Wrijvingsidentificatie van een 1-DOF systeem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wrijvingsidentificatie van een 1-DOF systeem"

Transcriptie

1 Wrijvingsidentificatie van een 1-DOF systeem M.N. de Beukelaar DCT Traineeship report Coach(es): Supervisor: J. Scholtes ir. D.W.J van Raaij Prof.dr.ir. M. Steinbuch Technische Universiteit Eindhoven Department Mechanical Engineering Dynamics and Control Technology Group Eindhoven, October, 2008

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding De Opstelling Doelstelling Opbouw van het verslag Wrijvingseffecten en Wrijvingsmodellen Wrijvingseffecten Klassieke wrijvingsmodellen Dynamische wrijvingsmodellen Wrijvingsidentificatie Constante snelheid experiment Break-away krachten rechtstreeks uit het systeem bepalen Hysterese lus Wrijvingscompensatie 15 5 Conclusie en Aanbevelingen 18 Appendix 1: Gegeneraliseerde Maxwell-slip model 19 Referenties 21 2

3 Symbolenlijst en eenheden Symbool Betekenis Eenheid F w totale wrijvingskracht N F n normaalkracht N F s break-away kracht N F c Coulombse wrijvingskracht N F v viskeuze wrijvingskracht N µ c Coulombse wrijvingscoëfficiënt - B viskeuze wrijvingscoëfficiënt Ns/m B m micro-viskeuze wrijvingscoëfficiënt Ns/m v snelheid m/s v s Stribeck snelheid m/s d s Stribeck vormingsparameter - α vormingsparameter van Dahl - σ 0 gemiddelde stijfheid tegen afschuiven N/m F i heersende kracht in wrijvingselement i N W i break-away kracht in wrijvingselement i N k i stijfheid van het wrijvingselement i N/m α i maximale wrijvingskracht parameter - C vormingsparameter N/s Tabel 1: Lijst met gebruikte symbolen 3

4 1 Inleiding Bij haptische systemen is het belangrijk om als gebruiker goede krachtterugkoppeling te krijgen van het systeem. Overmatige stoorfactoren zoals wrijving zijn dan ongewenst. Aan de hand van wat de gebruiker voelt, kan hij zijn handelingen aanpassen. Nu hebben bijna alle mechanische systemen te maken met wrijving. Om deze weg te werken kan men het systeem opnieuw gaan ontwerpen, maar vaak is dat niet wenselijk. Een alternatief is om de wrijving in het systeem te bepalen en deze dan met een wrijvingsmodel te compenseren. De wrijving is dan nog wel aanwezig, maar wordt niet meer waargenomen door de gebruiker. 1.1 De Opstelling In dit project wordt er gekeken naar de wrijving in de master opstelling van een haptisch 1-DOF master-slave systeem. Een master-slave systeem bestaat uit twee opstellingen. Als een gebruiker één opstelling (de master) in beweging zet, moet de andere deze beweging nadoen (de slave). Als de slave bij een haptisch master-slave systeem in een bepaalde richting een weerstandskracht ondervindt, dan moet de gebruiker de weerstand waarnemen via de master. Het gebruikte systeem, weergegeven in figuur 1, is vrij in een roterende beweging. Het ontwerp komt van ir. R. Hendrix. In dit project wordt de laagfrequente regelaar gebruikt, die ontworpen is door J. Scholtes. Meer informatie over dit systeem is terug te vinden in [2]. Figuur 1: 1-DOF setup 4

5 Het systeem bevat twee hoofdzaken die wrijving met zich voortbrengen. 1. De lagering van de arm 2. De lagering van de actuator. De gebruiker voelt met name de wrijving in de actuatoras vanwege de twee overbrengingen. De eerste is een roterende overbrenging van de actuatoras naar naar de arm. De tweede roterende overbrenging bevindt zich tussen de lagering van de arm en het uiteinde van de arm. 1.2 Doelstelling Het hoofddoel van dit project is om meer inzicht te krijgen in de soorten wrijving die in het systeem aanwezig zijn door een literatuurstudie naar verschillende mogelijke soorten wrijving en door het experimenteel vast te leggen van de wrijving. Een bijkomend doel is het maken van een goed wrijvingsmodel voor realtime wrijvingscompensatie. 1.3 Opbouw van het verslag Het verslag bestaat uit 5 hoofdstukken. Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat een kleine introductie over de gebruikte opstelling en verwachtingen van de aanwezige wrijvingscomponenten. Ook wordt er de doelstelling van het project gedefinieerd en de te behandelen thema s per hoofdstuk. Hoofdstuk 2 Wrijvingseffecten en Wrijvingsmodellen Om de wrijving te kunnen bepalen dient men eerst te weten waarvan wrijving afhankelijk is. Ook zijn er verschillende methoden om de wrijving te benaderen. In dit hoofdstuk wordt een literatuurstudie over de verschillende wrijvingseffecten en wrijvingsmodellen besproken. Ook wordt er al een kleine selectie wrijvingsprofielen gekozen om mee verder te werken in het project. Hoofdstuk 3 Wrijvingsidentificatie In hoofdstuk drie worden er drie experimenten uitgelegd en uitgevoerd die nodig zijn om de wrijving te kunnen identificeren. Hoofdstuk 4 Wrijvingscompensatie In dit hoofdstuk worden de wrijvingsmodellen in een realtime simulatie getest. De verwachting hierbij is dus dat de wrijving nog nauwelijks waarneembaar is. Hoofdstuk 5 Conclusie Aan de hand van de gevonden resultaten uit hoofdstuk 3 en 4, kunnen er conclusies worden getrokken over de wrijvingsidentificatie en wrijvingsmodellen. 5

