VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 12 DECEMBER 2013 OM UUR.

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 12 DECEMBER 2013 OM UUR. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raad is te beluisteren op Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, voorzitter; De dames: T.C. van Es (D66), M. den Hartog-De Jong (PvdA), K.E. Middelkoop-van den Adel (CDA), C.A. Verver-van Geesbergen (VVD) en J. Vos (GroenLinks); de heren: R.V. van Engelen (GroenLinks), L. Fijnekam (PAB), A. de Graaf (VVD), R.A. Groene (PAB), F. den Hartog (PAB), J.H. Hoogeveen (PAB), M.C. Hoogland (SGP), G.J.A. Klein Hofmeijer (PvdA), C. de Kraker (SGP), R. Lammers (Lijst Lammers), E.B.A. Lichtenberg (CDA), A. Rietveld (ChristenUnie), C. de Ruijter (ChristenUnie), M. de Roo (VVD), E.J. Schotting (PvdA), A.v.d. Stelt (CDA), A. Stremler (PAB) en M. van der Valk (VVD); Afwezig met kennisgeving: niemand, de raad is voltallig. Voorts aanwezig: mevrouw J.R. Reuwer-Verheij en de heren C. Koppenol, R.T.A. Korteland, H.A. Nieuwstraten en W.C. Scheurwater, portefeuillehouders; Publieke tribune: ± 16 belangstellenden; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, raadsgriffier; Verslaglegging: CTT; 01. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om uur met een hartelijk welkom en deelt mee dat mevrouw Verver en de heer Lammers iets later zullen zijn. 02. Vaststelling van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld. De heer VAN ENGELEN merkt op dat het voor zijn fractie inmiddels duidelijk is waarom de beantwoording van art.36 vragen enigszins vertraagd is en dat hij niet om een agendapunt ter zake voor hedenavond zal vragen. 03. Vaststelling van de verslagen van de openbare vergaderingen van: a. 17 oktober 2013; b. 07 november 2013 Het verslag van 17 oktober 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag zegt mevrouw DEN HARTOG inzake het besluit om drie kunstgrasvelden met Xtragrass aan te leggen, dat de keuze op Xtragrass is gevallen en dat in de raad en commissie is gesproken over de keuze en het feit dat het hier gaat om non-proven technology: een product dat zich nog niet bewezen heeft. In verband daarmee verzoekt zij het college om goede nota te nemen van bestaande klachten en zij verwacht dat een onderzoek zal worden ingesteld naar aanleiding van de klachten voordat overgegaan wordt tot aanschaf i.v.m. na te komen garantieverplichtingen. De VOORZITTER merkt op dat het college hierop dan in de commissie terug kan komen. Het verslag van 7 november 2013: De heer HOOGLAND merkt op dat de integraal overgenomen bijdragen van de heer Lichtenberg het verslag enigszins onevenwichtig maakt in relatie tot de bijdragen van anderen, waarop de VOORZITTER toezegt erop te zullen wijzen dat de evenwichtigheid wordt bewaakt. Pagina 7, 2e alinea van onder: de heer LAMMERS merkt op dat "bijna 25 miljoen" 5 miljoen moet zijn. 1

2 Met inachtneming van deze correctie wordt het verslag van 7 november vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag zijn er geen opmerkingen. 04. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. I. Het voorstel om de reeds in de raadscommissies behandelde stukken voor kennisgeving aan te nemen: t.a.v. de brief onder I, nr. 29, verslag Platform Maatschappelijke Verkenning: de heer VAN ENGELEN wijst op de themabijeenkomst Ondernemen in Papendrecht en wil dit punt graag agenderen in samenhang met de situatie aan de Veerstoep en zegt dat hij dan voor een oplegnotitie zal zorgen. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden en gaat de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. II.a II.b II.c Er zijn onder deze categorie geen ingekomen stukken.. Er zijn onder deze categorie geen ingekomen stukken. Het voorstel om de genoemde stukken onder a t/m e (afkomstig van het college van burgemeester en wethouders) voor kennisgeving aan te nemen: Ad C-b en C-c,, brieven omtrent de herinrichting van de Markt: mevrouw VAN ES complimenteert het college en degenen die meegewerkt hebben aan de campagne rond de inrichting van het marktplein. De heer LICHTENBERG sluit zich hierbij aan en voegt hieraan ten aanzien van de procesgang toe zich afhankelijk van de uitkomst van het definitieve ontwerp de mogelijkheid voor te behouden te bekijken op welke wijze de raad een definitief besluit kan nemen. Mevrouw DEN HARTOG herinnert er bij dit onderdeel aan dat de raadscommissie maximaal zou worden geïnformeerd over de op handen zijnde transities (Wmo en Jeugdzorg) en wil graag informatie over de stand van zaken ontvangen. Voor het overige gaat de raad akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening. II.d II.e Het voorstel om het overzicht van aangehouden en aangenomen moties voor kennisgeving aan te nemen: er zijn geen bijzonderheden en de raad gaat met deze voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om kennis te nemen van de antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op schriftelijk ingediende vragen ex artikel 36 van het Reglement van Orde: er zijn geen stukken onder deze categorie. Voor het overige zijn er onder dit agendapunt geen bijzonderheden. 05. Voorstel tot het (verder) formaliseren van het Werkgeverschap van de raad ten behoeve van de griffie. De VOORZITTER wijst op de aan de raad gezonden nota van wijziging, waarop de RAAD unaniem besluit conform het voorstel van het seniorenconvent. 06. Voorstel tot het vaststellen van de 2e Concernrapportage. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 07. Voorstel tot het vaststellen van het Handhavingprogramma Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 2

3 08. Voorstel tot het vaststellen van de Drank- en Horecaverordening. Mevrouw VAN ES benadrukt dat de verordening oneerlijke concurrentie van sportclubs met de horeca moet voorkomen, maar verder gaat dan nodig is en vraagt zich af of deze verordening jongeren zal beschermen door de vrijheid te beperken. De fractie van D66 ziet deze verordening als betutteling en als niet te handhaven en is van mening dat alleen structurele campagnes voor bewustwording, controleerbare regels en een lange adem iets kan veranderen. De heer VAN DER VALK geeft aan dat de VVD-fractie het niet eens is met het voorstel, aangezien sprake is van betutteling. De VVD-fractie wil een stukje vrijheid voor verenigingen, terwijl een extra gemeentelijke verordening de aanstelling van twee boa's noodzakelijk zal maken. Hij vervolgt dat deze zaken niet wenselijk zijn voor zowel de Nederlandse Vereniging van Slijters als de supermarktorganisaties en vindt dat ook de sportverenigingen die dit jaar gekort zijn op subsidie op gepaste wijze hiermee omgaan. Mevrouw DEN HARTOG wijst op het belang van de Jeugdvolksgezondheid, Openbare orde en Veiligheid en benadrukt dat jongeren kwetsbaar zijn en een levenslange ontwikkelingsachterstand kunnen oplopen door verkeerd/overmatig alcoholgebruik. De PvdA-fractie mist in de verordening een duidelijke focus: gaat het om concurrentiebestrijding van commerciële horeca en vrijwilligersverenigingen of om de nadruk te leggen op volksgezondheid en jongeren beschermen tegen alcohol? De PvdA-fractie streeft naar minder regelgeving, omdat niet kan worden gehandhaafd en lijkt derhalve een keuze voor volksgezondheid en veiligheid belangrijker dan paracommerciële horeca en is van mening dat voorlichting op scholen over alcohol en drugs meer zal opleveren. De heer VAN ENGELEN geeft aan dat de fractie van GroenLinks het belangrijk vindt om als volwassen bestuurders/politici grenzen te stellen en een voorbeeld te geven en vraagt naar de handhaafbaarheid en in hoeverre sportverenigingen benadeeld worden en of ook in Papendrecht drankgelagen voor komen bij sportverenigingen. De heer STREMLER is van mening dat overmatig drankgebruik bestreden moet worden, maar denkt over de wijze waarop enigszins verschillend. De fractie van het PAB kan het voorstel in meerderheid steunen. De heer HOOGEVEEN geeft aan dat ook fractiegenoot Den Hartog tegen dit voorstel zal stemmen in verband met artikel 3 en 7, prijsacties horeca en detailhandel waarmee volwassenen worden betutteld, die zelf verantwoordelijkheid dragen voor hun keuzes. De heer RIETVELD steunt de intentie goed te kijken naar drankgebruik van de jeugd, maar kan het middel daartoe niet steunen en verwijst naar de schaarse capaciteit om te handhaven en de risico's als gevolg van uitzonderingen om een aantal partijen tegemoet te komen hetgeen het stuk juridisch zwak maakt. De fractie van de ChristenUnie steunt het doel in tegenstelling tot het middel. Volgens de heer LICHTENBERG spelen een aantal belangen een rol: zoals van supermarkten, horeca en het belang voor de Volksgezondheid, terwijl de overheid alleen kan ingrijpen als er regels zijn en met terugdringing van reclame ingegrepen kan worden in gedrag van inwoners dat schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid. De CDA-fractie vindt het een evenwichtig voorstel en zal het steunen. Voorzitter en portefeuillehouder De BRUIN licht toe dat de drank- en horecawet van de landelijke naar de lokale overheid is overgedragen ten aanzien van zowel regelgeving als handhaving en gemeenten verplicht zijn om regels op te stellen om oneigenlijke concurrentie te voorkomen. Een aantal regels onder artikel 4 en zijn aangepast naar aanleiding van de inspraakavond, die alleen van toepassing zijn indien het leidt tot oneerlijke mededinging en verenigingen er last van zouden hebben. De Drank- en Horecawet is gericht op de Volksgezondheid en Openbare orde en Veiligheid en uit criminaliteitscijfers blijkt dat vaak sprake is van alcoholgebruik c.q. - misbruik en de zorg om het alcoholgebruik van jongeren, die veel vroeger en veel meer drinken waarbij het percentage "comazuipen" in Papendrecht op ± 20% ligt. Ten aanzien van vrijheid benadrukt de portefeuillehouder dat slechts 3

4 vrijheid in gebondenheid kan bestaan, maar ook sprake moet zijn van verantwoordelijkheid voor de consequenties. Hij hoopt met vaststelling van deze verordening te kunnen voorkomen dat bedrijven/ verenigingen in Papendrecht in navolging van IHC Sliedrecht moeten besluiten tot alcoholvrije drank. Tweede termijn Volgens mevrouw VAN ES kan een verordening drankmisbruik niet voorkomen, terwijl het de verantwoordelijkheid van de raad is om te beoordelen of de verordening tot verandering kan leiden. De fractie van D66 is voorstander van handhaving bij jongeren vanaf 18 jaar en is van mening dat de overheid een lange adem moet hebben bij nationaal te voeren campagnes. De heer LICHTENBERG is van mening dat, als gevolg van allerlei reclames, het rookgedrag is teruggedrongen, waarop mevrouw VAN ES opmerkt van mening te zijn dat deze verordening niets zal verbeteren. De heer VAN DER VALK verwacht dat gesproken wordt over alcohol- en drugsgebruik ter bewustwording. Hij verwijst naar de drank- en horecawet waaraan zijn fractie een aantal artikelen zou willen toevoegen ten aanzien van vrijheid van handelen. Mevrouw DEN HARTOG is van mening dat gestreefd moet worden naar gedragsverandering en verwacht niet veel van deze verordening. Volgens de heer VAN ENGELEN is het de vraag hoe je als overheid de verantwoordelijkheid neemt. Hij heeft begrepen dat het drankgebruik onder jongeren moet worden teruggebracht en onderschrijft de stelling van het college dat ouders voorbeeldgedrag dienen te vertonen en hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De fractie van GroenLinks is van mening dat deze verordening hier niet aan bijdraagt. De heer STREMLER denkt dat de verordening wel een verslechtering van de situatie kan voorkomen en dat het drankgedrag van volwassenen invloed heeft op het drankgedrag van jongeren. Hij benadrukt dat de verordening een zekere normering aangeeft en voorkomt dat alle grenzen wegvallen. De meerderheid van de fractie van het PAB kan de verordening steunen. De heer SCHOTTING wijst op Scandinavië waar het alcoholprobleem groot is en sprake is van drooglegging, maar geen sprake is van kortingen, normering of een APV. De heer HOOGEVEEN gelooft in de individuele verantwoordelijkheid en vrijheid om zelf te beslissen. De heer RIETVELD merkt op dat, als gevolg van acties van de GGD in de regio, het alcoholmisbruik in de eerste helft van 2013 is gedaald. Hij wijst op de inzet van jongeren in Rotterdamse supermarkten om te toetsen of het beleid werkt. Volgens de heer LICHTENBERG gaat het niet om het inperken van de individuele vrijheid, maar om met de voorliggende verordening iets te kunnen doen naast alle goede initiatieven om alcoholmisbruik terug te dringen. Een verordening om als overheid een algemene maatregel te treffen waarmee, indien nodig, kan worden ingegrepen, waarbij de heer HOOGLAND zich aansluit. De heer VAN DER VALK merkt op dat men zich aan de huidige drank- en horecawet moet houden zonder extra toevoegingen. Mevrouw VAN ES wijst op de wettelijke minimum leeftijd van 18 jaar per 1 januari 2014 waaraan de heer LICHTENBERG toevoegt met deze verordening een signaal af te willen geven en is benieuwd wat de gevolgen zijn als de raad de verordening niet vaststelt. Volgens de heer LAMMERS gaat het primair om preventie om alcoholmisbruik te voorkomen en kan niet op voorhand worden gesteld dat het niet werkt. De fractie LAMMERS steunt het voorstel om de verordening aan te nemen. 4

5 De heer HOOGLAND vraagt of als deze verordening niet wordt geaccordeerd, aan de eis wordt voldaan dat er vanaf regelgeving moet liggen ten aanzien van paracommerciële instellingen. Portefeuillehouder DE BRUIN constateert dat bijna de gehele raad de doelstelling onderschrijft om overmatig alcoholgebruik te voorkomen dat tot grote schade leidt bij Volksgezondheid en Openbare Orde en Veiligheid als onderdeel van beleid dat landelijk voorgestaan en ingevuld wordt, terwijl de landelijke overheid heeft aangegeven dat lokale overheden er het een en ander aan moeten toevoegen en het niet alleen gaat om jongeren onder 18 jaar. Uit onderzoek is gebleken dat korte termijn prijsacties effect hebben op het overmatig gebruik van alcohol. In de normering en gedragsverandering komen een aantal zaken bij elkaar. De verordening, een evenwichtig samengesteld stuk kan bijdragen aan bewustwording. De portefeuillehouder onderschrijft de opmerking van de heer Rietveld ten aanzien van de effecten van de GGD-acties een aantal jaar geleden en merkt op dat, als de verordening niet wordt geaccordeerd, niet duidelijk zal worden wat de effecten zullen zijn. De heer VAN ENGELEN benadrukt dat zijn fractie tot de conclusie is gekomen dat dit middel het beoogde doel niet haalt. Portefeuillehouder DE BRUIN benadrukt dat de bevoegdheid en de taak voor deze verordening door de wetgever bij de burgemeester is gelegd en vervolgt dat een evenwichtig stuk voor ligt, terwijl de gemeente verplicht is een verordening vóór vast te stellen inclusief een bijbehorend handhavingplan vóór Mevrouw VAN ES, de heer VAN ENGELEN, mevrouw DEN HARTOG en de heer HOOGLAND geven er de voorkeur aan de verordening in het nieuwe jaar vast te stellen, waarop portefeuillehouder DE BRUIN aangeeft, gezien de behandeling in de commissie, niet te hebben kunnen constateren dat ernstige wijzigingen nodig waren en stelt voor over te gaan tot besluitvorming. De verordening wordt daarop met 9 stemmen vóór en 14 stemmen tegen verworpen. 09. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening Behandeling Bezwaarschriften. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel tot het vaststellen van de belasting- en retributieverordeningen De heer RIETVELD vraagt inzake de inflatiecorrectie en de OZB-verhoging of inwoners meer dan 1,75% ten opzichte van vorig jaar betalen en wil een toelichting op de toevoeging compensatie als gevolg van leegstand. De heer VAN DER VALK sluit zich hierbij aan en vraagt of de rioolheffing per woning met 3 euro wordt verhoogd, waaraan de heer HOOGLAND de vraag toevoegt waar de 1,75% prijscompensatie vandaan komt dat als "laag" wordt ervaren. De heer LICHTENBERG complimenteert het college met het regelen van vrijstelling voor niet commerciële activiteiten op deze manier en vindt het een goede zaak dat Papendrecht de samenleving stimuleert acties te houden voor goede doelen en dat zulks door de gemeente wordt ondersteund. Wethouder KORTELAND antwoordt op de vraag van de heer Van der Valk inzake de aansluiting dat een huishouden correct geformuleerd is. De 1,75% is gebaseerd op CPB-cijfers van juni Ten aanzien van de OZB zegt de wethouder dat de inflatiecorrectie wegvalt tegen de waardevermindering en het bedrag min of meer gelijk blijft. Tweede termijn De heer RIETVELD constateert dat het bedrag dan het hetzelfde blijft als het jaar daarvoor, waarop de heer HOOGLAND aangeeft dat zijn fractie dit te zijner tijd graag in detail ziet uitgewerkt, maar zal nu 5

6 sowieso instemmen. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 11. Voorstel tot het vaststellen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden. De heer DE RUIJTER vraagt zich af ten aanzien van bijlage 3 of een aantal zaken zoals duurzaamheid voldoende bekend is bij ambtenaren en bestuurders en vraagt hoe dit in de toekomst wordt opgelost, aangezien duurzaamheid voor zijn fractie een speerpunt is. De heer LICHTENBERG dankt het college voor de alsnog verzonden toelichtende brief, die duidelijkheid geeft over het SROI waarover in de commissie vragen waren en er hiervoor apart beleid komt. Hij gaat er van uit dat hierover nog gesproken zal worden en benadrukt de technische opmerkingen bij inkoop en aanbesteding en goed te beschrijven wat bedoeld wordt. De heer STREMLER kan instemmen met het voorstel ook omdat de portefeuillehouder in de commissie heeft toegezegd dat hij aandacht zal houden voor regionale en lokale bedrijven. De heer VAN DER VALK kan eveneens instemmen met het beleid en is blij dat er voor de kleinere bedrijven, levering van diensten tot ,- euro en levering van werken tot ,- euro er ook behalve met SROI en duurzaamheid ook lokale ondernemerschap in het aanbestedingsbeleid in de markt wordt gezet. Wethouder KORTELAND geeft aan dat de raad het college mag houden aan de toezegging dat het moet verbeteren: die bekendheid in dit huis moet beter en gaat het college op zich nemen. Ten aanzien van de opmerking van de heer Lichtenberg zegt de wethouder het regionaal door te zullen geven en ten aanzien van de heer Stremler merkt de wethouder op dat aandacht voor lokale bedrijven erbij hoort. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. Voorstel tot het verlenen van toestemming tot het aangaan van een Samenwerkingsregeling Drechtsteden. De heer STREMLER vraagt toegevoegde waarde van samenwerking goed in het oog te houden. Ten aanzien van punt 4, met terugwerkende kracht, vraagt hij waarom de raad niet tijdig is geïnformeerd en of sprake is van financiële consequenties voor Papendrecht. Hij vraagt of het ontbreken van een verrekeningssystematiek consequenties heeft voor Papendrecht en adviseert niet eerder zaken te doen dan wanneer sprake is van een verrekeningssystematiek. De heer HOOGLAND merkt op begrepen te hebben dat deze regeling vooral is bedoeld om de aanbestedingsplicht te laten vervallen en wellicht de reden is om die met terugwerkende kracht na terug te wentelen, omdat Papendrecht blijkbaar had moeten aanbesteden. Mevrouw VAN ES vraagt waarom het niet ondergebracht is in de al bestaande GRD, maar een aparte samenwerking is. De heer LICHTENBERG is blij met de brief van het college die enige duidelijkheid bracht en merkt op in de stukken de regeling te hebben gemist ten aanzien van de samenwerking tussen de rechtspersonen in Drechtsteden: zes gemeenten, maar ook de rechtspersoonlijkheid van de GR waarbij getracht wordt zo goed mogelijk samen te werken. De CDA-fractie kan dit voorstel ondersteunen, maar wijst op een 17-tal onderwerpen/projecten om zaken nader uit te werken en vraagt hoe de raad hierin wordt meegenomen. Hij wijst op een goede verrekeningssystematiek zodat gemeenten in vrijheid een koers kunnen bepalen en hiermee samenwerken in de Drechtsteden, maar niet kunnen profiteren van anderen. Ten aanzien van artikel 3 lid 4 merkt hij op dat wordt uitgewisseld op basis van bruto salaris van medewerkers waarbij het werkgeversrisico onderling niet geregeld blijkt te zijn. 6

7 Wethouder KORTELAND onderschrijft de opmerking van de heer Stremler dat het toegevoegde waarde moet hebben. Ten aanzien van vraag 4 lopen er volgens de wethouder geen zaken die Papendrecht met terugwerkende kracht moet corrigeren, terwijl een en ander is bedoeld om intergemeentelijke klussen te kunnen doen en het herzien van de aanbestedingswet goed te organiseren als vertrekpunt van deze regeling. Het is niet bij de GRD ondergebracht, omdat het om zes gemeenten gaat en het goed past bij de visie Intergemeentelijke Samenwerking waarbij de raad wordt meegenomen in een update ten aanzien van de 17 ontwikkelingsvoorstellen. De wethouder licht toe dat drie categorieën in safety first worden gehanteerd: een aantal voorstellen ambtelijk gericht op werkprocessen en het vinden van efficiency en een aantal voorstellen, die besluitvorming behoeven van de raad. De wethouder is het met de heer Lichtenberg eens dat goede afspraken moeten worden gemaakt over een verrekeningssystematiek. Het college geeft er de voorkeur aan dit per voorstel te regelen, omdat Papendrecht er soms belang bij heeft om het op een of andere manier te doen. Art. 3 lid 4 is de meest basale vorm. Wordt het ingewikkelder dan zullen er afspraken over gemaakt moeten worden. De wethouder benadrukt dat het nog aan de orde zal komen. De heer STREMLER vraagt of, als dit door de raad is geaccordeerd, het met terugwerkende kracht is geaccordeerd zodat de kaderstellende controletaak waargemaakt kan worden. De heer LICHTENBERG wil nog weten of in de uitwerking van de 17 voorstellen nadrukkelijk gekeken zal worden naar de risico's en kosten van het werkgeverschap en kan zich voorstellen ten aanzien van art. 3 lid 4 dat geregeld is dat uitwisseling van personeel plaatsvindt tegen kostprijs per schaal waarin de werkgeverskosten zijn meegenomen met een som die voor alle Drechtsteden geldt. De heer HOOGLAND merkt op dat terugwerkende kracht voor Papendrecht niet van toepassing zal zijn en het had kunnen zijn. Nu stemt Papendrecht in met , omdat het andere gemeenten in de samenwerkingsregeling past. Hij vraagt zich af of het deze gemeenteraad en dit college past om hierin mee te gaan en of dat verantwoord is. Mevrouw VAN ES zegt naar aanleiding van een mailbericht uit Dordrecht dat het voorstel na de commissievergadering is aangehouden en er op verzoek een overzicht is gemaakt waarin taken en bevoegdheden duidelijk worden en vraagt of de raad hiervan een kopie kan ontvangen. Wethouder KORTELAND zegt dit toe en vervolgt dat het gaat om het verder afdekken van juridische risico's en of er bij voorstellen door andere gemeenten of het GRD iets wordt gevraagd, maar dat dat niets met dit voorstel te maken heeft. Hier gaat het om mogelijkheden van samenwerking: juridisch goed georganiseerd tussen individuele gemeenten in Drechtsteden. Ten aanzien van een verrekeningssystematiek zegt de wethouder dat waar het van toepassing is het binnen de 17 gemeenten zal gebeuren. Volgens de heer HOOGLAND wordt door de wethouder met deze terugwerkende krachtmaatregel een bepaald risico voorkomen en vraagt welk risico wordt bedoeld. Wethouder KORTELAND licht toe dat het erom gaat of iemand gebruik maakt van de mogelijkheid van: "ik zie of hoor iets en kan dat wel". Of het juridisch correct geformuleerd is durft de wethouder niet te zeggen, waarop de heer STREMLER vraagt welke bevoegdheden nu worden overgedragen. Wethouder KORTELAND vervolgt dat er geen bevoegdheden worden overgedragen. Als Papendrecht, Sliedrecht en Alblasserdam een voorstel willen maken over ruimtelijke ordening, omdat daar bepaalde expertise zit die Papendrecht niet heeft dan zou dat via deze GR kunnen lopen en wordt die nota gemaakt, maar er worden geen bevoegdheden overgedragen. Het dekt juridische risico's van de gemeente met terugwerkende kracht als gemeenten al iets aangegaan zijn. Papendrecht is hierbij niet betrokken. De heer STREMLER voegt hieraan toe dat Papendrecht vanaf zou kunnen deelnemen. Wethouder KORTELAND geeft aan dat het college er geen moeite mee heeft dat dit met terugwerkende kracht wordt gecorrigeerd. 7

8 De heer STREMLER vraagt naar (1) het risico dat deze regeling binnenkort wordt opgenomen in de standaard regeling Gemeenschappelijke Regeling en (2) vraagt of het college ervoor blijft waken dat dit een lichte regeling blijft, waarop wethouder KORTELAND ten aanzien van vraag 1 ontkennend en ten aanzien van vraag 2 bevestigend antwoordt. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 13. Voorstel tot het vaststellen van de Conceptvisie op het Groenblauwe Netwerk. De VOORZITTER attendeert op de nota van wijziging. De heer SCHOTTING geeft aan dat de PvdA-fractie deze concept visie goed vindt waarbij de Burgemeester Keijzerweg een hoofdweg met allure wordt en bomen een belangrijke rol spelen. Een Oostpolder met 6 voetbalvelden leek zijn fractie niet realistisch en waardeert het dat deze opmerking ter harte is genomen en is vertaald in een nota van wijzigingen. Hij vindt het verstandig om aan te sturen op verbetering ten noorden van de A15 en de kansen te benutten. De fractie van de PvdA vraagt het college te voorkomen dat met deze visie niets gedaan wordt, terwijl het vertalen van deze visie de benodigde tijd zal vergen. De heer VAN DER STELT vindt de visie op het Groenblauwe Netwerk procesmatig goed waarbij de raad ten aanzien van de ontwikkeling en idee-vorming inhoudelijk betrokken was. Vertaling van de visie in een uitvoeringsprogramma voorkomt dat de visie vergeten wordt. Voor Papendrecht is los van de samenwerking, nog een weg te gaan richting Alblasserwaard ten aanzien van recreëren en natuuruitwisseling, het begaanbaar maken van het achtergelegen gebied vanaf Noordhoekse Wiel maar ook de groenstrook langs de A15 vindt zijn fractie een belangrijke stap. Hij vervolgt dat in de commissie reeds is gesproken over aanpassing van de visie ten aanzien van de aanleg van zes sportvelden in sportpark Oostpolder. Hij benadrukt de twee sterke structuren water en windsingels uit het landschapsplan te behouden en is blij met de nota van wijzigingen. De CDA-fractie gaat akkoord met deze visie. De heer HOOGEVEEN geeft aan in de commissie al te hebben aangegeven dat het een prima stuk is en is blij met de nota van wijziging rond de zes voetbalvelden in park Oostpolder, en hoopt dat de visie nader uitgewerkt zal worden. De fractie van het PAB stemt in met deze visie. Wethouder KOPPENOL bevestigt het document als een belangrijk inspiratiedocument dat ingebracht kan worden in overleggen met o.a. de gemeente Molenwaard en gebiedscoöperatie Alblasserpoort, terwijl vanaf 2014 weer sprake zal zijn van subsidiestromen vanuit Brussel. Dan is het van belang een visie op het groenblauwe netwerk te hebben voor toeristische, recreatieve verbindingen. De wethouder zegt toe quick wins te zullen benutten. De heer DE KRAKER geeft aan in de commissie punten aangegeven te hebben voor de uitvoeringsagenda en denkt afgezien van de toezegging van de wethouder dat het van belang is om meer duidelijkheid te geven hoe dat vervolgproces, uitvoeringsprogramma eruit gaat zien en in een raadsinformatiebrief hierover meer te horen. Wethouder KOPPENOL licht toe dat het college niet voor een uitvoeringsprogramma is, aangezien dat moet worden gelabeld aan geld, maar wel te gaan voor de quick winst en bij een project, een rioleringvervanging, de kansen te benutten. De RAAD besluit conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 14. Voorstel tot het vaststellen van de Ontwerp Dijkvisie Papendrecht. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8

9 15. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden in verband met een regeling voor de bezoldiging van een drietal adviesraden. (De heer Klein Hofmeijer neemt onder dit punt niet deel aan de beraadslagingen en niet aan de stemming). Volgens de heer VAN DER VALK gaat het om drie commissies: van het oorspronkelijke bedrag van ,- euro resteert nog een budget van ,- euro waarmee ruimte moet worden gecreëerd om een bezoldigingsregeling te treffen en vraagt hoe groot de huidige regeling is en hoe de nieuwe regeling zal worden. De heer VAN ENGELEN merkt op dat als onderdeel van de bezuiniging de oude verordeningregeling wordt ingetrokken een nieuwe zal moeten worden vastgesteld voor de adviesraden. In de commissie was een discussie over de WMO-adviesraad waarvoor de fractie van GroenLinks een warm pleidooi wil houden hetgeen de betrokken wethouder zeker zal steunen. Zijn fractie vindt het van belang dat de betrokkenen in positie gehouden moeten worden niet alleen op lokaal, maar ook op regionaal niveau aangezien de adviesraad er is voor zowel besturen op regionaal als op plaatselijk niveau. De fractie van GroenLinks pleit ervoor hen in positie te houden en naar wegen te zoeken hen eventueel op een andere manier te motiveren een kritische en adviserende houding aan te nemen. Mevrouw DEN HARTOG geeft aan dat de fractie van de PvdA de volgorde eerst bezuinigingsdoelstellingen realiseren en dan te kijken wat men wil, de verkeerde volgorde acht. In het voorstel wordt aangegeven over vorm en inhoud nog met elkaar in gesprek te gaan. De PvdA-fractie wil een pleidooi houden voor de WMO-adviesraad, die een belangrijke functie heeft bij de transitie van de AWBZ en wijst erop dat de adviesraad de ogen en oren zijn in de samenleving van Papendrecht en hun expertise van wezenlijk belang is bij de komende transitie en door de instelling van de BWI het college de raad ook met de WMO adviesraad op achterstand zet. De PvdA-fractie vindt het belangrijk dat de WMOadviesraad tijdens de transitie, maar zeker na de overgang naar de gemeente, in positie blijft. Op deze wijze kan het college optimaal gebruik maken van de ervaring en inzichten van de WMO-adviesraad zodat de transitie zo optimaal mogelijk gefaciliteerd wordt. De fractie van de PvdA hoort graag van het college op welke manier hieraan vorm wordt gegeven. De heer DE KRAKER geeft aan dat ook de SGP-fractie van mening is dat de WMO-raad een belangrijke adviesraad is, die duidelijkheid verdient en is eveneens benieuwd naar de toezeggingen die de wethouder op dit gebied kan doen. Tenslotte is het wat de SGP-fractie betreft de vraag of de huidige verordening moet worden ingetrokken als er nog geen alternatief is. De heer RIETVELD sluit zich aan bij de opmerkingen van de PvdA-fractie inzake het belang van de WMO-adviesraad en vraagt zich af of deze maatregel tot problemen leidt, terwijl de nieuwe regeling nog niet bekend is. Hij benadrukt dat het chiquer was geweest als de twee zaken tegelijk in de raad behandeld werden. De heer FIJNEKAM is van mening dat de vergoeding zorgvuldig in overleg met de commissieleden moet worden bepaald. Zijn fractie pleit voor beloning naar functioneren. De bedragen zijn ingetrokken als gevolg van het verzoek van het college om ruimte te creëren voor overleg met de raden over nieuwe bezoldiging. De fractie van het PAB kan hiermee akkoord gaan in afwachting van het voorstel met nieuwe bedragen. Mevrouw MIDDELKOOP geeft aan dat de CDA-fractie niet akkoord kan gaan met intrekking zonder te weten hoe de nieuwe regeling eruit gaat zien en merkt op zo niet om te willen gaan met adviesraden. De CDA-fractie stelt voor om de verordening pas in te trekken als er een nieuwe regeling is en tot dan alles bij het oude te laten. De heer NIEUWSTRATEN licht toe dat een bezuiniging ad ,- euro is afgesproken in plaats van ,- en ,- euro resteert. Als de verordening wordt ingetrokken en de nieuwe vastgesteld krijgt het college de handen vrij om met de WMO-adviesraad te overleggen, terwijl al gesprekken gaande zijn 9

10 met o.a. de sportadviesraad die al heeft aangegeven met de regeling akkoord te kunnen gaan. Er zijn nog gesprekken gaande met o.a. de culturele adviesraad. Met de WMO-adviesraad zijn eveneens verkennende gesprekken geweest. In samenspraak met elkaar zal bekeken worden hoe de verdeling zou kunnen zijn, terwijl de WMO adviesraad eerder heeft gevraagd om ondersteuning door zorgbelang waarvoor momenteel geen budget is evenals voor deskundigheidsbevordering. De bedoeling is de WMO-adviesraad in positie te houden en gezamenlijk te bekijken op welke manier aan de verdeling van ,- euro invulling kan worden gegeven. Tweede termijn De heer VAN DER VALK zegt begrepen te hebben dat een budget beschikbaar is van ,- euro voor drie adviesraden en met de raden individueel zal worden gesproken. Hij merkt op dat de een wat meer dan de ander kan onderhandelen. De heer VAN ENGELEN vraagt waarom eerst de verordening ingetrokken moet worden en dan het gesprek aangegaan wordt en niet omgekeerd. Mevrouw DEN HARTOG onderschrijft de opmerkingen van de CDA-fractie en is het ermee eens dat men eerst met een goed voorstel moet komen met een financieel plaatje en bekeken wordt of dat is wat ervan mag worden verwacht. De heer DE KRAKER wil graag weten waarom de verordening eerst ingetrokken moet worden, aangezien prima onderhandeld kan worden met een vigerende verordening. Hij suggereert dat wellicht het belang van adviesraden onvoldoende wordt onderkend en met elkaar geconcludeerd moet worden dat de bezuiniging beter geschrapt kan worden. De heer RIETVELD heeft van de wethouder begrepen dat de adviesraden van belang zijn en vraagt zich af of de bezuiniging en wat er over blijft wel reëel is. Mevrouw VAN ES zegt bij interruptie dat sprake is van een cultuurverandering ten aanzien van de adviesraden, terwijl een bezuiniging is afgesproken. De heer RIETVELD is van mening dat allereerst moet worden afgewogen wat echt nodig is om straks de adviesraden in positie te brengen en dan pas de regeling te wijzigen. Mevrouw MIDDELKOOP vraagt waarom nu pas, na 2,5 jaar, verkennende gesprekken plaats zullen vinden over een regeling. Mevrouw DEN HARTOG stelt voor het stuk terug te nemen, rond de tafel te gaan zitten, met een nieuw stuk te komen en er een financieel plaatje aan te hangen. Mevrouw VAN ES merkt op het bezuinigingsbedrag te willen halen en daar duidelijkheid over te bieden. Volgens de heer RIETVELD is dit een mogelijkheid om te zorgen dat snel een regeling komt zodat de bezuiniging kan worden ingeboekt. Wethouder NIEUWSTRATEN licht toe dat al met de voorzitters van de adviesraden is gesproken waaruit blijkt dat de adviesraad heeft aangegeven nooit om een vergoeding te hebben gevraagd. Mevrouw DEN HARTOG denkt niet dat een financiële vergoeding het probleem is: probleem is het ontbreken van een regeling en sluit zich nogmaals aan bij de fractie van het CDA. Wethouder NIEUWSTRATEN geeft aan dat, als de raad in meerderheid van mening is dat de verordening nog even in stand moet blijven en eerst gesprekken worden aangegaan, hij hieraan op korte 10

