Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave"

Ida Coppens
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave

2 Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw dvd 4 Gebruik dvd binnen het onderwijs 4 Koppeling tussen cognitie en skil 5 Antwoorden vragen dvd 5 Referenties 14 2

3 Voorwoord De opleiding fysiotherapie blijkt een behoefte te hebben aan onderwijsmateriaal dat ter ondersteuning gebruikt kan worden tijdens het blok arthrokinematica en als naslagwerk tijdens zelfstudie met een duidelijke koppeling tussen cognitie en skill. Wij hebben getracht hierin te voorzien door middel van deze dvd. Een woord van dank gaat uit naar M. Verga voor het inspreken van de voice over, naar S. Wennekendonk voor zijn bijdrage als patiënt, naar H. van de Koekelt voor haar begeleiding tijdens dit project, naar B. Bos en J. Giesen die meegewerkt hebben aan de realisering van deze dvd. 3

4 Inleiding Product omschrijving De dvd is gemaakt voor docenten en studenten van de opleiding fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. De dvd is te gebruiken als ondersteunend onderwijs materiaal en als naslagwerk tijdens zelfstudie tijdens het blok arthrokinematica. Gebruikswijze dvd Het beginmenu van de dvd bestaat een introductie en een start. Klik je op introductie krijg je een kort fragment te zien met uitleg betreffende de dvd. Door op start te klikken kom je in het hoofdmenu terecht. Het hoofdmenu bestaat uit 8 hoofdstukken, vier hoofdstukken betreffen de bovenste extremiteit en vier betreffen de onderste extremiteit. Door vervolgens op een van deze hoofdstukken te klikken kom je terecht in het menu van de desbetreffende regio. In dit menu kun je de arthrokinematische technieken van die regio één voor één bekijken, ook bevat het menu gerichte studievragen betreffende deze regio. Opbouw van de dvd De opbouw van de dvd is gebaseerd op de opbouw die ook tijdens de lessen arthrokinematica wordt gehanteerd. Op de dvd wordt bij iedere regio steeds dezelfde vragen gesteld. Deze vragen zijn belangrijk om te kunnen beantwoorden voordat je gaat onderzoeken en/of behandelen. De antwoorden van de vragen op de dvd staan beschreven in deze handleiding. Het is de bedoeling deze vragen uit te werken voor aanvang van iedere les, zodat deze kennis tijdens de lessen kan worden toegepast. Wij raden je aan dit te doen tijdens de zelfstudie uren. Bekijk vervolgens de arthrokinematische technieken op de dvd. Gebruik van de dvd binnen het onderwijs Het is belangrijk om deze DVD te zien als ondersteunend onderwijsmateriaal en naslagwerk tijdens zelfstudie. De gerichte vragen die op de dvd gesteld worden moet je zien als een voorbereiding op de lessen arthrokinematica. Door de vragen vooraf aan het beeldmateriaal en de lessen uit te werken zullen deze beter begrepen worden. De dvd arthrokinematica is geproduceerd om gebruikt te worden binnen de opleiding fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. 4

Koppeling tussen cognitie en skill We hebben een aantal vragen op de dvd gezet die jullie als studenten voorafgaande aan de les moeten beantwoorden.

De kennis die je op doet tijdens het beantwoorden van de vragen kun je dan weer toepassen i n de les. Hiermee proberen we de koppeling tussen cognitie en skill te stimuleren.

5 Koppeling tussen cognitie en skill We hebben een aantal vragen op de dvd gezet die jullie als studenten voorafgaande aan de les moeten beantwoorden. We hebben voor deze vragen gekozen omdat je deze vragen moet kunnen beantwoorden wil je arthrokinematica kunnen begrijpen. De kennis die je op doet tijdens het beantwoorden van de vragen kun je dan weer toepassen i n de les. Hiermee proberen we de koppeling tussen cognitie en skill te stimuleren. De vragen en de antwoorden staan hieronder beschreven. Stel jezelf altijd de volgende vragen voordat je gaat diagnosticeren en/of behandelen 1. Welk botstuk is concaaf? 2. Welke botsuk is convex? 3. Wat is het capsulair patroon? 4. Wat is de MLPP? 5. Wat is de CPP? Antwoorden studievragen dvd Bovenste extremiteit Art. Humeri 1. Concaaf: cavitas glenoidalis 2. Convex: humerus 3. Exorotatie > abductie > endorotatie 4. De MLPP is ± 60 abductie, ± 60 flexie, onderarm ± 30 t.o.v. frontale vlak (elleboog 90 flexie) 5. De CPP is maximale horizontale extensie/abductie/exorotatie Art. Cubiti De verbindingen tussen de botdelen van de elleboogregio worden in twee hoofdgroepen verdeeld het cubitale systeem en het antebrachiale systeem. In het cubitale systeem treffen we drie gewrichten aan de art. humeroulnaris, de art. humeroradialis en de art. radioulnaris proximalis. 5