6 2 Wrijvingseffecten en Wrijvingsmodellen 2.1 Wrijvingseffecten Om wrijving te kunnen modelleren of te reduceren, moet men weten waarvan de wrijving afhankelijk is. Zo kunnen er een aantal soorten wrijvingseffecten onderscheiden worden. Maar er zijn ook andere factoren die op een bepaald moment kunnen optreden en invloed uit oefenen op de wrijving. Een aantal wrijvingsfenomenen zijn ([1], [3]): Statische wrijving en de break-away kracht: Statische wrijving is de wrijving die optreed wanneer het systeem in rust is. De statische wrijvingskracht is de kracht die men kan aanbrengen op het systeem zonder dat er beweging optreed. De kracht die nodig is om deze statische wrijving te overwinnen en een beweging te creëren wordt de break-away kracht genoemd en is dus gelijk aan de maximale statische wrijvingskracht. De break-away kracht is afhankelijk van de stijging van toegevoegde kracht. Een langzaam stijgende kracht geeft een andere break-away kracht dan een snel stijgende kracht. Coulombse wrijving: Verschijnsel dat optreedt bij het langs elkaar schuiven van twee droge oppervlakken. Wrijving is alleen afhankelijk van de richting van de snelheid. De Coulombse wrijving wordt berekend met de volgende vergelijking. F c = sign(v)f n µ c (1) In de vergelijking is F c [N] de Coulombse wrijvingskracht, F n [N] de normaal kracht op de bewegende oppervlakken, µ c [ ] de Coulombse wrijnvingscoëfficiënt en v [m/s] de relatieve snelheid van tussen de twee oppervlakken. Viskeuze wrijving: Bij viskeuze wrijving bevindt of lijkt het alsof er een vloeistof tussen de twee bewegende oppervlakken. Deze wrijvingskracht F v [N] is in tegenstelling tot de Coulombse wrijving afhankelijk van de grootte van de snelheid v [m/s]. In de onderstaande vergelijking is B [Ns/m] de viskeuze wrijvingscoëfficiënt. F v = Bv (2) Stribeck effect: Het Stribeck effect wordt veroorzaakt door smering. De afschuifkrachten van het smeermiddel zijn vaak groter voor lage snelheden dan bij hogere snelheden. Hierdoor verkleind de wrijving als men de snelheid verhoogt vanuit rust. Als de dikte van de smering groot genoeg is om de contactoppervlakken van elkaar te scheiden, zal de wrijving weer toenemen, omdat dan de hydrodynamische effecten gaan domineren. Het Stribeck effect kan beschreven worden zoals in vergelijking 3. ( ) d F w = F c + (F s F c ) exp v s v s (3) De vergelijking is een combinatie van de Coulombse wrijving F c [N], de break-away kracht F s [N] en het Stribeck effect. In de vergelijking is v s [m/s] de Stribeck snelheid en d s [ ] de vormingsparameter (Stribeck parameter). De invloed van de extra parameters v s [m/s] en d s [ ] wordt weergegeven in figuur 2. 6

7 Figuur 2: De invloed van de extra parameters d s [ ] en v s [m/s] Het Stribeck effect kan echter niet afzonderlijk beschreven worden. Het is een extra toevoeging op het Coulombse en viskeuze wrijvingsmodel. Presliding effect: Als de toegevoegde kracht kleiner is dan de break-away kracht, heeft de relatie tussen de statische wrijvingskracht en de verplaatsing een karakteristiek van een veer. Waarbij de verplaatsing echter microscopisch is. Frictional Lag: Bij het omkeren van de snelheid, kan de wrijvingskracht de beweging niet direct volgen en ontstaat er een achterstand van de wrijvingskracht op de beweging. Dit veroorzaakt een hysterese lus als de kracht wordt uitgezet tegen de positie. De wrijvingskrachten die in een systeem voorkomen, kunnen tevens afhankelijk zijn van tijd, temperatuur, positie en/of richting. Wrijving kan in de tijd veranderen door het verdwijnen van smering of slijtage van de contactoppervlakken. Veelvuldig gebruik, zorgt meestal voor een temperatuurverhoging die ook de wrijvingskrachten beïnvloeden. Positie afhankelijke wrijving is vaak het resultaat van een plaatsafhankelijke belasting of niet homogene contactgeometrie. Bijvoorbeeld door een wisselende ruwheid van het contactoppervlak of door de onrondheid van de assen door slijtage. Richtingsafhankelijke wrijving wordt ook vaak geconstateerd. In theorie zou dit zijn oorzaak kunnen vinden in de anisotropie van het materiaal of geometrie, maar een echte grondige verklaring is er nog niet. 2.2 Klassieke wrijvingsmodellen Klassieke wrijvingsmodellen hebben een algebraïsche afhankelijkheid van de snelheid en worden daarom vaak statische wrijvingsmodellen genoemd. Ze bestaan vaak uit combinaties van de statische, Coulombse en viskeuze wrijving en het Stribeck effect. Effecten zoals presliding, varying break-away of frictional lag kunnen niet gemodelleerd worden met een statische model. Figuur 3 toont enkele wrijvingscurven, voor enkele klassieke wrijvingsmodellen, waarin de wrijvingskracht is uitgezet tegen de snelheid. Figuur 3(d) bevat alle klassieke wrijvingsfenomenen. Een nadeel van zuivere Coulombse wrijving is de stap bij de nuldoorgang. Deze zorgt voor een discon- 7

8 Figuur 3: Verschillende curves om de wrijvingseffecten te modelleren. (a) Alleen Coulombse wrijving. (b) Alleen viskeuze wrijving. (c) Combinatie van Coulombse en viskeuze wrijving. (d) Combinatie Coulombse en viskeuze wrijving plus de break-away kracht en het Stribeck effect tinuïteit in de curve. Deze discontinuïteit geeft vooral problemen bij het implementeren en simuleren. De helling in de stap is oneindig groot, waardoor deze dus niet differentieerbaar is. De Coulombse wrijving kan echter wel benaderd worden door een continue arctan-functie. Dit model heeft echter het nadeel dat het alleen de Coulombse wrijving kan modelleren. F w = 2 π F c arctan(α v) (4) α is bepalend voor de helling in het nulpunt. Het is dus enerzijds gewenst om deze zo groot mogelijk te kiezen en anderzijds rekening te houden dat een te steile helling, teveel de stapfunctie gaat benaderen wat wederom numerieke problemen kan opleveren tijdens de simulatie. Een veelgebruikte vergelijking om toch het Stribeck effect en de statische wrijving ook te modelleren is een combinatie van vergelijking 2 met vergelijking 3. ( ) d F w = F c + (F s F c ) exp v s + Bv (5) Er zijn nog andere modellen die ook het Stribeck effect kunnen beschrijven. Zoals het model van Armstrong. In dat model worden twee vergelijkingen gebruikt welke beide een ander deel van de Stribeck curve beschrijven. Één van de vergelijkingen is bedoeld om de statische wrijving te bepalen, de andere wordt gebruikt voor de wrijving vanaf de break-away kracht te beschrijven. Ook Karnopp kwam met een model dat gebruik maakt van een interval rond de snelheid gelijk aan nul. In het interval mag de snelheid groter zijn dan nul, maar de uitgaande kracht moet nul blijven. Een nadeel van dit model is dat het sterk afhankelijk is van de dynamica van het hele systeem en dus ook van soms onbekende externe krachten die erop werken. Ook geeft het model niet de juist wrijving voor het interval. In dit verslag wordt vergelijking 5 gebruikt, omdat deze geen extra vergelijking nodig heeft. Ook wordt vergelijking 5 in een aantal dynamische modellen gebruikt. v s 8

9 2.3 Dynamische wrijvingsmodellen Dynamische modellen bevatten naast de statische fenomenen ook de dynamische fenomenen zoals pre-sliding, friction lag en varying break-away. Daarom worden ze vaak gebruikt voor het beschrijven van wrijving rond snelheid v = 0 [m/s]. Zoals bij de statische modellen zijn er ook een talrijk aantal dynamische modellen [1], [3]: Dahl model Dit model is gebaseerd op de spanning-rek curve van materialen. Het nadeel is dat het alleen de Coulombse wrijving modelleerd. Het model maakt gebruik van een differentiaal vergelijking om een betere nuldoorgang te krijgen, maar is niet bruikbaar voor systemen waar statische wrijving of het Stribeck effect van groot belang zijn. Vergelijking 6 is de differentiaal vergelijking van Dahl. In de vergelijking is σ 0 [N/m] de gemiddelde stijfheid van het systeem tegen afschuiven en α [ ] is een vormingsparameter. df dt = σ 0 1 F sign(v) F s Bliman en Sorine model α ( sign 1 F ) sign(v) F s Dit is een uitbreiding op het Dahl model naar een tweede orde wrijvingsmodel door er de statische wrijving aan toe te voegen. Het model maakt gebruik van een plaatsvariabele s [m] waarvoor vergelijking 7 geldt. s = Vergelijking 8 geeft het model van Bliman en Sorine weer. df dt = F ) ds F = v s dt s = σ 0 (v v FFc Borstelmodel t 0 (6) v(τ) dτ (7) Het borstelmodel is een benadering voor het gedrag van de macroscopische contactpunten tussen de twee oppervlakken. Ieder contactpunt wordt gezien als een verbinding met een zekere stijfheid. Als er een afschuifkracht optreed, gaan de verbindingen eerst weerstand bieden, maar als de afschuifkracht groter wordt, gaan de oppervlakken schuiven. Als de afschuifkracht niet veel groter is dan de weerstandskracht van de borstels, is het mogelijk dat het presliding effect optreed, doordat er nieuwe verbindingen ontstaan met nieuwe stijfheden. Ondanks dat dit model het niet-lineaire gedrag van de wrijving redelijk goed kan weergeven, is het echter te complex om te gebruiken voor realtime simulaties. In vergelijking 9 is b i [m] de positie waar contactpunt i ontstaat, x i [m] de relatieve positie van het contactpunt tijdens belasting en σ 0 [N/m] de gemiddelde stijfheid van alle verbindingen. σ 0 [N/m] is in deze vergelijking gelijk aan die van het Dahl model. LuGre model F = (8) N σ 0 (x i b i ) (9) i=1 Het LuGre model is ook gebaseerd op het Dahl model, maar bevat ook de borstel interpretatie gecombineerd met smering. Het behandelt alle bovengenoemde wrijvingsfenomenen, maar is 9

10 ook weer minder geschikt voor rekenprogramma s vanwege de hoge stijfheid in het pre-sliding regime. Het model is een functie van de snelheid v [m/s] en een toestandsvariabele z. F w = σ 0 z + B m dz dt + B (10) Bijkomende vergelijkingen die nodig zijn voor het oplossen zijn de vergelijkingen 11 en 12. Waarin g(v) overeenkomt met de vergelijking 3. ( dz dt = v 1 σ ) 0z g(v) ( ( )) d g(v) = sign(v) F c + (F s F c ) exp v s σ 0 [N/m] is ook hier de gemiddelde stijfheid van de verbindingen. B m [Ns/m] en B [Ns/m] zijn respectievelijk de micro-viskeuze wrijvingscoëfficiënt en de viskeuze wrijvingscoëfficiënt. Gegeneraliseerde Maxwell-slip model (GMS) Dit model beschouwt de wrijving als parallel geschakelde wrijvingselementen. Elk element heeft een eigen stijfheid k i [N/m] en een maximale weerstandskracht W i [N] tegen het schuiven. Het model beschrijft, net zoals het LuGre model, alle wrijvingsfenomenen. GMS krijgt de voorkeur omdat het de presliding beter beschrijft. v s (11) (12) F w (t) = F i (t) + Bv(t) (13) Hierin is F i [N] de kracht die het wrijvingselement i bijdraagt aan de totale wrijvingskracht F w [N]. Waarbij het dynamisch gedrag voor het blijven plakken (W i > F i ) voor ieder element beschreven kan worden met de vergelijking: df i dt = k iv (14) Voor het schuiven van de oppervlakken (W i F i ) geldt voor ieder element: ( df i dt = sign(v)c α i F ) i g(v) Waarin g(v) overeenkomt met de vergelijking 3 en 12. Met de parameter C [N/s] kan frictional lag tot de eerste orde benaderd worden. Door een hoge C [N/s] te kiezen zal de totale wrijving snel op g(v) gaan lijken. α i is de maximale wrijvingskracht parameter en bepaalt samen met g(v), de maximale wrijvingskracht W i [N]. Hieruit volgt dan dat W i [N] afhankelijk is van de snelheid. (15) W i = α i g(v) (16) 10

11 3 Wrijvingsidentificatie Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat er verschillende methoden zijn om de wrijving te modelleren. Het Gegeneraliseerde Maxwell-slip model lijkt het meest complete model van de behandelde modellen te zijn met de minste nadelen. Uit ervaringen in de literatuuur blijkt dat het LuGre model problemen heeft bij het implementeren bij snelheid v = 0 [m/s]. Een goed alternatief is het gegeneraliseerde Maxwell-slip model, omdat het pre-sliding effecten aan boord heeft. Daarom zal het verder verloop van het project in teken staan van dit model. Voor dit model moeten er bepaalde gegevens uit het systeem worden gehaald. Dit gebeurt aan de hand van drie experimenten: 1. Constante snelheid experiment: In dit experiment wordt de wrijving bij diverse constante snelheden bepaald. 2. Break-away kracht bepalen: Door een oplopende kracht op het systeem te zetten kan de breakaway kracht gevonden worden. 3. Hysterese lus: Een oplopende kracht wordt tot net boven de break-away kracht aangebracht. Vervolgens wordt de kracht omgekeerd om zo hysterese in het pre-sliding regime te bepalen. 3.1 Constante snelheid experiment Dit experiment heeft als doel een beter inzicht te krijgen over de invloed van de snelheid op de wrijving. Voor het systeem is de volgende bewegingsvergelijking van toepassing. In vergelijking 17 is F w [N] de wrijvingskracht en u [N] de uitgaande kracht van de regelaar. Als de snelheid constant is, valt de versnellingsterm weg en is de wrijvingskracht gelijk aan de actuatorkracht u [N]. mẍ + F w = u (17) Door de wrijvingskracht te bepalen voor meerdere snelheden en in beide richtingen, kan men deze tegen elkaar uitzetten in een grafiek, de Stribeck curve. In MATLAB kan de functie lsqcurvefit.m in combinatie met vergelijking 5 uit hoofdstuk 2 gebruikt worden om de Coulombse en de viskeuze wrijvingskrachten bepalen, maar ook de Stribeck effect en de break-away kracht. De MATLAB functie gebruikt de Coulombse en viskeuze wrijvingskrachten, de break-away kracht, Stribeck snelheid en de extra Stribeck vormingsparameter dan als de te optimaliseren variabelen, zodat deze een goede fit doorheen de datapunten geven. De fit wordt voor de twee richtingen afzonderlijk bepaald. In figuur 4 zijn de datapunten en de gevonden fits per richting weergegeven. De linkse figuur betreft de negatieve richting en de rechtse de positieve. De fit is van redelijk slechte kwaliteit bij lage snelheden. De oorzaak hiervan kan het tijdsafhankelijkheid zijn van de wrijving. De meetdata voor de lage snelheden is namelijk over meerdere dagen vergaard. De gevonden waarden voor de variabelen zijn opgenomen in tabel 2. Wat opvalt is dat deze in de twee richtingen niet hetzelfde zijn. Vooral de Coulombse wrijving en de Break-away kracht verschillen sterk. De wrijving in het systeem is dus richtingsafhankelijk. Ieder punt van de figuur is bepaald door de arm gedurende een bepaalde tijd met constante snelheid te laten bewegen. De uitgaande kracht van de regelaar en de positie van de arm worden voor ieder tijdstip als een koppel opgeslagen. De meetdata wordt daarna gefilterd zodat enkel de kracht overblijft tussen 11

12 +0.01 [m] en 0.01 [m]. Een tweede filter wordt toegepast op de meetdata voor beide richtingen te scheiden. Daarna wordt er een gemiddelde genomen van de overgebleven krachten uit de meetdata. Het doel van het filteren is een betere gemiddelde kracht te verkrijgen rond het werkpunt (positie x = 0 [m]). Als men alleen op x = 0 [m] het gemiddelde gaat berekenen kan dit een fout beeld creëren. Figuur 4: Meetdata en de gefitte wrijvingscurve voor beide richtingen. (a): negatieve snelheden. (b): positieve snelheden Positieve richting F c = [N] F s = [N] B = [Ns/m] v s = [m/s] d s = [ ] Negatieve richting F c = [N] F s = [N] B = [Ns/m] v s = [m/s] d s = [ ] Tabel 2: Benadering van de wrijvingsparameters Naast de gevonden parameters kunnen er nog andere eigenschappen uit het systeem te voorschijn komen. Zo blijkt dat de wrijvingskracht voor lage snelheden, richting hun maximale positie, wat meer toeneemt (figuur 5). Naargelang de snelheid toeneemt, wordt dit verschijnsel kleiner. Maar bij hogere snelheden wordt dan weer het transient gedrag bij het omkeren van de beweging zichtbaar. 12

13 Figuur 5: De wrijvingskracht uitgezet tegen de positie. Links: lage snelheden. Rechts: hoge snelheden. De cirkel met de pijl geeft aan hoe de grafiek doorlopen wordt. 3.2 Break-away krachten rechtstreeks uit het systeem bepalen Het doel van dit experiment is het bepalen van de break-away kracht. In het eerste experiment is deze via extrapolatie gefit, maar het is ook mogelijk om de break-away kracht direct uit het systeem te halen. Het experiment wordt zonder regelaar in open loop uitgevoerd. Er wordt van een langzaam stijgende kracht gebruikt als ingangssignaal. De kracht stijgt met 0.01 [N/s] en het systeem vertrekt uit horizontale positie (x = 0 [m]). Zodra de toegevoegde kracht even groot is als de break-away kracht zal de arm ineens uitslaan. De break-away kracht komt dus overeen met de kracht die de eerste grote verplaatsing realiseert. Het experiment wordt voor beide richtingen herhaald en dan gemiddeld. De helling is zo klein mogelijk gekozen zodat er zo groot mogelijke break-away kracht gevonden kan worden. Figuur 6 geeft het verloop van de kracht en de positie weer van een experiment in positieve richting. Ook het presliding effect is duidelijk waarneembaar. De break-away kracht in positieve en negatieve richting zijn respectievelijk [N] en [N]. Dit is redelijk in de buurt van de berekende waarde uit het eerste experiment. Dit is dus een goed experiment om de formule 3 in hoofdstuk 2 te controleren. Figuur 6: Experimentdata voor de positieve richting. Boven: De oplopende kracht. Onder: De positie van de arm 13

14 3.3 Hysterese lus In dit laatste experiment wordt er gekeken naar wat er gebeurt bij het omkeren van de snelheid binnen het presliding regime. In principe is dit hetzelfde experiment als voor de break-away krachten. Alleen neemt de toegevoegde kracht toe tot net boven de break-away kracht in een richting. Daarna wordt de kracht omgekeerd om dan net boven de break-away kracht in de andere richting te stijgen. Dit wordt herhaaldelijk uitgevoerd zodat er een hysteresis lus ontstaat zoals in figuur 7. Uit deze hysterese lus kunnen rechtstreeks de stijfheid k i en de parameter α i voor het GMS model bepaald worden. (zie tabel 3) Figuur 7: Hysterese lus Element i k i α i [N/m] 0.72 [ ] [N/m] 0.15 [ ] [N/m] 0.13 [ ] Tabel 3: Maxwellparameters k i en α i 14

15 4 Wrijvingscompensatie In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar de wrijvingsreductie in het systeem door het gegeneraliseerde Maxwell-slip model toe te passen. De gebruikte broncode om het gegeneraliseerde Maxwell-slip model in MATLAB te implementeren komt uit [3]. Figuur 8 toont het top-level structuur van het Simulink model. RTI Data Model-based Friction Master Waveform: sine Amplitude: 30e-3/1 [m] Freq.: 0.25 [Hz] e_m 5595(s+12.6) (s+313.5) Controller Fc_M Fa_M Fa_M [N] Fa_S [N] Fm_M [N] x_m [m] x_s [m] Fm_S [N] x_m t: (30e-3/20e-3)*[ ] y: 30e-3*[ ] Ff Ff MasterSlave 0 GMS_sfcn du/dt butter Gain: 0 [-] S-Function Order: 4 [-] Freq: 2*pi*30 [rad/s] Figuur 8: Top level sructuur van het simulink model met wrijvingscompensatie. In figuur 9 is de wrijvingskracht voor het systeem weergegeven. Figuur 9a toont de wrijving voor het systeem zonder wrijvingscompensatie en figuur 9b het systeem met wrijvingscompensatie. In figuur 9a is duidelijk te zien dat de wrijvingskracht bij een bepaalde snelheid anders is voor de heengaande en teruggaande beweging. Dit wijst op het dynamisch gedrag van de wrijving. Figuur 9b toont aan dat gevonden parameters voor het gegeneraliseerde Maxwell-slip model de wrijving goed compenseren voor hoge snelheden, maar ze zijn minder geschikt voor het modelleren van lage snelheden en het presliding regime. Figuur 9: De totale wrijving in het systeem afhankelijk van de snelheid. (a): zonder compensatie. (b): met compensatie 15

16 Figuur 10 toont de hysterese lus voor de beide gevallen van het systeem. Ook hier is te zien dat het model slecht de nuldoorgang modelleert. Er is aangenomen dat voor de hysterese lus voor de heengaande en de teruggaande beweging dezelfde stijfheden k i [N/m] en wrijvingskracht paramenters α i [ ] gelden. Uit figuur 10b blijkt dit niet te kloppen. Met verschillende waarden voor k i [N/m] en α i [ ] voor beide richtingen, zou de piek bij de maximale positie (x = 0.03 [m]) verkleinen. Ook zou de piek in figuur 9b kleiner worden. Bij het omkeren van de snelheid is het systeem overgecompenseerd. Dit komt doordat het model enkel geldig is voor het moment zelf, omdat het systeem mechanisch teveel verandert in de tijd. De overcompensatie wordt aangetoond in figuur 10b. Figuur 10: Hysterese lus voor de twee situaties. De cirkel met de pijl geeft aan hoe de grafiek doorlopen wordt.(a): Het systeem zonder compensatie. (b): Het systeem met compensatie. Figuren 11 en 12 tonen hoe het systeem een sinusvormig referentie-signaal volgt. De wrijvingscompensatie vertoont een verbetering van het volgen van het signaal. De top (x = 0.03 [m]) is wel afgevlakt. Dit zou ook verbeteren wanneer k i [N/m] en α i [ ] richtingsafhankelijk zouden zijn. Figuur 13 toont de volgfout voor beide situaties. Figuur 11: Vergelijking tussen de referentie en werkelijke positie zonder wrijvingscompensatie 16

17 Figuur 12: Vergelijking tussen de referentie en werkelijke positie met wrijvingscompensatie Figuur 13: De volgfout voor het systeem met en zonder wrijvingscompensatie 17

18 5 Conclusie en Aanbevelingen Uit dit project blijkt dat er veel verschillende modellen zijn om wrijving te modelleren en te compenseren. Toch zijn de modellen nog niet volledig, omdat het presliding gedrag moeilijk te beschrijven is. Van de onderzochte modellen blijkt het gegeneraliseerde Maxwell-slip model het meest efficiënt, omdat het model ook de presliding effecten benadert. Het model is makkelijk te implementeren in tegenstelling tot het LuGre model. De belangrijkste wrijvingsparameters, zoals Coulombse en viskeuze wrijving en de break-away kracht en het Stribeck effect, kunnen met eenvoudige experimenten uit het systeem geschat worden. Een constante snelheid aanbrengen op het systeem. Door het experiment voor verschillende snelheden te herhalen, kan zo een wrijvingscurve gemaakt worden en de wrijvingsparameters via extrapolatie geschat worden. De break-away kracht kan ook rechtstreeks uit het systeem geschat worden door een langzaam toenemende kracht op het systeem aan te brengen. Met het hysterese lus experiment kunnen de laatste parameters voor het gegeneraliseerde Maxwellslip model afgeschat worden. Uit de hysterese lus komt ook de Coulombse wrijving terug naar voren. Uit de experimenten valt direct op dat de wrijving richtingsafhankelijk is. Zo verschillen de Coulombse en viskeuze wrijving en de break-away kracht en het Stribeck effect voor beide richtingen van het 1-DOF systeem. De waarden voor k i [N/m] en α i [ ] zijn richtingsonafhankelijk genomen. Dit is echter niet het geval en resulteert daarom in een minder goede wrijvingscompensatie in één richting. Door wel richtingsafhankelijke k i [N/m] en α i [ ] te gebruiken, zal vrijwel zeker een beter resultaat gevonden worden. Met name in de richting waarvoor de huidige k i [N/m] en α i [ ] niet opgaan. De plaatsafhankelijkheid van de wrijving is goed zichtbaar bij lage snelheden, maar wordt minder naargelang de snelheid stijgt. De plaatsafhankelijke wrijving is echter niet in te brengen in het gegeneraliseerde Maxwell-slip model. Daarnaast is de wrijving in het systeem tijds- en omgevingsplaatsafhankelijk. Zo kan slijtage en een temperatuurverhoging door veelvuldig gebruik de wrijving veranderen. Hierdoor gelden de gevonden wrijvingsparameters niet meer en kunnen effecten zoals overcompensatie optreden. Om dit te verhinderen zouden in theorie de wrijvingsparameters steeds aangepast moeten worden. De meeste problemen bij het modelleren van wrijving doen zich voor rond v = 0 [m/s]. Dit komt vooral doordat de Coulombse wrijving en de presliding effecten moeilijk te modelleren zijn, maar ook omdat het gegeneraliseerde Maxwell-slip model zich enkel op snelheidsterugkoppeling baseert. Een terugkoppeling van de kracht zou voor haptische systemen een verbetering van de resultaten opleveren, omdat effecten zoals overcompensatie gereduceerd worden. Hiervoor moet er een ander model gekozen worden. De volgfout is gereduceerd door het toevoegen van de wrijvingscompensatie, maar toch blijft de fout relatief hoog bij het omkeren van de snelheid vanwege de moeilijkheden bij het implementeren van de kracht rond snelheid v = 0 [m/s]. 18

19 Appendix 1: Gegeneraliseerde Maxwell-slip model Dit model beschouwt de wrijving als parallel geschakelde, eenvoudige wrijvingselementen (figuur 1). De elementen hebben elk een eigen stijfheid k i [N/m] en een maximale weerstandskracht W i [N] tegen schuiven. Figuur 1: Gegeneraliseerde Maxwell-slip model F w (t) = F i (t) + Bv(t) (1) F i [N] is de kracht die het wrijvingselement heerst bij een totale wrijvingskracht F w [N] over alle element samen. Waarbij het dynamisch gedrag voor de blijven plakken (W i > F i ) voor ieder element beschreven kan worden door: df i dt = k iv (2) Voor het schuiven van de oppervlakken (W i F i ) geldt voor ieder element: ( df i dt = sign(v)c α i F ) i g(v) Met de parameter C [N/s] kan frictional lag tot de eerste orde benaderd worden. Door een hoge C [N/s] te kiezen zal de totale wrijving snel op g(v) gaan lijken. α i [ ] is de maximale wrijvingskracht parameter en bepaalt samen met g(v), de maximale wrijvingskracht W i [N]. Hieruit volgt dan dat W i [N] afhankelijk is van de snelheid. ( ( g(v) = sign(v) F c + (F s F c ) exp v ds)) (4) vs (3) W i = α i g(v) (5) Voor het bepalen van α i [ ] en k i [N/m], wordt er gebruik gemaakt van de hysterese lus. Er wordt aangenomen dat de totale kracht, in de uiterste punten (F (0), x (0) ) en (F (N), x (N) ), gelijk is aan F c [N] en er net geen beweging optreedt. In dit punt zijn de verlengingen in ieder wrijvingselement maximaal. F c [N] is de gemiddelde Coulombse wrijving en wordt gebruikt om de kracht F = 0 [N] in het middel te leggen van de minimale en maximale Coulombse krachten (zie figuur 2). Voor de uiterste punten geldt: F c = N i=1 k i z max i = k 1 z max 1 + k 2 z max k N z max N (6) 19

20 Figuur 2: Hysterese lus verleggen Voor ieder element geldt dan: met F c = N α i F c = α 1 F c + α 2 F c α N F c (7) i=1 k i z max i = α i F c (8) z max i = x i x 0 2 In de breekpunten van de hysterese lus gaat er steeds een wrijvingselement glijden. Hierdoor wordt de stijfheid van het systeem kleiner er wordt de helling minder. De wrijvingskracht kan beschreven worden als: Dit kan veralgemeend worden voor elk data punt q: F 1 f = α 1 F c + k 2 z k 3 z k N z 1 N + F bias (10) F 2 f = α 1 F c + α 2 F c + k 3 z k N z 2 N + F bias (11) F N f = α 1 F c + α 2 F c α N F c + F bias (12) F q f = F q 1 c α i + α q F c + i=1 N i=q+1 (9) k i z q i + F bias (13) De eerste bevat alle elementen die aan het glijden zijn. De tweede term is het element dat kritisch staat en de derde term bevat alle elementen waarvan de kracht nog kleiner is dan W i [N] en dus niet gaan glijden. Waarin z q i berekend wordt met de volgende vergelijking. z q i = zmax i + (x q x 0 ) = z max i + 2z max q (14) De kracht F bias [N] is de offset om de minimale en de maximale Coulomse wrijving even groot te maken. F bias = F min c + F c = F max c F c (15) De vergelijkingen 8 en 13 vormen samen 2N vergelijkingen met 2N onbekenden en kan geschreven worden in de vorm A (2N 2N) x (2N 1) = b (2N 1). 20

21 Referenties [1] P. Lischinksy, C. Canudas-de Wit, H. Olsson, K.J. Aström, and M. Gäfvert, Friction models and friction compensation, [2] J. Scholtes, Controle of a 1-dof haptic system, [3] T.A.C. Verschuren, Friction compensation for a haptic manipulator: The hapticmaster,

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1 Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1 Academiejaar 2014-2015 Groep 2 Sander Cornelis Stijn Cuyvers In dit practicum zullen we de diëlektrische eigenschappen van een vloeibaar kristal bepalen.

Nadere informatie

De slijtage en de slijtagesnelheid van koppelingsmaterialen is onderzocht op volle schaal (SAE#II proefstand) en op kleine schaal (pin op schijf proef

De slijtage en de slijtagesnelheid van koppelingsmaterialen is onderzocht op volle schaal (SAE#II proefstand) en op kleine schaal (pin op schijf proef Samenvatting Oliegesmeerde lamellenkoppelingen vinden hun toepassing in automatische transmissies en in de aandrijflijn van voertuigen, waar zij verschillende functies kunnen vervullen. In dit werk wordt

Nadere informatie

Statica (WB) college 12 Friction Ch Guido Janssen

Statica (WB) college 12 Friction Ch Guido Janssen Statica (WB) college 12 Friction Ch. 8.1-8.4 Guido Janssen G.c.a.m.janssen@tudelft.nl Droge wrijving i.t.t. smering Wrijving werkt de beweging tegen van twee voorwerpen die over elkaar glijden. Wrijving

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Verslag: Case 1 Team: Hyperion

Verslag: Case 1 Team: Hyperion Verslag: Case 1 Team: Hyperion Glenn Sommerfeld Jeroen Vandebroeck Ilias viaene Christophe Vandenhoeck Jelle Smets Tom Wellens Jan Willems Gaetan Rans 1. Zonnepaneel 1.1 Meetwaarden Om de eigenschappen

Nadere informatie

Het drie-reservoirs probleem

Het drie-reservoirs probleem Modelleren A WH01 Het drie-reservoirs probleem Michiel Schipperen (0751733) Stephan van den Berkmortel (077098) Begeleider: Arris Tijsseling juni 01 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding.1 De probleemstelling.................................

Nadere informatie

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB227) 31 januari 28 van 9: tot 12: uur Onderstaande aanwijzingen nauwkeurig lezen. Vul op het voorblad uw naam, voorletters, studienummer en opleiding

Nadere informatie

Meting zonnepaneel. Voorbeeld berekening diodefactor: ( ) Als voorbeeld wordt deze formule uitgewerkt bij een spanning van 7 V en 0,76 A:

Meting zonnepaneel. Voorbeeld berekening diodefactor: ( ) Als voorbeeld wordt deze formule uitgewerkt bij een spanning van 7 V en 0,76 A: Meting zonnepaneel Om de beste overbrengingsverhouding te berekenen, moet de diodefactor van het zonnepaneel gekend zijn. Deze wordt bepaald door het zonnepaneel te schakelen aan een weerstand. Een multimeter

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-II

natuurkunde havo 2017-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op

Nadere informatie

De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld

De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld De Bisectie methode De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld De bisectie methode is een recursieve methode om punten van een functie te gaan afschatten. Hierbij gaat men de functiewaarde

Nadere informatie

Buiging van een belaste balk

Buiging van een belaste balk Buiging van een belaste balk (Modelbouw III) G. van Delft Studienummer: 0480 E-mail: gerardvandelft@email.com Tel.: 06-49608704 4 juli 005 Doorbuigen van een balk Wanneer een men een balk op het uiteinde

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Renema, Jelmer Jan Title: The physics of nanowire superconducting single-photon

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E020 22 april 2009, 9.00-12.00 uur Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 9, 9. -. uur Dit tentamen bestaat uit opgaven. Indien u een opgave niet kunt maken, geeft u dan aan hoe u de opgave zou maken. Dat kan een deel van de punten opleveren.

Nadere informatie

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten Q2-1 Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten (10 punten) Lees de algemene instructies in de aparte enveloppe voor je met het experiment begint. Introductie Fase-overgangen

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Bewegingen en Trillingen. Nokkenmechanisme: deel B

Bewegingen en Trillingen. Nokkenmechanisme: deel B Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Ingenieurswetenschappen Departement Werktuigkunde Bewegingen en Trillingen Nokkenmechanisme: deel B Groepsnummer 35 Jan-Pieter Jacobs Christophe Mestdag 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS 12 juli 2000 72 --- 13 de internationale olympiade De magnetische schijf 2,5 uur Geef in dit experiment een schatting

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Tussen Theis en Hantush

Tussen Theis en Hantush Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten

Nadere informatie

Gegeven de starre balk in figuur 1. Op het gedeelte A D werkt een verdeelde belasting waarvoor geldt: Figuur 1: Opgave 1.

Gegeven de starre balk in figuur 1. Op het gedeelte A D werkt een verdeelde belasting waarvoor geldt: Figuur 1: Opgave 1. Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.3/TM-573 ONDERDEEL : Statica DATUM : 5 november 03 TIJD : 3:45 5:30

Nadere informatie

Derde serie opdrachten systeemtheorie

Derde serie opdrachten systeemtheorie Derde serie opdrachten systeemtheorie Opdracht 1. We bekijken een helicopter die ongeveer stilhangt in de lucht. Bij benadering kan zo n helicopter beschreven worden door het volgende stelsel vergelijkingen

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

5.1 De numerieke rekenmethode

5.1 De numerieke rekenmethode Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2 Bifilaire slinger De invloed van de slingerlengte, de lengte van en afstand tussen de draden op de trillingstijd van een bifilaire slinger. Kiki de Boer, Sitti Romijn, Thomas Markhorst & Lucas Cohen Calandlyceum

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Rem- en slipgedrag (2)

Rem- en slipgedrag (2) Rem- en slipgedrag (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-7-0) 1 Normaalkracht, wrijving en slip 1.1 Normaalkracht, wrijvingkracht en wrijvingscoëfficiënt Remmen, accelereren en sturen kunnen alleen maar plaatsvinden

Nadere informatie

Case Simulink EE4- Building a SSV - Team PM1 21 maart 2014

Case Simulink EE4- Building a SSV - Team PM1 21 maart 2014 Case Simulink EE4- Building a SSV - Team PM1 21 maart 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Figurenlijst... 1 Inleiding... 2 Gedrag van het zonnepaneel gekoppeld aan een weerstand... 2 Gedrag van de DC-motor

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule: Voorbeeldmeetrapport (eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat) Eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat. Doel van de proef Een kogel die van een helling afrolt, voert een eenparig versnelde

Nadere informatie

Examen Klassieke Mechanica

Examen Klassieke Mechanica Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 23 januari 2009, academiejaar 08-09 IW2 en BIW2 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/4) vraag 2 (/4) vraag 3 (/5) vraag 4 (/4) vraag 5 (/3) TOTAAL (/20)

Nadere informatie

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen 1. Rekenen met complexe getallen 1.1 a. 9 b. 9 c. 16 d. i e. 1 1. a. 1 b. 3 c. 1 d. 4 3 e. 3 4 1.3 a. 3 i b. 3 i c. i d. 5 i e. 15 i 1.4 a. 33 i b. 7 i c. 4 3 i d. 3 5 i e. 5 3 i 1.5 a. 1 ± i b. ± i c.

Nadere informatie

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N7) deel A1, blad 1/4 maandag 1 oktober 27, 9.-1.3 uur Het tentamen

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Betonconstructeur BV Staalconstructeur BmS Professional master of structural engineering Toegepaste mechanica Materiaalmodellen en niet-lineaire mechanica docent : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom

Nadere informatie

Regeltechniek. Les 6: Het wortellijnendiagram. Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot

Regeltechniek. Les 6: Het wortellijnendiagram. Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot Regeltechniek Les 6: Het wortellijnendiagram Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen ESAT Departement Elektrotechniek KU Leuven, Belgium Regeltechniek: Vakinhoud

Nadere informatie

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. Voorbeeld: f() = Differentiequotiënt van f() op [0, 3] = y f (3) f (0) 6 0 30 30 y 1 16.1

Nadere informatie

Gevorderde onderwerpen

Gevorderde onderwerpen Hoofdstuk 5 Gevorderde onderwerpen Doelstellingen 1. Weten wat M-cirkels voorstellen en de functie ervan begrijpen 2. Bodediagram van een algemene transfertfunctie kunnen tekenen 3. Begrijpen dat een regelaar

Nadere informatie

Meet- en Regeltechniek

Meet- en Regeltechniek Meet- en Regeltechniek Les 2: De regelkring Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen ESAT Departement Elektrotechniek KU Leuven, Belgium Meet- en Regeltechniek:

Nadere informatie

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4

Figuur 3 Totale druk bij aanvalshoek 4 Figuur 4 Totale druk bij aanvalshoek 4 Practicum Flowlab Lien Crombé & Mathias Peirlinck 2 de bachelor Ingenieurswetenschappen: bouwkunde 12/11/2009 Opgave 1: Stroming over Clark-Y profiel Invloed van aanvalshoek op fluïdumeigenschappen Druk

Nadere informatie

Rekenmachine met grafische display voor functies

Rekenmachine met grafische display voor functies Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij

Nadere informatie

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Mechanica ( ) Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld

Nadere informatie

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten) Universiteit Gent naam: Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur voornaam: de Bachelor Ingenieurswetenschappen richting: Opties C,, TN en W prof. Kristiaan Neyts Academiejaar 4-5 erste xamenperiode

Nadere informatie

V: Identificatie en regelaarsinstelling

V: Identificatie en regelaarsinstelling 1 Identificatie - algemeen Om een proces te kunnen regelen of te kunnen simuleren is het nodig de transfertfunctie te kennen. Deze transfertfunctie kan exact worden berekend indien alle onderdelen met

Nadere informatie

Simulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink.

Simulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink. Simulink Deel1 In dit deel van het ontwerp simuleren we het gedrag van onze zonnepanneel bij weerstanden tussen 10 Ohm en 100 Ohm. Een beeld van hoe het model in Simulink is opgesteld is in figuur 1 opgenomen.

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Wega maximumscore 3 Voor het verband tussen de temperatuur van de ster en de golflengte waarbij de stralingsintensiteit maximaal is, geldt:

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Mechanica 1 voor N en Wsk (3NA40 en 3AA40) Donderdag 8 april 010 van 09.00u tot 1.00u Dit tentamen bestaat uit vier opgaven.

Nadere informatie

Meet- en Regeltechniek

Meet- en Regeltechniek Meet- en egeltechniek Les 5: Het wortellijnendiagram Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot Faculteit ndustriële ngenieurswetenschappen ESAT Departement Elektrotechniek KU Leuven, Belgium Meet- en egeltechniek:

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Case Simulink. Team PM 12: Joris Brankaer Arne Vanderlinden Jens Noë Carl Uydens Tom Vranckx Ben Eisenberg. 2e bac groep 11

Case Simulink. Team PM 12: Joris Brankaer Arne Vanderlinden Jens Noë Carl Uydens Tom Vranckx Ben Eisenberg. 2e bac groep 11 Case Simulink Team PM 12: Joris Brankaer Arne Vanderlinden Jens Noë Carl Uydens Tom Vranckx Ben Eisenberg 2e bac groep 11 22 maart 2013 Inleiding In deze Simulink case wordt het gedrag van onze SSV gesimuleerd

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003 Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en

Nadere informatie

Waterweerstand. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Waterweerstand. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Waterweerstand 1 Inleiding Een bewegend vaartuig ondervindt altijd weerstand van het langsstromende water: het water oefent een wrijvingskracht uit

Nadere informatie

Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003

Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003 Tweede Programmeeropgave Numerieke Wiskunde 1 De golfplaat Uiterste inleverdatum : vrijdag 16 mei 2003 I Doelstelling en testcase In deze programmeeropgave zullen we een drietal numerieke integratiemethoden

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek

Nadere informatie

EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN

EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN HIR-KUL-Oef-0607Jan IN DRUKLETTERS: NAAM... VOORNAAM... STUDIEJAAR... EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel oefeningen 1 ste examenperiode 2006-2007 Algemene instructies Naam

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting Seiches zijn opslingerende staande golven die in afgesloten havenbekkens kunnen ontstaan, wanneer vanaf zee golven met specifieke golflengtes de haven binnen dringen. In het Europoortgebied

Nadere informatie

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven 5756561 Jiri Oen 5814685 Februari 2008-02-24

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven 5756561 Jiri Oen 5814685 Februari 2008-02-24 Trillingen & Golven Practicum 1 Resonantie Door: Sam van Leuven 5756561 Jiri Oen 5814685 Februari 2008-02-24 In dit verslag wordt gesproken over resonantie van een gedwongen trilling binnen een LRC-kring

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 5 november 2015 Patrick Baesjou Vraag 1 [17]: a. Voor de veerconstante moeten we de hoekfrequentie ω weten. Die wordt gegeven door: ω = 2π f ( = 62.8 s 1 ) Vervolgens

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Voorblad bij Tentamen

Voorblad bij Tentamen Studentnaam: Studentnummer: Voorblad bij Tentamen (in te vullen door de examinator) Vaknaam: Inleiding Werktuigbouwkunde Vakcode: 4GA01 Datum: 30-10-2015 Begintijd: 9:00 Eindtijd: 10:30 Aantal pagina s:

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Transformaties

Hoofdstuk 3 - Transformaties Hoofdstuk - Transformaties Voorkennis: Standaardfuncties bladzijde 70 V-a f () = g () = sin h () = k () = log m () = n () = p () = b D f = [0, en B f = [0, ; D g = en B g =[, ] ; D h = en B h = 0, ; D

Nadere informatie

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-a Hoofdstuk - Transformaties Voorkennis: Standaardfuncties bladzijde 70 f () = g () = sin h() = k () = log p () = m () = n () = b D f = [0, en B f = [0, ; D g = en B g =[, ] ; D h = en B h = 0, ; D k

Nadere informatie

Bijlage 2: Eerste orde systemen

Bijlage 2: Eerste orde systemen Bijlage 2: Eerste orde systemen 1: Een RC-kring 1.1: Het frequentiegedrag Een eerste orde systeem kan bijvoorbeeld opgebouwd zijn uit de serieschakeling van een weerstand R en een condensator C. Veronderstel

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Basiswiskunde, 2DL03, woensdag 3 oktober 2007. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Algemeen deel. Bij het vermenigvuldigen met van de ongelijkheid moet u rekening houden met twee gevallen, te weten > 0 en < 0 en u moet

Nadere informatie

Case 1 en Simulink. 1. Diodefactor bepalen. I = I sc - I s (e!

Case 1 en Simulink. 1. Diodefactor bepalen. I = I sc - I s (e! Case 1 en Simulink 1. Diodefactor bepalen Om de diodefactor te berekenen werden eerst een aantal metingen gedaan met het zonnepaneel en de DC- motor. Er werd een kring gemaakt met het zonnepaneel en een

Nadere informatie

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.

Nadere informatie

2 V-14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM)

2 V-14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) 2 V-14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 20 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Opgaven bij Numerieke Wiskunde I

Opgaven bij Numerieke Wiskunde I Opgaven bij Numerieke Wiskunde I 7 november 8 1. (a) Gegeven verschillende interpolatiepunten x, x 1, x [a, b], en getallen y, y 1, y, z 1, toon aan dat er hooguit 1 polynoom p P 3 is met p(x i ) = y i,

Nadere informatie

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015)

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015) Vakgroep Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2014-2015 Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015) Groep 6 Cuyvers Stijn Pascal Jaron Van

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Tentamen Systeemanalyse (113117)

Tentamen Systeemanalyse (113117) Systeemanalyse (113117) 1/6 Vooraf Tentamen Systeemanalyse (113117) 17 augustus 2010, 8:45 12:15 uur Dit is een open boek tentamen, hetgeen betekent dat gebruik mag worden gemaakt van het dictaat Systeemanalyse

Nadere informatie

94 Samenvatting te vervormen, wordt de huid bijzonder stijf bij grotere vervormingen. Uit onderzoek is gebleken dat deze eigenschap deels toe te schri

94 Samenvatting te vervormen, wordt de huid bijzonder stijf bij grotere vervormingen. Uit onderzoek is gebleken dat deze eigenschap deels toe te schri Samenvatting De biofysica kan worden beschouwd als het grensgebied tussen de natuurkunde en de biologie. In dit vakgebied worden natuurkundige methoden gebruikt om biologische systemen te analyseren en

Nadere informatie

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 13 PRAKTIKUMTOETS Opmerkingen 1. Schrijf bovenaan elk papier je naam.. Nummer elke bladzijde. 3. Schrijf op de eerste pagina het totale aantal bladen dat je inlevert. 4.

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1 Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1 Faculteit : Werktuigbouwkunde Datum : 1 april 2015 Tijd : 13.45-15.30 uur Locatie : Matrix Atelier Deze toets bestaat uit 3 opgaven. De opgaven moeten worden gemaakt

Nadere informatie

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem

Examen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem Examen Wiskundige Analyse I ste bach ir wet dinsdag 5 januari 206 Vraag.. Waar of vals (pt) Het beginvoorwaardenprobleem 32x 3 y = (y ) 3, y() = 2, y () = 4 bezit een unieke oplossing, die geldig is in

Nadere informatie

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman)

APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch

Nadere informatie