Evaluatie Terreinstudie: een woordje uitleg

Transcriptie

1 Geef hier met één letterwaarde uw oordeel over de hele rubriek Evaluatie Terreinstudie: een woordje uitleg Het formulier Evaluatie Terreinstudie geeft de beoordelingscriteria voor een terreinstudie weer. De onderstaande lijst met richtvragen is geen checklist waaraan de cursist tot in de puntjes hoort te voldoen. Wel geven de vragen richtlijnen van wat per onderdeel als belangrijk kan worden beschouwd. Op die manier geeft het evaluatieformulier enerzijds de beoordelaar een houvast om een nauwkeurig en verantwoordbaar oordeel te vellen. Anderzijds geeft het aan de cursist die dit formulier ook vooraf krijgt- duidelijk aan welke zaken belangrijk zijn en waarop hij tijdens zijn bezoeken aan het studiegebied en het werken aan de terreinstudie moet letten. Indien u bij dit evaluatieformulier vragen heeft, twijfelt of moeilijkheden ervaart kan u steeds de cursusverantwoordelijke raadplegen. A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende De cursist maakt wat dit onderdeel betreft een zeer goede indruk. De cursist heeft goed werk geleverd. Enkele dingen konden beter, maar algemeen beschouwd voldoet de cursist voor dit onderdeel. De cursist maakte nog teveel fouten of vulde de gevraagde aspecten onvoldoende in. Ofwel werd geen of nauwelijks aandacht aan dit onderdeel besteed ofwel maakte de cursist veel en grove fouten. Score enkel voor cursisten die duidelijk veel te weinig moeite hebben gedaan. RUBRIEK Blijkt uit de terreinstudie dat de cursist zélf veel nieuwe dingen heeft bijgeleerd? Situering Geschiedenis ENKELE RICHTVRAGEN LEERPROCES - Heeft de cursist tijdens zijn terreinbezoeken opmerkzaam geobserveerd? - Heeft de cursist zich vragen gesteld bij de dingen die hij waarnam? - Heeft de cursist voor een aantal van die vragen ook het antwoord gezocht en/of gevonden? - Heeft de cursist daarbij gebruik gemaakt van veldgidsen en andere informatiebronnen? - Heeft de cursist ook interesse getoond voor aspecten waarvan hij weinig voorkennis had? Indien het om een groepswerk gaat : blijkt uit de terreinstudie dat alle groepsleden een aandeel in het waarnemen en bestuderen van de natuur hebben geleverd? Wie wel? Wie niet? De excursieverslagen kunnen een goed beeld geven van de individuele bijdrage van de groepsleden. INHOUD: KENNIS EN VAARDIGHEDEN - Is het gebied kort maar duidelijk gesitueerd ten aanzien van zijn omliggende omgeving? - Is er een duidelijk en actueel kaartje (naar keuze stafkaart, andere kaart, zelf getekend) van het gebied opgenomen? - Is het huidige juridische statuut van het gebied duidelijk en correct vermeld? - Geeft de door de cursist gemaakte selectie aan historische gegevens de evolutie van het studieterrein weer? Dragen deze gegevens bij aan het beter begrijpen van het actuele uitzicht van het terrein? - Maakt de cursist gebruik van een historische kaart om de vroegere WAAR -DE

2 toestand met de huidige te vergelijken (naar keuze: Ferraris, kaart uit een oud landboek, een stafkaart van enkele jaren oud, een oude luchtfoto, )? - Interpreteert de cursist de gegevens correct of zie hij belangrijke dingen over het oog? Excursieverslagen Gebiedsbeschrijving Terreinopdrachten en/of eigen onderzoekje - Heeft de cursist (elke cursist) het studieterrein voldoende vaak bezocht (minstens 6 tot 8 keer, gemiddeld een 10-tal keer)? - Heeft de cursist het gebied onder verschillende omstandigheden bezocht (verschillende tijdstippen en/of weersomstandigheden, gespreid over verschillende maanden)? - Heeft de cursist tijdens zijn terreinbezoeken voldoende geobserveerd wat er in de natuur aan de gang was? Heeft de cursist evoluties in de tijd opgemerkt? - Heeft de cursist aandacht gehad voor de verschillende aspecten van de natuur (zowel abiotische als biotische, voor verschillende plantenen dierengroepen)? - Zijn de determinaties die de cursist uitvoerde nauwkeurig en correct? - Werd het gebied opgedeeld in minstens 2 te onderscheiden deelgebieden met een eigen biotoop? Is de opdeling goed gekozen? - Werden de gebieden op een kaartje gesitueerd? - Was er voldoende aandacht voor het abiotische milieu van de deelgebieden (bvb. bodem, landschap, waterhuishouding)? - Was er voldoende aandacht voor fauna en flora in de verschillende deelgebieden? - Werden er verbanden gelegd tussen de fysische en de levende natuur? - Was er aandacht voor de invloed van de mens op de deelgebieden (bedreiging, bescherming, beheer)? GEEN VERPLICHT ITEM. De cursist kan naar eigen keuze, kunnen en interesse meerdere door het CVN uitgewerkte terreinopdrachten uitvoeren of/en zelf een onderzoekje opzetten en uitvoeren. Voorbeelden van onderzoekjes zijn: grondige determinatie van een bepaald gebiedje, vergelijking vegetatie bodemkaart of vegetatie biologische waarderingskaart, wateronderzoek, vogelzangpostentelling, een meer nauwkeurige inventarisatie van een bepaalde groep organismen in het gebied (paddestoelen, bomen, vlinders, zoogdieren, ), verslag van enkele avond- of vroegochtendexcursies, - Indien de cursist gebruik maakte van de uitgewerkte terreinopdrachten, gebeurde dit nauwkeurig? - Indien de cursist zelf een onderzoekje opzette en uitvoerde, gebeurde dit nauwkeurig? - Zijn de gegevens die de cursist verzamelde zinvol en correct? - Interpreteerde de cursist de gegevens van zijn onderzoekje correct? In geval van groepswerk: leverde elke cursist een bijdrage aan het uitvoeren van de terreinopdrachten of een onderzoekje? Scenario Educatieve stage - Bevat het scenario volgende aspecten: wandeling: een routebeschrijving (kaartje) met aanduiding van stopplaatsen en trefwoorden, korte info over het thema van de activiteit en de doelgroep andere activiteit: een duidelijke omschrijving en inhoudelijke uitwerking van de activiteit, korte info over het doel en de doelgroep van de activiteit - Indien de stage plaatsvond voor de inlevering van de terreinstudie: maakte de cursist een verslagje / zelfevaluatie van de voorbije stageactiviteit? - Stelt de cursist een boeiende en gevarieerde activiteit samen?

3 Soortenlijst - Gebruikt de cursist verschillende werkvormen? Komen de verschillende zintuigen aan bod? - Besluit de cursist de terreinstudie met een overzicht van de waargenomen soorten, geordend volgens een logische volgorde? - Worden de correcte Nederlandse naam opgegeven? - Bevat de soortenlijst een gevarieerd gamma van algemeen voorkomende en eenvoudig te determineren soorten van verschillende organismen (vogels, insecten, zoogdieren, amfibieën, kruidachtige planten, bomen, zwammen, )? Let op : het is niet belangrijk dat de cursist een zo volledig mogelijke, maar uit andere publicaties overgenomen opsomming geeft, wel dat hij aangeeft welke soorten hij zélf heeft waargenomen. VORM - Telt het werk voldoende zelf geschreven tekst? Voor een individueel werkje minimum 12 bz. zelfgeschreven (getypte) tekst, zonder illustraties. - Zijn de pagina s genummerd? - Vormt de terreinstudie rekening houdend met de technische mogelijkheden én beperkingen van de cursist- een verzorgd geheel? - Is het een aangenaam leesbaar werk? - Is er een goede inhoudelijke afstemming tussen tekst en illustraties? - Maken illustraties, foto s, eigen tekeningen, poëzie, het werk (nog) interessanter? - Globale beoordeling Bepaal op basis van de reeds gegeven scores één eindscore, eventueel kan u ook 2 aangrenzende scores aankruisen (vb. zeer goed tot goed). Deze eindscore hoeft niet het rekenkundige gemiddelde te zijn van de reeds gegeven deelscores. Toch vragen we de deelscore op één onderdeel (dat u zelf het belangrijkste zou vinden) niet te zwaar te laten doorwegen op de eindscore. Hou rekening met de totale prestatie van de cursist! Wees niet te kritisch: als een terreinstudie algemeen zeer goed of goed bevonden wordt, mag die eindbeoordeling ook gegeven worden. Indien u een E als eindscore geeft, dient de cursist zijn terreinstudie bij te werken, indien u een D geeft dient hij dat ook te doen als hij op een van de andere onderdelen ook een D behaalde. Geef duidelijk aan in welke onderdelen u verbeteringen verwacht. Eindcommentaar, aandachtspunten of suggesties voor herwerking Hier is ruimte voor een afsluitend woord of indien nodig- enige opbouwende suggesties. De aandachtspunten dienen erg bruikbaar en concreet te zijn. Enkele voorbeelden: Tracht nog wat meer planten zelf te determineren. Bezoek het terrein nog drie keer en noteer al je waarnemingen. Indien de terreinstudie goed was, mag dat natuurlijk ook nog eens gezegd worden! Wat indien de beoordelaars van de terreinstudie van mening verschillen? Een persoon die het gebied goed kent, leest de terreinstudie zeer grondig en vult het evaluatieformulier in. Een tweede persoon leest de terreinstudie door ter voorbereiding van het evaluatiegesprek, hij vult geen apart evaluatieformulier in. De eindscore op het beoordelingsformulier wordt op het eindevaluatieformulier overgenomen, tenzij de tweede lezer er een grondig verschillende mening op nahoudt. In dat geval wordt na het evaluatiegesprek een oordeel geveld (in dit geval wordt erop aangedrongen dat de eerste beoordelaar bij het evaluatiegesprek aanwezig is). Het evaluatiegesprek Tijdens het evaluatiegesprek wordt mondeling dieper ingegaan op enkele aspecten van de terreinstudie. De quotering hiervan beïnvloedt de eindscore op de terreinstudie niet (tenzij er onenigheid bestaat onder de beoordelaars), maar wordt wel mee opgenomen in de afzonderlijke score die bij het evaluatiegesprek hoort. Als beoordelaar hebt u ook een taak m.b.t. het evaluatiegesprek. U kan met de cursusverantwoordelijke afspreken deze bij te wonen of indien u niet aanwezig kan zijn- enkele

4 passages uit de terreinstudie aangeven waarvan u meent dat de cursist er mondeling nog verduidelijking over dient te geven. Uiteindelijk wordt het eindoordeel of de cursist al dan niet geslaagd is en welke opdrachten hij eventueel dient te herwerken, geveld na het evaluatiegesprek. Uiteraard wordt daarbij in ruime mate rekening gehouden met de beoordeling die u gaf. Indien u zelf niet aanwezig was op de eindevaluatie, wordt u door de cursusverantwoordelijke op de hoogte gebracht van de eindbeslissingen. Bezorg het evaluatieformulier terug aan de cursusverantwoordelijke, of geef het aan de cursist die het zelf doorgeeft aan de cursusverantwoordelijke. Bij het evaluatiegesprek krijgt de cursist de beoordelingsformulieren van zijn educatieve stage en van zijn terreinstudie mee naar huis. Alvast heel erg bedankt voor uw toegewijde medewerking!

5 Evaluatie terreinstudie Centrum voor Natuur-en Milieueducatie CVN vzw, Appelmansstraat 12 (6 e verd.), 2018 Antwerpen, (tel) 03/ , (fax) 03/ info@c-v-n.be, Cursist Cursusplaats en -jaar Beoordelaar Plaats Achtergrond beoordelaar (schrappen wat niet past): natuurgids, mentor, terreindeskundige, andere : Gelieve de cursist voor elk van de rubrieken de belangrijkste opmerkingen of suggesties mee te geven. Volgende waardeschaal kan per hok uw waardering samenvatten. A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende RUBRIEK MOTIVERING VOOR DE GEGEVEN SCORE OPMERKINGEN, SUGGESTIES WAARDE Blijkt uit de terreinstudie dat de cursist zélf heel wat nieuwe dingen heeft bijgeleerd? In geval van groepswerk: Blijkt uit de terreinstudie dat alle groepsleden min of meer gelijkwaardig deelnamen aan het waarnemen op en bestuderen van het terrein? Wie wel/niet? LEERPROCES INHOUD (KENNIS EN VAARDIGHEDEN) Situering Geschiedenis Excursieverslagen

6 Gebiedsbeschrijving Facultatief: Terreinopdrachten en/of eigen onderzoekje Scenario educatieve stage Soortenlijst VORM GLOBALE BEOORDELING (kruis aan wat past)*: A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende * In geval van groepswerk geeft de beoordelaar 1 groepsscore, tenzij hij/zij het nodig vindt afzonderlijke scores toe te kennen. In dat geval de eindbeoordeling uitsplitsen en duidelijk motiveren. EINDCOMMENTAAR, AANDACHTSPUNTEN OF SUGGESTIES VOOR HERWERKING : Handtekening van de beoordelaar