Art. Humeroulnaris 1. Concaaf: de incicura trochlearis ulnae 2.

Humeroradialis 1. Concaaf: fovea articularis van de caput radii 2.

6 Art. Humeroulnaris 1. Concaaf: de incicura trochlearis ulnae 2. Convex: trochlea humeri 3. Flexie >> extensie (3:1); in eindstadium: rotaties pijnlijk 4. De MLPP is ± 70 flexie en ± 10 supinatie 5. De CPP is maximale extensie Art. Humeroradialis 1. Concaaf: fovea articularis van de caput radii 2. Convex: capitulum humeri 3. Flexie >> extensie (3:1); in eindstand: rotaties pijnlijk 4. De MLPP is 70 flexie en supinatie 5. De CPP is maximale extensie 6

Art. Radioulnaris proximalis 1. Concaaf: circumferentia articularis radii 2. Convex: incisura radialis 3. Supinatie, eindstandig pijnlijk 4. De MLPP is 70 flexie en 35 supinatie 5.

radioulnaris distalis en het triangulaire fibrocartilagineuze complex. Art. Radioulnaris distalis 1. Concaaf: radius 2. Convex: het caput ulnae 3. Maximale excusies en pijn 4.

7 Art. Radioulnaris proximalis 1. Concaaf: circumferentia articularis radii 2. Convex: incisura radialis 3. Supinatie, eindstandig pijnlijk 4. De MLPP is 70 flexie en 35 supinatie 5. De CPP is maximale supinatie In het antebrachiale systeem bestaat uit de art. radioulnaris proximalis, de membrana interossea radioulnaris, de art. radioulnaris distalis en het triangulaire fibrocartilagineuze complex. Art. Radioulnaris distalis 1. Concaaf: radius 2. Convex: het caput ulnae 3. Maximale excusies en pijn 4. De MLPP is ± 35 supinatie 5. De CPP is maximale extensie met supinatie In de carpus kunnen verschillende gewrichten en botverbindingen worden onderscheiden; de art. radiocarpea, de intercarpale verbindingen van de proximale en distale rij, de art. mediocarpea en de verbinding tussen os pisiforme en os triquentrum. 7

8 Art. Radiocarpea 1. Concaaf: het concave gewrichtvlak wordt gevormd door de radius en de TFCC 2. Convex: het convexe carpale gewrichtsvlak bestaat uit het os scaphoideum, het os lunatum en het os triquetrum 3. Dorsaalflexie = Palmairflexie 4. De MLPP is ± 5 palmairflexie en ± 5 ulnairabductiestand. 5. De CPP is maximale dorsaalflexie Art. Mediocarpea Het mediocaprale gewricht is gelokaliseerd tussen de proximale en distale rij van de carpalia. 1. Concaaf: Aan de radiale zijde zijn het os trapezium en het os trapezoideum licht concaaf deze hebben contact met het biconvexe os scaphoideum Het os scaphoideum articuleert ook met het os capitatum maar nu met een concaviteit. 2. Convex: Aan de ulnaire zijde zijn het os capitatum en het os hamatum convex en het os lunatum en de os triquetrum concaaf. 3. Dorsaalflexie = palmairflexie 4. MLPP is 5 palmairflexie, ± 5 ulnairabductie 5. CPP is maximale dorsaalflexie Art. Carpometacarpea 1 Het CMC 1gewricht wordt gevormd door het distale gewrichtsfacet van het os trapezium en het proximale gewrichtsfacet aan de basis van het os metacarpale 1. 8

1. Concaaf: os metacarpale 1 2. Convex: os trapezium 3. Repositie 4. MLPP is 5 flexie, 5 abductie 5. CPP is maximale oppositie Art. Metacarpophalange 1 1. Concaaf: de basis van de proximale falanx 2.

9 1. Concaaf: os metacarpale 1 2. Convex: os trapezium 3. Repositie 4. MLPP is 5 flexie, 5 abductie 5. CPP is maximale oppositie Art. Metacarpophalange 1 1. Concaaf: de basis van de proximale falanx 2. Convex: het caput van het os metacarpale 1 3. Flexie > extensie 4. MLPP is ± 10 flexie 5. CPP is volledige extensie Art. Interphalange van de duim 1. Concaaf: distale falanx 2. Convex: proximale falanx 3. Flexie > extensie 4. MLPP is 5 flexie 5. CPP is maximale extensie 9

CPP is maximale hyperextensie Art. Genus 1.

10 Onderste extremiteit Art. Coxae 1. Concaaf: acetabulum 2. Convex: femur 3. Endorotatie > flexie > asbductie > hyperextensie 4. MLPP is ± 30 abductie, ± 30 flexie en enige exorotatie 5. CPP is maximale hyperextensie Art. Genus 1. Concaaf: tibia 2. Convex: femur 3. Flexie >> extensie (6:1) 4. MLPP is ± 30 flexie 5. Maximale hyperextensie 10

Art. Talocruralis 1. Concaaf: tibia en fibula (enkelvork) 2. Convex: talus 3.

CPP is maximale dorsaalflexie Art. Subtalaris 1. Concaaf: talus 2. Convex: calcaneus 3.

Talocalcaneonavicularis 1. Concaaf: os naviculare & calcaneus 2. Convex: talus 3.

11 Art. Talocruralis 1. Concaaf: tibia en fibula (enkelvork) 2. Convex: talus 3. Plantairflexie > dorsaalflexie 4. MLPP is ± 10 flexie 5. CPP is maximale dorsaalflexie Art. Subtalaris 1. Concaaf: talus 2. Convex: calcaneus 3. Inversie 4. De MLPP is ± middenstand inversie 5. De CPP is maximale inversie Art. Talocalcaneonavicularis 1. Concaaf: os naviculare & calcaneus 2. Convex: talus 3. Plantairflexie = dorsaalflexie = adductie = supinatie 4. De MLPP is de middenstand tussen inversie en eversie 5. De CPP is maximale inversie 11

Art. Tibiofibularis 1. Concaaf: tibia 2. Convex: fibula 3. De MLPP van de artt. tibiofibularis proximalis en distalis is 10 plantairflexiestand in de art. talocruralis 4. De MCPP van de artt.

12 Art. Tibiofibularis 1. Concaaf: tibia 2. Convex: fibula 3. De MLPP van de artt. tibiofibularis proximalis en distalis is 10 plantairflexiestand in de art. talocruralis 4. De MCPP van de artt. tibiofibularis proximalis en distalis is maximale dorsaalflexiestand in de art. talocruralis. Art. Metatarsophalangea 1 1. Concaaf: proximale falanx 2. Convex: os metatarsale 1 3. Extensie > flexie bij art. metatarsophalangea 2-5 is de flexie > extensie 4. De MLPP 10 extensie 5. De CPP is maximale extensie 12

13 Artt. Interpalangeae 1. Concaaf: distale falanx 2. Convex: proximale falanx 3. De MLPP is 5 flexie 4. De CPP is maximale extensie 13

14 Referenties 1. Egmond D.L, Schuitemaker R. Extremiteiten Manuele therapie in enge en ruime zin. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; Argosy Publishing. [ Internet only ]; de Bie K, Boerma J. Handleiding dvd arthrokinematica. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; Hasselaar W, Boerman S. Het teweeg brengen van articulaire bewegingen enkel/voetregio[dvd]. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische Opleidingen. Opleiding fysiotherapie: De beroepsopdracht. Amsterdam;

Vergelijkbare documenten

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als