZ-regiovergelijking op Indicatiestelling (CIZ) In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat in de regio Noordoost Brabant een geldige intramurale V&V indicatie heeft. De indicaties zijn afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en worden op drie peildata vergeleken met het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling van de indicaties op landelijk niveau tussen 2011 en 2013 kunt u vinden in de regiovergelijking. Tabel: Aantal indicaties intramuraal VV per ZZP regio Noordoost Brabant, 3 peildata en vergelijking met landelijke ontwikkeling per ZZP 2013 ten opzichte van Zorgzwaarte pakket %2013 tov 2011 % 2013 tov 2011 Ned VV % 62% VV % 70% VV % 125% VV % 124% VV % 120% VV % 139% VV % 156% VV % 162% VV % 117% Totaal % 114% Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ, peildata 1 januari 2011, 1 januari 2013 en 1 januari 2013 Wanneer wordt gekeken naar het totaal aantal geldige indicaties is te zien dat landelijk het aantal cliënten met een intramurale VV indicatie tussen 2011 en 2013 met 14% is gestegen. De regio Noordoost Brabant laat een minder grote stijging zien dan landelijk, namelijk 12%. De procentuele afname van indicaties ZZP 1 en ZZP 2 is in Noordoost Brabant is in lijn met het landelijk gemiddelde. Door een verandering van wet-, en regelgeving zal het aantal afgegeven indicaties ZZP 1, 2 in 2014 gereduceerd zijn tot nul en zal het aantal ZZP 3 alleen nog voorkomen voor een zeer beperkte groep cliënten (herstelzorg). Tevens is opvallend dat de procentuele groei op het VV5 redelijk gelijk is aan het landelijke beeld, waar de procentuele groei op het VV7 in regio Noordoost Brabant harder toeneemt dan in het landelijke beeld. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. Denk in deze aan cliënten met een pgb, VPT en/of extramuraal arrangement. Deze worden in de volgende paragraaf besproken. 1 De indicaties ZZP 9, ZZP 9 a&b zijn niet meegenomen in de overzichten in verband met een verandering in de indicatiestelling tussen 2011 en

11 4.1.2 Capaciteit, verdieping naar - en locatieniveau Hieronder ziet u een overzicht van de spreiding van de huidige intramurale capaciteit voor de V&V. Van dit overzicht is ook een interactieve kaar beschikbaar. Deze vindt u via de volgende website: 11

12 4.1.3 ZZP en VPT ontwikkeling In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s en VPT s over 2011, 2012 en 2013 weergegeven Grafiek: Geleverde ZZP s incl. VPT s 2011 t/m 2013 in de regio Noordoost Brabant Bron: productiemonitor dec 2011, dec 2012 en dec 2013 regio Noordoost Brabant 12

13 Tabel: overzicht aantal VPT en ZZP 2011, 2012 en 2013 en procentuele verandering per VPT/ZZP tussen 2013 en 2011 in de regio Noordoost Brabant Som van progn_plaatsen Kolomlabels Rijlabels 2011 Totaal Totaal INCL DB INCL DB INCL DB EXCL INCL EXCL INCL VERBLIJF BH BH VERBLIJF BH BH VERBLIJF Totaal 2013 VPT % 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % EXCL BH INCL BH % 2013 tov 2011 ZZP % 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % 7 VV % 8 VV % 9 VV a VV b VV VV % Bron: Productiemonitor dec 2011, dec 2012 en dec 2013 regio Noordoost Brabant Op basis van bovenstaande tabel en grafiek is te zien dat er over % minder ZZP s in de productiemonitor zijn opgegeven dan over De ZZP s 1 zijn afgenomen met 55% en ZZP s 2 met 50%. Daarentegen is een opvallende stijging zichtbaar van 43% op ZZP 7. De VPT s zijn afgenomen in 2013 ten opzichte van In de regiovergelijking is te zien dat de gemiddelde afname over de VGZ-regio s heen 6% is. Op de ZZP s 1 is gemiddelde afname te zien van 60% en op ZZP 2 50%. ZZP 7 laat procentueel de hoogste stijging zien, te weten 29%. 13

