Voortgangsproblemen met de masterscriptie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voortgangsproblemen met de masterscriptie"

Transcriptie

1 Voortgangsproblemen met de masterscriptie onderzoek onder studenten van de faculteit Managementwetenschappen Kees Gelderman (MW) Rieny van den Munckhof (MCen S) Open Universiteit Maart 2011

2 Colofon Productie en vormgeving Open Universiteit (IPO), Heerlen Auteurs Kees Gelderman (MW) Rieny vd Munckhof (MC&S) 2011 Open Universiteit, Heerlen IPO rapporten reeks De Open Universiteit ontwikkelt en verzorgt open hoger afstandsonderwijs. Omdat de Open Universiteit wil transformeren van een instelling van voornamelijk schriftelijk afstandsonderwijs met face-to-face begeleiding naar een instelling waarbij sturing via het web centraal staat, is in 2007 het Instellingsbreed Programma Onderwijs (IPO) in het leven geroepen. Alle centrale innovatieve onderwijsprojecten van de Open Universiteit worden in dit programma samengebracht. Het doel van het programma is een bijdrage leveren aan de onderwijskwaliteit van het onderwijs van de Open Universiteit en aan de transitie van de Open Universiteit naar een instelling die kwalitatief hoogstaand flexibel, open, gedigitaliseerd (webgestuurd) afstandsonderwijs aanbiedt. In het programma staan de volgende thema s centraal: de elektronische leeromgeving, begeleiding, toetsing en tentaminering, kwaliteitszorg, multimedia en onderwijsinstelling. De IPO rapporten reeks bevat de publicaties uit de diverse projecten en richt zich vooral op docenten, onderwijsontwikkelaars en onderwijsadviseurs in het hoger onderwijs. De IPO rapporten kunnen worden besteld bij: Open Universiteit Secretariaat IPO Postbus DL Heerlen Tel Ria.Wijermans-Overman@ou.nl Open Universiteit ISBN:

3 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1. Inleiding Aanleiding en probleemstelling Methoden van onderzoek 8 2. Brainstorm sessie - inventarisatie van oorzaken Opzet van het survey onderzoek De steekproef Voortgangsproblemen Oorzaken van voortgangsproblemen Resultaten van het survey onderzoek Samenstelling van de steekproef en de respons Voortgangsproblemen in kaart gebracht Contacten met de begeleider Planning De pre-master De afstudeerkringen Voortgangsproblemen: oorzaken en gevolgen Interpretatie van de resultaten Resultaten van de nabel-actie Contacten en acties De belangrijkste bevindingen Conclusies en lessen Conclusies en aanbevelingen 27 Appendix A Uitnodiging voor participatie aan het onderzoek 30 Appendix B De vragenlijst 31 Appendix C Illustratieve uitspraken van studenten 39 Appendix D Enkelvoudige correlaties tussen items en te verklaren variabelen 42

4 Samenvatting Probleemstelling De ste masterstudenten van de faculteit Managementwetenschappen combineren hun studie met een (veelal drukke) baan en activiteiten in de privésfeer. Vertragingen en voortgangsproblemen zijn dan ook een bekend en logisch gevolg van deze omstandigheden. Echter, de faculteit heeft moeten constateren dat in de afgelopen 5 jaar de problemen zijn toegenomen. De gemiddelde doorlooptijd van scripties vertoont een stijgende trend (van 18 tot 24 maanden) en ook de uitval neemt toe (van 15% tot 25%). De faculteit vindt het belangrijk om deze trend te keren. Het inzicht in mogelijke oorzaken is fragmentarisch, anekdotisch en niet onderbouwd met feiten. Teneinde beleid te kunnen maken op basis van harde data, heeft de faculteit besloten een onderzoek op te zetten naar de oorzaken van voortgangsproblemen van studenten met hun masterscriptie. Methode van onderzoek Het onderzoek bestond uit drie onderdelen: (1) een brainstorm sessie met docenten van de faculteit Managementwetenschappen en onderwijstechnologen van Celstec teneinde mogelijke oorzaken te identificeren; (2) een survey onder scriptiestudenten waarin deze oorzaken in verband worden gebracht met de voortgangsproblemen van studenten; (3) een beperkt aantal diepte-interviews met studenten met ernstige voortgangsproblemen. Er is een online-enquête uitgezet onder scriptiestudenten, die zich hebben ingeschreven tussen en en deze scriptie nog niet hebben afgerond. In deze enquête is gevraagd naar hun ervaringen en eventuele problemen in hun afstudeeronderzoek. In totaal zijn 615 studenten via benaderd, wat resulteerde in een response van 22,4% (n = 138). 4

5 Resultaten Indicatoren van voortgangsproblemen Tevredenheid voortgang Slaagkans Vertraging Benodigde uren De algemene tevredenheid is laag, gezien het gemiddelde rapportcijfer van 4,3. Ruim 60% van de respondenten beoordeelt de voortgang als onvoldoende. Studenten geven zichzelf, ondanks de problemen, een gemiddelde slaagkans van 84%. Bijna 40% geeft blijk van veel vertrouwen, en schat de slaagkans in op 100%. Van de 83 studenten met een planning heeft r dan 90% vertraging opgelopen. De relatieve vertraging is gemiddeld 40% (= de absolute vertraging ten opzichte van de inschrijfduur). Men denkt gemiddeld 750 uur nodig te hebben, waarbij de antwoorden variëren tussen 150 en 3000 uur. Er zijn vraagtekens te plaatsen bij de betrouwbaarheid van de schattingen. Voortgangsproblemen: oorzaken en gevolg Factoranalyse Regressieanalyses Met behulp van een factoranalyse is een aantal van 22 items teruggebracht tot 16 items en verdeeld over de volgende vijf factoren: - tevredenheid met de begeleiding - voorbereiding op het afstudeeronderzoek - realistische verwachtingen - werkomstandigheden en - responsiviteit van de begeleider. Met regressie-analyses is in kaart gebracht welke factoren een significante invloed hebben op de vier indicatoren van voortgangsproblemen. Ook is de tevredenheid met de afstudeerkringen als verklarende variabele ingebracht. Tevredenheid voortgang De tevredenheid met de voortgang blijkt positief beïnvloed te worden door de tevredenheid met de begeleiding en de afstudeerkringen, maar in negatieve zin door ongunstige werkomstandigheden. Slaagkans De slaagkans stijgt naarmate studenten r tevreden zijn over de begeleiding en de afstudeerkringen. Relatieve vertraging De relatieve vertraging is groter naarmate studenten slechter voorbereid aan de scriptie beginnen. Aantal benodigde uren Het aantal benodigde uren is hoger bij studenten met een slechte voorbereiding en bij studenten met onrealistische verwachtingen. 5

