PARKEERBELEIDSPLAN AMERSFOORT KIEZEN OF DELEN? APRIL 2005

Transcriptie

1 PARKEERBELEIDSPLAN AMERSFOORT KIEZEN OF DELEN? APRIL 2005

2 Inhoudsopgave DEEL 1: BELEIDSKADER 1 Inleiding 4 2 Beleidskader 8 INHOUDSOPGAVE DEEL 2: OPTIES EN OVERWEGINGEN VOOR DE UITVOERING 3 Binnenstad 22 4 Reguleringsgebieden rond de binnenstad 26 5 Potentiële uitbreidingsgebieden 30 6 Kwaliteit openbare ruimte 34 7 Bewuster mobiliteitsgedrag 36 8 Klant centraal 38 9 Fietsparkeren Uitvoeringsprogramma 42 Kiezen of delen? 2

3 DEEL 1: BELEIDSKADER

4 INLEIDING Inleiding: kiezen of delen? AANLEIDING Rapporten worden geschreven over beleid en maatregelen om te zorgen dat het autoverkeer goed kan blijven doorrijden. Maar hoe je het ook wendt of keert: ergens komt al dat rijdende verkeer weer stil te staan. De auto moet worden geparkeerd. Waar en op welke wijze kan dat het beste gebeuren? Daarover bestaan vaak tegenstrijdige meningen. Eigenlijk is de auto voor de deur parkeren wel handig, maar die geparkeerde auto s voor de deur van woning, winkel of bedrijf hebben ook een aantal nadelen. Er zijn twee concrete aanleidingen voor het vastleggen van het parkeerbeleid voor de komende jaren. Ten eerste is er de Kadernotitie Vervolg Vergunningparkeren, die op 29 juni 2004 door de raad is vastgesteld. In de Kadernotitie wordt gepleit voor: 1. Het zo efficiënt mogelijk omgaan met de beschikbare, maar schaarse parkeerruimte in Amersfoort. 2. Oplossingen bieden voor een aantal specifieke, Amersfoortse parkeerproblemen. Ten tweede is in november 2004 het nieuwe Amersfoortse Verkeer- en VervoersPlan vastgesteld (VVP). Het VVP beschrijft het verkeer- en vervoersbeleid dat de gemeente Amersfoort de komende jaren wil voeren. Dit beleid is gericht op doelstellingen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Het parkeerbeleid speelt ook een rol in het leveren van bijdragen aan het realiseren van deze beleidsdoelen. 4 Kiezen of delen?

5 OPGAVE EN AMBITIE Volgens de Kadernotitie, het VVP, de bekende problemen en vraagstukken en het integrale beleid van de gemeente Amersfoort is de opgave voor het beleidsplan om in ieder geval antwoord te geven op de volgende problemen en thema s: Langparkeerders nemen parkeerplaatsen in van kortparkeerders bij winkelcentra. Rondom de binnenstad en het station vindt uitwijkgedrag plaats naar de omliggende wijken. Hoe om te gaan met sociaal verkeer en het bezoek aan voorzieningen in de vergunningengebieden: is maatwerk mogelijk? Hoe om te gaan met vergunningen voor de tweede auto van bewoners en vergunningen voor bedrijven? Zijn er te weinig parkeerplaatsen op maaiveld in de binnenstad? Hoe wordt verschuiving van het parkeerprobleem voorkomen? Hoe worden bewoners en belanghebbenden betrokken bij het oplossen van parkeerproblemen? Hoe wordt omgegaan met het aanbod van parkeervoorzieningen bij nieuwbouw? Hoe kan het woon- en leefklimaat in de bestaande wijken worden verbeterd? Hieronder vallen het verbeteren van de parkeerbalans, het voorkomen van zoekverkeer, het garanderen van de toegankelijkheid voor hulpdiensten en het tegengaan van foutparkeren. Welke rol kunnen de fiets en het openbaar vervoer spelen bij het oplossen van de parkeerproblemen? Hoe kan worden bijgedragen aan een sterkere regionale koopkrachtbinding aan de binnenstad van Amersfoort? Parkeren in historische binnenstad INLEIDING Kiezen of delen? 5

6 INLEIDING Dit Parkeerbeleidsplan heeft als ambitie om: Strategische keuzes te maken voor de komende jaren (tot 2015), zodat de uitvoeringsrichting van het parkeerbeleid duidelijk is voor belanghebbenden, gebruikers, bestuurders en ambtenaren. Bijdragen te leveren aan een bereikbare, veilige en economische vitale stad met een positief imago, waar het goed verblijven is. Het beleidskader (deel 1) heeft een strategisch karakter. Het beleidskader wordt door de gemeenteraad vastgesteld en gehanteerd bij de uitwerking van het parkeerbeleid. In deel 2 is aangegeven welke acties en projecten nodig zijn om de voorstellen uit te voeren. Dit wordt betrokken in de communicatie naar de bewoners en de belanghebbenden. LEESWIJZER In deel 1 is het beleidskader beschreven: Doelstellingen. Randvoorwaarden. Strategische keuzes. De essentie van het beleid. In deel 2 zijn onderwerpen beschreven die bij de uitvoering een rol kunnen spelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: Parkeren in de binnenstad. Reguleringsgebieden rond de binnenstad. Potentiële uitbreidingsgebieden. Kwaliteit openbare ruimte, leefbaarheid en veiligheid. Bewuster mobiliteitsgedrag. Klant centraal. Fietsparkeren. De uitvoering. 6 Kiezen of delen?

7 Vergunninggebieden 2004 en parkeergarages in en rondom de binnenstad A2 F 360 pp B4 Ar A 450 pp S 170 pp J 460 pp A1 K B 365 pp B6 526 pp 406 pp B3 B1 B5 B2 Parkeergarages in en rondom binnenstad A = Agis S = Stadhuisplein J = St. Jorisplein F = De Flint B = Beestenmarkt K = Koestraat Ar = Argonaut

8 BELEIDSKADER Beleidskader: doelstellingen, randvoorwaarden en keuzes HOOFDDOELSTELLINGEN RANDVOORWAARDEN Parkeerbeleid betekent kiezen of delen. Keuzes zijn Daarbij worden de volgende randvoorwaarden onvermijdelijk. Keuzes worden gemaakt op basis van gehanteerd: een visie, doelstellingen en de feitelijke mogelijkheden (de haalbaarheid). Het is de kunst om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende doelstellingen, zodat een goede balans ontstaat. Uitbreiding van parkeervoorzieningen mag niet ten koste gaan van reeds aanwezig groen, tenzij in het vigerende bestemmingsplan een verkeersof parkeerfunctie tot de mogelijkheden behoort. Het jaarlijkse financiële resultaat van de Gestart wordt met de volgende hoofddoelstellingen: Egalisatiereserve parkeren wordt vanaf 2006 Optimaal gebruiken van de (schaarse) minimaal sluitend. Hiervoor is het van belang parkeerruimte. dat wordt gedefinieerd welke kosten en Bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte en de leefbaarheid. opbrengsten wel en welke geen onderdeel uitmaken van de egalisatiereserve. Bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid. Investeringen zijn financieel haalbaar. Per Bijdragen aan een bewuster mobiliteitsgedrag en investering dient te worden aangegeven uit vervoerwijzekeuze. welke dekkingsbronnen de investering kan Bijdragen leveren aan het versterken van de economische positie van Amersfoort. worden betaald. De gebruiker centraal stellen. 8 Kiezen of delen?

9 STRATEGISCHE KEUZES Bij het ontwikkelen van de beleidsvoorstellen is uitgegaan van de volgende strategische keuzes (visie): De huidige reguleringsgebieden worden niet uitgebreid, tenzij wordt voldaan aan een objectief meetbaar uitbreidingscriterium èn er geen andere oplossing voor het parkeerprobleem is. Buiten de binnenstad wordt het bijplaatsen van parkeerautomaten beperkt tot die locaties waar sprake is van een concentratie van maatschappelijke en economische functies en voorzieningen (niet bij kantoren). Bij het verdelen van de schaarse parkeerruimte wordt, indien nodig, een prioriteitsvolgorde toegepast: [1] eerste auto van bewoners [2] ondernemers en bezoekers van bewoners [3] bijzondere groepen Stadsrandparkeren wordt alleen ingezet als het aansluit bij de wensen van de gebruikers en als de te verwachten vraag het opzetten van een dergelijk systeem rechtvaardigt. Een beperkte overloop van vergunninghouders van het ene naar het andere reguleringsgebied wordt toegestaan tot een bepaalde maximale acceptabele bezettingsgraad (overloopcriterium). De toekomstige handhaving komt onder het regime van de bestuurlijke boete (onder voorbehoud van de noodzakelijke wetswijziging): alle opbrengsten van de handhaving gaan naar de gemeente. Foutparkeren wordt niet gedoogd. De fietsenstallingen moeten qua ligging, prijs, kwaliteit en service zodanig zijn dat dit stimulerend werkt op het fietsgebruik en het verminderen van het wild parkeren. BELEIDSKADER De pieken in het winkelbezoek kunnen in ieder geval nog met minimaal 15% groeien. Kiezen of delen? 9

10 BELEIDSKADER DOELSTELLINGEN PER THEMA De doelstellingen zijn per thema nader geconcretiseerd en daar waar mogelijk gespecificeerd in een meetbare gewenste kwaliteit. Concrete doelstellingen geven het ambitieniveau of de gewenste situatie weer. Het zal echter niet altijd mogelijk zijn om alle ambities op korte termijn te realiseren. De doelstellingen worden daarom als volgt gebruikt: Ze zijn richtinggevend voor de te treffen maatregelen. Ze maken helder waar bij de ontwikkelingen in de stad rekening mee kan of moet worden gehouden. Ze maken de te maken keuzes en afwegingen inzichtelijk. Doelstellingen Versterken van de regionale positie en economische groei mogelijk maken door het aanbieden van extra parkeervoorzieningen voor bezoekers. Bewoners kunnen hun eerste auto in de buurt van hun woning parkeren. Voor de tweede auto van de bewoners wordt ook een parkeermogelijkheid geboden. Parkeren in de binnenstad Gewenste kwaliteit De pieken in het winkelbezoek kan in ieder geval nog met 15% groeien (voor de periode waarin Vathorst wordt voltooid: ). Op werkdagen ligt het parkeeraanbod op een acceptabele loopafstand (< 400 meter). Op zaterdag en koopavond worden, indien nodig, tevens parkeervoorzieningen benut op grotere loopafstand dan 500 meter door de inzet van aantrekkelijk aanvullend vervoer. Bij voorkeur kunnen eerste auto s worden geparkeerd binnen 200 meter tot de woning. Minimaal 80% van de eerste auto s kan worden geparkeerd binnen 400 meter. Een eventuele tweede auto kan worden geparkeerd op een maximale loopafstand van 600 meter (met een vergunning of een abonnement voor een parkeergarage). 10 Kiezen of delen?

11 Doelstellingen Alle bedrijven kunnen beschikken over een parkeervergunning. Bewoners kunnen hun eerste auto in de buurt van hun woning parkeren. Parkeren in de binnenstad (vervolg) Parkeren in de reguleringsgebieden rondom de binnenstad Voor de tweede auto van de bewoners wordt ook een parkeermogelijkheid geboden. Bezoekers van voorzieningen (medisch en sociaal) en winkels in de bestaande reguleringsgebieden kunnen in het betreffende reguleringsgebied parkeren. Voor het evenwichtiger verdelen van de parkeerdruk over de verschillende gebieden wordt een (beperkte) overloop van het ene gebied naar het andere toegestaan (uitsluitend voor vergunninghouders en overdag op werkdagen). Uitbreiding van de parkeerregulering vindt niet plaats, tenzij wordt voldaan aan een objectief meetbaar uitbreidingscriterium en andere oplossingen niet mogelijk blijken te zijn. Parkeerregulering dient bij te dragen aan het vergroten van de parkeermogelijkheden voor bewoners en bezoekers. Bij winkelcentra dient het economisch functioneren te verbeteren. Potentiële uitbreidingsgebieden Gewenste kwaliteit Één vergunning per bedrijf; er kunnen keuzes gemaakt worden door een gedifferentieerd aanbod wat betreft locatie, tijd en kosten. Bij voorkeur kunnen eerste auto s binnen 150 meter tot de woning worden geparkeerd. Minimaal 80% van de eerste auto s kan worden geparkeerd binnen een afstand van 200 meter tot de woning. Voor een eventuele tweede auto wordt een parkeermogelijkheid geboden binnen het eigen reguleringsgebied. Voor relatief rustige gebieden (bezetting minder dan 50%) vindt aanvulling plaats tot maximaal 65% bezetting en in drukkere gebieden wordt maximaal 10% van de capaciteit extra benut tot een maximale bezetting van 80%. Het uitbreidingscriterium is gebaseerd op de parkeerdruk, de hoeveelheid langparkeerders (anders dan bewoners) en de mening van de betrokkenen: minimaal 2 werkdagen per week gedurende minimaal twee uur per dag is de bezettingsgraad >90%, minimaal 50% is voorstander (respons >25%), bij winkelcentra wordt minimaal 15% van de parkeercapaciteit ingenomen door langparkeerders. BELEIDSKADER Kiezen of delen? 11

12 BELEIDSKADER Doelstellingen Delen van de historische binnenstad worden parkeervrij gemaakt voor het versterken van het historisch stadsbeeld en het versterken van de economische aantrekkingskracht. Bij herinrichting van straten wordt beoordeeld of een andere verdeling van de parkeervoorzieningen kan bijdragen aan het verbeteren van de gebruiksmogelijkheden (bijvoorbeeld voor kinderen en buurtvoorzieningen), de kwaliteit van het straatbeeld en/of het vergroten van de parkeercapaciteit. Zoekverkeer wordt vermeden. Het aanzien van bedrijventerreinen verbetert door een goede parkeerordening. Kwaliteit openbare ruimte Foutparkeren wordt tegengegaan. Parkeergedrag dat de toegankelijkheid van hulpdiensten belemmert, wordt niet gedoogd. Bewuster mobiliteitsgedrag Alternatieven voor het gebruik van de auto naar de binnenstad worden bevorderd. Gewenste kwaliteit Er is voldoende compenserende parkeergelegenheid voor de vergunninghouders. Laden en lossen blijft mogelijk. Voor het vervangen van openbare ruimte door parkeervoorzieningen dient 65% van de betrokkenen voorstander te zijn (peiling). Er vindt geen aantasting plaats van reeds aanwezige groenvoorzieningen, tenzij in het vigerende bestemmingsplan een verkeers- of parkeerfunctie tot de mogelijkheden behoort. De minimaal beschikbare trottoirruimte is 1,8 meter. In de reguleringsgebieden vindt de uitgifte van vergunningen zodanig plaats, dat overdag de parkeerbezetting door vergunninghouders uit het eigen gebied beneden 90% blijft. Er wordt uitsluitend geparkeerd op de aangeboden parkeerplaatsen, op eigen terrein en de openbare ruimte wordt niet gebruikt als bedrijfsruimte. De alternatieven dienen een meerwaarde voor de gebruiker op te leveren (prijs, reistijd en betrouwbaarheid, comfort). 12 Kiezen of delen?

13 Doelstellingen Binnen de reguleringsgebieden is het voor specifieke doelgroepen en in specifieke omstandigheden mogelijk om te parkeren, anders dan met de standaard vergunning voor bewoners of bedrijven. Parkeergarages zijn veilig en worden als veilig beleefd. Er is een goede informatie over de parkeermogelijkheden. Amersfoort heeft het imago dat het parkeren en de bereikbaarheid goed geregeld zijn. Klant centraal Gewenste kwaliteit Geen extra administratieve belasting, heldere éénduidige toetsingscriteria, geen fraudegevoeligheid, handhaafbaar. Monitoren waardering door gebruiker. Monitoren waardering door gebruiker. Monitoren waardering door gebruiker. Fietsparkeren In het kernwinkelgebied wordt het gebruik van de Het gebruik neemt met minimaal 25% toe. bestaande bewaakte fietsenstallingen bevorderd. De fietsenstallingen in het kernwinkelgebied liggen dicht De loopafstand bedraagt niet meer dan 125 meter. bij het voetgangersgebied. Bij voldoende groei van het gebruik van de bewaakte fietsenstallingen wordt beoordeeld of het aanbod uitgebreid kan worden. Overlast van wild parkeren en een rommelig straatbeeld wordt vermeden. Bij voorzieningen, woningen en bedrijven zijn voldoende, goede fietsparkeervoorzieningen aanwezig. Daar waar voldoende gratis bewaakte fietsenstallingen aanwezig zijn, wordt in de directe omgeving een fietsparkeerverbod ingesteld buiten de fietsenklemmen en fietsparkeervakken. Toetsing per locatie. BELEIDSKADER Kiezen of delen? 13

14 BELEIDSKADER Het parkeerbeleid is gebaseerd op de doelstellingen, randvoorwaarden en keuzes zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven. VERGUNNINGEN IN BESTAANDE REGULERINGS- GEBIEDEN Op korte termijn kunnen extra vergunningen worden uitgegeven (voor de tweede auto van bewoners, voor bedrijven) door overdag een deel van de restcapaciteit in een aantal B- gebieden te benutten en door (een aantal) bedrijven op afstand te laten parkeren. Echter, het volledig faciliteren van alle bedrijven en bewoners (voor hun tweede auto) en het parkeervrij maken van de historische binnenstad is alleen mogelijk door het bijbouwen van parkeergarages voor vergunninghouders op herontwikkelingslocaties en/of door het bouwen van mechanische parkeergarages. Voordat Stadsrandparkeren voor bedrijven wordt ingevoerd en/of nieuwe parkeergarages voor vergunninghouders worden gebouwd, is het nodig om zekerheid te hebben over het daadwerkelijk gebruik van deze voorzieningen. Wij onderzoeken de financiële en ruimtelijke haalbaarheid van deze voorzieningen en maken duidelijk of extra investeringen noodzakelijk zijn en zo ja, wat de financiële dekking kan zijn. Indien Stadsrandparkeren en/of nieuwe garages voor vergunninghouders niet in voldoende mate worden gerealiseerd, kan de vergunninguitgifte slechts beperkt worden verruimd en kan de historische binnenstad niet parkeervrij worden gemaakt. Het gevaar van het uitwijken van parkeerders naar omliggende wijken blijft dan bestaan. Vergunninghoudersparkeren langs de Singel 14 Kiezen of delen?

15 BEZOEKERS BESTAANDE REGULERINGSGEBIEDEN Voor de binnenstad is voor de toekomst ( ) nog voldoende parkeerruimte beschikbaar om de groei op te vangen. Op zaterdag is nu nog 25% van de parkeercapaciteit beschikbaar; op koopavond 20% (in parkeergarages op een loopafstand van maximaal 500 meter vanaf het kernwinkelgebied). Daarnaast kan parkeercapaciteit worden gebruikt in de garages Trapezium (nieuw) en Argonaut, mits een aantrekkelijke en goedkope vorm van aanvullend vervoer wordt aangeboden, zoals een parkeerbus. Voor de langere termijn biedt de herontwikkelingslocatie Spoorwegzone mogelijkheden, vanwege de gunstige ligging voor de bezoekers uit Amersfoort-Noord. Stadsrandparkeren is op dit moment geen must, gezien de beschikbare parkeercapaciteit in de binnenstad. Gezien de economische ambitie van Amersfoort is het wel een welkome aanvulling, die de keuzemogelijkheden voor de bezoekers vergroot. Als het drukker wordt, is het spreiden van het parkeerverkeer gewenst. Stadsrandparkeren draagt daaraan bij. Aantrekkelijk opgezette Stadsrandparkeervoorzieningen dragen dan bij aan het in stand houden van de bereikbaarheid. Aanbevolen wordt om nu op kleine schaal te starten en het systeem bij succes uit te bouwen. Voorwaarde is dat het systeem voordelen oplevert voor de gebruikers (prijs, tijd, gemak). Als er nieuwe parkeergarages voor vergunninghouders komen, ontstaat ook de mogelijkheid om bestaande parkeerplaatsen op maaiveld om te zetten in parkeerplaatsen voor kortparkeerders (korter dan 2 uur). De bestaande 4- uursplaatsen worden omgezet in 2-uursplaatsen. Op beperkte schaal kunnen in de bestaande B- zones parkeerautomaten worden bijgeplaatst. Deze komen alleen te staan bij concentraties van maatschappelijke en economische voorzieningen en niet bij kantoren. Per wijk worden mogelijke locaties in beeld gebracht. Dit wordt besproken met de betrokkenen (participatie). Uitgangspunt blijft dat binnenstadsbezoekers niet in de aangrenzende wijken gaan parkeren. De kraskaart wordt flexibeler en er wordt een systeem met electronische vergunningen ingevoerd. BELEIDSKADER Kiezen of delen? 15

16 BELEIDSKADER PARKEERREGULERING NIET UITBREIDEN TENZIJ Uitgangspunt is dat uitbreiding alleen plaatsvindt als er een probleem is, er geen andere (op redelijke termijn) haalbare oplossingen zijn en wanneer de betrokkenen het willen. Voor winkel-centra moet ook gelden dat de parkeerregulering bijdraagt aan het verbeteren van het economisch functioneren. Het uitbreidingscriterium is objectief meetbaar en geldt voor zowel woon- als winkelgebieden. Het criterium is gebaseerd op drie pijlers: hoge parkeerdruk, een bepaald aantal langparkeerders (anders dan de eigen bewoners) en draagvlak bij de betrokkenen. In het geval de parkeerregulering toch wordt uitgebreid, wordt in woonwijken vergunningparkeren ingevoerd. Op een beperkt aantal locaties kan dit worden aangevuld met parkeerautomaten en maatwerk voor bezoekers van bewoners. In het geval dat parkeerregulering bij winkelcentra wordt ingevoerd, heeft betaald parkeren de voorkeur. De tarieven worden zodanig ingesteld dat de boodschappenfunctie van de winkelcentra niet in gevaar komt. Concreet betekent dit dat voor bijvoorbeeld de eerste 60 of 90 minuten parkeertijd een zeer laag tarief wordt gerekend. Indien parkeerregulering wordt ingevoerd in één van de wijk- of stadsdeelcentra, is het verstandig om dit dan gelijktijdig in al deze centra in te voeren. Daarmee worden concurrentie- en uitwijkproblemen voorkomen. Ieder centrum krijgt dan zijn eigen maatwerk behorende bij de functie en het aanbod van dat centrum. Op het Neptunusplein is invoering van parkeerregulering noodzakelijk, tenzij andere oplossingen op korte termijn beschikbaar zijn. Dit wordt overlegd met de belanghebbenden. Neptunusplein 16 Kiezen of delen?

17 OPENBARE RUIMTE, LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID Leefbaarheid kan in de bestaande wijken tot tegenstrijdige wensen leiden: groenvoorzieningen, (speel)ruimte voor kinderen en voetgangers, kwaliteit van het straatbeeld, maar ook voldoende parkeerruimte. Bij herinrichting van straten worden al deze wensen afgewogen mede op basis van bewonersparticipatie en inspraak. Het omzetten van delen van de openbare ruimte in parkeervoorzieningen kan bijdragen aan het verbeteren van de parkeermogelijkheden. In de bestaande wijken is daarvoor een meerderheid van 65% nodig (op basis van een peiling onder belanghebbenden). Herordening van bedrijventerreinen en woongebieden kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte, veiligheid en toegankelijkheid voor de hulpdiensten. In Vathorst ontstaat een parkeerprobleem doordat niet of onvoldoende op eigen terrein wordt geparkeerd. Volgens het Bouwbesluit is het bouwen van een schuur of fietsenberging niet noodzakelijk. In de praktijk is vaak geen garage aanwezig of wordt deze, bij gebrek aan schuur, gebruikt als fietsenstalling. Daar waar dat voor deelplannen nog mogelijk is, wordt onderzocht of de parkeernorm voor het parkeren in de openbare ruimte verhoogd kan worden. In de bestaande nieuwbouwwijken wordt per buurt beoordeeld of uitbreiding met parkeerplaatsen in de openbare ruimte noodzakelijk is en of deze op korte termijn tegen lage kosten zijn te realiseren. Ook hiervoor is een meerderheid van 65% noodzakelijk. De bestuurlijke boete maakt uitbreiding van de handhaving mogelijk. Ook in delen van de nieuwbouwwijken moet de handhaving worden uitgebreid. Indien dit onvoldoende effect heeft, wordt het uitbreidingscriterium doorlopen. In het uiterste geval wordt dan parkeerregulering overwogen. Dit heeft dan als doel het gebruik van de parkeervoorzieningen op eigen terrein daadwerkelijk te gaan gebruiken. BELEIDSKADER Kiezen of delen? 17

18 BELEIDSKADER BEÏNVLOEDEN VAN MOBILITEITSGEDRAG Stadsrandparkeren voor bedrijven en bezoekers van de binnenstad, een parkeerbus en gratis fietsenstallingen vergroten de keuzemogelijkheden voor de reiziger en de bereikbaarheid van de binnenstad. Het concept voor Stadsrandparkeren voor bedrijven wordt als eerste uitgewerkt. Bij voldoende deelname wordt het systeem, binnen de financiële randvoorwaarden, ingevoerd. Daarna wordt het Stadsrandparkeren voor bezoekers van de binnenstad uitgewerkt. Daarbij staat het bieden van meerwaarde aan de gebruikers voorop. Het daadwerkelijke gebruik is vooraf niet te garanderen. Dit moet door het aanbieden van een goed product voor de doelgroep proefondervindelijk worden vastgesteld. Een kleinschalige start beperkt de financiële risico s en maakt stapsgewijze uitbreiding mogelijk. Nadat de financiële consequenties in beeld zijn gebracht, wordt definitief over de invoering van het project besloten. KLANT CENTRAAL Binnen dit thema gaat het om een reeks van maatregelen voor specifieke doelgroepen: horecabezoekers, bezoekers van bewoners, bezoekers van maatschappelijke en medische instellingen, scholen, bedrijven en religieuze centra. FIETSPARKEREN Het effect van gratis bewaakte fietsenstallingen wordt in beeld gebracht. Op basis van de evaluatie worden aanvullende maatregelen voorgesteld. Per wijk wordt geïnventariseerd hoe het stallen van fietsen kan worden verbeterd. Bij de grote winkelcentra Emiclaer en Nieuwland wordt onderzocht of er voldoende vraag is naar een bewaakte fietsenstalling. Bij winkelcentrum Vathorst wordt ruimtelijk rekening gehouden met het aanleggen van een bewaakte fietsenstalling. 18 Kiezen of delen?

19 DE UITVOERING Essentieel voor de uitvoering van het beleid zijn: Monitoring. Uitbreiding van de handhaving. Communicatie en participatie. Interne organisatie en programmamangement. Financiële kaders. Het voorgestelde beleid kan consequenties hebben voor de investeringen door de gemeente. De financiële consequenties worden nader in beeld gebracht voor nieuwe parkeergarages (voor vergunninghouders) en voor het Stadsrandparkeren. Vervolgens wordt een meerjarenprogramma opgesteld dat inzicht geeft in de uitvoeringsmogelijkheden van de verschillende acties en projecten. Noodzakelijke investeringen worden betrokken bij de integrale afwegingen die gemaakt worden bij het opstellen van de jaarlijkse begroting. Vervolgens kunnen uitvoeringsbesluiten worden genomen. Exploitatiekosten van bijvoorbeeld fietsenstallingen, Stadsrandparkeren en aanvullend vervoer worden indien mogelijk ondergebracht bij de totale exploitatiekosten van het parkeren. FINANCIELE ASPECTEN NIEUWE PARKEERGARAGES Bij nieuwe parkeergages voor vergunninghouders moet worden rekening gehouden met een investering in de onrendabele top in een orde van grootte van ,-. Financiële dekking van een dergelijk bedrag kan plaatsvinden door bijdragen uit de grondexploitatie, algemene dienst (integrale afweging bij het opstellen van de begroting), de Egalisatiereserve Parkeren en/of verhoging van de tarieven voor het straatparkeren en vergunningen en/of een verhoging van de opbrengsten uit de gemeentelijke garages. Tevens is het zoeken naar de goedkoopste oplossingen van belang. Wanneer het bedrag zou moeten worden gedekt uit uitsluitend het verhogen van de parkeertarieven op straat, zou dit een verhoging met ongeveer 0,75/uur bedragen. Deze verhoging wordt te hoog geacht. Een beperkte verhoging is wel te overwegen op het moment dat 4-uurs parkeerplaatsen omgezet worden in 2-uurs parkeerplaatsen. Indien de financiële dekking van nieuwe parkeergarages niet tot stand komt, blijven keuzes en prioriteiten nodig voor het uitgeven van vergunningen. Ook zal de kans op de noodzaak van uitbreiding van de parkeerregulering groter zijn. Dit moet dan blijken uit het toepassen van het uitbreidingscriterium. BELEIDSKADER Kiezen of delen? 19

20 BELEIDSKADER HOOFDLIJNEN UITVOERINGS- EN ACTIEPROGRAMMA Benutten bestaande capaciteit en vergunningen Beoordelen haalbaarheid en financiële dekking nieuwe parkeergarages voor vergunninghouders Voorbereiden en uitvoeren maatwerk parkeerregulering Invoeren parkeeroplossing Neptunusplein Uitwerken Stadsrandparkeren Invoering gratis fietsenstallingen en monitoring Overleg voeren parkeerexploitanten Opstarten monitorprogramma Voorbereiden invoering bestuurlijke boete Opstellen financieel meerjarenprogramma Periodiek Uitvoeren wijksgewijze beoordeling van de stallingsvoorzieningen voor fietsers Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoeken Uitbreidingscriterium toetsen Actualiseren uitvoeringsprogramma en financieel meerjarenprogramma 20 Kiezen of delen?

21 DEEL 2: OPTIES EN OVERWEGINGEN VOOR DE UITVOERING

22 BINNENSTAD Binnenstad: vergunninghouders en bezoekers centraal COMPLEX GEBIED VRAAGT CREATIEVE OPLOSSINGEN De binnenstad is een complex gebied, zeker daar waar het gaat om parkeren. Bewoners, mensen die een terrasje willen pakken of gezellig komen winkelen: dagelijks zoeken duizenden mensen een parkeerplaats voor hun auto. Vanwege het historische karakter van de binnenstad is het woekeren met de Maatregelen, zoals Stadsrandparkeren en het beter benutten van vrije plaatsen in enkele omliggende B- zones (overdag), kunnen voor de korte termijn een gedeeltelijke oplossing bieden. Een echte structurele oplossing is alleen mogelijk als nieuwe, gebouwde (mechanische) parkeervoorzieningen voor vergunninghouders worden gerealiseerd. Dit vraagt om het ruimte en moet de schaarse (parkeer)ruimte benutten van kansen bij binnenstedelijke herontwikkelingslocaties. zorgvuldig worden verdeeld over de verschillende gebruikers. NIEUWE GARAGES VOOR VERGUNNINGHOUDERS? De gemeenteraad en de gebruikers hebben een aantal wensen, zoals het faciliteren van de tweede auto (die veel mensen tegenwoordig hebben), het verstrekken van bedrijfsvergunningen en het parkeervrij maken van de historische binnenstad. Wanneer al deze wensen worden gehonoreerd, ontstaat een fors tekort Bij het realiseren van garages voor vergunninghouders kan ervoor worden gekozen om deze garages mechanisch uit te voeren. Mechanische garages nemen namelijk minder ruimte in beslag en kunnen daardoor worden toegepast op locaties, waar een conventionele parkeergarage niet kan worden ingepast. aan parkeerplaatsen voor vergunninghouders in de binnenstad. 22 Kiezen of delen?

23 De haalbaarheid van nieuwe (mechanische) parkeergarages wordt in beeld gebracht, zodat eind 2005 een besluit kan worden genomen over de uitbreidingsmogelijkheden. De beoordeling vindt plaats op basis van ruimtelijke èn financiële haalbaarheid, alsmede marktpotentie. Er wordt ook gekeken of deze parkeergarages voor vergunninghouders door de markt kunnen worden ontwikkeld en geëxploiteerd. Als dat niet het geval is, wordt onderzocht of deze garages onder regie van de gemeente ontwikkeld en geëxploiteerd kunnen worden. Het primaire doel daarbij is om voldoende afname te garanderen, zodat daadwerkelijk een forse kwaliteitsverbetering voor het parkeren in de binnenstad te behalen is en de druk op de uitbreiding van de parkeerregulering vermindert. Eventuele investeringen door de gemeente worden integraal afgewogen op de volgende criteria: Oplossen van parkeerproblemen. Bieden van mogelijkheden tot verbetering van de leefbaarheid. Voorkomen van de noodzaak om de parkeerregulering uit te breiden (met bijbehorende kosten). Garanderen van de duurzaamheid van oplossing. In dit kader is het volgende van belang: om te beginnen is de bouw van nieuwe parkeergarages voor vergunninghouders alleen financieel verantwoord als vooraf voldoende afname van parkeerplaatsen is verzekerd. Verder is gemeentelijke regie gewenst voor een optimale verdeling van de parkeervoorzieningen in de toekomst en een evenwichtig (flexibel) prijsbeleid. Dit betekent overigens niet per definitie dat de gemeente het eigendom heeft en/of het beheer uitvoert over de parkeergarages. Wanneer de gemeente op dit moment de regie zou kunnen voeren over het totale parkeerarsenaal, hadden (financieel) optimalere oplossingen tot de mogelijkheden behoord. Wanneer onvoldoende nieuwe voorzieningen voor vergunninghouders kunnen worden gerealiseerd, heeft dit de volgende consequenties: Wachtlijsten voor vergunninghouders (tweede auto bewoners en vergunningen ondernemers). Geen verbetering van de leefbaarheid en woonklimaat. Geen mogelijkheden voor het parkeervrij maken van de historische binnenstad. Blijvende overloopeffecten naar omliggende gebieden, die toenemen bij het intensiveren van de woonfunctie (boven winkels). BINNENSTAD Kiezen of delen? 23

24 BINNENSTAD BENUTTEN OP KORTE TERMIJN Volgens vertegenwoordigers van de ondernemers is Stadsrandparkeren een reële optie voor een aantal bedrijven in de binnenstad. Het gaat om de bedrijven, die hun auto niet nodig hebben voor de bedrijfsvoering, maar deze alleen gebruiken voor de woon-werkverplaatsing. Ook voor deze doelgroep is het onderzoeken van de marktpotentie en het garanderen van de afname een vereiste. Verder kunnen op korte termijn de volgende maatregelen worden uitgevoerd: Benutten van de restcapaciteit in zone B1, voor bewoners en bedrijven uit de A- en B-zones. Benutten van de restcapaciteit in de B2-, B4- en B6-zone met tijdsbeperking op de zaterdag en koopavond. Dit geldt vooral voor bedrijven, die gevestigd zijn in de A-zone. Op zaterdag en koopavond kan mogelijk gebruik worden gemaakt van Stadsrandparkeren (combinatieabonnement). Onderzoek van de beschikbaarheid van POETplaatsen (Parkeren Op Eigen Terrein ), het mogelijk ten onrechte gebruiken van een parkeervergunning en deze vervolgens intrekken. TOEKOMSTIGE MAATREGELEN VOOR BEZOEKERS Voor bezoekers van de binnenstad is er voorlopig genoeg parkeerruimte. Op zaterdag is binnen een loopafstand van 400 meter (inclusief Eemcentrum) nog 25% groei op de piekmomenten mogelijk. Op koopavond is dit 20%. Na een groei van 15% (ten opzichte van 2004) op de piekmomenten blijven nog respectievelijk 400 en 150 parkeerplaatsen beschikbaar op zaterdag en koopavond (inclusief restcapaciteit Eemcentrum en zonder restcapaciteit Trapezium). Het bouwen van nieuwe garages voor de binnenstad is derhalve de komende jaren niet nodig voor het faciliteren van de gewenste economische groei en regionale koopkrachtbinding. Daarnaast is het zeer de vraag of nieuwe bezoekersgarages in de binnenstad ruimtelijk en financieel haalbaar zijn. Mocht de groei van de parkeervraag op piekmomenten groter zijn dan 15%, dan zijn de volgende opties beschikbaar: Benutten van de nieuwe parkeergarage Trapezium, de bestaande parkeergarage Argonaut en de herontwikkelingslocatie Spoorwegzone. Dit alles in combinatie met aantrekkelijk aanvullend vervoer (scherp geprijsd combikaartje). 24 Kiezen of delen?

25 Beter benutten van de Flintgarage (bijvoorbeeld door gebruikers van deze garage toegang te bieden via de Meridiaantunnel, de tunnel wordt als het ware de in- en uitgang van de parkeergarage, uiteraard mits de veiligheid van de fietsers gewaarborgd blijft). Bevorderen van het bezoeken van de binnenstad buiten de piekuren. Benutten van parkeervoorzieningen bij bestaande kantoren, mits hierover overeenstemming is. Uitbouwen van het Stadsrandparkeren, de winkelbus en het fietsparkeren. Dit aanvullende pakket maakt een groei van minimaal 40% van het aantal bezoekers per auto mogelijk. Dit is voldoende om zowel de groei ten gevolge van Vathorst op te vangen alsmede een uitbreiding van de regionale koopkrachtbinding. Bij een groei van de piekvraag met 20% tot 40% treden problemen op met de verkeersafwikkeling en de toegankelijkheid van de parkeervoorzieningen in de binnenstad. De auto s komen in de file te staan, omdat de toevoerwegen naar de parkeergarages vol raken. Spreidingsbeleid is daarom gewenst, echter wel zodanig opgezet dat het aantrekkelijk blijft voor de gebruikers. ROL PARKEEREXPLOITANTEN Omdat de gemeente Amersfoort niet de regie voert over het totale parkeerareaal, is zij voor een aantal zaken afhankelijk van de parkeerexploitanten: Invoeren tariefdifferentiatie voor daluren voor kortparkeren in de garages. Tariefafspraken zijn volgens de mededingingswet niet toegestaan. Een exploitant voert zelf zijn tariefbeleid, gericht op het optimaal gebruik van zijn garage en niet op de optimale benutting van het totale parkeerareaal. Er mag niet worden verwacht dat een algemene tariefverlaging in de daluren direct tot meer klanten leidt, maar wel tot meer spreiding in de tijd en inkomstenderving. Afnemen van uitrijkaarten door binnenstadsondernemers en deze tegen een gereduceerd tarief ter beschikking stellen aan hun klanten. Uitgeven van abonnementen aan bedrijven met tijdsbeperking op de zaterdag en koopavond (op termijn met gebruik van Stadsrandparkeren, combinatie-abonnement). BINNENSTAD Kiezen of delen? 25

26 REGULERINGSGEBIEDEN ROND DE BINNENSTAD Reguleringsgebieden rond de binnenstad: extra capaciteit? BENUTTEN PARKEERPLAATSEN OP STRAAT functies. Concreet betekent dit dat 65% van de In een aantal bestaande reguleringsgebieden (B2, B4, betrokken bewoners het voorstel moet ondersteunen. B6) rondom de binnenstad is overdag nog (beperkte) Dit percentage ligt boven de 50% omdat bewoners parkeercapaciteit beschikbaar. Deze kan worden direct te maken krijgen met de herinrichting en de benut voor vergunninghouders uit de binnenstad gebruiksmogelijkheden van hun straat. (bedrijven, eventueel met tijdsbeperking). In zone B1 kunnen extra vergunningen voor bewoners uit zone B5 NIEUWE GARAGES OF OVERLOOP? worden uitgegeven. De begrenzingen, zoals Voor het uitbreiden van de parkeercapaciteit zijn nog vastgelegd bij de doelstellingen, zorgen ervoor dat twee andere mogelijkheden beschikbaar: het bouwen een bestaand reguleringsgebied niet wordt volgezet van (mechanische) parkeergarages en het toestaan met vergunninghouders uit andere gebieden. van een beperkte overloop naar nieuwe aangrenzende reguleringsgebieden. De voorkeur Het omzetten van delen van de openbare ruimte in wordt gegeven aan parkeergarages, omdat dit het parkeerplaatsen is niet mogelijk. Bij het eventueel parkeerprobleem in de kern aanpakt. Daarmee wordt omzetten moeten randvoorwaarden helder zijn, zoals de kans op ongewenste overloop naar naastliggende de minimale loopbreedte die nodig is voor voetgangers gebieden verkleind, evenals de noodzaak om daar met kinderwagen en voor gehandicaptenwagens parkeerregulering in te voeren. (> 1,8 meter). Verder moet voldoende draagvlak bestaan voor het uitbreiden van de parkeerplaatsen ten koste van trottoirs, groenvoorzieningen of andere 26 Kiezen of delen?

27 Hierbij moet worden opgemerkt dat het bouwen van nieuwe parkeergarages complexer is en langere tijd op zich kan laten wachten. Tevens kan dit extra investeringen vergen. Ook voor garages in de B-gebieden moet voor het realiseren van de garage een bepaalde afname verzekerd zijn. Verklaring van de nummers: 1 Vathorst 10 P+R Noordzijde en spooremplacement 2 Emiclaer 11 Locatie Middelhoefseweg 3 Ziekenhuis Maatweg 12 Meander Medisch Centrum; De Lichtenberg 4 Ontwikkelingen Spoorzone 13 Nefkens 5 Neptunusplein 14 Zonnehof 6 Locaties Hogeweg 15 Sportfondsenbad 7 Eemcentrum 16 Meander Medisch Centrum; St. Elisabeth 8 Meursingterrein 17 Euterpeplein 9 Trapezium 11 Ontwikkelingslocaties Kiezen of delen? REGULEERINGSGEBIEDEN ROND DE BINNENSTAD

28 REGULERINGSGEBIEDEN ROND DE BINNENSTAD PARKEERAUTOMATEN BIJ VOORZIENINGEN Parkeren bij economische en maatschappelijke functies is nu vaak lastig omdat parkeerautomaten of speciale faciliteiten ontbreken. Onder economische functies worden verstaan detailhandel, midden- en kleinbedrijf. Onder maatschappelijke functies worden verstaan medische en sociale voorzieningen zoals gezondheidscentra, verenigingen, buurthuizen en wijkcentra. Voor deze voorzieningen kunnen parkeerautomaten een oplossing bieden indien: er een zekere concentratie van dergelijke functies aanwezig is, er een duidelijke (kleine) subzone kan worden gedefinieerd met een gefiscaliseerd regime (betaald parkeren) en deze zone duidelijk herkenbaar is voor de gebruikers. Er mag geen verwarring ontstaan tussen gebieden waarbinnen een parkeerkaartje geldig is en gebieden, waarin uitsluitend met vergunningen kan worden geparkeerd. Per reguleringsgebied worden de economische en maatschappelijke functies geïnventariseerd. Locaties die voldoen aan bovenstaande criteria komen in aanmerking voor parkeerautomaten. Dit gebeurt 28 Kiezen of delen? echter altijd slechts op beperkte schaal, om te voorkomen dat de bestaande reguleringsgebieden overspoeld worden met kortparkeerders en zoekverkeer voor bijvoorbeeld de binnenstad. Voorzieningen met uitsluitend een woonfunctie worden niet voorzien van een parkeerautomaat. Een uitzondering wordt gemaakt voor die gevallen, waarin de looptijd vanaf de parkeervoorzieningen naar de woning te groot wordt (bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis). Daar is de kans op een boete tijdens het ophalen van bijvoorbeeld de kraskaart bij de bewoner te groot. Parkeerautomaat

29 Vergunninggebieden 2004 en aantal en type parkeerplaatsen A2: V = 96 pp 4 uur = 16 pp A2 B4 B4: V = 362 pp 1 uur = 11 pp 4 uur = 69 pp A1: V = 543 pp 1 uur = 131 pp 4 uur = 340 pp B6: V = 310 pp B1: V = 611 pp 1 uur = 144 pp 4 uur = 134 pp B5 B5: V = 108 pp 1 uur = 9 pp B3: V = 132 pp B2 Vergunninggebieden 2004 B2: V = aantal vergunningplaatsen V = 278 pp 1 uur = 33 pp 1 uur = aantal 1-uurs parkeerplaatsen 4 uur = 17 pp 4 uur = aantal 4 uursparkeerplaatsen

30 POTENTIELE UITBREIDINGSGEBIEDEN Potentiële uitbreidingsgebieden parkeerregulering: objectief toetsen IN PRINCIPE REGULERING NIET UITBREIDEN Wanneer blijkt dat er een hoge parkeerdruk is en dat Het startpunt is dat uitbreiding van de parkeerregulering deze wordt veroorzaakt door langparkeerders niet plaatsvindt. Het is alleen een te over- wegen optie wanneer wordt voldaan aan een objectief meetbaar uitbreidingscriterium èn andere oplossingen niet mogelijk blijken te zijn. Bij de oplossingen ligt het accent op het ontwikkelen van parkeergarages in de bestaande reguleringsgebieden, om daar te kunnen voldoen aan de parkeervraag van bewoners en (anderen dan de bewoners in het gebied zelf), wordt altijd eerst beoordeeld of andere oplossingen dan parkeerregulering (op een redelijke termijn) mogelijk zijn. Indien blijkt dat parkeerregulering de enige reële oplossing is èn dit deze ondersteuning van de betrokkenen heeft (meer dan 50% steunt de invoering van de parkeerregulering), dan wordt uitgegaan van: ondernemers (vergunninghouders). Vergunningparkeren voor bewoners. Betaald parkeren bij concentraties van UITBREIDINGSCRITERIUM economische en maatschappelijke functies Het uitbreidingscriterium maakt onderscheid tussen (beperkt aantal parkeerautomaten). woongebieden, winkelcentra en locaties waar een nieuwe parkeergarage komt met betaald parkeren. Maatwerk voor bezoekers van bewoners en sociale en medische voorzieningen. Het uitbreidingscriterium is gebaseerd op drie pijlers: Handhaving onder het regime van de bestuurlijke 1. Hoge parkeerdruk. boete (opbrengsten gaan dan naar de gemeente, 2. Veel langparkeerders (geen eigen bewoners). mogelijk vanaf 2006). 3. Voldoende ondersteuning door de betrokkenen. 30 Kiezen of delen?

31 De volgende woongebieden worden beoordeeld: De huidige gebieden rond de bestaande reguleringsgebieden, maar pas nadat bekend is of er nieuwe parkeergarages bijkomen in de bestaande reguleringsgebieden. De gebieden waar klachten zijn over de parkeerdruk, zoals Liendert en nieuwbouwwijken. De gebieden rond de nieuwe parkeergarages Trapezium en Eemcentrum. In deze gevallen is het gewenst om te anticiperen op deze ontwikkelingen. Ook in nieuwbouwwijken kan in het uiterste geval parkeerregulering worden ingevoerd. Dit heeft dan primair tot doel het gebruik van de parkeervoorzieningen op eigen terrein te stimuleren en de parkeerdruk in de openbare ruimte te verminderen. MAATWERK EN UNIFORMITEIT BIJ WINKELCENTRA Ook voor winkelcentra geldt: er moet een probleem zijn, veroorzaakt door langparkeerders, er zijn geen andere oplossingen en de betrokkenen ondersteunen de invoering van parkeerregulering. Tevens moet de parkeerregulering bevorderend werken op het economische functioneren. Klanten hechten immers meer belang aan beschikbare parkeerplaatsen dan aan gratis parkeren op een bomvol terrein (mits het tarief redelijk is). Als parkeerregulering bij een winkelcentrum wordt ingevoerd, heeft betaald parkeren de voorkeur. De tarieven worden zodanig ingesteld dat de boodschappenfunctie van de winkelcentra niet in gevaar komt. Concreet betekent dit dat voor bijvoorbeeld de eerste 60 of 90 minuten parkeertijd een zeer laag tarief wordt gerekend. Deze wijze van parkeerregulering heeft voordelen ten opzichte van een blauwe zone: 1. Er kan geen verwarring ontstaan met eventuele parkeerregulering in het omliggende gebied (vergunningen en/of betaald parkeren). Er is immers slechts één regime, maar wel met tariefdifferentiatie. POTENTIËLE UITBREIDINGSGEBIEDEN Kiezen of delen? 31

32 POTENTIELE UITBREIDINGSGEBIEDEN 2. De handhaving is niet afhankelijk van de invoering van de bestuurlijke boete. Zonder bestuurlijke boete lopen de handhavingskosten te hoog op. In de praktijk zal dan het effect zijn dat de handhaving slechts beperkt of zelfs niet wordt uitgevoerd. 3. Het fraudegedrag is aanzienlijk minder. Een parkeerschijf nodigt uit tot instellen van onjuiste tijden en het bijdraaien van de ingestelde tijd. 4. Bezoekers hebben geen beperking in hun bezoektijd. Een blauwe zone wordt evenwel niet uitgesloten als op zeer korte termijn maatregelen noodzakelijk zijn. Over de parkeerproblemen en de aanpak wordt met de betrokkenen overlegd. Indien parkeerregulering wordt ingevoerd in één van de wijk- of stadsdeelcentra (zoals Vathorst, Emiclaer, Nieuwland en Schothorst) is het verstandig om dit dan gelijktijdig in al deze centra in te voeren. Belangrijke ijkmomenten zijn onder andere de uitbreiding van Emiclaer en het openen van het winkelcentrum Vathorst. Bij gelijktijdige invoering worden concurrentie- en uitwijkproblemen voorkomen. Ieder centrum krijgt dan zijn eigen maatwerk behorende bij de functie en het aanbod van dat centrum. MAATWERK VOOR NEPTUNUSPLEIN Het winkelcentrum Neptunusplein heeft nu al veel last van langparkeerders en zijn economisch functioneren wordt daarmee bedreigd. Het bijbouwen van parkeervoorzieningen biedt hier geen oplossing, omdat dit nog meer langparkeerders (met bestemming binnenstad) aantrekt. Met betrokkenen wordt overlegd over eventuele andere maatregelen die de beschikbaarheid van parkeervoorzieningen voor bezoekers op korte termijn kunnen vergroten. Indien parkeerregulering onvermijdelijk is en de betrokkenen dit ook willen, wordt met hen overlegd over de wijze van invoering. Daarbij worden de bewoners rond het Neptunusplein betrokken, omdat het ongewenste effect van de regulering kan zijn dat de langparkeerders in de omliggende straten gaan parkeren. In het overleg met de bewoners liggen in dat geval twee keuzes voor: 1. Accepteren van het verhogen van de parkeerdruk in de omliggende straten of 2. De omliggende straten betrekken in de parkeerregulering. Bij dit project is de participatie van belanghebbenden essentieel: eerst het bespreken van problemen, daarna van de oplossingsrichtingen en de mogelijke effecten en vervolgens het peilen van de voorkeuren. 32 Kiezen of delen?

33 Potentiële uitbreidingsgebieden Winkelcentrum Nieuwland Emiclaer Winkelcentrum Schothorst Winkelcentrum Vathorst PARKEREN VOOR TREINREIZIGERS Voor de treinreizigers die met de auto naar het station komen is er een P&R-voorziening bij het station. Niet alle treinreizigers maken van deze voorziening gebruik: zij parkeren in de omliggende wijken. Zij doen dit omdat zij het parkeertarief te hoog vinden (dagtarief: 3,- voor NS-reizigers) of omdat dat zij het systeem te omslachtig vinden. De toegankelijkheid van de P&R-voorziening is een lastig punt, omdat men over een pasje moet beschikken en niet met PIN of contant geld kan betalen. De gemeente Amersfoort heeft geen zeggenschap over de P&R-voorziening. Het is dan ook niet mogelijk om het uitwijkgedrag op eenvoudige wijze te voorkomen. Immers, het aanbieden van gratis of goedkope parkeergelegenheid trekt andere langparkeerders. Indien de overlast in de omliggende wijken volgens het uitbreidingscriterium te groot, is kan parkeerregulering worden overwogen. POTENTIËLE UITBREIDINGSGEBIEDEN Kiezen of delen? 33

34 KWALITEIT OPENBARE RUIMTE Kwaliteit openbare ruimte: leefbaarheid en veiligheid BINNENSTAD binnenstad geen alternatief zijn voor De historische binnenstad wordt parkeervrij gemaakt binnenstadsbezoekers en zoekverkeer wordt als er voldoende vervangende parkeerplaatsen voorkomen. beschikbaar komen. De leefbaarheid in de bestaande reguleringsgebieden kan worden verhoogd door: Aanvragen voor inritten te toetsen op de effecten voor het straatbeeld en de parkeercapaciteit. Het verbeteren van de parkeervoorzieningen en/of het straatbeeld bij de herinrichting van straten. BEDRIJVENTERREINEN Het aantrekkelijker inrichten van de openbare ruimte in het geval van het realiseren van extra parkeergarages voor vergunninghouders. Per bedrijventerrein of een gedeelte daarvan wordt een parkeerbalans opgesteld. Dit is de basis voor het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor werknemers Foutparkeren tegen te gaan (handhaving). en bezoekers (dus exclusief auto s, die handelsobject Het uitgiftebeleid zo in te richten dat overdag de bezetting door de vergunninghouders nooit hoger is dan 90%. zijn). Eventuele herordening vindt plaats door het herindelen van parkeervoorzieningen en straten, het toevoegen van capaciteit, het omzetten van trottoirruimte Een eventuele overloop van vergunninghouders vanuit andere gebieden overdag te beperken tot een maximale bezetting van 80%. in parkeerhavens, het invoeren van fysieke maatregelen en het uitvoeren van handhaving. Slechts in beperkte mate parkeerautomaten bij te plaatsen zodat gebieden rondom de 34 Kiezen of delen?

35 Parkeer- en stallingsvoorzieningen voor commerciële doeleinden kunnen op kosten van bedrijven worden aangelegd in het openbaar gebied (met bij voorkeur overdracht van de grond in eigendom) mits: De ruimte daartoe beschikbaar is en blijft. Groenvoorzieningen niet worden aangetast. De parkeerruimte niet op eigen terrein kan worden aangelegd. Het een locatie is buiten een reguleringsgebied. Dus slechts in uitzonderingssituaties kunnen handelsactiviteiten worden gelegaliseerd in de vorm van precariorechten. Deze uitzonderingssituatie geldt alleen buiten de reguleringsgebieden. De opbrengsten komen ten gunste van de Egalisatiereserve Parkeren. PARKEERNORMEN De nota parkeernormen wordt uitgebreid met normen voor het parkeren bij golfbanen, bowling/poolcentra, overdekte speeltuinen en scholen. Bij het opstellen van parkeerbalansen wordt rekening gehouden met de mogelijkheid tot dubbelgebruik. is, wordt onderzocht of de parkeernorm voor het parkeren in de openbare ruimte verhoogd kan worden. Voor de overige nieuwe binnenstedelijke woningen blijft de Nota Parkeernormen Amersfoort van toepassing. De handhaving op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wordt geïnventariseerd zodra de bestuurlijke boete is ingevoerd voor de onderdelen, met betrekking tot parkeren. De APV doet uitspraken over het verbieden van: parkeren van voertuigen van autobedrijven, te koop aanbieden van voertuigen, parkeren van defecte voertuigen en het parkeren van reclamevoertuigen op uitwegen van en naar de openbare weg. Foutparkeren wordt tegengegaan, specifiek om onoverzichtelijke situaties te voorkomen. Daar waar de toegankelijkheid van de hulpdiensten door foutparkeren wordt belemmerd, wordt de handhaving geïntensiveerd. KWALITEIT OPENBARE RUIMTE In Vathorst ontstaat een parkeerprobleem doordat er niet of onvoldoende op eigen terrein wordt geparkeerd. Daar waar dat voor deelplannen nog mogelijk Kiezen of delen? 35