Zajoncs sociale activeringshypothese (P.12)
|
|
- Saskia de Valk
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Sociale psychologie: Overzichten verschillende hypotheses en theorieën Zajoncs sociale activeringshypothese (P.12) Inductieve opbouw van de hypothese Een gemeenschappelijke noemer in facilitatie en inhibitie - Zajonc nam als hypothese dat moeilijke taken geïnhibeerd en makkelijke taken gafaciliteerd worden door aanwezigheid van passief/ of coactief publiek. => sociale facilitatie treedt vooral op bij gedragingen die voor de deelnemer/ proefdier relatief gemakkelijk waren toen ze uitgebracht moesten worden. => zodra leergedrag ontogenetisch verworven is of een plafond bereikt heeft spreken we van performantie. => sociale belemmering hangt vooral samen met leergedrag, sociale facilitatie met performantie. De rol van de dominante respons - de graad van de responscompetitie zal de latentie van de uiteindelijk uitgebrachte respons beïnvloeden. => verwerven of leren van nieuwe gedragingen beschouwen we als een verschuiving van de responshiërarchie van verkeerde naar juiste dominante responsen: Bij de aanvang van het leren zijn de juiste responsen nog niet verworven en is de kans op hun uitbreking laag. Het zijn de verkeerde responsen die dominant zijn. => belemmering komt dus neer op het maken van meer fouten. => facilitatie komt neer op het uitbrengen van meet juiste reponsen. Omdat sociale aanwezigheid leidt tot meer foute responsen bij leergedrag (belemmering) en tot meer juiste responsen bij performantie (facilitatie) en omdat bij leergedrag de foute responsen en bij performantie de juiste responsen dominant zijn, kunnen we sociale belemmering en sociale facilitatie toeschrijven op één psychologisch effect : toename van de uitbrenging van de dominante respons. rol van de fysische opwinding - niet gerichte kracht kunnen we beschouwen als algemene bron van activering of opwinding, die meer energie verschaft aan de meest klaarliggende responsen in een gegeven situatie. => bloot sociale aanwezigheid heeft een niet gericht, algemeen activerend effect op het uitbrengen van de dominante respons. Bloot sociale aanwezigheid van zowel passief toekijkend, als coactief publiek, leidt tot een verhoging van niet gerichte activering. De verhoogde sociale activering leidt tot verhoging van de uitbrengingsprobabilteit van dominante responsen. Als juiste responsen dominant
2 zijn, zoals bij makkelijke taken of performantie, dan leidt dit tot sociale facilitatie van gedrag. Als verkeerde responsen dominant zijn, zoals bij moeilijke taken of leergedrag, dan leidt dit tot sociale belemmering. Klassieke conditionering als bron van stimuluscontrole (P. 41) Basisprincipes Een neutrale prikkel wordt herhaaldelijk aangeboden met een onvoorwaardelijke prikkel Bij begin van het proces: - onvoorwaardelijke prikkel: heeft stimuluscontrole - neutrale prikkel: heeft geen stimuluscontrole Doordat de twee prikkels samen optreden is het mogelijk dat de oorspronkelijk neutrale prikkel op den duur gaat reageren, een reactie gaat uitlokken, die vaak lijkt op de respons die door de onvoorwaardelijke prikkel werd uitgelokt. - alleen de neutrale prikkel wordt nu aangeboden - onvoorwaardelijke prikkel wordt weggelaten - individu reageert - de uitgelokte reactie is dan de voorwaardelijke respons Experiment schokkende stadsnamen Blijkt mogelijk om mensen te leren reageren op iets wat oorspronkelijk volkomen neutraal is, alsof het om iets vervelends gaat. Bovendien gaan ze dan ook aan prikkelveralgemening doen. Wat leren we bij klassieke conditionering Oorspronkelijke neutrale prikkels gaan soms een reactie uitlokken die onmiskenbaar veroorzaakt wordt door het samen gaan van een prikkel met de onvoorwaardelijke prikkel, maar waarbij de aldus ontstane reactie niets gemeenschappelijks blijkt te hebben met de onvoorwaardelijke reactie. - individu leert om verband te leggen tussen voorwaardelijke prikkel en onvoorwaardelijke prikkel (niet tussen voorwaardelijke prikkel en voorwaardelijke respons). Signaalleren: voorspellen van belangrijke want betekenisvolle gebeurtenissen aan de hand van op zich minder belangrijke neutrale gebeurtenissen. - voorwaardelijke prikkel krijgt stimuluscontrole over de voorwaardelijke respons doordat het individu leert dat er een samenhang geldt tussen de voorwaardelijke prikkel en de
3 onvoorwaardelijke prikkel. Evaluatief leren: (evaluatieve conditionering) Een neutrale prikkel gaat de onvoorwaardelijke prikkel niet voorspellen, maar raakt beladen met de evaluatieve waarden van de onvoorwaardelijke prikkel. - Oorspronkelijk neutrale prikkels gaan door een proces van klassieke conditionering stimuluscontrole krijgen over de evaluatieve gedragingen. - attitudes zouden via klassieke conditionering veranderd kunnen worden. Samengevat: bij klassieke conditionering leren we een gedrag te vertonen als reactie op een andere prikkel dan de prikkel die het gedrag in het begin van het leerproces uitlokte: Een oorspronkelijk neutrale prikkel krijgt stimuluscontrole over het gedrag. Operante of instrumentele conditionering (P. 50) Basisprincipes Uitbrengen van gedragingen die al tot het gedragsrepertoire behoren worden beïnvloed. - Het gaat om gedragingen die voorkomen uit het initiatief van de handelende persoon (= operante gedragingen) - Bovendien verwerven veranderingen in de situatie die op het gedrag volgen controle over het gedrag. (Van deze prikkel zeggen we dat hij versterkingscontrole uitoefent op het gedrag) We spreken van instrumentele conditionering als de kans dat de snelheid of intensiteit en/of frequentie waarmee een bepaald gedrag in de toekomst wordt vertoond verandert in functie van de verandering in de situatie die op het gedrag volgen. Het is mogelijk dat de veranderingen niet echt op onder controle staan van de operant, maar dat ze er contingent mee optreden, waardoor ze een gevolg van de operant lijken en het uitbrengen van de operant beïnvloedt. Als de veranderingen in de situatie die op het gedrag volgen aangenaam zijn voor het individu neemt het gedrag toe => positieve of negatieve versterkers Als de veranderingen in de situatie die op het gedrag volgen onaangenaam zijn voor het individu neemt het gedrag af => straf Bij instrumentele conditionering is er geen prikkel die het gedrag reflexmatig uitlokt. Als niet onder alle omstandigheden na het gedrag een bepaald gevolg optreedt: - discriminatieve prikkel (SD) - S Delta
4 Bij instrumentele conditionering leren we dat er een verband bestaat tussen het eigen gedrag en de op dat gedrag volgende verandering in de omgeving. Leon Festingers theorie van de sociale vergelijking (P.87) Oorspronkelijk ontwikkelde Festinger zijn theorie van de sociale vergelijking om een verklaring te bieden voor sociale beïnvloeding in groepen. Hoofdlijnen van de theorie Basishypothese is dat mensen ernaar streven om hun meningen en vaardigheden te evalueren. - in eerste instantie streven mensen naar een evaluatie op grond van een objectieve standaard. - in gevallen waarin er geen objectieve standaard bestaat of waarin er maar een gedeeltelijke evaluatie van de eigen meningen of vaardigheden toelaat, evalueren mensen hun meningen en vaardigheden door ze te vergelijken met meningen en vaardigheden van anderen. => een goede mening is dan een mening die door veel anderen wordt gedeeld. => een goede score op een vaardigheid is een score die hoger ligt dan de anderen. Een vergelijking van de eigen meningen en vaardigheden met die van een ander levert echter maar bruikbare informatie op, als die vergelijkingsander echt als vergelijkbaar wordt waargenomen. - als mensen kunnen kiezen met wie ze zich vergelijken, kiezen ze op grond van het voorafgaande iemand waarvan ze denken dat die op het vlak van de relevante mening of vaardigheid dicht bij henzelf aansluit. Als een proces van sociale vergelijking in een groep leidt tot de vaststelling dat de meningen en vaardigheden van anderen verschillen van de eigen meningen en vaardigheden, activeert dit een tendens om het verschil tussen zichzelf en anderen de verminderen. - door eigen meningen en vaardigheden te veranderen - door meningen en vaardigheden van anderen te veranderen - door groepsleden die het verst van henzelf af staan op de relevante dimensies, uitsluiten als relevante vergelijkingspersoon en zich alleen nog met een subgroep van de oorspronkelijke groep vergelijken. => degenen die in vergelijking met anderen een relatief extreme positie innemen, zullen vooral geneigd zijn om de eigen positie te veranderen. Degenen die in vergelijking met de anderen en modale positie innemen, zullen vooral geneigd zijn om te trachten de andere te veranderen. Wie vaststelt dat de groep onderling zeer verschillend is of wie werkelijk zeer verschilt van de doorsnee groepslid, zal de neiging hebben om deze groep te herdefiniëren.
5 Bij meningen geldt zoals gezegd hoe meer gelijkgestemden, hoe beter de mening. Tegelijk is er een tendens om het verschil tussen zichzelf en anderen te verkleinen. Dit leidt tot een ongecompliceerd streven naar uniformiteit. Bij vaardigheden streven mensen er daardoor naar om net iets beter te zijn dan de vergelijkingsanderen, maar niet om zover mogelijk boven die anderen uit te steken. Is sociale vergelijking nog algemener dan Leon Festinger dacht? Een veronderstelling van de theorie van de sociale vergelijking is dat mensen zicht alleen met anderen vergelijken als ze hun meningen, vaardigheden, affectieve toestanden, niet anders kunnen evalueren, en alleen als er vergelijkbare anderen voorhanden zijn. - Dit impliceert dat sociale vergelijking een proces is dat optreedt als we er bewust voor kiezen. Andere hypothese: Sociale vergelijking is veeleer een spontaan proces dat altijd en overal optreedt als we ons bv een indruk willen vormen over onze vaardigheden. - Deze uitkomsten zouden we dan vervolgens onderdrukken, misschien in de manier waarop we ons beschrijven, maar zeker in de manier waarop we ons beschrijven tegen anderen, als we ons realiseren dat ze toch niet zo informatief is. => op het eerste gezicht leiden ze tot dezelfde predicties, namelijk dat mensen zich niet vergelijken met niet vergelijkbare mensen. - De theorie van de sociale vergelijking zegt dat er geen vergelijking plaats vindt. - De hypothese impliceert dat die eerst plaats vindt en vervolgens ongedaan wordt gemaakt. => Een cognitieve bewerking ongedaan maken vergt meer aandacht dan ze gewoonweg niet uit te voeren. => Het ongedaan maken van coverte gedragingen gebeurt zelden perfect. Als sociale vergelijking prettige (onprettige) uitkomsten oplevert kan dat tot positief (negatief) affect leiden, dat meetbaar aanwezig blijft, ook als iemand beweert zich niet vergeleken te hebben of als hij of zij een oordeel uitbrengt waarin die sociale vergelijking geen rol lijkt te spelen. Uit experimenten kunnen we afleiden dat sociale vergelijking ook optreedt ten opzicht van onvergelijkbare anderen, maar dat we deze sociale vergelijking ongedaan maken als we daar voldoende cognitieve capaciteit voor hebben en zelfs dan nog onvolledig. We kunnen in meer omstandigheden beïnvloed worden door het gedrag van anderen dan de oorspronkelijke theorie suggereerde.
6 Theorie van de primitieve emotionele besmetting (P.117) Met primitieve emotionele besmetting bedoelt Elaine Hatfield: Een emotionele aansteking die zo basaal is, dat hogere cognitieve processen zoals bewuste sociale vergelijking of redeneringen over de emoties en cognities van de ander daarvoor niet nodig zijn. - We imiteren automatisch en onbewust het gedrag van de ander(en) inclusief hun expressieve gedrag - Ons expressieve gedrag beïnvloedt onze subjectieve beleving. => We nemen emoties van elkaar over doordat ons gedrag onze subjectieve beleving van emoties beïnvloed en doordat dit gedrag voor een deel een onbewuste en automatische imitatie is van het emotioneel expressieve gedrag van de ander. => Als de imitatie onbewust gebeurt, hoeven mensen niet eens te beseffen dat er veranderingen zijn opgetreden in hun emotionele toestand. De responscompetitie hypothese (P. 151) Verschillende componenten van een prikkel kunnen reeds verworven responstendensen activeren. Vaak zijn de responsen die de verschillende componenten van deze prikkel oproepen echter incompatibel met elkaar, zodat er responscompetitie ontstaat. - responscompetitie gaat gepaard met aversieve opwinding of spanning. (2 effecten als gevolg) => nieuwe prikkel wordt ongunstig beoordeeld => motiveert individu om nieuwe prikkel te verkennen Responscompetitie gaat afnemen bij herhaald contact omdat een respons of een categorie van responsen geleidelijk aan dominant wordt. - onaangename spanning neemt af - aantrekkelijkheid van de frequenter aangeboden prikkel Herhaald contact leidt tot daling van responscompetitie Herhaald contact leidt tot daling van opwinding Een daling van responscompetitie leidt tot een positievere evaluatie van dezelfde prikkel Festingers Cognitieve dissonantie theorie (P.206) De groepsdynamicus Leon Festinger had rond 1950 de ambitie om een theoretische synthese te maken van de experimentele literatuur over sociale communicatie en sociale beïnvloeding. - Veel beïnvloedingsverschijnselen worden in belangrijke mate mee bepaald door intrapersoonlijke psychologische processen.
7 => de psychologische individualisering van massa -, groep of sociale verschijnselen heeft Festinger eerst uitgewerkt in zijn sociale vergelijkingstheorie en vervolgens in zijn cognitieve dissonantietheorie. Cognitieve dissonantie en dissonantiereductie De afhankelijke variabele had telkens te maken met positief of negatief tegenover een object. - gunstigheid of ongunstigheid van de private attitude tegenover een object werd gemeten. In elke conditie was er een moment waarop de deelnemer zich door zijn eigen publiek en vrijwillig uitgebrachte gedrag in een bepaalde evaluatieve richting inzette. De onafhankelijke variabelen verschilden nogal: - toch waren de onafhankelijke variabelen in alle experimenten operationaliseringen of concrete manieren om het effect van eenzelfde theoretische variabele te bestuderen. => ze aan eenzelfde factor cognitieve dissonantie op verschillende manieren oproepen. 9 onderstellingen die te maken hebben met wat cognitieve dissonantie is: 1. De basishypothese van Festingers theorie: cognitieve dissonantie is aversief en motiveert mensen om ze te reduceren of te elimineren, om een toename ervan te vermijden. 2. Cognitieve dissonantie verwijst naar een soort relatie tussen twee cognitieve elementen. Er zijn dissonante, consonante, en irrelevante relaties. 3. Twee cognitieve elementen x en y zijn dissonant of hebben een dissonante relatie als van deze apart genomen elementen verwacht kan worden dat uit het ene het tegengestelde van het andere voortvloeit. 4. X en y zijn consonant als x volgt uit y of y volgt uit x 5. Twee elementen zijn irrelevant of hebben een irrelevante relatie als de relatie noch dissonant, noch consonant is. 6. Omdat gedragingen psychologisch gezien worden als volgend uit de attitude, horen cognities over het gedrag te volgen uit cognities over de attitude. Als deze cognities dissonant zijn, zal er een druk tot dissonantiereductie ontstaan. 7. Dissonantie en consonantie zijn geen alles of niets relaties. Beiden variëren in grootte. De grootte van de dissonantie of consonantie tussen twee cognitieve elementen hangt af van het belang van deze elementen. 8. Elk element kan ook dissonante of consonante relaties hebben met andere cognitieve elementen van het individu, zodat we het kunnen hebben over groepen of clusters rond de elementen a en b. De grootte van de dissonantie tussen a en b hangt niet alleen af van het belang van a en b, maar ook van de gewogen proportie dissonante relaties in het geheel van de relevante relaties binnen en tussen de clusters a en b. We gebruiken de term totale dissonantie
8 om te verwijzen naar de dissonantie van het hele cognitieve systeem dat betrekking heeft op de clusters a en b. 9. Hoe talrijker en/of belangrijker de consonante relaties met element a of b, hoe kleiner de totale dissonantie van het cognitieve evenwichtssysteem voor a en b. Dissonantiereductie: - Dissonantiereductie veronderstelt dat de dissonante relaties tussen a en b minder dissonant of meer consonant worden. Dit kan door: => de kwaliteit van een cognitief element te veranderen => cognitieve elementen toevoegen die consonant zijn met elementen a en/of b. => het belang van a en/of b verminderen. - De weerstand of het bestand zijn tegen verandering van een cognitief element hangt af van de weerstand van de realiteit waarop de cognitie betrekking heeft. => Een cognitief element wijzigen veronderstelt een verandering in de interne of externe realiteit waarop het element slaat. => Binnen de categorie van de gedragcognities zijn cognities over publiek uitgebrachte gedrag meer bestand tegen verandering dan cognities over private overtuigingen, gevoelens of verlangens. Omdat de private realiteit van eigen attitudes zich makkelijker leent tot wijziging dan onherroepelijk gesteld open gedrag, worden cognities over attitudes doorgaans beschouwd als meer veranderbaar dan vele andere cognities. - de maximale druk van de dissonantie met betrekking tot de elementen a en b is in principe gelijk aan de weerstand tegen verandering van het minst bestendige element. Als dissonantiereductie gemakkelijker gebeurt via verandering van de attitudecognitie dan de cognitie over het (open) gedrag, treedt er meer attitudeverandering op naarmate de totale dissonantie groter is. De richting van de voorspelde attitude is zo, dat de veranderde attitude cognitie meer consonant (of minder dissonant) wordt met de gedragscognitie. Agentic Shift theorie (P. 289) Waarom blinde gehoorzaamheid? De Agentic Shift : van autonoom handelen naar het uitvoeren van bevelen Volgens Milgram kan een mens functioneren als autonoom individu én als uitvoerder van opdrachten van anderen.
9 Autonomie is het uitgangspunt - deze kan plots opslaan (shift) naar een toestand van uitvoerder (agent) Subjectief: een persoon die overschakelt naar de uitvoerderrol zal zich opstellen door zich te laten beïnvloeden. Gevolgen van de Agentic shift - je ziet jezelf niet langer als verantwoordelijk voor de daden. - je ziet jezelf als instrument in de handen van het gezag. De Agentic shift komt tot uiting in: - aanvaarden dat je voor je gedrag als uitvoerder verantwoording verschuldigd bent aan het gezag. - je hoeft je niet aansprakelijk te voelen voor het uitvoeren van wat de meerdere beveelt. Een individu heeft keuze om zich als autonoom handelend individu of als uitvoerder te beschouwen, maar de omschakeling in bepaalde omstandigheden zijn onweerstaanbaar en onomkeerbaar. - gevolgen hangen samen met ontwikkeling van attitudes over discipline, plicht en loyaliteit of trouw aan gezag. Sommige prikkels worden discriminatieve prikkels voor de contigentie tussen een uitvoerderrol vervullen en versterkers krijgen en straffen vermijden, zodat ze prikkelcontrole krijgen op the Agentic shift. Kritische analyse op de theorie: De theorie is niet deductief getoetst. - inductieve poging om eenheid te brengen in vastgestelde effecten. - semantische/ tautologische descriptie van het verschijnsel. Als Milgram onderstelt dat de autonomic state kan omslaan in de Agentic state kan onafhankelijk gedrag omslaan in afhankelijk gedrag. Belangrijkste effect was dat de deelnemers elke verantwoordelijkheid van hun afschoven. Waarom dan die stress bij de deelnemers? Na het onderzoek was duidelijk dat: - minder verantwoordelijkheid werd afgewenteld op de proefleider (geen verschil tussen opstandige en gehoorzame deelnemers). - opstandige deelnemers: meer verantwoordelijkheid bij hun eigen. - gehoorzame deelnemers: meer verantwoordelijkheid bij de leerling.
10 De sociale beïnvloeding van de deelnemer varieerde door zovel de proefleider als de leerling van almacht naar onmacht. Waarom zouden de deelnemers minder uitvoerder of agent worden als de proefleider via de telefoon zijn aansporingen formuleerde dan als hij fysiek aanwezig was? General aggression model (P. 346) Allerlei factoren kunnen via 3 processen of routes agressie uitlokken of versterken. - door het toegankelijk maken van agressieve gedachten - door het opwekken/versterken van agressiegerelateerde affectieve toestanden - door het verhogen van fysiologische arousal => een individu neemt een gedragssituatie waar en kan deze interpreteren als een bedreiging. => individu kan dan agressie beschouwen als de gepaste reactie. Omdat elk proces agressief gedrag op verschillende manieren beïnvloed, heeft het pad waarlangs een factor agressie beïnvloed implicaties voor de omstandigheden waarin de invloed optreedt en voor de richting ervan. - Als een factor fysiologische arousal verhoogt, valt te verwachten dat hij tot meer agressie leidt, in situaties waarin agressie responsen dominant zijn. - Als een factor de toegankelijkheid van agressieve gedachten verhoogt, zal hij tot agressie leiden in ambigue gedragssituaties waarvan de interpretatie van een situatie mee afhang van de gedachten die op dat ogenblijk bij de potentiële agressor voor de hand liggen. - Als een factor agressieve gevoelens uitlokt, dan leidt hij tot een verhoogde agressie voor zover agressie voortvloeit uit agressiegerelateerde emoties, maar niet als het bijvoorbeeld om via positieve versterking geconditioneerde agressie gaat. Kritische evaluatie van het General aggression model Waar krijgt de toch duidelijk aangetoonde rol van gedragscontrole plaats? Ontwikkelaars beperken zich uitdrukkelijk tot affectieve agressie (onderscheid tussen affectieve en instrumentele agressie? ) Moeilijk om duidelijke en toonbare predicties af te leiden uit het model. - eenzelfde factor kan via elk van de 3 paden een invloed uitoefenen op agressie. - die 3 paden kunnen mekaar beïnvloeden. Cognitieve decisiemodel van Latané en Darley (P.363) Beknopte samenvatting van het model
11 Om te helpen in een noodsituatie moet iemand volgens het cognitieve decisiemodel - de gebeurtenis opmerken (bij aanwezigheid van anderen zal dit minder snel gebeuren) - de gebeurtenis interpreteren als een noodsituatie (bij aanwezigheid van anderen minder snel beschouwen als een noodsituatie door reactie van anderen waar te nemen) - beslissen of hij of zij verantwoordelijk is (bij aanwezigheid van anderen zal er diffusie van verantwoordelijkheid zijn) - beslissen op welke manier hij/zij het best hulp biedt - het al dan niet op een nuttige wijze helpen. Vraagtekens bij het model In het eerste deel van het experiment was er sociale beïnvloeding omdat deelnemers zagen of de omstanders al dan niet hielpen. - Latané en Darley waren vooral geconcentreerd op: => gebeurtenis waarnemen => oordelen of het om een noodsituatie gaat - rondkijkende deelnemer zag voortdurend niet reagerende deelnemers. De oorzaak van niet reageren zou een responsconflict kunnen zijn tussen gedragingen die onverenigbaar zijn met elkaar. In epilepsie experiment: sociale beïnvloeding geen verklaring (nog horen nog zien) => hier zou diffusie van verantwoordelijkheid een rol spelen => probleem!!! - hypothesen over sociale beïnvloeding en diffusie van verantwoordelijkheid worden getoetst aan de hand van dezelfde onafhankelijke variabele: wel/niet helpen + latentietijd van het helpen. - beide hypothesen leiden tot dezelfde predicties ten aanzichten van deze onafhankelijke variabele, namelijk :significantie verandering van prosociaal gedrag. Zelfbeschrijvingen kunnen evengoed een gevolg zijn van gedrag als de oorzaak ervan. Als iemand geconfronteerd wordt met een noodsituatie dan : - dilemma helpen niet helpen - leiden beide mogelijk tot aversieve gevolgen - als het dilemma ontwijken/ontvluchten negatief versterkt wordt door geen optrede van onaangename verwachtingen, zal de situatie geïnterpreteerd worden als geen noodsituatie en verdwijnt het dilemma. Komt erop neer dat de situatie onmiddellijk zo geïnterpreteerd wordt dat nare gevolgen voor de beoordelaar worden geminimaliseerd.
HOOFDSTUK 1 : SOCIALE ACTIVERING HOOFDSTUK 2 : MACHT EN ONMACHT
HOOFDSTUK 1 : SOCIALE ACTIVERING Sociale activeringshypothese van Zajonc Bloot-sociale aanwezigheid leidt tot een verhoging van niet-gerichte activering. Dit leidt tot verhoging van de uitbrengingsprobabiliteit
Nadere informatieQuestion 6 Multiple Choice
Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen
Nadere informatieSociale beïnvloeding Toetsbaar leren denken over gedrag
Gepubliceerd op Universitaire Pers Leuven (http://upers.kuleuven.be) Home > Sociale beïnvloeding Sociale beïnvloeding Toetsbaar leren denken over gedrag Auteurs: Hoorens, Vera [1] - Nuttin, Jef [2] Onderwerp:
Nadere informatieTheorie-opbouw of theorietoetsing?
Sociale Psychologie: Studietips HS 1 Waarom drukten in het experiment van Ader en Tatum (1963) de geslaagden uit de sociale conditie vaker op de knop dan de geslaagden uit de alleenconditie? -> Het duurde
Nadere informatiemanipuleert nagegaan Tijd tussen prikkel en respons
Sociale psychologie: begrippen Mere presence Coactief publiek Passief publiek Onafhankelijke variabele Afhankelijke variabele Latentietijd Sociale belemmering Contrabalanceren Dyadeconditie Bias Aversieve
Nadere informatieNAAM: TUSSENTIJDSE TOETS SOCIALE PSYCHOLOGIE PM05 22 NOVEMBER 2004
NAAM: TUSSENTIJDSE TOETS SOCIALE PSYCHOLOGIE PM05 22 NOVEMBER 2004 1 Een turnster vraagt je hoe ze een ingewikkelde wedstrijdoefening het best kan oefenen A. Zolang ze de oefening nog niet goed onder de
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieTraining Omgaan met Agressie en Geweld
Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen
Nadere informatieCommunicatie, discriminatie en conflict
Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie
Nadere informatieCoöperatie en communicatie:
Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieSamenvatting Summary in Dutch
112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke
Nadere informatieSAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104
Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,
Nadere informatiePerseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Nadere informatieDe Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent
De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk Dr. Leyman Lemke Deswarte Annelies 2013 Universitair Ziekenhuis Gent Inhoud workshop Kapstok: Het neurotische lussenmodel (NLM) (R. Schacht
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieDAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum
HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.
Nadere informatieSamenvatting (Dutch)
Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je
Nadere informatieMathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans
Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie
Nadere informatieWORK EXPERIENCE PROFILE
WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat
Nadere informatieVoel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008
Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieAgenda. Inleiding Drieluik in veiligheid Veiligheidscultuur. Groepsgedrag Gedrag beïnvloeden Af en aanspreken. Aan de slag. www.denf.
www.denf.nl 1 Agenda Inleiding Drieluik in veiligheid Veiligheidscultuur Groepsgedrag Gedrag beïnvloeden Af en aanspreken Aan de slag www.denf.nl 2 1 Drieluik in veiligheid www.denf.nl 3 Drieluik in veiligheid
Nadere informatieAttitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012
Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over
Nadere informatieLeerlingen brengen tot gewenst gedrag Feit of Fabel?
Leerlingen brengen tot gewenst gedrag SOK _ Congres 11 u 30 12 u 30 Vraagstelling Kunnen we adolescenten wel tot gewenst gedrag brengen? Wetende dat ze niet over de frontale hersenstructuren beschikken
Nadere informatieDAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit
DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.
Nadere informatieGroepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016
Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie
Nadere informatieOpgave 2 Doen wat je denkt
Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen
Nadere informatieRed cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić
Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve
Nadere informatieWat zie je? Niet alles is wat het lijkt. - een artikel over beoordelingsfouten in het onderwijs -
OAB Dekkers De Pinckart 54 5674 CC Nuenen 040-291 37 33 bureau@oabdekkers.nl Niet alles is wat het lijkt. - een artikel over beoordelingsfouten in het onderwijs - Wat zie je? Het beoordelen van prestaties
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieLeren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012
Leren en betrokkenheid H8 Leren? Leren? Marketeers willen de consument iets leren over hun producten/ diensten: hoe te gebruiken, waar te kopen etc. Leren? Marketeers willen de consument iets leren over
Nadere informatieAlcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid
ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,
Nadere informatieSociale psychologie. Agressie. Wapens, media-inhouden & agressie: opvattingen. Lokken wapens/ agressieve media agressie uit?
Sociale psychologie Agressie Wapens, media-inhouden & agressie: opvattingen Lokken wapens/ agressieve media agressie uit? Vermindering agressie( Freudiaanse visie) o Kunnen opgekropte agressie uitleven
Nadere informatieHOOFDSTUK 6; CONDITIONERING EN LEREN.
HOOFDSTUK 6; CONDITIONERING EN LEREN. TERUGBLIK OP DE THEMA S Biologische factoren zijn cruciaal bij veel aspecten van het leren. Zo zorgt de biologie van een dier ervoor dat sommige relaties in de omgeving
Nadere informatieDAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum
HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,
Nadere informatieTheorie en filosofie. 2.1 Theorie
Theorie en filosofie 2 De belangrijkste uitgangspunten van de RET, het verband tussen gevoel, gedachte en gedrag; de centrale plaats van het denken, de filosofische grondslag, en de empirische onderbouwing.
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51
Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatieBESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING.
BESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING. DEEL-I. KIEZEN/ OORDELEN/ BESLISSEN. KANS * GEVOLG. TYPOLOGIE VAN BESLISSINGEN. Type-Probleem Aanpak Aard van de keuze STRATEGISCH ANALYSEREN OPTIMAAL TACTISCH
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatiei. 18 bedrijven met 50% regeling; ii. 16 bedrijven zonder 50% regeling; c. bij normenset 2: 26 bedrijven:
Gevolgen voor de bedrijven Hieronder zijn de bevindingen van de resultaten weergegeven ten aanzien van de gevolgen voor de bedrijven. 1. De totale geuremissie in de gemeente Cuijk bedraagt: a. in de referentiesituatie
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in dutch)
Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar
Nadere informatieInleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting
Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue
Nadere informatieMotieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?
Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
173 174 De drijfveer tot beheersing: Hoe affect en motivatie cognitieve controle beïnvloeden Helpen emoties in een situatie die vraagt om mentale inspanning? Dat is de centrale vraag die dit proefschrift
Nadere informatieDAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit
DAPP-BQ Screening Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 20 INLEIDING De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ, een dimensionale
Nadere informatieDeel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model
Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die
Nadere informatieVeerle Lesire Veerkrachtig aan de slag. Veerkracht
Veerkracht Waarom de ene mens beter met tegenslag omgaat dan de andere WAT IS VEERKRACHT? Als je geconfronteerd wordt met hindernissen, stress of andere negatieve invloeden komt veerkracht - of het gebrek
Nadere informatieSamenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur
Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Emoties
Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE
Nadere informatieGrenzen stellen in de hulpverlening. Bart De Saeger!
Grenzen stellen in de hulpverlening Bart De Saeger 10/05/2012 Bart De Saeger Klinisch psycholoog - Gedragstherapeut Wat zijn voor jullie grenzen in jullie dagelijkse hulpverlening? Wat is grenzen stellen?
Nadere informatieFitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering
Fitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Lesinhoud Evaluatie vragen hoofdstuk 1 en 3. Hoofdstuk 2 Gedragsverandering. Gedragsverandering -> Actiontype
Nadere informatieZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF
ZELFCONTROLE Een sociaal cognitief interventieprogramma voor kinderen met agressief en oppositioneel gedrag Teun van Manen, De Heel Zaans Medisch Centrum SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIE PROGRAMMA blijkt
Nadere informatieOpleidingsniveau Basisschool 46 VMBO 26 Havo / VWO 77 MBO 170 HBO / WO 343 Wil ik niet beantwoorden 7 Niet van toepassing 6 Missende waardes 128
Onderzoeksbureau Groepsverslag stress REM vragenlijsten maart 2016 In opdracht van Robert Erdbrink Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress-Reductie Effect Meting) meet de begrippen:
Nadere informatie73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat
Nadere informatieFeedback. Wat is feedback?
Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen
Nadere informatieHoofdstuk 1: Sociale activering.
Hoofdstuk 1: Sociale activering. Effect van de aanwezigheid op zich. Heeft de blote omstandigheid van niet-alleen zijn een effect op individueel gedrag? = mere presence of blote, niet gerichte beïnvloede
Nadere informatieBRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum
BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een
Nadere informatieInhoud. Deel 1 Inleiding. Deel 2 De context
Inhoud Deel 1 Inleiding 1 en scenario s 1.1 Wat is consumentengedrag? 1.1.1 Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag 1.1.2 Waarop heet consumentengedrag betrekking? 1.1.3 Veranderend
Nadere informatieSessie 1 19 Introductiebijeenkomst
Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In
Nadere informatieAu-tomutilatie. Een groot probleem, een grote uitdaging. Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog
Au-tomutilatie Een groot probleem, een grote uitdaging Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog Inhoud Waarom verwonden cliënten zichzelf? Handelingsverlegenheid en machteloosheid bij begeleiders
Nadere informatieCommunicatie NHB DEURNE
Communicatie NHB DEURNE Sociale vaardigheden Het vermogen om goed met anderen om te kunnen gaan Inzicht in eigen gedrag Inzicht in gedrag van anderen Goed communiceren Zelfpresentaie Stemgebruik Houding
Nadere informatieWelkom! 11 congressen in samenwerking met Hogrefe Uitgevers
Welkom! 11 congressen in samenwerking met Hogrefe Uitgevers Hondje van Pavlov Gedragstherapie 1ste generatie: klassieke en operante conditionering (outside the black box) =Gedrag wordt contextueel bepaald
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieWaakzame zorg bij tieners, een uitdagende opdracht voor ouders. OO-camp: ondersteuning aan gezinnen met jongeren 30/11/2015 Frank Van Holen, PhD
Waakzame zorg bij tieners, een uitdagende opdracht voor ouders OO-camp: ondersteuning aan gezinnen met jongeren 30/11/2015 Frank Van Holen, PhD Waakzame zorg Term uit gedachtengoed uitgewerkt door Haim
Nadere informatieHuiswerk week 5. Formele oefeningen
Huiswerk week 5 Formele oefeningen 1. Dagelijks ca. 45 minuten oefenen. De ene dag de zit- of loopmeditatie en de andere dag de staande yoga-oefeningen. Meditatie betekent oefenen met de zijnmodus. Toelaten
Nadere informatieH 1: SOCIALE ACTIVERING
H 1: SOCIALE ACTIVERING Thema s: Invloed van louter aanwezigheid van anderen op individueel gedrag Blote aanwezigheid/mere presence = blote, niet-gericht beïnvloedende sociale aanwezigheid Onderzoekers
Nadere informatieHoe we onze ervaringen creëren
Hoe we onze ervaringen creëren Als je wilt veranderen zul je een eerste stap mogen maken in het onderzoeken van je filters en hoe je jouw realiteit creëert. Binnen NLP is er een model wat je meer inzicht
Nadere informatiePrikkelverwerking bij Gedragsstoornissen
Prikkelverwerking bij Gedragsstoornissen (ODD & CD) Congres Prikkelverwerking 6 november 2014 Dr. M.A.J. Raaijmakers GZ-psycholoog en Universitair Docent UU INTRODUCTIE AGRESSIE! Video:! http://www.youtube.com/watch?v=o00yfkje1fo!
Nadere informatieHet landschap van stress
Sessie 4 Het landschap van stress Omgaan met moeilijkheden Moeilijke dingen vormen een deel van het leven. Daar hebben we niets over te zeggen. Situaties die je als onaangenaam ervaart, kunnen zorgen voor
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13
Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 2 Tevredenheid en beleid 15 2.1 Het doel van tevredenheid 16 2.2 Tevredenheid in de beleidscyclus 19 2.3
Nadere informatieConflicthantering (tab3)
Conflicthantering (tab3) Wat is een conflict? Wij spreken van een conflict wanneer: Twee of meer partijen doelen of aspiraties nastreven, belangen hebben of waarden voorstaan die niet met elkaar te verenigen
Nadere informatiehoofdstuk 2-4 hoofdstuk 2
Samenvatting Het doel van het onderzoek, zoals beschreven in dit proefschrift, is het identificeren van fysiologische parameters voor het meten van stress bij vleesvarkens. Stress, veroorzaakt door de
Nadere informatieOmdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals
Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van
Nadere informatieSchaamte Zelfbeeld en Agressie
Schaamte Zelfbeeld en Agressie Hedy Stegge VU Amsterdam PI Research Agressie Het (opzettelijk) toebrengen van fysieke of psychische schade aan een ander, of hiermee dreigen Reactieve of vijandige agressie
Nadere informatieKinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.
ZELFVERTROUWEN Zelfvertrouwen is het vertrouwen dat je in jezelf hebt. Zelfvertrouwen hoort bij ieder mens en het betekent dat je een reëel zelfbeeld hebt, waarin ruimte is voor sterke kanten, maar ook
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels
SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels We gebruiken op school voor het 4 de, 5 de en 6 de leerjaar de handleiding CONTACTSLEUTELS van uitgeverij De Sleutel. Kenmerken van Contactsleutels: Elk leerjaar beschikt
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie
De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren
Nadere informatieDutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid
Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond
Nadere informatieTraining Leer Balans Leven
Training Leer Balans Leven In 5 maanden meer balans in je leven Wil je minder stress? Wil je meer werkplezier? Wil je jouw doelen effectiever bereiken? Wil je handiger communiceren? Wil je efficiënter
Nadere informatieFeedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.
FEEDBACK WAT IS FEEDBACK EIGENLIJK? Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. Hiermee is feedback een belangrijk middel
Nadere informatieStandaardrapportage (strikt vertrouwelijk) Naam: Wouter van Straten Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014
Naam: Adviseur: Floor Meijer Datum: 15 maart 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op alle afgeronde onderdelen. 2 Algemeen werk- en denkniveau Ver beneden - gemidde ld Ver bovengemidde ld Algemene
Nadere informatieLA KOL 12-13 Bijeenkomst 4
LA KOL 12-13 Bijeenkomst 4 Terugblik bijeenkomst 3: 4: cognitieve ontwikkeling - ontwikkeling/leren/rijpen - geheugen - vormen van leren Opdrachten: - Deskundigen verdiepen - lezen H7 - Presentatie materialen
Nadere informatieBRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie
BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 255-83 Datum 23.06.2015 Zelfrapportageversie 3 / 12 INTERPRETATIE De BRIEF-A is binnen het diagnostisch proces te gebruiken als onderdeel
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieDe beleving van ruimte in de omgeving
De beleving van ruimte in de omgeving Ronald Hamel Introductie De individuele beleving van de omgeving is uiterst complex. De omgevingspsycholoog probeert dit desondanks in kaart te brengen. Ronald Hamel
Nadere informatieTAXONOMIE HISTORISCH DENKEN
Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken
Nadere informatieNederlandse samenvatting. (summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatieTHEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo
Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare
Nadere informatieCover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued
Nadere informatieInleiding voor de. Veerkracht Versterkende meditatiecursus. veerkrachtmanagement.nl
Inleiding voor de Veerkracht Versterkende meditatiecursus veerkrachtmanagement.nl Inleiding In ons Veerkracht programma ontmoeten we vaak mensen die worden geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen
Nadere informatie