CIRCULAIRE. DECAVA-systeem: nieuwe werkgeversbijdragen met ingang van 1 april 2012 S.2012/035 S.2012/XXX. Samenvatting AH/LP/S.235 CI12-035N.

Transcriptie

1 Annick Hellebuyck Adviseur AH/LP/S.235 CI12-035N.AH CIRCULAIRE S.2012/XXX DECAVA-systeem: nieuwe werkgeversbijdragen met ingang van 1 april juni 2012 Samenvatting De regering heeft besloten om met ingang van 1 april 2012 de zogenoemde DECAVA -werkgeversbijdragen, die worden toegepast op de aanvullende vergoedingen bij een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (exbrugpensioen) en op de vergoedingen ter aanvulling van bepaalde sociale uitkeringen (ex-pseudobrugpensioenen), te verhogen. De tarieven die van toepassing zijn tussen 1 april 2010 en 31 maart 2012 vormden het onderwerp van onze circulaires 2010/019, 2010/027 en 2010/044. Sociaal Departement T F ah@vbo-feb.be Deze circulaire geeft aan hoe het staat met de wijzigingen die met ingang van 1 april 2012 van toepassing zijn op grond van een KB dat is goedgekeurd door de Ministerraad van 15 juni 2012 maar dat nog niet gepubliceerd is. Deze nieuwe bijdragetarieven waren al aangekondigd in onze circulaire 2012/026 (punt 2.6). Het nieuwe KB past bepaalde bijdragetarieven die waren vastgelegd in de programmawet van 29 maart 2012 in neerwaartse zin aan in overeenstemming met het unanieme advies nr van de NAR en wijzigt de verlaagde tarieven van het KB van 29 maart 2010 voor de erkende ondernemingen (moeilijkheden of herstructurering). Gezien de urgentie wordt de informatie in deze circulaire meegedeeld onder voorbehoud van publicatie van dit KB. Een samenvattende tabel is als bijlage toegevoegd. VBO VZW Ravensteinstraat 4 B Brussel T F info@vbo-feb.be Lid BUSINESSEUROPE

2 Circulaire (-1-) 1 Context In onze circulaire nr. 2012/026 kondigden wij aan dat de nieuwe wettelijke bijdragetarieven die in de programmawet van 29 maart 2012 met ingang van 1 april 2012 waren vastgesteld nog konden gewijzigd worden met een koninklijk besluit na unaniem advies van de sociale partners in de NAR. Om elke verwarring te vermijden, vermelde onze vorige circulaire dus niet de nieuwe wettelijke bijdragetarieven. In aansluiting op advies nr van 4 april heeft de regering uiteindelijk aanvaard om bepaalde wettelijke tarieven met ingang van het 2de kwartaal 2012 naar beneden toe te herzien. De Ministerraad van 15 juni 2012 heeft daartoe een KB goedgekeurd. Dit KB heeft een dubbel doel: - enerzijds wijzigt het de tarieven die waren bepaald door de programmawet van 29 maart 2012; in deze mogelijkheid was voorzien door art. 78 van de wet houdende diverse bepalingen van 29 maart 2012; - anderzijds verhoogt het de tarieven die van toepassing zijn op als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering erkende ondernemingen, die thans zijn bepaald door het KB van 29 maart Deze nieuwe tarieven treden in werking met terugwerkende kracht met ingang van 1 april Referentieteksten - Wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), art. 114 tot 148, laatst gewijzigd door de programmawet van 29 maart 2012, art (B.S. 6/04/2012 Ed. 3), door de wet houdende diverse bepalingen van 29 maart 2012, art (B.S. 30/03/2012 Ed. 3) en door het koninklijk besluit dat hieronder wordt besproken (moet nog worden gepubliceerd); - door de Ministerraad van 15 juni 2012 goedgekeurd KB tot uitvoering van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) en tot wijziging van het KB van 29 maart 2010 tot uitvoering van hoofdstuk 6 van Titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1), betreffende de socialezekerheidsbijdragen en inhoudingen verschuldigd op brugpensioenen, op aanvullende vergoedingen bij bepaalde socialezekerheidsuitkeringen en op uitkeringen voor invaliditeit (moet nog worden gepubliceerd). 1 Zie

