De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud"

Transcriptie

1 De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijk eigendom beschikken? Masterscriptie privaatrecht Inge Lok Studentnummer: Scriptiebegeleider: Mw. mr. S. de Groot juni 2014

2 Inhoudsopgave Inleiding p. 3 Hoofdstuk 1 De constructie van het eigendomsvoorbehoud 1 De overdracht van een goed p. 5 2 Het eigendomsvoorbehoud p Overdracht onder opschortende voorwaarde p Levering p Geldige titel p Beschikkingsbevoegdheid p. 7 3 Wettelijk vermoeden p. 8 4 Rechtspositie van de koper p. 8 5 Rechtspositie van de verkoper p. 9 6 Conclusie p. 10 Hoofdstuk 2 De rechtspositie van de koper en verkoper 1 Casus p Verschillende opvattingen over de rechtspositie van de koper p Koper heeft slechts een verbintenisrechtelijke aanspraak p Koper heeft een recht met goederenrechtelijke trekken p Oordeel rechtbank p Kwalificatie voorwaardelijk eigendom p Andere opties p Conclusie p. 16 Hoofdstuk 3 Het eigendomsvoorbehoud in rechtsvergelijkend perspectief 1 Uniform Commercial Code p Article 9 UCC p Rechtspositie crediteur en debiteur p Rechtspositie debiteur p Verkoop van het onderpand p PMSI op de voorraad p Rechtspositie crediteur p Faillissement van de debiteur p Toepassing van het Amerikaanse recht op het geschetste probleem p Conclusie p. 24 Conclusie p. 25 Literatuurlijst p. 28 2

3 Inleiding Het sluiten van een koopovereenkomst roept voor beide partijen een verplichting in het leven. De ene partij verplicht zich tot overdacht van de eigendom van de verkochte zaak, de ander verplicht zich tot het betalen van de koopprijs. Op deze standaard koopovereenkomst kan een uitzondering worden gemaakt. De verkoper kan een eigendomsvoorbehoud maken. Dit houdt in dat de verkoper de verkochte zaak wel moet leveren aan de koper, maar dat de overdracht van de eigendom wordt uitgesteld. 1 De eigendom van de verkochte zaak gaat uiteindelijk pas over als de koper de volledige koopprijs heeft voldaan. Omdat tot die tijd de eigendom bij de verkoper blijft kan hij zijn rechten als eigenaar blijven uitoefenen. Het eigendomsvoorbehoud wordt in het bedrijfsleven veelvuldig overeengekomen. Het voorbehoud is meestal opgenomen in de algemene voorwaarden van de verkoper. 2 De mogelijkheid van de verkoper om een eigendomsvoorbehoud overeen te komen zorgt er voor dat zijn risico s worden beperkt. Mocht hij in de toekomst onbetaald blijven dan kan hij als eigenaar de zaak revindiceren. Dit kan hij zelfs doen als de koper failliet is. 3 Ook voor de koper biedt het eigendomsvoorbehoud voordelen. Als houder van de zaak kan hij de zaak al gebruiken en met toestemming van de verkoper zelfs doorverkopen, zonder dat hij daarvoor eerst de volledige koopprijs heeft moeten voldoen. De positie die de koper en verkoper ten aanzien van de zaak hebben is niet uitputtend in een wettelijke regeling neergelegd. Toch is de positie van de verkoper vrij duidelijk. De verkoper blijft onder ontbindende voorwaarde eigenaar en bezitter van de zaak. Daarentegen bestaat er ten aanzien van de positie van de koper veel discussie. Vooral over de vraag welke goederenrechtelijke rechten de koper onder eigendomsvoorbehoud heeft bestaan verschillende opvattingen. Juridisch gezien is hij enkel houder van de geleverde zaak en kan hij niet als eigenaar beschikken over de zaak. Zonder toestemming van de verkoper mag hij de zaak bijvoorbeeld niet doorverkopen aan een derde of verwerken in een nieuwe zaak. Ook kan de koper op de zaak die hij in zijn macht heeft geen zekerheden vestigen. Echter door telkens een deel van de koopprijs aan de verkoper te voldoen vervaardigt de koper wel een steeds groter aandeel in de eigendom van de geleverde zaak. Toch mag hij pas gaan beschikken over de zaak als de laatste cent aan de verkoper is voldaan, eerder niet. In de praktijk bestaat er behoefte aan een ruimere bevoegdheid van de koper onder eigendomsvoorbehoud. Verschillende stemmen gaan op om de koper over zijn voorwaardelijke eigendom te laten beschikken. 4 Daarbij wordt in de literatuur verdedigd dat dit niet slechts een wens uit de praktijk is, maar dat dit zelfs naar huidig Nederlands recht mogelijk is. In deze scriptie zal de hiervoor omschreven discussie verder onder de loep worden genomen. De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud zal daarin centraal staan. Daarbinnen zullen twee vragen van elkaar onderscheiden moeten worden. De eerste vraag is welke rechten de koper ten aanzien van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak heeft. Wat is de aard van zijn recht voordat hij de verschuldigde prestatie heeft voldaan? 5 Is hij bijvoorbeeld bevoegd om deze zaak te verkopen aan een derde? Een tweede vraag is in hoeverre de koper al over zijn belang in de aan het eigendomsvoorbehoud onderworpen zaak kan beschikken. Ofwel, kan de koper in goedrenrechtelijke zin over zijn voorwaardelijke eigendom beschikken? Kan hij deze voorwaardelijke eigendom overdragen aan een tweede koper of daarop een pandrecht vestigen? Om een standpunt ten aanzien van het gestelde probleem in te kunnen nemen zal allereerst in hoofdstuk één een algemene beschrijving gegeven worden van de manier waarop naar Nederlands recht een goed wordt overgedragen. Met deze kennis in het achterhoofd zal vervolgens het eigendomsvoorbehoud toegelicht worden. Hierna zal de algemene opvatting over de positie van de 1 Art. 3:92 lid 1 BW 2 Reehuis 2013, p Art. 20 Fw. Het faillissement omvat alleen het vermogen van de failliet. 4 o.a. N.E.D. Faber, A.H. Scheltema, W.J.M. van Adel, F.M.J. Verstijlen. 5 Verstijlen 2007, p

4 koper en de verkoper ten aanzien van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak kort worden uiteengezet. Vervolgens zal in het tweede hoofdstuk aan de hand van een casus uit de rechtspraak verder ingezoomd worden op de rechtspositie van de koper en verkoper. Ten aanzien van de positie van de koper bestaan verschillende opvattingen. Deze zullen in dit tweede hoofdstuk beschreven worden. Daarbij zal gekeken worden welke opvatting naar Nederlands recht de juiste is. Tevens zal in dit hoofdstuk gekeken worden of er naar Nederlands recht nog andere mogelijkheden bestaan om er voor te zorgen dat de koper over de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak kan beschikken. Hierbij kan gedacht worden aan een andere inkleuring van het eigendomsvoorbehoud. Onderzocht zal worden of dit een oplossing kan zijn voor het gestelde probleem. In verschillende landen is de rechtpositie van de koper onder eigendomsvoorbehoud omvangrijker dan naar Nederlands recht het geval is. Daarom zal in hoofdstuk 3 het eigendomsvoorbehoud in rechtsvergelijkend perspectief worden geplaatst. Er zal kort besproken worden hoe in Duitsland en het Europese recht invulling wordt gegeven aan de rechtsposities van de koper en verkoper onder eigendomsvoorbehoud. Een groot deel van dit hoofdstuk zal in het teken van het Amerikaanse recht 6 staan. Naast het feit dat Amerika een belangrijke, grote speler in het handelsverkeer is worden naar Amerikaans recht aan de koper wel goederenrechtelijke rechten toegekend ten aanzien van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak. 7 Het is interessant om te onderzoeken hoe dit in het Amerikaanse wettelijke systeem is vormgegeven. Onderzocht zal worden of deze rechtsvergelijking van invloed kan zijn op de Nederlandse betekenis van het eigendomsvoorbehoud. Ten slotte zal in de conclusie antwoord worden gegeven op de vraag of naar Nederlands recht de koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijke eigendom kan beschikken. 6 Met Amerikaans recht wordt in deze scriptie het recht van de Verenigde Staten bedoeld 7 Article 9 Uniform Commercial Code 4

5 Hoofdstuk 1 De constructie van het eigendomsvoorbehoud Als er in de koopovereenkomst een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen dan vindt de overdracht van de verkochte zaak onder een opschortende voorwaarde plaats. Om de constructie van het eigendomsvoorbehoud goed te begrijpen zal in dit hoofdstuk de uitleg van het eigendomsvoorbehoud plaatsvinden aan de hand van de vereisten die de wet voor de overdracht van een goed stelt. Allereerst zal beschreven worden hoe naar Nederlands recht een goed wordt overgedragen. Vervolgens zal in paragraaf 2 het wettelijk systeem van overdracht toegepast worden op het eigendomsvoorbehoud. Aan het einde van dit hoofdstuk zal de algemene opvatting ten aanzien van de positie van de koper en verkoper aan bod komen. Daarbij zal aangegeven worden wat hun rechten ten aanzien van de verkochte zaak zijn. Ten slotte zal in de conclusie antwoord gegeven worden op het eerste gedeelte van de probleemstelling: wat zijn de rechten van de koper onder eigendomsvoorbehoud? 1 De overdracht van een goed Voor de overdracht van een goed stelt de wet in art. 3:84 lid 1 BW de volgende eisen: Het goed moet aan de verkrijger geleverd worden; Er moet sprake zijn van een geldige titel; Degene die het goed gaat leveren moet bevoegd zijn om over het goed te beschikken. Deze vereisten dienen als zelfstandige vereisten voor overdracht te worden beschouwd. 8 Hierbij dient opgemerkt te worden dat de drie vereisten voor overdracht aan elkaar gekoppeld zijn. 9 Een levering die niet krachtens een geldige titel of niet door een beschikkingsbevoegde wordt verricht is dan misschien wel geldig, de uiteindelijke overdracht is krachteloos. Voor een geslaagde overdracht moet dus op het moment van levering een geldige titel aanwezig zijn, uitgevoerd door degene die bevoegd is om over het goed te beschikken. Omdat het eigendomsvoorbehoud ziet op de overdracht zal de uitleg van het eigendomsvoorbehoud plaatsvinden aan hand van de drie vereisten die de wet voor de overdracht stelt. 2 Het eigendomsvoorbehoud Het eigendomsvoorbehoud wordt in art. 3:92 lid 1 BW als volgt omschreven: Heeft een overeenkomst de strekking dat de een (A) zich de eigendom van een zaak die in de macht van de ander (B) wordt gebracht, voorbehoudt totdat een door de ander (B) verschuldigde prestatie is voldaan, dan wordt hij (A) vermoed zich te verbinden tot overdracht van de zaak aan de ander (B) onder opschortende voorwaarde van voldoening van die prestatie. Deze bepaling ziet op het voorbehouden van eigendom van roerende zaken, niet registergoederen. 10 In het navolgende zullen daarom met betrekking tot het eigendomsvoorbehoud roerende zaken als uitgangspunt worden genomen. 2.1 Overdracht onder opschortende voorwaarde In geval van een eigendomsvoorbehoud vindt de overdracht van eigendom onder opschortende voorwaarden plaats. Dit betekent dat de overdracht van een bepaalde voorwaarde afhankelijk wordt gesteld. Partijen zijn binnen de grenzen van art. 3:92 BW vrij in het vaststellen van de ontbindende voorwaarde. Over het algemeen is de voorwaarde dat de koopprijs door de verkrijger volledig voldaan moet zijn. Pas bij het voldoen aan de voorwaarde zal de overdracht voltooid worden waarmee de eigendom van de verkoper over gaat op de koper. Het mooie van deze constructie is dat enkel door 8 Faber 2007, p Faber 2007, p Boek 3 BW titel 4 afdeling 2 5