11 termijn tegemoet zal komen. Volgens de heer DE KRAKER betekent het dat de raad het op advies van het college moet afstemmen en er een nieuw voorstel komt begin volgend jaar dat op zich geen probleem is, aangezien de vigerende verordening blijft gelden. De VOORZITTER stelt voor de vergadering voor enkele minuten te schorsen en schorst de vergadering om uur waarna de voorzitter de vergadering om uur heropent en het woord geeft aan wethouder Nieuwstraten. Wethouder NIEUWSTRATEN licht toe dat besluitvorming over ,- euro reeds door de raad is genomen en bij de adviesraden bekend is. Het college zegt toe een regeling te maken voor de adviesraden waarover de raad in het eerste kwartaal van 2014 zal worden geïnformeerd en de verordening technisch zal worden aangepast. De heer VAN ENGELEN vraagt, bij interruptie, wat de reden is dat de verordening nu wordt ingetrokken en later pas een regeling komt en waarom geen regeling getroffen wordt tegelijk met het intrekken van de verordening. De VOORZITTER geeft aan dat de wethouder namens het college zegt dat sprake is van een bezuiniging van ,- euro op adviesraden. Daarover is besluitvorming geweest en staat niet ter discussie. Hier ligt het voorstel om de verordening aan te passen, terwijl de raad heeft aangegeven het ordentelijker te vinden als de raad op de hoogte was geweest van de nieuwe afspraken met de adviesraden. Het college stelt de raad voor om dit voorstel onder agendapunt 15 aan te houden. Volgens de heer De KRAKER is dit in strijd met eerdere besluitvorming over dergelijke vragen: er wordt gestemd over een onderwerp als het op de agenda staat. Dat is een eerder statement en daar wil zijn fractie het nu ook graag op houden. De heer LICHTENBERG vraagt, bij interruptie, of het advies van het college is om tegen te stemmen. De VOORZITTER zegt niet van de wethouder begrepen te hebben dat het zijn advies was om tegen te stemmen, maar dat hij namens het college zegt: ik wil de raad tegemoet komen in datgene wat de raad inhoudelijk naar voren brengt en ga die nieuwe afspraken maken en ook kenbaar maken. Op dat moment zal hij dit voorstel opnieuw aan de raad voorleggen en kan het in technische zin worden aangepast. De heer FIJNEKAM heeft uit de brief begrepen dat hiermee de raad het college de ruimte geeft om een nieuwe regeling voor de bezoldiging van de adviesraden van het college vorm te geven en daarmee kan zijn fractie instemmen. De VOORZITTER stelt voor tot stemming over te gaan. Het voorstel wordt met 11 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangehouden. 16. Voorstel tot het kennisnemen van de Jaarstukken 2012 en de Begroting 2014 van de Gemeenschappelijke Regeling Gevudo. De heer LAMMERS kan instemmen met het voorstel en merkt nog op dat HVC eigendom is van 48 gemeenten en 6 waterschappen en HVC een schuldenlast heeft van 800 miljoen euro hetgeen veel politieke partijen in alle gemeenten liet schrikken. Men vreest dat HVC zijn balans weer op orde zal brengen door burgers hogere tarieven te berekenen. Papendrecht maakt met een aantal omringende gemeenten deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling Gevudo en heeft 18,5% van de aandelen van HVC. De accountant merkt in de jaarstukken van 2012 op dat risico gelopen wordt op financiering van activiteiten, die niet direct met huisvuil ophalen en verwerking te maken hebben. Hierbij moet gedacht worden aan de financiering van windmolenparken waarvan de rendementsprognoses veel te hoog zijn ingeschat. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 11

12 17. Voorstel tot het akkoord gaan met het liquidatieplan Gemeenschappelijke Regeling Logopedische Dienst Kring Sliedrecht. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 18. Sluiting. De VOORZITTER: we zijn aangekomen bij het slot van de afsluitende raadsvergadering van dit kalenderjaar. Dank voor uw inzet! Ik denk dat u aan een welverdiend Kerstreces gaat beginnen: een periode van warmte, gezelligheid, licht en reflectie. Dat moet de komende maanden van 2014 tot vele mooie dingen leiden. Ik hoop u terug te zien op de nieuwjaarsreceptie van 2 januari in het nieuwe jaar en nodig u, zoals gebruikelijk bij de afsluiting, nog uit voor een hapje en een borreltje en sluit hierbij (om uur) de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Papendrecht op 23 januari 2014, de griffier, de voorzitter, A.P.M.A.F. Bergmans C.J.M. de Bruin. 12