Huidige regels gelegenheidsarbeid horeca

Transcriptie

1 Huidige regels gelegenheidsarbeid horeca Definitie Extra's zijn werknemers die met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of voor een bepaald werk in dienst worden genomen, voor een maximumduur van twee achtereenvolgende dagen bij eenzelfde werkgever ressorterend onder het Paritair Comité voor de horeca (PC 302) of onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid (PC 322) indien de gebruiker ressorteert onder het PC voor de horeca. Voor extra's geldt de normale verplichting van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of bepaald werk niet, tenzij de extra als uitzendkracht bij een horecawerkgever aan de slag is. Dimona Full en Light Sinds 2007 is de tewerkstelling van alle extra's onderworpen aan de Dimona-verplichting. Er zijn twee mogelijkheden: Dimona Full: het exacte begin- en einduur van de gelegenheidswerknemer moet aangegeven worden. Dimona Light: enkel het beginuur en de duur van de prestatie (maximaal 5 uur of meer dan 5 uur) van de gelegenheidswerknemer moet aangegeven worden. Bij aanwerving van zijn eerste gelegenheidswerknemer moet een horecawerkgever kiezen of hij Dimona Full of Light zal toepassen. De gemaakte keuze geldt voor het volledig kalenderjaar en voor alle gelegenheidswerknemers. Uitzendkantoren hebben geen keuze, zij moeten steeds een Full Dimona verrichten. Berekening socialezekerheidsbijdragen Dimona Full De RSZ-bijdragen voor extra's aangegeven met een Full Dimona worden in principe berekend op de reële lonen. Wanneer de gelegenheidswerknemer evenwel geheel of gedeeltelijk met fooien betaald wordt, is er een systeem van forfaitaire daglonen. Dimona Light Bij Dimona Light worden de RSZ-bijdragen steeds op een forfaitair loon berekend. De hoogte van het forfait varieert naargelang de duur van de prestatie: maximaal 5 uur (het '5-urenblok') of meer dan 5 uur (het '11- urenblok'). Voor prestaties op een zaterdag, of een dag vóór een feestdag en een zon- of feestdag gelden hogere forfaits. Volledige onderwerping Ongeacht de keuze voor Dimona Full of Light zijn gelegenheidswerknemers steeds onderworpen aan alle takken van de sociale zekerheid. De normale RSZ-bijdragen zijn van toepassing. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

2 Gelegenheidsarbeid horeca vanaf 1 oktober 2013 Definitie ongewijzigd De bestaande definitie van een gelegenheidswerknemer of extra in de horeca blijft gelden. Het gaat dus nog steeds om werknemers met wie de horecawerkgever (of het uitzendkantoor, indien de gebruiker een horecawerkgever is) een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, of voor een duidelijk omschreven werk, van maximaal twee opeenvolgende dagen sluit. Sociale zekerheid Forfaitair RSZ-stelsel gedurende 50/100 dagen 50 en 100 dagen Er komt een voordelige RSZ-behandeling voor de gelegenheidswerknemer die zijn eerste 50 dagen per jaar als extra presteert, en voor de horecawerkgever die dat jaar zijn eerste 100 dagen gebruik maakt van het stelsel van gelegenheidsarbeid. Bijdragen op forfaitair loon De socialezekerheidsbijdragen zullen niet berekend worden op het werkelijk loon, maar op een laag forfaitair loon. Dit forfait bedraagt 7,5 euro per begonnen uur, met een maximum van 45 euro op dagbasis, of 45 euro per dag. De forfaitaire bedragen worden geïndexeerd en aangepast aan de evolutie van het GMMI, op dezelfde wijze als de forfaitaire daglonen voor de werknemers die met fooien bezoldigd worden. In vergelijking met de huidige forfaits voor Dimona Light, liggen deze bedragen beduidend lager. Er zijn bovendien geen verhoogde forfaits meer voorzien bij prestaties op zaterdag, of een dag vóór een feestdag en een zon- of feestdag. Concreet Voor een goed begrip, een aantal verduidelijkingen: Het contingent van 50 (voor de werknemer) en 100 dagen (voor de werkgever) wordt bekeken per kalenderjaar, dus van 1 januari tot 31 december. Opgelet: in 2013 zal het contingent niet geproratiseerd worden, hoewel het nieuwe stelsel pas op 1 oktober zal starten. Het gaat zowel voor de werknemer als voor de werkgever om kalenderdagen, ongeacht het aantal uren dat op die dag gepresteerd wordt. Een werknemer die meerdere prestaties als extra op één dag levert (zelfs bij verschillende werkgevers), zal slechts één dag in mindering krijgen op het contingent van 50 dagen. Een werkgever heeft een contingent van 100 kalenderdagen, ongeacht het aantal extra's dat hij op die dagen tewerkstelt. Een tewerkstelling gedurende één dag van één of meerdere extra's, vermindert het contingent van 100 dagen met één dag. Een ononderbroken tewerkstelling die start vóór middernacht en nadien eindigt (bv. starten om 22u 's avonds en eindigen om 2u 's ochtends) telt als één dag. Indien de extra via uitzendarbeid werkt, wordt het contingent van de gebruiker (dus de horecazaak) beoordeeld en gebruikt. Om van het voordelig stelsel gebruik te maken, mogen beide contingenten niet overschreden zijn. Indien bv. een extra nog 10 dagen 'vrij' heeft, maar werkt bij een werkgever die al meer dan 100 dagen extra's heeft tewerkgesteld, is het RSZ-voordeel niet meer van toepassing. Elektronische teller horeca@work Er komt een elektrische toepassing van de RSZ om de werknemer, die als extra aan de slag is, en de horecawerkgever of het uitzendkantoor die hem of haar aanwerft, toe te staan het contingent van 50 en 100 dagen te consulteren. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

3 De toepassing, met de naam zal in principe vanaf 1 januari 2014 via de website van de sociale zekerheid raadpleegbaar zijn. Ze is geïnspireerd op de teller die we reeds sinds vorig jaar kennen voor studentenarbeid (student@work). Een belangrijk verschilpunt is wel dat er geen reservering van prestaties mogelijk is. De teller wordt door de Dimona aangifte gestuurd. Het contingent van 50 dagen is raadpleegbaar door werkgever en werknemer, het contingent van 100 dagen is enkel door de werkgever te bekijken. Indien een contingent overschreden is, zal Dimona een waarschuwing geven. Normale socialezekerheidsbijdragen en sociale rechten van de werknemer De prestaties van de gelegenheidswerknemer zullen, zoals in het huidig stelsel, steeds onderworpen zijn aan alle takken van de sociale zekerheid. Dat betekent dat de normale socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, berekend op het forfait (aan 108% voor arbeiders). Aangezien de RSZ geen reële lonen voor deze werknemers kent, en omdat het forfait waarop de bijdragen berekend worden eerder laag is, bevat de wetgeving ook een bepaling voor de sociale rechten van de gelegenheidswerknemers in dit stelsel. De sociale rechten (werkloosheid, ziekte en invaliditeit, pensioen, ) zullen berekend worden op het forfaitair dagloon dat gehanteerd wordt voor de functie "kelner(in)" die geheel of gedeeltelijk met fooien bezoldigd wordt. Ter informatie, op dagbasis is dit momenteel 101,98 euro (minder dan 6-dagenstelsel, bedrag geldig vanaf 1 april 2013). Voor extra's die een arbeidersfunctie uitoefenen, betekent dit vermoedelijk dat de RJV ook het vakantiegeld op basis van het forfait 'kelner(in)' zal berekenen. Indien de extra een bediendefunctie uitoefent (wat zeer zelden het geval zal zijn), is het ons voorlopig niet duidelijk of de werkgever het vakantiegeld moet berekenen op het werkelijk loon, of op het forfait 'kelner(in)'. We bevragen de overheid hierover nog. Keuze uur- of dagforfait De horecawerkgever moet momenteel kiezen of hij voor zijn gelegenheidswerknemers een Full of Light Dimona zal verrichten. Die keuze geldt voor het gehele jaar, voor alle gelegenheidswerknemers van de werkgever, en is jaarlijks herzienbaar. Vanaf 1 oktober 2013 zal het huidig systeem met Full en Light Dimona, en dus ook de keuze tussen beide systemen, verdwijnen. In de plaats komt wel een andere keuze, nl. die tussen het uur- of het dagforfait. Dimona: keuze uur- of dagforfait Om van het voordelig stelsel gebruik te kunnen maken, moet de werkgever vóór het begin van de prestaties een correcte Dimona verrichten. Bij elke aangifte van een extra zal de horecawerkgever moeten kiezen of hij gebruik maakt van het uur- of dagforfait: bij het uurforfait moet de Dimona-aangifte het exacte begin- en einduur van de prestatie bevatten bij het dagforfait moet enkel het tijdstip van het begin van de prestatie vermeld worden De keuze tussen het uur- en dagforfait kan voor elke gelegenheidswerknemer en bij elke prestatie afzonderlijk verschillen. Dat is een belangrijk verschil met de huidige keuze tussen Full en Light Dimona, die voor het gehele jaar voor alle extra's geldt. Register voor werktijdregeling De horecawerkgever dient in principe nog steeds een register voor werktijdregeling bij te houden waarin de gelegenheidswerknemers worden vermeld. Momenteel is hij daarvan vrijgesteld indien hij een Full Dimona verricht. Vanaf 1 oktober 2013 zal de werkgever vrijgesteld zijn van die verplichting indien hij een Dimona met vermelding van begin- en einduur verricht (uurforfait). Hij dient dus enkel nog een register voor werktijdregeling bij te houden indien hij gebruikt maakt van Dimona met dagforfait. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

