BPV- wijzer

Transcriptie

1 BPV- wijzer Informatie voor BOL-studenten Helpende Zorg & Welzijn en begeleiders MBO College Hilversum Locatie: Hilversum

2 2 P a g i n a

3 Inhoud Inleiding BPV binnen de opleiding School en BPV Geschikte BPV-plaats Begeleiding bij de BPV Aanspreekpunt BPV-bezoek Taken van de student, begeleider en loopbaanbegeleider Taken van de student: Taken van de begeleider: Taken van de loopbaanbegeleider (LBB er) POP Voortgang en beoordelen van de beroepspraktijkvorming Algemene zaken Wet- en regelgeving Onderwijsovereenkomst (OO) Verklaring omtrent gedrag (VOG) Praktijkovereenkomst (POK) BPV: een erkend leerbedrijf Stagiaire of werknemer Stagiaire Onregelmatige diensten Leerplicht Absentie / verzuim op de BPV-plaats Verzekeringen Voortijdige beëindiging BPV-overeenkomst Preventie van hepatitis B Beoordelingsformulier beroepshouding...25 BEOORDELINGSFORMULIER...26 Presentielijst BPV...29 Vaardighedenlijst...31 Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)...37 FORMULIER VASTSTELLING BEOORDELING BPV FORMULIER VASTSTELLING BEOORDELING BPV Formulier beëindiging BPV-overeenkomst P a g i n a

4 4 P a g i n a

5 Inleiding Als Helpende Zorg en Welzijn kun je stage lopen in een zorg- of welzijnsinstelling of bij zorgvragers/cliënten thuis. Voor de een is dit een kennismaking, een ander is er al mee bekend vanuit een vorige opleiding. Tijdens je opleiding leer je veel over je toekomstige beroep. Je doet kennis en vaardigheden op tijdens de lessen op school. Nu is het de bedoeling dat je deze kennis en vaardigheden leert toepassen in de praktijk. Deze handleiding is geschreven voor studenten die bij een opleiding Gezondheidszorg zitten op het MBO College Hilversum. Ook begeleiders en opleiders in de praktijk kunnen in deze handleiding alle nodige informatie vinden. Deze BPV-wijzer is een hulpmiddel om je beroepspraktijkvorming (=BPV) zo goed mogelijk te laten verlopen. Alle informatie die je nodig hebt voor je opleiding in de praktijk staat hierin. 5 P a g i n a

6 6 P a g i n a

7 1. BPV binnen de opleiding De beroepspraktijkvorming (BPV) wordt besproken in hoofdstuk 1.1. Hoe je schoolopdrachten en BPVopdrachten het beste kunt combineren staat in hoofdstuk Voordat je aan deze opleiding begon, heb je een keuze gemaakt voor BOL. BOL BOL staat voor Beroeps Ondersteunende Leerweg. Dat houdt in dat je de meeste opleidingstijd op school bent. De overige opleidingstijd is je beroepspraktijkvorming (BPV). Als je met je BPV begint, teken je een Praktijkovereenkomst (POK). Dat doe je met het BPV-bedrijf en het MBO-College Hilversum (zie hoofdstuk 5.7). Als je bezig bent met je BPV, ben je een stagiair(-e). De activiteiten die je doet, doe je omdat je ervan wilt leren. Je doet het voor je opleiding, daarom krijg je geen salaris. Sommige BPV-bedrijven geven wel een stagevergoeding. Dit is afhankelijk van het bedrijf waar jij je BPV gaat doen en hoe het is beschreven in de CAO. Voor stagiaires gelden andere regels en wetten dan voor werknemers. Zie hoofdstuk 5.1 voor meer informatie over BPV wet- en regelgeving. Alle BOL-studenten hebben een onderwijsovereenkomst (zie hoofdstuk 5.1) getekend met het MBO College Hilversum School en BPV Het is belangrijk dat je opleiding goed verloopt. Daarvoor moet je zowel aan school als aan BPV genoeg tijd besteden. Meestal krijg je op school eerst theorie en vaardigheden aangeleerd. Deze vaardigheden voer je later uit in de praktijk (BPV). Soms zie je tijdens de BPV nieuwe dingen die nog niet op school behandeld zijn. Het is belangrijk om deze situaties op school te bespreken zodat je in de praktijk verder kunt. Als je dit doet, sluiten theorie en BPV goed op elkaar aan. Het MBO College Hilversum heeft ook veel contact met de BPVinstellingen. Je opleiding zal door goede communicatie tussen jou, de BPV-instelling en het MBO College Hilversum prettig verlopen. De eindverantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij het MBO College Hilversum. Dit houdt in dat de eindbeoordeling door de school wordt gegeven en niet door de BPV-instelling. Natuurlijk telt de beoordeling van de BPV-instelling wel mee. 7 P a g i n a

8 8 P a g i n a

9 2. Geschikte BPV-plaats Een gezondheidsinstelling mag opleiden als deze is erkend door Calibris. Calibris is het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg &Welzijn en Sport. Erkend door Calibris betekent dat de gezondheidsinstelling geschikt is voor de BPV van de opleidingsrichting van de student. De instelling heeft officieel toestemming gekregen om mensen op te leiden. De instelling moet jou de ruimte geven om je opdrachten uit te voeren en moet je goed beoordelen. Hieronder staan de criteria voor een goede BPV-plaats: 1. De BPV-instelling is gecertificeerd door Calibris voor de opleidingsrichting van de student. Hierover krijg je meer informatie tijdens het werken aan projecten in het eerste jaar van je opleiding. Je kunt ook op een van de volgende websites kijken: of 2. De BPV-instelling is binnen de regio Gooi en Vechtstreek. 3. De student kiest iedere stageperiode een andere stageplek; (als je binnen hetzelfde bedrijf blijft, kies je een andere afdeling). 4. De student mag geen stage lopen bij familieleden. 5. De student heeft een verklaring omtrent het gedrag aangevraagd (VOG zie hoofdstuk 5.1.2). De student geeft de VOG aan de BPV-instelling. 6. De student is in het bezit van een geldige praktijkovereenkomst (POK, zie blz. 25) bij de start van de BPV periode. 7. De student doet de BPV de gehele stageperiode bij dezelfde BPV-instelling. Alleen bij hoge uitzondering mag er van BPV-plaats worden gewisseld en alleen met toestemming van de LBB er. Als je vragen hebt over de BPV, stel je die aan je loopbaanbegeleider (LBB er). 9 P a g i n a

10 10 P a g i n a

11 3. Begeleiding bij de BPV 3.1 Aanspreekpunt De loopbaanbegeleider (LBB er) is voor zowel studenten als BPV-instellingen het aanspreekpunt. De LBB er begeleidt de student in de opleiding. De LBB er bespreekt ook de studievoortgang met de student. Er kunnen problemen zijn tijdens de BPV van een student. In dat geval kan de werkbegeleider contact opnemen met de LBB er van de student. Problemen worden sneller opgelost als de communicatie goed verloopt. 3.2 BPV-Bezoek De LBB er komt op bezoek bij de BPV-instelling. Bij BOL-studenten is dit één keer per stageperiode. De student en de werkbegeleider hebben dan het functioneren van de student al besproken voordat de LBB er op bezoek komt. Met de LBB er, de werkbegeleider en de student zal er een voortgangsgesprek of een afrondingsgesprek plaatsvinden. De student neemt de formulieren mee die nodig zijn bij het gesprek. Deze formulieren neemt de student ook op in zijn/haar portfolio. De volgende formulieren moeten aanwezig zijn: Beoordelingsformulier beroepshouding ( zie blz. 25) Presentielijst BPV (zie blz. 29) Vaardighedenlijst (zie blz. 31) POP s met eigen reflecties. (zie blz. 37) Formulier vaststelling beoordeling BPV (zie blz. 39 en 41)) Een voortgangsgesprek of afrondingsgesprek duurt ongeveer 45 minuten. 11 P a g i n a

12 3.3 Taken van de student, begeleider en loopbaanbegeleider Taken van de student: - Het vinden van een BPV-plaats: de student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een BPV-plaats. - Verklaring omtrent gedrag (VOG): de student zorgt ruim drie weken voor de BPV begint voor een verklaring omtrent het gedrag (zie hoofdstuk 5.6). - Praktijkovereenkomst (POK): o De student vraagt een praktijkovereenkomst aan op het MBO College Hilversum, vóór de BPV begint (zie hoofdstuk 5.7) o De student leest de praktijkovereenkomst goed door. - Geheimhouding: de student is verplicht persoonlijke en vertrouwelijke informatie van de doelgroep geheim te houden, in woord en geschrift. - Aanwezigheidsplicht: o De student is 100% aanwezig, met uitzondering van geoorloofd verzuim (zie hoofdstuk 5.4) o De student meldt zich bij afwezigheid s morgens vóór 8.00 uur af. Afmelden doe je bij de werkbegeleider en de verzuimmedewerker van school ( ) - Vaardigheden: de student bespreekt met de werkbegeleider de POP s, reflectieverslagen en vaardighedenlijst. - Communicatie: o De student bespreekt zijn POP, reflectieverslag en vaardigheden met de werkbegeleider o De student maakt afspraken met de werkbegeleider. o De student houdt zich aan de gemaakte afspraken o De student bespreekt de schoolprestaties en opdrachten vanuit het ROC o De student communiceert over de planning van school- en BPV-opdrachten met de werkbegeleider. 12 P a g i n a

13 3.3.2 Taken van de werkbegeleider: - Diploma s: de werkbegeleider is een gediplomeerde beroepskracht. Het diploma van de werkbegeleider moet op hetzelfde niveau of een hoger niveau zijn als van de opleiding die de student volgt. - Introductie van de student: de werkbegeleider zorgt voor een goede introductie in de organisatie en het team. - Communicatie: o De werkbegeleider maakt afspraken over de taken en verantwoordelijkheden van de student. Deze afspraken sluiten aan bij de POP en het opleidingsniveau van de student o De werkbegeleider en de student hebben één keer per week een begeleidingsgesprek o De werkbegeleider geeft feedback op hoe de student de praktijkvaardigheden uitvoert. De feedback is schriftelijk en wordt toegelicht in een gesprek met de student. o De werkbegeleider is aanwezig bij de voortgangsgesprekken /en bij het afrondingsgesprek met de loopbaanbegeleider en student tijdens het BPV-bezoek. o De werkbegeleider neemt zo snel mogelijk contact op met loopbaanbegeleider van de student bij ernstige problemen in het functioneren van de student. - Kennis en administratie van de BPV: o De werkbegeleider leest de POP s en reflectieverslagen van de student en ondertekent deze. o De werkbegeleider tekent de aanwezigheid van de student op de presentielijst BPV (zie bijlage 3) o De werkbegeleider vult de formulieren in die nodig zijn bij het voortgangsgesprek en bij het afrondingsgesprek. 13 P a g i n a

14 3.3.3 Taken van de loopbaanbegeleider (LBB er) - Het vinden van een BPV-plaats: de loopbaanbegeleider ondersteunt de student bij het vinden van een BPV-plaats. - Aanspreekpunt: de LBB er is het aanspreekpunt voor de werkbegeleider als zich ernstige problemen voordoen in het functioneren van de student. - Begeleiding: o De LBB er begeleidt de student bij het verkrijgen van de juiste competenties. o De LBB er volgt de individuele leerprocessen en signaleert eventuele problemen. o De loopbaanbegeleider houdt toezicht op de aanwezigheidsregistratie. o De loopbaanbegeleider heeft per stageperiode minstens één keer telefonisch contact over de voortgang en aan het einde van de BPV een afrondingsgesprek op de praktijkinstelling. 14 P a g i n a

15 3.4 POP POP staat voor Persoonlijk Ontwikkelings Plan (zie blz.37). Je POP bestaat voor een gedeelte uit persoonlijke leerdoelen, dit zijn doelen die je graag zelf wilt behalen. Een ander deel bestaat uit opleidingsdoelen, dit zijn doelen die je moet halen voor je opleiding. In je POP neem je op: A. Persoonlijke leerdoelen. Je beschrijft de resultaten die je zelf wilt bereiken. Je persoonlijke leerdoelen hebben altijd te maken met de leerdoelen van de opleiding. Bij persoonlijke leerdoelen kun je denken aan: - Persoonlijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld: je vindt rapporteren moeilijk en je wilt je hierin verbeteren. - Ambities/ loopbaanwensen. Bijvoorbeeld: Je wilt later in de psychiatrie gaan werken en daarom extra aandacht besteden aan het leren begeleiden. B. Opleidingsdoelen. Je beschrijft de resultaten die je moet bereiken. De opleidingsdoelen staan vast. Je kunt opleidingsdoelen vinden in de vaardighedenlijst (zie blz. 31) De stappen voor het maken van een POP: 1. Jij bedenkt welke vaardigheden je wilt gaan leren. 2. Je maakt een POP 3. Je overlegt je POP met je werkbegeleider op stage. 4. Je gaat samen met je werkbegeleider aan de gang met je leerproces 5. Aan het einde bespreek jij je POP met je werkbegeleider en hij/zij geeft bij een positief resultaat een handtekening bij praktijk. 6. Als laatste schrijf je een reflectie. 15 P a g i n a

16 16 P a g i n a

17 4. Voortgang en beoordelen van de beroepspraktijkvorming Alle BPV-opdrachten moeten met een voldoende worden afgesloten. (POP s, reflecties, vaardighedenopdrachten, beroepshouding formulier, proeve s ) In het eerste leerjaar doe je de BPV in 20 weken, de laatste 2 periodes. De tweede BPV doe je in een andere instelling ook voor 20 weken, de eerste 2 periodes van het 2e leerjaar. Elke BPV wordt beoordeeld door de BPV-begeleider. Dit gebeurd in een eindgesprek waar jouw LBB er ook bij aanwezig is. Beide BPV s moeten met een voldoende worden afgesloten. Als je toch een onvoldoende haalt, is er een herkansingsmogelijkheid. Dit mag je bij dezelfde instelling doen, maar het mag ook bij een andere instelling. Er zijn verschillende herkansingsmogelijkheden. Als je een onvoldoende haalt omdat je te vaak ziek bent geweest moet je de gemiste dagen inhalen. Dit overleg je eerst met de BPV-instelling en met MBO College Hilversum. Ook als je dagen mist wegens ongeoorloofd verzuim (zie hoofdstuk 5.4) moet je dagen, of je hele stage inhalen. Als je bent weggestuurd omdat je geen goede beroepshouding had, moet je de hele stage overdoen. Dit gebeurd in een andere instelling. 17 P a g i n a

18 18 P a g i n a

19 5. Algemene zaken 5.1 Wet- en regelgeving Tijdens je opleiding op het MBO College kun je in aanraking komen met diverse regelingen. In dit stuk krijg je informatie over de regelingen die gelden wanneer je begint met de BPV. Tijdens de beroepspraktijkvorming is het belangrijk dat je de formele zaken goed regelt. Formele zaken zijn formulieren zoals de onderwijsovereenkomst en de praktijkovereenkomst. In hoofdstuk 3.3 bij Taken van de student kun je lezen wat je allemaal moet doen Onderwijsovereenkomst (OO) De onderwijsovereenkomst lever je in voor je met de opleiding begint. Het is een voorwaarde om met de BPV te mogen beginnen. Als je de OO niet hebt getekend en ingeleverd op het MBO-College Hilversum, mag je niet met de BPV beginnen Verklaring omtrent gedrag (VOG) Bij je aanmelding voor de opleiding Gezondheidszorg, is je verteld dat je een Verklaring omtrent gedrag moet aanvragen. Als BOL-student moet je dit zelf doen. Je kunt een VOG aanvragen bij de gemeente waar je woont. Het verschilt per gemeente hoe lang het duurt voor je de VOG krijgt na je aanvraag. Wij raden je daarom aan om ruim drie weken voor je stage begint deze aanvraag te doen. Als je je VOG hebt, maakt je twee kopieën. Één kopie lever je in bij de BPV-instelling waar je je BPV gaat doen. De andere kopie lever je in bij het MBO College Hilversum. Let op: een VOG aanvragen kost ongeveer dertig euro. Jij betaalt de aanvraag zelf en je moet ieder jaar een nieuwe VOG aanvragen en inleveren Praktijkovereenkomst (POK) Als je met je BPV begint, moet je een praktijkovereenkomst (POK, blz.23) afsluiten. Dit is een overeenkomst tussen jou, het leerbedrijf en de opleiding. Er staan afspraken in waar iedereen die tekent zich aan moet houden. Een praktijkovereenkomst mag je alleen afsluiten met een leerbedrijf dat erkend is door Calibris. De praktijkovereenkomst is erg belangrijk. Het is een officieel contract. In deze POK staan algemene voorwaarden zoals de rechtspositie van de student, geheimhoudingsplicht, de duur van de overeenkomst, de begeleiding, de beoordeling en de beëindiging van de overeenkomst, de verzekering en de aansprakelijkheid. Zorg dat je de POK op tijd en door alle partijen getekend inlevert bij Bureau Studentenzaken (BSZ) BPV: een erkend leerbedrijf BPV bij een niet erkend leerbedrijf kan niet. Je krijgt geen diploma als je geen praktijkovereenkomst hebt met een erkend leerbedrijf. Hoe weet je of een instelling erkend is door Calibris? Een bedrijf wordt erkend door Calibris, als het aan een aantal voorwaarden voldoet. De instelling moet bijvoorbeeld beloven dat er een begeleider is voor de student die wordt opgeleid. Je kunt de erkende leerbedrijven vinden op de site van Calibris: 19 P a g i n a

20 5.2 Stagiair(-e) of werknemer Een stagiaire is geen werknemer en daarom hebben ze ook verschillende rechten. Daarom moet je in de POK invullen of je BPV doet met als rechtspositie stagiaire of als werknemer. De rechtspositie die je hebt, heeft invloed op welke wetten er op jou van toepassing zijn. Meer informatie over de rechten en plichten van stagiaires en werknemers kun je vinden op de website onder het kopje recht en regel Stagiaire Als stagiaire word je aangenomen bij een leerbedrijf zodat je kunt leren. Je doet activiteiten voor je opleiding. Je bent geen werknemer en je krijgt geen salaris. Je sluit alleen een praktijkovereenkomst (zie hoofdstuk 5.1) af met het leerbedrijf. Als je een stagevergoeding krijgt, heet dat een beloning. Voor een stagiaire met beloning gelden andere wetten dan voor een stagiaire zonder beloning. In de praktijkovereenkomst (zie hoofdstuk 5.1) staat dat het leerbedrijf je de tijd moet geven om te leren. Als stagiaire ben je boventallig, dat betekent dat je een extra kracht bent in de organisatie. Dit houdt in dat er in het bedrijf, ook zonder jou, voldoende werknemers zijn. Zo heb je genoeg tijd voor het uitvoeren van schoolopdrachten. Daarbij krijg je ook een begeleider vanuit het leerbedrijf. 5.3 Onregelmatige diensten In de gezondheidszorg is er zeven dagen per week, 24 uur per dag werk te doen. Niet alle studenten mogen op alle tijden werken. Als je 16 of 17 jaar bent, gelden er bepaalde regels voor je: - Je mag geen nachtdiensten draaien. Je mag niet werken tussen en of tussen en Als je op zondag werkt, is zaterdag een vrije dag Als BOL-student mag je ook geen nachtdiensten draaien. Verder wordt er van je verwacht dat jij je aan het rooster houdt dat het leerberdrijf voor je maakt. Het aantal uren dat je moet stage lopen, staat beschreven in je praktijkovereenkomst (zie hoofdstuk 5.1). 5.4 Leerplicht Als je nog geen startkwalificatie hebt behaald, ben je leerplichtig tot je 18 bent. Een startkwalificatie is het diploma dat je minimaal nodig hebt om kans te maken op een goede baan. Je hebt een startkwalificatie als je een MBO niveau 2 diploma hebt behaald. Het MBO College Hilversum en de gemeente Hilversum werken samen om verzuim tegen te gaan. Verzuim betekent dat je lessen of BPV-uren mist. 20 P a g i n a

21 Je hebt ervoor gekozen om te komen studeren bij MBO College Hilversum. Om een diploma te kunnen halen, moet je je houden aan de aanwezigheidsplicht die geldt bij je opleiding. Het kan zijn dat je problemen hebt die het je moeilijk maken om je studie te volgen. In dat geval kunnen de school en de leerplichtambtenaar je helpen met het vinden van een oplossing. Als je lessen of BPV-uren mist zonder goede reden, is dit wettelijk ongeoorloofd verzuim. Zulk verzuim wordt door de school gemeld bij de leerplichtambtenaar. Meer informatie over de leerplicht kun je vinden in de studiewijzer van de opleiding Gezondheidszorg. 5.4 Absentie / verzuim op de BPV-plaats Je moet 100% aanwezig bij je BPV. Dit betekent dat je een aanwezigheidsplicht hebt. Op kun je de jaarplanning bekijken. Op de jaarplanning kun je zien op welke dagen je aanwezig moet zijn. Vakantie- en feestdagen zijn geen stagedagen. Als je niet aanwezig kunt zijn, moet je vóór 8.00 uur s morgens afbellen. Afbellen doe je bij je werkbegeleider èn bij de verzuimmedewerker van het MBO College Hilversum (zie hoofdstuk 3.3.1). De afwezige uren moet je inhalen. Dit doe je in overleg met je loopbaanbegeleider en de werkbegeleider uit de praktijk. Als je je ziek gemeld hebt, moet je je ook weer beter melden. Dit doe je zowel bij je werkbegeleider als bij de verzuimmedewerker op het MBO-College Hilversum. Je laat elke week je aanwezigheidsregistratieformulier aftekenen door je werkbegeleider. Zo kun je bewijzen dat je aanwezig bent geweest (zie blz. 29). Bijbaantjes BOL student: Als je gaat beginnen met de BPV wordt er veel van je verwacht. Je bent aan het leren en aan het oefenen met je toekomstig beroep. Omdat je in het beroep van Helpende vaak onregelmatige diensten draait, doe je dit ook tijdens je BPV. Deze onregelmatige diensten zijn moeilijk te combineren met een bijbaantje. Daarnaast is de BPV vermoeiend. Je leert nieuwe dingen en dat vraagt veel energie. Het is heel anders dan leren op school. Soms geven BPV-instellingen een beloning (zie hoofdstuk 5.2.1) voor je werk. Dit doen ze om jou, als student, financieel te ondersteunen. Het is aan te raden om naast de BPV geen bijbaantje te hebben. Dan kun je je volledig richten op je opleiding. 5.5 Verzekeringen Als je schade veroorzaakt tijdens de BPV, wordt dit betaald door de BPV-instelling. Tijdens de BPV word je gezien als een werknemer. De BPV-instelling is je werkgever. Ook voor BOL studenten. Volgens de wet is de schade die een werknemer veroorzaakt, de verantwoordelijkheid van de werkgever. De POK (blz. 23) moet getekend zijn door jou, de BPV-instelling en het MBO College Hilversum. Als dit niet zo is, moet jij de schade die je veroorzaakt zelf vergoeden. In het geval van diefstal of beschadiging van persoonlijke eigendommen ben je zelf verantwoordelijk. Het MBO College Hilversum en de BPV-instelling zijn hiervoor niet aansprakelijk. Let dus goed op je eigen spullen. 5.6 Voortijdige beëindiging BPV-overeenkomst De POK kan om verschillende redenen vroegtijdig beëindigd worden. De overeenkomst kan worden beëindigd door de school, de BPV plaats of door jou zelf. Stop nooit zomaar met je BPV, overleg altijd eerst met je werkbegeleider en je LBB er. Twee redenen waarom de POK vroegtijdig beëindigd kan worden, zijn: Je gaat niet vooruit in je vaardigheden tijdens je beroepspraktijkvorming Je studieresultaten zijn niet goed genoeg 21 P a g i n a

22 Als er tijdens de BPV belangrijke redenen zijn om de BPV vroegtijdig te beëindigen, moeten er een aantal dingen gebeuren: 1. Er moet een gesprek plaatsvinden tussen jou, de werkbegeleider en de LBB er. 2. In dit gesprek moet duidelijk worden wat het probleem is. 3. Het is verplicht om bij dit gesprek het formulier Beëindiging BPV-overeenkomst te tekenen (zie blz 43). Hiermee wordt het gesprek schriftelijk vastgelegd. 4. Als er na overleg tussen jou, de werkbegeleider en de LBB er blijkt dat de POK moet worden beëindigd, moet je bureau studentenzaken hierover informeren. 5. De loopbaanbegeleider informeert de BPV-coördinator van de opleiding gezondheidszorg over het besluit. 6. De loopbaanbegeleider zorgt dat het verslag op het formulier Beëindiging BPV- overeenkomst (zie blz. 43) in het dossier van de deelnemer komt. 5.7 Preventie van hepatitis B In de gezondheidszorg heb je kans om besmet te raken met infectieziekten. Voorbeelden van infectieziekten zijn hepatitis B, HIV en hepatitis C. Je kunt besmet raken via bloed- en seksueel contact. Omdat je met je gekozen beroep een verhoogd risico hebt op deze ziekten, is het belangrijk dat je een vaccinatie krijgt. Voor hepatitis B is er een vaccinatie. Helaas is er tegen HIV en hepatitis C nog geen vaccinatie mogelijk. De vaccinatie tegen hepatitis B bestaat uit 3 onderdelen: 1. De eerste vaccinatie 2. De tweede vaccinatie één maand na de eerste vaccinatie 3. De derde vaccinatie zes maanden na de eerste vaccinatie Na de derde vaccinatie wordt er gecontroleerd of je antistoffen hebt aangemaakt. Als dit goed is gegaan, ben je langdurig beschermd tegen hepatitis B. Als er toch iets gebeurt tijdens je BPV en je bent bang dat je besmet bent, kun je een injectie met antistoffen krijgen. Dit moet binnen 24 tot 28 uur ná het incident gebeuren. Meer informatie kun je vinden op de website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: chtlijn_hepatitis_b Veel BPV-instellingen eisen dat een student is gevaccineerd tegen hepatitis B. Dit moet gebeuren vóór je met de BPV begint. De vaccinatie is pas effectief na zes maanden. Voordat de BPV begint, zal je een uitnodiging krijgen voor een vaccinatie via het MBO College Hilversum. De vaccinatie zal worden uitgevoerd door het Vaccinatiebureau Nederland. Je krijgt uitnodiging in de eerste periode van je eerste leerjaar. De vaccinatie wordt vergoed door de overheid. 22 P a g i n a

23 Aanvraagformulier Praktijkovereenkomst BOL - Stageovereenkomst BBL - Praktijkovereenkomst Gegevens van de student: Klas: Deelnemernummer (staat op je pasje): Voornaam en achternaam : Gegevens van de BPV-instelling: Naam van het bedrijf : Locatie: Adres: Postcode: Woonplaats: Gegevens BPV-periode: Hoeveel uren BPV per week : Startdatum BPV-periode: Einddatum BPV-periode: Dit aanvraagformulier: - Uitprinten / invullen en in het postvak doen van Jentina van het Nederend of - Digitaal invullen en sturen naar Jentina van het Nederend ( j.vanhetnederend@rocva.nl) 23 P a g i n a

24 24 P a g i n a

25 Beoordelingsformulier beroepshouding De werkbegeleider en de deelnemer vullen allebei een beoordelingsformulier Beroepshouding in, voorafgaande aan het beoordelingsgesprek. De eindbeoordeling van de beroepshouding wordt door werkbegeleider, in overleg met de LBB er, tijdens het beoordelingsgesprek definitief vastgesteld. Hoe in te vullen - Per vraag beoordeelt de werkbegeleider de houding van de deelnemer. - De werkbegeleider omcirkelt per vraag de letter A, B of C. Zij omcirkelt de letter die van toepassing is op de houding van de cursist op het moment van beoordelen. - Indien nodig geacht, noteert de werkbegeleider een aanvullende opmerking bij een vraag in het daarvoor bestemde vakje. Niet voldoen aan gedragsregels binnen de BPV- instelling Het niet voldoen aan gedragsregels die gesteld worden voor alle BPV- instellingen is ter beoordeling van de BPV- instelling. Afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd tijdens een voortgangsgesprek of tijdens een weegmoment. De BPV- instelling overlegt zo nodig en op tijd met de LBB er. Het herhaaldelijk niet voldoen aan gedragsregels die gesteld worden voor alle BPVinstellingen en het herhaaldelijk niet voldoen aan de gemaakte afspraken hierover kan zowel de BPV- instelling als het ROC doen besluiten de BPV af te breken. De deelnemer moet dan de betreffende lesperiode herkansen. Bovendien wordt dit meegewogen in de beoordeling van de beroepshouding. Het niet voldoen aan gedragsregels die specifiek gesteld worden door de BPV- verlenende instelling is volledig ter beoordeling van deze BPV-instelling. Hier valt te denken aan protocollen en beroepscodes. Afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd tijdens een voortgangsgesprek of tijdens een weegmoment. De BPV- instelling overlegt zo nodig en op tijd met de LBB er. 25 P a g i n a

26 BEOORDELINGSFORMULIER Deelnemer: Werkbegeleider: Datum:.. Betreft beoordeling in de periode:.. 1. Durf ik als eerste een voorstel te doen? a. ik durf dit niet. b. ik durf dit af en toe. c. ik durf dit altijd. 2. Stel ik vragen? a. ik stel geen vragen. b. ik stel veel vragen. c. wanneer het nodig is stel ik een vraag. 3. Houd ik me aan de regels? a. ik houd me niet aan de regels. b. ik houd me af en toe aan de regels. c. ik houd me goed aan de regels. 4. Durf ik mijn taken alleen te doen? a. dat durf ik niet. b. ik kan het wel maar durf het niet altijd. c. ik durf mijn taken alleen te doen. 5. Weet ik wat ik kan? a. ik weet niet wat ik wel en niet kan. b. ik weet wat ik kan. c. ik weet wat ik kan en durf dit aan anderen te laten zien. 6. Wil en durf ik te laten zien wat ik voel? a. ik vind het moeilijk om te laten zien wat ik voel. b. ik kan soms laten zien wat ik voel. c. ik laat zien en horen wat ik voel. 7. Kritiek krijgen a. ik wil niet luisteren naar kritiek. b. ik kan luisteren naar kritiek zonder boos te worden. c. ik kan luisteren naar kritiek en pas het toe. 8. Hoe reageer ik op onverwachtse dingen? a. ik weet niet wat ik moet doen. b. ik haal hulp. c. ik kan goed bedenken wat ik moet doen. 26 P a g i n a

27 9. Maak ik een praatje of vraag ik iets aan iemand die ik niet ken? a. wanneer een ander iets aan mij vraagt, durf ik contact te maken b. ik kijk eerst goed met wie ik contact maak. c. ik maak met iedereen contact. 10. Samenwerken a. het liefst werk ik alleen. b. ik kan samenwerken maar ik weet niet altijd wat ik kan doen. c. ik kan samenwerken en weet wat mijn taken zijn. 11. Zelfstandig werken a. ik doe mijn werk met begeleiding. b. ik kan een aantal taken alleen doen en een aantal taken met begeleiding. c. ik kan al mijn taken zelfstandig doen. 12. Ik kan kritiek geven a. ik vertel niet (aan degene zelf) dat ik kritiek heb. b. ik vertel mijn kritiek als iemand daar naar vraagt. c. ik vertel direct wat mijn kritiek is. 13. Denk ik na over hoe ik heb gehandeld? a. ik vraag me niet af wat ik goed of fout heb gedaan. b. ik vraag me af en toe af wat ik goed of fout heb gedaan. c. ik vraag me af wat ik goed of fout heb gedaan en pas dit toe in een nieuwe situatie. 14. Kan ik zien dat de zorgvrager extra zorg nodig heeft op het gebied van het huishouden en hygiëne? a. ik zie dat niet. b. ik zie het af en toe. c. ik zie het en ik weet wat ik ermee moet doen. 15. Laat ik de zorgvrager zoveel mogelijk zelf doen? a. ik doe alles voor de zorgvrager. b. ik probeer de zorgvrager ook zelf dingen te laten doen maar dat lukt niet altijd. c. het lukt me om de zorgvrager zoveel mogelijk zelf te laten doen en ik houd rekening met de mogelijkheden van de zorgvrager. 16. Kan ik me indenken hoe de zorgvrager zich voelt? a. ik kan me niet verplaatsen in de zorgvrager. b. ik kan me verplaatsen in de zorgvrager maar weet niet altijd wat ik beter wel of niet kan doen. c. ik kan me verplaatsen in de zorgvrager en weet wat ik wel of niet moet doen. 17. Ken ik de volgorde van mijn taken? a. ik ken niet de volgorde van mijn taken. b. ik ken wel de volgorde van mijn taken maar het lukt me niet om het altijd in de goede volgorde te doen. c. ik ken de volgorde van mijn taken en doe ze ook in de juiste volgorde. 18. Zie ik wat er om mij heen gebeurt? a. ik merk weinig dingen op. b. ik merk dingen op maar doe daar weinig mee. c. ik merk dingen op en doe er wat mee. 27 P a g i n a

28 19. Kan ik verslag doen van wat ik zie? a. ik kan niet duidelijk aan mijn leidinggevende vertellen wat ik gezien heb. b. ik vertel alles aan mijn leidinggevende wat ik heb gezien. c. ik kan duidelijk aan mijn leidinggevende vertellen wat ik gezien heb. 20. Bespreek ik mijn taken na? a. ik bespreek mijn taken niet na. b. ik bespreek mijn taken na als iemand daarom vraagt. c. ik bespreek mijn taken altijd na. Puntenverdeling voor vraag 1 t/m 20 Een A omcirkeld : 1 punt Een B omcirkeld : 2 punten Een C omcirkeld : 3 punten Eindbeoordeling beroepshouding Helpende Totaal zijn er bij de beoordeling van de houding van de cursist 60 punten te behalen. Tussen de 51 en 60 punten behaald betekent: Goed: de cursist heeft voor een beginnende beroepsbeoefenaar als Helpende een uitstekende houding Minimaal punten behaald betekent: Voldoende: houding is voldoende voor een beginnend beroepsbeoefenaar als Helpende Tussen de 0 en 39 punten behaald betekent: Onvoldoende: d.w.z. de houding van de cursist voldoet niet. Haar/zijn houding is niet in overeenstemming met wat je mag verwachten van een helpende die (bijna) volledig haar/zijn Helpendeopleiding heeft doorlopen. Totaal aantal punten: Eindbeoordeling: 28 P a g i n a

29 Presentielijst BPV (kopieerblad) De deelnemer zorgt er voor dat de werkbegeleider iedere (les-)periode een kopie ontvangt van de presentielijst. De werkbegeleider vult de presentielijst in. Deelnemer :... Instelling :... Werkbegeleider :... LBB er Lesperiode : :. (a.u.b. invullen wat van toepassing is) Datum/ Lesweek Aantal uren aanwezig Aantal uren afwezig Reden van afwezigheid Paraaf werkbegeleider 29 P a g i n a

30

31 Vaardighedenlijst Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Werkproces 1.1 Maakt een planning op basis van een zorg-, leef Theorie of activiteitenplan 1. Een zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan lezen. 2. Een tijdsplanning maken. 3. Een planning maken. 4. Je kunt met betrekking tot de ondersteuning plannen, rekening houdend met de mogelijkheden van de zorgvrager, diens naasten of van een (leef-)groep. 5. Inzicht krijgen in manieren van samenwerken. 6. Leren omgaan met feedback, waardering en kritiek. praktijk Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving 1. Je ondersteunt, bij huishouden, wonen, verblijf of opvang, op basis van je werkplanning. 2. Ruimt de woning/ de verblijfsomgeving op en houdt deze schoon volgens de richtlijnen van de organisatie en geldende voorschriften en protocollen. 3. De sanitaire ruimte schoon houden volgens de richtlijnen van de organisatie en geldende voorschriften en protocollen. 4. De keuken schoon houden volgens de richtlijnen van de organisatie en geldende voorschriften en protocollen. 5. Bereiden en serveren van een eenvoudige maaltijd. 6. Bereiden en serveren van dranken. 7. Dieetproducten serveren. 8. Was sorteren en een handwas verzorgen. 9. Was sorteren en een machinewas verzorgen. 10. Bedden opmaken. 11. Zorgt voor sfeervolle en gezellige (woon-)kamer(s) en (groeps-)ruimten. 12. Helpen bij het doen van boodschappen. 13. Houdt materialen en hulpmiddelen op orde 14. De voorraad bijhouden. 15. Eenvoudige technische taken uitvoeren. 16. Overlegt met de cliënt(en)/ zorgvrager(s) en mantelzorgers/ naasten/wettelijke vertegenwoordigers over het voeren van het huishouden. 17. Veranderingen in de ondersteuningsbehoefte van de cliënt(en)/zorgvrager(s) signaleren en geeft deze door aan de leidinggevende. Theorie Praktijk 31 P a g i n a

32 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/adl Theorie Praktijk 1. Rekening met de zelfredzaamheid van de zorgvrager houden. 2. Signaleren en herkennen van veranderingen in de gezondheid van de cliënt/ zorgvrager. 3. Signaleren en herkennen van veranderingen in het welbevinden van de cliënt/ zorgvrager. 4. Signaleren en herkennen van veranderingen in de ondersteuningsbehoefte en van de cliënt/ zorgvrager. 5. Observatiegegevens mondeling rapporteren. 6. Zorgvrager ondersteunen bij persoonlijke wasbeurt. 7. Zorgvrager ondersteunen bij het aan- en uitkleden. 8. Zorgvrager ondersteunen bij uiterlijke verzorging. 9. Zorgvrager ondersteunen bij toiletgang. 10. Zorgvrager ondersteunen bewegen en verplaatsen. 11. Zorgvrager ondersteunen bij eten en drinken. 12. Zorgvrager ondersteunen bij het algemeen welbevinden. 13. Handen wassen. 14. Bed, wieg of ledikant afhalen en opmaken. 15. Bed, wieg of ledikant afhalen en opmaken, terwijl de zorgvrager/ cliënt zich in bed bevindt. 16 Bed opmaken met dekenboog. 17 De metalen kruik of warmwaterzak vullen en in bed of wieg leggen. Werkproces 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren 1 Rekening houden met de zelfredzaamheid van de zorgvrager. 2 Gewoontes van de zorgvrager hanteren. 3 De regels van de instelling hanteren. 4 Zorgvragers adviseren en stimuleren bij hun tijdsbesteding. 5 Een groep zorgvragers begeleiden bij een activiteit. 6 Op effectieve wijze een gesprek met de zorgvrager voeren. 7 Je in de situatie van een zorgvrager kunnen inleven. 8 Kunnen inspelen op de leefwereld van jongeren en oudere zorgvragers. 9 Kunnen omgaan met afhankelijkheid. 10 Inzicht krijgen in manieren van samenwerken. Theorie Praktijk Werkproces 1.5 Handelt in onvoorziene situaties Theorie Praktijk 1 Rekening houden met de zelfredzaamheid van de zorgvrager 2 Observatiegegevens mondeling rapporteren 32 P a g i n a

33 3 Je kunt een voorbeeldfunctie vervullen door de wijze waarop hij/zij zelf veilig gezond en aangenaam werkt 4 Je kunt de zelfzorg van een zorgvrager met betrekking tot de zorg voor de huishouding geheel of gedeeltelijk overnemen. 5 Lichaamstaal herkennen 6 Actief luisteren 7 Op effectieve wijze een gesprek met de zorgvrager voeren 8 Omgaan met je eigen emoties en die van de zorgvrager 9 Je eigen grenzen en die van de zorgvrager bewaken 10 Rekening houden met de privacy van de zorgvrager 11 Je in de situatie van een zorgvrager in kunnen leven 12 Echt zijn en respect tonen 13 Kunnen inspelen op de leefwereld zowel van jonge als oudere zorgvragers 14 Rekening houden met levensbeschouwing en cultuur 15 Omgaan met macht in relatie tot de zorgvrager 16 Kunnen omgaan met afhankelijkheid 17 Rekening houden met de wensen en gewoonten van de zorgvrager 18 De autonomie van de zorgvrager bevorderen 19 Een genuanceerd zelfbeeld ontwikkelen 20 Kunnen handelen in verschillende zorgsituaties 21 Werk en privé kunnen scheiden 22 Zorgvuldig omgaan met beroepsgeheim 23 Zorgvuldig handelen bij ethische dilemma s 24 Omgaan met agressie van de zorgvrager 25 Omgaan met ongewenste intimiteit 26 Inzicht krijgen in manieren van samenwerken 27 Leren omgaan met feedback, waardering en kritiek 33 P a g i n a

34 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.1 Ondersteunen op emotioneel gebied Theorie Praktijk 1 Observeren 2 Lichaamstaal herkennen 3 Actief luisteren 4 Op effectieve wijze een gesprek met de zorgvrager voeren 5 Omgaan met je eigen emoties en die van de zorgvrager 6 Je eigen grenzen en die van de zorgvrager bewaken 7 Rekening houden met de privacy van de zorgvrager 8 Je in kunnen leven in de situatie van een zorgvrager 9 Echt zijn en respect tonen 10 Omgaan met macht in relatie tot de zorgvrager 11 De autonomie van de zorgvrager bevorderen 12 Omgaan met ziekte en dood Werkproces 2.2 Ondersteunt de cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid 1 Rekening houden met de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager bij het stimuleren van zelfredzaamheid bij huishouden en wonen. 2 Rekening houden met de wensen en de gewoonten van de zorgvrager bij het stimuleren van zelfredzaamheid bij huishouden en wonen. 3 De zelfredzaamheid van de zorgvrager stimuleren. 4 Omgaan met knelpunten bij het stimuleren van de zelfredzaamheid 5 Betrekken van naasten bij de hulpverlening 6 Lichaamstaal herkennen 7 Actief luisteren 8 Omgaan met agressie van de zorgvrager Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Theorie Praktijk Werkproces 3.1 Evalueert de werkzaamheden Theorie Praktijk 1 Observatiegegevens mondeling rapporteren. 2 Deelnemen aan teambesprekingen en deelnemen aan besprekingen met de andere werkers in de zorg. 3 Consult vragen over de zorg die je gegeven hebt of gaat geven 4 Knelpunten en wensen rond communicatie en informatie doorgeven aan de verantwoordelijke van zorg. 34 P a g i n a

35 5 Op effectieve wijze een gesprek met een zorgvrager, collega s en of leidinggevende voeren 6 Inzicht krijgen in manieren van samenwerken 7 Leren omgaan met feedback, waardering en kritiek 8 Werken aan methodische kwaliteitszorg 9 Vakliteratuur bijhouden 10 Een themabijeenkomst volgen 11 Bijdragen aan intercollegiale ondersteuning 12 Reflecteren op de manier waarop je iets doet. 13 Het belang van een vakbond of beroepsvereniging weergeven Werkproces 3.2: Stemt de werkzaamheden af Theorie Praktijk 1 Observatiegegevens mondeling en schriftelijk rapporteren. 2 Deelnemen aan teambesprekingen en deelnemen aan besprekingen met de andere werkers in de zorg 3 Consult vragen over de zorg die je gegeven hebt of gaat geven 4 Knelpunten en wensen rond communicatie en informatie doorgeven aan de verantwoordelijke van zorg 5 Inzicht krijgen in de manier van samenwerken 6 Werken aan methodische kwaliteitszorg Werkproces 3.3: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 1 Consult vragen over de zorg die je gegeven hebt of gaat geven 2 Herkennen en weergeven van de kenmerken van de intra-, extra-, semi- en transmurale zorg. 3 Werken binnen de grenzen van de beroepscode 4 Werken volgens de richtlijnen van het beroepsprofiel 5 Werken aan de kwaliteit door veilig, gezond, en milieubewust te handelen 6 Informatie opzoeken in de CAO 7 Omgaan met materiële en immateriële knelpunten 8 Omgaan met klachten Theorie Praktijk 35 P a g i n a

36 36 P a g i n a

37 Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) Model leercyclus: doelen oriënteren en plannen uitvoeren terugkijken) (kopieerblad) Welke doelen wil ik bereiken? Op korte termijn: Welke kerntaak, werkproces, competenties en/of vaardigheden horen hierbij: Hoe ga ik deze doelen bereiken Wat moet ik doen om dit doel te bereiken? (Oriënteren) Hoe en wanneer ga ik dit doen? (Planning en uitvoeren) Reflectieformulier schrijven! (Terugkijken) Handtekening: 37 P a g i n a

38 Formulier Individueel reflectieverslag (school en BPV) Model reflectiecyclus: ik wil ik kan ik doe ik presteer (kopieerblad) Datum. Wat heb ik gedaan? (ik doe) Hoe is het gegaan? (ik kan) Wat was het resultaat? (ik presteer) Heb ik mijn doel(en) bereikt? (ik wil) Welke acties moet ik nog ondernemen? Wat kan ik de volgende keer anders doen? 38 P a g i n a

39 FORMULIER VASTSTELLING BEOORDELING BPV 1 (kopieerblad/ a.u.b. aankruisen wat van toepassing is) Weegmoment 0 einde opleiding 0 externe BPV Naam opleiding Naam deelnemer Klassencode Datum Naam instelling Aanwezigen A. Heeft de deelnemer alle prestatie-indicatoren volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV behaald? B. Indien vraag A met een ontkenning is beantwoord: welke opdracht- vaardigheden volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV heeft de deelnemer nog niet behaald? Toelichting? C. Heeft de deelnemer de beroepshouding volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV met een voldoende afgerond? D. Heeft de deelnemer zich aan de gedragsregels voor de BPV kunnen houden? E. Is de afwezigheid van de deelnemer onder de norm gebleven? F. Aan welke persoonlijke leerdoelen moet de deelnemer nog (verder) werken? De beoordeling betreffend weegmoment/ externe BPV/ einde opleidingstijd voor de BPV luidt: 0 positief ( als aan alle criteria is voldaan) 0 verlenging van de BPV ( als nog niet aan alle criteria is voldaan) met:. 0 anders nl..... omdat... Handtekening voor akkoord Werkbegeleider/ praktijkbegeleider Handtekening voor gezien Deelnemer: LBB er: 39 P a g i n a

40 40 P a g i n a

41 FORMULIER VASTSTELLING BEOORDELING BPV 2 (kopieerblad/ a.u.b. aankruisen wat van toepassing is) Weegmoment 0 einde opleiding 0 externe BPV Naam opleiding Naam deelnemer Klassencode Datum Naam instelling Aanwezigen A. Heeft de deelnemer alle prestatie-indicatoren volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV behaald? B. Indien vraag A met een ontkenning is beantwoord: Welke opdracht- vaardigheden volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV heeft de deelnemer nog niet behaald? Toelichting? C. Heeft de deelnemer de beroepshouding volgens de criteria van het betreffende weegmoment/ einde opleidingstijd/ externe BPV met een voldoende afgerond? D. Heeft de deelnemer zich aan de gedragsregels voor de BPV kunnen houden? E. Is de afwezigheid van de deelnemer onder de norm gebleven? F. Aan welke persoonlijke leerdoelen moet de deelnemer nog (verder) werken? De beoordeling betreffend weegmoment/ externe BPV/ einde opleidingstijd voor de BPV luidt: 0 positief ( als aan alle criteria is voldaan) 0 verlenging van de BPV ( als nog niet aan alle criteria is voldaan) met:. 0 anders nl..... omdat... Handtekening voor akkoord Werkbegeleider/ praktijkbegeleider Handtekening voor gezien Deelnemer: LBB er: 41 P a g i n a

42 42 P a g i n a

43 Formulier beëindiging BPV-overeenkomst 43 P a g i n a

44 44 P a g i n a