3 Circulaire (-2-) 3 Inwerkingtreding en toepassingsgebied De hieronder vermelde nieuwe werkgeversbijdragen treden in werking met ingang van 1 april 2012 en worden toegepast op alle aanvullende vergoedingen, met bepaalde tariefverschillen naargelang van hun ingangsdatum en de leeftijd van de gerechtigde op het ogenblik dat hij tot het stelsel toetreedt. Deze regelgeving betreft: (1) de vergoedingen ter aanvulling van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag of SWT (voorheen brugpensioen genoemd), (2) de aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid vanaf 50 jaar (ook pseudobrugpensioenen of Canada-dry genoemd), (3) bepaalde aanvullende vergoedingen bij onderbrekingsuitkeringen in geval van volledig of halftijds tijdskrediet vanaf 50 jaar, (4) de aanvullende vergoedingen bij invaliditeitsuitkeringen Opmerking: Deze circulaire onderzoekt niet de specifieke regelgeving die van toepassing is op de non-profitsector (verlaagde bijdragetarieven), noch de bepalingen met betrekking tot de invaliditeitsuitkeringen. Alle normale tarieven (cf. punt 4) en verlaagde tarieven (cf. punt 5) die van kracht zijn met ingang van 1 april 2012 zijn samengevat in 3 als bijlage opgenomen tabellen. 4 Nieuwe werkgeversbijdragen met ingang van 1 april 2012 Wat de bovenbedoelde bedragen (1) en (2) betreft, is in verschillende bijdragetarieven voorzien naargelang met het betalen van de aanvullende vergoeding werd begonnen vóór 1 april 2010 (periode 1), ofwel tussen 1 april 2010 en 31 maart 2012 (periode 2), ofwel met ingang van 1 april 2012 (periode 3) PERIODE 1: SWT s (ex-brugpensioenen) die liepen op datum van 31 maart 2010: de degressieve procentuele bijdragen worden met 6% verhoogd De degressieve procentuele bijdragetarieven stijgen met 6% met ingang van 1 april Zo hebben de sociale partners de schade kunnen beperken ten opzichte van het aanvankelijke voornemen van de regering om de werkgeversbijdragen op de lopende regelingen met 25% te verhogen, een doelstelling die na het tripartiete overleg van 14 februari 2012 werd teruggeschroefd

4 Circulaire (-3-) tot een verhoging met 10% (wet van 29 maart 2012) en uiteindelijk met 6% op de lopende regelingen (nieuw KB). Ziehier de percentages die op grond van art. 118, 2 van de wet van 27/12/ met ingang van 1 april 2012 van toepassing zijn op de aanvullende vergoeding voor de SWT s die liepen vóór 1 april Zoals uitgelegd in onze circulaire nr. 2010/019 gaat het om evolutieve percentages, d.w.z. degressieve percentages volgens de effectieve leeftijd van de gerechtigde naargelang van zijn SWT-periode. Dit degressiviteitsprincipe werd behouden door de regelgeving voor de gerechtigden die tijdens periode 1 tot een SWT zijn toegetreden: 31,80% voor jaar (in plaats van 30%) voor elke maand waarin de gerechtigde de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt; 25,44% voor jaar (in plaats van 24%) voor elke maand waarin de gerechtigde, die minstens 52 jaar is, de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt; 19,08% voor jaar (in plaats van 18%) voor elke maand waarin de gerechtigde, die minstens 55 jaar is, de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt; 12,72% voor jaar (in plaats van 12%) voor elke maand waarin de gerechtigde, die minstens 58 jaar is, de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt; 6,36% vanaf 60 jaar (in plaats van 6%). Voor welke gerechtigden zijn deze bijdragetarieven bedoeld? > SWT s van vóór 1 april 2010, d.w.z. alle ex-brugpensioenen die liepen op datum van 31 maart > SWT s die volgen op een individueel ontslag dat werd betekend vóór 16 oktober 2009, ongeacht de aanvangsdatum ervan. > SWT s die ingaan tijdens de periode van erkenning als onderneming in herstructurering wanneer deze periode is begonnen vóór 15 oktober 2009 (zelfde degressieve tarieven van toepassing tijdens en na deze periode van erkenning). > na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden, voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode wanneer deze is begonnen vóór 15 oktober 2009 (cf. punt 5.2. voor de verlaagde tarieven tijdens deze periode van erkenning). Opmerking: bijzondere compenserende werkgeversbijdrage: de SWT s die liepen op datum van 31 maart 2010 waarop de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage van 50% (of 33% in geval van vervanging) moest worden betaald wegens brugpensioen op 56 jaar ter uitvoering van cao nr. 97 (bouwsector 2 Achtereenvolgens gewijzigd door de programmawet van 29 maart 2012, art. 119 tot 142 en vervolgens door het (nog te publiceren) KB dat op 15 juni 2012 werd goedgekeurd door de Ministerraad op grond van de wettelijke delegatie die aan de Koning werd verleend door art. 78 van de wet houdende diverse bepalingen van 29 maart 2012.

5 Circulaire (-4-) of 20 jaren nachtarbeid) blijven verder aan deze bijdrage onderworpen tot de maand waarin de gerechtigde de leeftijd van 58 jaar bereikt. De bijzondere tarieven van 50% en 33% blijven met ingang van 1 april 2012 behouden maar zullen in werkelijkheid geen enkele gerechtigde meer aangaan, aangezien deze bijdrage gedurende maximum twee jaar (tussen 56 en 58 jaar) verschuldigd was PERIODE 2: SWT s & aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid (> 50 jaar) die van toepassing zijn geworden tussen 1 april 2010 en 31 maart 2012: de vaste procentuele bijdragen (meerdere tarieven) worden verhoogd met 6% Ter uitvoering van de art. 118, 2bis en 120, 3 van de wet van 27/12/2006 worden de vaste bijdragen die eens en voor altijd worden vastgesteld op basis van de leeftijd van de gerechtigde op het ogenblik dat hij tot het stelsel toetreedt, verhoogd met 6% (in plaats van de 25% die de regering aanvankelijk in het vooruitzicht had gesteld en vervolgens van de 10% die was bepaald in de programmawet van 29 maart 2012). Ter herinnering: dit tweede systeem van vaste bijdragen werd door regering bedacht in het kader van de Begroting 2010 en maakt deel uit van de programmawet van 23/12/2009 (art.107 tot 111). Ziehier de vaste percentages die met ingang van 1/04/2012 van toepassing zijn op de aanvullende vergoeding van de gerechtigden van periode 2 (SWT-ers en volledig werklozen van minstens 50 jaar die een conventionele aanvullende vergoeding genieten). 53,00% voor jaar (in plaats van 50%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt; 42,40% voor jaar (in plaats van 40%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 52 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt; 31,80% voor jaar (in plaats van 30%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt; 21,20% voor jaar (in plaats van 20%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt; 10,60% vanaf 60 jaar (in plaats van 10%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. Voor welke gerechtigden zijn deze bijdragetarieven bedoeld? > SWT s en aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid (> 50 jaar) die ingaan tussen 1 april 2010 en 31 maart 2012, voor zover het individueel ontslag betekend werd na 15 oktober Uit het nieuwe art. 118, 2quater van de wet

6 Circulaire (-5-) van 27/12/2006 (cf infra) kan worden afgeleid dat de bijdragen van periode 2 worden toegepast wanneer het stelsel ingaat na 31 maart 2012 na een individueel ontslag dat werd betekend vóór 28 november > na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode wanneer deze is begonnen tussen 15 oktober 2009 en 31 maart 2012 (cf. punten 5.1. en 5.2. voor de verlaagde tarieven tijdens de periode van erkenning). Opmerking: afschaffing van de bijzondere compenserende werkgeversbijdrage: op de SWT s die worden toegekend vanaf periode 2 vanaf 56 jaar ter uitvoering van cao nr. 97 en vervolgens van de IPA-wet van 12 april 2011 (bouwsector of 20 jaren de nachtarbeid) maar die onder artikel 118, 2bis van de wet van 27 december 2006 vallen, is de bijdrage van 50% (of 33% in geval van vervanging) tussen 56 en 58 jaar niet meer verschuldigd PERIODE 3: SWT s & aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid (> 50 jaar) die van toepassing zijn geworden met ingang van 1 april 2012: de vaste procentuele bijdragen (meerdere tarieven) worden fors opgetrokken. Ter uitvoering van de art. 118, 2quater en 120, 3/1 van de wet van 27/12/2006 worden de vaste bijdragen die eens en voor altijd worden vastgesteld op basis van de leeftijd van de gerechtigde op het ogenblik dat hij tot het stelsel toetreedt voor de nieuwe gerechtigden duidelijk verhoogd met ingang van 1 april De regering heeft deze maatregel gerechtvaardigd met een begrotingsdoelstelling gekoppeld aan een ontradend effect voor de toetreding tot een SWT (bijdragen minstens verdubbeld). De sociale partners hebben uiteindelijk, op basis van hun advies nr van 4 april 2012, verkregen dat de tarieven die waren vastgesteld in de programmawet van 29 maart 2012 voor de leeftijdscategorieën jaar en jaar als volgt worden verlaagd: Leeftijd van toetreding tot het stelsel Tarieven vastgesteld in de oorspronkelijke programmawet (B.S.6/04/2012 Ed. 3) 55 jaar 56 jaar 85% 57 jaar 58 jaar 55% 59 jaar Tarieven gewijzigd bij KB en aangepast in de programmawet met ingang van 1/04/ %

7 Circulaire (-6-) Ziehier de vaste percentages die met ingang van 1/04/2012 van toepassing zijn op de aanvullende vergoeding van de gerechtigden van periode 3 (SWT-ers en volledig werklozen van minstens 50 jaar die een conventionele aanvullende vergoeding genieten): 100% voor jaar (in plaats van 50%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt; 95% voor jaar (in plaats van 40%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 52 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt; 50% voor jaar (in plaats van 30%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt; 50% voor jaar (in plaats van 20%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt; 25% vanaf 60 jaar (in plaats van 10%) voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT of de sociale uitkering ingaat, de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. Voor welke gerechtigden is dit bedoeld? > SWT-ers van wie de opzegging of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst werd betekend na 28 november 2011 en van wie het SWT ingaat met ingang van 1 april 2012 (art. 118, 2quater); > aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid (> 50 jaar) die voor het eerst worden toegekend vanaf 1 april 2012 na een opzegging of een beëindiging van de arbeidsovereenkomst die werd betekend na 28 november 2011, of voor elke opzegging van de arbeidsovereenkomst na deze datum (art /1); > na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden, voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode wanneer deze is begonnen vanaf 1 april 2012 (cf. punten 5.1. en 5.2. voor de verlaagde tarieven tijdens de periode van erkenning) PERIODES 1/2/3 voor de andere vergoedingen ter aanvulling van sociale uitkeringen : de bijdrage stijgt naar 38,82% > Los van de datum waarop ze het eerst zijn gestort, blijven de aanvullende vergoedingen in geval van volledig of deeltijds tijdskrediet, vanaf de leeftijd van 50 jaar, onderworpen aan een vaste procentuele bijdrage. Deze stijgt met ingang van 1 april 2012 van 32,25% naar 38,82%.