4 Uitzendkantoor: steeds uurforfait Een uitzendkantoor dat extra's tewerkstelt bij een gebruiker in de horeca zal niet kunnen kiezen: het zal steeds het begin- en einduur moeten aangeven, en dus het uurforfait moeten gebruiken. In de huidige regeling kunnen uitzendkantoren evenmin kiezen tussen Full en Light Dimona, voor hen geldt steeds de verplichting van een Full Dimona. Uitzendkantoren moeten steeds het ondernemingsnummer en het paritair comité van de gebruiker in Dimona vermelden. Prestaties buiten 50/100 Bovenop het contingent van 50 dagen kan een werknemer nog steeds als extra in de horeca werken. Het voordelig forfaitair stelsel is voor die dagen evenwel niet meer van toepassing. De socialezekerheidsbijdragen worden dan berekend op het reële loon (of, indien de werknemer geheel of gedeeltelijk met fooien betaald wordt, op de forfaitaire daglonen die voor bepaalde functies gelden). Fiscaal tarief van 33% In principe worden de inkomsten die de gelegenheidswerknemer of extra heeft, door de aard van de prestaties, belast als beroepsinkomsten. Deze inkomsten worden opgeteld bij de andere belastbare inkomsten en bijgevolg belast tegen het progressief (of opklimmend) tarief in de personenbelasting. Om deze zwaardere belastingheffing te milderen, en de gelegenheidswerknemer toe te laten op voorhand te weten wat hij netto (bij)verdient, komt er een gunstiger afzonderlijk tarief van 33% in de personenbelasting. Dit afzonderlijk tarief wordt alleen toegepast wanneer de belastingplichtige er voordeel bij heeft. Indien het normaal, progressief tarief toch voordeliger zou zijn, geldt alsnog dit tarief. Deze tarieven moeten nog verhoogd worden met de aanvullende gemeentebelasting. Voor dit inkomen zal vermoedelijk ook een specifiek percentage in de bedrijfsvoorheffing voorzien worden. Hiervoor is het nog wachten op een aanpassing van Bijlage III. Het percentage zal vermoedelijk 33,31% bedragen. Opgelet: deze regel zal enkel gelden voor extra's voor wie het voordelig, forfaitair RSZ-statuut van toepassing is. Het gaat dus enkel om de gelegenheidswerknemers die hun eerste 50 dagen per jaar als extra presteren, bij een horecawerkgever (eventueel via interim) die dat jaar zijn eerste 100 dagen gebruik maakt van het stelsel van gelegenheidsarbeid. Cumul gelegenheids- en studentenarbeid Voor studenten die willen bijklussen in de horeca, komt er een gunstige regeling. Nadat ze het reeds bestaande contingent van 50 dagen studentenarbeid per jaar met solidariteitsbijdragen uitgeput hebben, zullen zij (en de horecawerkgever of het uitzendkantoor) ook het voordelig forfaitair stelsel extra's kunnen benutten. Uiteraard geldt de voorwaarde van maximaal 50 en 100 dagen ook hier. De RSZ stelt expliciet als voorwaarde dat voor de eerste 50 dagen het statuut studentenarbeid moet gebruikt worden. Opgelet: het is niet mogelijk beide stelsels tegelijk te genieten. Het zal dus niet mogelijk zijn om solidariteitsbijdragen op het uur- of dagforfait te berekenen. De cumulatie tussen studentenarbeid en gelegenheidsarbeid in de land- of tuinbouw wordt vanaf 1 oktober 2013 op dezelfde manier mogelijk. Nu geldt nog de regel dat het aantal dagen gepresteerd als student in mindering komt van het maximaal aantal dagen als gelegenheidswerknemer in de land- of tuinbouw. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer:

5 Cumulbeperking extra horeca met activiteiten in land- of tuinbouw Wanneer een gelegenheidsarbeider in de land- of tuinbouw eveneens een activiteit uitoefent in het nieuwe stelsel voor extra's in de horeca, is de cumulatie van de verschillende gelegenheidsactiviteiten beperkt tot 65 dagen per kalenderjaar. Dat plafond wordt op 100 dagen per kalenderjaar gebracht wanneer de gelegenheidsactiviteiten vanaf de 66 e dag uitsluitend uitgeoefend worden in de witloofteelt. Inwerkingtreding op 1 oktober 2013 Het nieuwe stelsel voor de gelegenheidsarbeid in de horeca zal in principe op 1 oktober 2013 aanvangen. Zoals reeds vermeld, zal het jaarlijks contingent van 50 (voor de werknemer) en 100 dagen (voor de werkgever) in 2013 niet geproratiseerd worden. Het zal met andere woorden volledig in het 4de kwartaal van 2013 benut kunnen worden. We herhalen dat deze reglementering momenteel nog steeds in ontwerpfase is, en er dus mogelijks nog wijzigingen kunnen optreden. This information is provided via our website and is explicitly subject to the websitedisclaimer: