Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2010. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Datum rapport 29 april 2011 Nummer/versie concept Auteur Bestuur Telefoon (050)

2 Profielschets Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland (vóór 1 januari 2011: Stichting GE Pension NL 2007) is een ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregelingen uit voor de medewerkers van General Electric in Nederland en is statutair gevestigd te Breda. De basispensioenregeling is een (deels voorwaardelijk en deels onvoorwaardelijk) geïndexeerde opbouwregeling en wordt in de Pensioenwet gekarakteriseerd als een uitkeringsovereenkomst. De premies voor de basispensioenregeling worden ingebracht door de werkgever en de werknemers. Op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers vindt jaarlijks onvoorwaardelijk toeslagverlening plaats. De toeslagverlening op de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers is voorwaardelijk. De vrijwillige bijspaarregeling Gesave wordt gekarakteriseerd als een premieovereenkomst. Ultimo 2010 heeft het pensioenfonds (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. De uitvoering van de pensioenregeling heeft het bestuur sinds de datum van oprichting, 17 augustus 2007, uitbesteed aan TKP Pensioen BV (TKP). Het bestuur heeft het grootste deel van het beheer van het pensioenvermogen uitbesteed aan GE Asset Management (GEAM). De individuele pensioenspaarregelingen (Gesave en Geflex) worden uitgevoerd door Delta Lloyd Bank. Met ingang van 1 oktober 2009 is State Street Corporation de custodian. Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn herverzekerd bij Swiss Re. Het betreft een excedent-herverzekeringscontract in combinatie met een stop loss-herverzekering. Daarnaast maakt het bestuur gebruik van de werkzaamheden van een externe (certificerende) actuaris (Aon Hewitt) en een externe accountant (KPMG). 1

3 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bestuursverslag 6 1. Woord van de voorzitter 7 2. Algemene informatie Juridische structuur Doelstelling Personalia Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Beleid en beleidskeuzes Toeslagbeleid Financieringsbeleid Beleggingsbeleid Risicobeheer Beleggingen Marktontwikkelingen Resultaten beleggingsportefeuille Aandelen Vastrentende waarden Vastgoed Corporate Governance Pensioenen Inleiding Pensioencommunicatie Pensioenadministratie Pensioenregeling Nieuwe wetgeving Actuariële analyse Besturing en naleving wetgeving Algemeen Bestuursaangelegenheden Goed Pensioenfondsbestuur Verslag van de Visitatiecommissie Verslag Verantwoordingsorgaan Informatie vanuit toezicht van DNB en AFM Deskundigheids- en integriteitstoets en opleiding Gedragscode Geschillencommissie Organisatie en uitvoering Statutenwijziging Verwachte gang van zaken 49 2

4 Jaarrekening Jaarrekening Balans (na bestemming van het saldo van baten en lasten) Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Algemeen Waarderings- en berekeningsgrondslagen Toelichting op de balans Risicobeheer Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de staat van baten en lasten Verbonden partijen 79 Overige gegevens Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum CONCEPT Actuariële verklaring CONCEPT Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten 87 Bijlagen 88 Bijlage 1 Deelnemersbestand 89 Bijlage 2 Begrippenlijst 90 3

5 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x Aantal verzekerden (per eind van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet Gewezen deelnemers Ingegane pensioenen Totaal aantal verzekerden Pensioenen Kostendekkende premie Feitelijke premie Additionele storting Uitvoeringskosten pensioenbeheer Uitvoeringskosten vermogensbeheer (exclusief ontvangen reductie GEAM) Uitkeringen Reguliere toeslagverlening Actieve deelnemers 0,8% 2,2% 3,64% Gewezen deelnemers en ingegane pensioenen 0,0% 0,38% 3,06% Vermogen en solvabiliteit (op basis van marktwaarde; RTS) Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132) Technische voorzieningen, inclusief overige voorzieningen Dekkingsgraad in % * 103,7% 116,5% 89,4% Gemiddelde duration technische voorzieningen 26,2 25,3 27,1 Rentetermijnstructuur (RTS) 3,4% 3,9% 3,6% 4

6 Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Beleggingen voor risico deelnemers Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Rendement (total return) (exclusief deelvermogens) Jaarrendement o.b.v total return 7,15% 15,0% -17,1% Gem. afgelopen jaren vanaf ,7% -1,1% -17,1% * De berekening van de dekkingsgraad is met ingang van 2010 gelijk aan het eigen vermogen plus de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds plus de overige technische voorzieningen, gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds plus de overige technische voorzieningen (2009 en 2008 zijn herrekend; geringe invloed t.w. < 0,1%) 5

7 Bestuursverslag 6

8 1. Woord van de voorzitter In dit jaarverslag legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid in Het jaar 2010 is een bewogen jaar geweest, waarbij het bestuur kan terugkijken op een tijdelijke maar heftige terugval in de dekkingsgraad, fors toegenomen levensverwachtingen en intensieve evaluaties van het beleggingsbeleid en uitbesteding. De dekkingsgraad van het fonds lag ultimo 2009 ruim boven het minimaal vereiste niveau. In de maanden daarna daalde de dekkingsgraad gestaag. In augustus 2010 daalde de dekkingsgraad met bijna 20 procentpunten naar een dieptepunt van 85%. Vooral door de stijgende rente in de tweede helft van 2010 is de dekkingsgraad weer gestegen naar 103,7% op 31 december De dekkingsgraad van het pensioenfonds is zichtbaar aan grote fluctuaties onderhevig. In 2009 en 2010 zijn er veel maanden geweest waar het fonds ruim boven het pad van het driejarige herstelplan heeft gezeten. Ook zijn er maanden geweest dat de daadwerkelijke dekkingsgraad ruim onder het herstelpad heeft gezeten. Door de grote schommelingen is het lastig structureel beleid uit te voeren. Verdergaande renteafdekking kan deze schommelingen verlagen. Het bestuur heeft in 2010 veelvuldig stilgestaan bij de wijze en het moment waarop deze renteafdekking ingevuld kan worden. Vanaf 2011 zal dit gefaseerd ingevoerd gaan worden. Het pensioenfonds heeft in 2009 een herstelplan ingediend bij DNB, waarin is aangetoond hoe het pensioenfonds verwacht dat binnen drie jaar tijd de dekkingsgraad herstelt tot de vereiste grens (kortetermijnherstelplan) en binnen een periode van vijftien jaar weer het vereist eigen vermogen bereikt (langetermijnherstelplan). In 2010 heeft het bestuur besloten om de hersteltermijn van het kortetermijnherstelplan te verlengen van drie naar vijf jaar. Doordat de dekkingsgraad midden 2010 lager lag dan 100%, zijn er in die periode geen waardeoverdrachten uitgevoerd. Vanaf december 2010 zijn er wel weer waardeoverdrachten uitgevoerd, omdat op dat moment de dekkingsgraad zich boven de 100% bevond. Het bestuur heeft op 26 november 2010 besloten om geen toeslag te verlenen op de premievrije pensioenaanspraken en ingegane pensioenen per 1 januari 2011, tenzij de dekkingsgraad op 1 januari 2011 na toeslagverlening hoger zou komen te liggen dan het minimaal vereist eigen vermogen (104,5%). Nu de dekkingsgraad is uitgekomen op 103,7% is er derhalve daadwerkelijk geen toeslag toegekend. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk aangepast aan de ontwikkeling van de CBS-CAO-lonen. Per 1 januari 2011 is op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers een toeslag verleend van 0,8%. De uitvoeringsovereenkomsten tussen het pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen die in september 2007 zijn ingegaan, kenden een looptijd van 3 jaar. Per 1 september 2010 gelden er nieuwe uitvoeringsovereenkomsten voor andermaal een periode van drie jaar. De 7