8 Circulaire (-7-) > Dezelfde verhoging van 32,25% tot 38,82% wordt toegepast op de aanvullende vergoedingen in geval van volledige werkloosheid (> 50 jaar) die gestart zijn in periode 1, d.w.z. waarvan de eerste storting gebeurde vóór 1 april 2010 of waarbij de individuele opzegging werd betekend vóór 15 oktober Zonder hier dieper op in te gaan, werden de voorwaarden van het KB van 22 maart 2006 integraal overgenomen in het nieuwe ontwerp-kb. Zo is deze bijzondere bijdrage verschuldigd, voor de werknemers die een aanvullende vergoeding ontvangen, vanaf de maand waarin ze de leeftijd van 50 jaar bereiken tot de pensioenleeftijd. Zoals voorheen is deze bijdrage echter niet verschuldigd wanneer de werknemer zich in één van de volgende situaties bevindt: hij was nog geen 45 jaar op het moment van de eerste toekenning; hij heeft de aanvullende vergoeding voor het eerst genoten vóór 1 januari 2006; hij werd ontslagen vóór 1 oktober Op de portaalsite van de sociale zekerheid worden de verschillende situaties vermeld waarin een supplement wordt toegekend bovenop de tijdskredietuitkeringen die vrijgesteld zijn van DECAVA-werkgeversbijdragen, in het bijzonder de supplementen bij het 1/5-tijdskrediet en de sectorale supplementen wanneer de cao van toepassing was vóór 30 september 2005 en sinds die datum zonder onderbreking noch wijzigingen werd verlengd Verlaagde tarieven voor de SWT s die ingaan tijdens de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering 5.1. Ondernemingen in moeilijkheden (art. 6, KB 29/03/2010) Tijdens de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden gelden voor de aanvullende SWT-vergoeding de volgende verlaagde tarieven, los van de datum van erkenning als onderneming in moeilijkheden, op voorwaarde evenwel dat het SWT effectief is ingegaan tijdens deze periode van erkenning. Deze tarieven werden niet met ingang van 1 april 2012 gewijzigd. 17,5% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt); 13,5% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt); 10% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT 3 Zie link naar de RSZ-portaalsite: H_3_1_1/PROTH_3_1_1_4.xml

9 Circulaire (-8-) ingaat, de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt); 6,5% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt); 3,5% vanaf 60 jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt). Nieuw: Deze verlaagde tarieven zijn eveneens van toepassing tijdens de periode van erkenning als onderneming in herstructurering wanneer aan bepaalde bijzondere voorwaarden is voldaan, ter uitvoering van art. 18, 7, 4 de lid van het KB van 3 mei Het gaat om de volgende cumulatieve voorwaarden: het collectief ontslag heeft betrekking op minstens 20% van de werknemers; het collectief ontslag betreft ofwel alle werknemers van een TBE 5, ofwel alle werknemers van een volledig activiteitensegment (dit laatste begrip moet nog worden bepaald bij een in Ministerraad overlegd KB); deze TBE of dit volledig activiteitensegment moet vóór de aankondiging van het collectief ontslag al minstens twee jaar bestaan Na de periode van erkenning (moeilijkheden), worden de bijdragetarieven die van toepassing zijn bepaald op basis van, enerzijds, de leeftijd die de gerechtigde heeft bereikt op het moment dat de periode van erkenning eindigt, en anderzijds, de datum waarop de periode van erkenning aanvangt. De regelgeving onderscheidt daartoe drie perioden: 1 ) Periode van erkenning die aanvangt vóór 15 oktober 2009 (art. 6, 2, KB 29 maart 2010): Dit zijn de degressieve procentuele bijdragen (cf. 4.1) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode van erkenning. 2 ) Periode van erkenning die aanvangt tussen 15 oktober 2009 en 31 maart 2012 (art. 6, 2 en 3, KB 29 maart 2010): Dit zijn in principe de vaste procentuele bijdragen (cf. 4.2) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode van erkenning. Als echter het SWT was gestart vóór 1 april 2010 of als het individueel ontslag was betekend vóór 15 oktober 2009, zouden de degressieve bijdragen (cf. 4.1) van toepassing zijn na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden. 4 Zie nieuwe reglementering van het SWT die sinds 1 januari 2012 is ingevoerd door het KB van 28/12/2011, art TBE = technische bedrijfseenheid