14 4.1.4 Gemiddelde kosten In figuur 3.1 van de VGZ-regiovergelijking (op zijn de gemiddelde kosten VV per 80+ er weergegeven voor 2012 en Alle VGZ-regio s laten een daling laten zien in het gemiddelde kosten per 80+ er ten opzichte van Regio Noordoost Brabant zit qua gemiddelde kosten per 80+ er in 2012 boven het VGZ-gemiddelde en in 2013 net onder het VGZ-gemiddelde. In figuur 3.2 is te zien dat het aantal plaatsen per ers rond het VGZ-gemiddelde ligt. Figuur 3.3 van de VGZ-regiovergelijking geeft de gemiddelde kosten per plaats (ZZP en VPT) weer. De kosten per plaats zijn voor alle VGZ-regio s toegenomen in 2013 ten opzichte van Een groot deel van de kostenstijging heeft te maken met de prijsindexering van 2,9%. Voor regio Noordoost Brabant geldt dat de gemiddelde kosten per plaats in 2012 onder het VGZ-gemiddelde liggen en in 2013 boven het VGZ-gemiddelde liggen Wachtenden Regio Meetdatum AW SW WW Noordoost Brabant Bron: AZR Definities wachtlijststatus (CVZ): AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). SW= Slapend wachtend; Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg nu nog niet wil ontvangen (cliënt wordt niet als wachtend beschouwd); Vanaf augustus 2013 is het aantal wachtenden afgenomen. Het aantal actief wachtenden in de regio Noordoost Brabant op peildatum 1 maart 2014 is drie cliënten. Tevens is te zien dat het aantal wenswachtenden afneemt naar 570 personen. Verdiepend onderzoek laat zien dat ongeveer 145 mensen (25% van totaal) in bezit is van een ZZP VV

15 4.1.6 PGB Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel het aantal cliënten met een ZZP VV weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te vergelijken. Tabel: PGB op niveau Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal BERNHEZE BOEKEL BOXMEER BOXTEL CUIJK GRAVE HAAREN LANDERD 3VV 6 5VV 1 4VV 2 4VV 2 MAASDONK 1 SINT MICHIELSGE 5VV 3 5VV 4 5VV 1 STEL 6VV 1 6VV 2 MAASDRIEL 8VV 1 6 7VV VV 1 8VV 1 3VV 1 3VV 1 SINT- 16 MILL EN SINT 5VV 1 OEDENRODE 5VV 2 HUBERT 5VV VV 2 4VV 2 6VV 1 2VV 1 5VV 1 UDEN 1 3VV 3 6VV 2 4VV 1 4VV 4 5 5VV 2 OSS 5VV 13 4VV 4 6VV 2 6VV 4 5VV 10 Bron: pgb monitor maart 2014 VEGHEL 5 7VV 1 8VV 1 4VV 1 8VV 1 5VV VV 2 6VV 4 10VV 1 5VV 2 VUGHT 6 2VV 3 6VV 2 4VV 1 3VV 6 6 5VV 6 S 4VV 10 4VV 1 6VV 2 HERTOGENB 5VV 12 ZALTBOMM 6VV 1 OSCH EL 9 6VV 8 2 3VV 3 7VV 1 ZK Totaal 166 4VV 1 8VV 1 5VV 1 6VV 1 10VV 1 6 4VV 1 SCHIJNDEL 4VV 1 7VV 1 5VV 2 4 6VV 1 SINT 6VV 1 ANTHONIS