6 Conclusies en aanbevelingen Algemene conclusies Scriptierendement Doorlooptijden Het scriptierendement kan worden verbeterd door de kwaliteit van de begeleiding en de afstudeerkringen te verhogen. De doorlooptijden kunnen worden verkort door een betere voorbereiding te bieden op het afstudeeronderzoek. Specifieke aanbevelingen Voorbereiding Een slechte voorbereiding heeft vooral invloed op de doorlooptijden. De meningen van studenten met een pre-master zijn verdeeld over de aansluiting met het afstudeeronderzoek. Studenten met een pre-master hebben niet minder voortgangsproblemen dan studenten zonder een pre-master. De aansluiting tussen de pre-master en het afstudeeronderzoek is voor verbetering vatbaar. Nader onderzoek kan uitwijzen op welke punten studenten een betere voorbereiding moeten krijgen. Begeleiding Inhoudelijke en methodologische begeleiding hebben een sterke invloed op de slaagkans en de tevredenheid met de voortgang. De faculteit zal blijvend moeten investeren in de onderzoeksmogelijkheden en kwaliteiten van scriptiebegeleiders. Aanwijzingen Concrete aanwijzingen zijn van wezenlijk belang en stimuleren de studievoortgang. Aanwijzingen moeten niet alleen vertellen dat iets anders moet, maar ook informatie geven over waarom en hoe. Afstudeerkringen De tevredenheid over de afstudeerkringen heeft een sterke invloed op de voortgang en de slaagkans. Echter, de gemiddelde tevredenheid is niet hoog (6,3) en r bijeenkomsten leiden niet tot betere resultaten. Ook bestaan er grote verschillen tussen de afstudeerkringen als het gaat om organisatie, verplichtingen voor studenten, instroom mogelijkheden, enzovoorts. De effectiviteit van de verschillende varianten binnen de afstudeerkringen zal verder onderzocht moeten worden. Opstarten en afspraken Veel studenten hebben juist problemen met het opstarten van hun afstudeeronderzoek. Actievere ondersteuning lijkt nodig in de beginfase. Bij de opstart kan een intake gesprek worden gehouden, waarbij student en begeleider concrete afspraken maken over de aard en de frequentie van het contact. Ook moeten studenten worden gestimuleerd om een planning te maken. 6

7 Initiatief en contacten Slechts sporadisch (5%) komt het initiatief voor contact van de begeleider. Van een actievere houding van begeleiders tijdens het gehele scriptietraject mag een positieve invloed worden verwacht op de doorlooptijden en het scriptierendement. 7

8 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en probleemstelling De masteropleidingen van de faculteit Managementwetenschappen worden afgesloten met een afstudeertraject waarin studenten (afstudeer)onderzoek doen waarover verslag wordt gedaan in de vorm van een scriptie. Het afstudeeronderzoek is een oefening in het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek over een onderwerp dat past binnen één van de aangeboden afstudeerkringen. De typische MW-student is tussen de 25 en 40 jaar, is ambitieus en leergierig, maar moet de studie veelal combineren met een baan en activiteiten in de privésfeer. Vertragingen en voortgangsproblemen zijn het logische gevolg van deze omstandigheden. De uitval in de laatste fase van de studie was jarenlang redelijk constant op circa 15%. Dit percentage bleek de laatste 5 jaren een geleidelijk stijging te vertonen. In 2010 was de uitval opgelopen tot 25%, afgemeten aan het aantal studenten dat nog niet geslaagd was na een inschrijftermijn van 32 maanden. Ook de gemiddelde doorlooptijd van scriptie vertoont een ongewenste, stijgende trend. Gingen we voorheen altijd uit van een gemiddelde van 18 maanden, de laatste jaren is dat bijgesteld tot naar schatting 24 maanden. Van uitstel komt afstel, dat geldt ook voor de scriptie. Deze studie-uitval is natuurlijk bijzonder vervelend en pijnlijk voor studenten die al veel geïnvesteerd hebben in de opleiding. Los daarvan is het ook voor de faculteit MW een groot probleem, aangezien de financiering steeds r afhangt van het aantal uitgereikte diploma s. De faculteit zoekt daarom naar mogelijkheden om het rendement van het scriptietraject te verbeteren. Het inzicht in mogelijke oorzaken is echter fragmentarisch, anekdotisch en niet onderbouwd met onderzoeksgegevens. Teneinde beleid te maken op basis van harde data, heeft de faculteit besloten een onderzoek op te zetten naar de uitval en de oorzaken daarvan. Deze aanleiding heeft geleid tot de volgende probleemstelling: Welke omstandigheden en oorzaken leiden tot voortgangsproblemen van masterscriptie-studenten van de faculteit Managementwetenschappen? Op basis van de verkregen uitkomsten zal de faculteit beleid maken dan wel aanpassen teneinde de doorlooptijden en het rendement te verbeteren. Het is de bedoeling om ook andere faculteiten van de aanpak en resultaten op de hoogte te stellen. Deze kunnen vervolgens een vergelijkbaar onderzoek opzetten voor de eigen opleidingen. 1.2 Methoden van onderzoek Binnen de Open Universiteit wordt veel en regelmatig onderzoek gedaan onder studenten, zoals Studentinzicht en ander IPO-onderzoek. Er is ook het nodige bekend over aspecten als studievoortgang en uitval. Binnen de faculteit worden alleen gegevens verzameld onder studenten die de scriptie hebben afgerond (evaluatief onderzoek). Echter, er is tot nu toe nog geen onderzoek gedaan onder scriptiestudenten die in de eindfase van hun studie voortgangsproblemen ondervinden. We hebben geen goed en uitgekristalliseerd beeld over de oorzaken van uitval van scriptiestudenten. Teneinde een eerste inzicht te krijgen in mogelijke oorzaken voor voortgangsproblemen met de scriptie is een brainstorm sessie georganiseerd. Hieraan hebben docenten van de faculteit Managementwetenschappen en onderwijstechnologen van Celstec geparticipeerd. De uitkomsten van deze sessie zijn gebruikt als input voor 8

9 het survey onderzoek, met name voor het identificeren van mogelijke verklarende variabelen en voor het ontwikkelen van de vragenlijst. Vervolgens is de ontwikkelde vragenlijst aangeboden aan alle huidige scriptiestudenten van de faculteit Managementwetenschappen. Om precies te zijn, er is een enquête gehouden onder studenten die gestart zijn tussen en , maar die hun masterscriptie nog niet hebben afgerond. De steekproef zal studenten met en studenten zonder voortgangsproblemen bevatten. Door het analyseren van de verzamelde gegevens kan een beeld worden verkregen van oorzaken en verschillen tussen probleemstudenten en probleemloze studenten. In de vragenlijst kunnen studenten ook aangeven dat ze een gesprek willen met een (andere, ervaren) docent over hun problemen. Deze nabel-actie maakt ook onderdeel uit van het onderzoek. Door diepte-interviews met een beperkt aantal studenten met (vermoedelijk) ernstige voortgangsproblemen kan additioneel inzicht worden verkregen in oorzaken en wellicht ook in mogelijke oplossingen. 9

10 2. Brainstorm sessie - inventarisatie van oorzaken Op 7 september 2010 is een brainstorm sessie georganiseerd waarin gezocht werd naar mogelijke oorzaken van scriptieproblemen. De bijeenkomst was gericht op het exploreren van mogelijkheden in brede zin. Aan de sessie hebben scriptiebegeleiders van de faculteit Managementwetenschappen gedaan, als ook een aantal onderwijstechnologen van Celstec. De resultaten van de brainstorm sessie zijn samen te vatten in een viertal blokken van mogelijke oorzaken. Deze zijn hieronder weergeven, waarbij telkens een aantal specifieke invullingen en voorbeelden zijn gegeven. De aldus verkregen input is later in het onderzoek gebruikt bij het opstellen van de vragenlijst ten behoeve van de survey. (1) Onrealistische verwachtingen Studenten hebben een verkeerd beeld en niet-realistische verwachtingen over de eisen, de aanpak en de benodigde tijd. De eisen zijn hoog en niet altijd even duidelijk voor studenten. Studenten zijn gewend om bij het handje te worden genomen, wat bij de scriptie niet het geval is. Ze zijn gewend om een lineair studiepad te volgen ( snelweg van A naar B ), terwijl afstudeeronderzoek veel r onderzekerheden kent ( schatzoeken op onbewoond eiland ). (2) Voorbereiding: aansluiting tussen de opleiding en de eisen Eerdere cursussen sluiten niet aan op de eisen die aan een afstudeeronderzoek worden gesteld. Het afstudeeronderzoek is een proeve van bekwaamheid, maar studenten hebben niet eerder kunnen oefenen met de benodigde bekwaamheden. Niet alle studenten beschikken over de benodigde onderzoekscompetenties. De instroom trekt veel studenten die niet boven hbo-niveau uitkomen, wat niet eerder in de studie wordt opgemerkt. (3) Persoonlijke omstandigheden van studenten Studenten nemen te veel hooi op hun vork door tegelijkertijd met de scriptie ook aan een andere cursus te willen werken. Werkende studenten kunnen een drukke baan lastig combineren met afstudeeronderzoek. Vooral in het middenstuk van het afstudeeronderzoek hebben studenten life events, met name ingrijpende veranderingen in de relatie, het gezin, het huis of het werk. 10

11 (4) Begeleiding Kwaliteit van begeleiders is niet altijd goed (inhoudelijk, methodologisch en/of procesmatig). De faculteit stuurt niet op rendement of doorlooptijd, maar eigenlijk alleen op kwaliteit. Begeleiders nemen geen initiatief als een student stil valt. In het begintraject wordt een onderwerp en/of een probleemstelling afgekeurd, wat zeer demotiverend werkt voor studenten. Deze resultaten van de brainstorm sessie zijn voorgelegd aan alle scriptiebegeleiders van de faculteit. In aanvulling op deze resultaten werd de suggestie gedaan om te kijken naar verschillen tussen studenten die wel de pre-master hadden gedaan en studenten die de pre-master niet hadden gevolgd 11

12 3. Opzet van het survey onderzoek In deze paragraaf wordt de opzet van het survey onderzoek besproken en toegelicht. Eerst wordt informatie gegeven over de steekproef en de manier van steekproeftrekking. In de tweede paragraaf wordt aangegeven op welke manier de voortgangsproblemen zijn opgenomen en gemeten in de vragenlijst. Tot slot wordt ingegaan op de mogelijke oorzaken en omstandigheden die leiden tot voortgangsproblemen van scriptiestudenten. 3.1 De steekproef De enquête is gehouden onder alle scriptiestudenten (drs., MSc) van de faculteit Managementwetenschappen die zich hebben ingeschreven tussen en , maar die de scriptie nog niet hebben afgerond. De steekproef bevat derhalve geen studenten die langer dan 7 jaar geleden met hun scriptie zijn begonnen. Ook zijn studenten uitgesloten die korten dan een half jaar met hun scriptie bezig zijn, omdat wordt aangenomen dat deze nog geen substantiële voortgangsproblemen hebben ondervonden. Studenten zijn per benaderd om deel te nemen aan het onderzoek, na twee weken is een reminder gestuurd (zie appendix A). De vragenlijst (zie appendix B) is on-line aangeboden via Questback. Het steekproefkader bestond uit scriptiestudenten van één van de volgende opleidingen: B9431B Afstudeertraject Managementwetenschappen B9031B Afstudeertraject Strategy and Organization B9131B Afstudeertraject Supply Chain Management B9341B Afstudeertraject Public Management and Policy E9351B Afstudeertraject Accounting and Finance B95319 Scriptie WO bedrijfskunde B96319 Scriptie WO bestuurskunde E33319 Scriptie WO economie Deze groep bestaat uit 666 studenten, waarvan geldt dat van 51 studenten het adres niet bekend was in SPIL. Dit betekent dat in totaal 615 scriptanten zijn benaderd met het verzoek of ze de vragenlijst over hun ervaringen en eventuele problemen met hun afstudeeronderzoek wilden invullen. De conceptvragenlijst is voor commentaar en aanvulling naar alle scriptiebegeleiders gestuurd. Dit heeft geleid tot aanpassingen in de formuleringen en volgorde van een aantal vragen. 3.2 Voortgangsproblemen De vragenlijst start met een serie vragen over de voortgang van het scriptietraject. De algemene tevredenheid met de voortgang, gemeten als cijfer op een 10-punts schaal, geldt als een centrale, te verklaren variabele in dit onderzoek. Vervolgens zijn vragen opgenomen waar de (eventuele) vertraging in verband kan worden gebracht met de planning die studenten (al dan niet) hebben gemaakt. Aan studenten die, volgens hun eigen planning, vertraging hebben opgelopen, is gevraagd om een schatting te maken van het aantal maanden van deze vertraging. Voor dit onderzoek is vervolgens de relatieve vertraging gedefinieerd en berekend door het aantal maanden vertraging te delen door de inschrijfduur (in maanden). Ook is gevraagd naar de huidige tijdsbesteding (in uren) en de tijd die naar verwachting nog nodig is voor het afronden van de scriptie. De benodigde tijd is vervolgens berekend door het aantal gemaakte uren op te tellen bij het nog te maken aantal uren. Tot slot is gevraagd om een inschatting te maken van de kans dat de scriptie tot een goed einde wordt gebracht: de slaagkans (in procenten). De vier gearceerde begrippen zijn factoren informatie geven over de ernst van de voortgangsproblematiek van scriptiestudenten. 12

13 In dit onderzoek zijn de volgende variabelen gehanteerd als te verklaren variabelen: - tevredenheid met de voortgang - relatieve vertraging - benodigde tijd - slaagkans. In het eerste blok zijn ook vragen opgenomen over de planning die studenten al dan niet maken, de contacten tussen de student en diens begeleider. Met name is gevraagd naar de contactfrequentie en degene die het initiatief neemt. Ook zijn vragen opgenomen over het functioneren van afstudeerkringen. 3.3 Oorzaken van voortgangsproblemen Naar aanleiding van de reacties op de brainstorm sessie is besloten om ook de tevredenheid met de afstudeerkringen als verklarende variabele op te nemen. Direct in het verlengde van de resultaten van de brainstorm sessie zijn 4 blokken met mogelijke oorzaken opgenomen. De items zijn consequent geformuleerd in termen van stellingen. De respondenten moesten vervolgens aangeven in hoeverre men het al dan niet eens was met deze stellingen. De antwoorden zijn gemeten op een Likert-schaal die loopt van 1 (volledig oneens) tot 5 (volledig eens). In totaal zijn 22 items opgenomen. - Verwachtingen In het eerste blok zijn stellingen opgenomen die met name betrekking hebben op de vraag of men in het begin van het scriptietraject realistische verwachtingen had over de gestelde eisen en de benodigde tijd. De vragenlijst bevat 6 items over verwachtingen. - Voorbereiding Het tweede blok bevat stellingen waarin het gaat om de vraag in hoeverre studenten vinden dat ze goed voorbereid zijn begonnen aan het scriptietraject. In hoeverre beschikt men over de benodigde vaardigheden en onderzoekscompetenties aan het begin van het scriptietraject? Heeft men voldoende kunnen oefenen en vormen eerdere OU-cursussen een goede voorbereiding op afstudeeronderzoek? In totaal zijn 4 items opgenomen over voorbereiding. - Persoonlijke omstandigheden Van OU-studenten is bekend dat ze hun studie vrijwel altijd moeten combineren met een (drukke) baan en veelal ook met een gezinsleven. Tijdens de studie hebben veel studenten te maken met ingrijpende veranderingen in de privésfeer, maar ook met ingrijpende veranderingen in het werk. De vragenlijst heeft 4 items over persoonlijke omstandigheden. - Begeleiding In het laatste blok staat de tevredenheid over de ontvangen begeleiding centraal. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen methodologische begeleiding, inhoudelijke begeleiding en procesbegeleiding (aanwijzingen gericht op de voortgang). Ook zijn stellingen opgenomen over de responsiviteit van de begeleider, in termen van reactiesnelheid en bruikbaarheid van gegeven aanwijzingen. In totaal zijn 8 items opgesteld over begeleiding. Aan het einde van de vragenlijst konden studenten aangeven of ze het op prijs zouden stellen om eens met iemand anders dan de eigen begeleider over eventuele problemen te spreken. Naast een luisterend oor werd ook aangegeven dat dit gesprek zou kunnen leiden tot nieuwe inzichten en oplossingen. 13

14 4. Resultaten van het survey onderzoek We beginnen met een bespreking van de (effectieve) response en de samenstelling van de steekproef. Tevens vergelijken we de steekproef van (nog) niet-geslaagde studenten met studenten die de scriptie al wel hebben afgerond. Vervolgens worden de voortgangs-problemen van scriptanten in kaart gebracht door enkele statistische gegevens te vermelden, zoals gemiddeldes, standaarddeviaties en frequentieverdelingen van de belangrijkste indicatoren: tevredenheid met de voortgang, relatieve vertraging, benodigde uren en slaagkans. Dan volgen paragrafen waarin wordt ingegaan op het al dan niet hebben gevolgd van de pre-master, het werken met een planning, de contacten met de begeleiders en het functioneren van de afstudeerkringen. Tot slot volgen de resultaten van de analyses waar het echt om gaat: het identificeren en kwantificeren van oorzaken die leiden tot voortgangs-problemen van scriptiestudenten. De respondenten konden zelf aangeven wat de belangrijkste redenen zijn voor de vertraging die zij hebben ondervonden. Ook werd gevraagd om adviezen en suggesties waar studenten (nog) beter kunnen worden geholpen door de Open Universiteit. De antwoorden zijn gerubriceerd in globale thema s (zie appendix C). 4.1 Samenstelling van de steekproef en de response In totaal is aan 615 scriptanten gevraagd om aan het onderzoek te doen. In twee rondes zijn s met uitnodigingen verzonden. Uiteindelijk hebben 138 studenten de vragenlijst ingevuld, hetgeen een effectief responsepercentage betekent van 22,4%. Hierbij zij aangetekend dat het responsepercentage hoger had kunnen zijn, omdat er ongetwijfeld ook gewerkt is met oude adressen waar studenten geen gebruik r van maken. Niet bekend is om hoeveel adressen dit gaat. Aangezien de respondenten aan SPIL zijn gekoppeld, is het mogelijk om een algen beeld te krijgen van de samenstelling van de steekproef. De gemiddelde leeftijd bedraagt 40,1 jaar. De steekproef bestaat voor 77% uit mannen en voor 23% uit vrouwen. De belangrijkste studiemotieven zijn het ontwikkelen van intellectuele capaciteiten, kansen op een nieuwe baan en de huidige functie beter vervullen. Bijna 75% van de respondenten blijkt een hbo vooropleiding te hebben. De scores op deze achtergrondvariabelen blijken nauwelijks af te wijken van de studenten die hun scriptie al wel hebben afgerond. 4.2 Voortgangsproblemen in kaart gebracht Het gemiddelde oordeel van de 138 respondenten over hun algemene tevredenheid met de voortgang is dan laag. Zij geven een gemiddeld rapportcijfer van 4,3 (gemeten op een 10-punts schaal) met een standaarddeviatie van 2,4. Ruim 60% van de respondenten beoordeelt de voortgang als onvoldoende. De openingszin van de uitnodiging aan studenten maakt duidelijk dat de faculteit zoekt naar mogelijkheden voor het aanbrengen van verbeteringen in het scriptieproces. De sluit met het aanbod om een gesprek te hebben met een docent over eventuele voortgangsproblemen. Aangezien ook veel studenten zijn aangeschreven die al enkele jaren zijn ingeschreven, die nog (steeds) niet klaar zijn, is het aannemelijk dat met name ontevreden studenten hebben deelgenomen met de nodige vertraging in het scriptietraject. De steekproef bevat ook studenten waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat ze feitelijk gestopt zijn met de studie. De frequentieverdeling van rapportcijfers laat zien dat er sprake is van een gelijkmatige verdeling met opvallende pieken bij het cijfer 1 en het cijfer 6. De spreiding is een goede zaak gelet op de analysemogelijkheden en het verklaren van verschillen tussen tevreden en ontevreden studenten. 14

15 Rapportcijfer Absolute frequentie Relatieve frequentie ,0% ,7% ,1% ,0% ,7% ,2%, ,0% ,4% 9 1 0,7% ,0% totaal % Tabel 1 Tevredenheid met de voortgang van het scriptietraject Van het totaal aantal van 138 respondenten gaf 40% aan niet met een planning te werken. Ruim 60%, ofwel 83 studenten, had wel een planning gemaakt voor het scriptietraject. Aan de groep met een planning is vervolgens gevraagd of het traject volgens de oorspronkelijke planning verloopt. Dit bleek slechts bij uitzondering het geval: 76 van de 83 studenten had vertraging opgelopen. Aan deze 76 studenten is gevraagd om een inschatting te maken van de vertraging, gemeten in maanden. De antwoorden varieerden van 1 maand tot 60 maanden, met een gemiddelde vertraging van 14 maanden. Deze absolute vertraging, alhoewel aanzienlijk, zegt op zich nog niet heel veel, aangezien er nog geen rekening is gehouden met de inschrijfduur. Het maakt nogal wat uit of een student een vertraging heeft van 6 maanden binnen een traject dat 8 maanden duurt of dat het gaat om een traject van 36 maanden. Daarom wordt in de analyse verder gewerkt met het begrip relatieve vertraging, waarbij de absolute vertraging wordt gerelateerd aan en gedeeld door de inschrijfduur. Van in totaal 72 studenten (met een planning en met vertraging) is antwoord gekregen op de vraag naar de geschatte vertraging. De relatieve vertraging ligt tussen 4% en 90% van de inschrijfduur. De mediaan is 40% wat kan gelden als een indicatie van het gemiddelde in deze substeekproef. Als een gemiddeld-vertraagde student 10 maanden is ingeschreven, dan zal hij/zij te maken hebben met een vertraging van een maand of 4. Tabel 2 laat de relatieve vertraging zien, waarbij respondenten in vier groepen zijn ingedeeld. Relatieve vertraging Absolute frequentie Relatieve frequentie 25% 18 25% 26 50% 30 42% 51 75% 19 26% % 5 7% totaal % Tabel 2 Relatieve vertraging bij studenten met een plan en met vertraging Aan studenten is gevraagd om een inschatting te maken van de tijd (in uren) die al besteed was aan de scriptie én de tijd die men dacht nog nodig te hebben. Bij elkaar geteld ontstaat een schatting van het totaal aantal benodigde uren voor het afronden van de afstudeerverplichting. In totaal 114 respondenten hebben een poging gedaan om beide schattingen te maken. De antwoorden lagen tussen 150 uur en 3150 uur (met een 15

