Regionaal Inkoopplan Regio Noord-Holland Noord

Transcriptie

1 Regionaal Inkoopplan Regio Noord-Holland Noord Inkoopbeleid Langdurige Zorg VGZ Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Nijmegen, Univé Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Alkmaar en Trias Zorgkantoor BV, KvK , gevestigd te Gorinchem vormen samen de Zorgkantoren Coöperatie VGZ. Zorgkantoren Coöperatie VGZ is een handelsnaam voor VGZ Zorgkantoor BV, Univé Zorgkantoor BV en Trias Zorgkantoor BV samen.

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING INKOOP WLZ: NIEUWE DYNAMIEK REGIOBEELD Regio beschrijving: regio, subregio s en n Overzicht van demografische gegevens Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio V&V Kwantitatieve analyse Indicatiestelling (CIZ) Capaciteit, verdieping naar niveau/locatieniveau ZZP en VPT ontwikkeling Gemiddelde kosten Wachtenden Aantal PGB-cliënten Kwalitatieve analyse Wachtlijsten Integrale benadering/specifieke doelgroepen Regionale onderwerpen Conclusies Inkoopdoelstellingen GEHANDICAPTEN ZORG Kwantitatieve analyse Prevalentie gehandicapten in regio Noord-Holland Noord Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Ontwikkeling in het aantal ZZP s Gemiddelde kosten Mixverhouding ZZP s PGB budgethouders met intramurale indicaties Wachtenden Kwalitatieve analyse: Integrale Zorg Crisiszorg Integrale benadering Conclusie Inkoopdoelstellingen

3 1 Inleiding Het zijn turbulente tijden voor de langdurige zorg; we begeven ons midden in een transitie (HLZ). In de afgelopen maanden is er steeds meer informatie gekomen over de nieuwe Jeugdwet, de decentralisatie naar de Wmo en de overhevelingen naar de Zvw. Daarnaast zijn ook de contouren voor de nieuwe Wlz langzaam zichtbaar geworden. Er is echter nog geenszins sprake van volledige duidelijkheid en veel issues moeten nog worden uitgekristalliseerd. Ten tijde van publicatie van dit inkoopdocument is nog niet geheel duidelijk welke uitgangspunten gelden in Dit betekent ook dat we nog niet alles met zekerheid kunnen aangeven. Ondanks deze onduidelijkheid moeten de Zorgkantoren Coöperatie VGZ toch zorg voor onze cliënten inkopen. De volgende aannames gelden bij de zorginkoop voor 2015: Dit document is opgesteld vanuit de veronderstelling dat de Wlz op 1 januari 2015 nog niet is ingevoerd als wet, maar; De decentralisatie van functies die overgaan naar de Wmo wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Zvw wel geeffectueerd is; De overheveling van functies die overgaan naar de Jeugdwet wel geeffectueerd is. Opzet regionale inkoopplannen Om onze centrale beleidsdoelstellingen te vertalen naar de situatie in de regio Noord-Holland Noord hebben wij dit regionale inkoopplan opgesteld. Dit beschrijft in essentie wat het zorgkantoor in de regio wil bereiken. Uw offerte dient zich te richten op de doelstellingen zoals die in dit plan zijn opgenomen. Het inkoopplan richt zich op de in te kopen zorg voor de Langdurige Zorg Het inkoopplan is verdeeld in een algemeen regiobeeld, een deel Verpleging en Verzorging en een deel Gehandicaptenzorg. Vanwege de vermeende volledige overheveling van de GGZ (naar de Zvw en Wmo) is hiervan geen aparte analyse gedaan. In het inkoopplan kan worden verwezen naar de relatie tussen de betreffende regio en de overige VGZ-regio s, de analyse waarop dit is gebaseerd vindt u terug in het bestand Vergelijking VGZ-Zorgkantoorregio s zoals gepubliceerd op onze website. U vindt al onze inkoopdocumenten op: Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het Zorgkantoor behoudt zich het recht voor een correctie in de inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed zijn op de inkoop van zorg. 3

4 2 Inkoop Wlz: nieuwe dynamiek Het zorgkantoor ziet met de komst van de Wlz de positie van de klant in haar keuze voor een geschikte zorgaanbieder en eigen woning verstevigd worden. Cliënten met een lichtere zorgvraag zullen op den duur geen onderdeel meer uitmaken van de Wlz. De Wlz blijft beschikbaar voor de meest kwetsbare doelgroepen. Zij hebben recht op verblijf, maar hebben ook een keuze voor een VPT, of kunnen voor een pgb in aanmerking komen. De Wlz zal hiermee een andere dynamiek kennen dan de huidige AWBZ. De nieuwe dynamiek van de Wlz zal de komende jaren zijn beslag krijgen in het aanbod van zorg voor cliënten. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie verzilveren geldt dat zij recht blijven houden op verblijf. Voor cliënten die eind 2014 hun verblijfsindicatie nog niet verzilveren zijn de keuzemogelijkheden afhankelijk van het toegewezen ZZP. Voor deze groep geldt het overgangsrecht, zoals beschreven in Duurzaam & Dichtbij Dit betekent in ieder geval dat de cliënten met een laag ZZP in 2015 aan dienen te geven of zij hun verblijf willen verzilveren of hier voorgoed van afzien. Het is niet te voorspellen wat deze doelgroep gaat doen. In de onderstaande figuur hebben wij voor de huidige VGZ-cliënten in deze regio het onderscheid gevisualiseerd tussen Wlz-cliënten en cliënten waarvan het onzeker is of deze voor Wlz gaan kiezen. Mensen met een extramurale indicatie zijn niet opgenomen Indeling cliënten typologieën V&V 3500 Indeling cliënten typologieën VG NHN WLZ ZZP zwaar VPT zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP licht PGB licht NHN WLZ onzeker ZZP licht PGB zwaar Wachtend ZZP zwaar VPT licht Alternatieve Zorg licht 0 NHN WLZ ZZP zwaar VPT zwaar Alternatieve Zorg zwaar Wachtend ZZP licht PGB licht NHN WLZ onzeker ZZP licht PGB zwaar Wachtend ZZP zwaar VPT licht Alternatieve Zorg licht 4

5 V&V NHN WLZ NHN WLZ onzeker ZZP zwaar 3456 ZZP licht 1222 VPT zwaar 137 PGB zwaar 21 Alternatieve Zorg zwaar 38 Wachtend ZZP zwaar 435 Wachtend ZZP licht 488 VPT licht 116 PGB licht 4 Alternatieve Zorg licht 71 VG NHN WLZ NHN WLZ onzeker ZZP zwaar 2481 ZZP licht 339 VPT zwaar 64 PGB zwaar 289 Alternatieve Zorg zwaar 81 Wachtend ZZP zwaar 110 Wachtend ZZP licht 54 VPT licht 54 PGB licht 10 Alternatieve Zorg licht 130 Bron: AZR indicaties peildatum

6 3 Regiobeeld 3.1 Regio beschrijving: regio, subregio s en n Het zorgkantoor Noord-Holland Noord koopt Wlz-zorg in voor cliënten met een AWBZ-indicatie in de n die onder deze zorgkantoorregio vallen. Deze regio telt zeventien n die verdeeld zijn over drie subregio s: Noord-Kennemerland, West-Friesland en Kop van Noord-Holland Onder de subregio Noord-Kennemerland vallen de volgende n: Alkmaar, Bergen, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer. Van het samenwerkingsverband van n in Noord-Kennemerland maken ook de n Castricum en Graft-De Rijp deel uit. Per 1 januari 2015 fuseren de n Alkmaar, Schermer en Graft-De Rijp. Onder de subregio West-Friesland vallen de volgende n: Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec. De Kop van Noord-Holland bestaat uit: Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Texel. Waar relevant, wordt in dit regionaal inkoopplan onderscheid gemaakt tussen genoemde sub regio s. 3.2 Overzicht van demografische gegevens Naam Noord Holland Noord Nederland jaar Totale bevolking Aantal tot 65 jaar %-aandeel tot 65 jaar Aantal %-aandeel Aantal %-aandeel Aantal >80 %-aandeel > ,6 502,6 81,6% 69,2 11,2% 19 3,1% 24,8 4,0% ,5 498,4 80,8% 72 11,7% 20,2 3,3% 25,9 4,2% ,3 77,9% 80,5 12,9% 26,2 4,2% 31 5,0% ,9 476,5 75,5% 78,6 12,5% 36,2 5,7% 39,6 6,3% % % 526 3% 720 4% % % 541 3% 736 4% % % 634 4% 834 5% % % 839 5% 975 6% VGZregio's % % 108 3% 139 4% % % 112 3% 145 4% % % 133 4% 174 5% % % 178 5% 209 6% Bron: CBS statline 2014 In totaal kent de regio Noord-Holland Noord in inwoners. De totale bevolking groeit tot 2025 met 2,5%, dit is lager dan het landelijk gemiddelde van 3,6% en net iets hoger dan het gemiddelde van de VGZregio s van 2,4%. Het aantal 80+ ers neemt met 59,7% toe naar 2025 ten opzichte van 2014, dit is boven het landelijk gemiddelde van 35,5%, en boven het VGZ-gemiddelde van 50,3%. Het aantal 0 tot 65+ daalt met 5,2% in 2025 ten opzichte van Landelijke is dit percentage 1,9% en voor de VGZ regio s 4,4%. Hierbij dient opgemerkt te worden dat met name tussen 2020 en 2025 de vergrijzing optreedt. 6

7 BEVOLKINGS- AANTALLEN 2014, 2015, 2020 EN 2025 (X 1.000) tot 65 jaar >80 totaal Naam jaar aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel aantal %- aandeel totaal aantal Aantal verandering totale bevolking tov 2014 % verandering totale bevolking tov 2014 % verandering 0-65 % verandering 80+ tov 2014 Alkmaar ,1 83,5% 9,2 9,7% 2,7 2,9% 3,7 3,9% 94,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 83,0% 9,6 10,1% 2,8 2,9% 3,8 4,0% 95,1 0,4 0,4% -0,3% 2,7% ,5 80,5% 11,4 11,8% 3,4 3,5% 4,0 4,2% 96,3 1,6 1,7% -2,0% 8,1% ,7 78,0% 11,8 12,2% 4,8 4,9% 4,7 4,8% 97,0 2,3 2,4% -4,3% 27,0% Bergen (NH.) ,9 72,8% 4,9 16,3% 1,4 4,7% 1,9 6,3% 30,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4% 5,0 17,0% 1,5 5,1% 1,9 6,5% 29,4-0,7-2,3% -4,1% 0,0% ,4 68,1% 4,9 17,2% 1,9 6,7% 2,3 8,1% 28,5-1,6-5,3% -11,4% 21,1% ,4 66,2% 4,2 15,1% 2,5 9,0% 2,7 9,7% 27,8-2,3-7,6% -16,0% 42,1% Den Helder ,7 81,1% 6,5 11,3% 1,9 3,3% 2,5 4,3% 57,6 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 80,3% 6,8 11,8% 2,0 3,5% 2,5 4,3% 57,5-0,1-0,2% -1,1% 0,0% ,6 78,0% 7,4 12,9% 2,4 4,2% 2,8 4,9% 57,2-0,4-0,7% -4,5% 12,0% ,1 75,2% 7,5 13,1% 3,3 5,8% 3,4 5,9% 57,3-0,3-0,5% -7,7% 36,0% Drechterland ,4 81,6% 2,3 11,4% 0,6 3,0% 0,8 4,0% 20,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,3 81,5% 2,4 12,0% 0,6 3,0% 0,7 3,5% 20,0-0,1-0,5% -0,6% -12,5% ,4 77,4% 2,8 14,1% 0,8 4,0% 0,9 4,5% 19,9-0,2-1,0% -6,1% 12,5% ,3 75,0% 2,6 12,7% 1,2 5,9% 1,3 6,4% 20,4 0,3 1,5% -6,7% 62,5% Enkhuizen ,5 82,9% 2,0 10,7% 0,5 2,7% 0,7 3,7% 18,7 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,6 82,1% 2,1 11,1% 0,6 3,2% 0,7 3,7% 19,0 0,3 1,6% 0,6% 0,0% ,2 80,2% 2,4 11,9% 0,7 3,5% 0,9 4,5% 20,2 1,5 8,0% 4,5% 28,6% ,1 79,5% 2,3 10,7% 1,1 5,1% 1,0 4,7% 21,5 2,8 15,0% 10,3% 42,9% Graft-De Rijp ,9 77,8% 0,9 14,3% 0,3 4,8% 0,2 3,2% 6,3 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 76,6% 0,9 14,1% 0,3 4,7% 0,3 4,7% 6,4 0,1 1,6% 0,0% 50,0% ,4 71,0% 0,9 14,5% 0,4 6,5% 0,5 8,1% 6,2-0,1-1,6% -10,2% 150,0% ,3 70,5% 0,8 13,1% 0,4 6,6% 0,6 9,8% 6,1-0,2-3,2% -12,2% 200,0% Heerhugowaard ,4 84,9% 5,4 10,1% 1,3 2,4% 1,4 2,6% 53,5 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4% 5,7 10,5% 1,4 2,6% 1,4 2,6% 54,5 1,0 1,9% 1,3% 0,0% ,0% 6,2 10,8% 2,1 3,7% 2,0 3,5% 57,3 3,8 7,1% 3,5% 42,9% ,7 80,2% 6,0 10,1% 2,9 4,9% 2,9 4,9% 59,5 6,0 11,2% 5,1% 107,1% Heiloo ,2 76,1% 2,9 12,8% 1,1 4,9% 1,4 6,2% 22,6 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,8 75,0% 2,9 12,9% 1,2 5,4% 1,5 6,7% 22,4-0,2-0,9% -2,3% 7,1% ,7 73,9% 3,0 13,3% 1,2 5,3% 1,7 7,5% 22,6 0,0 0,0% -2,9% 21,4% ,9 72,5% 2,9 12,4% 1,4 6,0% 2,1 9,0% 23,3 0,7 3,1% -1,7% 50,0% Hoorn ,4 83,9% 7,4 10,1% 1,8 2,5% 2,6 3,6% 73,2 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 83,6% 7,7 10,4% 1,9 2,6% 2,5 3,4% 73,8 0,6 0,8% 0,5% -3,8% ,4 80,4% 9,3 12,2% 2,7 3,5% 3,0 3,9% 76,4 3,2 4,4% 0,0% 15,4% ,8% 9,4 12,0% 4,1 5,2% 3,9 5,0% 78,4 5,2 7,1% -0,7% 50,0% Koggenland ,2 82,4% 2,3 10,4% 0,6 2,7% 1,0 4,5% 22,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4% 2,5 11,3% 0,6 2,7% 1,0 4,5% 22,1 0,0 0,0% -1,1% 0,0% ,7 78,3% 2,8 12,4% 0,9 4,0% 1,2 5,3% 22,6 0,5 2,3% -2,7% 20,0% ,5 76,1% 2,8 12,2% 1,2 5,2% 1,5 6,5% 23,0 0,9 4,1% -3,8% 50,0% Langedijk ,4 83,3% 2,9 10,8% 0,7 2,6% 0,9 3,3% 26,9 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 82,8% 2,9 10,8% 0,8 3,0% 0,9 3,4% 26,8-0,1-0,4% -0,9% 0,0% ,4 78,4% 3,6 13,2% 1,0 3,7% 1,3 4,8% 27,3 0,4 1,5% -4,5% 44,4% ,1 76,2% 3,5 12,6% 1,5 5,4% 1,6 5,8% 27,7 0,8 3,0% -5,8% 77,8% Medemblik ,6 81,6% 4,9 11,6% 1,3 3,1% 1,6 3,8% 42,4 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 80,7% 5,1 12,0% 1,3 3,1% 1,8 4,2% 42,4 0,0 0,0% -1,2% 12,5% ,7 76,2% 5,9 14,2% 1,8 4,3% 2,2 5,3% 41,6-0,8-1,9% -8,4% 37,5% ,1 73,1% 5,7 13,8% 2,6 6,3% 2,8 6,8% 41,2-1,2-2,8% -13,0% 75,0% 7

