OOST-VLAANDEREN MERELBEKE RUP SAETEWIJK ONTWERP

Transcriptie

1 provincie : gemeente : OOST-VLAANDEREN MERELBEKE onderwerp : RUP SAETEWIJK ONTWERP opdrachtgevend bestuur : GEMEENTEBESTUUR MERELBEKE Hundelgemse steenweg Merelbeke Architectenbureau Van Acker & Partners cvba afdeling ruimtelijke planning Congreslaan 36 B Gent tel. 09/ fax. 09/ info@avapartners.be ir.arch. Bernard Van Acker planoloog arch. Lode Scheerder stedenbouwkundige arch. Lode Verbanck stedenbouwkundige Architectuur Ruimtelijke planning Restauratie Design Projectmanagement STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Goedgekeurd door de Deputatie dd. datum wijziging dossier Aanpassingen na advies GECORO datum ontwerp 2027_ DOSS.: RUP SAETEWIJK

2 GEMEENTE MERELBEKE RUP SAETEWIJK STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Gezien en voorlopig aanvaard door de gemeenteraad in vergadering van Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage aan het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van tot en met Gezien en definitief aanvaard door de gemeenteraad in vergadering van In opdracht de Secretaris, de Voorzitter, Kristof DE BEL Gemeentesecretaris Freddy DE KEUKELAERE Gemeenteraadslid Goedgekeurd door de Deputatie 2 DOSS.: RUP SAETEWIJK

3 GEMEENTE MERELBEKE RUP SAETEWIJK INHOUD Art. 0 Algemene stedenbouwkundige voorschriften Art. 1 Lokaal bedrijventerrein Art. 2 Bufferzone Art. 3 Onderhoudszone natuurgerichte oeverafwerking 3 DOSS.: RUP SAETEWIJK

4 Art. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Art. 0.1 Bestaande gebouwen Aan de bestaande vergunde of vergund geachte bedrijfsgebouwen die niet beantwoorden aan de voorschriften van het onderhavig rup, zijn onderhouds- en instandhoudingswerken, beperkte verbouwingen binnen het volume en beperkte uitbreidingen ifv veiligheid of technische redenen toegelaten. Bij volledige nieuwbouw of herbouw van de bedrijfsgebouwengelden de stedenbouwkundige voorschriften van de betreffende zonering. Herbouw en uitbreiding van de bestaande woningen is mogelijk met een maximumvolume tot 1000m³ en volgens de modaliteiten bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. Art. 0.2 Hoofd- en nevenbestemmingen Alle hoofdbestemmingen van de zones zijn voorgesteld op het plan. Nevenbestemmingen zijn alleen toegestaan wanneer de hoofdbestemming reeds gerealiseerd of aanwezig is of indien ze samen met de hoofdbestemmingen gerealiseerd worden. Het lokale bedrijventerrein dient niet volledig gerealiseerd te zijn om nevenbestemmingen mogelijk te maken. De realisatie van de hoofdfunctie op het betreffende perceel is richtingaangevend voor de realisatie van de nevenbestemmingen. Art. 0.3 Kroonlijst- en nokhoogte De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot aan de bovenkant van de kroonlijst. De inkomdorpel kan nooit hoger liggen dan 35cm boven het omringende maaiveld. Art. 0.4 Constructies voor openbaar nut Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegestaan in alle zones, ongeacht de bestemming en met uitzondering van de bufferzones. Er dient rekening gehouden te worden met de inrichtingsvoorschriften en de inplanting mag de bestemming van de desbetreffende zone niet hinderen. Hun technische of maatschappelijke noodzaak moet aangetoond worden. Art. 0.5 Waterhuishouding In functie van de opvang van hemelwater worden waterpartijen en afwateringsgrachten toegelaten. De aanleg van verhardingen dient beperkt gehouden te worden en er dient rekening gehouden te worden dat het niet-verontreinigd regenwater de mogelijkheid moet krijgen om maximaal in de ondergrond in te sijpelen (bv. door het gebruik van waterdoorlatende materialen), door afleiding van het hemelwater naar de onverharde delen of door afleiding naar de daartoe voorziene waterbuffers. Bij het afvoeren van regenwater afkomstig van de verharde delen dient er rekening gehouden te worden dat de aanpalende percelen niet belemmerd of bezwaard worden. Bij elke stedenbouwkundige aanvraag, ook bij een stedenbouwkundig attest of bij een melding, dient de aanvrager uitvoerig aan te tonen op welke plaatsen waterinfiltrerende maatregelen worden getroffen, op welke plaatsen het hemelwater wordt opgevangen en hoe er met het hergebruik van het hemelwater wordt omgesprongen. Indien er geen hergebruik van het hemelwater gebeurt, dient er een uitvoerige motivatie bij de aanvraag gevoegd te worden. Tevens dient er een mechanisch grondonderzoek te gebeuren waaruit de grondsamenstelling blijkt en dit in functie van de infiltratie van het regenwater en waterdoorlatende materialen. Gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is verplicht. Alvorens het overtollige hemelwater te lozen dient dit eerst gefilterd te worden. Art. 0.6 Publiciteit Uithangborden en reclame-inrichtingen: - Mogen nooit tot een daling van de leef- en woonkwaliteit leiden. Er dient zorgvuldig met de plaatsing en de oppervlakte omgegaan te worden; - Moeten zich op een kwaliteitsvolle wijze inpassen in het architecturaal geheel van de gevel, de straatwand; - Moeten een duidelijke en herkenbare relatie hebben met het gebouw, de functie van de activiteit en de plaats waar ze worden aangebracht; 4 DOSS.: RUP SAETEWIJK

5 - Maximum oppervlakte 10m² per bedrijfseenheid. Plaatsing: - Mogen niet bevestigd worden in de bufferzone. - Mogen de maximum bepaalde hoogte van de gebouwen niet overschrijden Aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot reclameinrichtingen en uithangborden worden beoordeeld op basis van volgende afwegingskaders: - De schaal van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft; - De situering ten opzichte van andere functies; - De inplanting (locatie), de aard van de bedrijvigheid, de oppervlakte. 5 DOSS.: RUP SAETEWIJK

6 Bestemming Lokaal bedrijf Een lokaal bedrijf is een be- en verwerkend bedrijf (inclusief tertiaire dienstverlening) dat een verzorgend karakter heeft ten aanzien van de omgeving, dat wat schaal betreft aansluit bij de omgeving (schaal van de kern, schaal van het stedelijke gebied,...) en beperkt is van omvang. Bijhorende (ondersteunende) activiteiten: Het gaat hier om ruimtes voor kantooractiviteiten, sociale uitrusting (eetzalen,...), parkeerplaatsen, dienstwegen, niet-overdekte stapelruimten en (beperkte) huisvesting voor het bewakingspersoneel of directie. logistiek De gestructureerde koppeling van alle vervoeronderdelen op lokaal niveau (collectie, degroepage, groepage, intermodaal transport, extra handelingen, distributie), zodat een efficiënt transportgeheel ontstaat. ' In de periode wenst men de brug over de Scheldearm opnieuw aan te leggen. Tijdelijk zal men in de reserveringsstrook een omleggingwegenis voor de E40 voorzien. Ondersteunende activiteiten Activiteiten en functies die de hoofdactiviteit ondersteunen en er een verwevenheid mee hebben. Ondersteunende activiteiten hebben geen zelfstandige hoofdactiviteit. Hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor bedrijven van lokaal belang met één van de volgende hoofdactiviteiten die het milieu niet mogen aantasten: - Productie, verwerking en bewerking van goederen; - Verwerking en bewerking van grondstoffen; - Logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, groepage en fysieke distributie); Naast de bedrijfs activiteiten zelf zijn bijhorende (ondersteunende) activiteiten toegelaten. Die activiteiten kunnen in eigen ruimten worden ondergebracht. Ze moeten evenwel één geïntegreerd geheel vormen met het eigenlijke bedrijfsgebouw. Ter hoogte van de E40 zal een reserveringsstrook van 30.00m vanaf de bovenzijde van de talud van de gracht vrijgehouden worden. De eerste 10.00m is een reserveringstrook voor het openbaar domein in functie van de E40 en wordt als een zone non aedificandi beschouwd die volledig vrij van bebouwing, constructies en verharding in functie van de aanpalende bedrijvigheid dient gehouden te worden. Binnen de resterende 20.00m en na de vervanging van de brug over de tijarm, mogen parkings en een circulatieruimte als nabestemming aangelegd worden bestaande uit uitsluitend waterdoorlatende materialen. In functie van de E40 zijn ten allen tijde werken mogelijk. Uitbreidingen worden niet uitgesloten. Binnen deze zone zijn private wegen (toegang, ontsluiting, circulatieruimte) i.f.v. de toegankelijkheid naar de bedrijven mogelijk. DOSS.: RUP SAETEWIJK 6

7 (SEVESO-bedrijven: Inrichtingen zoals bedoeld onder art. 3 van het relevante betreffende samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken worden niet toegelaten.) Expliciet verboden - Opslagplaatsen voor afvalproducten van schadelijke aard. - Zuivere kantoor- en detailhandelfuncties; - SEVESO-bedrijven, ook niet bij wijziging van functies - Hotel-, motelaccommodatie - Discotheken, restaurants en aanverwanten - Supermarkten - Opslag van schroot, storten van afval - Bedrijven met grote verkeersgenererende activiteiten. Aard van de constructies Overdruk deelzone A (dubbel gearceerde zone): - In het gearceerd gedeelte: constructies, gebouwen, afdaken, luifels, installaties, laad- en losruimtes; - Maximum 4 bedrijfseenheden en aan elkaar gekoppeld binnen de dubbele arcering toegelaten; - Het wonen en de kantoorfuncties worden niet toegelaten op de gelijkvloerse bouwlaag. - Bijkomend: parkeerruimte en aanverwante infrastructuur. - Per bedrijfseenheid wordt maximum 1 bedrijfswoning toegelaten met een maximum volume van 1000m³. DOSS.: RUP SAETEWIJK 7

8 Inrichting De uitvoering van de waterbuffercapaciteit dient gekoppeld te worden aan de ontwikkeling in functie van de bedrijvigheid. Overdruk deelzone B (enkel gearceerde zone): - De bestaande woningen aan de Oude Gaversesteenweg mogen hun huidige woonfunctie behouden of als kantoorfunctie ingericht worden. In geval van herbouw of nieuwbouw kunnen enkel woningen of kantoren i.f.v. het rechtstreeks aanpalende bedrijf op dezelfde plaats opgericht worden. - Maximum 1 bedrijfseenheid per perceel en binnen de enkele arcering toegelaten. Verdere opsplitsing van een perceel is niet mogelijk. Bij samenvoeging van verscheidene percelen zijn maximum 2 bedrijfseenheden toegelaten; - Bijkomend: parkeerruimte en aanverwante infrastructuur. Inrichting Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning zal worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: - Zorgvuldig ruimtegebruik; - Een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en afwerking van de bedrijfsgebouwen; - Opvang van het hemelwater, infiltratievoorzieningen, waterafvoer, waterbufferzone op eigen terrein binnen de zone. Bebouwingswijze Een compact bouwvolume is verplicht, waarbij gebruik kan gemaakt worden van meerdere verdiepingen; DOSS.: RUP SAETEWIJK 8

9 De niet-bebouwbare delen kunnen voorzien worden als circulatieruimte, parkings en opslag van materialen met een stapelhoogte van maximum 3.00m Overstromingsvrij: overstromingsvrij bouwen impliceert dat er op die plaats geen ondergrondse constructies mogen gebouwd worden, dat het vloerpeil 30cm hoger komt te liggen dan het maximum overstromingspeil op die plaats (7.70m TAW), dat er geen overstromingswater in de hemelwaterput mag terechtkomen en dat de waterafvoeren van de gebouwen verzekerd is. Plaatsing - De plaatsing van gebouwen en constructies dienen binnen de gearceerde zoneringen te gebeuren. Ten zuiden van de overdruk met arceringen over een breedte van 10.00m dient men overstromingsvrij te bouwen. - Vloerpeil op minimum 8.00m TAW. Afmetingen van de gebouwen De afmetingen van de gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te beantwoorden en volgens het voorgestelde gabariet: - Overdruk deelzone A (dubbel gearceerde zone): - De nokhoogte van de gebouwen en constructies is maximum 15.00m; - Afwijkingen omwille van technische ruimten en schouwen worden toegelaten; - De kroonlijsthoogte is maximum 9.00m. - Overdruk deelzone B (enkel gearceerde zone): - De nokhoogte bedraagt maximum 12.00m; - De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 7.00m; DOSS.: RUP SAETEWIJK 9

10 - Afwijkingen omwille van technische ruimten, schouwen worden toegelaten; - Verplicht aan te bouwen aan de constructies van de dubbel gearceerde zone. DOSS.: RUP SAETEWIJK 10

11 Duurzaamheid (Brundtland): duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling waarbij de huidige wereldbevolking in haar behoeften voorziet zonder de komende generaties te beperken om in hun behoeften te voorzien. Gevelafwerking: komende van Gent heeft men een zichtrelatie naar het lokale bedrijventerrein. Daarom dient men bij de constructies aandacht te hebben bij het gebruik van materialen, gevelconstructies, afwerking en vormgeving. Voorkomen van de gebouwen - De gevel- en dakmaterialen dienen met esthetisch verantwoorde en duurzame materialen opgetrokken te worden. - De dakhelling en dakvorm is vrij te kiezen binnen het vooropgesteld volume. - Aandacht voor de gevelafwerking. Aanleg - Alle verhardingen worden uitgevoerd in een hoogwaardig bestratingsmateriaal. - Het overtollige regenwater wordt in een open gracht of regenwaterriool geloosd tenzij bij bezoedeling. Vuile waters worden in een afvalwaterriool DOSS.: RUP SAETEWIJK 11

12 geloosd na de nodige behandeling overeenkomstig de vigerende wetgeving. - Open waterbufferbekkens worden toegelaten. De oevers hiervan krijgen een natuurlijke milieubewuste aanleg. - De ontsluiting van de bedrijven in het binnengebied dient beperkt te worden tot maximum 1 ter hoogte van de gearceerde zones. Parkeerplaatsen - De parkeerplaatsen en fietsbergingen dienen op eigen terrein opgevangen te worden; - Ondergrondse parkeerplaatsen worden toegelaten binnen de gearceerde zones. De maximum bouwdiepte bedraagt 4.00m. Binnen de eerste 10.00m van de arceringen ter hoogte van de onderhoudszone natuurgerichte oeverafwerking worden geen ondergrondse parkings toegelaten; - De in- en uitritten van de ondergrondse parkings kunnen buiten de gearceerde zone voorzien worden. - Gemeenschappelijk gegroepeerde parkeerplaatsen worden eveneens bovengronds toegelaten. Per 5 bovengrondse parkeerplaatsen dient minimum één streekeigen hoogstam voorzien te worden. De hoogstammen moeten geplant worden op het perceel of de percelen waar de stedenbouwkundige aanvraag, stedenbouwkundig attest of melding betrekking heeft; - De verhardingen voor de parkeerplaatsen dienen te bestaan uit waterdoorlatende materialen; Enkel binnen de gearceerde zones kunnen de parkeerplaatsen met niet waterdoorlatend materiaal worden verhard. Op deze plaatsen waar er, door het stallen en circuleren van voertuigen, kans is op pollutie dient het DOSS.: RUP SAETEWIJK 12

13 afstromend water opgevangen en afgevoerd te worden naar een plaats waar het gezuiverd kan worden voor het naar de waterbuffering kan lopen. DOSS.: RUP SAETEWIJK 13

14 CATEGORIE 2 BEDRIJVIGHEID ART. 2 BUFFERZONE Bestemming Hoofdbestemming De zone is enkel bestemd voor de aanleg van een dicht groenscherm. Inrichting Er worden geen hoogstammige bomen op oevers en dijken toegelaten omwille van het feit dat zij zwakke plekken kunnen veroorzaken in de oeververdediging, de infrastructuur zwaarder dan normaal kunnen belasten, bij takval schade aan jaagpadgebruikers kunnen veroorzaken en het jaagpad kunnen beschadigen. Bijkomend toegelaten - Draadafsluitingen op minimum 2.00m van de perceelsgrens. - Alle handelingen en werken tot bescherming, verbetering, instandhouding, hernieuwing en onderhoud van de aanplantingen; - Wijzigingen van het reliëf in functie van een bermaanleg; De groenaanleg zal bestaan uit heesters in combinatie met laagstammen en/of heesters zodat op termijn een dichte, gesloten beplanting zal worden bekomen. De hoogte van het volgroeide heestermassief bedraagt minimum 1.50m. Er worden geen hoogstammige bomen toegelaten Alle nieuw aangeplante struiken en haagplanten zijn voor minimum 60% streekeigen soorten en alle aanplanten zijn standplaatsgeschikt. Een beplantingsplan dient opgemaakt en bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of stedenbouwkundig attest gevoegd te worden. De aanplant zelf dient te gebeuren in het eerstvolgend plantseizoen na de goedkeuring van de algemene stedenbouwkundige aanvraag voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein. DOSS.: RUP SAETEWIJK 14

15 CATEGORIE 6 OVERIG GROEN ART. 3 ONDERHOUDSZONE NATUURGERICHTE OEVERAFWERKING Bestemming Waterdoorlatende materialen zijn materialen die gemakkelijk water doorlaten: grind, kiezel en dolomiet. Klinkers en kasseien met open voegen worden als semiwaterdoorlatend beschouwd. Een aanlegplan van deze zone dient bij de eerste stedenbouwkundige aanvraag voor de oprichting van de nieuwe gebouwen op de desbetreffende percelen bijgevoegd te worden. Waar de zone grenst aan de Schellebellebeek dient een bouwvrije afstand van 10.00m gerespecteerd te worden ten opzichte van deze beek in functie van het beheer van de waterlopen en voor een natuurgerichte oeverafwerking en groenaanleg. In deze bouwvrije strook dient tevens een onverhard fietspad (maximum breedte 2.00m) als verbinding tussen de Oude Gaverse Steenweg en de trekweg langs de Schelde aangelegd te worden. De aanleg dient te bestaan uit waterdoorlatende materialen. Eveneens dient binnen deze zone de overtollige watercapaciteit van de beek opgevangen te worden. De aanleg dient uitgevoerd te worden in het eerstvolgend plantseizoen na de goedkeuring van de algemene stedenbouwkundige aanvraag voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Na realisatie zal deze onderhoudszone met natuurgerichte oeverafwerking aan de gemeente worden overgedragen. DOSS.: RUP SAETEWIJK 15