Evalueren kan je leren Stagewandeling Natuurgidscursus. Opdracht. Evaluatie 26/11/2013

Transcriptie

1 26/11/2013 Evalueren kan je leren Stagewandeling Natuurgidscursus Oefening Competenties natuurgids en beoordeling Wat doe je op de dag zelf en achteraf? Vragen? Opdracht Beoordeel het filmfragment aan de hand van het formulier Wat beoordelen we? Competenties Natuurgids Vaardigheden - kan inzichten over te brengen - Creeërt ruimte voor natuurbeleving - Stimuleert kritisch denken - Gebruikt diverse educatieve werkvormen Evaluatie Houding: - Motiveert anderen om bij te dragen tot natuurbehoud - Staat open voor inbreng van anderen. - Niet belerend of moraliserend - Voorbeeldfunctie - Positieve houding naar natuur en deelnemers toe. - Aandacht voor voorbeelden natuurvriendelijk en milieubewust handelen Vooraf kort contact met cursist (scenario) Niet bemoeien met wandeling Korte bespreking na wandeling Formulier aanvullen met commentaar en quotering, evt advies. Beoordeling adhv evaluatieformulier 1

2 26/11/2013 Vragen? 2

3 Algemeen: wat moet een natuurgids kennen en kunnen? De evaluatie is gekoppeld aan de doelstellingen van de cursus: wat wordt verwacht van een natuurgids? Deze doelstellingen zijn verwoord in de kernopdracht van de natuurgids en concreet vertaald naar het profiel van de natuurgids. Volgende competenties dienen verworven te zijn. KENNIS K1: De natuurgids bezit een brede waaier aan algemene basisinzichten over natuur, milieu landschap, mens, maatschappij en hun onderlinge relaties. K2: De natuurgids heeft kennis van algemeen voorkomende en voor de regio kenmerkende organismen én kan deze situeren binnen het ruimer kader van algemene basisinzichten (biotoop; leefwijze; relaties met andere organismen; ). K3: De natuurgids kan bovenvermelde inzichten en kennis toepassen op een concreet gebied door zelf verbanden aan te geven tussen natuur, milieu, mens en maatschappij (relatie bodem - planten; verbanden tussen vegetatie en leefgebied van dieren; voortgang van seizoenen; proces van verruiging; relatie vegetatie - bodemgebruik; invloed van menselijk handelen op de natuur; ). K4. De cursist heeft een algemeen inzicht in mogelijkheden om te handelen ten bate van de samenhang tussen natuur, milieu en mens (natuurbeheer, milieusparende maatregelen, mogelijke acties die men kan ondernemen, ). VAARDIGHEDEN V1: De natuurgids bezit vaardigheden om zelfstandig zijn natuurinzicht te vergroten (nauwkeurig waarnemen, waarnemingen noteren, determineren, veldgidsen gebruiken, kaarten interpreteren, informatie opzoeken, ). V2: De natuurgids bezit vaardigheden om zich een doordachte, eigen mening m.b.t. natuur- en milieuthema s te vormen (dialogeren, luisteren, argumenteren, argumenten tegenover elkaar afwegen, ). V3: De natuurgids is in staat aan/voor anderen: inzicht bij te brengen in (de samenhang in) de natuur en ons leefmilieu ruimte voor natuurbeleving te creëren de dialoog over natuur, milieu en duurzaamheid te stimuleren en hen aan te zetten hierover kritisch na te denken V4: De natuurgids kan gebruik maken van diverse educatieve werkvormen aangepast aan de doelgroep (gezinspubliek) en het doel van de activiteit. HOUDING H1: De natuurgids toont tijdens zijn educatief werk een positieve houding, zowel naar de natuur als naar de deelnemers toe. De natuurgids motiveert anderen om een steentje bij te dragen aan het natuurbehoud (handelingsperspectief en hoopvolle gerichtheid). H2: De natuurgids staat open voor de inbreng van de anderen en gaat daarbij niet belerend of moraliserend te werk (Dit betekent zowel het vermogen om te luisteren naar

4 het verhaal en de argumenten van anderen, als eigen argumenten helder te formuleren en ter discussie te stellen.) H3: De natuurgids vervult een voorbeeldfunctie door zelf natuurvriendelijk, milieubewust en duurzaam te handelen. H4: De natuurgids heeft aandacht voor voorbeelden van natuurvriendelijk, milieubewust en duurzaam handelen in zijn omgeving en vestigt hierop de aandacht van de anderen. Het profiel van de natuurgids geeft aanleiding tot volgend evaluatieschema: aspect profiel evaluatie kernopdracht KENNIS algemene kennis (4) toepassen (5) TERREINSTUDIE EVALUATIEGESPREK TERREINSTUDIE VAARDIG- HEDEN overdragen (6) natuurbeleving (7) HOUDING enthousiasme (1) handelingspersptf. (2) ALG. CURSUSPARTICIPATIE dialogerend (3) ALG. CURSUSPARTICIPATIE Belangrijk na het bereiken van het diploma natuurgids is het blijvend bijscholen. Het is belangrijk om cursussen en opleidingen te blijven volgen om je kennis en vaardigheden te vervolledigen en up te daten!

5 Evaluatie stagewandeling Centrum voor Natuur-en Milieueducatie CVN vzw, Appelmansstraat 12/6, 2018 Antwerpen (tel) 03/ , (fax) 03/ Cursist Cursusplaats en -jaar Beoordelaar Achtergrond beoordelaar (schrappen wat niet past): natuurgids, mentor, terreindeskundige, andere : Datum Plaats Uur Gelieve de cursist voor elk van de rubrieken de belangrijkste opmerkingen of suggesties mee te geven. Volgende waardeschaal kan per hok uw waardering samenvatten. A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende RUBRIEK OPMERKINGEN, SUGGESTIES WAARDE Onthaal INLEIDING Voorstelling Doelstelling Afspraken Aangepast aan de doelgroep Juistheid Opbouw Dosering Terreinkennis INHOUD WERKVORMEN Gebruik 3 verschillende werkvormen Vink aan: Monoloog Dialoog Discussie Demonstratie Opdracht Spel Aangepast aan de doelgroep Belevingsmomenten Deelnemers zelf laten ontdekken

6 PRESENTATIE Taalvaardigheid Stemgebruik Non-verbaal gedrag Opstelling tegenover groep HOUDING Enthousiasme Plukgedrag Attent voor deelnemers Hoopvolle gerichtheid PRAKTISCHE ORGANISATIE Keuze stopplaatsen Hulpmiddelen Timing (begin/einde) AFSLUITING ANDERE OPVALLENDE ZAKEN GLOBALE BEOORDELING (kruis aan wat past): A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende AANDACHTSPUNTEN EN EINDCOMMENTAAR (indien mogelijk samen met de cursist vastgesteld) Handtekening van de beoordelaar,

7 Geef hier met één letterwaarde uw oordeel over de hele rubriek Evaluatie stagewandeling : een woordje uitleg Het formulier evaluatie stagewandeling wil een hulpmiddel zijn bij de beoordeling van de educatieve stage van cursisten natuurgids. Dit document geeft wat toelichting bij de toegepaste schaal en bij verschillende rubrieken. Indien u hierbij vragen heeft, twijfelt of moeilijkheden ervaart kan u steeds de cursusbegeleider raadplegen. A Zeer goed B Goed C Voldoende D Net niet voldoende E Zwaar Onvoldoende De cursist maakt wat dit onderdeel betreft een zeer goede indruk. De cursist heeft goed werk geleverd. Enkele dingen konden beter, maar algemeen beschouwd voldoet de cursist voor dit onderdeel. De cursist maakte nog teveel fouten of vulde de gevraagde aspecten onvoldoende in. Ofwel werd geen of nauwelijks aandacht aan dit onderdeel besteed ofwel maakte de cursist veel en grove fouten. Score enkel voor cursisten die duidelijk veel te weinig moeite hebben gedaan. RUBRIEK ENKELE RICHTVRAGEN INLEIDING WAAR- DE Onthaal Voorstelling Doelstelling Afspraken Vindt er een inleiding plaats? Is deze zowel kort als volledig? Is de gids tijdig aanwezig? Maakt hij vooraf al kennis met de deelnemers? Heeft de excursie een duidelijke start? Heet de gids iedereen welkom? Stelt hij zichzelf en het gebied kort voor? Worden deelnemers uitgenodigd om vragen te stellen? Zijn doel en thema van de excursie duidelijk? Worden afspraken gemaakt over vb. excursieduur, plukken,? INHOUD Aangepast aan de doelgroep Juistheid Opbouw Dosering Terreinkennis Is de excursie-inhoud correct, gepast en gestructureerd? Is de inhoud niet te moeilijk of te eenvoudig, en is deze interessant voor de doelgroep? Heeft de gids zicht op de verwachtingen van de groep? Wordt hiermee rekening gehouden? Is wàt er verteld wordt correct? Zit er een logische opbouw in de excursie en in het verhaal op één stopplaats? Is de inhoud voldoende gevarieerd of éénzijdig? Is de hele excursie inhoudelijk niet te licht of te zwaar? Wordt de inhoud goed gespreid over duur en traject van de excursie? Kent de gids het terrein voldoende? Wordt de inhoud geënt op dat terrein?

8 WERKVORMEN Gebruik 3 verschillende werkvormen Aangepast aan de doelgroep Belevingsmomenten Deelnemers zelf laten ontdekken Monoloog, dialoog, opdrachten, spel, belevingsmomenten e.d. zijn voorbeelden van werkvormen. We verwachten dat de gids 3 verschillende werkvormen gebruikt. Dit is een verplicht item. Zijn de gebruikte werkvormen aangepast aan de groep deelnemers? Is er voldoende variatie aan werkvormen, of overheerst één werkvorm (vb. monoloog)? Werd bewust voor deze werkvormen gekozen? Komen alle zintuigen voldoende aan bod? Is er plaats voor horen, kijken, voelen, ruiken,? Is er ruimte voor de deelnemers om zelf te ontdekken of wordt alles voorgezegd? PRESENTATIE Hoe komt de gids over op de groep? Taalvaardigheid Stemgebruik Non-verbaal gedrag Opstelling tegenover groep Is de taal van de gids duidelijk en verzorgd? Zijn er vb. stopwoorden die opvallen en storen? Is de gids goed verstaanbaar? Welke indruk maakt de lichaamstaal van de gids? Zijn er bepaalde tics? Is er oogcontact met alle deelnemers, of kijkt de gids vb. naar de grond? Gaat de gids bewust om met zijn plaats tegenover de groep? Kiest hij voor goed hoor- en zichtbare plaatsen? Wordt gewacht met spreken tot iedereen er is? HOUDING Hoe is de houding van de gids tegenover groep en natuur? Enthousiasme Plukgedrag Attent voor deelnemers Hoopvolle gerichtheid Toont de gids zijn liefde voor de natuur en voor de deelnemers? Maakt de gids een enthousiaste indruk? Weet hij die indruk over te dragen op deelnemers? Toont de gids zelf respect voor de natuur? Wordt omzichtig met plukken omgesprongen? Licht de gids zijn plukgedrag kort toe? Worden vragen van deelnemers gerespecteerd? Worden opdrachten goed begeleid? Staat hij open voor andere meningen? Vertelt de gids een hoopvol, positief verhaal? Nodigt de gids deelnemers uit om bij te dragen aan natuurbehoud? PRAKTISCHE ORGANISATIE Keuze stopplaatsen Hulpmiddelen Timing (begin/einde) Hoe verloopt de excursie praktisch? Is het traject zorgvuldig gekozen? Zijn afspraakplaats en stopplaatsen goed gekozen? Heeft de gids de nodige hulpmiddelen bij (vb. loepes, veldgids, )? Zijn deze in goede staat, en kan hij hiermee werken? Begint en eindigt de excursie op het afgesproken uur? Zijn wandelen en stopplaatsen evenwichtig verdeeld AFSLUITING Wordt de excursie duidelijk afgerond of loopt ze sudderend ten einde? Worden deelnemers bedankt voor hun aanwezigheid en medewerking? Worden ze uitgenodigd voor een nieuw bezoek?

9 ANDERE OPVALLENDE ZAKEN Hier is nog wat ruimte voor andere opvallende zaken m.b.t. doel, inhoud, werkvormen, houding, Globale beoordeling De globale beoordeling vul je best niet tijdens de wandeling in. Bespreek na afloop samen met de cursist de voorbije excursie. Doe dit op een rustige, gepaste plaats. Vraag de cursist hierbij in elk geval eerst hoe hij of zij zélf de excursie beoordeelt. Geef pas nadien jouw mening. Leg tot slot in overleg precies twee aandachtspunten vast (ook al zijn er meer kies de twee belangrijkste punten), en zet deze op papier. Bepaal op basis van de reeds gegeven scores één eindscore, eventueel kan u ook 2 aangrenzende scores aankruisen (vb. zeer goed tot goed). Deze eindscore hoeft niet het rekenkundige gemiddelde te zijn van de reeds gegeven deelscores. Toch vragen we de deelscore op één onderdeel (dat u zelf het belangrijkste zou vinden) niet te zwaar te laten doorwegen op de eindscore. Hou rekening met de totale prestatie van de cursist! Wees niet te kritisch : als een stagewandeling algemeen zeer goed of goed bevonden wordt, mag die eindbeoordeling ook gegeven worden. Indien u een E als eindscore geeft, krijgt de cursist opnieuw de kans zijn stagewandeling uit te voeren, tenzij daar bij het evaluatiegesprek anders over wordt beslist. Geef duidelijk aan in welke onderdelen u verbeteringen verwacht. Aandachtspunten Geef duidelijk de aandachtspunten aan waarin u verbeteringen verwacht. De aandachtspunten dienen bruikbaar en erg concreet te zijn. Enkele voorbeelden : bewaak de timing van je excursie, waardoor je stipt eindigt. Beperk je verhaal bij elke stopplaats in duur of kies voor iets minder stopplaatsen. Zoek oogcontact met de deelnemers. Bekijk hen, eerder dan vb. de boom waar je naast staat. Indien de stageactiviteit goed was, mag dat natuurlijk ook nog eens gezegd worden Bezorg het evaluatieformulier terug aan de cursusverantwoordelijke, of geef het aan de cursist die het zelf doorgeeft aan de cursusverantwoordelijke. Bij het evaluatiegesprek krijgt de cursist de beoordelingsformulieren van zijn educatieve stage en van zijn terreinstudie mee naar huis. Alvast heel erg bedankt voor uw toegewijde medewerking!