Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr juni 2014 Besluit van 15 mei 2014, nr , tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Leiden krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Aalmarkt -Stadsgehoorzaalblok) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ingevolge de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden voor de uitvoering van een bestemmingsplan. Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening De gemeenteraad van Leiden heeft Ons bij besluit van 14 maart 2013, nummer , verzocht om in die gemeente over te gaan tot het aanwijzen van onroerende zaken ter onteigening, begrepen in het onteigeningsplan Aalmarkt Stadsgehoorzaalblok. De onroerende zaken zijn nodig voor de uitvoering van het bestemmingsplan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg e.o. deel 3 Stadsgehoorzaalblok. Burgemeester en wethouders van Leiden hebben bij brief van 11 april 2013, kenmerk GRZ , het besluit aan Ons ter besluitvorming voorgedragen. Planologische grondslag De onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen, zijn gelegen in het bestemmingsplan Aalmarkt-Mandenmakerssteeg e.o. deel 3 Stadsgehoorzaalblok, verder te noemen: het bestemmingsplan. Het bestemmingplan is op 6 november 2012 vastgesteld door de gemeenteraad van Leiden en is vanaf 7 augustus 2013 onherroepelijk. Aan de onroerende zaken zijn de onderscheiden bestemmingen Centrum (C), Verkeer-Verblijf (V-V) alsmede de dubbelbestemming Waarde-Archeologie 2 toegekend. Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 28 november 2013 tot en met 8 januari 2014 in de gemeente Leiden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen. Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van Leiden van het ontwerp koninklijk besluit en de terinzagelegging van de onteigeningsstukken op woensdag 27 november 2013 openbaar kennis gegeven in het lokaal verschijnende huis-aan-huisblad Leids Nieuwsblad. De Minister van Infrastructuur en Milieu (Onze Minister) heeft van het ontwerp koninklijk besluit openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 27 november 2013, nummer Verder heeft Onze Minister het ontwerpbesluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder begrepen de verzoeker om onteigening. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid tot het schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen over het ontwerpbesluit en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord. Overwegingen Noodzaak en urgentie Het Aalmarktproject beoogt een verbetering van de binnenstad rondom de Aalmarkt. De gemeente wil een herinrichting van het gebied en nieuwbouw van winkels en woningen. Het gaat hierbij tevens om mogelijkheden te scheppen voor de vestiging van enkele grootschalige winkelformules. Onderdeel van het bestemmingsplan is het realiseren van een nieuwe winkelstraat, genaamd Catharinasteeg tussen het zogenoemde Van Nellegat en het pand Breestraat 68. De Catharinasteeg gaat tevens -in combinatie met een nieuwe voetgangersbrug over de Stille Rijn- twee grote winkelstraten in het Leidse centrum, de Haarlemmerstraat en de Breestraat, beter met elkaar verbinden. Daardoor wordt het kernwinkelgebied in Leiden versterkt. Door de herinrichting van het gebied wordt tevens de 1 Staatscourant 2014 nr juni 2014

2 verpaupering van steegjes en binnenterreinen aldaar tegengegaan. De bestaande Mandenmakerssteeg is niet geschikt voor de vestiging van grote winkelformules omdat deze steeg daarvoor te smal is en bovendien niet in de geplande nieuwe winkelroute ligt. De toekomstige bebouwing aan de nieuwe straat zal uit vier bouwlagen bestaan: een kelderverdieping met daarboven twee winkellagen en één woonlaag. De in de onteigening begrepen onroerende zaken zijn nodig om de aanleg mogelijk te maken van de doorgang/winkelstraat tussen de Aalmarkt en de Breestraat met aanliggende nieuwbouw van woningen en winkels. De nieuwbouw loopt deels aan de zijkant door tot aan de Mandenmakerssteeg. Het pand Breestraat 68 moet worden afgebroken voor de nieuwe winkelstraat. De gemeente Leiden heeft op 6 april 2011 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V. genaamd De Aalmarkt-Leiden, waarin afspraken zijn gemaakt voor de beoogde nieuwbouw en de exploitatie en verwerving van de percelen. Aan de wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende regels, toelichting en verbeelding. Dit inzicht wordt verder verschaft door het stedenbouwkundig plan Aalmarktgebied Leiden Binnenstad 2010 en door de Samenwerkingsovereenkomst De Aalmarkt-Leiden van 6 april Om de werken en werkzaamheden ter uitvoering van het bestemmingsplan tijdig te kunnen realiseren, wenst de gemeente Leiden de eigendom, vrij van lasten en rechten, te verkrijgen van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken. De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, heeft de gemeenteraad van Leiden tot zijn onteigeningsverzoek besloten, om de tijdige verwezenlijking van het bestemmingsplan zeker te stellen. Twee percelen zijn overigens al eigendom van de gemeente Leiden. De reden waarom om onteigening daarvan wordt verzocht, is de titelzuiverende werking van onteigening. Gezien de binnenstedelijke situatie in Leiden acht de gemeente het niet uitgesloten dat er oude, thans niet kenbare rechten op rusten. Door onteigening gaan dergelijke rechten teniet. Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de oplevering van de hiervoor beschreven werken en werkzaamheden in 2016 uitgevoerd moeten zijn. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gebruikelijk gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na datum van dit aanwijzingsbesluit. Zienswijzen Gedurende de termijn dat het ontwerp koninklijk besluit ter inzage heeft gelegen, is daarover een schriftelijke zienswijze naar voren gebracht door de heer J. van Rossum en mevrouw A. van Rossum, eigenaren van de onroerende zaak met het grondplannummer 7, verder te noemen: reclamanten 1. Overeenkomstig artikel 78, vierde lid, van de onteigeningswet heeft Onze Minister reclamanten in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in een hoorzitting op dinsdag, 21 januari 2014 te Leiden. Reclamanten 1 hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Overwegingen naar aanleiding van de zienswijzen Reclamanten 1 brengen in hun zienswijze het volgende naar voren: 1. Reclamanten wijzen de onteigening af ondanks het feit dat hun pand -een rijksmonument- in het onherroepelijk geworden bestemmingsplan is wegbestemd. 2. Reclamanten vinden het hoogst onzeker of het bestemmingsplan wordt uitgevoerd. 3. Reclamanten vragen zich af of onteigening nodig is voor het opknappen van het centrum. 4. Reclamanten vinden het slopen van hun pand voor een extra winkelstraat een stap te ver, omdat er overal al teveel vierkante meters winkelruimten leeg staan. In het verleden is dat met name voor kantoorruimten ook al gebeurd. 5. Reclamanten vrezen dat de projectontwikkelaar uiteindelijk de te bouwen winkelruimten niet verhuurd krijgt. De zienswijze van reclamanten 1 geeft Ons aanleiding tot de volgende overwegingen. Ad 1. Wij merken hierover op dat dit onderdeel van de zienswijze ziet op de ruimtelijke besluitvorming, 2 Staatscourant 2014 nr juni 2014

3 welke thans niet aan de orde is. In de bestemmingsplanprocedure is het rijksmonument in het door reclamanten daarover ingestelde beroep aan de orde gekomen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 7 augustus 2013, nummer /1/R4 het beroep ongegrond verklaard. Het rijksmonument dat is wegbestemd, zal voor de uitvoering van het bestemmingsplan afgebroken moeten worden voor de realisering van een winkelstraat met aanliggende bebouwing. Ad 2. Gelet op de stukken en het door Ons ingestelde onderzoek, bestaat er naar ons oordeel geen reden om aan te nemen dat het plan niet kan worden uitgevoerd. De gemeente heeft immers met een projectontwikkelaar over de uitvoering van het plan bindende afspraken gemaakt. Tevens heeft deze ontwikkelaar al een relevant gedeelte van de te ontwikkelen winkelruimte aan gegadigden verkocht. Tijdens de hoorzitting is door verzoeker aangegeven dat van de ca m2 te ontwikkelen winkelruimte inmiddels al 3.100m2 is verhuurd en dat de ontwikkelaar over het resterende gedeelte met mogelijke huurders in gesprek is. De tijdige uitvoering van het bestemmingsplan achten Wij derhalve voldoende gewaarborgd. Ad 3. De noodzaak van het opknappen van het gebied Aalmarkt Mandenmakerssteeg Stadsgehoorzaalblok hebben Wij onder het kopje noodzaak en urgentie uiteengezet. Ad 4 en 5. Onder ad 2 hebben Wij overwogen dat de gemeente bindende afspraken heeft gemaakt met een projectontwikkelaar over de uitvoering van het plan. Deze ontwikkelaar heeft nu al een relevant