9 belangrijkste wijziging in de nieuwe uitvoeringsovereenkomst is de opname van een exitbepaling voor eventueel uittredende ondernemingen. In 2009 en 2010 heeft het fonds uitvoerig contact gehad met GE Asset Management (GEAM) over de performance en de invulling van de overeenkomsten en is verzocht om toelichting. Het bestuur heeft, op advies van de Beleggingscommissie, besloten om een audit uit te laten voeren door Aon Hewitt Consultants van de performance over de afgelopen jaren ten opzichte van de de benchmark, de werkzaamheden en de processen van GEAM. Ook zal een beoordeling volgen over de strategie, de visie en het team. De audit heeft in de zomer van 2010 plaatsgevonden. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur gekozen voor de instelling van een Visitatiecommissie. In oktober 2010 heeft de Visitatiecommissie haar tweede deelvisitatie uitgevoerd. Het aandachtsgebied was deze ronde het algemeen bestuurlijk deel. Uit het rapport is gebleken dat er weliswaar verbeterpunten mogelijk zijn, doch dat het algemeen beeld van de Visitatiecommissie positief is. Het bestuur neemt de aanbevelingen ter harte. Heldere communicatie met de belanghebbenden is voor het bestuur van groot belang. Daarom is in 2010 een nulmeting uitgevoerd naar de huidige beleving van de pensioencommunicatie en -bewustzijn. De respons van de deelnemers was met bijna 60% zeer hoog. De resultaten bieden veel aanknopingspunten voor het communicatiebeleid van 2011 en verder. In 2010 is er sectorbreed discussie gevoerd over de impact van de toegenomen levensverwachtingen. In februari 2010 heeft het bestuur als eerste stap het besluit genomen om voor het jaarverslag 2009, in afwachting van nieuwe overlevingstafels, een opslag van 3% op de voorziening te rekenen. Nadat in de zomer de nieuwe AG-Prognosetafels zijn gepubliceerd heeft het fonds besloten deze vooralsnog onverkort en met ongewijzigde leeftijdscorrecties toe te passen. In 2011 zal nader onderzoek plaatsvinden naar ervaringssterfte, waarbij het fonds alsdan een besluit zal nemen over een eventuele aanvullende verfijning van de te hanteren overlevingstafels. Reden hiertoe is de diversiteit van de populatie van het pensioenfonds, waardoor het bestuur meer tijd nodig heeft om tot een deugdelijke beslissing te komen over de te hanteren ervaringssterfte. In 2010 heeft het pensioenfonds besloten het uitbestedingscontract met TKP voor vijf jaar te gaan verlengen, waarbij de flexibiliteit wordt benoemd om in de nabije toekomst samenwerkingsverbanden met andere pensioenfondsen aan te kunnen gaan. De verlenging is ingegaan op 1 januari Omdat in het jaarverslag diverse vaktechnische begrippen gebruikt worden, is als bijlage een begrippenlijst opgenomen. Breda, 29 april 2011 Mw mr. Y.M.M. den Bakker, voorzitter 8

10 2. Algemene informatie 2.1 Juridische structuur Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland is statutair gevestigd te Breda en opgericht op 17 augustus Het pensioenfonds is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer Doelstelling Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland heeft ten doel om binnen de grenzen van zijn middelen de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het fonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers is onvoorwaardelijk. Op de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen wordt voorwaardelijk toeslag verleend. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is: er wordt jaarlijks bepaald of en in hoeverre toeslagverlening kan plaatsvinden. Het fonds draagt zorg voor duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden. Het fonds heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, toeslagverlening, beleggingen en communicatie om de genoemde doelstellingen te bereiken. Dit beleid is vastgelegd in diverse documenten, waarvan de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) het belangrijkste is. De ABTN is in 2010 een aantal malen door het bestuur besproken en aangepast. Naar verwachting zal de ABTN in het voorjaar van 2011 worden vastgesteld. 9

11 2.3 Personalia Bestuur Benoemd namens de werkgever: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot mw. Y.M.M. den Bakker voorzitter G.J.B. Bas vice-voorzitter mw. H. Damhuis lid V.P. Evers lid R.R. Otte lid E.X. Rodriguez Maldonado lid K.J. Veenhuis lid J.P.G. Vissers lid De werkgeversvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar. De aangesloten onderneming die een bestuurslid heeft benoemd, is tevens bevoegd dit bestuurslid te ontslaan vóór afloop van de zittingsperiode. Benoemd namens de deelnemers: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot A.A. van den Aarssen vice-secretaris D.L. Coupar lid T.H.M. Kruijs secretaris M. Kruize lid T.A. Sardar lid D. van Unnik lid De werknemersvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar. Een door de deelnemers gekozen bestuurslid wordt ontslag verleend op het moment dat hij niet langer deelnemer (werknemer met een arbeidsovereenkomst bij een van de aangesloten ondernemingen van General Electric) is. Het aftredende bestuurslid kan zich terstond herkiesbaar stellen. 10