16 standaarddeviatie van 450 uur), wat al aangeeft dat de spreiding enorm is en de betrouwbaarheid vermoedelijk twijfelachtig. Er is ook geen manier om de betrouwbaarheid van de schattingen te verifiëren. Tot slot, de gepercipieerde slaagkans. Op voorhand is ook hier duidelijk dat het gaat om een subjectieve inschatting van studenten. Toch hebben 131 studenten deze vraag beantwoord. De gemiddelde slaagkans bleek 84% te zijn, met een uitschieter naar beneden (1%) en veel uitschieters naar boven (100%), zie tabel 3. Klasse Absolute frequentie Relatieve frequentie 1-25% 5 3,9% 26 50% 15 11,4% 51 75% 15 11,4% 76 90% 25 19,1% 91 99% 19 14,5% 100% 52 39,7% totaal % Tabel 3 Slaagkans 4.3 Contacten met de begeleider In het onderzoek zijn drie vragen opgenomen over de contacten die studenten hebben/hadden met hun begeleider. Studenten konden aangeven hoe vaak men gemiddeld per jaar contact heeft met de begeleider, in de tijd dat men ook actief bezig was met de scriptie. De gegeven antwoorden laten een aanzienlijke spreiding zien in de contactfrequentie. De antwoorden liggen tussen 0 en 50 keer per jaar. Als indicatie voor het gemiddelde zien we dat de mediaan uitkomt op 5 keer per jaar. De helft van de respondenten heeft blijkbaar niet r dan 5 keer per jaar contact met de begeleider. Opmerkelijk genoeg geeft 7% van de respondenten aan dat er zelfs geen enkel contact was met begeleider, ook niet in de tijd dat men (nog) werkte aan de scriptie. Aan het andere einde van het spectrum vinden we 9% van de respondenten die r dan 12 keer per jaar contact heeft met de begeleider. In een volgende vraag konden respondenten aangeven wie het initiatief neemt voor het opnemen van contact. Het blijkt dat slechts in uitzonderlijke gevallen (5%) de begeleider stal het initiatief neemt. Het ste initiatief gaat uit van de student (60%) en bij 24% van de respondenten is het soms de begeleider en soms de student die het initiatief neemt. Ook opmerkelijk is dat bij 11% er überhaupt geen sprake was van contact. Tabel 4 geeft een overzicht van de frequentieverdeling. Als laatste is gevraagd of er ook afspraken zijn gemaakt met de begeleider over de aard en de frequentie van de begeleiding. Slechts bij uitzondering worden daar afspraken over gemaakt. Slechts 15% bevestigde dat er concrete afspraken bestonden over de begeleiding. In 35% van de gevallen is het wel ter sprake gekomen, maar heeft het niet geleid tot afspraken. In de overige 50% geldt dat het blijkbaar geen onderwerp van gesprek is geweest. 16

17 Antwoord Absolute frequentie Relatieve frequentie Altijd ik 47 34,1% Meestal ik 36 26,1% Soms ik, soms de begeleider 33 23,9% Meestal de begeleider 6 4,3% Altijd de begeleider 1 0,7% Er was geen contact 15 10,9% totaal % Tabel 4 Wie neemt het initiatief om contact op te nemen? 4.4 Planning Aan het begin van de vragenlijst werd aan studenten gevraagd of ze een planning hadden gemaakt voor het scriptietraject. Niet alleen als startvraag om later door te vragen op eventuele vertraging (wat alleen relevant is voor studenten met een planning), maar ook om te kijken of het maken van een planning verband houdt met voortgangsproblemen. 60% van de respondenten blijkt een planning te hebben gemaakt. Deze groep is vergeleken met de resterende 40% (= 55 respondenten) zonder planning. Het blijkt dat studenten met een planning significant r tevreden zijn over de voortgang dan hun collega s zonder planning (5,0 versus 3,3). Ook zijn ze r tevreden over de methodologische begeleiding en de aanwijzingen van hun begeleiders. Toch moet dit met enige terughoudendheid worden bezien. Het blijkt namelijk ook dat studenten zonder planning significant r te maken hebben gehad met veranderingen op het werk en met veranderingen in de privésfeer, terwijl het voor hen ook lastiger is om de studie te combineren met hun drukke baan. Dit roept onder r de vraag op naar oorzaak en gevolg. Het kan zijn dat studenten in een veel veranderende omgeving minder geneigd zijn om een planning te maken. De problemen met de voortgang hebben dan allicht eerder te maken met drukte en veranderingen, dan met het maken van een planning. 4.5 De pre-master Binnen de steekproef blijkt 44% wel de pre-master te hebben gevolgd, een kleine rderheid van 77 respondenten heeft de pre-master niet gevolgd. In eerste instantie is gekeken naar de meningen van de 61 respondenten met een pre-master. Op de stelling De pre-master sluit goed aan op de vaardigheden die ik nodig heb voor het afstudeeronderzoek werd een gemiddelde score van 3,26 behaald (op een 5-punts Likertschaal). Vertalen we dit naar een 10-punts schaal dan zien we een rapportcijfer van 6,5. Uit de frequentieverdeling blijkt dat 46% het (volledig) eens is met de stelling en dat 24,6% het er (volledig) niet eens is. Een kleine 30% kiest voor een neutrale middenpositie. De meningen lijken derhalve sterk verdeeld te zijn over de vraag in hoeverre de pre-master aansluit bij het afstudeeronderzoek. Vervolgens is gekeken naar de verschillen tussen studenten met een pre-master en studenten zonder een premaster. Er zijn verschillen berekend tussen beide groepen voor alle 22 items die een oorzakelijk verband zouden kunnen vertonen met voortgangsproblemen. Alleen voor het item De OU cursussen hebben mij goed voorbereid op het afstudeeronderzoek scoorden de pre-master studenten significant hoger (3,25) dan de niet pre-master studenten (2, 87). De laatste groep had overigens wel in hogere mate te maken gehad met ingrijpende veranderingen op het werk (3,65 versus 3,11). 17

18 Antwoord Absolute frequentie Relatieve frequentie Volledig oneens 2 3,3% Mee oneens 13 21,3% Niet oneens, niet eens 18 29,5% Mee eens 23 37,7% Volledig eens 5 8,2% totaal % Tabel 5 Aansluiting tussen de pre-master en het afstudeeronderzoek Tot slot speelt natuurlijk de vraag of pre-master studenten minder voortgangsproblemen zouden hebben dan hun collega s die dit programma-onderdeel niet hebben gevolgd. Uit de data blijkt echter dat er geen significante verschillen bestaan tussen de vier indicatoren van voortgangsproblemen (tevredenheid, vertraging, benodigde uren, slaagkans). Studenten met een pre-master hebben blijkbaar niet minder (maar ook niet r) problemen met hun afstudeeronderzoek te hebben dan andere studenten. 4.6 De afstudeerkringen De faculteit werkt voor scriptiestudenten met een systeem van afstudeerkringen. Een afstudeerkring is een groep van studenten én docenten die samen (wetenschappelijk) onderzoek doen naar onderwerpen en probleemstellingen binnen eenzelfde thema. Beoogd wordt studenten op te nemen in een genschap van onderzoekers ( research community ), waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is dat ook studenten van elkaar leren en elkaar motiveren. Studenten kunnen kiezen uit een twintigtal kringen. De kringleider speelt een belangrijke rol, ook in de specifieke opzet van zijn of haar kring. Zo zijn er de nodige verschillen tussen afstudeerkringen voor wat betreft al dan niet op ieder moment kunnen instromen van nieuwe studenten, verplichte rollen en activiteiten voor studenten binnen een kring en zelfs het al dan niet verplicht bijwonen van bijeenkomsten. Er zijn afstudeerkringen zonder verplichte bijeenkomsten, in dit onderzoek had zelfs 58,5% te maken met een kring zonder verplichte bijeenkomsten. De overige 56 studenten participeren wel in afstudeerkringen met verplichte bijeenkomsten. In het onderzoek is gekeken of er een verband zou bestaan tussen het aantal verplichte bijeenkomsten en de vier indicatoren van voortgang. Dit is niet het geval. Het blijkt dat er geen verband bestaat tussen het aantal verplichte bijeenkomsten en de voortgang. Ook is er geen verband met de oorzaken (22 items). Ook is gevraagd of studenten al dan niet een of r bijeenkomsten hebben bijgewoond van een afstudeerkring. Een ruime rderheid (101 van de 138) heeft wel eens aan een bijeenkomst gedaan. Deze studenten blijken r tevreden te zijn over de voortgang van hun scriptietraject (4,6 versus 3,5) en dichten zichzelf een hogere slaagkans toe (87% versus 77%). Daar staat tegenover dat deze studenten wel minder ingrijpende veranderingen op hun werk hebben gemaakt (3,2 versus 3,9). Dit zijn de belangrijkste verschillen tussen beide groepen. De conclusie lijkt te zijn dat niet het verplichte aantal van belang is, maar het simpele feit dat studenten ten minste één keer aanwezig zijn geweest, een positieve invloed kan hebben op het scriptietraject. Aan de deelnemers van bijeenkomsten zijn stellingen voorgelegd over het functioneren van de afstudeerkringen, zie tabel 6. Uit nadere analyse blijkt dat er correlaties bestaan tussen enerzijds de 18

19 tevredenheid over de bijeenkomsten en de positieve kenmerken van de afstudeerkringen (motivatie, contact medestudenten, aansluiting bij belangstelling, geen remmende invloed) en anderzijds: (1) de tevredenheid met de voortgang van het scriptietraject (2) de slaagkans. Er is geen verband gevonden met vertraging en het aantal benodigde uren. Een goed functionerende afstudeerkring heeft niet alleen een positieve invloed op de tevredenheid met de bijeenkomsten, maar ook met de algemene tevredenheid over de voortgang met het scriptietraject. Stellingen gemiddelde standaarddeviatie Hoe tevreden bent u over deze bijeenkomsten op een schaal van 1 6,32 2,0 tot 10? Deelname aan de bijeenkomsten van een kring heeft een positieve 3,7 1,3 bijdrage op mijn motivatie. * Het contact met medestudenten ervaar ik als bijzonder positief. * 3,5 1,1 De onderwerpen die in de kring aan de orde komen sluiten goed aan 3,3 1,0 op mijn belangstelling. * Door de organisatie van de afstudeerkring moet ik geregeld op de 2,4 1,1 volgende bijeenkomst wachten, zonder goed verder te kunnen. * Deelname aan de bijeenkomsten van een kring heeft een remmende 2,1 1,1 invloed op mijn voortgang. * * gemeten op een 5-punts schaal Tabel 6 Meningen over de afstudeerkringen (n = 101) 19

20 4.7 Voortgangsproblemen: oorzaken en gevolgen In deze paragraaf wordt verslag gedaan van een aantal analyses die zijn uitgevoerd op de verzamelde survey data. In eerste instantie worden verbanden verkend aan de hand van een correlatieanalyse. De data zijn vervolgens voorbewerkt met behulp van factoranalyse en schaalanalyse, zodat met een hanteerbare set van verklarende variabelen kan worden gewerkt. Deze set is ten slotte als input gebruikt voor de regressie-analyses waar de invloed van de verklaren variabelen (oorzaken) op de voortgangsproblemen (gevolgen) kunnen worden bepaald. Correlatieanalyse Een analyse van de correlaties tussen de (verklarende) items en de te verklaren variabelen is gedaan als eerste verkenning van de probleemstelling, zie appendix C. De enkelvoudige correlaties tussen de afzonderlijke items en de vier te verklaren variabelen geeft het volgende beeld: - vooral de items die betrekking hebben op de begeleiding vertonen een hoge correlatie met de tevredenheid met de voortgang en met de slaagkans - relatief hoge correlaties zijn hierbij met de tevredenheid over de afstudeerkring, de tevredenheid over de begeleiding en de bruikbaarheid van de aanwijzingen - de tevredenheid met de voortgang hangt op een negatieve manier samen met ingrijpende veranderingen op het werk en met een slechte voorbereiding van OU-cursussen op het scriptietraject - de helderheid van eisen lijkt de geschatte slaagkans te bevorderen - er zijn negatieve correlaties tussen de relatieve vertraging en de voorbereiding van OU-cursussen en de tevredenheid met afstudeerkringen - de benodigde uren lijken alleen verband te houden met de hoogte en de verwachtingen omtrent de gestelde eisen aan scripties Opvallend is ten slotte dat er blijkbaar geen verband bestaat met ingrijpende veranderingen in de privésfeer, een factor die vaak wordt gezien als dé belangrijkste oorzaak van voortgangsproblemen. Factoranalyse Teneinde de voortgangsproblemen te verklaren wordt gebruikt gemaakt van regressieanalyse. Een aantal van 22 items is niet hanteerbaar, alleen al vanwege de onderlinge samenhang tussen de items (multicollineariteit). Om tot een hanteerbaar aantal verklarende variabelen te komen en om de onderliggende structuur in de data expliciet te maken is daarom eerst een factoranalyse uitgevoerd. Doordat de samenhang van variabelen mogelijk toe te schrijven is aan een eraan ten grondslag liggende variabele c.q. grootheid, kan het aantal variabelen op deze manier mogelijk teruggebracht worden tot een beperkter aantal factoren. De factoranalyse is uitgevoerd met alle stellingen die in de vragenlijst zijn opgenomen, aangaande verwachtingen, aansluiting opleiding, persoonlijke omstandigheden en de begeleiding (vraag 29 t/m 33 in de vragenlijst, zie appendix B). Ter beoordeling van de vraag of het zinvol is een samengestelde variabele (factor) te maken, zijn voor ieder van de factoren betrouwbaarheidsanalyses uitgevoerd (schaalanalyses). Indien bleek dat het weglaten van bepaalde items leidde tot een aanzienlijk hogere betrouwbaarheid van de onderliggende factor, zijn deze items verwijderd uit de betreffende factor. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in vijf factoren en 16 items, zie tabel 7 (met de bijbehorende betrouwbaarheid, Cronbach s alpha). De oorspronkelijke vier blokken van oorzaken zijn in grote lijnen terug te vinden in de factoranalyse. Van de oorspronkelijke factor persoonlijke omstandigheden blijken echter alleen die items over te blijven die betrekking hebben op werkomstandigheden. De oorspronkelijke factor begeleiding blijkt te bestaan uit twee factoren: tevredenheid met de begeleiding en responsiviteit (van de begeleider). De responsiviteit bestaat uit 20

21 items die verwijzen naar de reactiesnelheid en de mogelijkheden van studenten om al dan niet in bepaalde perioden onderdelen van de scriptie te mogen inleveren. Factor Onderliggende items Factorlading Cronbach s alpha Begeleiding Ik ben tevreden over de methodologische begeleiding die ik van mijn begeleider krijg. Ik ben tevreden over de inhoudelijke begeleiding die ik.875 van mijn begeleider krijg. Van mijn begeleider krijg ik voldoende aanwijzingen gericht op de voortgang van het traject..856 De aanwijzingen van mijn begeleider zijn altijd concreet en helpen mij verder in het scriptietraject..778 Voorbereiding De eisen zijn hoger dan ik had verwacht..463 Ik ben gewend van OU-cursussen dat je door de stof.649 wordt geleid, bij de scriptie moet je je eigen weg vinden. Eerdere OU cursussen hebben mij goed voorbereid op het afstudeeronderzoek Het afstudeeronderzoek is een proeve van.763 bekwaamheid, maar feitelijk heb ik te weinig kunnen oefenen met de benodigde vaardigheden. Aan het begin van het scriptietraject beschikte ik over de benodigde onderzoekscompetenties Als ik eerlijk ben, dan moet ik bekennen dat het niveau.528 van het afstudeeronderzoek te hoog voor mij is..745 Verwachting Toen ik begon met de scriptie had ik realistische verwachtingen over de eisen Aan het begin had ik een goed beeld van de tijd die het.843 zou gaan kosten Werk- Mijn drukke baan is lastig te combineren met omstandigheden afstudeeronderzoek Tijdens het scriptietraject heb ik te maken gehad met.803 ingrijpende veranderingen op mijn werk Responsiviteit Mijn begeleider reageert snel op mijn vragen en ingeleverde onderdelen van de scriptie Van mijn begeleider mag ik alleen in bepaalde perioden teksten en delen van scripties inleveren Tabel 7 Factorladingen en Cronbach s alpha s

22 Regressie-analyses Om te bepalen welke factoren een significante invloed hebben op de vier indicatoren van voortgangsproblemen, zijn regressie-analyses uitgevoerd. Als verklarende variabelen zijn gebruikt de 5 factoren die in de factoranalyse werden gevonden en de variabele die de tevredenheid van studenten met de afstudeerkring aangeeft. Tabel 8 laat de resultaten van deze regressie-analyes zien. De Adj. R 2 staat voor de verklaarde variantie van de betreffende te verklaren variabele. Vooral de tevredenheid met de voortgang blijkt goed te kunnen worden verklaard uit de set verklarende variabelen. Dit geldt in mindere mate voor het benodigde aantal uren en de relatieve vertraging. Het is niet ondenkbaar dat hier de subjectiviteit van de schattingen een grote invloed heeft op de betrouwbaarheid van de metingen. Het kan lastig, zo niet onmogelijk zijn voor studenten om het juiste aantal benodigde uren in te schatten. Ook de vraag naar vertraging in maanden kan makkelijk leiden tot vertekeningen en onjuiste schattingen. Tevredenheid voortgang Slaagkans Relatieve vertraging Benodigde uren beta P beta P beta P beta P Tevredenheid begeleiding 0,46 a 0,00 0,26 a 0,04 0,13 0,48 0,08 0,57 Tevredenheid afstudeerkringen 0,31 a 0,00 0,24 a 0,04-0,28 0,12-0,08 0,58 Ongunstige werkomstandigheden -0,24 a 0,00-0,04 0,72-0,16 0,28-0,04 0,71 Responsiviteit begeleider -0,10 0,26 0,11 0,32-0,32 0,81-0,12 0,31 Slechte voorbereiding 0,05 0,57-0,05 0,62 0,39 a 0,01 0,25 a 0,04 Realistische verwachtingen 0,06 0,47-0,14 0,18 0,04 0,77-0,22 0,06 Adj. R2 0,418 0,223 0,135 0,123 a significant met een betrouwbaarheid van 95% b significant met een betrouwbaarheid van 90% Tabel 8 Resultaten van de regressie-analyses Op basis van de resultaten van de regressie-analyses kunnen de volgende conclusies worden getrokken. - De tevredenheid met de voortgang wordt in positieve zin beïnvloed door de tevredenheid met de begeleiding en de afstudeerkringen, maar in negatieve zin door ongunstige werkomstandigheden. - De slaagkans stijgt naarmate studenten r tevreden zijn over de begeleiding en de afstudeerkringen. - De relatieve vertraging is groter naarmate studenten slechter voorbereid aan de scriptie beginnen. - Het aantal benodigde uren is hoger bij studenten met een slechte voorbereiding en (in enige mate) bij studenten met onrealistische verwachtingen. 22

23 4.8 Interpretatie van de resultaten In deze paragraaf wordt getracht de vraag te beantwoorden hoe de uitkomsten van de regressie-analyses kunnen en wellicht ook moeten worden geïnterpreteerd. Het volgende patroon lijkt zich af te tekenen: (1) De tevredenheid met de voortgang en de slaagkans zeggen vooral iets over het uitzicht op een positief resultaat. Deze worden positief beïnvloed door de tevredenheid met de begeleiding en de tevredenheid over de afstudeerkringen. (2) De relatieve vertraging en de benodigde uren zeggen vooral iets over de tijd. Deze lijken vooral beïnvloed te worden door een (slechte) voorbereiding op de scriptie. Ad (1) Tevredenheid met de voortgang en de slaagkans Als we kijken naar de mogelijkheden van de faculteit om de tevredenheid met de voortgang te bevorderen, dan is het zinvol om naar de items te kijken die het construct tevredenheid begeleiding vormen. Dan zien we dat het enerzijds gaat om de kwaliteit van methodologische en inhoudelijke begeleiding en anderzijds gaat om de kwaliteit van de aanwijzingen. De snelheid waar aanwijzingen worden gegeven lijkt veel minder van belang te zijn (zie responsiviteit) dan de kwaliteit en de bruikbaarheid van de gegeven aanwijzingen. Ook het functioneren van de afstudeerkringen heeft invloed op de voortgang en de slaagkans, zoals studenten die inschatten. In paragraaf 4.6 was de conclusie dat het volgen van bijeenkomsten (ten minste één) een positieve invloed kan hebben op het scriptietraject, waarbij niet het verplichte aantal bijeenkomsten van belang is. De veronderstelling hoe r bijeenkomsten, hoe beter blijkt niet juist te zijn. Het gemiddelde oordeel van studenten over de bijeenkomsten van de afstudeerkringen lag op een 6,5 (op een 10 punts schaal). Dit rechtvaardigt de stelling dat hier verbeteringen mogelijk zijn. Buiten de invloedsfeer van de faculteit liggen de persoonlijke omstandigheden. Het combineren van een drukke baan alsmede ingrijpende veranderingen in de persoonlijke omstandigheden kunnen een zware wissel trekken op de voortgang. Zoals eerder is aangegeven (paragraaf 4.4) kan het maken van een plan belangrijk zijn voor het beter beheersbaar maken van een scriptietraject. Dit geldt ook voor het maken van afspraken over de aard en de frequentie van contacten tussen student en begeleider, alsmede voor de vraag wie wanneer initiatief neemt (paragraaf 4.3). Ad (2) Vertraging en benodigde uren Bij de operationalisatie van relatieve vertraging is het belangrijk om op te merken dat het hier in hoge mate gaat om de tijd (binnen de totale inschrijfduur) waarvan studenten vinden dat ze achterlopen op de gemaakte tijdsplanning. Dit betekent dat we feitelijk geen uitspraken kunnen doen over de relatieve vertraging van studenten zonder tijdsplanning. Voor studenten kan het lastig zijn om te beoordelen in hoeverre de verkregen (voor)opleiding hen al dan niet goed voorbereid heeft op het afstudeeronderzoek. Dit geldt zeker voor studenten die hun scriptie nog niet hebben afgerond en die het gehele traject niet kunnen overzien. Eerder is al geconcludeerd dat studenten met een pre-master niet minder (maar ook niet r) problemen met hun afstudeeronderzoek te hebben dan studenten die de pre-master niet hebben gevolgd (paragraaf 4.4). De gemiddelde tevredenheid over de pre-master lijkt ook voor verbetering vatbaar, alsmede de inhoudelijke aansluiting met het afstudeeronderzoek. 23

24 Volgens de uitkomsten van de regressie-analyse gaat het vooral om de mate waarin studenten zijn voorbereid op hun afstudeeronderzoek en in mindere mate om het al dan niet hebben van realistische verwachtingen. In de voorbereiding op afstudeeronderzoek zijn wellicht ook verbeteringen mogelijk te zijn. Als we de uitkomsten van de regressie-analyses onderzoek vertalen in aanbevelingen voor het scriptiebeleid van de faculteit, dan zouden we kunnen stellen dat: - het scriptierendement kan worden verbeterd door de kwaliteit van de begeleiding en de afstudeerkringen te verbeteren - doorlooptijden kunnen worden verkort door studenten een betere voorbereiding te bieden op het afstudeeronderzoek. 24

012345561728944 53 9 1 49 6 2 0 C*D('8>,E@D8*.*,F@*/F*..*+,*+, /@=8G.,E*;8G,@+;*(,/F';*+F*+, E*8,HIJJ &'()*+,-'./,012345216,*+,78*+9,:;,

Nadere informatie

Resultaten Studentinzicht 14

Resultaten Studentinzicht 14 Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Resultaten Studentinzicht 14 Tevredenheid over de opleiding van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof

Nadere informatie

Enquête Studiegidsen. Rapport. Instellingsbreed Platform Onderwijs IPO Open Universiteit. Rieny vd Munckhof (MC&S) Jurjen Puls (CELSTEC)

Enquête Studiegidsen. Rapport. Instellingsbreed Platform Onderwijs IPO Open Universiteit. Rieny vd Munckhof (MC&S) Jurjen Puls (CELSTEC) Rapport september 2010 Instellingsbreed Platform Onderwijs IPO Open Universiteit Enquête Studiegidsen Rieny vd Munckhof (MC&S) Jurjen Puls (CELSTEC) Instellingsbreed Platform Onderwijs IPO Open Universiteit

Nadere informatie

Studentinzicht 14. Bibliotheekvoorzieningen. Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering

Studentinzicht 14. Bibliotheekvoorzieningen. Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Studentinzicht 14 Bibliotheekvoorzieningen van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof Colofon Productie

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

Resultaten Alumni-onderzoek 2015

Resultaten Alumni-onderzoek 2015 Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Resultaten Alumni-onderzoek 2015 Bachelors van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof Inhoud Voorwoord

Nadere informatie

Premaster Managementwetenschappen

Premaster Managementwetenschappen Premaster Managementwetenschappen Studeren om hogerop te komen Zelfstandig naar een masteropleiding toe werken, maar toch ook weer niet alleen. Studeren in modulen, op momenten dat het je zelf uitkomt,

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014 Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg Notitie datum 01-06-2014 contactpersoon Theo Nelissen onderwerp Selectie onderzoeksresultaten ViA-E telefoon (076) 523 85 74 van Theo Nelissen e-mail tcc.nelissen@avans.nl

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie Inhoud Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie... 1 1 Inleiding... 1 2 Aandachtspunten... 2 2.1 Algemene items... 2 2.2 Onderliggende items... 3 2.3 Organisatie

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 WO masteropleiding Management

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 WO masteropleiding Management U2011/00107 Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 WO masteropleiding Management De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2011 en heeft een zelfde werkingsduur

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

Subsector sociale wetenschappen

Subsector sociale wetenschappen Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong

Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong zet je met plezier in beweging! 18 januari 2017 Inleiding en samenvatting De Tweesprong hecht veel waarde aan tevreden bezoekers. Daarvoor is het

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek

Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek 191155210 drs. E.M. Gommer 100% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het vak Inleiding Technologisch Onderzoek via een e-mailenquête

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK RESULTATEN Marlijn Antonides Msc marlijnantonides@gmail.com Resultaten In deze rapportage bekijken we de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek 2017 van Kindercentra

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek diensten PGO Support

Tevredenheidsonderzoek diensten PGO Support Tevredenheidsonderzoek diensten PGO Support Esther Poort en Annemarie Venemans Maart, 2014 Leiden: De Onderzoekerij www.onderzoekerij.nl 1 1. Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten van een

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016 Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016 Eerste inzichten v Rotterdam, december 2016 Inleiding tot deze eerste inzichten Inleiding tot ons onderzoek FinTouch doet 2-jaarlijks onderzoek

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015 RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 9 OKTOBER 7 NOVEMBER 05 Samenvatting De belangrijkste resultaten: De grootste groep trainers is lange tijd (>0 jaar) actief. Trainers met een hoger trainersniveau zijn bovendien

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 PANTA RHEI BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool Panta Rhei.

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten

Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten 1. Algemeen: Absolute resultaten en relatieve scores Het rapport over Mailbox HIGHLIGHT bevat 10 bladzijden met informatie. In dit document krijgt u hulp bij

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Relatie intake - studiesucces

Relatie intake - studiesucces Relatie intake - studiesucces Opleiding S&B cohort 2009 Relatie intake - studiesucces November 2010 Beleidsdienst: Rutger Kappe, Margo Pluijter 0 Inhoudsopgave De inhoudsopgave van de resultaatevaluatie

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 wo-masteropleiding Management 1 van 5

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 wo-masteropleiding Management 1 van 5 wo-masteropleiding Management 1 van 5 U2013/01221 De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2013 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling (OER) 2013-2014 voor

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 wo-masteropleiding Management 1 van 5

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 wo-masteropleiding Management 1 van 5 wo-masteropleiding Management 1 van 5 U2012/00011 De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2012 en heeft een zelfde werkingsduur als de Onderwijs- en examenregeling (OER) 2012-2013 voor

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie Resultaten NSE 2017 Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Mei 2017 Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie 2 Inleiding Hogeschool Inholland (Inh) voert voor de dertiende

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Maatschappelijke Participatie

Maatschappelijke Participatie Maatschappelijke Participatie Marjolein Kolstein September 2016 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 1.3 Opzet van het onderzoek

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding

Nadere informatie

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten Cliëntervaringen in beeld Herbergier Oldeberkoop Rapportage kwaliteitstoetsing Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten oktober 2018 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE PLATAAN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Plataan.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE HOEKSTEEN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Hoeksteen.

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep H&S Adviesgroep kan u ondersteunen bij het uitvoeren van een Medewerkeronderzoek. Organisaties zetten deze onderzoeken in om bijvoorbeeld de werkbeleving,

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Subsector psychologie

Subsector psychologie Samenvatting... 2 Gemiddeld qua aantallen opleidingen... 2 Groot aantal studenten... 3 Grotendeels wo-subsector... 3 Weinig mbo-instroom in hbo-bachelor... 3 Weinig uitval... 3 Minste switch... 3 Diplomarendement

Nadere informatie

Premaster Communicatie- en Informatiewetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Geesteswetenschappen - P Communicatie- en

Premaster Communicatie- en Informatiewetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Geesteswetenschappen - P Communicatie- en Premaster Communicatie- en Informatiewetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Geesteswetenschappen - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2016-2017 I Als je niet voldoet aan de vooropleidingseisen,

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 Markt, trends en ontwikkelingen Amsterdam, april 2012 Ir. L. van Graafeiland Dr. P. van Gelderen Baken Adviesgroep BV info@bakenadviesgroep.nl

Nadere informatie

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 BWRI Gemeente Midden-Groningen Definitief rapport 17 mei 2018 Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Talitha de Boer Projectnummer: P005387 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5 Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE WESTBROEK BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Westbroek.

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse). pagina: 1 (V10) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 WO masteropleiding Management

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 WO masteropleiding Management U2010/00105 Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 WO masteropleiding Management De uitvoeringsregeling treedt in werking per 1 september 2010 en heeft een zelfde werkingsduur

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN WEBWORK Na tegenvallende tentamenresultaten en relatief hoog uitvalpercentage in vorige jaren is in blok 1 van studiejaar 2016-2017

Nadere informatie