de verschillen tussen autochtonen en allochtonen er in de loop van de jaren niet of nauwelijks kleiner op zijn geworden. Uiterwijk (1994) laat met

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "de verschillen tussen autochtonen en allochtonen er in de loop van de jaren niet of nauwelijks kleiner op zijn geworden. Uiterwijk (1994) laat met"

Transcriptie

1 1 Zin en onzin van toetsen bij de aanvang van het basisonderwijs: Predictieve validiteit van taal- en intelligentiepeiling bij autochtone en allochtone kleuters Ludo Verhoeven, Orthopedagogiek, KU Nijmegen, Anne Vermeer, Babylon, Letteren, Universiteit van Tilburg, 1. Inleiding Al jarenlang wordt gesoebat over de vraag of het nuttig en/of wenselijk is kleuters te toetsen met het oog op bijvoorbeeld extra financiering voor die kinderen die achterlopen (in plaats van de zgn. gewichtenregeling), of het daarmee kunnen afrekenen van scholen op de meerwaarde die zij toegevoegd hebben aan het eind van het basisonderwijs ( outputfinanciering ). De vraag is echter wat de voorspellende waarde is van die kleutertoetsen: in hoeverre kunnen zij correct voorspellen of een kind achterstanden zal vertonen? In algemene zin geldt dat het betrouwbaar meten van aspecten van de intelligentie van jonge kinderen uitermate lastig blijkt. Met name de predictieve validiteit van dergelijke metingen laat te wensen over: de uitkomsten van een meting van de intellectuele capaciteit op de leeftijd van 3 jaar prediceert maar in zeer beperkte mate het verloop van de verdere ontwikkeling (vgl. Verhoeven & Vermeer 1999a/b). Dit heeft te maken met het feit dat kinderen zich op die leeftijd nog in wat Piaget noemt de pre-operationele fase van de cognitieve ontwikkeling bevinden. Recent neurobiologisch onderzoek ondersteunt de aanname dat de functionaliteit van de hersenen en de daarmee gepaard gaande intellectuele capaciteit van jonge kinderen nog erg plastisch en open is. Pas vanaf 6-7 jaar wordt het enigszins mogelijk om het verloop van de verdere ontwikkeling van kinderen in de basisschool te prediceren. Het voorspellen van de schooloopbaanontwikkeling van allochtone kinderen is in vergelijking met autochtone kinderen nog aanzienlijk lastiger. Voor deze kinderen geldt dat verschillen in leervermogen in belangrijke mate worden bepaald door sociaal-culturele variabelen die de aard en mate van het taalaanbod in het gezin vastleggen. Tussen autochtone kinderen en allochtone kinderen van de eerste en de tweede generatie in het basisonderwijs bestaan al sinds twee decennia grote verschillen in de Nederlandse taalvaardigheid. Vijftien jaar geleden kon worden geconcludeerd dat het niveau van taalbeheersing in het Nederlands van allochtone kinderen in de hele onderbouw ver achterbleef bij dat van Nederlandse leeftijdgenoten (vgl. Verhoeven & Vermeer 1986; 1989). Gemiddeld bleken allochtone leerlingen in de onderbouw van het basisonderwijs op alle aspecten van taalvaardigheid behalve de uitspraak lager uit te komen dan Nederlandse leeftijdgenoten. Op het terrein van klankonderscheiding, woordenschat en bij het begrijpen en zelf vormen van zinnen en teksten kon een grote mate van taalachterstand worden vastgesteld, van twee tot soms wel vier jaar. Ook al is in vergelijking met hun ouders de onderwijspositie van allochtone leerlingen verbeterd, hun doorstroming naar hogere vormen van voortgezet onderwijs en onderwijsprestaties zijn in vergelijking met die van autochtone kinderen nog steeds alarmerend laag. Zo komt uit het grootschalige PRIMA-cohortonderzoek (ongeveer leerlingen uit groep 2, 4, 6 en 8; gegevens uit schooljaar 1993/94) naar voren dat Turkse en Marokkaanse kinderen op autochtone arbeiderskinderen één jaar achterlopen, en op kinderen van ouders met een HBO- of WO-opleiding twee jaar (Driessen 1996; Mulder 1996). Recentere gegevens (1998) van het PPON-onderzoek (Sijtsra, Van der Schoot & Hemker 2002) bij ruim 5000 leerlingen einde basisonderwijs bevestigen deze achterstanden nog steeds. Bovendien laten zij in hun vergelijking tussen de gegevens uit 1993 en 1998 zien dat

2 2 de verschillen tussen autochtonen en allochtonen er in de loop van de jaren niet of nauwelijks kleiner op zijn geworden. Uiterwijk (1994) laat met doorstroomcijfers na één jaar HAVO/VWO zien dat 13.8% van de allochtone leerlingen afstroomt naar lagere schooltypen of blijft zitten, tegen 7.7% van de autochtone leerlingen (cijfers uit 1989), waarbij bovendien bedacht moet worden dat er al veel minder allochtonen terechtkomen in de hogere typen van VO, en dat de cijfers voor Turkse en Marokkaanse kinderen over het algemeen nog slechter zijn dan die voor andere allochtone leerlingen. Recente onderzoekrapporten, zoals die van het Sociaal en Cultureel Planbureau (1999), laten zien dat het onderwijs nog altijd in grote mate de ongelijke uitgangspositie van kinderen in sociaal en cultureel te onderscheiden groepen consolideert. Met name bij allochtone leerlingen blijkt nog altijd sprake van een forse taalachterstand van gemiddeld meer dan een jaar op autochtone leeftijdgenoten. De eerste groep kinderen ontbreekt het aan een breed scala aan kennis (en vaardigheden) die nodig zijn voor gericht vervolgonderwijs en voor een succesvolle deelname in de internationaal georiënteerde samenleving. Het lijkt erop dat (bijvoorbeeld bij Marokkanen) de maatschappelijke achterstand van de ene generatie allochtonen wordt doorgegeven aan de volgende met als resultaat het ontstaan van een in etnisch opzicht gemarkeerde onderklasse. Een kritische factor in deze negatieve spiraal vormt de kwaliteit van het taalonderwijs in de basisschool. Uit rapporten van de Inspectie van het Onderwijs (2000; 2002) blijkt dat op drie van de tien zwarte basisscholen slecht Nederlands wordt gegeven, en dat de afgelopen vijf jaar het percentage scholen waar de leerlingenzorg voldeed slechts 46 tot 59% was. De inspectie voegt daaraan toe dat de leerlingen van die scholen ernstige risico s lopen om een onaanvaardbare achterstand op te lopen. Op de scholen waar het mis gaat, gebruiken de docenten geen goede methode, kunnen ze te weinig aandacht geven aan de enorme achterstand van hun leerlingen, of geven ze zo slecht les dat iemand die matig Nederlands spreekt er niets van begrijpt. Om die reden draagt ook de politiek als oplossing aan dat scholen moeten kiezen voor intensief taalonderwijs. In het kader van een landelijke, longitudinale normering van de Taaltoets Alle Kinderen (Verhoeven & Vermeer 2001) zijn aan het begin van groep 1 en 2, en op het eind van groep 2, 3 en 4 taaltoetsen voorgelegd aan 600 autochtone (leerlinggewichten 1.0 en 1.25) en 600 allochtone kinderen (leerlinggewicht 1.9). Een leerlinggewicht van 1.25 wordt toegekend aan autochtoon Nederlandse arbeiderskinderen (in termen van opleiding en/of beroepsniveau van beide ouders. Een leerlinggewicht van 1.9 wordt toegekend aan kinderen uit gezinnen waarvan tenminste een van de ouders ven niet-nederlandse herkomst is, en een beperkt opleidings- en beroepsniveau heeft. Aan het eind van groep 4 is tevens een Leesbegripstoets afgenomen. Over het normeringsonderzoek zal uitgebreid gerapporteerd worden in Verhoeven & Vermeer (2003). Daarnaast is bij 900 van deze kinderen in groep 1 een intelligentiemeting verricht door middel van de volgende onderdelen van de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentietest (RAKIT): Namen Leren, Exclusie, Geheugenspan en Kwantiteit. Dit gebeurde op verzoek van de Comissie Indicatiestelling Onderwijsachterstande (1996), die een advies uitbracht over alternatieven voor de gewichtenregeling. In dit paper zullen we verslag doen van een onderzoek waarbij de predictie van deze intelligentie- en taaltoetsen op de taal- en leesontwikkeling van autochtone en allochtone leerlingen centraal staat. Nagegaan wordt in hoeverre intelligentie- en taalmeting bij vierjarigen de schoolresultaten van kinderen eind groep 4 prediceert, in hoeverre de mate van predictie voor groepen leerlingen uit verschillende sociaal-culturele strata in gelijke mate geldt, en hoe groot die voorspellende waarde is in vergelijking met bijvoorbeeld de momenteel in gebruik zijnde leerlinggewichten.

3 3 2. Opzet van het onderzoek 2.1. Proefpersonen In het kader van het normeringsonderzoek van de vernieuwde Taaltoets Alle Kinderen (TAK, Verhoeven & Vermeer 2001) zijn op ruim 80 scholen verspreid over heel Nederland meer dan 1200 kinderen in het basisonderwijs gevolgd vanaf begin groep 1 tot en met eind groep 4, verspreid over regio, urbanisatiegraad en sociale strata. Van deze kinderen kregen er 851 zowel de taal- als de intelligentietaken in groep 1; 458 autochtone Nederlandse kinderen (287 met leerlinggewicht 1.0 en 171 met leerlinggewicht 1.25), en 393 allochtone leerlingen met leerlinggewicht 1.9 (zie Tabel 1). De meesten van hen zijn Mediterranen (w.o. 184 Turken en 144 Marokkanen), waarvan meer dan 80% thuis alleen of vooral de eigen taal spreekt. De gemiddelde leeftijd bij de eerste afname begin groep 1 is voor de groepen 4;7 jaar, met een standaarddeviatie van 4 maanden. Er zijn evenveel jongens als meisjes in elke groep. Alle kinderen hebben hun primaire socialisatie in Nederland. Tabel 1 Proefpersonen, aantal per groep (leerlinggewicht) en gemiddelde leeftijd leerlinggewicht autochtonen allochtonen 1.9 aantal leeftijd gem sd 287 4;6 0; ;7 0; ;7 0;4 2.2 Instrumenten Taaltoetsen De taalvaardigheid Nederlands van de leerlingen is getoetst middels tien subtaken van de vernieuwde TAK voor de onderbouw. De volgende subtaken zijn afgenomen (tussen haakjes het aantal items, c.q. de maximum score). Klankonderscheiding (50), waarin 50 minimale paren aangeboden worden. De woorden verschillen in één foneem, of in positie c.q. aantal van fonemen (resp. kas-kaas, dorp-drop, strik-stik). Na elk woordpaar geeft het kind aan of de woorden hetzelfde zijn of niet. Articulatie (45), waarin 45 woorden nagezegd moeten worden, bijv. deuk, tang, schrik. Bij de selectie van woorden is een zo groot mogelijke spreiding van (combinaties van) klanken in het Nederlands nagestreefd. Passieve woordenschat (96), waarin de proefleider een woord zegt en het kind het juiste plaatje (uit vier) aan moet wijzen. De woorden nemen in moeilijkheidsgraad toe en de taak kent een afbreeknorm. Woordomschrijving (45), waarin de betekenis van een woord beschreven, omschreven of gedefinieerd moet worden. Ook hier nemen de items toe in moeilijkheidsgraad en wordt een afbreeknorm gehanteerd. Zinsbegrip functiewoorden (42), waarin drie plaatjes getoond worden en het kind een zin krijgt aangeboden die correspondeert met een van de plaatjes. In deze taak wordt de kennis getoetst van door middel van functiewoorden expliciet uitgedrukte relaties binnen en tussen woorden en woordgroepen, zoals in Hij kijkt op haar horloge en Omdat het regent, gaat Tom niet fietsen. Zinsbegrip patronen (42) heeft eenzelfde procedure, waarbij het gaat om inzicht in door middel van functiewoorden en woordvolgorde expliciet en impliciet uitgedrukte

4 4 relaties tussen woorden en woordgroepen, zoals in De hond is niet groter en Regende het maar niet, denkt Ali. Woordvorming (24), waarin 12 meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden en 12 voltooid-deelwoordsvormen (steeds vier items per alternant) aangevuld moeten worden op een verbale stimulus, die visueel met een plaatje ondersteund wordt (dit is één sleutel, dat zijn drie...). Zinsvorming (40), waarin twintig zinnen voorgezegd moeten worden, die elk een bepaald functiewoord en zinspatroon bevatten, dat correct geïmiteerd dient te worden, bijvoorbeeld hoewel en op het drukste plein van de stad. Tekstbegrip (24), waarin zes korte verhaaltjes worden voorgelezen, en het kind na elk verhaaltje vier vragen moet beantwoorden over expliciet en impliciet in de tekst uitgedrukte informatie, met betrekking tot referentiële, presuppositionele en implicatieve relaties binnen en tussen zinnen. Verteltaken (32), waarin het kind een tweetal verhaaltjes, afgebeeld in twee series van acht plaatjes, moet vertellen. Elk verhaal wordt beoordeeld op 16 parameters met betrekking tot aspecten van de cohesie en coherentie van elk verhaal. Alle taken zijn in hoge mate betrouwbaar (interne homogeniteit, Cronbach's alpha tussen.90 en.97). Leesbegrip An het eind van groep 4 is de leerlingen tevens een leesbegripstoets afgenomen. Hierbij gaat om de test Begrijpend lezen uit het Cito-leerlingvolgsysteem waarbij kinderen vragen moesten beantwoorden naar aanleiding van gelezen teksten. Cognitieve taken De cognitieve vaardigheden van de leerlingen zijn getoetst met vier subtaken uit de RAKIT, een gestandaardiseerde intelligentietoets (Bleichrodt, Drenth, Zaal & Resing 1984), die ook voor gebruik bij allochtone kinderen valide en betrouwbaar is bevonden (Resing, Bleichrodt & Drenth 1986). De volgende taken van de RAKIT zijn afgenomen (tussen haakjes het aantal items, c.q. de maximum score). Exclusie (50), waarin het kind uit vier abstracte figuren er één moet kiezen die niet voldoet aan een regel waaraan de overige drie figuren wel voldoen. Er wordt een sterk beroep gedaan op logisch, met name inductief, redeneren, waarbij het gaat om het ontdekken van regels. Geheugenspan (2 x 18), waarbij het kind een bepaalde reeks figuren in de juiste volgorde moet reproduceren. Er is een reeks concrete, makkelijk te benoemen figuren, en een reeks abstracte, minder goed te benoemen figuursequenties. Kwantiteit (65), waarin het kind in meerkeuze-items met afbeeldingen vergelijkingen moet maken in aantal, volume, lengte, afstand, gewicht, oppervlakte en trekkingskansen; de taak is gebaseerd op de theorie van Piaget met betrekking tot de ontwikkeling van het conservatiebegrip. Namen leren (2 x 12), waarin tekeningen van twaalf dieren worden getoond, waarbij een bepaalde naam wordt genoemd. Daarna moet het kind in twee rondes de naam bij een tekening opnieuw noemen. De relatie tussen betekenisvol figureel materiaal en een min of meer willekeurige naam moet worden onthouden, waarbij een beroep wordt gedaan op het associatief geheugen (`paired associates').

5 5 De betrouwbaarheden van de taken zijn goed (Cronbach's alpha tussen.83 en.91 voor de populatie in het onderhavige onderzoek). Tussen RAKIT- en WISC-R IQ-scores zijn hoge (r >.80) correlaties gevonden (Bleichrodt, Drenth, Zaal & Resing 1987). 2.3 Procedure De taken van de TAK en RAKIT zijn individueel in aparte ruimtes in de scholen afgenomen door getrainde proefleiders van het CITO. De eerste afnames van de TAK (TAK-1) in groep 1 vonden plaats in september en oktober 1996, in drie of vier sessies; en de afnames van de RAKIT in het voorjaar van 1997 in dezelfde groep. De laatste afname van de TAK (TAK-4) en die van de toets Begrijpend lezen (Leesbegrip) vond plaats in juni 2000, toen de leerlingen in groep 4 zaten. Daarnaast werden verschillende achtergrondgegevens van de kinderen verzameld, zoals leeftijd, sekse, etnische groep, leerlinggewicht, thuistaal, opleiding van de ouders, sociale index van de school, enzovoorts. De leerlinggewichten betreffen de standaardgewichten 1.0, 1.25, en 1.9. Voor de mate waarin thuis de eigen taal dan wel het Nederlands werd gebruikt waren vijf categorieën beschikbaar: alleen Nederlands, vooral Nederlands, beide talen evenveel, vooral de eigen taal, en alleen de eigen taal. Met het oog op het achterhalen van verschillen tussen de leerlinggewichten en verbanden tussen cognitieve en talige vaardigheden van de kinderen zijn SPSS-analyses gedraaid, door middel van pearson-correlaties en variantie-analyses. Met behulp van regressie-analyses zijn de verschillende predictoren van taal- en leesvaardigheid onderzocht. 3. Resultaten 3.1 Taalvaardigheid en intelligentie in de drie sociale groepen (1.0-, en 1.9-ll) Tabel 2 geeft de gemiddelden en standaarddeviaties van de leerlingen uit de drie leerlinggewichtscategorieën op de verschillende taken van de TAK bij de aanvang van het basisonderwijs en op het eind van groep 4. Tabel 2 klankdiscriminatie articulatie pass.woordenschat woordomschrijving zinsbegrip 1 zinsbegrip2 woordvorming zinsvorming tekstbegrip verteltaken Gemiddelden en standaarddeviaties op de TAK-taken begin groep 1 en eind groep 4 voor de onderscheiden leerlinggewichten Begin groep 1 Eind groep gem Sd gem sd , Variantie-analyses over alle taken afzonderlijk laat een significant hoofdeffect zien voor gewicht (alle p<.001), hetgeen erop duidt dat de verschillen in taalscores tussen de drie

6 6 gewichten substantieel zijn. Dit is zowel begin groep 1 als eind groep 4 het geval. Verder blijkt uit een GLM-procedure (repeated measures, TIJD en GEWICHT als factoren) op alle taken apart dat de factor TIJD (van begin groep 1 naar eind groep 4) significant is: de leerlingen zijn op alle taken vooruit gegaan. De interactie op elke taak tussen TIJD en GEWICHT is eveneens significant, hetgeen erop wijst dat de verschillen in scores tussen de drie groepen in de loop van de tijd minder groot worden. Zoals Tabel 2 echter laat zien zijn er, ondanks de plafondeffecten voor 1.0-leerlingen eind groep 4 op sommige taken, nog steeds aanzienlijke (en significante) verschillen in taalscores tussen de drie groepen, met name op de onderdelen woordenschat, woordvorming, zinsvorming, zinsbegrip en tekstbegrip. Tabel 3 geeft een overzicht van de scores van de drie groepen op de intelligentietaken. Ook op de cognitieve taken uit de RAKIT, afgenomen in groep 1, scoren de 1.0-leerlingen het hoogst, gevolgd door de en 1.9-leerlingen. Genoemde verschillen zijn steeds significant: tussen 1.0- en 1.25-leerlingen voor Namen leren en Exclusie Sig of F <.01, voor Kwantiteit en Geheugenspan Sig of F <.05. Het contrast tussen autochtonen en allochtonen is significant (alle sig of F<.001) voor alle vier de subtaken. Tabel 3 Gemiddelden en standaarddeviaties op de RAKIT gem exclusie geheugenspan kwantiteit namen leren sd gem sd Ten slotte zijn de scores berekend op de toets voor begrijpend lezen eind groep 4. Het gaat hier om schaalscores met een minimumscore van 82 en maximumscore van 112. Tabel 4 Gemiddelden en standaarddeviaties op de toets Begrijpend lezen Begrijpend lezen Hoewel de scores niet erg sterk van elkaar lijken te verschillen, zijn ze tussen de gewichten wel significant, zowel tussen 1.0- en 1.25-leerlingen (Sig of F<.01) als tussen autochtonen en allochtonen (Sig of F<.01). Bij begrijpend lezen moet overigens bedacht worden dat deze vaardigheid eind groep 4 nog zwaar leunt op technische leesvaardigheid. 3.2 Leerlinggewicht, intelligentie en taal als voorspellers van schoolsucces Tabel 5 geeft voor de totale groep de correlaties tussen het leerlinggewicht en de meetinstrumenten afgenomen aan het begin van groep 1 enerzijds en de meetinstrumenten die zijn afgenomen aan het eind van groep 4 anderzijds; in Tabel 6 worden per leerlinggewicht de correlaties gepresenteerd. Daarbij zijn gemiddelde z-scores berekend over de intelligentietaken van de Rakit enerzijds en de taaltaken van de TAK anderzijds. Tabel 5 en Tabel 6 laten zien dat zowel voor de totale groep als de afzonderlijke gewichtengroepen de RAKIT score substantieel lager correleert met de taal- en begrijpend-leestaken eind groep 4 dan de TAK-1. Wanneer bij de correlatie tussen RAKIT en TAK-4 gecontroleerd wordt voor de score op TAK-1 blijft er nog minder van de correlatie over (partiële r=.13).

7 7 Tabel 5 Correlaties voor de totale groep tussen leerlinggewicht, intelligentie- en taaltaken aan het begin van groep 1 en taal- en leestaken aan het eind van groep 4 (**= p <.01) TAK-4, eind groep 4 Begrijpend lezen, eind groep 4 Leerlinggewicht.58**.29** RAKIT groep 1.54**.39** TAK-1, begin groep 1.78**.47** Tabel 6 RAKIT groep 1 - gewicht =1.0 - gewicht = gewicht =1.9 TAK-1, begin groep 1 - gewicht =1.0 - gewicht = gewicht =1.9 Correlaties per gewicht tussen intelligentie- en taaltaken aan het begin van groep 1 en taal- en leestaken eind van groep 4 (**= p <.01, *= p <.05) TAK-4, eind groep 4 Begrijpend lezen, eind groep 4.40**.64**.42**.65**.73**.68**.30*.63** **.42** Vervolgens is met behulp van multiple regressie nagegaan in hoeverre de verschillen in scores op de TAK en de toets begrijpend lezen op het eind van groep 4 kunnen worden voorspeld vanuit de intelligentie- en taalscores van kinderen aan het begin van groep 1. Daarbij is steeds eerst het leerlinggewicht als predictor in de regressie-analyse opgenomen (stepwise). Tabel 7 geeft de resultaten voor de TAK weer, Tabel 8 die voor de toets Begrijpend lezen, beide na drie stappen Tabel 7 Leerlinggewicht TAK-1 RAKIT Tabel 8 Leerlinggewicht TAK-1 RAKIT Multiple regressie (stepwise) met TAK-4 als afhankelijke variabele TAK-4 Beta t Sig Multiple R Multiple regressie (stepwise) met Begrijpend lezen als afhankelijke variabele Begrijpend lezen Beta t Sig Multiple R , n.s..001 n.s We kunnen uit Tabel 7 en Tabel 8 aflezen dat de in begin groep 1 afgenomen taaltoets de grootste voorspellende waarde heeft voor zowel de taalvaardigheid als de begrijpendleesvaardigheid van de kinderen eind groep 4. Noch de RAKIT, noch het leerlinggewicht van de leerlingen komen uit de regressie-analyses als sterke determinanten van taal- en leesvaardigheid naar voren.

8 8 4. Conclusies en discussie Dit artikel laat zien dat er tussen de onderscheiden leerlinggewichten grote verschillen zijn in taalvaardigheid Nederlands. Nederlandse kinderen van hoger opgeleiden scoren hoger dan kinderen van lager opgeleiden die op hun beurt weer hoger scoren dan kinderen van allochtone herkomst. Met name op de onderdelen woordenschat en woordvorming blijken de verschillen substantieel. In de loop van de eerste vier leerjaren van de basisschool blijken de verschillen enigszins kleiner te worden, maar op verschillende onderdelen van de TAK is er eind groep 4 bij 1.0-leerlingen een plafondeffect. Van nivellering is, behoudens op de fonologische taken, echter geen sprake. Ook op intelligentietaken blijkt er sprake van significante verschillen tussen de drie groepen. De numerieke verschillen zijn hier echter minder groot en zijn mogelijk te verklaren vanuit een geringere ervaring in de thuissituatie met de in die taken gehanteerde vraagstellingen. De correlaties tussen taalvaardigheid Nederlands aan het begin van groep 1 en taalvaardigheid en begrijpend-leesvaardigheid op het eind van groep 4 blijken groot. Ook de regressie-analyse laat zien dat de predictieve waarde van een taalvaardigheidspeiling aan het begin van het basisonderwijs substantieel is. Voor intelligentie blijkt dit in veel mindere mate het geval. Als er gecorrigeerd wordt voor taalvaardigheid begin groep 1, blijft er bijzonder weinig van de correlatie tussen de RAKIT en TAK-4 over (r=.13). Tussen taalvaardigheid en intelligentie is er natuurlijk een redelijk hoge correlatie (tussen de RAKIT en TAK-1 bijvoorbeeld r=.57 voor 1.0- en 1.25-leerlingen, en r=.38 voor de 1.9-leerlingen). Regressieanalyse laat zien dat de voorspellende waarde van intelligentie zeer beperkt is wanneer leerlinggewichten en taalvaardigheid, gemeten aan het begin van de basisschool als predictoren worden meegenomen. Met het oog op toekomstig beleid maakt dit gegeven dat het niet goed mogelijk is om op voor- of vroegschoolse leeftijd door middel van een intelligentiemeting vast te stellen welke kinderen voor extra ondersteuning in (het gezin en) het onderwijs in aanmerking komen. Een gemakkelijk alternatief voor het werken met sociaal-cultureel bepaalde leerlinggewichten dient zich niet aan (zie ook Commissie Indicatiestelling Onderwijsachterstanden 1996).. Een en ander neemt niet weg dat het wel mogelijk is om - ook bij jonge kinderen - na te gaan of eventuele achterstanden extra personele of financiële ondersteuning behoeven, evengoed als het mogelijk is om effecten van genoten onderwijs te meten. Met name op het terrein van het meten van de taalontwikkeling van jonge kinderen zijn er goede mogelijkheden. Immers, een goede taaltoets geeft ook meteen handvaten voor remediëring. Het ligt trouwens ook voor de hand om daar waar taalvaardigheid gezien wordt als het grootste struikelblok in een succesvolle schoolcarriëre, een taalvaardigheidstoets wordt afgenomen om na te gaan wat er aan schort, en wat er aan gedaan kan worden. Voor de toekenning van extra gelden is de afname van een hele toetsbatterij overigens niet nodig: Alleen de score op de Passieve-woordenschattaak begin groep 1 verklaart in dit onderzoek al bijna 40% van de variantie op de TAK-4-scores. Voor een meer inhoudelijk gericht inzicht is bredere toetsing wenselijk. Daarnaast kan in een pretest-treatment-posttest-design zeer wel worden bepaald in hoeverre een gegeven aanbod de gewenste effecten heeft. Een aanbeveling van onze kant aan het onderwijs is om de TAK bij taalzwakke kinderen bij de aanvang van het basisonderwijs af te nemen en op basis van de toetsuitkomsten een gerichte taalinterventie op te starten. Na verloop van tijd kan door middel van een herhaalde meting worden nagegaan in hoeverre de interventie succesvol is geweest.

9 9 Bibliografie Bleichrodt, N., P. Drenth, J. Zaal & W. Resing (1984), Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test, Lisse: Swets & Zeitlinger. Bleichrodt, N., P. Drenth, J. Zaal & W. Resing (1987), Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test: Handleiding, Lisse: Swets & Zeitlinger. Commissie Indicatiestelling Onderwijsachterstanden (1996), Zo onvoorspelbaar als het leven zelf, OCW. Driessen, G. (1996), De taalvaardigheid Nederlands van allochtone en autochtone leerlingen. De ontwikkeling in het basisonderwijs in kaart gebracht, Gramma/TTT, 5, 1: Inspectie van het Onderwijs (2000), Onderwijsverslag over het jaar 1999, Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Inspectie van het Onderwijs (2002), Onderwijsverslag over het jaar 2001, Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Mulder, L. (1996), Meer voorrang, minder achterstand? Het onderwijsvoorrangsbeleid getoetst, Academisch Proefschrift, Universiteit van Nijmegen. Sijtstra, J., F. van der Schoot & B. Hemker (2002, Balans van het taalonderwijs aan het einde van de basisschool 3. Uitkomsten van de derde peiling in 1998, Arnhem: Citogroep. Sociaal en Cultureel Planbureau (1999), Sociaal en cultureel rapport 1999, Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau. Uiterwijk, H. (1994), De bruikbaarheid van de Eindtoets Basisonderwijs voor allochtone leerlingen, Arnhem: Cito. Verhoeven, L. (1995), Omgaan met verschillen, Oratie, Nijmegen: KUN. Verhoeven, L. & A. Vermeer (1986), Taaltoets Allochtone Kinderen. Diagnostische toets voor de mondelinge vaardigheid Nederlands bij allochtone kinderen van 5-9 jaar, Tilburg: Zwijsen. Verhoeven, L. & A. Vermeer (1989), Diagnose van kindertaal. Nederlandse taalvaardigheid van autochtone en allochtone kinderen, Tilburg: Zwijsen. Verhoeven, L. & A. Vermeer (1996), Taalvaardigheid in de bovenbouw. Nederlands van autochtone en allochtone leerlingen in het basis- en mlk-onderwijs, Tilburg: Tilburg University Press. Verhoeven, L., & Vermeer, A. (1999a), Cognitive factors in early first and second language proficiency, AILA Review 16, Verhoeven, L. & A. Vermeer (1999b), Taalvaardigheid van moeilijk lerende autochtone en allochtone kinderen, Tijdschrift voor Orthopedagogiek 38, 5: Verhoeven, L. & A. Vermeer (2001), Taaltoets Alle Kinderen. Diagnostische toets voor de mondelinge vaardigheid Nederlands bij kinderen van groep 1 tot en met 4, Arnhem: Cito. Verhoeven, L. & A. Vermeer (2003), Taalvaardigheid in de onderbouw. Nederlands van autochtone en allochtone leerlingen in het basis- en mlk-onderwijs (te versch.).

Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters

Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters 1 Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters Ludo Verhoeven (Radboud Universiteit Nijmegen) Anne Vermeer (Faculteit Communicatie en Cultuur, Universiteit

Nadere informatie

HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs

HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs Ludo Verhoeven, RU Nijmegen & Anne Vermeer, UvT, Tilburg (Toegepaste Taalwetenschap in Artikelen

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Taaltoets alle Kinderen (TAK) 17 oktober 2011 Review 1: K. Merkelbach, Y. Gorissen, A. ten Kate Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs

De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen, l.verhoeven@pwo.ru.nl Anne Vermeer,

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

Hoe het basisonderwijs stilletjes efficiënter werd

Hoe het basisonderwijs stilletjes efficiënter werd Hoe het basisonderwijs stilletjes efficiënter werd Resultaten van de zevende jaarlijkse peiling van de reken- en taalvaardigheid in groep 8 (2014) Bas T. Hemker & Jan van Weerden Cito Inleiding Opzet van

Nadere informatie

Taal peilingen door de jaren heen

Taal peilingen door de jaren heen 25 Jaar peilingsonderzoek in Nederland: Taal peilingen door de jaren heen Werkseminarie Nederlands Gent, 9 december Dr Bas Hemker, Psychometric Research Centre, CITO In deze presentatie Een korte beschrijving

Nadere informatie

Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4

Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4 Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4 OnderwijsBewijs-programma Femke Scheltinga Maud van Druenen Karin van Usen Waarom dit onderzoek? De aanleiding - Grote verschillen

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006-2007 Technisch Rapport Versie 0.1-7 maart 2007 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis

Nadere informatie

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153 Inhoudsopgave 1 Leerlingpopulatie... 3 1.1 Gewogen gewichten... 3 1.2 Land van herkomst... 4 2 Schoolresultaten... 5 2.1 Instroom in de kleuterbouw... 5 2.1.1 Uitstroom naar het Speciaal basisonderwijs

Nadere informatie

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs Ronde 5 Hilde Hacquebord Rijksuniversiteit Groningen Contact: H.I.Hacquebord@rug.nl Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs 1. Inleiding De onderwijsinspectie stelt in haar verslag van

Nadere informatie

Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg

Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg Arnhem, juli 2006 1 Cito B.V. Arnhem (2006) Niets uit dit werk mag zonder

Nadere informatie

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2

Voorwoord. Kwaliteitskringproduct Beschrijvingen bij logopedische onderzoeken KK245 Woerden 2 Voorwoord Geachte collega s. Dit kringproduct geeft een beschrijving van de meest gebruikte logopedische tests. Het beschrijft wat de tests / testonderdelen precies inhouden en hoe de scores geïnterpreteerd

Nadere informatie

TAK-mail MIRJAM BLUMENTHAL EN ANNE VERMEER

TAK-mail MIRJAM BLUMENTHAL EN ANNE VERMEER You ve got TAK-mail MIRJAM BLUMENTHAL EN ANNE VERMEER De Taaltoets Alle Kinderen wordt veel gebruikt, onder meer bij de cluster 2 -indicatie van tweetalige kinderen. De TAK is echter niet met dat doel

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg,

Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg, 1 Pygmalion in de klas? Onderzoek naar de bevooroordeeldheid van leraren bij de inschatting van de taalvaardigheid van hun autochtone en allochtone leerlingen Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg,

Nadere informatie

Samenvatting en verantwoording profielproduct Uitstroom op het IG en de CITO score

Samenvatting en verantwoording profielproduct Uitstroom op het IG en de CITO score Samenvatting en verantwoording profielproduct Uitstroom op het IG en de CITO score Naam auteur Martijn Steenbakkers Vakgebied Natuurkunde Titel Uitstroom op het IG en de CITO score Onderwerp Onderzoek

Nadere informatie

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan

Basisschool De Goede Herder. Schakelklas. plan Basisschool De Goede Herder Schakelklas plan 2008-2009 1. Inleiding Basisschool De Goede Herder participeerde in de periode 2002-2006 in het Helmondse Onderwijs- Kansenbeleid. Met een percentage gewichtenleerlingen

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

De invloed van verblijfsduur, leeftijd bij immigratie en taalbeheersing op intelligentie testscores van allochtonen in Nederland

De invloed van verblijfsduur, leeftijd bij immigratie en taalbeheersing op intelligentie testscores van allochtonen in Nederland Verschenen in: Bleichrodt, N., Van der Flier, H. & Koopman, P. (2000). Werken en laten werken. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. De invloed van verblijfsduur, leeftijd bij immigratie en taalbeheersing op

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Technisch Rapport Versie 1.0-17 maart 2006 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis Joke Kordes 1. Inleiding

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Taaltoetsen voor taalzwakke leerlingen in het primair onderwijs

Taaltoetsen voor taalzwakke leerlingen in het primair onderwijs Taaltoetsen voor taalzwakke leerlingen in het primair onderwijs E. van Schooten 1 E. Smeets 2 G. Driessen 2 1 SCO-Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam 2 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen CIP-GEGEVENS

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Eindtoets Basisonderwijs (Citotoets)

Eindtoets Basisonderwijs (Citotoets) Eindtoets Basisonderwijs (Citotoets) Marleen van der Lubbe Manager Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) Cito, Arnhem Inhoud LOVS Ontstaan EB Functie EB Doelgroep EB Inhoud EB Rapportage EB Gebruik

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

Sandra's studenten rapport

Sandra's studenten rapport Sandra's studenten rapport Gebruiker ID 0048A Naam Lisette van Putten Leeftijd 27 Geslacht Vrouw Afname datum 14 Jul 2015 16:18 (looptijd: 0:33:42) IQ score 102.86 De Comet is een non verbale intelligentietest

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Over de hele wereld groeien veel kinderen met een migrantenachtergrond tweetalig op, omdat hun etnische of eerste taal verschilt van de meerderheidstaal, hun tweede taal. De etnische

Nadere informatie

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau

Nadere informatie

NIO & 10 jaar aanvullend intelligentieonderzoek. Dr. H. van Dijk

NIO & 10 jaar aanvullend intelligentieonderzoek. Dr. H. van Dijk NIO & 10 jaar aanvullend intelligentieonderzoek Dr. H. van Dijk Voorwoord Het verschijnen van de gehernormeerde NIO in 2018 is een goede gelegenheid om aanvullend onderzoek over de NIO dat in de laatste

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 4 expertisecentrum nederlands 4 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1 IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren

Nadere informatie

De overgang po vo. Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht

De overgang po vo. Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht De overgang po vo Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht Kansenongelijkheid bij overgang po vo % 60 50 40 30 20 Laag opgeleide ouders (geen startkwalificatie) Gemiddeld

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Een- Minuut-Test (EMT) 17 oktober 011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review : M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregi o Aandoening

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor

Samenvatting Leidse Monitor Samenvatting Leidse Monitor 2007-2008 December 2009 Dr. Jaap van Lakerveld Drs. Ingrid Gussen Dr. Kees de Brabander Drs. Theresa Steeman PLATO Platform Opleiding, Onderwijs en Organisatie BV Universiteit

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets. Dr. jac.n. Zaal

Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets. Dr. jac.n. Zaal 1 Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets Dr. jac.n. Zaal 1. Leerlingen met een goede Werkhouding halen betere schoolprestaties en presteren beter op de Cito-toets. Voor leerlingen

Nadere informatie

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3 Inhoudsopgave 1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie 2 1.1 Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen 2 1.2 Gewichten en etniciteit peuters 3 1.2.1 Gewichtenpeuters op 1 januari 2008 3 1.2.2

Nadere informatie

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT Utrecht, maart 2008 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en probleemstelling 5 2 Resultaten basisonderwijs 7 2.1 Representativiteit

Nadere informatie

RTL Nieuws en de Cito-scores

RTL Nieuws en de Cito-scores Wat zien wij en wat vinden wij er van? Colofon datum 28 oktober 2013 auteur Jan Vermeulen status Definitief pagina 2 van 8 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en vraagstelling 3 2 RTL en de rangordelijstjes

Nadere informatie

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets. TOETSEN OP DE PWA; het hoe en waarom Alle basisscholen in Nederland moeten beschikken over een leerlingvolgsysteem: een serie toetsen of observaties waarmee de ontwikkeling van de kinderen gevolgd kan

Nadere informatie

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus

Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus Nieuwsbrief kwaliteit KBS Franciscus Onze school werkt intensief aan de kwaliteit van ons onderwijs. Dit doen we door het volgen van nascholing door leerkrachten en begeleiding en coaching van leerkrachten.

Nadere informatie

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie?

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie? Een Europees Referentiekader voor talenexamens Een utopie? José Noijons VLoD 34. Jahreshochschultagung 07.11.2008 Stichting CITO Instituut voor Toetsontwikkeling 1 Europees Referentiekader (ERK) Ontwikkeld

Nadere informatie

Opstap in Bos en Lommer

Opstap in Bos en Lommer Opstap in Bos en Lommer Samenvatting Ineke van der Veen (h.vanderveen@uva.nl) Annemiek Veen m.m.v. Pjotr Koopman SCO-Kohnstamm Instituut Eind jaren tachtig werd in Nederland het programma Opstap geïntroduceerd,

Nadere informatie

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best!

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! Artikel 7 Door: Eric Robbers en Stefan Robbers Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! 1.Inleiding Er zijn zorgen over het niveau van het onderwijs, zowel binnen het onderwijs als ook daarbuiten. Binnen

Nadere informatie

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Schooljaar 2007-2008 Technisch Rapport Versie 0.1 Maart 2008 Inspectie van het Onderwijs Afdeling Kennis Wietske Idema TR ICT Maart 2008.doc Pagina 1 van 21 Gemaakt

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Praktijkonderzoek. Joke van Adrichem & Toos van der Smit

Praktijkonderzoek. Joke van Adrichem & Toos van der Smit Praktijkonderzoek Joke van Adrichem & Toos van der Smit W A T I S H E T E F F E C T V A N D E S O R T E E R T A A K O P H E T T E K S T B E G R I P V A N L E E R L I N G E N U I T 4 V W O V A N H E T H

Nadere informatie

Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek

Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek Een scherpere blik op Beter Presteren - Highlights uit het breedteonderzoek Oberon, september 2013 1 Vooraf In opdracht van het programmabureau Beter Presteren onderzoekt Oberon welke ontwikkeling de se

Nadere informatie

Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen

Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen Het effect van context in een leestraining bij allochtone kinderen Scriptie voor het doctoraalexamen Orthopedagogiek, Leren en Ontwikkeling, Katholieke Universiteit Nijmegen Door: S.E. Engelbregt Begeleiders:

Nadere informatie

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over?

Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Dr. Geert Driessen ITS Nijmegen www.geertdriessen.nl Paper Onderwijs Research Dagen ORD 2005 30 mei 1 juni 2005, Gent (BE) 1. Achtergronden Sleutelpositie

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in

Nadere informatie

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1). 1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Gestruikeld voor de start

Gestruikeld voor de start Bijlagen Gestruikeld voor de start De school verlaten zonder startkwalificatie Lex Herweijer Bijlage A... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 Bijlage bij hoofdstuk 5... 4 Sociaal en Cultureel Planbureau Den

Nadere informatie

notitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van

notitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van notitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van commissie Bosker Bureau van het CvTE Muntstraat 7 3512 ET Utrecht Postbus 315 3500 AH Utrecht Nederland www.hetcvte.nl Datum 10 juni 2015

Nadere informatie

De Effectiviteit van het Daltononderwijs

De Effectiviteit van het Daltononderwijs De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen 1. Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R? 2. Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

Opgave 2 Religie en integratie

Opgave 2 Religie en integratie Opgave 2 Religie en integratie Bij deze opgave horen tekst 3 en figuur 1 en 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Zijn Islamieten die geïntegreerd zijn minder religieus? Is integreren moeilijker als iemand

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST-A Intelligentie Structuur Test Assessmentversie HTS Report ID 256-1 Datum 25.02.2015 Standaard IST-A Inleiding 2 / 12 INLEIDING De IST-A is de verkorte versie van de Intelligentie Structuur Test (IST);

Nadere informatie

Een nieuwkomer onder de toetsen

Een nieuwkomer onder de toetsen Een nieuwkomer onder de toetsen Ricardo is een anderstalige nieuwkomer die in september op school is aangekomen. Hij kwam recht uit Colombia, sprak enkel Spaans, maar bleek al snel een vrij pientere leerling

Nadere informatie

Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen

Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen Ontwikkeling van kinderen en relatie met kwaliteit van voorschoolse instellingen Presentatie pre-cool cohortonderzoek Bijeenkomst G37 30 juni 2016 Annemiek Veen Pre-COOL cohortonderzoek Kohnstamm Instituut

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen Gegevensbronnen De overgewichtcijfers in deze factsheet zijn gebaseerd op lengte en gewicht gegevens uit twee verschillende registratiesystemen: Kidos en de Fitmeter. Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse

Nadere informatie

Voorspellers van rekenvaardigheid bij kinderen met ESM in groep 3

Voorspellers van rekenvaardigheid bij kinderen met ESM in groep 3 Voorspellers van rekenvaardigheid bij kinderen met ESM in groep 3 TIJS KLEEMANS, ELIANE SEGERS, LUDO VERHOEVEN Lars is 7 jaar en zit in groep 3 van een cluster 2 school. Hij is gediagnosticeerd met ESM.

Nadere informatie

H 8 Cito Eindtoets 2014

H 8 Cito Eindtoets 2014 H 8 Cito Eindtoets 2014 De gemiddelde score van de Cito-eindtoets was voor onze school 534,0 Het landelijke gemiddelde was 534,4. (zie bijlage 1) De verwachte score op basis van de entreetoets in groep

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

CoVaT-CHC Basisversie:

CoVaT-CHC Basisversie: W. Magez CoVaT-CHC Basisversie: toetsing bij allochtone en autochtone leerlingen in de bovenbouw van het lager onderwijs 1 2 COVAT-CHC BASISVERSIE: TOETSING BIJ ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE LEERLINGEN IN DE

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Effecten van schoolsamenstelling op schoolprestaties in het Nederlandse basisonderwijs.

Effecten van schoolsamenstelling op schoolprestaties in het Nederlandse basisonderwijs. Effecten van schoolsamenstelling op schoolprestaties in het Nederlandse basisonderwijs. Merlijn Karssen Ineke van der Veen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut Universiteit van Amsterdam Samenvatting In

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Praktijkonderwijs (PrO) Wat zijn de criteria voor Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs?

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Praktijkonderwijs (PrO) Wat zijn de criteria voor Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs? Procedures - Plaatsing LWOO en praktijkonderwijs Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is bedoeld voor leerlingen die op zichzelf wel een diploma in een van de leerwegen van het VMBO kunnen halen, maar

Nadere informatie

Dyslexie bij nieuwkomers

Dyslexie bij nieuwkomers Dyslexie bij nieuwkomers LOWAN woensdag 11 april 2018 Voorstelrondje Voorstellen workshopleider Wie is leerkracht, IB, RT, andere functie? Hoeveel jaar ervaring met meertaligheid? Opbouw workshop Stukje

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs 1 De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs Sieneke Goorhuis-Brouwer, KNO, UMCG, Groningen Kees de Bot, Toegepaste Taalwetenschap RUG, Groningen April

Nadere informatie

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Taalstoornissen Primair: specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI) Secondair: niet-specifiek

Nadere informatie

58 Tijdschrift Taal, jaargang 1, nummer 2. Overgangen van de ene naar de andere onderwijssector

58 Tijdschrift Taal, jaargang 1, nummer 2. Overgangen van de ene naar de andere onderwijssector 58 Tijdschrift Taal, jaargang 1, nummer 2 Een doorlopende lijn? Overdracht van informatie over mondelinge taalvaardigheid en schrijfvaardigheid van leerlingen bij de overgang van het primair onderwijs

Nadere informatie