16 16

17 4.2 Kwalitatieve analyse Crisiszorg De regeling crisisbedden is afgelopen jaar geëvalueerd. Hieruit is gebleken dat het aantal bedden in de regio Noordoost Brabant voldoende is. Tevens is geconstateerd dat de huidige crisisregelingen in de verschillende subregio s goed functioneren. In 2015 zullen de huidige regelingen worden gehandhaafd Integrale benadering / Specifieke doelgroepen Palliatief terminale zorg In de regio Noordoost Brabant zijn 42 plaatsen ZZP 10 ingekocht, waarvan 22 in regio s-hertogenbosch, zestien in de regio s Oss-Uden-Veghel en vier in Land van Cuijk. Een deel van deze plaatsen wordt ingekocht in intramuraal gefinancierde hospices. Het aantal ingekochte plaatsen is in de praktijk meer dan voldoende. Er is geen behoefte aan uitbreiding. In de regio bestaan tevens meerdere extramuraal gefinancierde hospices die voorzien in de palliatieve zorg voor inwoners van de regio. Deze hospices wordt vanaf 2015 niet meer binnen de WLZ ingekocht, maar in de Zvw. Ademhalingsondersteuning In de subregio s-hertogenbosch e.o. zijn bedden voor ademhalingsondersteuning (Vivent Mariaoord in Rosmalen). Deze bedden zijn geconcentreerd op een locatie om een goede kwaliteit te waarborgen. NAH In de regio Noordoost Brabant zijn in Rosmalen op de locatie Mariaoord van Vivent en in Boxmeer op de locatie Madeleine van Pantein intramurale plaatsen ingekocht voor NAH-cliënten. Deze bedden zijn geconcentreerd op een locatie om een goede kwaliteit te waarborgen. Deze cliënten kunnen zowel met een V&V- als -indicatie opgenomen zijn. Korsakov In de regio Noordoost Brabant zijn in Schaijk op de locatie de Nieuwe Hoeve van Brabantzorg plaatsen ingekocht voor cliënten met Korsakov. Deze bedden zijn geconcentreerd op een locatie om een goede kwaliteit te waarborgen. Jong dementerenden In de subregio s-hertogenbosch e.o. zijn bedden voor jong dementerenden (Vivent Mariaoord in Rosmalen). Deze bedden zijn geconcentreerd op een locatie om een goede kwaliteit te waarborgen Regionale onderwerpen Flexibele inzet capaciteit De toegang tot Wlz wordt beperkt. Dit betekent dat in 2015 minder mensen aangewezen zullen zijn op Wlz zorg dan voorheen in de AWBZ het geval was. Tevens heeft de cliënt in de Wlz de keuze uit intramurale zorg, VPT en pgb. Zorgaanbieders doen er daarom goed aan als de verblijfscapaciteit flexibel kan worden ingezet (zowel intramuraal als extramuraal). Ten aanzien van spreiding intramurale capaciteit zijn verschillen per bruikbaar. Zo zou het kunnen dat een met veel vermogende ouderen een andere vraag kent dan een met weinig vermogende ouderen. 17

18 4.3 Conclusies Uit de voorgaande paragrafen trekken wij de volgende conclusies: Over het algemeen zien we in paragraaf 3.2 zien dat het percentage 80+ pas toe gaat nemen vanaf Tevens zal het percentage mensen jonger dan 65+ vanaf die tijd gaan afnemen. Om deze reden verwachten wij op basis van demografische gegevens dat de vraag naar zware intramurale zorg niet zal stijgen tot 2020 en zelfs kan dalen. Tevens is de verwachting dat meer mensen in de toekomst zullen kiezen voor VPT. Dit heeft uiteraard meteen effect op de vraag naar intramurale zorg. Volgens de tabel in paragraaf is het aantal ZZP-indicaties in 2012 en 2013 afgenomen. Deze afname is ingegeven door het extramuraliseringsbeleid dat is voortgezet in In 2015 zal uit het oogpunt van het overgangsrecht aan cliënten met overbruggingszorg gevraagd worden welke keuze zij maken in de wijze waarop zij hun zorg verzilveren. Het is niet bekend hoeveel mensen zullen kiezen voor een ZZP, VPT of pgb. Op basis van paragraaf is een verzwaring in de ZZP-mix te zien. Opvallend is de stijging van 43% in Noordoost Brabant op het ZZP7. Dit ZZP stijgt in deze regio harder dan in de andere regio s van de VGZ Zorgkantoren. Uit paragraaf blijkt dat de gemiddelde intramurale kosten (ZZP en VPT) per 80+ er in de regio Noordoost Brabant in 2013 op het VGZ-gemiddelde ligt. Ook het aantal plaatsen per ers ligt in dat jaar rond het VGZ-gemiddelde. Tevens geldt dat de gemiddelde kosten per plaats in 2013 boven het VGZ gemiddelde liggen. De tabel in paragraaf geeft weer dat bij het huidige intramurale aanbod geen wachtlijsten te zien zijn. In sommige n bestaat ondanks de extramuralisering op dit moment zelfs beperkte leegstand. Tevens zien wij in de tabel over het pgb in paragraaf geen bijzonderheden. Dit zegt iets over het al gecontracteerde aanbod in ZIN. Uit deze gegevens trekken wij de conclusie dat op dit moment over het algemeen voldoende plaatsen zijn ingekocht. Op sommige locaties zijn zelfs teveel plaatsen ingekocht. Wat betreft crisiszorg in paragraaf en specifieke doelgroepen in paragraaf is er al voldoende aanbod ingekocht. Daarnaast is de verwachting dat cliënten in toenemende mate zullen kiezen voor een VPT-arrangement in plaats van intramurale zorg. Tevens doen zorgaanbieders er goed aan intramurale capaciteit flexibel inzetbaar te maken zodat gereageerd kan worden op de veranderende lokale vraag. 18