8 Opmeer ,3 80,2% 1,3 11,2% 0,4 3,4% 0,6 5,2% 11,6 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,1 79,1% 1,4 12,2% 0,4 3,5% 0,6 5,2% 11,5-0,1-0,9% -2,2% 0,0% ,6% 1,4 12,1% 0,5 4,3% 0,7 6,0% 11,6 0,0 0,0% -3,2% 16,7% ,4 73,7% 1,5 13,2% 0,7 6,1% 0,8 7,0% 11,4-0,2-1,7% -9,7% 33,3% Schermer ,4 83,0% 0,6 11,3% 0,2 3,8% 0,1 1,9% 5,3 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,2 80,8% 0,6 11,5% 0,2 3,8% 0,2 3,8% 5,2-0,1-1,9% -4,5% 100,0% ,7 75,5% 0,7 14,3% 0,2 4,1% 0,3 6,1% 4,9-0,4-7,5% -15,9% 200,0% ,5 71,4% 0,7 14,3% 0,3 6,1% 0,4 8,2% 4,9-0,4-7,5% -20,5% 300,0% Stede Broec ,2 82,0% 2,7 12,2% 0,6 2,7% 0,7 3,2% 22,2 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,9 80,6% 2,7 12,2% 0,7 3,2% 0,9 4,1% 22,2 0,0 0,0% -1,6% 28,6% ,6% 2,9 13,2% 1,0 4,6% 1,0 4,6% 21,9-0,3-1,4% -6,6% 42,9% ,4 74,2% 2,7 12,2% 1,4 6,3% 1,6 7,2% 22,1-0,1-0,5% -9,9% 128,6% Texel ,9 79,0% 1,8 13,0% 0,5 3,6% 0,6 4,3% 13,8 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,6 77,9% 1,8 13,2% 0,5 3,7% 0,7 5,1% 13,6-0,2-1,4% -2,8% 16,7% ,1 74,8% 2,0 14,8% 0,6 4,4% 0,8 5,9% 13,5-0,3-2,2% -7,3% 33,3% ,7 71,9% 1,9 14,1% 0,9 6,7% 1,0 7,4% 13,5-0,3-2,2% -11,0% 66,7% Hollandse Kroon ,2 81,5% 5,3 11,0% 1,5 3,1% 2,1 4,4% 48,1 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,7 80,0% 5,6 11,6% 1,8 3,7% 2,3 4,8% 48,4 0,3 0,6% -1,3% 9,5% ,4 77,3% 6,2 12,8% 2,2 4,5% 2,6 5,4% 48,4 0,3 0,6% -4,6% 23,8% ,9 74,2% 6,2 12,8% 2,8 5,8% 3,5 7,2% 48,4 0,3 0,6% -8,4% 66,7% Schagen ,9 79,5% 5,9 12,7% 1,6 3,4% 2 4,3% 46,4 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,1 78,1% 6,3 13,6% 1,6 3,5% 2,2 4,8% 46,2-0,2-0,4% -2,2% 10,0% ,7 74,5% 6,7 14,4% 2,4 5,2% 2,8 6,0% 46,6 0,2 0,4% -6,0% 40,0% ,4 72,6% 6,1 12,9% 3,1 6,5% 3,8 8,0% 47,4 1,0 2,2% -6,8% 90,0% totaal ,6 81,6% 69,2 11,2% 19,0 3,1% 24,8 4,0% 615,6 0,0 0,0% 0,0% 0,0% ,4 80,8% 72,0 11,7% 20,2 3,3% 25,9 4,2% 616,5 0,9 0,1% -0,8% 4,4% ,3 77,9% 80,5 12,9% 26,2 4,2% 31,0 5,0% 623,0 7,4 1,2% -3,4% 25,0% ,5 75,5% 78,6 12,5% 36,2 5,7% 39,6 6,3% 630,9 15,3 2,5% -5,2% 59,7% Bron: CBS statline 2014 Het percentage 80+ neemt fors toe in de n Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Langedijk, Medemblik, Schermer, Stede Broec en Schagen. In de n Alkmaar, Den Helder, Opmeer stijgt het percentage 80+ naar 2025 ten opzichte van 2014 fors minder dan het regio gemiddelde. In de n Graft-De Rijp, Langedijk, Medemblik, Stede-Broec en Schermer neemt het percentage 80+ flink toe. Noord-Kennemerland kenmerkt zich als overwegend stedelijk gebied waarbij Alkmaar en Heerhugowaard de grootste conglomeraties zijn. In Noord-Kennemerland zijn relatief veel zorgaanbieders actief. West-Friesland kenmerkt zich als een landelijk gebied met veel lintbebouwing. Hoorn is qua inwonertal veruit de grootste en daarna Medemblik. De Kop van Noord-Holland kenmerkt zich als een landelijk gebied waarbij Wieringen en Wieringermeer één van de dunst bevolkte gebieden in Nederland zijn. Den Helder is de grootste en kent als havenstad veel nationaliteiten en sociale problematiek. Als gevolg van de lijke herindeling zijn Hollands Kroon en Schagen inmiddels ook grote n. 3.3 Aantal gecontracteerde aanbieders in hele regio Intramuraal en VPT gecontracteerde aanbieders in de regio Noord-Holland Noord zijn als volgt verdeeld over de sectoren: Er zijn zevenentwintig zorgaanbieders actief in de regio Noord-Holland Noord waarvan zestien aanbieders in de V&V sector, elf gecontracteerde aanbieders in de GZ sector. 8

