De patronale bijdragen vanaf 1 april 2012

Transcriptie

1 De patronale n vanaf 1 april 2012 Het onderscheid tussen drie periodes: de oudste fase, de tussenfase en de nieuwe fase Vóór 1 april 2012 bevatte de wetgeving reeds een onderscheid tussen zogenaamde 'lopende' en 'nieuwe' stelsels van brugpensioen (SWT), canaday dry (SWAV) of deeltijds tijdskrediet. Dat onderscheid blijft bestaan, maar sinds 1 april 2012 kennen we nog een bijkomende derde categorie: de totaal nieuwe stelsels. Deze vangen aan vanaf 1 april 2012, met een betekening van de opzegging of verbreking na 28 november Deze nieuwe stelsels worden ook verschillend behandeld. Vanaf 1 april 2012 moeten we daarom rekening houden met stelsels uit drie tijdsvakken, met elk een verschillende behandeling: De oudste stelsels of groep 1: SWT of SWAV met aanvang vóór 1 april 2010 of waarvan de betekening van het ontslag vóór 16 oktober 2009 lag. De stelsels uit de tussenfase of groep 2: SWT of SWAV die ingingen vanaf 1 april 2010 en waarvan de betekening van het ontslag gebeurde na 15 oktober De nieuwste stelsels of groep 3: SWT of SWAV die ingaan vanaf 1 april 2012, met een opzegging/verbreking betekend na 28 november Het onderscheid tussen profit- en non-profitsector kennen we reeds in de huidige wetgeving en verandert niet. De oudste stelsels groep 1 De bestaande voeten en forfaitaire minima bij SWT stijgen met 6%. Bij SWAV wordt de 38,82%. Oudste SWT Profit: degressieve percentages (de n dalen in de loop van het stelsel) Leeftijd op eind van de maand waarin de verschuldigd is Vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 Bijdrage Min Bijdrage Min < 52 jaar 30% 25 31,8% 26,5 52 jaar < 55 jaar 24% 25 25,44% 26,5 55 jaar < 58 jaar 18% 25 19,08% 26,5 58 jaar < 60 jaar 12% 25 12,72% 26,5 60 jaar en ouder 6% 18,80 6,36% 19,93 Oudste SWT Profit: degressieve percentages (de n dalen in de loop van het stelsel) Leeftijd op eind van de maand Vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 waarin de verschuldigd is Bijdrage Min Bijdrage Min < 52 jaar 5% 6,20 5,3% 6,57 52 jaar < 55 jaar 4% 6,20 4,24% 6,57 55 jaar < 58 jaar 3% 6,20 3,18% 6,57 58 jaar < 60 jaar 2% 6,20 2,12% 6,57 Oudste SWAV profit en non-profit: vast percentage Leeftijd Bijzondere werkgevers vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april jaar of ouder 32,25% 38,82% This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

2 De stelsels van de tussenfase groep 2 De bestaande voeten en forfaitaire minima bij SWT stijgen met 6%. Bij SWAV eveneens, met een van minstens 38,82%. Tussenfase SWT profit: vast op basis van aanvangsleeftijd (+6%) Leeftijd bij aanvang (geen degressiviteit) Vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 Bijdrage Min Bijdrage Min < 52 jaar 50% 25 53% 26,5 52 jaar < 55 jaar 40% 25 42,4% 26,5 55 jaar < 58 jaar 30% 25 31,8% 26,5 58 jaar < 60 jaar 20% 25 21,2% 26,5 60 jaar en ouder 10% 18,80 10,6% 19,93 Tussenfase SWT non-profit: degressieve percentages (de n dalen in de loop van het stelsel) (+6%) Leeftijd op eind van de maand Vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 waarin de verschuldigd is Bijdrage Bijdrage < 52 jaar 5% 5,3% 52 jaar < 55 jaar 4% 4,24% 55 jaar < 58 jaar 3% 3,18% 58 jaar < 60 jaar 2% 2,12% Tussenfase SWAV profit: vast op basis van aanvangsleeftijd (+6%) Leeftijd op eind van de maand Vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 waarin de verschuldigd is Bijdrage Bijdrage < 52 jaar 50% 53% 52 jaar < 55 jaar 40% 42,4% 55 jaar < 58 jaar 30% 38,82% 58 jaar < 60 jaar 20% 38,82% 60 jaar en ouder 10% 38,82% Tussenfase SWAV non-profit: degressieve percentages (de n dalen in de loop van het stelsel) (+6%) Leeftijd op eind van de maand waarin de verschuldigd is Bijzondere werkgevers vòòr 1 april 2012 Vanaf 1 april 2012 < 52 jaar 5% 5,3% 52 jaar < 55 jaar 4% 4,24% 55 jaar < 58 jaar 3% 3,18% 58 jaar < 60 jaar 2% 2,12% This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

3 Nieuwste stelsels groep 3 Nieuwste SWT en SWAV profit: vast op basis van aanvangsleeftijd Leeftijd bij aanvang (geen degressiviteit) Bijdrage bij SWT (brugpensioen) Bijdrage SWAV (Canada Dry) Bijdrage Min < 52 jaar 100% % 52 jaar < 55 jaar 95% 50 95% 55 jaar < 58 jaar 50% 50 50% 58 jaar < 60 jaar 50% 50 50% 60 jaar en ouder 25% 37,60 38,82% Nieuwste SWT en SWAV non-profit: degressieve percentages (de n dalen in de loop van het stelsel) Leeftijd op eind van de maand waarin de verschuldigd is Bijdrage bij SWT (brugpensioen) en SWAV (Canada Dry) < 52 jaar 10% 52 jaar < 55 jaar 9,5% 55 jaar < 58 jaar 8,5% 58 jaar < 60 jaar 5,5% Tijdskrediet De op een aanvulling bij een onderbrekingsuitkering (voltijds of halftijds tijdskrediet) is verschuldigd tijdens de volgende periode: vanaf de maand waarin de begunstigde 50 jaar wordt tot en met de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Vanaf 1 april 2012 is deze naar 38,82% gestegen (reeds in toepassing van de Programmawet van eind maart). Dit geldt voor alle stelsels die zijn onderworpen aan de plicht (zowel de oude, de minder oude als de nieuwe). SWT profitsector: afwijkingen bij erkenning moeilijkheden of herstructurering De Decavaa-reglementering bevat afwijkende werkgeversn voor SWT (brugpensioen) in de profitsector bij ondernemingen die erkend zijn als bedrijf in moeilijkheden of herstructurering. Indien het SWT aanvangt tijdens de erkenningsperiode (en alleen dan!), kunnen de n tijdens die erkenningsperiode afwijken van de gewone n. Na afloop van de erkenningsperiode zijn de gewone n dan weer van toepassing (evenwel niet op basis van de aanvangsleeftijd van de SWT'er, maar op basis van de leeftijd op het moment dat de erkenning afloopt). Onderneming in moeilijkheden In een erkende onderneming in moeilijkheden kan de leeftijd om recht te hebben op een SWT lager liggen dan normaal. Ook de patronale n in de profitsector wijken dan af van de normale n, althans voor de SWT die aanvangen tijdens de erkenningsperiode. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

4 De precieze percentages hangen af van diverse elementen: bevinden we ons tijdens of na de erkenningsperiode is het een SWT uit groep 1 (oudste), groep 2 (tussenfase) of groep 3 (nieuwe) wat is de datum van erkenning als onderneming in moeilijkheden wat is de leeftijd van de SWT'er bij aanvang van het stelsel en op het einde van de erkenningsperiode Ten slotte merken we op dat in uitzonderlijke omstandigheden, vanaf 1 januari 2013, een onderneming in herstructurering onder bepaalde voorwaarden toch als een onderneming in moeilijkheden kan beschouwd worden om de toepasselijke n te bepalen. Onderstaande tabel vat alles samen: Erkende onderneming in moeilijkheden Opgelet: onderstaande cijfers gelden ook voor erkende ondernemingen in herstructurering die aan bepaalde voorwaarden voldoen (eerste erkenningen ten vroegste mogelijk op 1/1/2013): collectief ontslag van minstens 20% van de werknemers ontslag heeft betrekking op alle werknemers van de TBE of van een volledig activiteitensegment TBE of volledig activiteitensegment bestaat minstens twee jaar op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag Leeftijd op einde maand waarin verschuldigd is SWT (brugpensioen) tijdens de erkenningsperiode Leeftijd bij aanvang SWT Bijzondere werkgevers < 52 jaar 17,5% (min. 8 euro) 52 jaar < 55 jaar 13,5% (min. 8 euro) 55 jaar < 58 jaar 10% (min. 8 euro) 58 jaar < 60 jaar 6,5% (min. 8 euro) 60 jaar en ouder 3,5% (min. 8 euro) Na de erkenningsperiode vanaf de maand die volgt op het einde van de erkenning Tarief groep 1 Tarief groep 2* Tarief groep 3** Leeftijd op Leeftijd op Bijzondere einde maand Bijzondere einde maand werkgevers waarin werkgevers waarin verschuldigd verschuldigd is is < 52 jaar 31,8% (min. 52 < 55 jaar 25,44% (min. 55 < 58 jaar 19,08% (min. 58 < 60 jaar 12,72% (min. vanaf 60 jaar 6,36% (min. 19,93 euro) < 52 jaar 53% (min. 26,5 euro) 52 < 55 jaar 42,40% (min. 55 < 58 jaar 31,80% (min. 58 < 60 jaar 21,20% (min. vanaf 60 jaar 10,60% (min. 19,93 euro) Bijzondere werkgevers < 52 jaar 100% (min. 52 < 55 jaar 95% (min. 55 < 58 jaar 50% (min. 58 < 60 jaar 50% (min. vanaf 60 jaar 25% (min. 37,60 euro) * NIET in geval van een erkenning voor 15/10/2009 ** ENKEL voor opzegging/verbreking na 28/11/2011 EN aanvang SWT na 31/3/2012 EN erkenning na 31/3/2012. Als deze drie voorwaarden niet cumulatief vervuld zijn, gelden de tarieven van groep 2. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

5 Onderneming in herstructurering In een erkende onderneming in herstructurering kan de leeftijd om recht te hebben op een SWT lager liggen dan normaal. Ook de patronale n in de profitsector wijken dan af van de normale n, althans voor de SWT die aanvangen tijdens de erkenningsperiode. De precieze percentages hangen af van diverse elementen: bevinden we ons tijdens of na de erkenningsperiode is het een SWT uit groep 1 (oudste), groep 2 (tussenfase) of groep 3 (nieuwe) wat is de datum van erkenning als onderneming in moeilijkheden wat is de leeftijd van de SWT'er bij aanvang van het stelsel en op het einde van de erkenningsperiode Ten slotte merken we op dat in uitzonderlijke omstandigheden, vanaf 1 januari 2013, een onderneming in herstructurering onder bepaalde voorwaarden toch als een onderneming in moeilijkheden kan beschouwd worden om de toepasselijke n te bepalen. Onderstaande tabel vat alles samen: Erkende onderneming in herstructurering Opgelet: onderstaande cijfers gelden NIET voor erkende ondernemingen in herstructurering die aan bepaalde voorwaarden voldoen (eerste erkenningen ten vroegste mogelijk op 1/1/2013): collectief ontslag van minstens 20% van de werknemers ontslag heeft betrekking op alle werknemers van de TBE of van een volledig activiteitensegment TBE of volledig activiteitensegment bestaat minstens twee jaar op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag Tarief groep 2* Tarief groep 3** SWT (brugpensioen) tijdens de erkenningsperiode Leeftijd bij aanvang SWT Bijzondere werkgevers Leeftijd bij aanvang SWT Bijzondere werkgevers < 52 jaar 50% (min. 26, < 52 jaar 75% (min. 52 jaar < 55 jaar 30% (min. 26, 52 jaar < 55 jaar 60% (min. 55 jaar < 58 jaar 20% (min. 26, 55 jaar < 58 jaar 40% (min. 58 jaar < 60 jaar 20% (min. 26, 58 jaar < 60 jaar 40% (min. vanaf 60 jaar 10% (min. 19,93 euro) vanaf 60 jaar 20% (min. 37,6 euro) Na de erkenningsperiode vanaf de maand die volgt op het einde van de erkenning Leeftijd op het einde van de erkenningsperiode Bijzondere werkgevers Leeftijd op het einde van de erkenningsperiode Bijzondere werkgevers < 52 jaar 53% (min. 26, < 52 jaar 100% (min. 52 < 55 jaar 42,40% (min. 26, 52 < 55 jaar 95% (min. 55 < 58 jaar 31,80% (min. 26, 55 < 58 jaar 50% (min. 58 < 60 jaar 21,20% (min. 26, 58 < 60 jaar 50% (min. vanaf 60 jaar 10,60% (min. 19,93 euro) vanaf 60 jaar 25% (min. 37,6 euro) * NIET in geval van een erkenning voor 15/10/2009 of aankondiging van een collectief ontslag voor 15/10/2009 (voor deze ondernemingen gelden de normale werkgeversn) ** ENKEL voor opzegging/verbreking na 28/11/2011 EN aanvang SWT na 31/3/2012 EN erkenning of aankondiging collectief ontslag na 31/3/2012. Als deze drie voorwaarden niet cumulatief vervuld zijn, gelden de tarieven van groep 2. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

6 Algemene wijzigingen Bijdrage maximaal anderhalf keer de aanvulling De reglementering kent reeds sinds april 2010 een maximale patronale : nooit meer dan de maandelijks betaalde aanvulling of de som van de aanvullingen indien die niet-maandelijks en/of niet tot de pensioenleeftijd (of tot het einde van het tijdskrediet) betaald worden. De mag m.a.w. maximaal 100% van de aanvulling bedragen. Door de stijging van de patronale n vanaf 1 april 2012, stijgt ook het maximum. Dat wordt nu anderhalf keer de (som van de) aanvulling(en). Of met andere woorden, maximaal 150% van de aanvulling. Sanctie Indien een werkgever of een eventueel andere debiteur zich niet of slechts gedeeltelijk houdt aan de verplichting tot aangifte, is hij een bijkomend maandelijks forfaitair bedrag aan de RSZ verschuldigd. Dit bedrag stijgt vanaf 1 juli 2012 van 150 euro (profitsector) of 25 euro (non-profitsector) tot respectievelijk 159 euro en 26,5 euro. Wat verandert er voorlopig niet? Een heleboel bepalingen in de Decavaa-reglementering veranderen niet: de bijzondere compenserende patronale, de persoonlijke inhoudingen, de bepalingen omtrent verdubbeling indien het akkoord niet conform is met de wettelijke voorschriften rond werkhervatting, de regels rond volledige of gedeeltelijke kapitalisatie en dergelijke De sociale partners zijn binnen de NAR echter druk bezig met een oefening tot vereenvoudiging van de Decavaa-reglementering. Wordt dus ongetwijfeld nog vervolgd This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer: