De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs"

Transcriptie

1 De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid in het basisonderwijs Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen, Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg, Communicatie- en Informatie Wetenschappen, D428, Postbus 90153, 5000LE Tilburg 1. Inleiding Bij het bepalen van iemands taalvaardigheid wordt doorgaans voornamelijk gedacht aan het meten van kennis en gebruik van woorden en regels op klank-, woord-, zins- en tekstniveau. Taalvaardigheid omvat echter ook sociolinguïstische vaardigheden in taal en taalgebruik. Hymes (1972) introduceerde het begrip communicatieve competentie waarin naast de kennis van grammaticale regels ook de kennis van allerlei sociale regels over het gebruik in de dagelijkse praktijk van taal een plaats kreeg. Hiermee wordt niet gedoeld op het toepassen van verworven kennis, bijvoorbeeld het kunnen interpreteren van een handleiding, maar etnischsociale gedragsregels zoals interrumperen en elkaar aankijken tijdens het spreken, of meer individueel bepaald gedrag als openheid en flexibiliteit. Hymes was ook een van de eersten die het belang van deze sociale taalgebruiksregels benadrukte voor taalverwervende kinderen. Zij moeten immers leren not only what may possibly be said, but also what should and should not be said (Hymes 1972: 26). Met name waar bij immigratie de nieuwkomers zich een tweede taal eigen moeten maken, kan door verschillen tussen autochtone en allochtone cultuur wat Hymes noemt culturele interferentie optreden, omdat waarden en normen over wat passend taalgebruik is, kunnen verschillen. Sociale-taalvaardigheidsaspecten hangen dus zowel samen met karaktereigenschappen (bijvoorbeeld zich gemakkelijk bij anderen aansluiten, werkhouding), als met etnisch-sociale gedragsregels (bijvoorbeeld mogen interrumperen, elkaar aankijken tijdens spreken, of vragen stellen). Zonder een oordeel te willen vellen over karaktereigenschappen en/of sociale gedragsregels kan wél gesteld worden dat sommige de communicatie kunnen bevorderen en andere de communicatie kunnen belemmeren, en daarmee de taalvaardigheid al dan niet bevorderen. De gedragsregel bijvoorbeeld dat een kind een volwassene onder het spreken niet mag aankijken, betekent dat een schat aan informatie (spraakafzien, gelaatsuitdrukking) het taallerend kind ontgaat. Het kan de betekenis van wat de volwassenen bedoelt alleen maar afleiden uit wat het hoort, en niet uit de lippenstand of verdere gelaatsuitdrukking. Andere aspecten van sociale taalvaardigheid die de communicatie in hoge mate kunnen beïnvloeden, zijn bijvoorbeeld een zeer directe manier van verzoeken, de belangrijkste zaken waarover men in een gesprek wil spreken pas als laatste noemen, of een antwoord geven gericht op de status van de gesprekspartner en niet op de inhoud. In dit onderzoek gaan we na wat de rol is van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid. Gedurende vier jaar zijn bij bijna duizend kinderen met Nederlands als eerste en als tweede taal (NT1/NT2) van groep 1 tot en met 4 in het basisonderwijs taal- en leestoetsen afgenomen. Van bijna 500 van deze kinderen zijn in groep 8 ook de scores op de Cito Eindtoets Basisonderwijs verzameld. Daarnaast hebben hun leerkrachten middels beoordelingslijsten met paren van uitspraken dan wel adjectieven respectievelijk de sociale taalvaardigheid en de vijf hoofddimensies van (verbale) persoonlijkheid ( Big Five, zie onder anderen Kohnstamm 1992: 3) van de kinderen beoordeeld. Op basis van deze gegevens willen we nagaan in hoeverre aspecten van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken (werkhouding, dynamiek, introvertheid)

2 2 samenhangen met taalvaardigheid, dan wel taalonafhankelijk zijn, en in hoeverre genoemde aspecten op het tempo van ontwikkeling van taalvaardigheid van invloed zijn. In de literatuur worden binnen wat hier `sociale taalvaardigheid' is genoemd, verschillende deelvaardigheden onderscheiden, die verschillende benamingen gegeven worden, met vele inhoudelijke overlappingen. Hymes (1985: 17) vermeldt in een kort overzicht bijvoorbeeld `conversational', `interactional', `social', `sociolinguistic' en `pragmatic' competence. In het kader van tweede-taalverwervingsonderwijs ontwikkelden Canale en Swain (Canale & Swain 1980; Canale 1981; Swain 1984) een model voor communicatieve competentie, waarin zij de volgende vaardigheden onderscheiden: `grammatical', `sociolinguistic', `discourse' en `strategic' competence. Grammaticale taalvaardigheid omvat de kennis van fonologische regels, lexicale items, morfo-syntactische regels en proposities ofwel de letterlijke betekenis van uitingen. Sociolinguïstische taalvaardigheid heeft betrekking op socioculturele regels omtrent taalgebruik. Daarbij gaat het met name om de juistheid binnen een socioculturele context van communicatieve functies en van houding, stijl of register. Discourse competence viel aanvankelijk ook onder deze vaardigheid, maar werd later (cf. Canale 1981) als aparte component beschouwd, die staat voor de vaardigheid om samenhang in vorm, betekenis en bedoeling te brengen in verschillende genres gesproken en geschreven teksten. Strategische taalvaardigheid ten slotte heeft betrekking op de beheersing van bepaalde verbale en non-verbale strategieën om de communicatie te ondersteunen, het effect ervan te vergroten of om storingen als gevolg van een beperkte kennis van de taal of van andere storende factoren, zoveel mogelijk te compenseren. In eerder onderzoek (Verhoeven & Vermeer 1992, 2002) is de validiteit van het model van Canale en Swain met de onderscheiden deelvaardigheden in onderzocht. 2. Opzet van het onderzoek 2.1. Proefpersonen In het kader van het normeringsonderzoek van de Taaltoets Alle Kinderen (TAK, Verhoeven & Vermeer 2001) zijn op ruim 80 scholen verspreid over heel Nederland ruim duizend kinderen in het basisonderwijs gevolgd vanaf begin groep 1 tot en met eind groep 4, verspreid over regio, urbanisatiegraad en sociale strata. Van 837 kinderen hebben we een complete dataset van vijf toetsafnames in vier jaar tijd: 473 autochtone Nederlandse kinderen, en 364 leerlingen van allochtone herkomst. De meesten van de laatste groep zijn van oorspronkelijk Turkse en Marokkaanse herkomst, waarvan uit onderzoek (Driessen 2004) naar voren komt dat thuis alleen of vooral de eigen taal gesproken wordt. De gemiddelde leeftijd bij de eerste afname begin groep 1 is voor de groepen 4;7 jaar, met een standaarddeviatie van 4 maanden. Er zijn evenveel jongens als meisjes in elke groep. Alle kinderen hebben hun primaire socialisatie in Nederland gehad. Van alle kinderen hebben de leerkrachten in groep 3 de vragenlijst Sociale Taalvaardigheid ingevuld; en de leerkrachten in groep 4 de Big Five vragenlijst. Van 485 van deze kinderen hebben we ook de scores op de Cito Eindtoets Basisonderwijs, toen ze in groep 8 zaten. Zie voor een rapportage over alle leerlingen Verhoeven en Vermeer (2006). 2.2 Instrumenten Taaltoetsen De taalvaardigheid Nederlands van de leerlingen is getoetst middels tien subtaken van de TAK voor de onderbouw. De volgende subtaken zijn afgenomen (tussen haakjes het aantal items, c.q. de maximum score): Klankonderscheiding (50), Articulatie (45), Passieve