12 Pensioendirecteur C. Verbeek Beleggingscommissie A.A. van den Aarssen (tot 1 januari 2011) G.J.B. Bas (tot ) V.P. Evers T. Sardar D. van Unnik K.J. Veenhuis C. Verbeek Compliance officer P. Elion Verantwoordingsorgaan Namens de werkgever: D. de Kruijk Namens de actieve deelnemers: M. van de Ven Namens de pensioengerechtigden: vacature Pensioenadministratie TKP Pensioen BV Vermogensbeheerders GE Asset Management Limited, Londen/Stamford, USA Delta Lloyd Bank NV, Amsterdam (Pensioenspaarregelingen) Custodian State Street Corporation Herverzekering Swiss Re, Amstelveen Certificeerders KPMG, externe accountant Aon Hewitt, externe actuaris Visitatiecommissie Drs. G.E. van de Kuilen, financieel / economisch E.J.M. Missotten, algemeen / bestuurlijk Mr. J.R. Steinhauser, juridisch / communicatie 11

13 3. Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een belangrijke maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds. Het geeft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen weer. De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de marktrente. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds gedurende het jaar wordt hieronder weergegeven Dekkingsgraad 1 januari 116,5% 89,4% Effect premies 2,1% 5,8% Effect toeslagverlening 0,0% 0,1% Effect beleggingsresultaat 7,8% 12,1% Effect rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen -17,1% 13,1% Effect kanssystemen -0,2% 1,4% Effect aanpassing levensverwachting - 5,5% - 2,7% Effect overige oorzaken 0,1% - 2,7% Dekkingsgraad 31 december 103,7% 116,5% Effect premies In 2010 is geen sprake geweest van aanvullende vermogensdotaties. Vanwege de solvabiliteitsopslag in de premie, draagt de premie positief bij aan de ontwikkeling van de dekkingsgraad. Effect beleggingsresultaat Het rendement op de beleggingen was positief en droeg daarom positief bij aan de dekkingsgraad. In paragraaf 4.2 (resultaat beleggingen) wordt dit nader toegelicht. Rentetermijnstructuur De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde met behulp van de rentetermijnstructuur. De rentetermijnstructuur is variabel. Iedere maand wordt deze door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerd. Een lagere rentetermijnstructuur betekent een hogere voorziening en vice versa. De daling van de rentetermijnstructuur leidde in 2010 tot een stijging van de voorziening. Dit had een negatief effect op de dekkingsgraad. De hierna volgende tabel geeft het verloop van de dekkingsgraad over de laatste drie jaar weer. Ter illustratie zijn daarbij ook het behaalde beleggingsrendement en de gemiddelde rente behorende bij de gemiddelde looptijd van de verplichtingen vermeld: 12

14 Dekkingsgraad 103,7% 116,5% 89,4% Beleggingsrendement 7,15% 15,0% -17,1% Gemiddelde rente 3,4% 3,9% 3,6% Effect kanssystemen Aan het vaststellen van de technische voorzieningen liggen statistieken ten grondslag. De belangrijkste betreffen overlevingskansen en arbeidsongeschiktheid. Aanpassing levensverwachting Op 30 augustus 2010 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) de Prognosetafel gepubliceerd. Eind 2009 had het fonds op de informatie die toen beschikbaar was al een verzwaring van 3% meegenomen op de voorziening verplichtingen. Concreet betekent de nieuwe AG-Prognosetafel een verdere verhoging van de levensverwachting. Nadat in de zomer de nieuwe AG-Prognosetafel is gepubliceerd, heeft het fonds besloten deze vooralsnog onverkort en met ongewijzigde leeftijdscorrecties toe te passen. In 2011 zal nader onderzoek plaatsvinden naar ervaringssterfte, waarbij het fonds alsdan een besluit zal nemen over een eventuele aanvullende verfijning van de te hanteren sterftetafels. Ontwikkelingen herstelplan In 2009 is de dekkingsgraad gestegen van 89,4% naar 116,5%. Vanaf mei 2009 tot en met april 2010 bevond de dekkingsgraad zich permanent boven de minimaal vereiste dekkingsgraad. De dekkingsgraad is in mei 2010 voor het eerst weer onder de minimaal vereiste dekkingsgraad gedaald en bedroeg op 31 mei ,6%. In juni is de dekkingsgraad licht gestegen naar 99,3%. Hiermee bevond de dekkingsgraad zich over een periode van achttien maanden uitsluitend twee maanden onder het niveau van de berekende lijn in het herstelplan. De daling in het tweede kwartaal van 2010 is veroorzaakt door de daling van de rente. In juli 2010 was er een opleving van de dekkingsgraad naar 105,2% en bevond de dekkingsgraad zich boven de berekende lijn van het herstelplan. In augustus 2010 daarentegen is de dekkingsgraad eenmalig zo laag geweest (85% op basis van de oude tafels) dat - op basis van de huidige herstelmaatregelen met toepassing van de nieuwe AG-tafelsherstel binnen 5 jaar niet uit extrapolatie van het dekkingsgraadsjabloon naar voren kwam. Het bestuur heeft besproken welke aanvullende maatregelen eventueel genomen konden worden mocht de rente en daarmee de dekkingsgraad zo historisch laag blijven. Vastgesteld is dat bij aanhoudende lage rente eerst met de werkgevers overlegd zou worden over aanvullende stortingen. Uitdrukkelijk is in het bestuur vastgesteld dat korting van de pensioenrechten als sturingselement (nog) niet aan de orde is. Ook is besproken dat het bestuur de dekkingsgraad in de maanden daarna nauwkeurig blijft monitoren en dat bij te weinig herstel het overleg met de werkgevers over aanvullende maatregelen opgestart zou worden. In de maanden september, oktober en november 2010 is de dekkingsgraad weer substantieel gestegen, zodat dit overleg niet nodig was. Alleen het verlengen van het kortetermijnherstelplan van drie naar vijf jaar lijkt sinds september 2010 afdoende. 13

15 Impact herstelplan Het jaar 2010 stond in het teken van het herstelplan in relatie tot het daadwerkelijk herstel. Bij aanvang van het jaar 2010 was de dekkingsgraad hoger dan 102%. Door de dalende rentes is de dekkingsgraad in de loop van 2010 weer fors gaan dalen. Het daadwerkelijk herstel begon achter te raken op het herstel volgens het herstelplan. Op basis van de gegevens van eind november 2010, waarbij de nieuwe prognosetafels zijn gehanteerd, was herstel naar het minimaal vereiste vermogen binnen drie jaar bij eenvoudige extrapolatie niet te voorzien. In het najaar van 2010 is daarom ook het besluit genomen om pro-forma de termijn van het kortetermijnherstelplan te verlengen naar vijf jaar. In februari 2011 is dit besluit bekrachtigd. Op basis van de dekkingsgraad (103,7%) was dit strikt gezien niet meer noodzakelijk. Toch heeft het bestuur tot verlenging besloten om te voorkomen dat eind 2011 ongewild aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Het initiële herstelplan ziet erop toe dat de dekkingsgraad per eind 2013 (einde van de verlengde kortetermijnherstelperiode) minimaal gelijk is aan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen en dat deze per eind 2023 (einde langetermijnherstelperiode) minimaal gelijk is aan de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen. Door het bestuur is begin 2011 de jaarlijkse evaluatie van het herstelplan uitgevoerd. Deze evaluatie heeft naast de verlenging van het kortetermijnherstelplan van drie naar vijf jaar - niet geleid tot bijstelling van de uitgangspunten van het aangepaste herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet het aangepaste herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen. In het herstelplan wordt voor eind 2010 een dekkingsgraad verwacht van 107,2%. De werkelijke dekkingsgraad ultimo 2010 bedraagt 103,7%. Het pensioenfonds loopt daarmee achter op het verwachte herstelplan zoals geformuleerd in het herstelplan. In onderstaand overzicht worden de verwachte en werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad weergegeven. Verwacht (in %) Werkelijk (in %) Dekkingsgraad per 31 december ,5 116,5 Premie 6,4 2,1 Sturingsmiddeleverlening Toeslag- -2,7 0,0 Beleggingen 2,4 7,8 Rentetermijnstructuur 0,0-17,1 Overige Effect van uitkeringen, kosten, kanssystemen en waardeoverdachten. 0,6-0,1 Subtotaal 107,2 109,2 Aanpassing levensverwachting (prognosetafel) 0,0-5,5 Dekkingsgraad per 31 december ,2 103,7 Uit bovengenoemd overzicht blijkt dat de lagere dekkingsgraad eind 2010 ten opzichte van het herstelplan voornamelijk wordt veroorzaakt door de gedaalde rente en de toegenomen levensverwachting. 14

16 3.2 Beleid en beleidskeuzes Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, beleggingen en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenovereenkomst zoals die overeengekomen is met de CAO-partijen Toeslagbeleid Het bestuur heeft in 2010 besloten de ingegane pensioenen en de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers per 1 januari 2011 niet aan te passen aan de consumentenprijsindex. Het bestuur heeft dit besluit genomen omdat de financiële positie van het fonds deze toeslagverlening niet toeliet. Dit besluit is in overeenstemming met de uitgangspunten van het pensioenreglement, zoals hierna beschreven en de richtlijnen van DNB. Het bestuur kan in de toekomst beslissen een inhaaltoeslag toe te passen om de gemiste toeslag van 1 januari 2011 alsnog aan gewezen deelnemers en pensioengerechtigden te verlenen. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden jaarlijks onvoorwaardelijk aangepast aan de ontwikkeling van de CBS-CAO-lonen. Per 1 januari 2011 is op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers een toeslag verleend van 0,8%. 15

17 3.2.2 Financieringsbeleid Financieringssysteem en ABTN Voor het premie- en toeslagbeleid is een aantal vermogensposities van belang. De volgende grenzen worden onderscheiden: - minimaal vereist vermogen: de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen is gelijk aan 104,5% van de voorziening pensioenverplichtingen; - vereist vermogen: het vereist vermogen is het vermogen dat nodig is om te bewerkstelligen dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een jaar het eigen vermogen negatief wordt. De dekkingsgraad behorend bij het vereist vermogen bedraagt ultimo ,2%; - gewenst vermogen: het gewenst vermogen is het vermogen dat boven de voorziening pensioenverplichtingen nodig is om de toeslagambitie op de lange termijn na te kunnen komen. De dekkingsgraad behorend bij het gewenst vermogen bedraagt ultimo ,0%. Indien de vermogenspositie van de stichting lager is dan het minimum vereist eigen vermogen, kunnen de aangesloten ondernemingen een aanvullende vermogensdotatie doen om de dekkingsgraad op het minimum vereist eigen vermogen te brengen. Een aanvullende vermogensdotatie wordt uiterlijk binnen een maand na de vaststelling van de jaarrekening door het bestuur vastgesteld, gehoord de actuaris van de stichting. De aangesloten ondernemingen kunnen de vastgestelde aanvullende vermogensdotatie over een periode van maximaal drie jaar aan de stichting voldoen, waarbij elk kwartaal een evenredig deel van de dotatie wordt voldaan. De stichting kan een kortere termijn dan drie jaar vaststellen indien overeengekomen met de aangesloten ondernemingen. Op basis van het huidige premiebeleid en de uitkomsten van het herstelplan is het vooralsnog niet nodig om een extra premie te vragen aan de werkgever. De huidige sturingsmiddelen zijn krachtig genoeg om het herstel in de daarvoor gegeven tijd te bewerkstelligen. De dekkingsgraad van het fonds is in 2008 gedaald tot onder het minimaal vereist vermogen. In 2009 is een herstelplan ingediend. In het herstelplan is opgenomen dat conform de uitvoeringsovereenkomst de verschuldigde premie verhoogd kan worden in geval van een dekkings- of reservetekort. Uit de berekeningen blijkt dat een verhoging van de premie niet noodzakelijk is. Het pensioenfonds maakt gebruik van de mogelijkheid om voor het kortetermijnherstel een termijn van vijf jaar te hanteren. De door het pensioenfonds te ontvangen premie wordt actuarieel berekend op individuele basis. Uitgangspunt daarbij is dat de opgebouwde rechten steeds zijn afgefinancierd. De verhoging van de aanspraken als gevolg van toeslagverlening wordt afgefinancierd door middel van koopsommen. Naast deze premie worden voor de dekking van de partnerpensioenen op risicobasis en de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen risicopremies voldaan. Tevens bevat de premie een solvabiliteitsopslag welke bestemd is voor het herstellen c.q. op peil houden van de dekkingsgraad. 16

18 De feitelijke premie in 2010 is gelijk aan de kostendekkende premie. De kostendekkende premie over 2010 bedraagt 13,9 miljoen (2009: 15,9 miljoen). De feitelijk te ontvangen premie bedraagt in 2010 ook 13,9 miljoen (2009: 15,9 miljoen). De feitelijke premie is bepaald volgens de individuele methode op basis van de rentetermijnstructuur Financieel Toetsingskader, zoals deze wordt gepubliceerd door DNB. De kostendekkende premie, met uitzondering van de toeslagverlening van de actieve deelnemers per 1 januari 2011, wordt berekend met de rentetermijnstructuur van 31 december Premies Voor 2010 golden de volgende drempelwaarden: pensioenpremie: wordt individueel bepaald voor de pensioenopbouw in 2010 over het salaris onder aftrek van de franchise ( ). premie WIA-excedent: 2,75% van de verzekerde uitkering. Exitbepaling in de uitvoeringsovereenkomst Indien en nadat een onderneming al dan niet als gevolg van een overdracht de status van aangesloten onderneming verliest, is deze onderneming aan het fonds een eenmalige bijdrage verschuldigd ter dekking van de lasten inzake toekomstige toeslagverlening aan de gewezen deelnemers die op het moment waarop de onderneming niet langer kan worden aangemerkt als aangesloten onderneming, in dienst zijn van deze onderneming. De bijdrage wordt vastgesteld op basis van het aantal gewezen deelnemers als bedoeld in de vorige volzin. De berekeningsgrondslagen van de verschuldigde bijdrage en de aannames die bij de vaststelling van de bijdrage zullen worden gehanteerd zijn: - Met de fondsgrondslagen van het laatstvastgestelde jaarwerk - Met het actieve deelnemersbestand van het laatstvastgestelde jaarwerk - Indexatieverwachting op 2% per jaar - Excassokosten 2% - Solvabiliteitsopslag van het laatstvastgestelde jaarwerk - Korting vanwege toekomstige uitgaande individuele waardeoverdrachten 10%* Koopsom Toekomstige indexatie = ((VPV op (RTS-2%))-(VPV op RTS))*102%*(1+solvabiliteitsopslag)*90% * Deelnemers kunnen nadat de onderneming is uitgetreden op individuele basis daarna nogmaals van werkgever verwisselen. Op dat moment is een uitgaande waardeoverdracht mogelijk en komt voor die persoon de jaarlijkse indexatie binnen het pensioenfonds te vervallen. De exitbepaling is in 2010 nog niet daadwerkelijk toegepast Beleggingsbeleid De beleggingscommissie heeft gedurende het jaar 2010 bijzondere aandacht gehad voor een drietal belangrijke onderwerpen: 17

19 1. Het herschrijven van de Statement of Investment Principles (SIP) waarbij de doelstellingen en het te volgen strategisch beleggingsbeleid in detail werden beschreven. De nieuwe SIP werd door het Bestuur in september 2010 goedgekeurd. 2. Een belangrijk onderdeel van het beleggingsbeleid is het zoeken naar een goede efficiënte oplossing voor de rentemismatch die kan ontstaan in de looptijd tussen de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds en het belegd vermogen. Naast het kiezen van een oplossing voor de toekomst om dit renterisico af te dekken werd een markt-analyse (kosten/service) gemaakt van verschillende asset managers. Het Bestuur heeft besloten om dit renterisico af te dekken met een portefeuille van individuele zakelijke waarden waarbij de looptijd van de verschillende lijnen zo goed mogelijk moet worden gematcht met de pensioenverplichtingen volgens de geldende leeftijdskorven. GEAM werd begin 2011 door het Bestuur aangeduid om deze activiteiten uit te voeren. Ook zal voor deze operatie een rechtstreeks contract worden afgesloten met een Custodian in Nederland. 3. Een audit van GEAM, de huidige asset manager. Aon Hewitt Consultants maakte medio 2010 een analyse van GEAM. De bedoeling was om te valideren of GEAM naar de toekomst toe als asset manager voor het fonds behouden kan blijven. Ondanks het feit dat gewezen werd op een aantal gebreken bevestigde Aon Hewitt dat GEAM een gemiddelde score heeft. Op basis van deze resultaten en na een gesprek met GEAM, waar gewezen werd op de punten die op korte en middellange termijn moeten verbeteren, heeft het bestuur beslist om voor het jaar 2011 GEAM aan te houden en opnieuw eind 2011 tot een evaluatie over te gaan. Strategisch beleggingsbeleid Inzake het strategisch beheer heeft het bestuur de beslissing genomen dat ondanks het feit dat de pensioenverplichtingen zich situeren op langere termijn, de wil bestaat de risico s te beperken (met speciale aandacht voor afdekken van het renterisico) en te streven naar stabiele pensioenpremies. De eerste en belangrijkste investeringsdoelstelling van het fonds is het betalen van de nominale pensioenverplichtingen. Als tweede doelstelling wordt er naar gestreefd dat de minimaal vereiste dekkingsgraad wordt bereikt. Bovendien: Geen tactische vermogensallocatie, alleen natuurlijk verloop; Geen valutarisico voor de belangrijkste valuta. 18

20 Het strategisch assetmanagement beleid wordt als volgt concreet ingevuld: Doel Minimum Maximum Matching portfolio Government bonds (Euro) 35% 30% 50% Investment Grade Senior Credits 15% 0% 20% (Euro) Return portfolio Developed Markets Equity 47% 40% 50% Emerging Markets Equity 3% 0% 10% Cash 0% 0% 2% Bovendien wordt de volgende rebalancingpolitiek aangehouden: Funding ratio < MVEV Buy-and-hold, echter de nieuwe geïnde premies worden geïnvesteerd in de 50% Matching portfolio en 50% in the Return portfolio MVEV VEV Constante mix van 50% Matching portfolio en 50% Return portfolio. Nieuwe premies worden geïnvesteerd in de ondergewaardeerde categorie. Indien nodig worden buy and sell transacties uitgevoerd om de constante mix te bereiken. > VEV Indien de Matching portfolio = pensioenverplichtingen kan het bestuur beslissen om een strategie in te voeren om de financiersgraad te beschermen tegen dalingen dit op basis van opties of een verzekering. Begin 2008 heeft Hewitt Consultants een ALM-studie uitgevoerd. De uitkomsten van de studie ondersteunen de gekozen asset mix (50% aandelen, 50% vastrentende waarden). Gezien de toestand op de financiële markten, werd de ALM-studie eind 2008, op verzoek van het bestuur, opnieuw door Hewitt uitgevoerd. Wederom bleek de studie de gekozen beleggingsstrategie te ondersteunen. Het bestuur gaf begin 2011 goedkeuring om een nieuwe ALM studie door Hewitt te laten uitvoeren. Tegen eind mei 2011 zullen de resultaten beschikbaar zijn. Hierbij zal er aandacht zijn voor de gewijzigde Statement of Investment principles (SIP) die eind 2010 door het Bestuur werd goedgekeurd. 3.3 Risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). Onderstaand wordt een nadere toelichting gegeven op de voornaamste risico s die door het bestuur zijn onderkend, alsmede op het beleid van het bestuur voor het mitigeren van deze risico s. Solvabiliteitsrisico Een belangrijk risico is dat een fonds niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen na te kunnen komen, ook wel het solvabiliteitsrisico genoemd. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, zal het pensioenfonds de premie verhogen en is er geen of 19

21 minder ruimte voor toeslagverlening. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen (afstempelen). De solvabiliteit van een pensioenfonds wordt gemeten op basis van de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds. De dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds, het betreft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad kan wijzigen door talrijke invloeden, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen, de toegenomen levensverwachting en de ontwikkeling van de marktrente. Beleggingsrisico s De belangrijkste beleggingsrisico s betreffen het markt-, krediet- en liquiditeitsrisico. Het marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. Marktrisico wordt gelopen op de verschillende beleggingsmarkten waarin het pensioenfonds op basis van het vastgestelde ALM-beleid actief is. Het marktrisico wordt beheerst doordat met de externe vermogensbeheerders duidelijke beleggingsmandaten zijn overeengekomen, waarin specifieke randvoorwaarden zijn opgenomen, bijvoorbeeld betreffende de kwaliteit van de effecten waarin wordt belegd. De beleggingsmandaten worden goedgekeurd door het bestuur en periodiek geëvalueerd en eventueel aangepast. Het bestuur beseft de impact van de beleggingsrisico s. In 2010 zijn de uitgangpunten vastgelegd in het strategisch beleggingsplan. Renterisico (duration-mismatch) Het renterisico is het risico dat de waarde van de portefeuille vastrentende waarden en de waarde van de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van fluctuaties in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. Dit is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde duration-mismatch. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen, met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het strategisch beleggingsplan 2010 voorziet in het afdekking van het renterisico. Vanaf 2011 zal het afdekken van het renterisico gefaseerd worden ingevoerd. Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden. Ten aanzien van beleggingen in vreemde valuta zijn door het bestuur aan de vermogensbeheerders beperkingen opgelegd. Het fonds heeft het valutarisico voor aandelen nog niet afgedekt. In het beleggingsplan 2010 is opgenomen om het valutarisico zo veel mogelijk te beperken voorzover dit praktisch mogelijk is. De implementatie van het valutabeleid vindt plaats in Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen waardewijzigingen plaatsvinden. Dit wordt veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Wijzigingen in marktomstandigheden 20

22 hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Door spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) wordt het prijsrisico gedempt. De risico s nemen toe wanneer gebruik gemaakt wordt van geschreven optieposities, indien belegd wordt met geleend geld of indien waardepapieren worden verkocht die het fonds niet bezit (short selling). Het beleggingsbeleid van het fonds sluit het beleggen met geleend geld in principe uit, evenals het verkopen van waardepapieren die het fonds niet bezit. Evenmin staat het beleggingsbeleid het gebruik van derivaten toe, tenzij hiervoor specifiek van het bestuur schriftelijke goedkeuring is verkregen en dit gebruik tevens leidt tot afdekking van risicoposities. Kredietrisico Kredietrisico is het risico op financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Dit risico wordt ook wel aangeduid als debiteurenrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt ondermeer beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de effectenuitgevende instellingen. Met name de door beleggers gemaakte inschatting van de waarschijnlijkheid van het tijdig voldoen van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur is hierbij bepalend. Ter beperking van het kredietrisico gelden binnen het fonds restricties voor de samenstelling van de vastrentende portefeuilles met betrekking tot geografische spreiding (alleen OECD landen zijn toegestaan), verdeling over verschillende debiteurencategorieën, de minimale kwaliteit van de debiteur ( rating door rating agencies ) en de omvang van de beleggingen per debiteur. Concentratierisico Concentratierisico kan optreden als gevolg van het ontbreken van een adequate spreiding van activa en passiva, bijvoorbeeld bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Het concentratierisico wordt onderzocht in de ALM-studie, waarbij beleggingscategorieën met elkaar worden gecombineerd om tot een strategische beleggingsmix te komen. Om de concentratierisico s te beheersen, is de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds in hoge mate gediversifieerd. De custodian, State Street Corporation, rapporteert eventuele concentraties die desondanks ontstaan door combinaties van diverse vermogensbeheerders. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door in het beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Verzekeringstechnische risico s Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. In de actuariële analyse worden de afwijkingen geanalyseerd. Gezien de omvang van het fonds wordt het verzekeringstechnisch risico 21

23 gedeeltelijk herverzekerd. De belangrijkste actuariële risico s zijn het langlevenrisico, het overlijdensrisico (kortleven) en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen mogelijk niet voor de uitkering van de pensioenverplichting aan deze langer levende deelnemers. Vooruitlopend op de nieuwe AG Prognosetafel heeft het bestuur eind 2009 besloten om de technische voorziening met 3% te verhogen. Deze verhoging was gebaseerd op de in 2008 gepubliceerde overlevingtafel van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op 30 augustus 2010 heeft het Actuarieel Genootschap de nieuwe prognosetafel gepubliceerd. Eveneens heeft het AG geadviseerd om ervaringssterfte (onder- of oversterfte ten opzichte van de gehele bevolking) niet langer middels leeftijdsterugstellingen in de prognosetafels te verwerken, maar volgens een leeftijdsafhankelijke correctiefactor. Na advies te hebben ingewonnen van Aon Hewitt, heeft het bestuur vervolgens besloten de pensioenverplichtingen te waarderen volgens de nieuwe prognosetafels waarbij vooralsnog de leeftijdcorrecties zijn gehandhaafd t.w. -3 jaar voor mannen en -1 jaar voor vrouwen. In 2011 zal nader onderzoek naar ervaringssterfte worden gedaan. De technische voorziening was zodoende aan het eind van 2009 gebaseerd op de prognosetafel van het Actuarieel Genootschap verhoogd met een opslag van 3% en aan het eind van 2010 op basis van de AG-prognosetafel Het totale effect op de technische voorziening van de aangepaste prognosetafels bedraagt ruim 8% (inclusief de opslag van 3%). Overlijdensrisico Het overlijdensrisico houdt in dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk eerder dan verwacht een nabestaandenpensioen moet toekennen, waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. 22

24 Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het pensioenfonds meer voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en voor het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen dan was verwacht op basis van de gemiddelden. Gezien de omvang en het draagvlak van het pensioenfonds worden de overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico s voortvloeiende uit de aangaande pensioenverplichtingen herverzekerd. Het betreft een excedent-herverzekeringscontract in combinatie met een stoploss herverzekering. Met de excedent-herverzekering wordt het individuele risico boven een bepaalde grens verzekerd (dekking tegen hoge risico s). De stop-loss herverzekering dekt de situatie dat er meer schadegevallen zijn gedurende een bepaalde periode ten opzichte van de verwachting. Toeslagrisico Het bestuur van het pensioenfonds heeft de ambitie toeslagen op de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken te verlenen. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen van de rente, het rendement, de looninflatie en de demografie, alsmede de financiële positie van het fonds. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat toeslagverlening op de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken voorwaardelijk is en afhankelijk van de hiervoor genoemde ontwikkelingen. Deze voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit de premie. Op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers wordt jaarlijks onvoorwaardelijk toeslag verleend, welke wordt gefinancierd uit de premie. Niet-financiële risico s Naast financiële risico s loopt het pensioenfonds ook niet-financiële risico s die het behalen van de doelstellingen kunnen bedreigen. Deze risico s kunnen uiteindelijk ook een financiële impact hebben. De belangrijkste niet-financiële risico s zijn het operationeel risico, het uitbestedingsrisico en het systeemrisico. Operationeel risico Operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer, bestuursondersteuning en de integrale advisering van het pensioenfonds inzake het beleid op communicatie-, juridisch, fiscaal, actuarieel en beleggingsterrein. Dit heeft betrekking op de continuïteit, integriteit en kwaliteit van de dienstverlening. Het pensioenfonds heeft de genoemde werkzaamheden uitbesteed. Uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico is het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden, dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel worden geschaad. Het uitbestedingsrisico wordt gemitigeerd door de afspraken (kwaliteitseisen) in de uitvoeringsovereenkomst en de daaraan verbonden Service Level Agreement (SLA). Monitoring van de uitvoering door het bestuur vindt plaats op basis van de periodieke rapportages van TKP over de uitgevoerde werkzaamheden. Tevens ontvangt het pensioenfonds van TKP een ISAE 3402 type II-rapport. Over het jaar 2010 is het SAS 70 type II-rapport vervangen door het uitgebreidere ISAE 3402 type II-rapport. Het ISAE-rapport is ten opzichte van het SAS70-rapport uitgebreid met het proces monitoring uitbesteding van 23

25 activiteiten die worden uitgevoerd door derden voor TKP. Deze rapportage geeft inzicht in de wijze van beheersing van de operationele risico s en geeft aan of de uitvoerder in control is. PricewaterhouseCoopers Accountants NV certificeert de ISAE 3402-rapportage. De strekking van de accountantsmededeling is dat de interne beheersing van TKP op 31 december 2010 voldoet aan de daaraan te stellen eisen: de beschreven en aanwezige beheersmaatregelen zijn toereikend om te controledoelstellingen te bereiken. Tevens wordt verklaard dat in de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 de beheersmaatregelen voldoende effectief hebben gefunctioneerd. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan GE Asset Management (GEAM) en Delta Lloyd Bank NV. GEAM heeft State Street Corporation aangesteld als custodian. Met de vermogensbeheerders zijn overeenkomsten gesloten waarin onder meer de beleggingsrichtlijnen en de overeengekomen rapportages zijn vastgelegd. De afspraken zijn opgenomen in een SLA. Het pensioenfonds heeft over de periode 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2010 een SAS 70 type II rapport van State Street Corporation ontvangen. Het rapport is door een externe accountant gecertificeerd. Over de periode 1 oktober 2010 tot en met 31 december 2010 is door State Street Corporation een confirmation letter verstrekt aan het bestuur van het pensioenfonds. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Het bestuur is zich bewust van de risico s die het pensioenfonds loopt en besteedt in toenemende mate aandacht aan risicobeleid en beheersing en zal deze lijn in 2011 voortzetten. Voor een nadere toelichting op de risico s en het beheersingsbeleid wordt verwezen naar de risicoparagraaf in de jaarrekening (paragraaf ). 24

