Opleiding Physical Trainer - Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding
|
|
- Karel Aalderink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 Opleiding Physical Trainer - Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding
3 WIE BEN JIJ?
4 Wat is de opleiding Physical Trainer? Wat is de NASM EPT? De Physical Coaching Academy en NASM
5 Lesopbouw van de opleiding PCA Physical Trainer Dag 1 Intro, Evaluatielogica, Anatomie van het skelet, Anatomie van de gewrichten, Functionele anatomie, Anatomie van de spieren (Praktisch: Evaluatie, Stretching) Dag 2 Functionele anatomie van de spieren, Fysiologie, Stretching, Weerstandstraining of krachttraining* (Praktisch: Core training, weerstand A) Dag 3 Biomechanica, weerstandstraining of krachttraining* Blessures (Praktisch: Weerstand B) Dag 5 Programmatie, Theorie van de programmatie, Periodisering (Praktisch: Program design) Dag 6 Theoretisch examen (Praktisch examen) Vervolg Praktische Stage Dag 4 Cardiotraining, Cardiotesting, Voeding (Praktisch: Cardi0 training, Cardio-testing)
6 Theoretische ondersteuning PPT slides Bijkomende notities Oefeningen
7 Physical trainer Waar beginnen? Evaluatielogica/ inductie: Basis van het programma / succes van het programma. Paramedische verantwoordelijkheden naar de klant toe. Evaluatiecriteria: Par-Q, interview. Fysiologische metingen (gewicht, ). Inspanningstesten, prestaties, Observaties.
8 Praktijk Evaluatie Praktisch: Evaluatie houding (statisch). Per twee. Observaties discussies.
9 HET BELANG VAN EEN GOEDE LICHAAMSHOUDING Een juiste ligging van de gewrichten verhoogt de belastbaarheid van het lichaam. De spieren bevinden zich in optimale positie om te functioneren. Activering van de juiste spier op het juiste moment. Optimale trainingsefficiëntie. Dit maakt het verschil tussen een goede en een slechte training. Forward head Protracted shoulders Anterior pelvic tilt Feet flattened/ turned out Chin in Shoulders down/ back Neutral pelvis Knees over 2nd/3rd toe Feet straight
10 Basis Compensatiepatronen
11 Physical trainer - Evaluatie, en dan? Wat hebben we echt geleerd? Wat zijn de gevolgen? Uw klant doorverwijzen naar een arts / andere begeleider? Aangepast programma of programma op maat. Hoe het programma aanpassen? Aandachtspunten, contra-indicaties. Stevige basis leggen voor progressie. Verwachte vooruitgang. Een bewegingskwaliteit / houding verzekeren.
12 Anatomie/ Functionele Anatomie Definities: Anatomie: De anatomie is de structuur van het lichaam van elk levend wezen. Deze term slaat ook op de studie van deze structuur. Functionele anatomie: De studie van de beweging van het menselijk lichaam in specifieke situaties met als doel de gevolgen voor de spieren en de gewrichten te bepalen. Ze wordt hoofdzakelijk toegepast op sportgebied (dans, gymnastiek, bodybuilding) en in de kinesitherapie.
13 MENSELIJKE BEWEGINGSKETTING SKELET- STELSTEL SPIER- STELSEL ZENUW- STELSEL
14 ALGEMEENHEDEN - BEWEGINGSVLAKKEN, ASSEN EN BEWEGINGEN Anatomische positie Internationale conventie / overeenkomst voor elke anatomische beschrijving van het menselijk lichaam. Positie van het menselijk lichaam, levend, staand, de voeten bij elkaar en parallel, de bovenleden loshangend langs het lichaam, de handpalmen naar voor gedraaid. Elke beschrijving verwijst naar deze positie/houding (zelfs in lighouding).
15 Aanduiding anatomische plaatsen Anterior of ventraal Naar de voorzijde of de buik. Posterior of dorsaal Naar de achterzijde of de rug. Superior of rostraal Positie gelegen boven een referentiepunt. Inferior of caudaal Positie gelegen onder een referentiepunt. Mediaal of intern Dichtbij de middellijn van het lichaam. Lateraal of extern Verder gelegen van de middellijn (zijkant) van het lichaam.
16 Aanduiding anatomische plaatsen Superficieel of perifeer Dichterbij het oppervlak van het lichaam. Diep of centraal Afgelegen van het oppervlak (naar de binnenkant van het lichaam). Proximaal Positie die het dichtst gelegen is bij de middellijn van het lichaam of bepaald referentiepunt. Distaal Positie die verder gelegen is van de middellijn van het lichaam of bepaald referentiepunt. Ipsilateraal Aan dezelfde zijde. Contralateraal Aan de tegenovergestelde zijde.