3 3 woordenschat (96), Woordomschrijving (45), Zinsbegrip functiewoorden (42), Zinsbegrip patronen (42), Woordvorming (24), Zinsvorming (40), Tekstbegrip (24), en twee Verteltaken (32). Alle taken zijn in hoge mate betrouwbaar (homogeniteit, Cronbachs alpha tussen.90 en.97, zie Verhoeven & Vermeer 2006). De som van alle scores is gerekend als totaalscore op de TAK. De maximum score is dus 440. Ten behoeve van het meten van de sociale taalvaardigheid van de leerlingen zijn 24 paren van tegengestelde uitspraken op een vijfpuntsschaal opgesteld, elk met een positieve en een negatieve pool. De negatieve pool bevat een uitspraak over communicatie-remmend gedrag, en de positieve pool over communicatie-bevorderend gedrag. Alle uitspraken refereren aan direct observeerbaar communicatief gedrag, en hebben zowel op productieve als receptieve vaardigheden betrekking, zoals in de volgende paren die geformuleerd zijn bij het aspect `alternatieve wegen': slaat geen acht op gebaren van de spreker is in staat gebaren van de spreker te interpreteren maakt geen gebruik van gebaren om kan met handen en voeten spreken zijn bedoeling te verduidelijken Door omcirkeling kan aangegeven worden of het gedrag van de leerling meer door de linker, dan wel de rechter uitspraak kan worden getypeerd. Aan de hand van deze paren van uitspraken kunnen leerlingen gekarakteriseerd worden, waarbij zeer communicatief-remmend gedrag een score van 1 punt en zeer communicatief-bevorderend gedrag een score van 5 punten oplevert voor elk van de uitspraken. Het scorebereik loopt dus van 24 naar 120. In eerder onderzoek (Verhoeven & Vermeer 1992; 2002) is de hanteerbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit van het instrument onderzocht. Daarbij is voor 16 Turkse kleuters de beoordelingslijst ingevuld door hun leerkrachten en getrainde proefleiders die de betreffende leerlingen gedurende enige dagen geobserveerd hadden. De (Pearson) correlatie tussen beide groepen (onafhankelijke) beoordelaars bleek significant (r=.73, n=16, p=<.001). De betrouwbaarheid van het instrument was goed (Cronbachs α =.92). Persoonlijkheidskenmerken (Big Five) Voor het meten van de Big Five is een beoordelingslijst geconstrueerd waarin 24 paren van uitspraken met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken van de leerling geformuleerd zijn, volgens hetzelfde stramien als de beoordelingslijst sociale taalvaardigheid. Deze lijst is opgesteld aan de hand van de vijf hoofddimensies van (verbale) persoonlijkheidsbeoordelingen die bij factoranalyses in de persoonlijkheidspsychologie steeds naar voren komen (Kohnstamm 1992: 3), en die bekend staan onder de `Big Five'. Daarbij moeten proefpersonen zichzelf of anderen aan de hand van adjectieven beoordelen. In de Nederlandse versie van de California Child Q-set worden voor kinderen bijvoorbeeld de volgende benamingen gebruikt (Lieshout & Haselager 1992): 1. Aangenaam, 2. Emotioneel stabiel, 3. Werkhouding, 4. Dynamisch, en 5. Ideeënrijk. Voor elk van die vijf kenmerken zijn paren van uitspraken geformuleerd aan de hand van de kenmerken genoemd in Lieshout & Haselager (1992) om de persoonlijkheidskenmerken van leerlingen in het onderhavige onderzoek te beoordelen. Twee voorbeelden van paren: Heeft gezonde dosis zelfvertrouwen is onzeker Probeert schuld op anderen te schuiven is redelijk en rechtvaardig De scoring geschiedt op dezelfde wijze als bij de beoordelingslijst sociale taalvaardigheid. Het scorebereik loopt ook hier van 24 tot 120. In eerder onderzoek (Verhoeven & Vermeer 2002) is de betrouwbaarheid van het instrument goed bevonden (Cronbachs α =.94).