10 Circulaire (-9-) 3 ) Periode van erkenning die aanvangt met ingang van 1 april 2012 (art. 6, 4, KB 29 maart 2010): Dit zijn de verhoogde vaste procentuele bijdragen (cf. 4.3) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode van erkenning. Als echter het individueel ontslag was betekend vóór 28 november 2011 zouden de vaste bijdragen van de eerste generatie (cf. 4.2) van toepassing zijn na de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden Ondernemingen in herstructurering (art. 5 en 5bis, KB 29/03/2010) Tijdens de periode van erkenning als onderneming in herstructurering worden op de aanvullende SWT-vergoeding verlaagde tarieven toegepast, op voorwaarde echter dat het SWT effectief tijdens deze periode van erkenning is ingegaan. Ook hier moeten drie perioden worden onderscheiden: 1 ) Periode van erkenning die aanvangt vóór 15 oktober 2009 (art. 5 3de lid, KB 29 maart 2010): Dit zijn de degressieve procentuele bijdragen (cf. 4.1) die verschuldigd zijn tijdens de hele periode van erkenning als onderneming in herstructurering, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode 6. 2 ) Periode van erkenning die aanvangt tussen 15 oktober 2009 en 31 maart 2012 (art.5, 1ste lid, 1, KB 29 maart 2010): Voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode van erkenning als onderneming in herstructurering werden de verlaagde bijdragen die tijdens de hele periode van toepassing zijn niet gewijzigd ten opzichte van 1 april 2010 (geen verhoging met 6%, in tegenstelling met de normale bijdragen). De verlaagde tarieven tijdens deze periode zijn de volgende: 50% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt); 30% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt); 20% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt); 20% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt); 10% vanaf 60 jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt). 6 categorie die niet is opgenomen in de samenvattende tabel (bijlage 2), gezien deze perioden voorbij zijn.

11 Circulaire (-10-) Als echter het SWT was gestart vóór 1 april 2010 of als het individueel ontslag was betekend vóór 15 oktober 2009, zouden de degressieve bijdragen (cf. 4.1) van toepassing zijn tijdens de periode van erkenning als onderneming in herstructurering. 3 ) Periode van erkenning die aanvangt met ingang van 1 april 2012 (art.5bis, 1ste lid, 1 KB 29 maart 2010): Voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode van erkenning als onderneming in herstructurering werden de verlaagde bijdragen die tijdens de hele periode van toepassing zijn fors verhoogd. De verlaagde tarieven tijdens deze periode zijn de volgende: 75% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar niet heeft bereikt); 60% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 52 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt); S 40% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het i SWT ingaat, de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt); 40% voor jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en de leeftijd van 60 jaar niet heeft bereikt); 20% vanaf 60 jaar (voor de gerechtigde die, op het ogenblik dat het SWT ingaat, de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt) Na de periode van erkenning (herstructurering) worden de bijdragetarieven die van toepassing zijn bepaald op basis van, enerzijds, de leeftijd die de gerechtigde heeft bereikt op het moment dat de periode van erkenning eindigt, en anderzijds, de datum waarop de periode van erkenning aanvangt. De regelgeving onderscheidt daartoe drie perioden: 1 ) Periode van erkenning die aanvangt vóór 15 oktober 2009 (art. 5, 3de lid, KB 29 maart 2010): Dit zijn de degressieve procentuele bijdragen (cf. 4.1) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode van erkenning. 2 ) Periode van erkenning die aanvangt tussen 15 oktober 2009 en 31 maart 2012 (art. 5, 1ste lid, 2, KB 29 maart 2010): Dit zijn de degressieve procentuele bijdragen (cf. 4.1) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode

12 Circulaire (-11-) van erkenning. Als echter het SWT was gestart vóór 1 april 2010 of als het individueel ontslag was betekend vóór 15 oktober 2009, zouden de degressieve bijdragen (cf. 4.1) van toepassing zijn na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering. 3 ) Periode van erkenning die aanvangt met ingang van 1 april 2012 (art.5bis, 1ste lid, 2 KB 29 maart 2010): Dit zijn de verhoogde vaste procentuele bijdragen (cf. 4.3) die verschuldigd zullen zijn na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering, voor de SWT s die zijn ingegaan tijdens deze periode van erkenning. Als echter het individueel ontslag was betekend vóór 28 november 2011 zouden de vaste bijdragen van de eerste generatie (cf. 4.2) van toepassing zijn na de periode van erkenning als onderneming in herstructurering. 6. Andere door het KB ingevoerde wijzigingen Onze circulaire 2010/019 lichtte onder meer de principes toe die van toepassing zijn inzake de minimumbijdrage op de aanvullende SWT-vergoeding, alsook de sancties bij gebrek aan een aangifte bij de RSZ. Sommige van deze bedragen worden met ingang van 1 april 2012 verhoogd Minimumbijdrage Met ingang van 1 april 2012 stijgt de maandelijkse minimumbijdrage als volgt: SWT s die lopen op 31 maart 2012 of individuele betekening van het ontslag tot 28/11/2011: 26,50 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar niet had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 25 EUR) 19,93 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 18,80 EUR) SWT s die ingaan met ingang van 1 april 2012 voor zover het individueel ontslag werd betekend na 28/11/2011: 50 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar niet had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 25 EUR) 37,60 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 18,80 EUR) Tijdens de periode van erkenning als onderneming in moeilijkheden: de minimumbijdrage van 8 EUR zou niet worden gewijzigd.