19 4.4 Inkoopdoelstellingen 1. Continuïteit van zorg voor bestaande klanten ZZP en VPT. In het offerteformat dient de aanbieder inzichtelijk te maken welk volume nodig is om continuïteit van cliënten in zorg te waarborgen. 2. Taakstelling scheiden van wonen en zorg, vertaald in volume. Wij verwachten dat de aanbieder de reeds ingezette afbouwplannen inzichtelijk maakt in het offerteformat. 3. Creëren van alternatief aanbod inspelend op de keuzevrijheid van cliënten voor ZZP of VPT. Het zorgkantoor wil in gesprek over de mogelijkheden van zorgaanbieders om hier op in te spelen. De zorgaanbieder kan zijn mogelijkheden kenbaar maken in het offerteformat. 4. Integrale benadering (regionale knelpunten) De zorgaanbieder komt in 2015 met partijen uit het veld tot een oplossing voor verbeterd integraal aanbod Wlz-cliënten (zie Duurzaam & Dichtbij 2015) of knelpunten zoals in de conclusie benoemd staan. 5. Innovatie De zorgaanbieder kan in aanmerking komen voor innovatiemiddelen (zie Duurzaam & Dichtbij 2015 en de inkoopsystematiek 2015). Het zorgkantoor ziet het voorstel hiervoor tegemoet in de offerte. 6. Regionale onderwerpen Pilot prestatiecontracten We gaan door met de pilot prestatiecontracten in 2015 en staan onder bepaalde voorwaarden beperkte uitbreiding toe. Specifieke doelgroepen Bedden voor specifieke doelgroepen (onder andere ademhalingsondersteuning, NAH, Korsakov en jong dementerenden) worden zoveel mogelijk op dezelfde locatie ingekocht om zo een goed kwaliteitsniveau te waarborgen. Palliatieve zorg In de regio Noordoost Brabant functioneren drie netwerken palliatieve zorg ( s-hertogenbosch e.o., Oss- Uden-Veghel e.o. en Land van Cuijk). Ten behoeve van het hooghouden van de kwaliteit van zorg vindt het zorgkantoor het van belang dat zorgaanbieders die palliatieve terminale zorg leveren ook actief deelnemen aan deze netwerken. Alle intramurale instellingen, zowel in de V&V, GHZ als GGZ, dienen een eigen protocol/beleid te hebben ten behoeve van levering van palliatieve terminale zorg die voldoet aan de eisen van de landelijke standaard. Het zorgkantoor streeft ernaar om de in het regionaal inkoopplan opgenomen zorg in 2015 in te kopen. De landelijke regelgeving en de beschikbare financiële ruimte zijn bepalend voor de daadwerkelijke mogelijkheden om de bovenstaande ambitie waar te maken. De financiële ruimte die het zorgkantoor heeft bij de zorginkoop is op dit moment nog niet bekend, en wordt bepaald door de uitwerking van de kaderstelling van het ministerie van VWS. Na de bekendmaking zal het zorgkantoor bepalen of het noodzakelijk is om doelmatigheidsmaatregelen te treffen om voldoende zorg in te kunnen (blijven) kopen in de regio. 19

20 5 Gehandicapten zorg 5.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van het gebruik van zorg in de zeven regio s waar wij zorg inkopen. Voor de regio Noordoost Brabant zijn onderstaand de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een uitgebreide vergelijking wordt verwezen naar de VGZ regiovergelijking (op Indicatiestelling (CIZ) In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat de regio Noordoost Brabant in de gehandicaptenzorg heeft en vergelijkt dit met andere regio s. Aantal cliënten met een geldige intramurale indicatie Wanneer wordt gekeken naar het aantal indicaties is te zien dat landelijk het aantal volwassen VG-cliënten met een geldige indicatie tussen 2011 en 2013 met 13% is gestegen en de toename in de regio Noordoost Brabant met 14% steeg. De groei in Noordoost Brabant is dus in lijn met de landelijke trend, dit geldt ook voor cliënten jonger dan 18 jaar. In de is landelijk het aantal cliënten in dezelfde periode gestegen met 20%, waar de hoeveelheid indicaties met deze grondslag in de regio Noordoost Brabant 58% steeg. Een conclusie hieruit is dat het aantal cliënten in de regio Noordoost Brabant met een -indicatie forser stijgt als het landelijk beeld. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier door het CIZ afgegeven indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. In de volgende paragraaf bespreken we het verloop in het aantal cliënten waarvoor declaraties bij VGZ zijn ingediend. Tabel: Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2011, 1 januari 2012 en 1 januari 2013 in Nederland per cliëntgroep. Nederland Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1-jan-11 1-jan-13 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % toename t.o.v. 1-jan-11 Regio Noordoost Brabant Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1- jan-11 1-jan-13 toename t.o.v. 1- jan-11 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % Bron: CIZ basisrapportages op 3 peildata 20

21 5.1.2 Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Zoals in de vorige paragraaf is toegelicht, betekent een indicatie niet automatisch dat deze cliënten ook in zorg zijn genomen. In de onderstaande grafiek is het aantal VG-plaatsen per inwoners in de VGZ-regio s weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de regio Noordoost Brabant met 41 bedden per inwoners iets onder het VGZ gemiddelde contracteert. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat in de aangrenzende regio s (Nijmegen, Midden-Brabant en Noord- en Midden-Limburg) relatief veel intramurale plaatsen zijn afgesproken. Daarnaast zien we dat er in 2012 ten opzichte van 2013 een lichte daling te zien is. Dit is te wijten aan de extramuralisering van de lage ZZP s, waardoor er geen nieuwe instroom meer is op deze ZZP s. Het is in lijn met de daling in de overige regio s (m.u.v. regio Nijmegen). Bron: productiemonitor dec en dec (productie) en CBS statline (inwoners) VG bedden 2013 VG bedden 2012 Nijm NHN MH WL MBR NML VGZ totaal Bron: productiemonitor dec en dec

22 In de heeft de regio Noordoost Brabant naar verhouding een gemiddeld aantal cliënten. Daarnaast zien we dat er in 2012 ten opzichte van 2013 een lichte stijging te zien is. Deze verandering is mogelijk ingegeven door veranderingen in het opnamebeleid van verpleeghuizen in de V&V-sector. Bron: productiemonitor dec en dec (productie) en CBS statline (inwoners) Het aantal ingekochte -bedden is van 2012 naar 2013 gestegen. Dit komt voort uit het besluit van het zorgkantoor om enkele plaatsen voor NAH-clienten niet meer via V&V- maar via -pakketten in te kopen. bedden bedden Nijm NHN MH WL MBR NML Totaal Bron: productiemonitor dec en dec

23 5.1.3 Ontwikkeling in het aantal ZZP s In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s over 2011, 2012 en 2013 weergegeven voor elk van de ZZP pakketten in de VG en de. In de VG is een trend van verzwaring zichtbaar. Het aantal lage ZZP s (VG 1 en 2) is afgenomen en is verzwaard naar hogere ZZP s, met name VG4, 6 en 7. Daarnaast is te zien dat het aantal ZZP s inclusief behandeling is afgenomen voor de ZZP s VG3, VG4 en VG5 en is toegenomen voor de ZZP s VG 6, VG7 en VG8. Absoluut is het aantal ZZP s met behandeling toegenomen met 35 plaatsen, voornamelijk op de ZZP 6VG. 700 Aantal ZZP's VG regio Noord-Oost Brabant VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG VG 2013 Bron: productiemonitor dec. 2011, dec en dec EXCL BH INCL BH VERBLIJF 23

24 In de is een relatief stabiel beeld te zien. 60 Aantal ZZP's regio Noord-Oost Brabant EXCL BH INCL BH VERBLIJF Bron: productiemonitor dec. 2011, dec en dec

25 5.1.4 Mixverhouding ZZP s In de volgende paragraaf worden de regioverschillen in kosten geanalyseerd. Een verklaring voor de verschillen tussen de gemiddelde kosten per VG-plaats kan liggen in de ZZP-mixverhouding van de regio Noordoost Brabant ten opzichte van de totale VGZ-regio s. Kijkend naar de mixverhouding VG zien we dat er in de regio Noordoost Brabant in vergelijking met de totale VGZ-regio s eenzelfde ZZP-mixverhouding heeft, met uitschieters naar boven (ZZP VG4) en naar beneden (ZZP VG6). Daarnaast is ook te zien dat er ten opzichte van 2013 een verschuiving van lichte naar zware ZZP s te zien is. Deze verschuiving is groter dan de overige VGZzorgkantoorregio s. VGZ Totaal Rijlabels VPT 0% 1% 1% 1% 1 VG 0% 0% 0% 0% 2 VG 0% 0% 0% 0% 3 VG 0% 0% 0% 0% 4 VG 0% 0% 0% 0% 5 VG 0% 0% 0% 0% 6 VG 0% 0% 0% 0% 7 VG 0% 0% 0% 0% ZZP 100% 99% 99% 99% 1 VG 3% 1% 2% 1% 2 VG 9% 6% 8% 7% 3 VG 22% 22% 21% 21% 4 VG 16% 16% 14% 14% 5 VG 12% 13% 12% 12% 6 VG 16% 17% 19% 20% 7 VG 16% 16% 16% 16% 8 VG 6% 7% 8% 8% Bron: afspraken budgetformulieren 2013 en

26 Voor de is te zien dat er in de regio Noordoost Brabant in vergelijking met de totale VGZ-regio s relatief iets zwaardere ZZP-mixverhouding heeft. Daarnaast is ook te zien dat er ten opzichte van 2013 een verschuiving van lichte naar zware ZZP s te zien is. Deze verschuiving is iets groter dan de overige VGZ-zorgkantoorregio s. De verschuiving laat zich deels verklaren door het besluit van het zorgkantoor op enkele plaatsen voor NAH-cliënten niet meer in via V&V- maar via -pakketten in te kopen. Voor de rest wordt enige verzwaring in de sector gezien. VGZ totaal Rijlabels VPT 0% 0% 2% 3% 1 0% 0% 0% 0% 2 0% 0% 1% 1% 3 0% 0% 0% 0% 4 0% 0% 1% 1% 5 0% 0% 0% 0% 6 0% 0% 0% 0% 7 0% 0% 0% 0% ZZP 100% 100% 98% 97% 1 7% 6% 5% 4% 2 18% 18% 19% 19% 3 7% 8% 5% 7% 4 37% 36% 34% 33% 5 8% 8% 6% 5% 6 19% 21% 19% 20% 7 3% 3% 10% 10% Bron: afspraken budgetformulieren 2013 en

27 5.1.5 Gemiddelde kosten In de onderstaande grafiek zijn de gemiddelde kosten per unieke cliënt voor de VG-sector weergegeven voor de VGZ-regio s. In de vorige paragraaf viel te concluderen dat er in de regio Noordoost Brabant sprake is van zorgverzwaring. Dit resulteert dan ook in een lichte stijging van de gemiddelde kosten voor VG-cliënten. Kijkend naar de regio Noordoost Brabant valt op dat de gemiddelde kosten voor VG-cliënten met 0,8% minder sterk is gestegen ten opzichte van de totale VGZ-regio s (1,1%). NIJM NHN MH WL MBR NML Bron: productiemonitor dec en dec opgegeven financiële prognose 27

28 Voor -cliënten is te zien dat de kosten in de regio Noordoost Brabant relatief gemiddeld liggen ten opzichte van de VGZ-regio s. De gemiddelde kosten per plaats voor de regio Noordoost Brabant blijven relatief stabiel. NIJM NHN MH WL MBR NML Bron: productiemonitor dec en dec opgegeven financiële prognose 28

29 5.1.6 Wachtenden In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de wachtlijsten besproken. De ontwikkeling is dat de totale wachtlijsten voor de regio Noordoost Brabant licht is afgenomen. Dit geldt alleen voor de actief wachtenden, het aantal wenswachtenden is toegenomen. Een nadere analyse op de wenswachtenden in de VG-sector laat zien 39 cliënten met een ZZP VG3 (38%) wenswachtend zijn. Deze cliënten geven aan de toegewezen zorg te willen ontvangen, maar wachten op eigen verzoek tot een plaatsing bij de voorkeursaanbieder. Een nadere analyse op de -sector laat zien dat er nauwelijks actief wachtenden voor de -sector geregistreerd staan. In totaal zijn er wel 23 wenswachtenden. Dit betreft met name een groep personen van 65 jaar of ouder die graag in een V&V-instelling opgenomen wil worden. Het lage aantal actief wachtenden in de regio Noordoost Brabant geven geen aanleiding tot extra inkoopdoelstellingen. Vanwege de onduidelijke uitwerkingen van het overgangsrecht is de aanwezigheid van wenswachtenden is op dit moment nog moeilijk te vertalen naar inkoopdoelstellingen. Tabel: Wachtlijsten gehandicaptenzorg 2013 en 2014 Awi AW WW Totaal Zorgkantoorregio Nijmegen Waardenland Midden Holland Midden Brabant Noordoost Brabant Noord en Midden Limburg Noord Holland Noord totaal Bron: AZR peildatum en 2014 Definities wachtlijststatus (CVZ): AWi = Actief wachtend initieel (administratieve registratie) AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). 29

30 5.1.7 PGB Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel hebben wij het aantal cliënten met een VG of weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te volgen. Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal BERNHEZE 2VG 3 GRAVE 3LVG 1 3VG 10 3VG VG 6 4VG 4 4ZGaud 1 5VG VG VG 2 Bron: pgb monitor maart VG 1 HAAREN 2VG VG 4 BOEKEL 4VG 1 6VG 1 5VG 1 8VG 1 BOXMEER 2 1 2VG 3 2 3VG 9 LANDERD 2VG 2 4VG 13 2ZGaud 2 4ZGvis 2 3LVG 1 5VG 1 3VG VG 11 6VG 6 4ZGaud 1 7VG 4 5VG 5 8VG VG 4 BOXTEL 2VG 3 8VG 1 3VG 8 4VG 3 MAASDONK 3VG 2 5VG 2 4VG 2 5ZGvis 1 5VG 1 6VG 3 6VG VG 1 MAASDRIEL 2VG ZGaud 1 CUIJK 2VG 2 3VG VG 1 4VG 2 5VG 2 5VG 1 6VG VG 2 8VG Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal MILL EN SINT HUBERT 1VG 3 SCHIJNDEL 1VG LVG 1 2VG 3 2VG 7 3VG 3 3VG 4 3ZGvis VG 5 4VG 3 5VG VG 8 5VG VG 5 7VG 1 7VG 1 OSS 2VG 3 S HERTOGENB OSCH 3LVG 3 3VG 10 3ZGaud VG 1 27 SINT ANTHONIS 6VG 1 1 SINT- MICHIELSGE 1VG 1 STEL 3ZGvis 1 2VG LVG 1 4VG 9 3VG VG 11 4VG 4 5ZGvis 1 5VG VG 14 6VG VG 1 31 SINT- OEDENRODE 3VG 6 8VG 2 4ZGaud LVG 1 2VG 10 UDEN 1VG 1 2ZGvis 1 2VG 3 3LVG 3 3VG 2 3VG ZGvis 1 4VG ZGaud 1 4VG 16 5VG 2 4ZGvis VG 4 5VG VG 1 6VG 11 8VG VG

31 Gemeente ZZP Aantal VEGHEL 1VG VG 2 3LVG 1 3VG VG 6 5VG VG 1 7VG 3 8VG 2 35 VUGHT 2LVG 1 2VG 2 ZALTBOMM EL 3 1 3VG 3 4VG 1 4ZGvis ZGvis VG VG 2 3VG VG 2 5VG VG 2 8VG

32 VG In de subregio Land van Cuijk verzilveren procentueel de meeste mensen hun intramurale indicatie middels pgb. De overige subregio s verzilveren vaker in Zorg in Natura. Opvallende n met een hoog percentage pgb zijn: Boxmeer, Mill, Schijndel en St. Michielsgestel. In de grote steden/kernen (Oss, s-hertogenbosch, Uden) verzilveren verhoudingsgewijs minder mensen hun intramurale indicatie middels een pgb. Toch kan niet worden gesteld dat in kleine kernen het tegengestelde waar is. Procentueel verzilverd ongeveer 15% van de mensen met een intramurale indicatie deze middels een pgb. Dit zijn voornamelijk lagere indicaties (ZZP 2VG, ZZP 3VG, ZZP 4VG). Bovenstaande tabel geeft de indruk dat het aanbod dat in ZIN is ingekocht voldoende voldoet aan de behoefte van de cliënt, aangezien een beperkt aantal cliënten met een -indicatie heeft gekozen voor een pgb. 32

33 5.2 Kwalitatieve analyse In de vorige paragrafen hebben we de regio Noordoost Brabant geanalyseerd door middel van een regiovergelijking in cijfers. In dit hoofdstuk bespreken we enkele beleidsthema s en doelgroepen om zodoende regionale ontwikkeldoelen te bepalen Moeilijk plaatsbare cliënten / Meerzorg Wlz-cliënten die meer zorg nodig hebben dan op basis van het geïndiceerde zorgzwaarte pakket bekostiging mogelijk is, kunnen in aanmerking komen voor een aanvulling op het ZZP-budget. Deze aanvulling op het ZZP-budget is de toeslag Meerzorg. De toeslag Meerzorg kan worden toegekend voor een korte periode van drie maanden (verkorte procedure) of voor langere tijd (één jaar of meer). Met ingang van 2014 vallen de Meerzorggelden onder de regionale contracteerruimte. De Zorgkantoren Coöperatie VGZ willen, gelet op het nog steeds toenemende beroep dat wordt gedaan op de Meerzorgregeling en de bezuinigingen die worden toegepast op de reguliere contracteerruimten, zich graag houden aan de hoogte van deze geoormerkte middelen. Echter, zorgkantoren hebben de aanspraak op Meerzorg niet in de hand. Een aanvraag tot Meerzorg wordt inhoudelijk getoetst door het CCE en een positief CCE advies wordt door zorgkantoren nageleefd. Hier ontstaat een spanning tussen de beschikbare middelen enerzijds, en het recht op (meer)zorg anderzijds. Met het onderbrengen van de Meerzorgmiddelen onder de contracteerruimte heeft VWS willen bereiken dat op regionaal niveau overleg plaatsvindt tussen aanbieders, zorgkantoor en CCE over cliënten met een zeer complexe problematiek. Het zorgkantoor kan dan een integrale afweging maken welke zorg er nodig is voor cliënten met complexe zorgvragen en die recht hebben op Meerzorg. Dit schept betere randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend zorgaanbod, dat het beste aansluit bij de behoefte van de cliënt. De Zorgkantoren Coöperatie VGZ zien de noodzaak om de kosten te beteugelen vanuit de inhoud en gaan in gesprek met aanbieders. In de regio Noordoost Brabant bieden zes zorgaanbieders Meerzorg voor de VG: Cello, De Seizoenen, Dichterbij, Kentalis, Philadelphia en Prisma. Daarnaast stromen cliënten met een complexe zorgvraag ook in bij aanbieders buiten de regio. In 2014 zijn gesprekken gestart om met deze zorgaanbieders de zorg doelmatiger te organiseren met minimaal behoud van kwaliteit. Een uitbreiding van het aantal, dat Meerzorg (mogen) leveren is niet van toepassing Zorgzwaartemix Doelmatige zorg: We verwachten van zorgaanbieders dat zij komen met initiatieven die beantwoorden aan de zorgvraag van de cliënt, maar die tevens rekening houden met zo doelmatig mogelijke oplossingen. In dat kader denken we onder meer aan het actief voorkomen van zorgverzwaringen of meerzorgaanvragen door gebruik te maken van regionaal in te roepen expertise en samenwerking met gespecialiseerde collega s en het delen van best practices; ZZP s met Behandeling reduceren: We verwachten van zorgaanbieders dat zij komen met initiatieven om intramurale indicaties met behandeling om te zetten naar indicaties zonder behandeling. In navolging van reeds ingezet beleid wordt op basis van uit te voeren benchmark wordt het aandeel ZZP s van individuele aanbieders vergeleken met andere aanbieders en daaraan worden voor de inkoop 2015 conclusies verbonden en toegepast; Toeslagen: In 2015 formaliseren we de ingezette koers uit ten aanzien van de toeslag woonzorg jong volwassenen. Deze toeslag wordt niet meer afgesproken, omdat het voor VGZ onvoldoende transparant is of de inzet van deze middelen noodzakelijk is om de zorg aan deze clientengroep te leveren Crisiszorg Het zorgkantoor wil de crisisregelingen doelmatig inkopen. Het is van belang dat er een regionale dekking is en optimaal gebruik gemaakt wordt van de verschillende mogelijkheden. Crisiszorg is kortdurend en vraagt vaak een specifieke expertise. Uit de bezetting van de crisisplaatsen in het afgelopen jaar blijkt dat het aantal crisisplaatsen in de regio Noordoost Brabant voldoende lijkt te zijn. Voor 2015 zijn de speerpunten ten aanzien van crisiszorg: Eventuele afbouw van niet-benutte bedden; Investering in de terugkeer naar huis na de crisisperiode; Bevorderen van ambulante vormen van crisiszorg en methoden ter voorkoming van crisiszorg. N.B. Vanwege de decentralisatie van begeleiding koopt het zorgkantoor niet meer (volledig) extramurale zorg 33