gedeelte van de te ontwikkelen winkelruimte aan gegadigden verkocht. Ook is op dit moment, blijkens mededeling van verzoeker, belangstelling genoeg uit de markt van huurders. Naar Ons oordeel bestaat er dan ook voor vrees voor leegstand in de toekomstige winkelstraat geen grond. De leegstand van winkelruimte elders in het centrum van Leiden is volgens verzoeker beperkt. Dit laatste onderdeel van dit zienswijzepunt is overigens niet relevant voor deze onteigening. Overigens hebben reclamanten tijdens de hoorzitting op dinsdag 21 januari 2014 te Leiden hun persoonlijke situatie uitvoerig toegelicht. Dit punt maakt geen onderdeel uit van de zienswijze. Wij merken hierover ambtshalve het volgende op. Mevrouw Van Rossum runt op de begane grond een winkel. De verdiepingen daarboven verhuren reclamanten voor woondoeleinden. Zij willen het liefst een vervangend pand waardoor de winkel en de woningverhuur gecontinueerd kunnen worden. Beide partijen hebben aangegeven, dat er gesprekken plaatsvinden, welke na de hoorzitting zijn geïntensiveerd. Daarbij is een vervangende locatie in de Breestraat aan de orde gekomen. Dat pand moet echter gerenoveerd worden. Vanwege het verschil van inzicht tussen partijen over de hoogte van de schadeloosstelling en de bijkomende renovatiekosten is er tot op heden geen zicht op een minnelijke overeenstemming. Het voortgezette overleg heeft nog niet tot overeenstemming geleid. Wel merken Wij op dat dit overleg dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke onteigeningsprocedure vooraf moet gaan, alsnog tot een voor partijen aanvaardbare oplossing kan leiden. Gelet op het vorenstaande geeft de zienswijze van reclamanten 1 Ons geen aanleiding om het verzoek tot aanwijzing ter onteigening geheel of gedeeltelijk af te wijzen. Overige overwegingen Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het bestemmingsplan bezwaarlijk kunnen worden gemist. Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens aan de toewijzing van het verzoek in de weg kunnen staan. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht, dat de gemeente Leiden de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt. Wij kunnen derhalve, met inachtneming van hetgeen Wij hierboven hebben overwogen, het verzoek van de gemeenteraad van Leiden tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet toewijzen. BESLISSING Gelet op de onteigeningswet, op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 24 maart 2014, nr. RWS-2014/ 11751, Rijkswaterstaat Corporate Dienst; gelezen het besluit van de gemeenteraad van Leiden van 14 maart 2013, nummer ; 3 Staatscourant 2014 nr juni 2014

4 gelezen de brief van burgemeester en wethouders van Leiden van 11 april 2013, kenmerk GRZ ; de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 16 april 2014 no. W /IV; gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 13 mei 2014, nr. RWS- 2014/18395, Rijkswaterstaat Corporate Dienst Wij hebben goedgevonden en verstaan: Voor de uitvoering van het bestemmingsplan Aalmarkt -Mandenmakerssteeg e.o. deel 3 Stadsgehoorzaalblok van de gemeente Leiden, ten name van de gemeente Leiden aan te wijzen de onroerende zaken, zoals aangeduid op de grondtekening, die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet binnen de gemeente Leiden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en voor zover die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Wassenaar, 15 mei 2014 Willem-Alexander De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus. 4 Staatscourant 2014 nr juni 2014

5 Lijst van te onteigenen onroerende zaken Onteigeningsplan Aalmarkt Stadsgehoorzaalblok verzoekende instantie: gemeente Leiden Grondplan nr. Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Leiden Als Ter grootte Sectie van en nr. Ten name van ha a ca ha a ca wonen G 107 Robert Tjon Soei Len, gehuwd met Elisabeth Bergman, Leiden wonen met bedrijvigheid G 108 Robert Tjon Soei Len, gehuwd met Elisabeth Bergman, Leiden erf-tuin G 2138 Robert Tjon Soei Len, gehuwd met Elisabeth Bergman, Leiden wonen met bedrijvigheid G 2139 Robert Tjon Soei Len, gehuwd met Elisabeth Bergman, Leiden erf-tuin G 111 gemeente Leiden bedrijvigheid (detailhandel) G 2140 gemeente Leiden wonen G 101 ½ Joost van Rossum, gehuwd met Amina Mohamed Ahmed, Leiden ½ Amina Mohamed Ahmed, gehuwd met Joost van Rossum, Leiden 5 Staatscourant 2014 nr juni 2014