17 De bewegingsvlakken Bewegingsvlak: Een tweedimensioneel denkbeeldig oppervlak, die het menselijk lichaam in 2 delen verdeelt. Een basisbeweging wordt uitgevoerd in een bepaald vlak. 3 referentievlakken komen overeen met 3 ruimtelijke dimensies en staan loodrecht op elkaar. Sagittaal Verdeelt het lichaam in een linker- en een rechter helft. Frontaal Verdeelt het lichaam in een voor- en achterkant, anterior-posterior. Transversaal Verdeelt het lichaam in een bovenste en onderste gedeelte, superior en inferior.
18 De assen As Een denkbeeldige lijn, verkregen door de intersectie van twee vlakken, waarrond zich een beweging voltrekt. Er zijn drie referentieassen: 1) sagittale as of anterior-posterior Intersectie van de sagittale en transversale vlakken De horizontale as van de anterior-posterior richting, die het frontale vlak loodrecht kruist. 2) frontale as of bilaterale (transversale) Intersectie van de frontale en transversale vlakken De horizontale as van de rechter/linker transversale richting, die het sagittale vlak loodrecht doorsnijdt. 3) Longitudinale as of bipolaire (verticale) Intersectie van de sagittale en frontale vlakken De verticale as van de longitudinale richting die het vlak loodrecht doorkruist.
19 Omschrijving van de bewegingen Elke beweging kan beschreven worden als een beweging in één of meerdere vlakken en rondom de as, die hiermee overeenkomt. Voorbeelden: Biceps curl. Laterale Elevatie Reverse (tennis) Zijwaartse Lunge.
20 Praktijk Plannen Analyseer de werkplannen van apparaten in de fitnesszaal. Noteer je conclusies. Observatie discussie.
21 De bewegingen (gewrichten) In functie van de configuratie van de gewrichtsoppervlakken. Resultaat van één of meerdere spieren die trekken aan een botsegment. Resultaat van de interne- (spieren) en externe krachten. Wordt uitgevoerd in een gegeven vlak en rondom een gegeven as. Voor elke beweging vinden we zijn wederzijdse- of omgekeerde beweging.
22 Fundamentele bewegingen Flexie en Extensie Bewegingen binnen het sagittale vlak, rondom de frontale as. Flexie Een toenadering van botsegmenten/gewrichten (sluiting). Extensie Een verwijdering van de segmenten/gewrichten (opening). Abductie en Adductie Bewegingen binnen het frontale vlak, rondom de sagittale as. Abductie Een verwijdering van de segmenten/gewrichten binnen het mediale sagittale vlak (van het midden). Adductie Een toenadering van de segmenten/gewrichten. Uitzonderingen Definitie van de bewegingen van de vingers in functie van een as van de hand die door de 3de vinger loopt en in functie van de as van de voet die door de 2de teen loopt.
23 Fundamentele bewegingen Externe en Interne rotatie (de uiteinden) of kloksgewijze- en tegenkloksgewijze rotatie (de structuren die rondom de mediale longitudinale as lopen: hoofd, romp) Rotatiebewegingen worden uitgevoerd in het transversale plan, rondom de longitudinale as. Externe rotatie Verwijdering van de voorkant van de ledematen van het mediale, sagittale vlak (van het midden). Interne rotatie Toenadering van de voorkant van de ledematen van het mediale, sagittale vlak. Kloksgewijze rotatie naar rechts draaien. Tegenkloksgewijze rotatie naar links draaien.
24 Andere bewegingen Circumductie Combinatie van fundamentele bewegingen (duim). Antepulsie en retropulsie Propulsie naar voor en naar achter (onderkaak, arm, schouder). Horizontale flexie (of Hor. adductie) en horizontale extensie (of Hor. abductie) Vertrekkende vanuit een abductie van de schouder bij 90, een horizontale beweging van de arm naar voren toe. Vertrekkende vanuit een flexie van de schouder bij 90, een horizontale beweging van de arm naar achteren toe. Zijwaartse / laterale buiging Beweging van het skelet rondom de as in het frontale vlak (vb. hoofd laten hangen of romp naar de zijkant buigen). Pronatie en supinatie - Interne- en externe rotatie van de onderarm door een rotatie van een bot (radius) op de longitudinale as. Dorsaalflexie en plantairflexie Flexie en extensie ter hoogte van de enkel en de tenen.
25 Andere bewegingen Inversie en eversie - Adductie en Abductie van de enkel. Namelijk, de onder astragalus (talus) gewrichten laten een torsie binnen en buiten de voet toe (plantairflexie + adductie + interne rotatie / dorsaalflexie + abductie + externe rotatie). Anteversie en retroversie van het bekken Buiging van het bekken naar voren en naar beneden (anterior-superiore bekkenkam (ilium) naar beneden gericht) en buiging van het bekken naar achteren en naar boven (anterior-superiore bekkenkam naar boven gericht).
26 Anatomie / Functionele anatomie 1. Het skelet Ons skelet bestaat uit verschillende botten met verschillende groottes en heeft als functie: Vorm geven aan het lichaam. Steun geven aan het lichaam. Dient als aanhechtingspunt voor de spieren, pezen en ligamenten. Geeft de gewrichten de mogelijkheid te bewegen. De interne organen beschermen. De spieren hechten zich aan het bot. De plaats van de spieren wordt bepaald door het aanhechtingspunt van de spier aan het skelet. Het is dus belangrijk om allereerst de namen van de voornaamste botten te kennen alvorens de spieren te bestuderen.
27 Anatomie / Functionele anatomie 1. Het skelet Bot in het nederlands: Bot in het Latijn: Opperarmbeen Os humerus Ellepijp Os ulna Spaakbeen Os radius Sleutelbeen Os clavicula Schouderblad Os scapula Sternum Os sternum Rib Os costa Wervelkolom Columna vertebralis Cervicale wervels Vertebrae cervicales (7) Thoracale wervels Vertebrae thoracicae (12) Lumbale wervels Vertebrae lumbales (5) Heilig been Os sacrum (5) Staartbeen Os coccigys Bekken Pelvis Darmbeen Os ilium Schaambeen Os pubis Zitbeen Os ischii Femur Os femoris (femur) Knieschijf Patella Tibia of scheenbeen Os tibia Kuitbeen of fibula Os fibula
28 Anatomie / Functionele anatomie 1. Het skelet : De wervelkolom Drie functies: Steun Beweging Bescherming
29 Anatomie / Functionele anatomie 1. Het skelet de gewrichten I. Definitie : Een gewricht is het verbindingspunt tussen één of meerdere botten. Ze heeft als functie de botten onderling te verbinden en biedt ook een zekere mobiliteit aan het skelet. Er bestaan 3 types gewrichten : Immobiele- of synarthroze gewrichten (vezelachtig). Vb. bot van de schedel. Semi-mobiele of amphiarthroze gewrichten (kraakbeen). Vb. Sternum- Ribben, Schaambeenvoeg. Mobiele- of diarthroze gewrichten Ook wel synoviale gewrichten genoemd (synoviaal vocht: organische vloeistof, die de gewrichten smeert).
30 1.2 Synoviale gewrichten Een standaard kogelgewricht bestaat uit een convex- en een concaaf oppervlak. De twee oppervlakken worden bijeengehouden door de spieren, die langs de ligamenten lopen aan de binnen- en buitenkant van het gewricht, de gewrichtscapsule en de negatieve druk aan de binnenkant van de capsule. Het geheel staat een beweging met een bepaalde stabiliteit toe.
31 1.2 Synoviale gewrichten
32 1.2.3 Classificatie van de gewrichten We onderscheiden 6 types diarthroze gewrichten (deze staan beweging toe): 1.Enarthroze- of kogelgewricht. Het verbindt twee gewrichtsoppervlakken waarvan het ene convex en het andere concaaf is. Schouder- (gleno-humerale-), of heupgewricht. 2. Condylus- of llipsoïde gewricht De contactoppervlakken zijn ellipsvormige segmenten waarvan één convex en één concaaf is. - Polsgewricht, handwortels, kniegewricht.
33 1.2.3 Classificatie van de gewrichten 3. Zadelgewricht Elke gewrichtsoppervlak bevat een convex en concaaf oppervlak. Hun vorm ziet eruit als een zadel. carpo métacarpale duimgewricht 4. Scharniergewricht Gewrichtsoppervlak is concaaf met reliëf in de vorm van een hanenkam en een convex gewrichtsoppervlak in de vorm van een katrol, waar de hanenkam inschuift. Opperarmbeen-elleboog- (humero-ulnair-), enkelgewricht.
34 1.2.3 Classificatie van de gewrichten 5. Rolgewricht Het is een volle cilinder, die beantwoordt aan de concave cilinder die om zijn as draait. Proximaale radio ulnairegewricht (of ellepijp(ulna), spaakbeen (radius)) 6. Vlakgewricht Vlakke oppervlakken die enkel glijbewegingen toelaten. Mediocarpale-, acromio-claviculair (schouder), facetgewrichten op ruggewervels, handwortels-
35 Anatomie / Functionele anatomie Classificatie van de gewrichten De gewrichten kunnen eveneens ingedeeld worden volgens de mogelijke bewegingenassen. 1. Beweging rondom één as: Scharnier en rol. 2. Beweging rondom twee assen: Zadel en vlak. 3. Beweging rondom drie assen: Kogel of ellipsoïde.
36 Anatomie / Functionele anatomie 1. Het skelet de gewrichten 1.3 Beweging De bewegingsmogelijkheden binnen een gewricht zijn afhankelijk van hun structuur. De bewegingen zijn beschreven aan de hand van hun anatomische positie /plaats.
37 1.3.1 Beweging van de schouder en de heup Deze gewrichten behoren tot dezelfde groep en zijn dus in staat tot dezelfde soort bewegingen. Naam van de beweging: Betekenis: Anteflexie Voorwaarts heffen Retroflexie Achterwaarts heffen Abductie Weg van het lichaam Adductie Naar het lichaam toe Endorotatie Naar binnen draaien van anterieure vlak(centrum ) Exorotatie Naar buiten draaien van anterieure vlak (perifeer) Horizontale abductie Weg van het lichaam in het horizontale vlak Horizontale adductie Naar het lichaam toe in het horizontale vlak
38 1.3.1bis Complementaire bewegingen van de schouder Naam van de beweging: Elevatie Depressie Retractie Protractie Betekenis: Schouderblad opheffen Schouderblad naar beneden 'duwen' Schouderblad naar achter trekken Schouderblad naar voor trekken De schouder is een ingewikkeld gewricht (gleno-humeraal, acromioclaviculair, sterno-claviculair) dat in staat is tot andere bewegingen.
39 1.3.2 Beweging van de elleboog en de knie Deze gewrichten behoren niet tot dezelfde groep maar hun belangrijkste bewegingen zijn soortgelijk. Complementaire bewegingen behoren tot de mogelijkheden voor beide gewrichten. Naam van de beweging: Flexie Extensie Mediale Rotatie (knie) Laterale Rotatie (knie) Betekenis: Flexie Extensie Rotatie van de onderste ledemaat naar binnen, knie gebogen Rotatie van de onderste ledemaat naar buiten, knie gebogen
40 1.3.2 Beweging van de elleboog en de knie Deze gewrichten behoren niet tot dezelfde groep maar hun belangrijkste bewegingen zijn soortgelijk. Complementaire bewegingen behoren tot de mogelijkheden voor beide gewrichten. Bij de elleboog is er de mogelijkheid tot complementaire bewegingen dankzij het gewricht tussen het spaakbeen (radius) en de ellepijp (ulna). Naam van de beweging: Betekenis: Flexie, Extensie Flexie, Extensie Mediale rotatie (knie) Rotatie van de onderste ledemaat naar binnen, knie gebogen Laterale rotatie (knie) Rotatie van de onderste ledemaat naar buiten, knie gebogen Supinatie (elleboog radio-cubital) De hand draait naar buiten (elleboog in 90 ) Pronatie (elleboog radio-cubital) De hand draait naar binnen (elleboog in 90 )
41 1.3.3 Beweging van de pols Naam van de beweging: Palmairflexie Dorsaalflexie Abductie (radiale afwijking) Adductie (cubitale afwijking) Betekenis: De vingers bewegen richting de palm De vingers bewegen richting de bovenkant / de rug van de hand Laterale spreiding aan de kant van de duim (vanaf de mediale lijn) Laterale toenadering aan de kant van de duim
42 1.3.4 Beweging van de enkel Naam van de beweging: Plantairflexie Dorsaalflexie Inversie Eversie Betekenis: Extensie van de voet (op de toppen van de voeten staan) Het bovenste vlak van de voet dichterbij het scheenbeen (tibia) brengen Binnenkant voet optillen Buitenkant voet optillen
43 1.3.5 Beweging van de wervelkolom Naam van de beweging: Laterale flexie Flexie (buik) Extensie/ DorsaalFlexie Torsie Betekenis: Laterale flexie van de wervelkolom Voorwaartse flexie van de wervelkolom Achterwaartse flexie van de wervelkolom Rotatie van de wervelkolom
44 Op de doorsnee van een skeletspier kunnen we een longitudinale structuur zien, die kan worden gekenmerkt van groot naar klein: Spier (bestaande uit spierbundels). Spierbundel (bestaande uit vezels). Vezel (bestaande uit myofibrillen). Myofibrillen (bestaande uit sarcomeren). Sarcomeer (bestaande uit actine en myosine (gelijnd of parallel)). De spierstructuur
45 De spierstructuur We merken een afwisseling op van spieren bindweefsel: Het bindweefsel ondersteunt en beschermt de spiervezels (of -cellen). Het bestaat uit collageenvezels en elastine die de hele spier doorlopen en ze opdelen in bundels. Bedekking en bevestiging Epimysium De buitenste fascia (dicht bindweefsel) die de hele spier omringt. Perimysium De fascia of bindweefsel die een geheel aan spiervezels en hun endomysium omringt (fasciculus of bundel). Endomysium Loshangend bindweefsel die de spiervezel bedekt. Sarcolemma Het spiercelmembraan dat de myofibrillen verenigt (dikke en dunne filamenten).
46 De sarcomeren Microscopische structuur van een spier: Koppel actine myosine. Plaats van de spiercontractie. Actine: dun filament. Myosine: dik filament. De aanhechting van myosine aan de actine zorgt voor een glijbeweging tussen de filamenten en dus een verkorting, wat resulteert in een spiercontractie of samentrekking.
47 Lengte-spanning relatie: Actieve spanning Spanning / Toniciteit Geproduceerd door de interactie van de dunne- en dikke filamenten. Variëert in functie van de lengte van de sarcomeer. Optimale lengte (in rust) = een optimaal contact tussen actine en myosine. Te korte lengte = overlapping van de filamenten. Te lange lengte = afname van het contact tussen actine en myosine.
48 Lengte-spanning relatie: Er bestaat een optimale lengte-spanning verhouding, waar de spier de meeste kracht kan genereren.
49 Lengte-spanning relatie: Passieve spanning Totale spanning Spanning / Toniciteit Geproduceerd door de elastische componenten van de spier. Pees (samen met de spiervezels). Spiermembranen (parallel met de spiervezels). Epimysium Perimysium Endomysium Sarcolemma Som van de actieve en passieve spanning.
50 Spier Fysiologie Spier-reflexen Monosynaptische reflex Het gaat om een reflex bij een snelle uiteenrekking van de spier, welke resulteert in ee contractie. De spierspoeltjes, aanwezig in de spiervezels, zijn gevoelig aan de grootte en snelheid van de verlenging, veroorzaakt door de stretching. Ze regelen de lengte van de spier via een stimulerend circuit van reflexen. De reflex zorgt voor spiercontractie. De activatie van deze reflex zorgt ervoor dat de spier beschermd wordt tegen bruuske extensies.
51 Spier Fysiologie Spier-reflexen
52 Spier Fysiologie Spier-reflexen Reciproke inhibitie De effecten in het geval van het mono-synaptische reflex blijven niet beperkt tot de spier die uiteengerokken werd. Er zal een tweede reflex geactiveerd worden vanuit het ruggemerg. Deze zal de spanning verminderen in spieren met een tegenovergestelde functie van de spier die (reflexief) contraheert. We kennen dit ook als de «Wet van Sherrington»: bij contractie van een spiergroep worden de antagonisten (reflexmatig) ontspannen.
53 Spier Fysiologie Spier-reflexen Autogene inhibitie (omgekeerde monosynaptische reflex): Een reflex, die geactiveerd wordt wanneer de stretching zich versterkt en zich verlengt. Dit resulteert in een afname van de weerstand van de spier bij het verlengen van deze. Het Golgi peesorgaan registreert de veranderingen in spanning en heeft een remmend (inhibitie) effect, wat zorgt voor het ontspannen van de spier. Het bevordert de stretching en zal worden nagestreefd. Hiervoor moet men deze positie minstens 30 seconden aanhouden.
54 Physical trainer De stretching De statische stretching Correctieve functie. We streven naar een afname in spanning van de verkorte spieren. Uitgevoerd op de geïsoleerde spieren. Fysiologische basiselementen van de statische stretching. Uitvoering: onder spanning gedurende 30 seconden. Observaties discussies.
55 Praktisch: Statische stretching Per 2. Kuiten Hamstrings Heupbuigers Adductoren Borst Latissimus Dorsi Observaties - discussies
56 We onderscheiden twee typen vezels 1) Vezels met trage contractie of samentrekkingsnelheid (type I) Type spiervezels Deze vezels bezitten weinig kracht maar wel veel uithouding. Ze hebben een kleine sectiediameter en een sterke dichtheid aan haarvaten (rode kleur) want ze zijn aangepast op aerobe inspanningen en doen een beroep op het cardiovasculaire systeem. 2) Vezels met snelle contractie of samentrekkingsnelheid (type II) Deze vezel bezitten veel kracht maar weinig uithouding. Ze hebben een grote sectie diameter en een lage dichtheid aan haarvaten (witte of roze kleur voor de snelle spiervezel) want ze zijn aangepast aan anaerobe inspanningen.
57 Type spiervezels De kenmerken van Type 1 en Type 2 spiervezels Type 1 (Slow Twitch) Type 2 (Fast Twitch) Rode vezels Witte vezels Veel mitochondriën Groter dan Type 1 Verhoogde aerobe capaciteit Sub maximale kracht Uithouding Meerdere sub-types
58 De motoreenheden De motoreenheid (motorunit) is het allerkleinste contractiele element, dat het zenuwstelsel ter beschikking kan stellen. Bestaat uit een motoneuroon alpha en spiervezels, die het prikkelt. De zenuw bevindt zich in het ruggenmerg. Het aantal spiervezels, opgewonden door een motoneuroon kan variëren (en stemt overeen met de graad van precisie van de beweging). De contractie is een kwestie van het fenomeen «alles of niets». Meerdere motoreenheden kunnen samenwerken.
59 Bedankt, tot volgende week!
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten
Nadere informatieCursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius
Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het
Nadere informatie2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg
Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en
Nadere informatieTheorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008
Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk
Nadere informatieOpleiding Physical Trainer - Initiatie van de trainingsleer
Welkom Opleiding Physical Trainer - Initiatie van de trainingsleer WIE BEN JIJ? - Naam - Opleidingen en ervaringen - Hobbies - Trainingservaring - Wat wil je leren? Ledenzone 1. Klik op «Login» rechtsboven
Nadere informatieTheorie-examen anatomie 12 januari 2007
Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische
Nadere informatieAnatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.
Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn
Nadere informatieSamenvatting Fysieke Ergonomie
Samenvatting Fysieke Ergonomie Gezocht, geschreven, gekopieerd, geplakt, gemaakt, etc. door Jurriën Dijkstra. Met dank aan Benne Draijer en Liesbeth Stam voor het controleren van de gegevens. Samenvatting
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieTheorie-examen anatomie 25 januari 2008
Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft
Nadere informatie6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?
Examen anatomie januari 2009 1. Wat kan gesteld worden van slow twitch spiervezels? A. Ze hebben een groot agonistisch vermogen. B. Ze hebben een groot anaeroob vermogen. C. Ze hebben een groot aeroob
Nadere informatie1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:
1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen
Nadere informatie23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren
Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie
Nadere informatieInhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46
Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van
Nadere informatieHet doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie
Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In
Nadere informatieTentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur
Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) 17-01-2011 van 09.00-12.00 uur Opmerkingen bij dit tentamen: Zorg ervoor dat op elk formulier dat je inlevert, je identiteitsnummer en naam
Nadere informatieHenny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar
Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht
Nadere informatieHoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet.
Tekst over skelet, gewrichten en spieren pag. 1/5 Hoe zit je skelet in elkaar? In je lichaam zitten 206 botten. Samen vormen ze je skelet. De botten in je hoofd vormen je schedel. Je schedel wordt gedragen
Nadere informatieInleiding. Anatomie. Humerus
Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieBouw van een skeletspier
Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral
Nadere informatieOefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht
1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht Oefenvragen les 7 2) Hoe is een ware rib (costavera) met de wervelkolom verbonden?
Nadere informatieCardioschema (50 minuten)
Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan
Nadere informatieGebruikershandleidingen
Gebruikershandleidingen Kinderfitnessapparatuur Hoist KL-serie Februari 2009 Door: Martha Schild, Marlijn van Hartingsveld, Sandra Klous. Instructies voor de instructeurs 2410 seated leg press M. quadriceps
Nadere informatieAnatomie van de heup. j 1.1
j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal
Nadere informatieSPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907. Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam
SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907 Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 plaatsbepalende uitdrukkingen anatomische stand ( de stand die gebruikt wordt voor
Nadere informatie2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp
6 Merck Manual 2 De romp De romp is het centrale deel van het lichaam. In dit boek zullen we alleen ingaan op de romp als deel van het bewegingsapparaat en niet op de interne organen. De wervelkolom (columna
Nadere informatie1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.
Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug
Nadere informatieOPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15
OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees
Nadere informatieLeerdoelen. Opbouw van het lichaam kennen. Botten, spieren, zenuwen, organen en centraal zenuwstelsel. Leren kijken naar je leerlingen
Leerdoelen Opbouw van het lichaam kennen Botten, spieren, zenuwen, organen en centraal zenuwstelsel Leren kijken naar je leerlingen Begrijpen waarom er een beperking optreed in een asana Beter kunnen adjusten
Nadere informatieWaarom meten Podologen zoveel?
Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC
Nadere informatieLeerdoelen 2 workshops
Leerdoelen 2 workshops Opbouw van het lichaam kennen Globale kennis botten, spieren, zenuwen en centraal zenuwstelsel Leren kijken naar je leerlingen Begrijpen waarom er een beperking optreed in een asana
Nadere informatieOpleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding
Opleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding Lesopbouw van de opleiding PCA Physical Trainer Dag 1 Intro, Evaluatielogica, Anatomie van het skelet, Anatomie van de
Nadere informatieOpleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding
Opleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding Lesopbouw van de opleiding PCA Physical Trainer Dag 1 Intro, Evaluatielogica, Anatomie van het skelet, Anatomie van de
Nadere informatiefrontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak
j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAnatomische terminologie
1 Skelet Anatomische terminologie links / rechts proximaal / distaal lateraal / mediaan / mediaal centraal / perifeer ventraal / dorsaal intern / extern craniaal / caudaal magnus (major / maximus) / parvus
Nadere informatieMobiliserende oefeningen voor thuis
Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van
Nadere informatieKNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K
KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de
Nadere informatie18 10 2008 Bijscholing BorgInsole 1
Intoeing - Outtoeing Intoeing Outtoeing Problemen ter hoogte van Voet Enkel Tibia Knie Femur Heup Intoeing - Outtoeing Oorzaak Structureel Osteair Intoeing - Outtoeing Therapie Chirurgie In- of outtoeing
Nadere informatieOpbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.
Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van
Nadere informatieDe beenderen in het hoofd vormen samen de schedel. De schedel word gedragen door de wervelkolom die in de romp naar beneden loopt.
THEMA 8 Paragraaf 1 het skelet De mens heeft ( net als alle andere gewervelden) een inwendig skelet of geraamte. Dit skelet bestaat uit vele beenderen (botten). De beenderen in het hoofd vormen samen de
Nadere informatieUitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug
Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel
Nadere informatieDe schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot
Trainer B-opleiding zwemmen De schakel tot Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot * Natuurlijke bewegingspatronen * Verbeteren van de fysieke capaciteiten * Fysieke voorbereiding Maximaal Rendement
Nadere informatie2D/E. T5: Stevigheid en beweging.
B1: Het skelet van de mens. B2: Het skelet van zoogdieren. B3: Kraakbeenweefsel en beenweefsel? B4: Beenverbindingen. B5: Spieren. B6: Houding en beweging. B7: Blessures. EB8: Het skelet van verschillende
Nadere informatieVGN immobilisatieprotocollen
VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen
Nadere informatieBelangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom
Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Om uw rugklachten beter te kunnen begrijpen is een basiskennis van de rug noodzakelijk. Het Rughuis heeft in haar behandelprogramma veel aandacht
Nadere informatieLenigheid en beweeglijkheid
2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:
Nadere informatie1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea
Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieMassage: het lichaam. Het gespierde lichaam. Psychowerk
Massage Het gespierde lichaam Geschreven door Wil Boonstra Het menselijke lichaam wordt bijeengehouden door huid aan de buitenkant en aan de binnenkant door vezels en banden die we spieren en pezen noemen.
Nadere informatieBODY & POWER. Handboek Anatomie voor Fitness
BODY & POWER Handboek Anatomie voor Fitness Body & Power Handboek Anatomie voor Fitness www.bodyenpower.nl Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. FUNCTIONELE ANATOMIE 4 DE ANATOMISCHE HOUDING: 4 DE ASSEN IN DE ANATOMISCHE
Nadere informatieRekoefeningen voor de Gehandicapte schutter
Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter Rekken is een essentieel onderdeel van een evenwichtig trainingsprogramma. Het dagelijks uitvoeren van rekoefeningen kan de flexibiliteit en gezonde gewrichten
Nadere informatieCore Stability - serie 1
Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je
Nadere informatieOpdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet
Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet Het Skelet: Schedel Romp, bestaat uit: o Borstkas: 12 paar ribben/cotae: 7 paar ware ribben; 3 paar valse ribben; 2 paar zwevende ribben. o Borstbeen/Sternum:
Nadere informatieNaam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam
Naam: BOTTEN EN SPIEREN Het menselijk lichaam Waarom heb je botten nodig? Het skelet is onmisbaar. Het houdt je overeind en geeft je lichaam vorm. Zonder het skelet zou je een soort pudding zijn. Je skelet
Nadere informatieKrachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent
Krachttraining Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij Naam Klas Docent Inhoudsopgave Inleiding... 3 Musculus biceps brachii... 4 Informatie... 4 Oefening... 4 Musculus pectoralis
Nadere informatieStatische stretching
Statische stretching We hebben een aantal statische stretchoefeningen op een rijtje gezet, gesorteerd op welke spieren je stretcht: 1. arm- en schouderspieren 2. onderarmen 3. borstspieren 4. schouders,
Nadere informatiePECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren
PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende
Nadere informatieOefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis
Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te
Nadere informatieA. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been)
A. Schedel B. Romp C. Bovenste extremiteit (Arm) D. Bekken (Pelvis) E. Onderste extremiteit (Been) A B C D E pagina 1 Invuloefening vul bij de letters de juiste teksten in controleer op pagina 1. A. B.