13 Circulaire (-12-) Wanneer de cao waarbij de aanvullende vergoeding wordt toegekend niet in overeenstemming is met het wettelijk voorschrift om te voorzien in de voortgezette betaling van deze vergoeding tijdens de periode van werkhervatting of om niet af te wijken van cao nr. 17tricies (cf. circulaire 2010/019, punt 4.4), stijgt de maandelijkse minimumbijdrage als volgt: SWT s die lopen op 31 maart 2012 of individuele betekening van het ontslag tot 28/11/2011: 53 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar niet had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 50 EUR) 39,86 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 37,60 EUR) SWT s die ingaan met ingang van 1 april 2012 voor zover het individueel ontslag werd betekend na 28/11/2011: 100 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar niet had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 50 EUR) 75,20 EUR als de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar had bereikt op het moment dat het SWT inging (in plaats van 37,60 EUR) 6.2. Sancties Met ingang van 1 april 2012 stijgt, wanneer de schuldenaar de aanvullende vergoeding niet heeft aangegeven bij de RSZ, de forfaitaire sanctie naar: SWT: 159 EUR (in plaats van 150,00 EUR) Vergoeding ter aanvulling van andere sociale uitkeringen: 170 EUR (in plaats van 160 EUR) Ter herinnering: het gaat om een forfaitair maandelijks bedrag dat wordt toegepast op alle maanden waarin deze gegevens ontbreken in de DmfA-aangifte. Bijlagen: 3 samenvattende tabellen van de Decava-werkgeversbijdragen

14 Circulaire (-13-) Tabel 1 - Werkgeversbijdragen op SWT (voorheen brugpensioen) rekening houdend met het KB goedgekeurd door de Ministerraad van 15/06/2012 Leeftijd van toetreding tot SWT Op 31/03/2010 bestaand SWT = degressieve % volgens leeftijd tijdens het SWT tarieven van 1/04/2010 tot 31/03/2012 => tarieven met ingang van 1/04/2012 SWT die aanvangt van 1/04/2010 tot 31/03/2012 indien individuele betekening na 15/10/2009 = vaste % volgens leeftijd bij het begin van het SWT tarieven van 1/04/2010 tot 31/03/2012 => tarieven met ingang van 1/04/2012 SWT met ingang van 1/04/2012 indien individuele betekening na 28/11/2011 = vaste % volgens leeftijd bij het begin van het SWT => tarieven met ingang van 1/04/ ,00% 31,80% 50,00% 53,00% 100,00% 51 30,00% 31,80% 50,00% 53,00% 100,00% 52 24,00% 25,44% 40,00% 42,40% 95,00% 53 24,00% 25,44% 40,00% 42,40% 95,00% 54 24,00% 25,44% 40,00% 42,40% 95,00% 55 18,00% 19,08% 30,00% 31,80% 50,00% 56 18,00% 19,08% 30,00% 31,80% 50,00% 57 18,00% 19,08% 30,00% 31,80% 50,00% 58 12,00% 12,72% 20,00% 21,20% 50,00% 59 12,00% 12,72% 20,00% 21,20% 50,00% Vanaf 60 6,00% 6,36% 10,00% 10,60% 25,00%