6 vervulling van de voorwaarde de verkrijger volledig rechthebbende wordt. Ten aanzien van de overdracht hoeven er geen handelingen meer verricht te worden, omdat deze van te voren al zijn verricht. 11 De vereisten van levering, beschikkingsbevoegdheid en een geldige titel hebben in het verleden reeds hun volledige werking gehad, waardoor hun rol is uitgespeeld. 12 Daarom hoeft (later) ten tijde van vervulling van de voorwaarde niet meer te worden voldaan aan de vereisten die voor overdracht gelden. Hierna zullen in verschillende subparagraven de drie vereisten voor overdracht toegepast worden op het eigendomsvoorbehoud. Aan het einde van deze tweede paragraaf zal daarmee de constructie van het eigendomsvoorbehoud helder zijn. 2.2 Levering In paragraaf 1 is aangegeven dat overdracht en levering twee verschillende dingen zijn. Als aan de andere twee vereisten voor overdracht is voldaan dan is levering de handeling die de overdracht bewerkstelligt. 13 Overdracht is dus het rechtsgevolg van een handeling die levering heet. 14 Voor levering gelden twee vereisten: wilsovereenstemming en een leveringshandeling. 15 Met wilsovereenstemming wordt bedoeld dat degene die het goed gaat overdragen (de vervreemder) en degene die het goed krijgt overgedragen (de verkrijger) dit allebei willen. De wilsovereenstemming heeft enerzijds betrekking op het feit dat een partij zich wil verbinden, anderzijds heeft het betrekking op het verkrijgen van een recht op een prestatie. 16 Daarnaast moeten partijen hun wil aan elkaar kenbaar hebben gemaakt. 17 Er is bijvoorbeeld geen sprake van wilsovereenstemming in geval van dwaling, bedrog of misleiding Voor de levering schrijft de wet verschillende leveringshandelingen voor. De leveringshandeling is afhankelijk van de aard van het goed dat overgedragen zal worden. De wet onderscheid de volgende vier categorieën goederen: Registergoederen Roerende zaken / niet registergoederen die niet in de macht van de vervreemder zijn Tegen één of meer bepaalde uit te oefenen rechten (vorderingen op naam) Goederen die niet tot een van de drie hiervoor genoemde categorieën behoren. Voor de levering van meeste van deze goederen is een akte vereist. Voor de levering van roerende zaken die in de macht van de vervreemder zijn vereist art. 3:90 lid 1 BW dat deze worden geleverd door bezitsverschaffing of machtsverschaffing. Normaal gesproken worden roerende zaken geleverd door bezitsverschaffing. Bij een eigendomsvoorbehoud is het echter niet wenselijk om de koper bezitter te maken, hij heeft immers de koopprijs nog niet (volledig) voldaan. De prestatie van de koper staat dus nog uit. Stel dat hij deze niet na komt dan wil de eigenaar wel zijn goed terug kunnen halen. De verkoper wil daarom bewerkstelligen dat de koper het goed voor hem gaat houden. Pas als de voorwaarde wordt vervuld zal de koper van houder, bezitter worden van de zaak. De koper moet echter wel in de tussentijd over het goed kunnen beschikken. Art. 3:91 BW geeft daarom voor het eigendomsvoorbehoud een afwijkende leveringshandeling. De levering geschiedt doordat de vervreemder de verkrijger de macht over de zaak 11 Faber 2007, p. 34 en Faber 2007, p Asser/Bartels & van Mierlo 2013, p Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, p Asser/Bartels & van Mierlo 2013, p Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010, p Art. 3:33 BW 18 Art. 3:44 BW en art. 6:228 BW 19 Boek 3 BW titel 4 afdeling 2 6

7 verschaft. Machtsverschaffing houdt in dat de verkrijger als houder van de zaak aangemerkt kan worden. 20 De vraag is of door de machtsverschaffing de levering is voltooid. Hierover bestaat in de literatuur discussie. Een aantal auteurs meent dat uit art. 3:91 BW volgt dat door de koper de macht over het goed te verschaffen de levering is voltooid. 21 Naast deze opvatting wordt ook wel verdedigd dat de levering van voorwaardelijke aard is. Op deze discussie zal in hoofdstuk 2 verder worden ingegaan. 2.3 Geldige titel Met een geldige titel wordt de reden voor overdracht bedoeld. Een geldige titel wordt ook wel omschreven als de rechtsgrond voor overdracht, dat wil zeggen de rechtsverhouding die aan de overdracht ten grondslag ligt en deze rechtvaardigt. 22 De belangrijkste bron voor overdrachtstitels vormen obligatoire overeenkomsten die een verbintenis tot overdracht in het leven roepen. 23 Bij een koopovereenkomst worden er bijvoorbeeld twee verbintenissen in het leven geroepen. Eén daarvan is de verbintenis tot levering van de verkochte zaak. Deze verbintenis tot levering is de grondslag voor overdracht. Deze rechtvaardigt vervolgens dat de koper eigenaar wordt. In dit voorbeeld is de koop dus de geldige titel. In Nederland is de geldigheid van de overeenkomst afhankelijk van de geldigheid van de titel. Een overeenkomst die nietig is (omdat zij van het begin af aan ongeldig was) rechtvaardig de overdracht in beginsel niet. 24 Dit is ook het geval als een aanvankelijk geldige titel later wordt vernietigd. Als bijvoorbeeld achteraf blijkt dat er sprake is van een wilsgebrek, zoals dwaling of bedrog, dan kan de geldigheid van de titel vernietigd worden. 25 Vernietiging van de titel heeft terugwerkende kracht. Dit houdt in dat de vernietiging terug werkt tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht. 26 Doordat vernietiging terugwerkende kracht heeft is het gevolg hetzelfde als wanneer er sprake is van een rechtshandeling die van meet af aan nietig was. In beide gevallen ontbreekt een geldige titel zodat een overdracht niet tot stand komt. Als er een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen zal de titel van overdracht in de regel de verbintenis uit koop zijn. 27 Doordat er een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen is er een verbintenis tot overdracht onder opschortende voorwaarde tot stand gekomen. 28 De titel verplicht tot een overdracht, waarbij de rechtsverkrijging is opgeschort tot het tijdstip waarop de voorwaarde in vervulling gaat. Zoals in de vorige paragraaf is uiteengezet is de overdracht als handeling tot stand gekomen, maar de werking is opgeschort door aan de titel de voorwaarde te verbinden. 2.4 Beschikkingsbevoegdheid Voor de overdracht is vereist dat de levering verricht wordt door iemand die bevoegd is om over het goed te beschikken. Om te beoordelen of er sprake is van beschikkingsbevoegdheid zal er gekeken moeten worden of de persoon die het goed onder zich heeft bevoegd is om het goed te vervreemden of te bezwaren. 29 Met vervreemden wordt het overdragen van een goed bedoeld. Bezwaren is het vestigen van een beperkt recht op het goed, zoals een pand- of hypotheekrecht. De 20 Reehuis 2013, p. 14 en Reehuis 2013, p. 15 en 17. Zie ook: Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p. 526 en 527. Zie ook: Faber 2007, p. 34 en Asser/Bartels & van Mierlo 2013, p Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, p Asser/Bartels & van Mierlo 2013, p Art. 3:44 lid 1 BW 26 Art. 3:53 lid 1 BW 27 Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p Reehuis 2013, p Reehuis 2010, p. 23 7

8 beschikkingsbevoegdheid ziet dus op de goederenrechtelijke betrekking tussen een bepaald persoon en een bepaald goed. Uitgangspunt is dat de rechthebbende van een goed daartoe beschikkingsbevoegd is. In het licht van het voorgaande is het van belang om het onderscheid tussen een houder en een bezitter toe te lichten. Een bezitter wordt in de wet omschreven als degene die een goed voor zichzelf houdt. 30 Daarmee is bezit een vorm van houden. Houden betekent namelijk het uitoefenen van macht. Een houder is daarentegen degene die een goed voor een ander houdt. Van houden voor een ander is sprake wanneer degene die macht uitoefent dat doet krachtens een rechtsverhouding tot die ander. 31 Voorbeelden van een houder zijn een huurder, pachter, bruiklener, vervoerder, reparateur. Bij het eigendomsvoorbehoud spreekt de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper voor zich. Als eigenaar (en bezitter) van de zaak is hij bevoegd deze op de koper over te dragen. De verkoper moet beschikkingsbevoegd zijn op het moment dat hij de koper de macht over de zaak verschaft. Alleen dat moment is bepalend. Wat er eventueel later ten aanzien van de beschikkingsbevoegdheid gebeurt speelt geen rol meer. Door de zaak aan de koper over te dragen heeft de verkoper alles gedaan waartoe de verbintenis hem verplichtte. De eigendomsovergang is enkel nog afhankelijk van de ontbindende voorwaarde. Op het moment dat de koper aan de gestelde voorwaarde voldoet wordt er dus niet meer naar de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper gekeken. 3 Wettelijk vermoeden In het voorgaande is steeds uitgegaan van één type eigendomsvoorbehoud. Volgens de tekst van de wet zijn echter andere constructies mogelijk. In art. 3:92 lid 1 BW wordt de verkoper die het eigendomsvoorbehoud maakt vermoed zich te verbinden tot de overdracht onder opschortende voorwaarde van voldoening van de tegenprestatie. Omdat er van een wettelijk vermoeden wordt uitgegaan kunnen partijen er ook voor kiezen om het eigendomsvoorbehoud anders te construeren. 32 Partijen kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om het spiegelbeeld van art. 3:92 lid 1 BW overeen te komen. 33 Dit houdt in dat partijen in plaats van een opschortende voorwaarde, een ontbindende voorwaarde overeenkomen. De overdacht wordt dan afhankelijk gesteld van de ontbindende voorwaarde van het niet voldoen van de tegenprestatie na een bepaalde termijn, zoals de betalingsplicht. Kort gezegd gaat door levering de volledige eigendom over op de koper. De koper wordt dus bezitter van de overgedragen zaak. De ontbindende voorwaarde zorgt er echter voor dat bij het in vervulling gaan van de voorwaarde (de koper voldoet niet aan zijn betalingsplicht) de eigendom van rechtswege weer terug komt bij de verkoper. Naast dit eerste alternatief kunnen de koper en verkoper overeenkomen dat de zaak direct ten titel van houderschap aan de verkoper beschikbaar wordt gesteld. 34 De levering en daarmee de overdracht zullen dan niet eerder plaatsvinden totdat aan de gestelde voorwaarde is voldaan. Bij deze vorm van eigendomsvoorbehoud loopt de koper echter risico. Aangezien er na het voldoen van de voorwaarde nog geleverd moet worden kunnen er in de tussentijd ten aanzien van de titel en beschikkingsbevoegdheid nog problemen voordoen. Naast dit nadeel voor de koper zijn er bij deze vorm van het eigendomsvoorbehoud geen voordelen voor de verkoper te noemen. Het ligt daarom niet voor de hand dat deze tweede constructie in de praktijk veel gebruikt zal worden. Nu de constructie van het eigendomsvoorbehoud uitgebreid is toegelicht zullen in de volgende twee paragraven de rechtspositie van de koper en de verkoper kort besproken worden. 4 Rechtspositie van de koper Uit de voorgaande paragraven is duidelijk geworden dat door machtsverschaffing de koper houder van de aan hem onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak is geworden. Dit betekent dat de koper het 30 Art. 3:107 BW 31 Asser/Bartels & van Mierlo 2013, p Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, nr Reehuis 2013, p Zie noot 33 8

9 goed houdt voor de verkoper. De koper mag het goed pas voor zichzelf gaan houden als hij aan de gestelde voorwaarde heeft voldaan. Enkel het voldoen aan de voorwaarde zorgt er voor dat de eigendom op de koper zal overgaan. Dit zorgt er voor dat de positie waarin de koper zich bevindt zeer gunstig is. Zoals in paragraaf 2 al aan bod kwam zijn er na het intreden van de voorwaarde voor de overdracht geen nadere leveringshandelingen meer vereist. Hierdoor wordt de koper voor verschillende problemen behoed. Een wilswijziging van de verkoper kan de eigendomsovergang niet meer in de weg staan. De levering is immers voltooid doordat de koper de macht over het goed is verschaft. Om deze zelfde reden zal de koper ook geen hinder ondervinden als de verkoper later, bijvoorbeeld door zijn faillissement, beschikkingsonbevoegd wordt. De koper zal tevens beschermd worden in de situatie dat een derde beslag legt op het goed dat de koper in zijn macht heeft. Als de koper na de beslaglegging aan de verkoper zijn verschuldigde prestatie voldoet dan kan het beslag niet aan de koper worden tegengeworpen. 35 De overdracht onder opschortende voorwaarde zorgt er voor dat bij het intreden van de voorwaarde de zaak meteen over gaat op de koper en niet op de derde die het beslag (later) legt. 36 De koper die de zaak onder eigendomsvoorbehoud geleverd heeft gekregen is als houder in beginsel beschikkingsonbevoegd. De koper kan de eigendom van de zaak dus niet overdragen aan een ander. Ook mag de koper geen beperkt recht op het goed vestigen. Voor overdracht en bezwaring is namelijk beschikkingsbevoegdheid vereist. Aangezien er sprake is van een overeenkomst kunnen koper en verkoper van het uitgangspunt van beschikkingsonbevoegdheid afwijken. In de praktijk is dit eerder regel dan uitzondering. Dat er van het uitgangspunt van beschikkingsonbevoegdheid wordt afgeweken zie je veelal terug bij zaken die bestemd zijn voor de handel. 37 Denk hierbij bijvoorbeeld aan nieuwe auto s bij de autodealer, flessen wijn bij de groothandel en de voorraad lampen in de lampenwinkel. 38 De verkoper heeft er belang bij dat de koper dit soort zaken kan doorverhandelen. Uit de verkoopopbrengsten kan de verkoper immers betaald worden. In dit soort gevallen wordt overeengekomen dat de koper in de normale uitoefening van zijn bedrijf bevoegd is de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken door te verkopen. De toestemming voor vervreemding zal vaak, net als het eigendomsvoorbehoud, zijn opgenomen in de algemene voorwaarden van de verkoper. 39 Overigens hoeft deze bevoegdheid niet expliciet in de overeenkomst te zijn neergelegd. Deze bevoegdheid kan ook impliciet worden opgemaakt uit de bestaande rechtsverhouding tussen koper en verkoper. Hier bestaat een duidelijke grens. Uit de rechtspraak volgt dat de enkele omstandigheid dat de in eigendom voorbehouden zaak tot doorverkoop is bestemd de koper niet automatisch beschikkingsbevoegd maakt. 40 Of de koper bevoegd is om de zaak door te verkopen zal dan moeten blijken uit de uitleg van de overeenkomst waarbij het eigendomsvoorbehoud is gemaakt. 5 Rechtspositie van de verkoper De rechtspositie van de verkoper ziet allereerst op de uitoefening van de voorbehouden eigendom. Hierover is in de wet niets specifiek geregeld. Wat wel vast staat is dat de verkoper als eigenaar bevoegd is om de zaak terug te nemen. De verkoper is daarentegen niet gerechtigd om op elk willekeurig moment de zaak te revindiceren, tussen de koper en verkoper bestaat immers een koopovereenkomst. Het staat partijen vrij om in deze overeenkomst afspraken te maken over de terugname van het goed. Als partijen dit niet gedaan hebben dan is de verkoper tot definitieve terugname bevoegd als de koper in verzuim is in de nakoming van zijn verplichting. 41 De verkoper is alleen dan bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden. Opgemerkt dient te worden dat de eis dat de koper in verzuim is geraakt, een zware eis is. Vaak zal de verkoper de koper eerst in gebreke moeten 35 Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p Reehuis 2013, p Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, p Reehuis 2013, p Reehuis 2013, p HR 14 februari 1992, NJ 1993/ Reehuis 2013, p. 71 9

10 stellen waarbij een redelijke termijn voor nakoming moet worden aangeboden. 42 De verkoper is daarnaast ook bevoegd om de zaak tijdelijk terug te nemen. 43 Dit mag hij doen zodra de koper tekortschiet of als hij goede grond heeft te vrezen dat de koper te kort zal schieten in de nakoming van zijn verplichting. Naast de uitoefening van de voorbehouden eigendom beschikt de verkoper nog over andere rechten. Omdat hij nog steeds eigenaar is van de zaak is hij bevoegd om over de voorbehouden eigendom te beschikken. Het bezit ligt immers nog bij de verkoper. De verkoper is dan ook bevoegd om de voorbehouden eigendom over te dragen aan een derde. 44 Volgens het nemo plus-beginsel kan de verkoper echter niet meer rechten overdragen dan hijzelf heeft. De verkoper kan aan de derde dus enkel het eigendomsrecht overdragen dat is onderworpen aan de ontbindende voorwaarde. Er vindt een overdracht van voorbehouden eigendom plaats. In de praktijk wordt dit vooral toegepast in het kader van (her)financiering Conclusie In dit hoofdstuk is vastgesteld dat het eigendomsvoorbehoud betrekking heeft op de overdracht van het goed. Aan de vereisten van levering, beschikkingsbevoegdheid en een geldige titel is voldaan, maar de daadwerkelijke overdracht vindt nog niet plaats. Deze is afhankelijk gesteld van het intreden van een voorwaarde. Tot het intreden van de voorwaarde is de koper slechts houder van de zaak die hij in zijn macht heeft. De algemene opvatting is dat de koper niet bevoegd is om de zaak te vervreemden of te bezwaren. Hiermee zijn de rechten van de koper ten aanzien van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak vastgesteld. Het eerste deel van de probleemstelling is daarmee beantwoord. Toch zijn er een aantal rechtsgeleerden die menen dat de rechtspositie van de koper omvangrijker is. Deze dualisten menen dat de koper een (eigendoms)recht onder opschortende voorwaarde heeft, waarover hij onmiddellijk kan beschikken. 46 Naast het feit dat hier in de praktijk behoefte aan is bestaat er volgens de dualisten een wettelijke grondslag voor hun opvatting. In het volgende hoofdstuk zullen de visies van de dualisten en hun tegenhangers, de monisten, aan bod komen. Daarbij zullen aan de hand van een casus de rechtposities van de koper en verkoper nader onder de loep worden genomen. 42 Art. 6:265 lid 2 BW. Zie ook: Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p Reehuis 2013, p Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p. 541 en Reehuis 2013, p Faber 2007, p. 51 en 52 10

11 Hoofdstuk 2 De rechtspositie van de koper en verkoper Zoals in het vorige hoofdstuk duidelijk naar voren is gekomen werkt het eigendomsvoorbehoud twee kanten op. Aan de ene kant houdt de verkoper een goederenrechtelijke aanspraak op de zaak waardoor hij bij het uitblijven van de tegenprestatie eenvoudig over kan gaan tot revindicatie. Aan de andere kant worden door het eigendomsvoorbehoud ook de belangen van de koper gewaarborgd. Bij het in vervulling gaan van de voorwaarde vindt de eigendomsovergang automatisch plaats, zonder dat partijen daar nog handelingen voor moeten verrichten. In dit tweede hoofdstuk zal de discussie ten aanzien van de rechtspositie van de koper centraal staan. Omdat het eigendomsvoorbehoud twee kanten op werkt zal daarbij ook de ook de rechtspositie van de verkoper belicht worden. Allereerst zal aan de hand van een casus het kader worden geschetst waarbinnen de discussie zich afspeelt. Deze casus illustreert duidelijk de rechtsposities van de koper en verkoper. Vervolgens zullen in paragraaf 2 de verschillende opvattingen over de rechtsposities worden besproken. Aan het einde van dit hoofdstuk zal er getracht worden een voorlopig antwoord te gegeven op het tweede gedeelte van de probleemstelling: kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijke eigendom beschikken? 1 Casus De discussie omtrent de rechtspositie van de koper onder eigendomsvoorbehoud wordt in de insolventierecht praktijk vaak gevoerd. Als de koper failliet is zal uitgemaakt moeten worden wat er tot zijn boedel behoort en wat niet. Zoals uit de volgende casus 47 zal blijken kunnen de bank en de curator hierover een verschillende opvatting hebben. Partij B heeft een kwekerij. Voor in zijn kassen heeft B van partij A een teeltsysteem gekocht. Het teeltsysteem heeft B onder eigendomsvoorbehoud met opschortende voorwaarde van volledige betaling geleverd gekregen. B heeft daarnaast een kredietrelatie met de bank. Tot zekerheid van nakoming van haar verplichtingen jegens de bank heeft B een pandrecht gevestigd op haar inventaris, voorraden en vorderingen. Het pandrecht rust niet alleen op alle zaken en andere vermogensrechten, maar ook op voorwaardelijke eigendomsrechten en andere voorwaardelijke rechten van B. Uiteindelijk gaat B failliet terwijl een deel van de koopprijs voor het teeltsysteem nog niet is voldaan. Het resterende bedrag wordt na het faillissement van B door de bank voldaan. Nadat de bank het teeltsysteem verkocht heeft is er sprake van een overwaarde van De curator (die het faillissement van B onder zich heeft) en de bank vinden beide dat deze overwaarde aan hun toekomt. De vraag die in deze casus centraal staat is of de bank een geldig pandrecht heeft gekregen. Was B wel bevoegd om over het teeltsysteem te beschikken nu hij nog geen eigenaar van het teeltsysteem was? De overdracht van de volle eigendom heeft immers pas plaats gevonden nadat de bank voor B de volledige koopprijs heeft voldaan. Hoe de rechtbank in bovengenoemde kwestie heeft geoordeeld zal later in dit hoofdstuk aan bod komen. Eerst zal besproken worden welke verschillende visies er op dit vraagstuk zijn. 2 Verschillende opvattingen over de rechtspositie van de koper Over de rechtsgevolgen van de voorwaardelijke eigendomsoverdracht bestaan verschillende opvatting. Hangende de vervulling van de voorwaarde wordt er anders gedacht over de rechtspositie van de koper. Grof gezegd kan er gesteld worden dat er ten aanzien van de rechtspositie van de koper twee visies bestaan. Aan deze twee visies zijn later in de literatuur de namen monisten en dualisten gegeven. Maar zo zwart wit zijn de opvattingen in de literatuur niet. Binnen de groepen monisten en dualisten zijn 47 Rb s-gravenhage, 12 september 2012, LJN BX

12 namelijk weer nuances aan te brengen zijn. Er is eigenlijk sprake van een geleidende schaal welke in onderstaande subparagraven is toegepast. 2.1 Koper heeft slechts een verbintenisrechtelijke aanspraak Door het eigendomsvoorbehoud wordt het eigendomsrecht van de verkoper beperkt. De verkoper is door het eigendomsvoorbehoud eigenaar onder ontbindende voorwaarde geworden. 48 Volgens een aantal geleerden 49 binnen de rechtsliteratuur betekent dit echter niet dat daarmee de koper een goederenrechtelijk recht heeft gekregen. De monisten zijn van mening dat de koper slechts een eigendomsverwachting heeft waar hij in goederenrechtelijke zin niet over kan beschikken. 50 Er zijn een aantal argumenten die deze visie ondersteunen. Aangezien de koper een steeds groter deel van de 51 koopprijs voldoet heeft de eigendomsverwachting een wisselende inhoud. Deze eigendomsverwachting kan daarom niet als een goederenrechtelijk recht van de koper op deze zaak gekwalificeerd worden. Bovendien is het geheel niet zeker dat de eigendomsverwachting ooit tot een volwaardig en onvoorwaardelijk eigendomsrecht komt. Een ander argument dat aangevoerd wordt is dat de koper niet over zijn voorwaardelijk eigendomsrecht kan beschikken omdat er geen sprake kan zijn van een dubbel of gesplitst eigendomsrecht. 52 Dit wordt door de wet immers niet toegestaan. 53 Tot het in vervulling gaan van de voorwaarde is alleen de verkoper eigenaar. De vraag is hoe de eigendomsverwachting van de koper dan wel gekwalificeerd moet worden. Volgens Wibier is het voorwaardelijk eigendomsrecht slechts een fictie die wordt gebruikt om de rechtsverhouding tussen de koper en verkoper te beschrijven. 54 Kortmann kleurt dit iets verder in door te stellen dat er sprake is van een persoonlijk recht met goederenrechtelijke trekken. 55 Uit hoofde van de koopovereenkomst heeft de koper namelijk een persoonlijk vorderingsrecht op de verkoper. De goederenrechtelijke trekken zijn gelegen in het feit dat de overdracht voor een groot deel al heeft plaatsgevonden. Uitgangspunt binnen deze visie is dat de koper zijn eigendomsverwachting niet zelfstandig aan een derde kan overdragen. Er kan namelijk niet geleverd worden. De koper is immers geen bezitter van de zaak en kan een derde dus niet het bezit verschaffen. Toegepast op de casus komt dit er op neer dat de bank nooit een geldig pandrecht heeft kunnen krijgen. Partij B was namelijk niet bevoegd om over het teeltsysteem te beschikken. De bank vist volgens de monisten dus achter het net. De enige mogelijkheid die open staat is dat de koper zijn verwachting op de eigendomsverkrijging bij voorbaat aan een derde levert. 56 Het betreft dan een overdracht onder de opschortende voorwaarde dat de koper de zaak zelf verkrijgt. In het geval van de casus betekent dit dat de bank slechts een bij voorbaat gevestigd pandrecht geleverd heeft gekregen. Pas op het moment dat partij B de volledige koopprijs heeft betaald, komt het pandrecht ten behoeve van de bank op het teeltsysteem te rusten. Kortmann oppert nog een variant hier op. Hij acht het mogelijk dat de koper de (persoonlijke) vordering die hij op de verkoper heeft kan overdragen. 57 De vordering wordt dan geleverd door middel van een akte en mededeling aan de verkoper Reehuis 2013, p O.a. R.D. Vriesendorp, S.C.J.J. Kortmann en R.M. Wibier. 50 Kortmann 1992, p Vriesendorp 1985, p Kortmann 1992, p Art. 3:84 lid 3 BW 54 Wibier & Smit 2009, p Kortmann 1992, p Vriesendorp 1985, p Kortmann 1992, p Art. 3:94 lid 1 BW 12

13 2.2 Koper heeft een recht met goederenrechtelijke trekken Tot 2007 was die hiervoor beschreven benadering de heersende leer. 59 Sinds 2007 wordt in de literatuur steeds vaker het standpunt ingenomen dat de koper onder eigendomsvoorbehoud direct kan beschikken over zijn voorwaardelijke eigendom. De dualisten 60 menen dat de koper een eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde heeft dat te kwalificeren is als een zelfstandig overdraagbaar vermogensrecht. Deze visie is als volgt te herleiden. Het neutrale uitgangspunt in de onderhavige discussie is dat het recht van de koper doorwerkt in faillissement. Een faillissement van de verkoper doorkruist de eigendomsovergang niet. De koper wordt van rechtswege eigenaar als de opschortende voorwaarde zich verwezenlijkt. 61 Hiermee heeft de koper dus meer dan een louter obligatoire aanspraak. Dit uitgangspunt geeft voor een aantal rechtsgeleerden aanleiding om tot de conclusie te komen dat de koper dus beschikt over een recht met goederenrechtelijke trekken. Dit uitgangspunt vormt vervolgens de basis voor een verdere redenatie. Dat de koper zich in een goederenrechtelijke positie bevindt wordt onderbouwd met de volgende argumenten. Doordat aan alle vereisten voor overdracht is voldaan is de eigendomsverwachting van de koper op verschillende wijzen gewaarborgd. Deze waarborgen zijn in paragraaf vier van het vorige hoofdstuk al onder de aandacht gebracht. Zo hebben wilswijzigingen van de verkoper geen invloed meer op de overdracht van de eigendom. Ook doorkruist een derdenbeslag (net als een faillissement van de verkoper) de eigendomsovergang niet. Het onderscheid dat gemaakt kan worden tussen de levering bij voorbaat van een toekomstige zaak en het eigendomsvoorbehoud maakt eveneens duidelijk dat de koper onder eigendomsvoorbehoud een duidelijke goederenrechtelijke positie heeft. 62 Bij de levering bij voorbaat van een toekomstige zaak wordt er bij voorbaat geleverd waardoor de koper slechts een obligatoire aanspraak heeft. Als de verkoper failliet gaat voordat de zaak toekomstig is geworden dan blijft de levering zonder (goederenrechtelijk) effect. 63 Bij een eigendomsvoorbehoud is dat anders. Omdat er onvoorwaardelijk is geleverd staat een faillissement van de verkoper aan de eigendomsverkrijging niet in de weg. De vervulling van de voorwaarde heeft zakelijke werking. De koper heeft dus een positie met goederenrechtelijk effect. Om die reden kan er gesproken worden over een voorwaardelijk eigendomsrecht van de koper. 64 Voorts wordt in de parlementaire geschiedenis bevestigd dat er bij het eigendomsvoorbehoud sprake is van een voltooide levering waarmee onmiddellijk een voorwaardelijk eigendomsrecht ontstaat. 65 Vanuit deze basis verder geredeneerd kan gezegd worden dat de positie die de koper en verkoper ten aanzien van de zaak hebben anders is. Voor de koper vertegenwoordigt het voorwaardelijke eigendomsrecht een duidelijk vermogensbelang. 66 Het belang van de koper heeft een economische waarde waardoor het als een vermogensrecht 67 gekwalificeerd kan worden. De verkoper heeft ten aanzien van dezelfde zaak een veel minder groot belang. De verkoper gaat er namelijk vanuit dat de zaak niet meer aan hem toebehoort. Hij heeft alleen nog een zekerheidsbelang in de zaak; betaling van de volledige koopprijs. 68 Ter illustratie het volgende voorbeeld. Als van een zaak met een waarde van , nog maar aan de verkoper voldaan moet worden dan vertegenwoordigt het voorwaardelijk 59 Wibier 2013, p O.a. A.H. Scheltema, N.E.D. Faber en H.J. Snijders 61 Reehuis 2013, p. 49. Zie ook: Scheltema 2013, p Zie noot van W.J.M. van Andel bij uitspraak Rechtbank s-gravenhage 12 september 2012, LJN BX7231, JOR 2012/377, paragraaf 8 63 Art. 35 lid 2 Fw 64 Zie noot MvA II Inv. Parl. Gesch. Boek 3 NBW (Inv. 3, 5 en 6), p en Scheltema 2013, p In de zin van art. 3:6 BW 68 Scheltema 2013, p

14 eigendomsrecht van de koper een waarde van Voor het handelsverkeer en de financierbaarheid van bedrijven is het niet bevorderlijk als de koper niet over zijn voorwaardelijke eigendom kan beschikken. 69 Het moet bijvoorbeeld voor de koper mogelijk zijn om zijn voorwaardelijk eigendom ten behoeve van de bank te kunnen bezwaren met een pandrecht zodat liquiditeit kan worden gegenereerd, net als in de casus het geval is. Enigszins los van de zojuist aan bod gekomen opvattingen is het van belang om onder de aandacht te brengen dat het niet alleen vanuit het perspectief van de koper wenselijk is om beschikking te hebben over de voorwaardelijk eigendom. Dit biedt ook perspectief voor de verkoper. De verkoper kan namelijk ook helemaal niets met de waarde van uit het voorbeeld. Hij kan weliswaar zijn eigendom aan een derde (onder ontbindende voorwaarde) overdragen, maar deze zal hem nooit de totale waarde van betalen. Bij betaling van de laatste zal namelijk de volledige eigendom over gaan op de koper Oordeel rechtbank In de casus werd aan de rechtbank de vraag voorgelegd of partij B voor haar faillissement een rechtsgeldig pandrecht ten gunste van de bank op het teeltsysteem heeft gevestigd. Volgens de rechtbank moet deze vraag ontkennend worden beantwoord. Het onder eigendomsvoorbehoud geleverde teeltsysteem moet volgens de rechtbank als toekomstig goed worden beschouwd. 71 In de casus bestond het goed wel, maar behoorde nog niet (volledig) aan partij B toe. Partij B heeft het teeltsysteem als toekomstig goed dus slechts bij voorbaat verpand. Op grond van art. 3:97 BW heeft B het pandrecht bij voorbaat aan de bank geleverd: onder de opschortende voorwaarde dat zij beschikkingsbevoegd is over het teeltsysteem. Nu B failliet is gegaan is zij op grond van art. 23 Fw van rechtswege beschikkingsonbevoegd geworden. Hiermee is partij B niet meer bevoegd om het bij voorbaat geleverde pandrecht (alsnog) aan de bank te leveren. De rechtbank volgt de bank dus niet in haar redenering dat de levering van een goed onder eigendomsvoorbehoud een voorwaardelijk eigendomsrecht in goederenrechtelijke zin oplevert. 72 Daarmee sluit de rechtbank de dualistische benadering uit. In haar uitspraak beschrijft de rechtbank vervolgens op welk recht de bank mogelijk een pandrecht heeft gevestigd. De rechtbank kwalificeert het voorwaardelijk eigendomsrecht van partij B als een contractueel recht op levering om de eigendom van het teeltsysteem te verwerven. 73 Op dit contractuele recht van B heeft de bank getracht een pandrecht te vestigen. De rechtbank besluit met het maken van de volgende kanttekening, waarbij in het midden wordt gelaten of op dit contractuele recht überhaupt wel een pandrecht kan worden gevestigd. De rechtbank merkt op dat als de volledige koopprijs is voldaan (en dus de eigendomsovergang plaatsvindt) niet ook het pandrecht van deze eigendomsovergang kan profiteren. 74 Onder verwijzing naar een uitspraak van de Hoge Raad 75 stelt de rechtbank dat het niet zo kan zijn dat een bij voorbaat gevestigd pandrecht door eigendomsovergang automatisch converteert tot een volwaardig pandrecht op het teeltsysteem. 4 Kwalificatie voorwaardelijk eigendom Het pijnpunt in deze hele discussie is de kwalificatie van het voorwaardelijke eigendomsrecht dan wel de eigendomsverwachting van de koper. 69 Zie noot van W.J.M. van Andel bij uitspraak Rechtbank s-gravenhage 12 september 2012, LJN BX7231, JOR 2012/377, paragraaf 9 70 Verstijlen 2007, p Rechtbank s-gravenhage 12 september 2012, LJN BX7231, r.o Rechtbank s-gravenhage 12 september 2012, LJN BX7231, r.o Zie noot Zie noot HR 23 april 1999, JOR 1999/109 14

15 Vastgesteld kan worden dat er na het moment van levering door de aan bod gekomen partijen een verschillende vertaalslag wordt gemaakt. De monisten menen dat het goed niet in het vermogen van de koper terecht komt. Hij is slechts houder van de geleverde zaak en daarom beschikkingsonbevoegd. Het voorwaardelijk eigendomsrecht is slechts een fictie die wordt gebruikt om te beschrijven wat de rechtsverhouding tussen de koper en verkoper is. De rechtbank lijkt zich bij de opvatting van de monisten aan te sluiten door te oordelen dat de koper een toekomstig goed geleverd heeft gekregen, wat hij slechts bij voorbaat aan een derde kan overdragen. De dualisten stellen daarentegen dat door de levering de koper een eigen goederenrechtelijke positie heeft verworven. De vraag is welk van deze opvattingen juist is. Hoe moet de voorwaardelijke eigendom naar Nederlands recht gekwalificeerd worden? Op de beslissing van de rechtbank kunnen een tweetal bezwaren worden geuit. Het eerste bezwaar ziet op het punt dat de rechtbank het recht van de koper kwalificeert als een contractueel recht op levering. Hiermee impliceert de rechtbank dat de levering voorwaardelijk heeft plaatsgevonden. Dit is niet juist. Algemeen uitgangspunt is dat de levering onvoorwaardelijk is. 76 Door de koper de macht over de zaak te verschaffen is de levering voltooid. 77 Het verschaffen van de macht over de zaak aan de koper is namelijk een feitelijke handeling. Deze handeling kan niet voorwaardelijk zijn. De macht wordt verschaft of niet. Daarom is de levering door machtsverschaffing per definitie onvoorwaardelijk. Dit is bovendien wat partijen met het overeenkomen van het eigendomsvoorbehoud beogen. Partijen willen dat door enkel vervulling van de voorwaarde de koper volledige rechthebbende van de zaak wordt, zonder dat ten tijde van de vervulling van de voorwaarde nog aan de vereisten van art. 3:84 lid 1 BW hoeft te worden voldaan. De levering heeft (en moet naar de bedoeling van partijen) dus in het verleden zijn volledige werking gehad. Van een contractueel recht op levering kan dus geen sprake zijn. Het tweede bezwaar heeft betrekking op het gedeelte dat naar het oordeel van de rechtbank de koper een toekomstig goed geleverd heeft gekregen, wat hij slechts bij voorbaat aan een derde kan overdragen. Voor een deel is dit juist. Nu het goed nog niet aan het vermogen van de koper toebehoort kan hij alleen maar een toekomstig goed geleverd hebben gekregen. De rechtbank maakt echter een fout in de vervolg stap. De koper kan namelijk wel zijn recht om de eigendom te verwerven overdragen. Het gaat dan om het verkrijgingsrecht en niet het goed zelf. Het uitgangspunt van rechtbank is in dat opzicht dus te beperkt. De aanname dat de koper over een verkrijgingsrecht beschikt wordt ondersteund door het feit dat het eigendomsvoorbehoud twee kanten op werkt: waar aan de ene kant het eigendomsrecht van de koper wordt ingeperkt verkrijgt aan de andere kant de koper een recht onder voorwaarde. Anders gezegd, doordat de verkoper onder ontbindende voorwaarde kan beschikken over de zaak, verkrijgt de koper op deze zaak een recht dat aan opschortende voorwaarde is onderworpen. De koper verkrijgt dus wel degelijk een recht op de zaak met goederenrechtelijke trekken. Zoals de dualisten terecht aangeven wordt het recht van de koper niet doorkruist door een faillissement van de verkoper of een derdenbeslag. Het voorwaardelijke eigendomsrecht van de koper heeft dus goederenrechtelijk effect. Toegepast op de casus kan hieruit de volgende conclusie worden getrokken. Doordat aan partij B de macht over het teeltsysteem is verschaft is de levering voltooid. Hierdoor heeft de koper onmiddellijk een voorwaardelijk eigendomsrecht gekregen. 78 Dit verkrijgingsrecht van partij B op het teeltsysteem heeft goederenrechtelijk effect. Partij B kan dus over zijn voorwaardelijke eigendom beschikken. Om die reden is B vervolgens bevoegd om ten behoeve van de bank een onvoorwaardelijk pandrecht te vestigen op zijn voorwaardelijke eigendom. Het oordeel van de rechtbank is op dit punt dus niet juist. 76 MvA II Inv. Parl. Gesch. Boek 3 NBW (Inv. 3, 5 en 6), p en Zie ook: Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010, p Asser/Van Mierlo & Van Velten 2010 p. 526 en 527. Zie ook: Faber 2007, p. 34 en MvA II Inv. Parl. Gesch. Boek 3 NBW (Inv. 3, 5 en 6), p en

16 5 Andere opties Nu is gebleken dat het discutabel is of de koper over zijn voorwaardelijke eigendomsrecht kan beschikken is het interessant om verder uit te zoomen en te kijken of hetzelfde resultaat op een andere manier bereikt kan worden. Reehuis stelt de volgende optie voor. De koper moet de mogelijkheid krijgen om een derde in exact dezelfde goederenrechtelijke positie te stellen als hij door de levering heeft verkregen. 79 Om deze optie te laten gelden zal slechts aanvaard moeten worden dat overdracht onder opschortende voorwaarde impliciet de bevoegdheid voor de koper meebrengt om hem onder dezelfde voorwaarden over de zaak te laten beschikken als waaronder de overdracht aan hem heeft plaatsgevonden. Dat deze aanvaarding niet al te ingewikkeld is leidt Reehuis af uit een arrest van de Hoge Raad 80. Hierin is aangenomen dat iemand op grond van zijn rechtsverhouding met de eigenaar bevoegd kan zijn om over diens zaak te beschikken. Deze bevoegdheid strekt overigens niet verder dan wat uit de rechtsverhouding volgt. De binnen de rechtsverhouding geldende clausuleringen (lees een ontbindende voorwaarde) zijn dan ook rechtstreeks van invloed op de bevoegdheid van de koper tot overdracht. Op grond hiervan acht Reehuis het mogelijk dat de koper de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak zonder toestemming van de verkoper aan een derde (onder hetzelfde voorbehoud) overdraagt. Een andere optie is het spiegelbeeld van de overdracht onder opschortende voorwaarde: de overdracht onder ontbindende voorwaarde. Dit alternatief is paragraaf 3 van het vorige hoofdstuk al kort besproken. Het is van belang om te realiseren dat in deze situatie de rechtspositie van de koper en verkoper fundamenteel anders is. Hier wordt de koper namelijk bezitter en eigenaar van de geleverde zaak. Aan zijn eigendom kleeft daarentegen wel de ontbindende voorwaarde. Door te betalen voorkomt de koper dat de voorwaarde zal intreden. In de praktijk wordt het eigendomsvoorbehoud nauwelijks op deze manier ingericht Conclusie In dit hoofdstuk is vastgesteld in hoeverre de koper kan beschikken over zijn belang in de aan het eigendomsvoorbehoud onderworpen zaak. Omdat de levering onvoorwaardelijk heeft plaatsgevonden heeft de koper een voorwaardelijk recht gekregen waarover hij direct kan beschikken. Met dit gegeven liggen drie opties open. Dit verkrijgingsrecht kan gezien worden als een recht met goederenrechtelijke trekken, het kan gekwalificeerd worden als beperkt recht of als een volwaardig eigendomsrecht. Vooropgesteld dient te worden dat het belang van de koper een economische waarde vertegenwoordigd waardoor zijn voorwaardelijke eigendomsrecht als een vermogensrecht gekwalificeerd kan worden. Daarmee lijkt het er op dat de meeste aansluiting gevonden kan worden bij de opvatting dat het verkrijgingsrecht een recht is met goederenrechtelijke trekken. Gek genoeg wil de rechtspraak zich bij deze visie (nog) niet aansluiten, temeer nu zelfs naar Europees recht aan de koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijke rechten worden toegekend. 82 Naast het Europese recht laten ook het Duitse en Amerikaanse recht zien dat het anders kan. Naar Amerikaans recht heeft de verkoper in plaats van een eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde een zekerheidsrecht op de zaak. 83 De koper is vervolgens beschikkingsbevoegd over de zaak, waarop (ten behoeve van de verkoper) een zekerheidsrecht rust. In het volgende hoofdstuk zal deze Amerikaanse wet nader onderzocht worden. Misschien dat deze rechtsvergelijking van doorslaggevende betekenis kan zijn voor de betekenis van het Nederlandse eigendomsvoorbehoud. 79 Reehuis 2013, p HR 14 januari 2011, LJN BO3521, NJ 2012/88 81 Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het risico bestaat dat het fiduciaverbod geschonden wordt (art. 3:84 lid 3 BW) Het fiduciaverbod staat in de weg aan een rechtshandeling die ten doel heeft een goed over te dragen tot zekerheid. Belangrijk kenmerk van de eigendom tot zekerheid is dat de eigendom van de betreffende goederen formeel bij de schuldeiser berust, maar in economische zin toebehoort aan de schuldenaar. De eigendom berust in deze constructie dus niet bij de partij die economisch belanghebbende is. 82 Boek IX DCFR 83 Article 9 UCC 16

17 Hoofdstuk 3 Het eigendomsvoorbehoud in rechtsvergelijkend perspectief In verschillende landen is de rechtspositie van de koper onder eigendomsvoorbehoud omvangrijker dan naar Nederlands recht het geval is. Zo is in de Duitse literatuur en rechtspraak de koper een Anwartschaftsrecht toegekend. 84 Dit houdt in dat de koper een verwachtingsrecht verkrijgt. Over het rechtskarakter van dit verwachtingsrecht bestaat in Duitsland eveneens veel discussie, maar over de gevolgen van dit recht is men eensgezind. 85 In Duitsland kan de koper over zijn verwachtingsrecht in goederenrechtelijke zin beschikken. Naar Duitse opvatting wordt een tweede koper daarom automatisch eigenaar als de opschortende voorwaarde intreedt en er geldig aan de tweede koper is geleverd, ook in geval van faillissement van de eerste koper. Het Anwartschaftsrecht is dus als recht overdraagbaar en daarmee tevens vatbaar voor verpanding. 86 Naast deze ruime opvatting van het eigendomsvoorbehoud in Duitsland kent ook het Europese recht meer rechten aan de koper toe. In de DCFR 87 wordt het eigendomsvoorbehoud gekwalificeerd als zekerheidsrecht. 88 De koper verkrijgt een voorwaardelijk eigendomsrecht. 89 Dit recht wordt in de DCFR gekwalificeerd als een beperkt goederenrechtelijk recht. 90 Ondertussen blijft de verkoper eigenaar van de zaak. Er is geen sprake van eigendom onder ontbindende voorwaarde. De verkoper heeft naar Europees recht een zekerheidsrecht op de zaak. Deze kwalificatie in het Europese recht komt niet helemaal uit de lucht vallen. Het zekerhedenboek van de DCFR is namelijk (onder andere) geïnspireerd door Article 9 van de Amerikaanse Uniform Commercial Code. 91 De invloed van het Amerikaanse Article 9 is niet alleen in het Europese recht tot uiting gekomen. Article 9 is onder andere uitgewerkt in wetgeving van Canada en Nieuw-Zeeland, zichtbaar in het EBRD Model Law on Security Interests, de United Nations Convention on Assignment of Receivables in International Trade, de UNIDROIT Convention on International Interests in Mobile Equipment en het beïnvloedt wetgevingsprocessen in Mexico. 92 Kortom, genoeg redenen om deze invloedrijke regeling nader te bestuderen. Misschien dat deze rechtsvergelijking van doorslaggevende betekenis kan zijn voor de betekenis van het Nederlandse eigendomsvoorbehoud. 1 Uniform Commercial Code De Uniform Commericial Code (hierna: UCC) is een modelwet die pas de status van wet krijgt als een staat deze heeft geïncorporeerd in zijn statelijke wetgeving. 93 Inmiddels is de UCC in alle staten ingevoerd. 94 De UCC bestaat uit 11 Articles waarbij een Article het beste te vergelijken is met een Boek uit ons Burgerlijk Wetboek. 95 Article 9 van de UCC vormt de basis voor het zekerhedenrecht in alle staten van de Verenigde Staten. 2 Article 9 UCC Vooropgesteld moet worden dat er in de Verenigde Staten ten aanzien van zekerheidsrechten uitgegaan wordt van een functionele benadering. 96 Dit betekent dat de functie van de transactie centraal staat. Het doet er voor de kwalificatie als zekerheidsrecht dus niet toe hoe de transactie goederenrechtelijk is vormgegeven of wat partijen voor juridische bewoordingen hebben gekozen. De 84 Peter 2007, p Scheltema 2013, p Reehuis 2013, p Draft Common Frame of Reference 88 DCFR IX.1:101 (1) (b) 89 DCFR VIII.2: DCFR VIII.1:204 (c) 91 De Groot 2012, p Sigman 2004, p Struycken 2009, p Sigman 2004, p. 63. Sinds januari Struycken 2009, p Sigman & Kieninger 2007, p. 18. Zie ook: Van den Heuvel 2005, p. 9 17

18 transactie wordt op haar inhoud beoordeeld. Hierbij is de economische realiteit van doorslaggevend belang. 97 Article 9 heeft betrekking op secured transactions en geeft het wettelijke regime voor de vestiging en uitwinning van zekerheidsrechten op goederen anders dan land. Onder het bereik van Article 9 vallen alle juridische constructies die de functie en strekking hebben één van de partijen zekerheid te verschaffen voor betaling van een vordering of voor het verrichten van een prestatie. 98 Hierdoor vallen zekerheidsconstructies als eigendomsvoorbehoud, financial lease en het pandrecht onder één en dezelfde wettelijk regeling. Al deze verschillende constructies worden in Article 9 gekwalificeerd als een security intrest. Een security interest kan op verschillende goederen worden gevestigd. Er wordt in de wet een onderscheid gemaakt tussen materiële en immateriële goederen. Materiële goederen worden vervolgens onderverdeeld in consumenten goederen, bedrijfsgoederen en inventaris. De immateriële goederen zijn bijvoorbeeld chattel papers, instruments, accounts en deposit accounts. 99 Voor de vestiging van het zekerheidsrecht (attachment) gelden drie vereisten. (I) De debiteur moet een zekerheidsovereenkomst tekenen die het onderpand beschrijft, (II) de kredietgever moet een lening hebben verstrekt en (III) de kredietnemer verwerft rechten op het onderpand dat in de zekerheidsovereenkomst staat omschreven. 100 De waarde van het zekerheidsrecht is afhankelijk van de fase waarin het zich bevindt. Er bestaan 3 fases. 101 In de eerste fase (creation) is de security intrest alleen tegen de verschaffer in te roepen. In de fase van attachment is de security intrest afdwingbaar tegen bepaalde derden, zoals een koper die weet dat op het goed dat hij wil kopen een security intrest rust. 102 In de laatste fase (perfection) is de security intrest ook afdwingbaar tegenover derden zoals crediteuren met een jonger zekerheidsrecht en een faillissementscurator. 103 Als er niet is overgaan tot perfection en de zekerheidsnemer is failliet dan gaan de hiervoor genoemde schuldeisers voor en vist de houder van het unperfected zekerheidsrecht achter het net. Gezien het voorgaande is perfection erg belangrijk. Omdat er in de wet onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende soorten goederen zijn er diverse manieren van perfection mogelijk. De belangrijkste en meest voorkomende wijze van perfection is registratie van een financing statement. 104 De wijze van registratie die hier wordt toegepast wordt ook wel gekwalificeerd als notice filing. 105 Kort gezegd komt dit neer op registratie in een openbaar register van een algemene kennisgeving van het bestaan van een zekerheidsgerechtigde. 106 Deze registratie van de financing statement bevat een minimum aan informatie zoals de namen van de schuldeiser en schuldenaar en een algemene indicatie van het aan het zekerheidsrecht onderworpen goed. 107 Deze manier van registreren brengt de consequentie met zich mee dat bij het raadplegen van het register de omvang van het zekerheidsrecht onduidelijk is. Een derde zal op eigen initiatief moeten achterhalen op welke specifieke goederen het zekerheidsrecht is gevestigd. 97 Sigman 2004, p Struycken 2009, p Miller 2013, p Sigman 2004, p. 65. Zie ook: UCC 101 Boeve 2007, p Sigman 2004, p UCC 104 Sigman 2004, p McCormack 2004, p. 129 en Struycken 2009, p Struycken 2009, p

19 Schematisch overzicht Article 9 UCC: Bron: Clarkson, Miller & Cross 2012, p Rechtspositie crediteur en debiteur Zojuist is duidelijk geworden dat het eigendomsvoorbehoud naar Amerikaans recht als zekerheidsrecht is te kwalificeren. Daarom zal er in het navolgende niet meer gesproken worden over verkoper en koper onder eigendomsvoorbehoud, maar over crediteur respectievelijk debiteur. Over het algemeen zullen in de zekerheidsovereenkomst de rechten en plichten van de crediteur en debiteur zijn opgenomen. Mocht dit niet het geval zijn dan kan er teruggegrepen worden naar de basis regels uit Article 9 UCC. Deze basisregels zullen in deze paragraaf besproken worden. Bij de bepaling van de rechtsposities speelt het openbaar register een belangrijke rol. Uit het register kan namelijk de rangorde van verschillende zekerheidsgerechtigden worden afgeleid. De hoofdregel is dat degene die als eerste zijn zekerheidsrecht heeft geregistreerd de hoogste rang heeft. 108 Op deze regel zijn verschillende uitzonderingen mogelijk. Een (in het kader van deze scriptie) belangrijke uitzondering is de rang van het zekerheidsrecht van degene die goederen op krediet heeft geleverd onder eigendomsvoorbehoud, of de aankoop van bepaalde zaken heeft gefinancierd (objectfinanciering). 109 Het zekerheidsrecht van dit soort kredietverleners wordt gekwalificeerd als Purchase-Money Security Interest (hierna: PMSI). 110 Naast het eigendomsvoorbehoud vallen onder PMSI de voor ons bekende constructies als financial lease en huurkoop. Een PMSI zekerheidsrecht gaat onder bepaalde voorwaarden in rang boven alle security interests. Hij beschikt dan over super prioriteit. Het idee achter deze super prioriteit is dat de bereidheid om nieuw geld te steken in de aankoop van nieuwe goederen beloond moet worden. 111 Nieuwe financiers moeten niet ontmoedigd worden omdat een oudere financier al een zekerheidsmonopoly heeft verworven. Om dezelfde reden wordt ook de debiteur beschermd tegen het monopoly. Het blijft op deze manier voor hem mogelijk om nieuwe financieringspartijen aan te trekken. 112 De hiervoor besproken First in Time, First in Right regel is dus in het geval van een PMSI niet heilig. Verderop in deze paragraaf zal verder ingezoomd worden op de PMSI. 3.1 Rechtspositie debiteur In het Amerikaanse recht wordt een hele andere betekenis toegekend aan eigendom dan wij in Nederland kennen. Eigendom wordt niet gezien als het meest omvattende recht wat een persoon op een zaak kan hebben. 113 Naar Amerikaans recht wordt eigendom gekwalificeerd als een bundle of rights, waarbij het niet zo hoeft te zijn dat de gehele bundle aan één persoon toebehoort. 114 Je kan ook over een deel van de bundel beschikken. Algemene uitgangspunt is daarom dat een zekerheidsrecht (a)(1) UCC 109 Struycken 2009, p UCC 111 Struycken 2009, p White & Summers 2012, p Art. 5:1 BW 114 Gretton 2007, p. 829 en

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud en de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van voorwaardelijke eigendom

Eigendomsvoorbehoud en de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van voorwaardelijke eigendom Eigendomsvoorbehoud en de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van voorwaardelijke eigendom P r o f. m r. R. M. W i b i e r * 1 Inleiding In dit tijdschrift verscheen kort geleden een interessante bijdrage

Nadere informatie

De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht

De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht Welke goederen- en insolventierechtelijke bezwaren kleven er aan een voorwaardelijke overdracht? Masterscriptie Marloes Gerrissen S616609 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht

Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht Eigendomsvoorbehoud, verpandingen en voorwaardelijk eigendomsrecht De grens tussen goederenrecht en verbintenissenrecht en mogelijke toepassingen (Rabobank/Reuser) M r. A. H. S c h e l t e m a * 1 Inleiding

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud in faillissement. Eigendomsvoorbehoud in een rechtsvergelijkend perspectief. Danielle van Barneveld. juli 2012

Eigendomsvoorbehoud in faillissement. Eigendomsvoorbehoud in een rechtsvergelijkend perspectief. Danielle van Barneveld. juli 2012 Eigendomsvoorbehoud in faillissement Eigendomsvoorbehoud in een rechtsvergelijkend perspectief Rechtsvergelijking: wat zijn de verschillen tussen het Nederlandse recht en het Duitse recht met betrekking

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92848

Nadere informatie

5 Eigendomsvoorbehoud

5 Eigendomsvoorbehoud 5 Eigendomsvoorbehoud 5.1 INLEIDING 5.1.1 Drie vragen De verkoper die verkochte zaken levert die niet direct worden betaald, neemt risico s. Onder huidig recht geldt dit nog meer dan onder het oude BW.

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken De Goederenrechtelijke overeenkomst: (g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken 1 Inleiding In Nederland bestaan er binnen het vakgebied van het goederenrecht (en in mindere

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau. EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/166281

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs ARTIKEL 1 DEFINITIES 1. In deze algemene voorwaarden worden de hierna volgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Overdracht en levering onder opschortende voorwaarde

Overdracht en levering onder opschortende voorwaarde Overdracht en levering onder opschortende voorwaarde Over partijbedoeling en rechtskarakter B. Kentie 5874491 Augustus 2013 Overdracht en levering onder opschortende voorwaarde Over partijbedoeling en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde?

Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? Lex rei sitae bij verpanding van roerende zaken; periodiek supplement bij de pandakte of verpanding onder opschortende voorwaarde? M r. W. W. H u i d e k o p e r e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER

VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER MEI 2017 VOORWAARDELIJKE EIGENDOM NA RABOBANK/REUSER MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Naam: L.J. van Oosterhout Student nr: U1235944 Onderwijsinstelling: Tilburg University Faculteit: Tilburg Law School

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.

Nadere informatie

8. Vormerkung definitie

8. Vormerkung definitie 8. Vormerkung 8.1. definitie Vormerkung houdt in dat de koper van een woning (althans zijn notaris) zijn uit de koopovereenkomst voortvloeiende recht om de woning te kopen, kan laten inschrijven in de

Nadere informatie

Terugvorderen van bouwmaterialen bij een faillissement

Terugvorderen van bouwmaterialen bij een faillissement Factsheet Bouwrecht Terugvorderen van bouwmaterialen bij een faillissement Zeker in de tijd van een economische crisis is de kans dat een bedrijf waarmee u zaken doet failliet gaat reëel aanwezig. Het

Nadere informatie

Het eigendomsvoorbehoud en het voorwaardelijk eigendomsrecht

Het eigendomsvoorbehoud en het voorwaardelijk eigendomsrecht Het eigendomsvoorbehoud en het voorwaardelijk eigendomsrecht Beschikken over het voorwaardelijk eigendomsrecht bij een overdracht van een roerende zaak onder eigendomsvoorbehoud. A.A. Hovanesjan Juli 2016

Nadere informatie

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage

Nadere informatie

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement

Nadere informatie

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van afkortingen v xv Hoofdstuk 1 Inleiding op het onderwerp, presentatie van de onderzoeksvraag 1 1.1 Inleiding 1 1.2 De mogelijkheden 2 1.3 De vraag 4 1.4 De methode 5

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Registergoederen Openbare registers Wat is inschrijfbaar in de openbare registers?

Registergoederen Openbare registers Wat is inschrijfbaar in de openbare registers? werkelijke overdracht mag wel. Je moet dus zorgen dat je alles goed opschrijft. Als je jezelf alle bevoegdheden geeft, is het geen zekerheid, maar een volwaardig recht. HC 9, 12-12-2016, levering registergoederen

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt?

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Mw. mr. F. Damsteegt-Molier Published in WPNR 2008

Nadere informatie

De blokkerende werking van het beslag

De blokkerende werking van het beslag Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De blokkerende werking van het beslag Mr. R. Westrik Published in [WPNR 2009 6798] Universitair hoofddocent privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud. Toepassing in internationaal verband vanuit Nederlands recht bezien

Eigendomsvoorbehoud. Toepassing in internationaal verband vanuit Nederlands recht bezien Eigendomsvoorbehoud Toepassing in internationaal verband vanuit Nederlands recht bezien Auteur: P. van der Eerden (2014875) Klas: 4YD Blok: Afstuderen Docent: A. van Dooren Tilburg 26 mei 2011 Eigendomsvoorbehoud

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Websitescanner Willibrorduslaan 81 KvK: hierna te noemen: gebruiker

Algemene Voorwaarden Websitescanner Willibrorduslaan 81 KvK: hierna te noemen: gebruiker Algemene Voorwaarden Websitescanner Willibrorduslaan 81 KvK: 70476748 hierna te noemen: gebruiker Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis

Nadere informatie

Eigendomsvoorbehoud. Voorkom schade door wanbetaling. Schademeldingen bij Interpolis: van enkele tientallen euro s tot ruim 1,2 miljoen.

Eigendomsvoorbehoud. Voorkom schade door wanbetaling. Schademeldingen bij Interpolis: van enkele tientallen euro s tot ruim 1,2 miljoen. Eigendomsvoorbehoud Voorkom schade door wanbetaling Credit management is niet iets eenmaligs. Het is een proces waar u het hele jaar mee bezig bent. En hopelijk met succes. Als u het werkkapitaal van uw

Nadere informatie

Eigendom van roerende en onroerende zaken

Eigendom van roerende en onroerende zaken pag.: 1 van 6 Eigendom van roerende en onroerende zaken Wat is eigendom? Art. 5:1 BW omschrijft eigendom als volgt: eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. We beschrijven

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

Mr. J.J. Dammingh OPSCHORTING. (schuldeisersverzuim)

Mr. J.J. Dammingh OPSCHORTING. (schuldeisersverzuim) Mr. J.J. Dammingh OPSCHORTING (schuldeisersverzuim) 2017 OPSCHORTING Algemene regeling: afd. 6.1.7 BW. Eisen art. 6:52 BW: - verbintenis van schuldenaar - opeisbare vordering schuldenaar - schuldeiser

Nadere informatie

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: (1) [ ] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [ ], hierna te noemen "[ ], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer; (2) [ ] B.V., gevestigd en

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOP- EN LEVERINGSVOORWAARDEN

ALGEMENE VERKOOP- EN LEVERINGSVOORWAARDEN ALGEMENE VERKOOP- EN LEVERINGSVOORWAARDEN Artikel 1 Definities Aanbieding BW Dag MRT Overeenkomst Partijen Product Voorwaarden Wederpartij een offerte of anderszins schriftelijk of mondeling voorstel van

Nadere informatie

Publicatie JOR 2015 afl. 2. Publicatiedatum 05 februari College Gerechtshof 's-gravenhage. Uitspraakdatum 02 september 2014

Publicatie JOR 2015 afl. 2. Publicatiedatum 05 februari College Gerechtshof 's-gravenhage. Uitspraakdatum 02 september 2014 JOR 2015/53 Gerechtshof 's-gravenhage, 02-09-2014, 200.122.224/01Stille verpanding bij voorbaat van onder eigendomsvoorbehoud geleverde roerende zaak, Onder eigendomsvoorbehoud aan failliet geleverde teeltsysteem

Nadere informatie

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER 2015 09.00-11.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Opgave 1 (19 punten) Vraag 1 Nee Vader van een kind

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 9.00-11.00 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht ARW 1 HC 6A, 8-10-2018, Burgerlijk recht: goederenrecht Inleiding In het Sleepboot Egbertha-arrest heeft Van Gelderen een nieuwe motor nodig voor zijn boot. Hij gaat naar het bedrijf Stork en ziet een

Nadere informatie

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V.

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. Gegevens onderneming : Phoenix estigd te Diemen, laatstelijk kantoorhoudende te (2 CJ) Landsmeer aan het

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissementsverslag nummer 3 d.d. 14 januari 2014 Gegevens onderneming : Rolien Vastgoed B.V. Faillissementsnummer : 10/13/357 Datum uitspraak : 9 april 2013 Curator Rechter-commissaris

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92985

Nadere informatie

Monografieen Nieuw BW. Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Derde geheel herschreven druk

Monografieen Nieuw BW. Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Derde geheel herschreven druk Monografieen Nieuw BW B6b Levering Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Derde geheel herschreven druk Kluwer - Deventer - 2004 Inhoud VOORWOORD IX LUST VAN

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e), Extra Literatuur Goederenrecht DEEL B: Week 6 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een deel van de extra literatuur van het vak Goederenrecht. Het betreft de samenvatting van de Asser serie

Nadere informatie

Intentie koopovereenkomst roerende zaak. De ondergetekenden: hierna te noemen: Verkoper. hierna te noemen Koper;

Intentie koopovereenkomst roerende zaak. De ondergetekenden: hierna te noemen: Verkoper. hierna te noemen Koper; Intentie koopovereenkomst roerende zaak De ondergetekenden: hierna te noemen: Verkoper en hierna te noemen Koper; verklaren te zijn overeengekomen als volgt: Koper en Verkoper hierna te noemen Partijen

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles

Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles Algemene Voorwaarden Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles Artikel 1 Algemeen Artikel 2 Uitvoering van de overeenkomst Artikel 3 Betaling Artikel 4 Eigendomsvoorbehoud

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT

BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP

Nadere informatie

Beschikken over voorwaardelijke eigendom

Beschikken over voorwaardelijke eigendom annotatie Ars Aequi mei 2017 417 Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20170417 Beschikken over voorwaardelijke eigendom Prof.mr. W.H. van Boom* HR 3 juni 2016, ECLI: NL: HR: 2016: 1046, NJ 2016/290 (Rabobank/Reuser)

Nadere informatie

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber WOORD VOORAF Beperkte rechten vormen een belangrijk onderdeel van het goederenrecht. De wet regelt het ontstaan van beperkte rechten alsmede het tenietgaan van beperkte rechten. In art. 3:81 lid 2 BW wordt

Nadere informatie

Levering van roerende zaken

Levering van roerende zaken Levering van roerende zaken Levering van roerende zaken PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden,

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Definities 1.1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.2. DIGI HR: DIGI HR. 1.3. Opdrachtgever:

Nadere informatie

Mr M.M. Olthof. 1. Inleiding

Mr M.M. Olthof. 1. Inleiding - 39 - EEN VERLAAT VRAAGPUNT(JE) Mr M.M. Olthof Dient - onder vigeur von het NBW - een voorwaarde, waaronder de rechtshandeling die tot overdracht van een registergoed verplicht is aangegaan, op straffe

Nadere informatie

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap] Overeenkomst van (ver)koop van aandelen in [naam vennootschap] Tussen: 1. [Statutaire naam], statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam] aan de [adres], hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. DBS2 NEDERLAND B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor

Nadere informatie

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: 1. J.FA. DE VEER BEHEER B.V. en 2. ACI PRINTING COMPANY B.V. Gegevens onderneming en Faillissementsnummer

Nadere informatie

Schijnzekerheid na Rabobank/Reuser

Schijnzekerheid na Rabobank/Reuser Schijnzekerheid na Rabobank/Reuser Een functionele benadering van het eigendomsvoorbehoud om het uitwinnen van pandrechten op onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken te vereenvoudigen Naam: Marlou Elisabeth

Nadere informatie

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK

Bijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK HYPOTHEEK Heden, *, verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. * hierna te noemen: hypotheekgever; 2. * hierna te noemen: hypotheekhouder. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden als volgt:

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG. in het faillissement van. Datum faillissement: 8 oktober faillissementsnummer: 557/2003

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG. in het faillissement van. Datum faillissement: 8 oktober faillissementsnummer: 557/2003 TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG in het faillissement van de besloten vennootschap AARDSE HITEC BV te Tiel Datum faillissement: 8 oktober 2003 faillissementsnummer: 557/2003 rechter-commissaris: mr. B.J. Engberts

Nadere informatie

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN F364/F555/31004733 Versie 28 juni 2017 (MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN Heden, [passeerdatum], is voor mij,

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN, VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE

Nadere informatie

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden. Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project

Nadere informatie

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Algemene informatie Titel OWE Code OWE Eigenaar OWE Opleiding Inleiding Vermogensrecht IVRE de heer mr. P.A.J. Koster HBO-Rechten Studiejaar 2011-2012 Periode (1-4) 1 en 3 Doorlooptijd 1 periode Doelgroep:

Nadere informatie

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten.

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten. Algemene Voorwaarden LABEL ME Artikel 1: Definities In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.LABEL

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Due diligence. Overnamecontract

Bedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Due diligence. Overnamecontract Bedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Een bedrijf wordt om verschillende redenen overgedragen. Dit kan zijn om organisatorische redenen, verschuivingen binnen een concern of met het oog op het pensioen van

Nadere informatie

KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK

KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK CONCEPT Dossiernummer: Mk/kp 16069 KOOPOVEREENKOMST OP GROND VAN ARTIKEL 3:268 LID 2 BURGERLIJK WETBOEK Lloydtoren te Rotterdam De ondergetekenden: 1. FGH Bank N.V., een naamloze vennootschap, gevestigd

Nadere informatie

Goederenrechtelijke vragen omtrent de vennootschap in oprichting Weijs, R.J. de

Goederenrechtelijke vragen omtrent de vennootschap in oprichting Weijs, R.J. de University of Groningen Goederenrechtelijke vragen omtrent de vennootschap in oprichting Weijs, R.J. de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen.

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Den Haag, 30 juni 2014 Het besluit nr. BLKB/2014/194M van 3 juni 2014 vervangt het besluit van 14 december 2011, nr. BLKB2011/1803M en bevat beleid over

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOP-, LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN MAXXIEN

ALGEMENE VERKOOP-, LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN MAXXIEN ALGEMENE VERKOOP-, LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN MAXXIEN Artikel1. Voorwaarden Dit zijn de Algemene voorwaarden van Maxxien. Maxxien is een eenmanszaak. 1 Postadres: Erica 37 5091 EC Middelbeers

Nadere informatie

Ziekte en overgang van onderneming

Ziekte en overgang van onderneming mr. W.A.A. (Wilan) van Kuijk advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl

Nadere informatie

Gemeente/Verkoper en Panopticon/Koper hierna gezamenlijk te noemen: "Partijen".

Gemeente/Verkoper en Panopticon/Koper hierna gezamenlijk te noemen: Partijen. F518/F999/31006123 Versie 5 juni 2018 ALLONGE BEHORENDE BIJ DE KOOPOVEREENKOMST D.D. 14 MAART 2017 Koepelgevangeniscomplex Haarlem De ondergetekenden: 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon: Gemeente Haarlem,

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud Inleiding 13 1 Enige grondbeginselen 15 1.1 Rechtsregels 16 1.1.1 Publiekrecht en privaatrecht 16 1.1.2 Dwingend en aanvullend (regelend) recht 17 1.1.3 Materieel en formeel recht 18 1.1.4 Objectief

Nadere informatie