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieInstructies en oefeningen voor het gebruik van de Schouder Stretcher
Telefoon: 074-2911110 (klantenservice) E-mail: info@medipreventiecentrum.nl Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Schouder Stretcher 1 Geachte klant, Gefeliciteerd met uw aanschaf van de schouder
Nadere informatieLichamelijk onderzoek
Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,
Nadere informatieDe uitdrukkingen profundus, internus, superficialis, externus worden gebruikt bij het herleiden naar de plaats van bv de spieren (vervoegingen)
Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 Plaatsbepalende uitdrukkingen Anatomische stand (de stand die gebruikt wordt voor de inspectie van personen): Rechtop,
Nadere informatieTabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit
Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,
Nadere informatieOefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding
Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Verkeerde lichaamshoudingen veroorzaken klachten. Eén van de meest voorkomende verkeerde houdingen, wordt veroorzaakt door een naar vorend hangend hoofd,
Nadere informatieHet doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie
Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de
Nadere informatieDe foamroll oefeningen
www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden
Nadere informatieKracht en stabilisatie
Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en
Nadere informatieDEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)
Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus
Nadere informatieMIND & MOVEMENT COACH. Bewegen
Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.
Nadere informatieVersterkende oefeningen schouder
Versterkende oefeningen schouder Doel : optrainen basiskracht schoudergordel Front pull (palm greep) 3 x 20 In zit op een bal of aan de lat pull. De voeten plat op de grond en op heupbreedte. 40kg De bar
Nadere informatieTRAININGSPLAN XCO-TRAINER
TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in
Nadere informatie3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld
Antwoorden door een scholier 706 woorden 5 april 0,7 keer beoordeeld Vak Biologie Vita: In beweging schedelbeenderen spaakbeen bovenkaak 5 ellepijp onderkaak 6 opperarmbeen halswervels 7 borstbeen 5 sleutelbeen
Nadere informatieGRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING
GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren
Nadere informatieandere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van
1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatieSchouder katrol Instructies en oefeningen
Schouder katrol Instructies en oefeningen Bedankt voor uw aankoop! Inhoudsopgave Inhoud Waar wordt de schouderkatrol voor gebruikt? Hoe wordt de schouderkatrol gebruikt? Hoe lang en hoe vaak? Let op Houding
Nadere informatieHoorcollege Tractus locomotorius. Dirk Geurts
Hoorcollege Tractus locomotorius Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini gelezen? Beenderstelsel : Hoofdstuk 6.1 t/m 6.3, 6.4.1, 6.4.2, 6.5, 6.6.2, 6.7.2, 6.9, 6.10, 6.11.1
Nadere informatieOefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma
Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem
Nadere informatieAanvulling: Om de oefeningen wat uitdagender te maken kun je je handen op je borst leggen ipv naast je lichaam op de grond.
FOAM ROLLER OEFENINGEN Naast de bekende bindweefsel massage is de foam roller een fantastisch hulpmiddel voor het versterken van je core. Door gebruik te maken van een onstabiele ondergrond zoals de foam
Nadere informatie1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren
Nadere informatieBeroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave
Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw
Nadere informatieKNZB applicatie MOZ landtraining
KNZB applicatie MOZ landtraining Praktijk oefeningen Stahouding Ingezakte houding Actieve stahouding Squathouding Foute squathouding Juiste squathouding Controle transversus Neutraal, geen aanspanning
Nadere informatieOpleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding
Opleiding Physical Trainer Initiatie van de trainingsleer of fysieke voorbereiding Lesopbouw van de opleiding PCA Physical Trainer Dag 1 Intro, Evaluatielogica, Anatomie van het skelet, Anatomie van de
Nadere informatievoetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen
Voetverzorging Informatie mbtstof Anatomie voetverzorging uit Bakens & Zadkine eindtermen Beenderen onderste extremiteiten Focus bekken Oefening locatie beenderen in menselijk lichaam http://www.memorizer.net/nl/menselijk_lichaam/skelet/0
Nadere informatieUit: prometheus. Reina Welling WM/SM-theorieles 2. Transversale / frontale as = van links naar rechts = rekstok
Herhaling vorige les Nomenclatuur: bewegingsbepalende uitdrukkingen Reina Welling WM/SM-theorieles 2 Histologie: botweefsel, dekweefsel Myologie: m. tibialis anterior, extensorengroep en de peroneusgroep
Nadere informatieOefeningen voor de nek (CWZ)
Oefeningen voor de nek (CWZ) Naast een correcte houding, moeten de spieren ter hoogte van de nek tegelijkertijd soepel en stevig zijn om nekklachten te voorkomen. Ook de spieren van de schoudergordel moeten
Nadere informatieJe lichaam als een kinetische keten
Je lichaam als een kinetische keten De kinetische keten in het kort Voet stabiliteit Enkel mobiliteit Knie stabiliteit Heup mobiliteit Lumbale wervels (onderrug) stabiliteit Thoracale wervels (bovenrug)
Nadere informatieAquatic Fitness Professional Certification
Aquatic Fitness Professional Certification Onderdelen van de opleiding: 1. Anatomie van bewegingen 2. Fysiologie van bewegingen 3. Toegepaste anatomie 4. Physical fitness 5. Omgeving van water 6. Fysische
Nadere informatie