Onteigening in de gemeente Leeuwarden VROM

Transcriptie

1 Onteigening in de gemeente Leeuwarden VROM «Onteigeningswet» Percelen begrepen in het bestemmingsplan Hempens-Teerns Besluit van 1 oktober 1999 no tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van Leeuwarden van 15 maart 1999, no. 3399, tot onteigening als bedoeld in Titel IV van de onteigeningswet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 26 augustus 1999 no. MJZ , Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken, en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directoraat- Generaal Openbaar Bestuur. Gelezen de brief van burgemeester en wethouders van Leeuwarden van 25 maart 1999, kenmerk 4265 HD/JG. Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State gehoord (advies van 17 september 1999 no. W /V). Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 september 1999 no. MJZ , Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Algemeen Juridische en Bestuurlijke Zaken. Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van Leeuwarden van 15 maart 1999, no. 3399, tot onteigening ingevolge artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen en perceelsgedeelten. Overwegingen Ingevolge voornoemd artikel 77 van de onteigeningswet kan, zonder voorafgaande verklaring bij de wet dat het algemeen nut onteigening vordert, onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen percelen en perceelsgedeelten zijn begrepen in het onherroepelijk goedgekeurde bestemmingsplan Hempens-Teerns van de gemeente Leeuwarden. Blijkens het raadsbesluit tot onteigening wenst de gemeente Leeuwarden de daarin bedoelde gronden in eigendom te verkrijgen ter uitvoering van het zojuist genoemde bestemmingsplan. De in het onteigeningsplan begrepen gronden zijn in het bestemmingsplan Hempens-Teerns aangewezen voor Bosbeplanting (Nb) en Uit te werken gemengde doeleinden (GD). De bestemming Bosbeplanting (Nb) betreft een globale bestemming, welke door burgemeester en wethouders van Leeuwarden niet nader overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening behoeft te worden uitgewerkt. De bestemming Uit te werken gemengde doeleinden (GD) dient door burgemeester en wethouders van Leeuwarden wel nader overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met inachtneming van bij het plan nader omschreven regelen te worden uitgewerkt. Gelet hierop is van gemeentewege overgelegd het vastgestelde uitwerkingsplan Hempens-Teerns 2e fase. De ter onteigening aangewezen gronden die zijn gelegen in het gedeelte van voornoemd bestemmingsplan met de bestemming Uit te werken gemengde doeleinden (GD) zijn in vorengenoemd uitwerkingsplan nader aangewezen voor Woondoeleinden klasse II-A (WII-A), Woondoeleinden klasse V (WV), Woondoeleinden klasse VI (WVI), Bos (Nb), Natuurontwikkelingsgebied (Nn), Verkeersdoeleinden, Water, Doeleinden van verkeer en verblijf en Groenvoorzieningen alsmede voor Openbare Nutsleidingen (toegevoegde bestemming) met de aanduidingen Hoogspanningsleiding en Gastransportleiding. In verband met het feit, dat ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening het uitwerkingsplan Hempens-Teerns 2e fase nog niet onherroepelijk was goedgekeurd, is in dat besluit onder meer bepaald, dat: a. ter uitvoering van het uitwerkingsplan Hempens-Teerns 2e fase geen dagvaardingen, als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet, op grond van dit onteigeningsplan zullen worden uitgebracht alvorens onherroepelijk is beslist omtrent de goedkeuring van het uitwerkingsplan Hempens- Teerns 2e fase (betreft de onder de grondplannummers 10 tot en met 90 aangegeven percelen en perceelsgedeelten) en b. het besluit tot onteigening voorzoveel betreft de in het onder a. genoemde uitwerkingsplan gelegen percelen en perceelsgedeelten als vervallen zal worden beschouwd, indien en voorzover aan dit uitwerkingsplan in hoogste instantie goedkeuring mocht worden onthouden. De door de gemeente Leeuwarden ter plaatse voorgestane wijze van planuitvoering strekt ten einde te kunnen voorzien in de woningbehoefte rond Leeuwarden tot realisering van de stadsuitbreiding rond de kern Hempens-Teerns, waarin ruimte wordt geboden aan woonbebouwing, een boscomplex en waterpartijen. De gemeente Leeuwarden is voornemens in het plangebied Hempens-Teerns circa 1750 woningen in gevarieerde prijsklassen te realiseren. De gemeente wenst het onderhavige bestemmingsplan, zoals in de toelichting bij dat plan wordt vermeld, volledig te hebben gerealiseerd in het jaar Het gedeelte van het plan, waarbinnen een boscomplex en waterpartijen is gesitueerd, is de gemeente voornemens, zoals in het uitwerkingsplan staat vermeld, mede met het oog op aan termijn gebonden toegekende subsidies te realiseren voor het jaar In de wijze van planuitvoering is onder meer inzicht verschaft door middel van overlegging van de bij voornoemd bestemmingsplan behorende kaart, toelichting en voorschriften met de daarin opgenomen beschrijving in hoofdlijnen alsmede voornoemd uitwerkingsplan met de daarbij behorende kaart en toelichting. Voorts heeft de gemeente Leeuwarden de brochure Hempens-Teerns Leeuwarden, Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 1

2 Verbonden met natuur en stad overgelegd. De ter onteigening aangewezen gronden zijn begrepen in het ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aangewezen onderdeel van het bestemmingsplan Hempens-Teerns ten aanzien waarvan de verwerkelijking in de naaste toekomst nodig wordt geacht. In verband hiermede heeft de gemeenteraad van Leeuwarden, in afwijking in zoverre van artikel 80 van de onteigeningswet, met toepassing van artikel 85 van die wet aanstonds tot onteigening besloten. Het raadsbesluit tot onteigening heeft overeenkomstig artikel 85, eerste lid, in samenhang met artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet met ingang van 25 maart 1999 gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen op de secretarie van de gemeente Leeuwarden. Binnen deze termijn zijn tegen het raadsbesluit bij Ons schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door: a. mr drs. L.B. Dijkstra te Leeuwarden namens Y. van der Valk te Goutum. Voorts zijn tegen het raadsbesluit bij Ons schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door: J.H. Geschiere te Creil namens R. de Jong te Hempens. Aan artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, inhoudende dat degenen, die tijdig ingevolge het eerste lid van artikel 85 van die wet bedenkingen naar voren hebben gebracht, door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen, is voldaan. Allereerst overwegen Wij het volgende. Ingevolge artikel 23, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet van een aanwijzing als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van deze wet afzonderlijk kennisgeving worden gedaan aan degenen, die in de kadastrale registratie staan vermeld als eigenaar van die gronden of rechthebbende op een beperkt recht waaraan die gronden onderworpen zijn. Met betrekking tot het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie K, no. 243, is uit het terzake ingestelde onderzoek en uit de overgelegde stukken gebleken, dat verzuimd is van voormelde aanwijzing van deze grond afzonderlijk kennis te geven aan degene die in de kadastrale registratie als eigenaar van de grond is ingeschreven. Artikel 23, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening beoogt een bijkomende waarborg voor de belangen van de rechthebbenden te scheppen. Nu ten aanzien van het zojuist genoemde perceel aan het gestelde in dit artikel niet is voldaan, is het niet volstrekt uitgesloten, dat deze omissie enig nadeel kan hebben teweeggebracht voor de betrokken rechthebbende. In verband hiermede dient omwille van de rechtsbescherming van de justitiabelen en vanwege strijd met het recht aan het raadsbesluit tot onteigening, voor zover het dit perceel betreft, de goedkeuring te worden onthouden. Vervolgens overwegen Wij met betrekking tot het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie H, no. 341 (ged.), dat niet op correcte wijze is voldaan aan het vereiste van artikel 83, eerste lid, onder 1(, van de onteigeningswet. De grootte volgens de kadastrale registratie van dit perceel is hectare. Artikel 83, eerste lid, onder 1(, van de onteigeningswet vereist dat, indien een te onteigenen onroerende zaak een gedeelte van een perceel uitmaakt, de grootte van dat gedeelte wordt vermeld. Op de lijst van de te onteigenen onroerende zaken behorende bij het onderhavige onteigeningsplan wordt terzake een te onteigenen gedeelte ter grootte van hectare vermeld. Dit betekent dat volgens die lijst een perceelsgedeelte ter grootte van 348 m 2 niet in het onteigeningsplan is begrepen. Uit het overgelegde grondplan behorende bij het onderhavige onteigeningsplan en uit het ter zake ingestelde onderzoek is echter gebleken dat volgens dat grondplan het niet in het onteigeningsplan begrepen perceelsgedeelte terzake slechts een grootte heeft van circa 60 m 2. Als gevolg van de discrepantie tussen de lijst van te onteigenen zaken en het grondplan terzake staat de grootte van het te onteigenen perceelsgedeelte niet vast. Het raadsbesluit tot onteigening komt dan ook, voorzover het bovengenoemd perceelsgedeelte betreft, niet voor goedkeuring in aanmerking. Overwegingen ten aanzien van de naar voren gebrachte bedenkingen De totstandkoming van de door Ons, op grond van artikel 79 van de onteigeningswet, te nemen beslissing omtrent goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening is omgeven met wettelijke waarborgen voor een zorgvuldige belangenafweging onder meer in de vorm van een bezwarenprocedure. Deze procedure is onder andere geregeld in de artikelen 80, 84 en 85 van de onteigeningswet. Zo is in artikel 85, eerste lid, van de onteigeningswet bepaald, dat belanghebbenden, gedurende de in het eerste lid van artikel 84 genoemde termijn, schriftelijk bij Ons bedenkingen naar voren kunnen brengen tegen een raadsbesluit als het onderwerpelijke. Uit de overgelegde stukken is gebleken, dat het onderwerpelijke raadsbesluit tot onteigening overeenkomstig artikel 85, eerste lid, in samenhang met artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet met ingang van 25 maart 1999 gedurende vier weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen op de secretarie van de gemeente Leeuwarden. De termijn voor het kenbaar maken van bedenkingen eindigde derhalve op 21 april De reclamant onder b., eigenaar van de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie K, nos. 235, 238, 239 (ged.), 240 en 315 alsmede rechthebbende (pachter) op de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie K, nos. 236, 237, 241, 242, 244, 246, 249 en 311, heeft zijn bedenkingen bij Ons eerst bij brief van 22 april 1999, verzonden op 23 april 1999, naar voren gebracht. De reclamant onder b. kan derhalve krachtens voornoemd artikel 85, eerste lid, van de wet niet in zijn bij Ons naar voren gebrachte bedenkingen worden ontvangen. In dit verband overwegen Wij verder, dat in het kader van de door Ons te nemen beslissing omtrent goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening overigens ook een ambtshalve toetsing plaatsvindt. De reclamant onder a. is eigenaar van de mede ter onteigening aangewezen percelen kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nos. 609 en 611 (ged.) alsmede rechthebbende (pachter) op in ieder geval het mede ter onteigening aangewezen perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no (ged.), (voorheen sectie G, no. 221). De reclamant stelt in zijn geschrift met bedenkingen dat door Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 2

3 voorliggende raadsbesluit voortzetting van zijn agrarisch bedrijf ter plaatse onmogelijk wordt gemaakt. Hierdoor lijdt hij inkomens- en vermogensverlies. De reclamant wenst vervolgens te bewerkstelligen dat hij, indien voortzetting van zijn bedrijf ter plaatse niet mogelijk moet worden geacht, de boerderij met erf die hij thans pacht en is gelegen op het perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no. 221, (thans sectie G, no. 3088), plaatselijk bekend Tearnserdyk 44 (voorheen Himpenserdyk 4), kan blijven bewonen. De reclamant wenst de boerderij met erf in eigendom te verwerven, waartoe de gemeente, gelet op het feit dat zij een voorkeursrecht heeft gevestigd op onder andere dit perceel, haar medewerking dient te geven. De reclamant verzoekt dan ook het raadsbesluit tot onteigening te vernietigen. Ten aanzien van vorenaangehaalde bedenkingen overwegen Wij wellicht ten overvloede vooreerst, dat bij de door Ons op grond van artikel 79 van de onteigeningswet te nemen beslissing omtrent goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening vernietiging daarvan niet aan de orde is. Ten aanzien van de bedenkingen van de reclamant dat hij inkomens- en vermogensverlies lijdt doordat de bedrijfsvoering niet kan worden voortgezet overwegen Wij dat de gemeente Leeuwarden de ter onteigening aangewezen gronden waarop onder andere het bedrijf van de reclamant is gesitueerd, wenst te verwerven ten einde te kunnen overgaan tot realisering van de bestemming Bosbeplanting (Nb). Uit het aan de orde zijnde bestemmingsplan en uitwerkingsplan blijkt dat deze bestemming een onlosmakelijk geheel vormt met de nieuw te stichten woonwijk. Zoals in het vorenstaande reeds is overwogen, streeft de gemeente Leeuwarden ernaar, mede gelet op aan termijn gebonden toegekende subsidies, dat de bestemming Bosbeplanting (Nb) voor het jaar 2001 wordt gerealiseerd. Voor zover er sprake zal zijn van inkomens- en vermogensverlies overwegen Wij dat bedenkingen van dien aard van financiële aard zijn waaraan goedkeuring van een raadsbesluit tot onteigening niet in de weg kan staan, aangezien de onteigeningswet belanghebbenden een volledige schadeloosstelling waarborgt. Op grond van artikel 40 van de onteigeningswet zal de schadeloosstelling plaatsvinden op basis van een volledige vergoeding van alle schade die de eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn zaak lijdt. De hoogte van deze schadevergoeding staat niet ter beoordeling, aangezien de vaststelling daarvan geschiedt in het kader van de gerechtelijke procedure. Voor zover de reclamant in de thans door hem bewoonde boerderij met erf, gelegen op het perceel kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no. 3088, wenst te blijven wonen overwegen Wij dat bedoeld perceel slechts gedeeltelijk in de onteigeningsprocedure is opgenomen. Blijkens het onderhavige onteigeningsplan is het gedeelte van bedoeld perceel waarop de boerderij met erf zijn gesitueerd, niet in het onderhavige onteigeningsplan begrepen. Het kan dan ook niet zo zijn dat als gevolg van de onderhavige onteigeningsprocedure de reclamant niet in de boerderij, plaatselijk bekend Tearnserdyk 44, kan blijven wonen. Voor zover de reclamant bedoelde boerderij zo mogelijk in eigendom wenst te verwerven overwegen Wij dat de onteigeningswet belanghebbenden, zoals reeds overwogen, een volledige schadeloosstelling met betrekking tot ter onteigening aangewezen gronden waarborgt. De onteigeningswet voorziet niet in het aanbieden van een alternatief voor te onteigenen gronden of het in eigendom verkrijgen van reeds gepachte gronden. Gezien het vorenstaande kunnen de bedenkingen van de reclamant onder a. er niet toe leiden, dat aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring wordt onthouden. Overige overwegingen Zoals in het vorenstaande reeds is overwogen wordt ten aanzien van de percelen kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie K, no. 243 en sectie H, no. 341 (ged) de goedkeuring aan het raadsbesluit tot onteigening onthouden. De verwerving van de overige in het onteigeningsplan begrepen gronden moet in het belang van de volkshuisvesting en een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Leeuwarden worden geacht. Er bestaan ook overigens te dien aanzien geen termen aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring te onthouden. Beslissing Wij hebben goedgevonden en verstaan: vorengenoemd besluit van de raad van Leeuwarden goed te keuren, behoudens voor zover het strekt tot onteigening van de percelen kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie K, no. 243 en sectie H. no. 341 (ged.) aan welk deel van het raadsbesluit de goedkeuring wordt onthouden. Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met het raadsbesluit in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State. s-gravenhage, 1 oktober Beatrix. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.P. Pronk. Besluit gemeenteraad Nummer 3399 De raad der gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 maart 1999 (bijlage nr. 28); Besluit: I. tot onteigening ten name van de gemeente Leeuwarden in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en van de volkshuisvesting van de in de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte lijst van te onteigenen onroerende zaken vermelde percelen en perceelsgedeelten, welke percelen en perceelsgedeelten in grijs en onder de grondplannummers 1 tot en met 90 zijn aangegeven op de eveneens bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondtekening, teneinde uitvoering te geven aan: a. het onherroepelijk goedgekeurde bestemmingsplan Hempens-Teerns ; b. het ter voldoening aan artikel 9 van de voorschriften van voornoemd bestemmingsplan vastgestelde, maar nog niet (onherroepelijk) goedgekeurde uitwerkingsplan Hempens-Teerns 2 e fase ; II. te bepalen, dat: a. ter uitvoering van het sub I.b. bepaalde geen dagvaardingen, als Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 3

4 bedoeld in artikel 18 van de Onteigeningswet, op grond van dit onteigeningsplan zullen worden uitgebracht alvorens onherroepelijk is beslist omtrent de goedkeuring van het uitwerkingsplan Hempens-Teerns 2 e fase (betreft de onder de grondplannummers 10 tot en met 90 aangegeven percelen en perceelsgedeelten); b. dit besluit tot onteigening voorzoveel betreft de in het onder II.a genoemde uitwerkingsplan gelegen percelen en perceelsgedeelten als vervallen zal worden beschouwd, indien en voorzover aan dit uitwerkingsplan in hoogste instantie goedkeuring mocht worden onthouden; III. burgemeester en wethouders te machtigen terzake van de onder I. bedoelde onteigening gebruik te maken van de ingevolge artikel 54f van de Onteigeningswet toegekende mogelijkheid de vervroegde uitspraak van de onteigening te vorderen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 maart De voorzitter. De secretaris. Nr. van het Te Van het perceel, bij het kadaster bekend grond- onteigenen plan grootte Als Ter grootte Sectie en Ten name van van nummer ha a ca ha a ca gemeente Huizum 1a grasland G 3088 de Jong, Adriaan Antonie Marinus, Maarn. Gehuwd met (buiten elke gemeenschap van goederen) Ockeloen, Louisa Jacoba Elisabeth. 1b 2 86 grasland G 3088 als volgnummer 1a grasland G 222 als volgnummer 1a grasland G 227 als volgnummer 1a grasland G 246 als volgnummer 1a grasland G 604 als volgnummer 1a grasland G 605 als volgnummer 1a grasland G 609 van der Valk, IJme, Goutum grasland G 611 als volgnummer grasland G 250 Meinderts, Hendrikus, Warga. Gehuwd met (in algehele gemeenschap van goederen) Goes, Cornelia Henrica grasland K 265 Dijkshoorn, Jacob, Maasland. Gehuwd met (buiten elke gemeenschap van goederen) Woerden, Cornelia. N.V. Nuon Arnhem grasland K 267 Dijkshoorn, Jacob, Maasland. Gehuwd met (buiten elke gemeenschap van goederen) Woerden, Cornelia. N.V. NUON Arnhem grasland K 268 als volgnummer grasland K 247 als volgnummer grasland K 245 als volgnummer grasland K 269 als volgnummer grasland K 243 als volgnummer grasland K 270 als volgnummer grasland K 271 Dijkshoorn, Jacob, Maasland. Gehuwd met (buiten elke gemeenschap van goederen) Woerden, Cornelia grasland K 284 als volgnummer grasland K 283 als volgnummer grasland K 282 als volgnummer grasland K 281 als volgnummer grasland K 280 als volgnummer grasland K 273 als volgnummer grasland K 272 als volgnummer 18 Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 4

5 grasland K 279 als volgnummer grasland K 287 als volgnummer grasland K 278 als volgnummer grasland K 289 als volgnummer erf 8 85 K 288 als volgnummer grasland K 277 als volgnummer grasland K 299 als volgnummer grasland K 300 als volgnummer grasland K 236 de Jong, Pieter, Weidum grasland K 237 als volgnummer grasland K 249 als volgnummer grasland 9 10 K 311 als volgnummer grasland K 246 de Jong, Pieter, Weidum grasland K 241 als volgnummer grasland K 244 de Jong, Pieter, Weidum N.V. NUON Arnhem grasland K 242 als volgnummer grasland K 240 de Jong, Ruurd, Hempens. Gehuwd met (in Vries, Sibbeltje. 43a grasland K 239 de Jong, Ruurd, Hempens. Gehuwd met (in Vries, Sibbeltje. 43b grasland K 239 de Jong, Ruurd, Hempens. Gehuwd met (in Vries, Sibbeltje grasland K 238 de Jong, Ruurd, Hempens. Gehuwd met (in Vries, Sibbeltje. N.V. NUON Arnhem grasland K 315 als volgnummer grasland K 235 als volgnummer grasland K 88 Gemeente Leeuwarden grasland K 89 als volgnummer grasland K 90 als volgnummer grasland K 91 als volgnummer grasland K 92 als volgnummer grasland K 71 Gemeente Leeuwarden N.V. Waterleiding Friesland, Leeuwarden grasland K 70 als volgnummer grasland K 72 als volgnummer grasland K 116 als volgnummer grasland K 109 als volgnummer grasland K 107 als volgnummer grasland K 106 als volgnummer grasland K 113 Topma, Trijntje, Leeuwarden. Overleden In leven gehuwd met Anema, Wiebe, (het huwelijksgoederenregiem is onbekend) grasland K 115 Pastorie der Hervormde Gemeenten Goutum C.A., Goutum. Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 5

6 erf 9 25 K 85 1/2 Klaver, Terry Andrew Ronald John, Leeuwarden. 1/2 Siksma, Gerritdina Johanna, Leeuwarden grasland K 331 Gemeente Leeuwarden grasland K 99 als volgnummer grasland K 127 Kerk der Hervormde Gemeente Goutum C.A., Goutum grasland K 108 als volgnummer grasland K 98 Faber, Jacob, Dronrijp. Gehuwd met (in algehele gemeenschap van goederen) Dijkstra, Aaltje grasland K 97 als volgnummer grasland K 123 als volgnummer grasland K 101 als volgnummer grasland K 102 als volgnummer grasland K 119 1/2 van der Wolf, Klaas Cornelis, Hempens. Gehuwd met (in algehele Gemeenschap van goederen) 1/2 Visser, Geesje Johanna, Hempens grasland K 117 als volgnummer grasland K 118 als volgnummer grasland K 124 als volgnummer grasland K 87 de Boer, Pieter Betze Hempens. 76a 9 07 grasland K 126 als volgnummer 75 76b grasland K 126 als volgnummer grasland K 82 de Boer, Pieter Betze Hempens. N.V. NUON Arnhem grasland K 78 als volgnummer grasland K 77 als volgnummer grasland K 83 als volgnummer grasland K 79 als volgnummer grasland K 332 als volgnummer grasland K 110 als volgnummer grasland H 338 Greijdanus, Abraham Hendrik, Hempens. Gehuwd met (in algehele gemeenschap van goederen) de Groot, Aaltje grasland H 339 als volgnummer grasland H 342 als volgnummer grasland H 341 als volgnummer grasland H 344 als volgnummer grasland H 347 als volgnummer grasland H 343 als volgnummer 84 Behoort bij raadsbesluit van 15 maart 1999 No der gemeente Leeuwarden. Uit: Staatscourant 1999, nr. 205 / pag. 6 6