26 4. Beleggingen 4.1 Marktontwikkelingen Marktontwikkelingen Het jaar 2010 stond voor beleggers vooral in het teken van de schuldenproblematiek van Europese landen en de invloed daarvan op het bankwezen en de wereldwijde economische groei. Een omvangrijk reddingspakket van de Europese Unie en steunmaatregelen van de Europese Centrale Bank waren begin mei nodig om acute financieringsproblemen van Griekenland te voorkomen. Het wantrouwen van beleggers ten aanzien van andere landen werd daarmee echter niet weggenomen. De rente op staatsobligaties uitgegeven door onder andere Ierland, Portugal en Spanje steeg enorm. Staatsobligaties van de meest kredietwaardige landen in het eurogebied, zoals Nederland en Duitsland, werden daarentegen beschouwd als een veilige haven. Hierdoor daalde de lange rente in deze landen sterk. De lange swaprente (30 jaar) daalde van 4,0% eind 2009 tot een tijdelijk dieptepunt van 2,6% eind augustus Op dat moment was de onrust onder beleggers over de Europese schuldencrisis en de angst voor een nieuwe economische recessie groot. Uiteindelijk eindigde de lange swaprente (30 jaar) op 3,5%. De economische groei bleef in 2010 gematigd. Halverwege het jaar nam door zwakke economische cijfers uit de Verenigde Staten (vooral de arbeidsmarkt) de angst van beleggers op een nieuwe economische recessie en een deflatiescenario nog toe. Hoewel door meevallende economische cijfers later in het jaar dit negatieve scenario weer wat naar de achtergrond verdween, bleven de algemene economische verwachtingen voor de Amerikaanse economische groei zwak. In Europa waren de economische verschillen groot. Vooral de Duitse economie verraste positief, geholpen door een sterke exportgroei. Van landen met grote overheidsschulden bleven de economische groeiverwachtingen, mede door noodzakelijke overheidsbezuinigingen, laag. Ondanks deze belangrijke economische ontwikkelingen, was 2010 een positief beursjaar. De wereldwijde aandelenindex steeg ruim 20% in euro s. Wel waren de tussentijdse uitslagen groot. Bedrijfsresultaten waren positief. Vooral Amerikaanse bedrijven hebben de economische crisis aangepakt door drastisch in kosten te snijden, waardoor de arbeidsproductiviteit en winst op peil bleven. De hoogste rendementen werden behaald in opkomende landen. De economische groei bleef in opkomende landen hoog, terwijl deze landen minder last hebben gehad van de kredietcrisis door de beperkte rol van het bankwezen binnen de economie. De hoge overheidsschulden in Europese landen leidden op de valutamarkt in 2010 tot een daling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar van ruim 7%. Tegelijkertijd was ook het beleid van de Amerikaanse en Japanse autoriteiten om te proberen hun munt laag te houden. De spanning met China over de goedkope Chinese munt, waardoor zij een concurrentievoordeel hebben op de exportmarkt, speelde hierbij ook een rol. Het pensioenfonds belegde, voor wat betreft de zakelijke waardenportefeuille, ook in 2010, in het collectieve GEAM Fixed Income Beleggingsfonds. In deze portefeuille zijn eveneens een aantal Pigs landen vertegenwoordigd. Het Bestuur is zich bewust van deze risico s bij het beleggen in deze landen. 25

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Jaarverslag 2009 Stichting GE Pension NL 2007

Jaarverslag 2009 Stichting GE Pension NL 2007 Jaarverslag 2009 Stichting GE Pension NL 2007 Datum rapport 11 juni 2010 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 582 19 90 Profielschets Stichting GE Pension NL 2007 (GE Pension NL 2007)

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2016

Verkort jaarverslag 2016 Verkort jaarverslag 2016 Wat waren in 2016 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag. Naast deze bondige versie treft u ook het

Nadere informatie

Jaarverslag 2008 GE Pension NL 2007

Jaarverslag 2008 GE Pension NL 2007 Jaarverslag 2008 GE Pension NL 2007 Datum rapport 15 juni 2009 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 582 19 90 Profielschets Stichting GE Pension NL 2007 is een ondernemingspensioenfonds.

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag 2013. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Profielschets Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland is een ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregelingen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Datum rapport 17 mei 2013 Nummer/versie definitief Auteur TKP Pensioen BV Telefoon (050) 582 19 21 Profielschets Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2015

Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 Wat waren in 2015 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2015. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Datum rapport 11 mei 2012 Nummer/versie definitief Auteur TKP Pensioen BV Telefoon (050) 582 19 21 Profielschets Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Deelnemersvergadering Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Agenda Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Verantwoording en jaarverslag 2016: beleggingen en pensioenaanspraken

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018 Pensioenbijeenkomst 22 maart 2018 Programma Welkom! Het fonds - mensen en cijfers* Financiële positie en beleid* Pensioenregeling en keuzes Actualiteiten 5 minuten 15 minuten 10 minuten 5 minuten Vragen?

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Verkort jaarverslag 2010 nr 13 - januari 2009 Stichting Pensioen fonds KPN 2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Inleiding Het jaar 2010 is wederom een enerverend jaar geweest voor de pensioenwereld.

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics

Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Datum rapport 28 april 2011 Nummer/versie Definitief Inhoudsopgave Kerncijfers 3 Bestuursverslag 5 1. Woord van de voorzitter 6 2. Algemene

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie. Van het SPAN bestuur De maand mei staat in het teken van het afronden van het SPAN jaarverslag over 2012. Eind deze maand verwachten we dat het verslag wordt goedgekeurd door actuaris en accountant. Het

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 Herstelplan PME 2015 Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 1 PME Herstelplan 2015 dekkingraadsjabloon inclusief onderbouwing Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon dat deel uitmaakt

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN 22 september 2016 Beleggingsbeginselen De beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de uitgangspunten ten aanzien van beleid en uitvoering,

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 1. Inleiding Ongeveer 2.000 personen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder pensioenfonds

Nadere informatie

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal voor Stichting Pensioenfonds TNO. De uitgangspunten die ten grondslag

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012 VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN 18 JUNI 2012 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Organisatie... 2 2.1 Het fonds... 2 2.2 Organisatie... 2 2.3 Toeslagenbeleid... 3 3. Beleggingsbeleid... 4 3.1 Doel van het

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 25 juni 2015 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 26

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief?

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief? Mei 2012 Extra nieuwsbrief Waarom een extra nieuwsbrief? De positie van pensioenfondsen krijgt voortdurend veel aandacht in de media. De berichten over pensioenen zijn vaak complex en de laatste tijd nogal

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 8 september 2011 3. Jaarverslag 2011 4. Beleggingsbeleid 5. Terugblik

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het

Nadere informatie

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om 1 Jaarbericht 2011 Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag 2011. Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om kennis te nemen van de belangrijkste

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Financieel crisisplan 2015 1 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding en onderdelen financieel crisisplan... 3 1.1.1 Inleiding... 3 1.1.2 Relatie financieel crisisplan met de doelstelling

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Datum rapport 10-05-2012 Nummer/versie Definitief

Jaarverslag 2011. Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Datum rapport 10-05-2012 Nummer/versie Definitief Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Datum rapport 10-05-2012 Nummer/versie Definitief Inhoudsopgave 1. Woord van de voorzitter 6 2. Algemene informatie 8 2.1 Juridische structuur

Nadere informatie

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Ontwikkelingen 2018 & 2019 - IORP II & Bestuursmodel - Pensioenakkoord Beleggingen,

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad 57 Herverzekeringscontracten De waarde van de voorziening voor de herverzekering van het WAO-hiaat bedroeg per 31 december 2013 603 (2012: 649). Dit betreft

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Randstad heeft medio februari 2014 moeten besluiten tot het doorvoeren van een pijnlijke maatregel. Om de

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. Verkort jaarverslag 2014 In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag downloaden op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2017

Herstelplan ultimo 2017 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2017 3 juli 2018 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het Herstelplan

Nadere informatie