9 4 V&V 4.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van de indicatiestelling, capaciteit en ontwikkeling in zorgzwaartepakketten, de kosten van de zorg en wachtlijsten in de zeven regio s waar de AWBZ zorg wordt ingekocht. Voor de sector V&V in de regio Noord-Holland Noord zijn onderstaand de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een volledig overzicht wordt verwezen naar de VGZ regiovergelijking (zie Indicatiestelling (CIZ) In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat in de regio Noord Holland Noord een geldige intramurale VV indicatie heeft. De indicaties zijn afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) die op drie peildata worden vergeleken met het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling van het aantal indicaties op landelijk niveau tussen 2011 en 2013 kunt u vinden in de onderstaande tabel. In deze tabel zijn de nog openstaande indicaties verwerkt. Tabel: Aantal indicaties intramuraal VV per ZZP regio Noord Holland Noord, 3 peildata en vergelijking met landelijke ontwikkeling per ZZP 2013 ten opzichte van Zorgzwaarte pakket NHN NHN NHN %2013 tov 2011 NHN Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ, peildata 1 januari 2011, 1 januari 2013 en 1 januari 2013 % 2013 tov 2011 Ned VV % 62% VV % 70% VV % 125% VV % 124% VV % 120% VV % 139% VV % 156% VV % 162% VV % 117% Totaal % 114% Wanneer wordt gekeken naar het totaal aantal geldige indicaties is te zien dat landelijk het totaal aantal cliënten met een intramurale VV indicatie tussen 2011 en 2013 met 14% is gestegen. De regio Noord-Holland Noord laat een grotere stijging zien dan landelijk, namelijk 23%. De procentuele afname van indicaties ZZP 1 en ZZP 2 is in Noord-Holland Noord lager dan het landelijk gemiddelde. Door een verandering van wet-, en regelgeving in het verleden zal het aantal indicaties ZZP 1, 2 gereduceerd worden tot nul en zal het aantal ZZP 3 alleen nog voorkomen voor een zeer beperkte groep cliënten (herstelzorg). De procentuele toename van indicaties ZZP 6 en 8 is groter dan de landelijke ontwikkeling die wordt waargenomen. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier door het CIZ afgegeven indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. Denk in deze aan cliënten met een pgb, VPT en/of extramuraal arrangement. Deze worden in de volgende paragraaf besproken. 1 De indicaties ZZP 9, ZZP 9 a&b zijn niet meegenomen in de overzichten in verband met een verandering in de indicatiestelling tussen 2011 en

10 4.1.2 Capaciteit, verdieping naar niveau/locatieniveau Hieronder ziet u een overzicht van de spreiding van de huidige intramurale capaciteit voor de V&V. Van dit overzicht is ook een interactieve kaar beschikbaar. Deze vindt u via de volgende website: 10

11 4.1.3 ZZP en VPT ontwikkeling In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s en VPT s over 2011, 2012 en 2013 weergegeven Grafiek: Geleverde ZZP s incl. VPT s 2011 t/m 2013 Noord Holland Noord Bron: Productiemonitor dec 2011, dec 2012 en dec

12 Tabel: overzicht aantal VPT en ZZP 2011, 2012 en 2013 en procentuele verandering per VPT/ZZP tussen 2013 en 2011 Som van progn_plaatsen Kolomlabels Rijlabels 2011 Totaal Totaal INCL DB INCL DB INCL DB EXCL INCL EXCL INCL VERBLIJF BH BH VERBLIJF BH BH VERBLIJF Totaal 2013 %2013 tov 2011 VPT % 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % 7 VV % 8 VV % EXCL BH INCL BH ZZP % 1 VV % 2 VV % 3 VV % 4 VV % 5 VV % 6 VV % 7 VV % 8 VV % 9 VV a VV b VV VV % Bron: Productiemonitor dec 2011, dec 2012 en dec 2013 Op basis van bovenstaande tabel gebaseerd op gedeclareerde ZZP s is over % minder ZZP s gedeclareerd dan over De ZZP s 1 zijn afgenomen met 60% en ZZP s 2 met 40%. Daarentegen is een stijging zichtbaar van 43% ZZP 6 en 36% ZZP 8. De VPT s laten een flinke toename zien.. 12

13 4.1.4 Gemiddelde kosten In figuur 3.1 van de VGZ regiovergelijking (zie zijn de gemiddelde kosten VV per 80+ er weergegeven voor 2012 en Alle VGZ-regio s laten een daling laten zien in de gemiddelde kosten per 80+ er ten opzichte van Regio Noord-Holland Noord zit qua gemiddelde kosten per 80+ er onder het VGZ gemiddelde in 2012 en In figuur 3.2 is te zien dat het aantal plaatsen 9per 1000) 80+ ers rond het VGZ gemiddelde ligt. Figuur 3.3 van de VGZ regiovergelijking geeft de gemiddelde kosten per plaats (ZZP en VPT) weer. De kosten per plaats zijn voor alle VGZ-regio s toegenomen in 2013 ten opzichte van Een groot deel van de kostenstijging heeft te maken met de prijsindexering van 2,9%. Voor regio Noord-Holland Noord geldt dat de gemiddelde kosten per plaats in 2012 en 2013 onder het VGZ gemiddelde liggen Wachtenden Regio Meetdatum AW SW WW NHN Bron: AZR Definities wachtlijststatus (CVZ): AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). SW= Slapend wachtend; Status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg nu nog niet wil ontvangen (cliënt wordt niet als wachtend beschouwd); Het aantal actief wachtenden is op peildatum 1 maart cliënten. Vanaf augustus 2013 is een afname te zien van actief wachtenden, wens wachtenden en slaapwachtenden Aantal PGB-cliënten Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel het aantal cliënten met een V&V indicatie weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te volgen. Tabel pgb op niveau 13

14 Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal ALKMAAR BERGEN NH DEN HELDER DRECHTERLA ND ENKHUIZEN GRAFT-DE RIJP HEERHUGO WAARD HEILOO 1VV 2 4VV 3 4VV 2 HOLLANDS 6VV 1 5VV 5 KROON 4 9 2VV 1 2VV 2 4VV 2 3VV 3 HOORN 5VV 9 4VV 4 8VV 2 5VV 3 Bron: pgb monitor maart VV 5 4VV 1 7VV 1 KOGGENLAN 5VV 2 D VV 1 4VV 2 4VV 1 1 LANGEDIJK 5VV 8 1 4VV 2 5VV 1 5VV 9 1 MEDEMBLIK 6VV 2 5VV 1 7VV 2 1 1VV 1 4VV 1 4VV 3 SCHAGEN 1 5VV 2 4VV 1 6VV 2 SCHERMER 1 8VV 1 5VV 1 TEXEL 9 1 5VV 1 ZK NHN Totaal