15 Circulaire (-14-) Leeftijd van toetreding tot SWT Tabel 2 - Werkgeversbijdragen op SWT rekening houdend met het KB goedgekeurd door de Ministerraad van 15 juni 2012 Ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering (behoudens bijzondere gevallen volgens datum van individuele betekening ontslag) Ondernemingen in moeilijkheden Ondernemingen in herstructurering Verlaagde bijdragen tijdens de periode van erkenning (als SWT ingaat tijdens periode)* verschuldigd met ingang van 1/04/2012 (status-quo 1/04/2010) Erkenning tussen 15/10/2009 en 31/03/2012** Erkenning met ingang van 1/04/2012*** Verlaagde bijdragen tijdens de periode van erkenning (als SWT ingaat tijdens periode) verschuldigd met ingang van 1/04/2012 (status-quo 1/04/2010) Verlaagde bijdragen tijdens de periode van erkenning (als SWT ingaat tijdens periode) verschuldigd met ingang van 1/04/2012 voor de SWT s die ingaan tijdens deze periode 50 17,5% 50% 75,0% 51 17,5% 50% 75,0% 52 13,5% 30% 60,0% 53 13,5% 30% 60,0% 54 13,5% 30% 60,0% 55 10,0% 20% 40,0% 56 10,0% 20% 40,0% 57 10,0% 20% 40,0% 58 6,5% 20% 40,0% 59 6,5% 20% 40,0% Vanaf 60 3,5% 10% 20,0% *vaste % tijdens periode van erkenning **vaste % tijdens periode van erkenning ***vaste % tijdens periode van erkenning OPGELET met ingang van 1/04/2012: OPGELET met ingang van 1/04/2012: OPGELET met ingang van 1/04/2012: Na periode van erkenning met aanvangsdatum met ingang van 15/10/2009: tarieven vastgesteld volgens leeftijd gerechtigde op de einddatum van de periode: Na deze periode van erkenning => tarieven vastgesteld volgens de leeftijd van de gerechtigde op de einddatum van de periode, als volgt: Na deze periode van erkenning => tarieven vastgesteld volgens de leeftijd van de gerechtigde op de einddatum van de periode, als volgt: 1) indien erkenningsperiode is begonnen tussen 15/10/2009 en 31/03/2012 => 53/42,40/31,80/21,20/10,60% => 100/95/50/50/25% => tarieven na = 53/42,40/31,80/21,20/10,60% 2) ) indien erkenningsperiode is begonnen met ingang van 1/04/2012 => tarieven na = 100/95/50/50/25% Na periode van erkenning met begindatum vóór 15/10/2009: => degressieve tarieven Na periode van erkenning met begindatum vóór 15/10/2009: => degressieve tarieven

16 Circulaire (-15-) Tabel 3 - Werkgeversbijdragen op SWAV (ex-pseudobrugpensioen) rekening houdend met het KB goedgekeurd door de Ministerraad van 15 juni 2012 Leeftijd bij aanvang van de sociale uitkering (met ingang van 1/04/2012) Supplementen werkloosheid en tijdskrediet < 31/03/2010 Pseudobrugpensioenen van 1/04/2010 tot 31/03/2012 Supplementen volledige werkloosheid Suppl. tijdskrediet 50% of voltijds > 50 jaar Nieuwe pseudobrugpensioenen met ingang van 1/04/2012 Supplementen volledige werkloosheid Suppl. tijdskrediet 50% of voltijds > 50 jaar bijdragen van 1/4/2010 tot => bijdrage vanaf Bijdrage bijdrage => bijdrage vanaf => bijdragen vanaf 31/03/2012 vanaf 1/04/2012 vanaf 1/04/2012 1/04/2012 1/04/2010 1/04/ ,25% 38,82% 50,00% 53,00% 38,82% 100,00% 38,82% => bijdrage vanaf 1/04/ ,25% 38,82% 50,00% 53,00% 38,82% 100,00% 38,82% 52 32,25% 38,82% 40,00% 42,40% 38,82% 95,00% 38,82% 53 32,25% 38,82% 40,00% 42,40% 38,82% 95,00% 38,82% 54 32,25% 38,82% 40,00% 42,40% 38,82% 95,00% 38,82% 55 32,25% 38,82% 30,00% 38,82% 38,82% 50,00% 38,82% 56 32,25% 38,82% 30,00% 38,82% 38,82% 50,00% 38,82% 57 32,25% 38,82% 30,00% 38,82% 38,82% 50,00% 38,82% 58 32,25% 38,82% 20,00% 38,82% 38,82% 50,00% 38,82% 59 32,25% 38,82% 20,00% 38,82% 38,82% 50,00% 38,82% Vanaf 60 32,25% 38,82% 10,00% 38,82% 38,82% 38,82% 38,82%