4 4 Cito Eindtoets Basisonderwijs Tenslotte is gebruik gemaakt van de verschillende subtoetsen en de Standaardscore op de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito. De Standaardscore loopt van 501 tot en met 550 en is gebaseerd op de scores op de volgende drie onderdelen (aantal items tussen haakjes): Taal (100), gericht op het schrijven van teksten (30) (exclusief spelling); spellen van werkwoorden (10); spellen van niet-werkwoorden (10); begrijpend lezen (30) en woordenschat (20); Rekenen en Wiskunde (60), gericht op basiskennis van getallen; hoofdrekenen; bewerkingen; breuken, procenten en verhoudingen; meten, meetkunde, tijd en geld; en Informatieverwerking (40), gericht op hanteren van informatiebronnen; kaartlezen; lezen van schema s, tabellen en grafieken; lezen van teksten: identificeren; lezen van teksten: afleiden. 2.3 Procedure De taken van de TAK zijn individueel in aparte ruimtes in de scholen afgenomen door getrainde proefleiders van het CITO. De eerste afnames van de TAK in groep 1 vonden plaats in september en oktober 1996, in drie of vier sessies. De laatste afname van de TAK (TAK-5) vond plaats in juni 2000, toen de leerlingen in groep 4 zaten. De leerkrachten in groep 3 hebben de vragenlijst Sociale Taalvaardigheid ingevuld, en de leerkrachten in groep 4 de Big Five vragenlijst. De Cito Eindtoets Basisonderwijs werd afgenomen in het voorjaar van 2004, toen de leerlingen in groep 8 zaten. Daarnaast werden verschillende achtergrondgegevens van de kinderen verzameld, zoals leeftijd, sekse, etnische groep, thuistaal, opleiding van de ouders, enzovoorts. Voor de mate waarin thuis de eigen taal (of een dialect of Fries) dan wel het Nederlands werd gebruikt waren vijf categorieën beschikbaar: alleen Nederlands, vooral Nederlands, beide talen evenveel, vooral de eigen taal, en alleen de eigen taal. Om na te gaan in hoeverre aspecten van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken samenhangen met taalvaardigheid, dan wel taalonafhankelijk zijn, en in hoeverre genoemde aspecten op het tempo van ontwikkeling van taalvaardigheid van invloed zijn, zijn SPSS-analyses gedraaid, door middel van pearson-correlaties en variantieanalyses. Tevens is door middel van een Factoranalyse op de beoordelingslijst van de persoonlijkheidskenmerken nagegaan of de verschillende aspecten van de Big Five in de data teruggevonden werden. Met behulp van regressie-analyses zijn de verschillende predictoren van taalvaardigheid onderzocht. 3. Resultaten 3.1 Taalvaardigheid, sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken Tabel 1 geeft de gemiddelden en standaarddeviaties van de leerlingen op de TAK in de loop van groep 1 tot en met 4, de Cito Eindtoets Basisonderwijs in groep 8, en de twee beoordelingsschalen, voor autochtoon Nederlandse en allochtone kinderen apart. Binnen beide groepen is er sprake van een significante toename van scores op de TAK naarmate de kinderen ouder worden. (GLM Repeated Measures, Within-subjects, F(4,2816) = , p = ), waarbij op alle toetsmomenten van de TAK de verschillen tussen autochtonen en allochtonen significant zijn (Between-subjects, F(1,704) = , p = ). Daarbij is ook de interactie tussen tijd en autochtoon/allochtoon significant (Within-subjects, F(4,2816) = , p = ), dus de verschillen tussen autochtonen en allochtonen worden wel kleiner in de loop van de vier jaar. Ook op de beide beoordelingsschalen zijn de verschillen tussen

5 5 autochtoon en allochtoon significant, zowel bij de sociale taalvaardigheid (t(998)= , p = ) als de Big Five (t(927)= , p = ). Ten slotte zijn ook op de Cito Eindtoets Basisonderwijs (t(483)= , p = ) en de deelscore voor taal (t(483)= , p = ) de verschillen tussen beide groepen significant. Binnen de groep allochtonen zijn de verschillen tussen van oorsprong Turkse en Marokkaanse kinderen niet (meer) significant. Dat was bij de oude TAK in 1986 (zie Verhoeven & Vermeer 1989) nog wel het geval. Tabel 1: Gemiddelden en standaarddeviaties op de TAK (groep 1 4), Cito Eindtoets Basisonderwijs (groep 8), sociale taalvaardigheid en Big Five, voor de totale groep en apart voor autochtoon Nederlandse en allochtone kinderen TAK1 TAK2 TAK3 TAK4 TAK5 Big Five Cito Eindtoets Standaard Cito Taal autochtonen allochtonen allen gem sd gem sd gem sd 238,35 53,94 157,91 50,25 205,76 65,66 294,42 44,80 222,78 53,75 265,40 59,99 330,98 36,20 265,97 49,40 304,64 52,78 363,06 30,66 315,23 42,59 343,69 42,94 387,12 25,01 347,88 33,57 371,22 34,62 86,25 13,62 79,16 13,93 82,97 14,20 91,09 11,77 85,53 12,64 88,61 12,47 536,06 9,74 529,26 10,30 533,59 10,46 71,41 15,106 60,82 14,91 67,57 15,86 Vervolgens is gekeken naar de samenhangen tussen taalscores aan de ene kant en de sociale taalvaardigheid en de Big Five aan de andere kant. Voor alle proefpersonen samen geldt dat de scores op de TAK samenhangen met zowel de sociale taalvaardigheid.als de Big Five (met correlaties van rond de.40 voor beide schalen). De correlaties van de Cito Eindtoets met de Big Five zijn iets lager (r =.39), en die met de sociale taalvaardigheid veel lager (r =.15), maar nog wel significant (p =.001). Voor autochtonen en allochtonen apart laten de correlaties ongeveer hetzelfde beeld zien, maar zijn die tussen de Cito Eindtoets en de sociale taalvaardigheid niet meer significant (zie tabel 2). Tabel 2: Correlaties tussen de taaltoetsen, de Cito eindtoets en de sociale taalvaardigheid en de Big Five voor autochtonen en allochtonen apart (**= p<.01, *= p<.05) TAK1 TAK2 TAK3 TAK4 TAK5 Cito Standaard Cito taal autochtonen Big Five.38**.40**.38**.05.32**.06.32** allochtonen Big Five.24**.30**.33**.32**.32**.14.39**.14 Om na te gaan of de vijf factoren die in de literatuur onderscheiden worden ( Big Five ) in de data teruggevonden worden, en welke van die factoren samenhangen met de taalscores, zijn allereerst factoranalyses op de beoordelingslijst van persoonlijkheidskenmerken uitgevoerd. Uit de factoranalyse (Varimax Rotation) komen vijf factoren naar voren met een eigenwaarde groter dan 1, die samen 68% van de totale variantie verklaren. De ladingen van de verschillende items op deze vijf factoren laten een helder patroon zien, waarin de Big Five duidelijk te herkennen zijn als

6 6 - aangenaam (6 items >.50): is hartelijk, is rechtvaardig, is hulpvaardig, kan goed opschieten met anderen, is bereid te delen, ontwikkelt hechte vriendschappen; - ideeënrijk (5 items): vindingrijk, boeiend, creatief, improvisatietalent, fantasierijk - dynamisch (5 items): lichamelijk uitbundig, vitaal, energiek, lichamelijk actief, soepel en behendig - werkhouding (5 items): planmatig, geconcentreerd, stelt hoge eisen aan zichzelf, netjes en ordelijk; en - emotioneel stabiel (3 items): gezonde dosis zelfvertrouwen, weet met spanning om te gaan, heeft positief zelfbeeld. Met andere woorden, ook in dit onderzoek wordt het bestaan van de Big Five bevestigd als hoofddimensies van persoonlijkheidsoordelen. Vervolgens is nagegaan in hoeverre de vijf onderscheiden kenmerken van de Big Five samenhangen met de TAK- en Cito-scores, apart voor autochtonen en allochtonen. Aangezien de correlaties van de verschillende TAK-scores elkaar weinig ontlopen, zijn in tabel 3 alleen die van de vijfde afname (in groep 4) opgenomen, omwille van overzichtelijkheid. Tabel 3: Correlaties tussen de vijf persoonlijkheidskenmerken en TAK- en Cito-scores, voor autochtonen en allochtonen apart (**= p<.01) aangenaam ideeënrijk dynamisch werkhouding stabiel autochtonen TAK5 Cito Standaard Cito Taal allochtonen TAK5 Cito Standaard Cito Taal.17** **.28**.26**.14**.42**.29**.29**.33**.35**.33** **.14** **.35**.45**.47**.14**.27**.50**.47**.16**.33**.23**.28**.28**.21** Zowel voor autochtonen als allochtonen geldt dat de hoogste correlaties gevonden worden tussen de Cito-scores en werkhouding, en de laagste tussen de Cito-scores en dynamisch : een leerling die planmatig, geconcentreerd, netjes en ordelijk werkt en hoge eisen aan zichzelf stelt, haalt hogere scores, terwijl de beweeglijke, lichamelijk actieve leerling lagere scores behaalt dan de stille, wat minder motorisch wedijverende types. Opvallend is dat de factor aangenaam bij de autochtoon Nederlandse kinderen niet, en bij de allochtonen wel significant correleert met de Cito Eindtoets Basisonderwijs. 3.2 De rol van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken in de ontwikkeling van taalvaardigheid Om na te gaan in hoeverre een grotere sociale taalvaardigheid, en voor taalverwerving positief geachte persoonlijkheidskenmerken van invloed zijn op het tempo van ontwikkeling van taalvaardigheid, zijn de leerlingen ingedeeld in twee groepen met een hoge respectievelijk lage sociale taalvaardigheid. Datzelfde is gedaan voor de persoonlijkheidskenmerken, met twee groepen met een hoge respectievelijk lage Big Five-score. Vervolgens zijn Variantieanalyses (GLM Repeated Measures) gedraaid om te zien of de hoge en de lage scoorders wat betreft hun scores op de TAK in die vier jaar in tempo van taalverwerving verschillen. Uit de analyses komt naar voren dat de groepen met een hoge respectievelijk lage sociale taalvaardigheid beide vooruitgaan op de TAK (within-subjects, F(4,2816) = , p

7 7 = ), en dat de groep met een lage sociale taalvaardigheid weliswaar iets sneller vooruitgaat dan de groep met een lage sociale taalvaardigheid (within-subjects, F(4,2816) = , p = ), maar daarbij is de F van de interactie tijd*groep hoog/laag sociaal taalvaardig niet hoog. Het verschil tussen beide groepen in de scores op de TAK is weliswaar significant, maar ook niet groot (between-subjects, F(1,704) = , p = ). Analyses bij autochtone en allochtone kinderen apart leiden tot overeenkomstige uitkomsten. Uit de variantie-analyse met de twee groepen met een hoge respectievelijk een lage score op de Big Five blijkt dat ook hier de groep met een lage score op de Big Five weliswaar iets sneller vooruit is gegaan (within-subjects, F(4,2816) = 9.720, p = ), maar dat de F van de interactie tijd*groep hoge/lage Big Five hier nog lager is dan bij de sociale taalvaardigheid. Ook hier is het verschil tussen beide groepen in de scores op de TAK weliswaar significant, maar niet groot (between-subjects, F(1,704) = , p = ). Op de twee hierboven uitgelichte persoonlijkheidsaspecten ( dynamisch en werkhouding ) verschillen de hoog- en laag-dynamische leerlingen bijna niet in scores op de TAK, noch in vooruitgang. Wat betreft de werkhouding verschillen de hoog- en laag-geclassificeerde kinderen weliswaar significant van elkaar in scores op de TAK (between-subjects, F(1,702) = , p = ), maar ook hier is het verschil in vooruitgang minimaal (interactie tijd*groep hoge/lage werkhouding, withinsubjects, F(4,2808) = 4.655, p =.001). Alle analyses uitgevoerd op autochtonen en allochtonen apart, leiden tot dezelfde uitkomsten als die voor de totale groep kinderen. Op grond van deze analyses kan gesteld worden dat het niet zo is dat een grotere sociale taalvaardigheid leidt tot een snellere ontwikkeling van taalvaardigheid in de (bijna) vier jaar van begin groep 1 tot en met eind groep 4. Ook de voor taalverwerving positief geachte persoonlijkheidskenmerken blijken niet het tempo van ontwikkeling van taalvaardigheid in die eerste vier jaar van het basisonderwijs te verhogen. 3.2 en persoonlijkheidskenmerken en de predictie van taalvaardigheid aan het einde van het basisonderwijs Met behulp van regressie-analyses zijn de verschillende predictoren van taalvaardigheid aan het einde van het basisonderwijs onderzocht. Daarbij is de taalscore op de Eindtoets Basisonderwijs in groep 8 als afhankelijke variabele ingevoerd, en (stepwise) als voorspellers de etnische herkomst (autochtoon/allochtoon), het opleidingsniveau van de ouders (alleen basisonderwijs, minimaal lager beroepsonderwijs, en middelbaar beroepsonderwijs of hoger), de totaalscore op de TAK bij de eerste opname in groep 1, de sociale taalvaardigheid, en tenslotte de Big Five. Uit deze analyse komen alleen het taalniveau in groep1 (TAK1) en de Big Five als significante predictoren naar voren (na twee stappen: R =.51). Omdat hierboven is gebleken dat de onderscheiden persoonlijkheidskenmerken van elkaar verschillen in samenhang met taalvaardigheid, is vervolgens een regressieanalyse uitgevoerd waarbij deze verschillende persoonlijkheidskenmerken als aparte predictoren zijn ingevoerd, naast etnische herkomst, opleidingsniveau, TAK1, en sociale taalvaardigheid. Het resultaat staat in tabel 4. Tabel 4: Multiple regressie (stepwise) met de Taalscore van de Eindtoets Basisonderwijs als afhankelijke variabele, alle proefpersonen (n=403), na vier stappen Taalscore Eindtoets Beta t Sig Multiple R (Constant) TAK1 werkhouding dynamisch stabiel

8 8 We kunnen uit tabel 4 aflezen dat voor de totale groep (n=403) de taalvaardigheid aan het begin van groep 1 (TAK1), en de persoonlijkheidskenmerken werkhouding, stabiliteit, en dynamisch alle predictieve factoren zijn, waarbij de TAK1 de grootste voorspellende waarde heeft, en het kenmerk dynamisch een negatieve predictor is. Bij analyses voor de autochtonen afzonderlijk (n=271, Multiple R na vijf stappen.60) geldt dat werkhouding de grootste voorspellende waarde (t = 6.324) heeft, naast de TAK1 (t = 5.955), stabiel (t = 3.374), en de kenmerken dynamisch (t = ) en aangenaam (t = ), die beide negatief zijn (zie tabel 5). Tabel 5: Multiple regressie (stepwise) met de Taalscore van de Eindtoets Basisonderwijs als afhankelijke variabele, autochtonen (n=271), na vijf stappen Taalscore Eindtoets Beta t Sig Multiple R (Constant) werkhouding TAK1 dynamisch stabiel aangenaam Bij de analyses voor de allochtonen apart (n=131, Multiple R na twee stappen.51) komt naar voren dat allereerst het persoonlijkheidskenmerk werkhouding (t = 5.016) en daarna de taalvaardigheid aan het begin van groep 1 (t = 3.549) significante predictoren van taalvaardigheid in groep 8 zijn (zie tabel 6). Tabel 6: Multiple regressie (stepwise) met de Taalscore van de Eindtoets Basisonderwijs als afhankelijke variabele, allochtonen (n=131), na twee stappen Taalscore Eindtoets Beta t Sig Multiple R (Constant) werkhouding TAK Van een aantal van deze kinderen (n=166) is in groep 1 ook de intelligentie gemeten middels de RAKIT (Bleichrodt, Drenth, Zaal & Resing 1986). Wanneer deze als predictor meegenomen wordt in dezelfde analyse, verandert er weinig aan de uitkomsten, behalve dan dat de RAKIT in de vijfde stap als significante predictor naar voren komt bij de autochtonen (t = 2.758, sig =.006). Bij de allochtonen (n=98) is de RAKIT geen significante predictor wanneer deze in de analyse wordt meegenomen (zie ook Verhoeven & Vermeer 2005). Concluderend kan gesteld worden dat voor de taalvaardigheid gemeten middels de Eindtoets Basisonderwijs van zowel de autochtone als allochtone kinderen in groep 8 vooral het persoonlijkheidskenmerk werkhouding de belangrijkste voorspeller is, naast de taalvaardigheid Nederlands die zij al in groep 1 hadden. 4. Conclusies en discussie In dit onderzoek zijn we nagegaan wat de rol is van sociale taalvaardigheid en persoonlijkheidskenmerken (Big Five) in de ontwikkeling van taalvaardigheid. In de eerste vier jaren van het basisonderwijs blijkt de taalvaardigheid gemeten middels de TAK zowel

9 9 met de sociale taalvaardigheid.als met de Big Five samen te hangen (correlaties tussen.35 en.40), en aan het eind van het basisonderwijs wordt nog wel een grote samenhang tussen aan de ene kant de Standaardscore en de taalscore van de Cito Eindtoets, en aan de andere kant de Big Five gevonden (r =.39), maar de samenhang met de sociale taalvaardigheid is veel lager (r =.15). Voor autochtonen en allochtonen apart laten de correlaties ongeveer hetzelfde beeld zien, waarbij die tussen de Cito Eindtoets en de sociale taalvaardigheid niet meer significant zijn. Zowel voor autochtonen als allochtonen geldt dat de hoogste correlaties gevonden worden tussen de Cito-scores en werkhouding, en de laagste tussen de Cito-scores en dynamisch. Een leerling die planmatig, geconcentreerd, netjes en ordelijk werkt en hoge eisen aan zichzelf stelt, haalt hogere scores, terwijl de beweeglijke, actieve, energieke, lichamelijk uitbundige leerling lagere scores behaalt dan de stille, wat minder motorisch wedijverende types. Dit komt overeen met eerder onderzoek (cf. Verhoeven & Vermeer 2002). Opvallend is dat daarnaast bij allochtone kinderen de factor aangenaam (hartelijk, is rechtvaardig, is hulpvaardig, kan goed opschieten met anderen, is bereid te delen, ontwikkelt hechte vriendschappen) steeds significant correleert met TAK- en Cito-scores. Wat betreft het tempo van taalontwikkeling laten variantie-analyses zien dat een grotere sociale taalvaardigheid niet leidt tot een snellere ontwikkeling van taalvaardigheid in de vier jaar van begin groep 1 tot en met eind groep 4. Ook de voor taalverwerving positief geachte persoonlijkheidskenmerken blijken het tempo van ontwikkeling van taalvaardigheid in die eerste vier jaar van het basisonderwijs niet te verhogen. Op grond van de regressieanalyses waarmee de verschillende predictoren van taalvaardigheid aan het einde van het basisonderwijs zijn onderzocht, kan gesteld worden dat voor de score op de Eindtoets Basisonderwijs van zowel de autochtone als allochtone kinderen in groep 8 vooral het persoonlijkheidskenmerk werkhouding de belangrijkste voorspeller is, naast de taalvaardigheid Nederlands die zij al in groep 1 hadden. Bij de autochtone kinderen speelt daarnaast nog het kenmerk stabiel (gezonde dosis zelfvertrouwen, weet met spanning om te gaan, heeft positief zelfbeeld.) een rol, en de kenmerken dynamisch en aangenaam blijken negatieve predictoren te zijn. In eerder onderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs (Verhoeven & Vermeer 2002) bleek er een significante samenhang te zijn tussen sociale taalvaardigheid (gemeten met hetzelfde instrument als in dit onderzoek) en de taalvaardigheid gemeten middels de TAK- Bovenbouw (r =.29), terwijl de correlatie met de Big Five en de TAK-Bovenbouw veel lager was (r =.17). Mogelijk ligt het verschil met het onderhavige onderzoek hierin, dat de TAK andere aspecten van taalvaardigheid meet dan het onderdeel taal van de Cito Eindtoets, waarbij de helft van de items gaat over schooltaalvaardigheden als het schrijven van teksten en spelling. Dat geldt natuurlijk nog meer voor de Standaardscore van de Eindtoets. Het zou een reden kunnen zijn dat werkhouding bij taalvaardigheid gemeten met de Cito-toets een belangrijker rol speelt dan bij taalvaardigheid gemeten middels de TAK. De verschillen in scores tussen autochtone en allochtone kinderen zijn op de TAK zeer groot, maar de verschillen nemen wel enigszins af in de loop van de vier jaar. Ook op de Citoscores zijn de verschillen zeer groot. Op de beide beoordelingsschalen van de Big Five en de sociale taalvaardigheid zijn de verschillen wel significant, maar niet zo groot. Bij beide schalen lijkt de leerkracht mede de taalvaardigheid van de leerling beoordeeld te hebben. Het concept `sociale taalvaardigheid' van een taalgebruiker speelt zich in feite op twee niveaus af. Het eerste niveau heeft betrekking op algemene sociale taalvaardigheden die nodig zijn om in welke taal dan ook effectief te kunnen communiceren, zoals initiatief nemen, lichaamshouding, gebaren, hulp vragen, enzovoorts. Het tweede niveau heeft betrekking op de vertaling van deze vaardigheden in een bepaalde taal, zoals het gebruik van populaire woorden en modewoorden, en gebruik van verschillende aanspreekvormen. Het eerste niveau is kortom niet aan een specifieke taal verbonden, het tweede niveau wel. De leerkrachten lijken hun beoordeling niet zozeer te

10 10 hebben gebaseerd op het tweede niveau, dat van de algemene sociale taalvaardigheden, maar vooral op vaardigheden die specifiek Nederlands zijn. We hebben geen ondersteuning kunnen vinden voor de gedachte dat een grotere sociale taalvaardigheid of het hebben van voor taalverwerving positief geachte persoonlijkheidskenmerken het tempo van taalontwikkeling versnelt. Er is wel duidelijk een samenhang tussen taalvaardigheid, sociale taalvaardigheid en de Big Five. Kinderen met een grotere sociale taalvaardigheid en een hogere score op de Big Five lijken al aan het begin van de basisschool een grotere taalvaardigheid te hebben. Literatuur Bleichrodt, N., P. Drenth, J. Zaal & W. Resing (1986), Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test, Lisse: Swets & Zeitlinger. Canale, M. (1981), Introduction to the Ontario Assessment Instrument Pool for French as a second language, The Ontario Assessment Instrument Pool for French as a second language, Toronto: Ontario Ministry of Education. Canale, M. & M. Swain (1980), Theoretical bases of communicative approaches to second language teaching and testing, Applied Linguistics 1: Driessen, G. (2004), De taalsituatie van Caribische en Mediterrane immigranten. Ontwikkelingen in taalvaardigheid en taalkeuzes in Antilliaanse, Surinaamse, Turkse en Marokkaanse gezinnen gedurende de periode , Migrantenstudies 20: Hymes, D. (1972), On communicative competence, in J.B. Pride & J. Holmes (eds.), Sociolinguistics: selected reading, , Harmondsworth: Penguin. Hymes, D. ( 1985), Towards linguistic competence, AILA Review 2: Kohnstamm, G.A. (1992), Ontwikkeling in de persoonlijkheidspsychologie: de opkomst van de Big Five,. Pedagogische Studiën 69, 1: Lieshout, C. & G. Haselager (1992), Persoonlijkheidsfactoren in Q-sort persoonsbeschrijvingen van kinderen: Relatie tot het vijf-factoren model, Pedagogische Studiën 69, 1: 12. Swain, M. (1984), Large-scale communicative language testing. A case study, in: S. Sarignon & M. Berns (eds.), Initiatives in communicative language teaching: A book of readings, Reading, MASS.: Addison Wesley. Verhoeven, L., & A. Vermeer (1989), Diagnose van kindertaal. Nederlandse taalvaardigheid van autochtone en allochtone kinderen, Tilburg: Zwijsen. Verhoeven, L. & A. Vermeer (1992),. Modeling communicative second language competence, in L. Verhoeven & J.H.A.L. de Jong (eds.), The construct of language proficiency, , London: Benjamins. Verhoeven, L. & A. Vermeer (2001), Taaltoets Alle Kinderen. Diagnostische toets voor de mondelinge vaardigheid Nederlands bij kinderen van groep 1 tot en met 4, Arnhem: Cito. Verhoeven, L. & A. Vermeer (2002), Communicative competence and personality dimensions in first and second language learners, Applied Psycholinguistics 23, 3: Verhoeven, L. & A. Vermeer (2005), Het ongelijk van Netelenbos? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs, Toegepaste TaalWetenschap in Artikelen 74: Verhoeven, L. & A. Vermeer (2006), Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK), Arnhem: Cito. (integraal ook op

Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters

Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters 1 Sociale, cognitieve en talige factoren en de predictie van schoolsucces van Turkse kleuters Ludo Verhoeven (Radboud Universiteit Nijmegen) Anne Vermeer (Faculteit Communicatie en Cultuur, Universiteit

Nadere informatie

de verschillen tussen autochtonen en allochtonen er in de loop van de jaren niet of nauwelijks kleiner op zijn geworden. Uiterwijk (1994) laat met

de verschillen tussen autochtonen en allochtonen er in de loop van de jaren niet of nauwelijks kleiner op zijn geworden. Uiterwijk (1994) laat met 1 Zin en onzin van toetsen bij de aanvang van het basisonderwijs: Predictieve validiteit van taal- en intelligentiepeiling bij autochtone en allochtone kleuters Ludo Verhoeven, Orthopedagogiek, KU Nijmegen,

Nadere informatie

HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs

HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs HET ONGELIJK VAN NETELENBOS? Toetsing van kleuters en hun prestaties op de Cito Eindtoets Basisonderwijs Ludo Verhoeven, RU Nijmegen & Anne Vermeer, UvT, Tilburg (Toegepaste Taalwetenschap in Artikelen

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Taaltoets alle Kinderen (TAK) 17 oktober 2011 Review 1: K. Merkelbach, Y. Gorissen, A. ten Kate Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

> Leerling- en. onderwijsvolgsysteem > Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk voor groep 5, 6 en 7. Primair onderwijs

> Leerling- en. onderwijsvolgsysteem > Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk voor groep 5, 6 en 7. Primair onderwijs > Leerling- en Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk voor groep 5, 6 en 7 Compact: u toetst de belangrijkste onderdelen van uw onderwijsprogramma Compleet: u beschikt over één pakket met alle

Nadere informatie

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen Sinds de 2001-editie van het DLE boek zijn de volgende aanvullingen verschenen: - Aanvulling 2002-2003 - niet meer leverbaar - Aanvulling 2007 - niet meer leverbaar - Aanvulling 2008 - niet meer leverbaar

Nadere informatie

Cito-toetsen ( )

Cito-toetsen ( ) Cito-toetsen (15.01.2017) Op de Plakkenberg worden diverse toetsen afgenomen. Veel toetsen horen bij de methode, zgn. methodetoetsen, die de stof toetsen die in de methode is behandeld. Daarnaast wordt

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg,

Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg, 1 Pygmalion in de klas? Onderzoek naar de bevooroordeeldheid van leraren bij de inschatting van de taalvaardigheid van hun autochtone en allochtone leerlingen Anne Vermeer, Taal & Minderheden, KUB, Tilburg,

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Beoordelen professionele en nietprofessionele. spreekvaardigheid hetzelfde?

Beoordelen professionele en nietprofessionele. spreekvaardigheid hetzelfde? Beoordelen professionele en nietprofessionele beoordelaars NT2- spreekvaardigheid hetzelfde? jubileumconferentie 20 jaar Staatsexamens Nederlands als tweede taal 31 augustus 2012 Klaartje Duijm k.duijm@uva.nl

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153

/ aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % aant. % ,3 5 3,3 8 5, , ,7 153 Inhoudsopgave 1 Leerlingpopulatie... 3 1.1 Gewogen gewichten... 3 1.2 Land van herkomst... 4 2 Schoolresultaten... 5 2.1 Instroom in de kleuterbouw... 5 2.1.1 Uitstroom naar het Speciaal basisonderwijs

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best!

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! Artikel 7 Door: Eric Robbers en Stefan Robbers Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! 1.Inleiding Er zijn zorgen over het niveau van het onderwijs, zowel binnen het onderwijs als ook daarbuiten. Binnen

Nadere informatie

Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4

Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4 Interactief werken aan woordenschat Onderzoek in groep 2 tot en met groep 4 OnderwijsBewijs-programma Femke Scheltinga Maud van Druenen Karin van Usen Waarom dit onderzoek? De aanleiding - Grote verschillen

Nadere informatie

Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets. Dr. jac.n. Zaal

Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets. Dr. jac.n. Zaal 1 Schoolgedrag, intelligentie, schoolprestaties en de CITO-toets Dr. jac.n. Zaal 1. Leerlingen met een goede Werkhouding halen betere schoolprestaties en presteren beter op de Cito-toets. Voor leerlingen

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

dinsdag 3 november 2009

dinsdag 3 november 2009 dinsdag 3 november 2009 1 Informatie voor ouders School Eind Onderzoek Hoofdrolspeler(s) ouders uw kind onze leerling school 3 Rol van de ouders verwachtingen ondersteunen second opinion 4 Rol van de school

Nadere informatie

Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk

Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk Groep 5, 6 en 7 Compact: de belangrijkste onderdelen van uw onderwijsprogramma getoetst Compleet: alle basisvaardigheden

Nadere informatie

Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs

Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs Factsheet Tweetalig Primair Onderwijs Vervolgmeting schooljaar 2016/17 Maarten Wolbers Evelien Krikhaar Cindy Teunissen Rick de Graaff Sharon Unsworth Bianca Leest Karien Coppens Tessa Jenniskens Januari

Nadere informatie

Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk

Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Entreetoets Compact, compleet en overzichtelijk Groep 5, 6 en 7 Nieuw: Kurzweilversie voor groep 6 en 7 en verbeterde rapportages Compact: de belangrijkste

Nadere informatie

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen

Overzicht van de bij het DLE Boek verschenen aanvullingen Sinds de 2001-editie van het DLE boek zijn de volgende aanvullingen verschenen: - Aanvulling januari 2014 leverbaar - Aanvulling PDF mei 2013 opgenomen in aanvulling januari 2014 - Aanvulling oktober 2012

Nadere informatie

03.03.2010 Conferentie Studiesucces

03.03.2010 Conferentie Studiesucces 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING We meten op onze school twee keer per jaar het sociaal-emotionele functioneren van onze leerlingen mee. Dat doen we met VISEON van Cito. Viseon staat voor Volg Instrument

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) Maart 2017 Review: 1. Sonja Bauhoff 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Lichaamsregio Aandoening

Nadere informatie

LEERKRACHTEN VINDEN MEISJES TAALVAARDIGER

LEERKRACHTEN VINDEN MEISJES TAALVAARDIGER 1 LEERKRACHTEN VINDEN MEISJES TAALVAARDIGER (Voor)oordelen over de taalvaardigheid Nederlands van autochtone en allochtone jongens en meisjes in het Speciaal Basisonderwijs Anne Vermeer, Babylon, Letteren,

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Versie 1.0 (c) Mei 2008, Dr Edwin van Thiel Copyright 123test alle rechten voorbehouden info@123test.nl 1 Over de Nederlandse persoonlijkheidstest Dit document

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Taal peilingen door de jaren heen

Taal peilingen door de jaren heen 25 Jaar peilingsonderzoek in Nederland: Taal peilingen door de jaren heen Werkseminarie Nederlands Gent, 9 december Dr Bas Hemker, Psychometric Research Centre, CITO In deze presentatie Een korte beschrijving

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal ParnasSys. Inleiding

Handleiding ouderportaal ParnasSys. Inleiding 1 Handleiding ouderportaal ParnasSys Inleiding Op onze school vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij met de scholen van De Oude Vrijheid

Nadere informatie

Het Toetsen Tournée. Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht

Het Toetsen Tournée. Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht Het Toetsen Tournée Paul Drijvers Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht www.fisme.science.uu.nl/ 2017-06-02 CET RVO TIMSS DTT LKT CE hv Opzet We bekijken een zestal nationale toetsen uit Nederland