15 4.2 Kwalitatieve analyse Wachtlijsten Gedurende het jaar wordt het aanbod van intramurale zorg binnen de regio besproken en geanalyseerd zodat knelpunten tijdig aan het licht komen. Wachtlijstgegevens zijn daarbij een belangrijk meetinstrument. Om te bepalen of er sprake is van knelpunten wordt uitgegaan van de actief wachtenden. Het zorgkantoor gaat ervan uit en ziet erop toe dat AZR betrouwbare en accurate gegevens genereert. Binnen de V&V zijn er per 1 januari 2014 negen actief wachtenden voor opnamen. Het zorgkantoor is er de afgelopen jaren in geslaagd voldoende concrete afspraken te maken over de intramurale capaciteit en alternatieven daarvoor. De ontwikkeling van de wachtlijsten wordt ook gezien als een meetinstrument voor het beleid extramuraliseren in de regio Integrale benadering/specifieke doelgroepen Hieronder staan de specifieke doelgroepen beschreven. Crisisbedden De protocollen dateren van 2012 en voldoen. Er zijn geen signalen bekend dat een crisisopname niet kon plaatsvinden. Hieruit blijkt dat het aantal bedden in de regio Noord-Holland Noord voldoende is. Cliënten zullen langer thuis moeten blijven wonen. Crisissituaties nemen daardoor mogelijk toe. In West-Friesland is in 2013 een nieuw protocol vastgesteld. Alle ketenpartners hebben dit protocol ondertekend en dit functioneert naar wens. Vanuit het ministerie van VWS is een voorstel gedaan om de bekostiging van crisisbedden in 2015 aan te passen. Indien dit voorstel wordt aangenomen zal financiering op basis van feitelijke bezetting en ZZP plaatsvinden. Gemeenten en zorgverzekeraars dienen (een vorm van) spoedzorg te bieden voorafgaand aan de Wlz indicatie. Zodra hierover meer bekend is, zal het zorgkantoor de betrokken aanbieders informeren en indien noodzakelijk aanpassing van het beleid doorvoeren. Palliatief terminale zorg In de regio Noord-Holland Noord zijn tien intramurale ZZP 10 plaatsen en 23 extramurale PTZ (hospice) plaatsen ingekocht. De bezetting van deze plaatsen vertoont soms een onregelmatig beeld. In de regio zijn een aantal nieuwe initiatieven voor het oprichten van een hospice. Per 1 januari 2015 wordt deze zorg niet meer door het zorgkantoor ingekocht en zal verschuiven naar de zorgverzekeringswet. De functie begeleiding blijft, vanwege de relatie met somatiek, gekoppeld aan de functie persoonlijke verzorging en verpleging. Beademingsplaatsen In de regio zijn er geen specifieke plaatsen ingekocht voor intensieve beademing. Afgelopen jaar zijn er problemen geweest met het uitplaatsen vanuit het ziekenhuis van deze cliënten. Na een inventarisatie binnen de regio blijkt er een zorgaanbieder te zijn die hiervoor een goed zorgaanbod heeft ontwikkeld. Een concentratie van deze plaatsen is vanuit kwalitatief en doelmatigheid wenselijk. Parkinson Parkinsoncliënten zijn gebaat bij een goede behandeling. Er zijn inmiddels steeds meer behandelaars die zich specialiseren in deze aandoening. Dit blijkt uit het gegeven dat zij zich hebben aangesloten bij Parkinsonnet Regionale onderwerpen Substitutie naar VPT De verwachting is dat cliënten in toenemende mate gaan kiezen voor VPT (al dan niet in een geclusterde woonsetting). Dit heeft vooral te maken met de mogelijkheid dat de cliënt in zijn of haar eigen omgeving langdurige zorg kan ontvangen. Daarmee blijft dan ook het zo wenselijke mantelzorgsysteem in stand. Voor een toenemende groep cliënten wordt het financieel aantrekkelijker om het VPT arrangement af te nemen in plaats van intramurale zorg. Dit heeft te maken met de eigen bijdragen die gelden voor de Wlz. Voor aanbieders van geclusterd wonen geeft het VPT de mogelijkheid Wlz-zorg aan te bieden. Flexibele inzet capaciteit De toegang tot Wlz wordt beperkt. Dit betekent dat in 2015 minder cliënten aangewezen zullen zijn op Wlz-zorg dan voorheen in de AWBZ het geval was. Tevens heeft de cliënt in de Wlz de keuze uit intramurale zorg, VPT en pgb. Zorgaanbieders doen er daarom goed aan de mogelijkheid te bieden om verblijfscapaciteit flexibel in te zetten. 15

16 Tweepersoonskamers In de regio NHN worden anno 2014 ZZP s ingekocht waarbij cliënten langdurig verblijven op tweepersoonskamers, niet zijnde echtparenkamers. Per 1 januari 2016 zal het zorgkantoor niet langer meerpersoonsappartementen inkopen. Alle appartementen zijn bij voorkeur voorzien van een eigen natte cel. Eventueel mag deze gedeeld worden met een aangrenzend appartement. 4.3 Conclusies Kwaliteit heeft de afgelopen jaren prominent op de agenda gestaan en dan met name met betrekking tot zorginhoudelijke zaken. Daarnaast is gebleken dat de gebruikskwaliteit van enkele verzorging- en verpleeghuizen niet toekomst bestendig zijn. In 2015 richten we ons in dat kader op de afbouw van meerpersoonskamers met en zonder eigen sanitair. 4.4 Inkoopdoelstellingen 1. Continuïteit van zorg voor bestaande klanten ZZP en VPT. In het offerteformat dient de aanbieder inzichtelijk te maken welk volume nodig is om continuïteit van cliënten in zorg te waarborgen. 2. Taakstelling scheiden van wonen en zorg, vertaald in volume. Wij verwachten dat de aanbieder de al ingezette afbouwplannen inzichtelijk maakt in het offerteformat. 3. Creëren van alternatief aanbod inspelend op de keuzevrijheid van cliënten voor ZZP of VPT. Het zorgkantoor wil in gesprek over de mogelijkheden van zorgaanbieders om hier op in te spelen. De zorgaanbieder kan zijn mogelijkheden kenbaar maken in het offerteformat. 4. Integrale benadering (regionale knelpunten) De zorgaanbieder komt in 2015 met partijen uit het veld tot een oplossing voor verbeterd integraal aanbod Wlz-cliënten (zie Duurzaam & Dichtbij 2015) of knelpunten zoals in de conclusie benoemd staan. 5. Innovatie De zorgaanbieder kan in aanmerking komen voor innovatiemiddelen (zie Duurzaam & Dichtbij 2015 en de inkoopsystematiek 2015). Het zorgkantoor ziet het voorstel hiervoor tegemoet in de offerte. Het zorgkantoor streeft ernaar om de in het regionaal inkoopplan opgenomen zorg in 2015 in te kopen. De landelijke regelgeving en de beschikbare financiële ruimte zijn bepalend voor de daadwerkelijke mogelijkheden om de bovenstaande ambitie waar te maken. De financiële ruimte die het zorgkantoor heeft bij de zorginkoop is op dit moment nog niet bekend, en wordt bepaald door de uitwerking van de kaderstelling van het ministerie van VWS. Na de bekendmaking zal het zorgkantoor bepalen of het noodzakelijk is om doelmatigheidsmaatregelen te treffen om voldoende zorg in te kunnen (blijven) kopen in de regio. 16

17 5 Gehandicapten zorg 5.1 Kwantitatieve analyse De Zorgkantoren Coöperatie VGZ hebben een kwantitatieve analyse gemaakt van het gebruik van zorg in de zeven regio s waar wij zorg inkopen. Voor de regio Noord-Holland Noord zijn onderstaand de relevante resultaten van deze analyse benoemd. Voor een uitgebreide vergelijking wordt verwezen naar de VGZ-regiovergelijking 2014 (zie Prevalentie gehandicapten in regio Noord-Holland Noord In deze paragraaf wordt gekeken naar het aantal cliënten dat de regio Noord-Holland Noord in de gehandicaptenzorg heeft en vergelijkt dit met andere regio s. Aantal cliënten met een geldige intramurale indicatie Wanneer wordt gekeken naar het aantal indicaties is te zien dat landelijk het aantal volwassen VG-cliënten met een geldige indicatie tussen 2011 en 2013 met 13% is gestegen, terwijl de toename in de regio Noord-Holland Noord met 16% steeg. In de is landelijk het aantal cliënten in dezelfde periode gestegen met 20%, terwijl het aantal in de regio Noord-Holland Noord met 16% steeg. Een conclusie hieruit is dat het aantal cliënten in de regio Noord-Holland Noord iets meer dan landelijk stijgt. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is dat het hier door het CIZ afgegeven indicaties betreft, wat niet per definitie opgenomen cliënten zijn. In de volgende paragraaf bespreken we het verloop in het aantal cliënten waarvoor declaraties bij VGZ zijn ingediend. Tabel: Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2011, 1 januari 2012 en 1 januari 2013 in Nederland per cliëntgroep. Nederland Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1-jan jan-13 toename t.o.v. 1-jan- 11 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % Regio Noord-Holland-Noord Cliëntgroep 1-jan-11 1-jan-12 toename t.o.v. 1-jan jan-13 toename t.o.v. 1-jan- 11 VG 0-17 jaar % % VG 18 jaar en ouder % % ZG % % % % Bron: CIZ basisrapportages op 3 peildata 17

18 5.1.2 Aantal intramurale plaatsen waarvoor productie is geleverd Zoals in de vorige paragraaf is toegelicht, betekent een indicatie niet automatisch dat deze cliënten ook in zorg zijn genomen. In de onderstaande grafiek is het aantal VG-plaatsen per inwoners in de VGZ regio s weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de regio Noord-Holland Noord, uitgaande van het VGZ-gemiddelde, een gemiddeld aantal VG-cliënten heeft. Daarnaast zien we dat er in 2013 ten opzichte van 2012 een lichte daling te zien is. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de extramuralisering. Bron: productiemonitor dec en dec (productie) en CBS statline (inwoners) VG bedden 2013 VG bedden 2012 Nijm NHN MH WL MBR NOB NML VGZ totaal Bron: productiemonitor dec en dec

19 In de heeft de regio Noord-Holland Noord een relatief (per ) gemiddeld aantal cliënten. Daarnaast zien we dat er in 2013 ten opzichte van 2012 een zeer kleine stijging te zien is. Bron: productiemonitor dec en dec (productie) en CBS statline (inwoners) bedden bedden Nijm NHN MH WL MBR NOB NML Totaal Bron: productiemonitor dec en dec

20 5.1.3 Ontwikkeling in het aantal ZZP s In de onderstaande figuren hebben wij de ontwikkeling in het aantal ZZP s over 2011, 2012 en 2013 weergegeven voor elk van de ZZP pakketten in de VG en de. In de VG is een trend van verzwaring zichtbaar. Het aantal lage ZZP s (VG 1 en 2) is verder afgenomen en is verzwaard naar hogere ZZP s, met name VG06. Daarnaast is te zien dat het aantal ZZP s inclusief behandeling is toegenomen. Aantal ZZP's regio Noord-Holland-Noord NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN 1 VG 1 VG 1 VG 2 VG 2 VG 2 VG 3 VG 3 VG 3 VG 4 VG 4 VG 4 VG 5 VG 5 VG 5 VG 6 VG 6 VG 6 VG 7 VG 7 VG 7 VG 8 VG 8 VG 8 VG EXCL BH INCL BH VERBLIJF Bron: productiemonitor dec. 2011, dec en dec

21 In de is het volgende te zien. Het aantal lage ZZP s ( 1 en 2) is afgenomen en is verschoven naar hogere ZZP s, met name 04. Daarnaast is te zien dat het aantal ZZP s inclusief behandeling licht is gedaald. 80 Aantal ZZP's regio Noord-Holland-Noord NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN NHN EXCL BH INCL BH VERBLIJF Bron: productiemonitor dec. 2011, dec en dec (productie) 21

22 5.1.4 Gemiddelde kosten In de onderstaande grafiek zijn de gemiddelde kosten per unieke cliënt weergegeven voor de VGZ-regio s. In de vorige paragraaf viel te concluderen dat er in de regio Noord-Holland Noord sprake is van zorgverzwaring. Dit resulteert dan ook in een lichte stijging van de gemiddelde kosten voor VG-cliënten. Kijkend naar de regio Noord- Holland Noord valt op dat de gemiddelde kosten voor VG-cliënten minder sterk (0,5%) is gestegen ten opzichte van de totale VGZ-regio s (+1%). NIJM NHN MH WL MBR NOB NML Bron: productiemonitor dec en dec opgegeven financiële prognose 22

23 Voor -cliënten is te zien dat de kosten in de regio Noord-Holland Noord hoger liggen dan in de totale VGZregio s. NIJM NHN MH WL MBR NOB NML Bron: productiemonitor dec en dec opgegeven financiële prognose 23

24 5.1.5 Mixverhouding ZZP s In de vorige paragraaf zijn de regioverschillen in kosten geanalyseerd. Een verklaring voor de verschillen tussen de gemiddelde kosten per plaats kan liggen in de ZZP-mixverhouding van de regio Noord-Holland Noord ten opzichte van de totale VGZ-regio s. Kijkend naar de mixverhouding VG zien we dat de regio Noord-Holland Noord in vergelijking met de totale VGZ-regio s relatief een iets zwaardere ZZP-mixverhouding heeft. Daarnaast is ook te zien dat er voor 2014 ten opzichte van 2013 een verschuiving van lichte naar zware ZZP s te zien is. Deze verschuiving licht in de lijn met de totale VGZ-zorgkantoorregio s. Voor de is te zien dat de regio Noord-Holland Noord in vergelijking met de totale VGZ regio s een zwaardere ZZP mixverhouding heeft. Daarnaast is ook te zien dat er ten opzichte van 2013 een verschuiving naar lichtere ZZP s te zien is. Deze verschuiving wijkt af van de overige VGZ-zorgkantoorregio s. NHN VGZ totaal Rijlabels VPT 11% 12% 2% 3% 1 1% 1% 0% 0% 2 3% 4% 1% 1% 3 0% 0% 0% 0% 4 4% 5% 1% 1% 5 1% 1% 0% 0% 6 0% 0% 0% 0% 7 1% 0% 0% 0% ZZP 89% 88% 98% 97% 1 1% 1% 5% 4% 2 12% 12% 19% 19% 3 5% 5% 5% 7% 4 22% 22% 34% 33% 5 3% 3% 6% 5% 6 14% 14% 19% 20% 7 31% 30% 10% 10% Bron: afspraken budgetformulieren 2013 en

25 NHN VGZ Totaal Rijlabels VPT 3% 4% 1% 1% 1 VG 1% 1% 0% 0% 2 VG 1% 1% 0% 0% 3 VG 1% 1% 0% 0% 4 VG 0% 1% 0% 0% 5 VG 0% 0% 0% 0% 6 VG 0% 1% 0% 0% 7 VG 0% 0% 0% 0% ZZP 97% 96% 99% 99% 1 VG 2% 2% 2% 1% 2 VG 8% 8% 8% 7% 3 VG 16% 15% 21% 21% 4 VG 13% 12% 14% 14% 5 VG 12% 12% 12% 12% 6 VG 22% 23% 19% 20% 7 VG 16% 17% 16% 16% 8 VG 7% 8% 8% 8% Bron: afspraken budgetformulieren 2013 en

26 5.1.6 PGB budgethouders met intramurale indicaties Om een beeld te krijgen bij het aantal cliënten met een intramurale indicatie die dit verzilveren via pgb hebben wij in de onderstaande tabel hebben wij het aantal cliënten met een VG of weergegeven. Het zorgkantoor is voornemens de ontwikkeling van PGB s binnen de Wlz de komende jaren te volgen. Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal ALKMAAR 2 2 DEN HELDER 1VG 1 2LVG VG 7 2VG VG 9 3LVG 1 4LVG 1 3VG 9 4VG VG 2 4VG VG 3 6VG VG 14 7VG 2 7VG 1 8VG 4 8VG 6 ZZPX 1 DRECHTERLA ND 48 1VG VG 1 BERGEN NH 2LVG 1 3VG 4 2VG 3 4VG 3 3VG 3 5VG 1 4VG 6 6VG 6 4ZGvis 2 7VG VG 1 5VG 2 5ZGvis 1 ENKHUIZEN 1VG VG 4 6VG 3 3VG ZGaud 1 8VG 1 4VG VG 7 GRAFT-DE RIJP ZZPX Gemeente ZZP Aantal Gemeente ZZP Aantal HEERHUGOW AARD 1VG 1 HOORN 1VG LVG 1 2VG 5 2VG VG 8 3LVG VG 9 4VG VG 6 5VG 2 5VG 1 6VG VG 1 6VG 5 HEILOO 2VG 1 HOLLANDS KROON 28 8VG KOGGENLAND 2VG 1 3VG 2 3LVG 1 3ZGvis 1 3VG VG 1 4VG 2 5VG 3 6VG VG 4 2VG 1 7VG VG 1 3VG LANGEDIJK 3VG 5 4VG VG 6 5VG 9 5VG VG 7 6VG VG 3 8VG VG 1 2 Bron: pgb monitor maart

27 Gemeente ZZP Aantal SCHERMER 2VG 1 MEDEMBLIK 2 1 3VG 2 2VG 2 4ZGaud 1 2ZGvis VG 6 STEDE BROEC 2VG 1 4VG 1 3VG VG 2 4VG VG 3 6VG 10 6VG 2 7VG 2 7VG 2 8VG 3 8VG 1 ZZPX TEXEL 3VG 4 OPMEER 3VG VG SCHAGEN 1VG 1 6VG 3 2VG 1 3VG 2 4VG VG VG

28 5.1.7 Wachtenden In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van de wachtlijsten besproken. De ontwikkeling is dat de totale wachtlijsten voor de regio Noord-Holland Noord zijn afgenomen. Dit geldt alleen voor de actief wachtenden maar nauwelijks voor de wenswachtenden en slaapwachtenden. Het lage aantal actief wachtenden in de regio Noord-Holland Noord geeft geen aanleiding tot extra inkoopdoelstellingen. Wel het aantal wenswachtenden. Bij het aantal wenswachtenden is een groep cliënten die wachten op uitbreiding- en/of nieuwbouwinitiatieven van aanbieders. Tabel: Wachtlijsten gehandicaptenzorg 2013 en 2014 Awi AW WW Totaal Zorgkantoorregio Nijmegen Waardenland Midden Holland Midden Brabant Noordoost Brabant Noord en Midden Limburg Noord Holland Noord totaal Bron: AZR peildatum en 2014 Definities wachtlijststatus (CVZ): AWi = Actief wachtend initieel (administratieve registratie) AW= actief wachtend; cliënt wil toegewezen zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil); WW= Wenswachtend; status die aangeeft dat de cliënt de toegewezen zorg wil ontvangen van de voorkeuraanbieder (wachtend op eigen verzoek). 28

29 5.2 Kwalitatieve analyse: In de vorige paragrafen hebben we de regio Noord-Holland Noord geanalyseerd door middel van regiovergelijking in cijfers. In dit hoofdstuk bespreken we enkele beleidsthema s en doelgroepen om zodoende regionale ontwikkeldoelen te bepalen Integrale Zorg LVG Ten behoeve van de LVG-cliënten worden aanbieders beoordeeld op hun bijdrage aan een betere samenwerking en organisatie van de zorg voor LVG-cliënten en van zorg die meer aansluit bij de behoeften en wensen van deze groep; Daarnaast wordt gezien de leeftijdsknip bij 18 jaar de afstemming tussen de Wlz en de lijke jeugdzorg belangrijk. Meerzorg Wlz-cliënten die meer zorg nodig hebben dan op basis van het geïndiceerde zorgzwaarte pakket bekostiging mogelijk is, kunnen in aanmerking komen voor een aanvulling op het ZZP-budget. Deze aanvulling op het ZZP-budget is de toeslag Meerzorg. De toeslag Meerzorg kan worden toegekend voor een korte periode van drie maanden (verkorte procedure) of voor langere tijd (één jaar of meer). Met ingang van 2014 vallen de Meerzorggelden onder de regionale contracteerruimte. De Zorgkantoren Coöperatie VGZ willen, gelet op het nog steeds toenemende beroep dat wordt gedaan op de Meerzorg regeling en de bezuinigingen die worden toegepast op de reguliere contracteerruimten, zich graag houden aan de hoogte van deze geoormerkte middelen. Echter, zorgkantoren hebben de aanspraak op Meerzorg niet in de hand. Een aanvraag tot Meerzorg wordt inhoudelijk getoetst door het CCE en een positief CCE advies wordt door zorgkantoren nageleefd. Hier ontstaat een spanning tussen de beschikbare middelen enerzijds, en het recht op (meer)zorg anderzijds. Met het onderbrengen van de Meerzorgmiddelen onder de contracteerruimte heeft VWS willen bereiken dat op regionaal niveau overleg plaatsvindt tussen aanbieders, zorgkantoor en CCE over cliënten met zeer complexe problematiek. Het zorgkantoor kan dan een integrale afweging maken welke zorg nodig is voor cliënten met complexe zorgvragen en die recht hebben op Meerzorg. Dit schept betere randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend zorgaanbod, dat het beste aansluit bij de behoefte van de cliënt. VGZ zorgkantoren zien de noodzaak om de kosten te beteugelen vanuit de inhoud, en gaan in gesprek met aanbieders. In 2014 is het zorgkantoor in gesprek gegaan met de Meerzorgaanbieders in de regio om te komen tot een meer doelmatige invulling van de Meerzorggelden in de regio Noord-Holland Noord. Doel is dat de geoormerkte middelen beschikbaar blijven voor die cliënten waarvoor ze bedoeld zijn. Daarnaast willen wij in samenspraak met de aanbieders kijken hoe de gemaximeerde Meerzorggelden over de cliënten worden verdeeld. Voor 2015 wil het zorgkantoor hierover verdere werkafspraken maken met de aanbieders Crisiszorg Het zorgkantoor wil de crisisregelingen doelmatig inkopen. Het is van belang dat er een regionale dekking is en optimaal gebruik gemaakt wordt van de verschillende mogelijkheden. Crisiszorg is kortdurend en vraagt vaak een specifieke expertise. Uit de bezetting van de crisisplaatsen in het afgelopen jaar blijkt dat het aantal crisisplaatsen in de regio Noord-Holland Noord voldoende lijkt te zijn. Voor 2015 zijn de speerpunten ten aanzien van crisiszorg: Eventuele afbouw van niet-benutte bedden; Investering in de terugkeer naar huis na de crisisperiode; Bevorderen van ambulante vormen van crisiszorg en methoden ter voorkoming van crisiszorg. N.B. Vanwege de decentralisatie van begeleiding koopt het zorgkantoor niet meer (volledig) extramurale zorg in functies en klassen. Aanbieders dienen hier rekening mee te houden; De laatste tijd is er vraag naar crisisplaatsen (in een besloten omgeving) en met inbreng van psychiatrische expertise. Het zorgkantoor zal voor 2015 de huidige capaciteit voor crisisopvang continueren. De crisisopvang is geregeld via het Meldpunt Acute Zorg. Binnen de huidige crisisopvang is ook de crisisopvang voor LVG-cliënten geregeld. Ook is er aansluiting via het meldpunt met de psychiatrie. Voor 2015 wordt er naar gestreefd om dit in opdracht van de n te continueren na de overgang (deels) van deze zorg naar de n. 29

30 5.2.3 Integrale benadering. Ouder wordende VG-cliënten en palliatieve zorg in de GHZ Ook onder mensen met een verstandelijke beperking komt dementie voor. Vaak begint dit al in een vroeger stadium dan gebruikelijk. Wij willen graag dat instellingen gebruik maken van de kennis binnen netwerkstructuren en casemanagers in de regio. Met het ouder worden van de klanten in de gehandicaptenzorg, zal ook vaker sprake moeten zijn van zorg tijdens de laatste levensfase van een bewoner. Deze zorg is anders als het mensen met een verstandelijke beperking betreft. Zij kunnen onder meer moeite hebben met het adequaat aangeven van lichamelijke klachten, gebrek hebben aan inzicht in hun ziekte en de (consequenties van de) behandelmogelijkheden, of door hun lager ontwikkelingsniveau anders omgaan met het ziekte- en stervensproces. Vanouds is deze kennis breder aanwezig in de Verpleging & Verzorging Het zorgkantoor wil in de offerte van de zorgaanbieder graag inzicht krijgen in (samenwerkings)initiatieven van aanbieders om gezamenlijk vanuit de expertise op het gebied van dementie in de regio te komen tot deskundigheidsverbetering op dit terrein wat aansluit bij mensen met een verstandelijke beperking. Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel zijn in twee groepen te onderscheiden: NAH als gevolg van een trauma (externe oorzaak) zoals een val of ongeval; NAH door interne oorzaak (intern trauma) zoals TIA of beroerte. Mensen met NAH doen een beroep op zorg van thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en instellingen voor lichamelijk gehandicapten. In het bijzonder NAH-cliënten, waarbij naast een lichamelijke beperking als gevolg van het hersenletsel ook sprake is van gedragsproblematiek, vragen om een specifiek zorgaanbod. Dit aanbod vertaalt zich naar een zo normaal mogelijke woonomgeving waarbij specialistische zorg kan worden geboden, vooral gericht op de gedragsproblematiek. De zorgvraag naar dergelijke gespecialiseerde voorzieningen wordt steeds explicieter. Hierbij is de vraag niet alleen afkomstig van NAH-cliënten die gebruikmaken van de bestaande voorzieningen voor lichamelijk gehandicapten, maar ook van NAH-cliënten die op dit moment zorg krijgen binnen de GGZ (behandeling van NAH) en V&V (verzorging van NAH). In zijn algemeenheid kent de zorg voor klanten met NAH een aantal knelpunten dat ervoor zorgt dat zorgverlening en ondersteuning doelmatiger kan. De zorgketen wordt vaak gekenmerkt door een aantal stappen (bijvoorbeeld ziekenhuis, revalidatiecentrum) die niet altijd vlekkeloos op elkaar aansluiten. Vooral bij de overgang tussen de acute, behandel- en chronische fase. Vaak worden de symptomen van NAH niet tijdig onderkend en is er sprake van onvoldoende beschikbaarheid van professionele zorg en ondersteuning. Vooruitlopend op een integrale benadering van de keten vanuit Wmo, Zorgverzekeringswet en Wlz willen wij alvast komen tot een adequaat aanbod bij vroegsignalering, zorg en ondersteuning in de chronische fase. Met de decentralisatie naar de Wmo kopen zorgkantoren een kleiner deel van de zorgketen voor NAH in dan voorheen. Echter, voor deze doelgroep wordt verwacht dat het volgende zorgaanbod binnen de zorgketen aangeboden wordt binnen het Wlz-kader: Vervolledigen en verbeteren van de keten van de postacute fase tot de reïntegratiefase voor klanten met NAH; Zorgen dat er voldoende aanbod is om te voldoen aan de behoefte aan adequate verblijfsmogelijkheden met begeleiding gevolgd door een traject gericht op zelfstandig deelnemen aan de samenleving. Deze zelfstandigheidstraining krijgt vorm op basis van (tijdelijk) verblijf voor maximaal twee tot drie jaar; Naar voren brengen van kennis en expertise in de lijn (huisartsen, onderwijs, consultatiebureaus, Centra Jeugd en Gezin). Hierdoor kan vroegtijdig ingespeeld worden op een zorgvraag die gelieerd is aan NAH. Verdere Integratie van het zorgaanbod met pilot VVI is hiervoor het een instrument. Voor de NAH-doelgroep is er een toenemende vraag naar zelfstandigheidtrainingen om een terugkeer in de maatschappij goed mogelijk te maken. De vraag richt zich op een keten van wonen, dagbesteding en vervolgzorg in de thuissituatie. Doel hierbij is op termijn met ondersteuning zelfstandig te kunnen wonen. 30

31 5.3 Conclusie Voor 2015 staat binnen de Wlz de continuïteit van zorg voor bestaande klanten centraal. Daarnaast zullen we voortgaan met de (natuurlijke) afbouw van verblijfsplaatsen in het kader van extramuralisering van de zorg. Verder zal mogelijk op basis van wachtlijstgegevens nieuw aanbod worden ontwikkeld, indien mogelijk in de vorm van VPT-plaatsen.In tegenstelling tot het aantal actiefwachtenden dat bescheiden is, is de wachtlijst voor wenswachtenden nog fors. Daarnaast zal 2015 in het teken staan van het beheersen van de zorgkosten, zowel voor de Meerzorg alsmede voor zorgverzwaring. We verwachten van aanbieders dat zij de doelmatigheid in het oog houden en de zorgvraag van cliënten op een passende manier beantwoorden.we zullen het traject met aanbieders voortzetten om te komen tot een optimalisering en maximalisering van de uitgaven voor Meerzorg. Verder willen we de zorgzwaartemix blijven monitoren. 31