Nadere informatie

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs Evaluatieonderzoek naar Programma Interactief Taalonderwijs ER ZIT PIT IN Het Expertisecentrum Nederlands heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd op negen scholen die het Programma Interactief Taalonderwijs

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek naar de effectiviteit van VVE- en peuterspeelzalen in Oosterhout en Den Bosch. E. van Schooten P. Sleegers

Samenvatting onderzoek naar de effectiviteit van VVE- en peuterspeelzalen in Oosterhout en Den Bosch. E. van Schooten P. Sleegers Samenvatting onderzoek naar de effectiviteit van VVE- en peuterspeelzalen in Oosterhout en Den Bosch E. van Schooten P. Sleegers Aanleiding en opzet Op verzoek van Delta-onderwijs, het schoolbestuur van

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal Parnassys

Handleiding ouderportaal Parnassys Handleiding ouderportaal Parnassys Inleiding Als team van de Sint Jozefbasisschool vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij bewust gekeken

Nadere informatie

Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen

Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen In het schooljaar 2014-2015 is de kim-versie van Veilig leren lezen op de markt gekomen. Inmiddels zijn veel scholen al aardig gewend aan

Nadere informatie

Opbrengsten rapportage Entree- en Eindtoets Columbusschool

Opbrengsten rapportage Entree- en Eindtoets Columbusschool Opbrengsten rapportage Entree- en Eindtoets Columbusschool Schooljaar 2013-2014 Willemijn Visser 25-8-2014 Opbrengsten rapportage Entree- en Eindtoets Columbusschool 2014 1 Opbrengstrapportage Entree-

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen

De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen Tamara van Batenburg-Eddes Cathelijne Mieloo, Dick Butte, Petra van de Looij-Jansen, Wilma Jansen GGD Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets. TOETSEN OP DE PWA; het hoe en waarom Alle basisscholen in Nederland moeten beschikken over een leerlingvolgsysteem: een serie toetsen of observaties waarmee de ontwikkeling van de kinderen gevolgd kan

Nadere informatie

De Effectiviteit van het Daltononderwijs

De Effectiviteit van het Daltononderwijs De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind Observatielijst peuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Kanvas is de naam van het KanjerVolgsysteem.

Kanvas is de naam van het KanjerVolgsysteem. Kanvas is de naam van het KanjerVolgsysteem. Het systeem bevat de volgende uitgangspunten: 1. Hoe kan ik voor leerkrachten en ouders zo eenvoudig mogelijk in kaart krijgen welke leerlingen zich positief

Nadere informatie

Samenwerken met ouders van zorgleerlingen in het primair onderwijs

Samenwerken met ouders van zorgleerlingen in het primair onderwijs ORD 2019 Heerlen, 27 juni Samenwerken met ouders van zorgleerlingen in het primair onderwijs Mélanie Monfrance (Maastricht University) & Hélène Leenders (Fontys Hogeschool Pedagogiek) Achtergrond van de

Nadere informatie

Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg

Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen (TAK) Ludo Verhoeven, Radboud Universiteit Nijmegen Anne Vermeer, Universiteit van Tilburg Arnhem, juli 2006 1 Cito B.V. Arnhem (2006) Niets uit dit werk mag zonder

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Handleiding ouderportaal ParnasSys Handleiding ouderportaal ParnasSys Inleiding Als team van WSKO basisschool Het Kompas vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij bewust

Nadere informatie

VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE

VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE Meting juli 2010, schooljaar 2009-2010 CONCEPT Augustus 2010 Yolande Emmelot 1 INLEIDING 3 RESULTATEN UIT HET VRAGENLIJSTONDERZOEK

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

ADVIES, CITO-TOETS EN HOE VERDER?? Een aantal spannende maanden tegemoet

ADVIES, CITO-TOETS EN HOE VERDER?? Een aantal spannende maanden tegemoet ADVIES, CITO-TOETS EN HOE VERDER?? Een aantal spannende maanden tegemoet Wat is de voorbereiding? Vanaf eind november starten we met het oefenen van Cito-toetsen -niet te serieus -wijzen op strategieën

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

Van de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD

Van de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD Van de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD Voorstellen Eva Hamhuis Psychologie & Onderwijskunde Junior Onderzoeker

Nadere informatie

Toelichting rapportages Entreetoets 2014

Toelichting rapportages Entreetoets 2014 Toelichting rapportages Entreetoets 2014 Cito verwerkt de antwoordbladen en berekent de scores van de leerlingen. In tweevoud ontvangt u automatisch de papieren leerlingprofielen op school; één voor de

Nadere informatie

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Onderzoek naar uitvallers tussen de tweede en derde meting van het cohortonderzoek COOL 5-18 Jaap Roeleveld Hermann Vierke Lia Mulder o h o r t o n d e

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen 1. Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R? 2. Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2)

Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2) Werkdocument resultaatafspraken vroegscholen (basisschool groep 1-2) Geadviseerd wordt om elk jaar het formulier verantwoording te downloaden zodat de meest recente versie wordt gebruikt. Omdat er met

Nadere informatie

Instrumenten duurzame ontwikkeling van kinderen

Instrumenten duurzame ontwikkeling van kinderen Instrumenten duurzame ontwikkeling van kinderen Burgerschapsontwikkeling ( sociale competence ): Vragenlijst Burgerschapscompetenties Bron: Ledoux, G., Geijsel, F., Dam, G. ten & Reumerman, R. (2010).

Nadere informatie

De overgang po vo. Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht

De overgang po vo. Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht De overgang po vo Hoe bepalen wat een leerling kan? Trudie Schils Universiteit Maastricht Kansenongelijkheid bij overgang po vo % 60 50 40 30 20 Laag opgeleide ouders (geen startkwalificatie) Gemiddeld

Nadere informatie

Beoordelingskader onderwijskundige en organisatorische aspecten andere eindtoetsen

Beoordelingskader onderwijskundige en organisatorische aspecten andere eindtoetsen Beoordelingskader onderwijskundige en organisatorische aspecten andere eindtoetsen Tussentijdse beoordeling toetsitems IDnummer 18.011 Naam Toets AMN Eindtoets Aanvrager AMN Beoordelaars Gert Gelderblom

Nadere informatie

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten? Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten? 1 Inhoud Voorwoord... 3 1 Leesproblemen... 4 2 Mogelijk dyslexie... 4 2.1. De dagelijkse lespraktijk.... 4 2.2: De stappen die genomen

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie