Vraaggestuurd Bedrijventerreinenbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vraaggestuurd Bedrijventerreinenbeleid"

Transcriptie

1 Programma informatie SenterNovem voert beleid uit voor verschillende overheden op het gebied van innovatie, energie & klimaat en milieu & leefomgeving en draagt zo bij aan innovatie en duurzaamheid. Meer informatie: Om de verspreiding van kennis over bedrijventerreinen een stevige impuls te geven, werkt SenterNovem in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken aan de opzet van het Kennisplatform Bedrijventerreinen. Het doel van het Kennisplatform is het leveren van een bijdrage aan het oplossen van hiaten in de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kennis over de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen en de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Om te voorzien in de kennisbehoefte van de doelgroepen (bedrijfsleven, lagere overheden en intermediaire organisaties) ontwikkelt het Kennisplatform kennisproducten en worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd. SenterNovem Kennisplatform Bedrijventerreinen Catharijnesingel 59 Postbus RE Utrecht Telefoon Fax Tekst: Stec Groep en SenterNovem De foto s in deze brochure zijn beschikbaar gesteld door: Gemeente Zaanstad (foto Honing) Gemeente Zwolle (2x) Provincie Zeeland (Skypictures) Stichting Beheer Bedrijventerreinen Uden December 2005 Vraaggestuurd Bedrijventerreinenbeleid Concrete handvatten voor een succesvol vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid in opdracht van Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan SenterNovem geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Bij publicaties van SenterNovem die informeren over subsidieregelingen geldt dat de beoordeling van subsidieaanvragen uitsluitend plaatsvindt aan de hand van de officiële publicatie van het besluit in de staatscourant.

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Probleemstelling 1.2 Deze brochure Hoe breng je de kwantitatieve vraag naar bedrijventerrein in kaart? 2.1 Vier manieren om de omvang van de vraag te prognosticeren 2.2 Kies voor een combinatie van methoden 2.3 Leerervaringen van gemeenten Hoe stem je het aanbod aan bedrijventerreinen af op de kwaliteitswens van ondernemers? 3.1 Meer aandacht voor kwalitatieve aspecten van bedrijventerreinen 3.2 Typologieën om bedrijventerreinen te segmenteren 3.3 Kies voor een typologie (mede) op basis van verschijningsvorm 3.4 Leerervaringen van gemeenten Welke typen bedrijventerreinen leg je vervolgens aan? 4.1 Manieren om de typologie te vertalen in bedrijventerreinenprofielen 4.2 Kies voor concrete en compacte bedrijventerreinenprofielen 4.3 Leerervaringen van gemeenten Welke uitgiftestrategie past bij het vraaggerichte bedrijven terreinen beleid? 5.1 Actieve communicatie richting bedrijven 5.2 Drie beleidsopties voor beheer en handhaving: kies bewust Bijlage: voorbeelden van gemeenten en regio s die al werken met een vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid 29 1 Gemeente Den Bosch 2 Gemeente Groningen 3 Gemeente Haarlemmermeer 4 Regio Arnhem-Nijmegen 5 Regio Haaglanden 6 Regio Noordzeekanaalgebied 7 Regio Rivierenland 8 Regio Twente

3 1 Inleiding heel veel grond en bedrijfsruimte in de aanbieding hebben en daardoor onnodig hoge rentelasten op de grondexploitatie hebben. Grip krijgen op de vraag naar bedrijventerreinen blijkt moeizaam. Bouwstenen voor een vraaggerichte bedrijventerreinenstrategie Op basis van de praktijkervaringen van gemeenten worden de volgende vragen beantwoord: 1 Hoe breng je de kwantitatieve vraag naar bedrij- 1.1 Probleemstelling 1.2 Deze brochure venterrein in kaart? Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de economische structuur van een regio: ruimte voor bedrijven en daarmee nieuwe werkgelegenheid is en blijft noodzakelijk. Veel overheden vinden het moeilijk om vraaggericht te werk te gaan bij het aanleggen en aanbieden van bedrijventerreinen. Doel van deze brochure is hier concrete handvatten voor te geven. v r a a g g e r i c h t b e l e i d Met vraaggericht beleid wordt gedoeld op een aanpak waarbij gemeenten de vraag naar bedrijventerreinen zo goed mogelijk in beeld brengen en deze vervolgens optimaal ver talen naar het bedrijventerreinenaanbod dat aansluit bij de wensen en eisen van ondernemers in een bepaalde regio. Een vraaggerichte bedrijventerreinenstrategie is maximaal gebaseerd op economische kansen en markttechnische mogelijkheden en randvoorwaarden. Het gaat om antwoorden op vragen als: Hoeveel ruimte is nodig gezien de vraag van bedrijven? Wat willen bedrijven nu en straks? Hoe valt de vraag te segmenteren? Waarin is een bepaalde regio, gemeente of locatie onderscheidend? Hoe kan een gemeente sterke locaties creëren die aansluiten bij wensen en eisen van bedrijven? Niet altijd sluit de vraag van bedrijfsruimtegebruikers aan bij het aanbod aan bedrijventerreinen dat gemeenten of marktpartijen aanbieden. Enkele regelmatig voorkomende signaleringen: Voor sommige typen ruimtevragers is in een aan- tal delen van Nederland een tekort aan terreinen. Denk bijvoorbeeld aan locaties voor grootschalige logistiek en locaties voor bedrijven met een hoge milieubelasting. In veel regio s is ook een tekort aan bedrijventerreinen voor bedrijven die weinig hechten aan uitstraling, maar een functioneel bedrijfspand in een functionele omgeving wensen; Er is in veel regio s juist een groot aanbod aan Deze brochure wil mogelijkheden inventariseren voor gemeenten om meer vraaggericht aan het werk te gaan met de bedrijventerreinenplanning. De insteek is praktisch: met het in beeld brengen van succesvolle voorbeelden van vraaggericht bedrijventerreinenbeleid van andere gemeenten laten zien welke tools er zijn. De nadruk ligt daarbij op de ontwikkeling van nieuwe terreinen. 2 Hoe stem je het aanbod aan bedrijventerrein af op de kwaliteitswens van ondernemers en pas je die in een passende typologie toe? 3 Naar welke profielen voor bedrijventerrein kun je deze typologie vervolgens omzetten? 4 Hoe vertaal je de gemaakte bedrijventerreinenprofielen vervolgens in een passende uitgiftestrategie? Deze aspecten van vraaggestuurd bedrijvenlocaties met een hoogwaardige uitstraling en locaties waar meer kantoorachtige bedrijven zich kunnen vestigen. Gemeenten en regio s zeggen meestal vraaggericht te werken en in aanzet is dat zeker ook hun streven, maar regelmatig betekent dit in de praktijk dat men vooral zorgt voor het tijdig beschikbaar hebben van voldoende hectare aan bedrijventerrein. In een later stadium als er keuzes gemaakt moeten worden over de kwaliteit van terreinen en het profiel ten opzichte van bestaande bedrijventereinen en nieuwe terreinen in de regio blijkt Aanleiding Om de verspreiding van kennis over bedrijventerreinen een stevige impuls te geven, werkt SenterNovem - in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken - aan het Kennisplatform bedrijventerreinen. Het Kennisplatform ontwikkelt kennisproducten om te voorzien in de behoefte van de doelgroepen: lagere overheden, bedrijfsleven en intermediaire organisaties. Op basis van een inventarisatie en prioritering van de kennisbehoefte van de doelgroepen is geconcludeerd dat er behoefte is aan een brochure voor vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid. tereinenbeleid hebben natuurlijk nauwe relaties met andere aspecten van bedrijventerreinenbeleid. Zoals: hoe om te gaan met herstructurering, regionale samenwerking en samenwerking tussen gemeenten en ondernemers. Andere brochures van SenterNovem staan uitgebreid stil bij deze aspecten (zie bijvoorbeeld Werken aan duurzaamheid op bedrijventerreinen 2 en Processen in de greep 3 ). Dit kennisproduct is niet uitputtend. Het beoogt wel een goed overzicht te geven van concrete mogelijkheden en praktische tips voor de gemeentepraktijk. Niet als blauwdruk, maar als inspirerende een voorkeur voor terreinen met een hoge potentiële voorbeelden over hoe het zou kunnen. grondopbrengst of terreinen die er mooi of kantoorachtig uitzien en zo een visitekaartje voor de gemeente kunnen zijn 1. Omdat gemeenten in L e e s w i j z e r de meeste regio s weinig afstemming hebben over de typologie van bedrijventerreinen en de profielen Ieder van de volgende vier hoofdstukken behandelt achtereenvolgens de hierboven genoemde vragen: van nieuwe locaties, komen situaties van over- Hoofdstuk 2: Hoe breng je de kwantitatieve vraag naar bedrijventerrein in kaar t? aanbod van het ene en tekort van het andere type Hoofdstuk 3: Hoe stem je het aanbod aan bedrijventerrein af op de kwaliteitswens van ondernemers en pas je die in een passende terrein voor. typologie toe? Hoofdstuk 4: Naar welke profielen voor bedrijventerrein kun je deze typologie vervolgens omzetten? Daarnaast speelt ook de kwantitatieve component: Hoofdstuk 5: Hoe ver taal je de gemaakte bedrijventerreinenprofielen vervolgens in een passende uitgiftestrategie? in tijden van hoogconjunctuur zijn grond In de bijlage vindt de lezer voorbeelden van ervaringen van gemeenten en regio s. Het gaat om: gemeenten Den Bosch, Groningen, en bedrijfsruimte in een gemeente soms volledig Haarlemmermeer en regio s Arnhem-Nijmegen, Haaglanden, Noordzeekanaalgebied, Rivierenland en Twente. uitverkocht, waardoor bedrijven verhuizen naar andere gemeenten die meer ruimte bieden of bedrijven noodgedwongen te klein zijn behuisd. Het omgekeerde komt ook voor: gemeenten die 1 In deze brochure wordt met name gesproken over de gemeente als aanbieder van bedrijventerreinen. Deze situatie komt in Nederland het meest voor. De beschreven situatie speelt echter ook bij private partijen(bijvoorbeeld projectontwikkelaars of grondexploitatiemaatschappijen) die grond op de bedrijfsruimtemarkt aanbieden. De gemeente en/of regio zal echter in alle gevallen de planning van locaties en het beleid voor zijn rekening nemen. 2 SenterNovem (2001) SenterNovem en DECOR (2003).

4 2 Hoe breng je de kwantitatieve vraag naar bedrijventerrein in kaart? 2.1 Vier manieren om de omvang van de vraag te prognosticeren Het ramen van de omvang van de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen is vaak een goed startpunt. Er zijn op hoofdlijnen vier methoden om de behoefte aan nieuw terrein in beeld te brengen: 1. Regionale vertaling van de Bedrijfslocatiemonitor (BLM) Een methode die op het eerste gezicht ingewikkeld lijkt, is het vertalen van economische groeiscenario s naar ruimtebehoefte op bedrijventerreinen. In de praktijk wordt regelmatig de landelijke Bedrijfslocatiemonitor van nu nog het Centraal Plan Bureau gebruikt (het Ruimtelijk Planbureau gaat deze monitor vanaf 2006 beheren), die vervolgens wordt vertaald naar de regionale of lokale situatie. Daarnaast maken gemeenten, provincies of adviesbureaus ook eigen prognoses op min of meer vergelijkbare manier als de BLM. De BLM-methodiek meet de toekomstige behoefte aan grond en bedrijfsruimte aan de hand van de omvang en samenstelling van de werkgelegenheid, gecombineerd met de terreinquotiënt 4. Door de terreinquotiënt te vermenigvuldigen met de prognose van de toekomstige werkgelegenheid krijgt men een gedegen indicatie van de vraag naar nieuwe terreinen. Voordeel van deze methode is dat in de verschillende economische scenario s rekening wordt gehouden met lange termijn trends in de werkgelegenheid en verschuivingen van bijvoorbeeld nijverheid naar dienstverlening. Omdat de scenario s gebaseerd zijn op de lange termijn, betekent dit bovendien dat ze rekening houden met laag- en hoogconjuncturen in de economie; ook een sterk punt. Nadeel van de methode is dat regio s met een specifieke productiestructuur (zie hierna het voorbeeld van het Noordzeekanaalgebied) zich slechts moeilijk herkennen in de conclusies van de BLM. De afstand tussen de BLM en de regio blijkt dan te groot. Een ander nadeel van de methode is dat er maar beperkt rekening wordt gehouden met ontwikkelingen als intensief en zorgvuldig ruimtegebruik. De consequentie hiervan is dat de geraamde ruimtebehoefte voor regio s met een grote schaarste aan bedrijfslocaties aan de ruime kant kan zijn, omdat de terreinquotiënten van bedrijventerreinen soms fors hoger zijn dan gemiddeld. Daarnaast blijken in de praktijk grote verschillen te bestaan in de terreinquotiënten van bedrijven, die in gemiddelde quotiënten nauwelijks naar voren komen (door te middelen verlies je specificiteit). Zeker als er binnen één regio sprake is van een sterk cluster met een afwijkende ruimtebehoefte kunnen flinke afwijkingen ontstaan. In de CPB-scenario s is bovendien maar beperkt rekening gehouden met veranderingen in de locatievoorkeuren van bedrijven 5. g e l d e r l a n d De provincie Gelderland gebruikt naast de provinciale ver taling van de BLM ook een eigen scenariomodel om de toekomstige bedrijventerreinenvraag in beeld te brengen. In dit model wordt gerekend met licht afwijkende terreinquotiënten. 2. Historische uitgifte Met deze methode wordt de historische trend in de terreinuitgifte uit het verleden naar de toekomst doorgetrokken. De veronderstelling hierachter is dat de gemiddelde jaarlijkse uitgifte ook in de toekomst zal gelden. Het belangrijkste voordeel van deze benadering is dat het een eenvoudige en goedkope manier is om bedrijventerreinenbehoefte te ramen. Het nadeel is dat de uitgifte uit het verleden geen goede voorspeller hoeft te zijn voor de toekomst. In de eerste plaats verandert de samenstelling van de werkgelegenheid in de loop van de tijd en neemt de arbeidsproductiviteit toe. In de tweede plaats kan een bepaalde situatie uit het verleden afwijken van normale en toekomstige omstandigheden, bijvoorbeeld als de gemeente geen bedrijventerreinen beschikbaar had, veel bovenregionale ondernemers aantrok of andere gemeenten in de regio heel veel bedrijventerreinen in de aanbieding had. Beide elementen hebben invloed op de kwaliteit van de methode. Daar komt bij dat veel uitgifteanalyses rekening houden met te korte uitgifteperiodes, van bijvoorbeeld vijf jaar. Zo kan een vertekend beeld ontstaan omdat geen rekening wordt gehouden met perioden van laag- en hoogconjunctuur in de uitgifte. Bij het gebruik van deze methode moet daarom rekening worden gehouden met een historische uitgifteperiode van minimaal zeven tot tien jaar. 3. Wachtlijstanalyse of bedrijvenconsultatie-methode In een vraaggerichte aanpak van het bedrijventerreinenbeleid is bedrijfsconsultatie uiteraard heel belangrijk. Via interviews of enquêtes wint de gemeente informatie in over de vraag naar ruimte en de verhuisgeneigdheid van bedrijven. Op basis hiervan kan de gemeente een bedrijfsruimteprognose maken. Voordeel van deze methode is zijn eenvoud en het feit dat heel direct op de vraag van bedrijfsruimtegebruikers ingespeeld wordt. Nadeel is dat de omvang van de wachtlijst sterk afhangt van de conjunctuur en de psychologie: bedrijven zijn vaak geneigd redelijk hoog in te steken voor wat betreft ruimtebehoefte. Nadeel is verder de impliciete aanname in de wachtlijstanalyse dat bedrijven zich op nieuwe bedrijventerreinen willen vestigen en dat er nauwelijks van uitgegaan wordt dat ondernemers belangstelling hebben voor panden uit de bestaande voorraad, of dat de ruimtebehoefte op basis van consultaties vaker groter ingeschat wordt dan deze daadwerkelijk is. Als vuistregel kan een gemeente hanteren dat van een wachtlijst van bedrijven vaak maar 10 tot 25 procent van de geraamde terreinbehoefte leidt tot een uitgifte. De consultatiemethode leent zich dan ook vooral om een beeld te krijgen van de kwaliteitsbehoefte van bedrijventerreinen en voor een goede indruk van de korte termijn knelpunten en minder voor de kwantitatieve ruimtebehoefte voor de langere termijn. e n s c h e d e De gemeente Enschede liet een meting uitvoeren onder gebruikers van bedrijfsruimte in de gemeente en omliggende regio. Dit om de wensen en eisen van bedrijven te inventariseren en hiermee de segmentering van toekomstige locaties te verbeteren. Met deze informatie heeft de gemeente goede aanknopingspunten voor bijvoorbeeld de verkavelingstructuur, floor space index (f.s.i.) 6, mogelijkheden voor zorgvuldig ruimtegebruik. Doordat de enquête vergelijkbaar was met landelijke data, konden de regionale resultaten worden vergeleken met het landelijke beeld en andere regio s. 4. Aanbodmethode of gebouwenvoorraad-methode De aanbodmethode of de gebouwenvoorraadmethode is een relatief nieuwe methode die de ruimtebehoefte van bedrijfsruimtegebruikers afleidt uit de daadwerkelijke investeringen in bedrijfspanden en daarbij de uitbreidings- en vervangingsvraag uitgebreid analyseert. Daarbij is niet het ruimtegebruik per arbeidsplaats het uitgangspunt, maar het aantal bedrijven per hectare 7. Deze methode zegt daarmee het meest over het 6 7

5 daadwerkelijk ruimtegebruik in een gemeente. Deze benadering is in het kader van vraaggericht bedrijventerreinenbeleid aantrekkelijk omdat het direct een link legt tussen het precieze patroon van ruimtegebruik in een bepaalde gemeente en de toekomstige vraag naar terreinen. Nadeel van de methode is dat de benodigde gegevens om een goede prognose te maken in de praktijk zelden voorhanden zijn (prognoses voor de investeringen in bedrijfsgebouwen) en dat kwalitatieve wensen en eisen zich moeilijk concreet laten vertalen naar kwantitatieve gegevens. Dit betekent dat deze methode in bijna geen enkele gemeente in Nederland daadwerkelijk kan worden toegepast, tenzij er uitgebreid veldwerk wordt gedaan naar het ruimtegebruik. Daarnaast geven huisvestingswensen zoals gezegd niet altijd een goede indicatie voor de daadwerkelijke ruimtevraag in de toekomst. r i j s s e n - h o lt e n Rijssen-Holten is een gemeente die deze methode aan de hand van een GIS-systeem (Geografisch Informatiesysteem) inzet om de bedrijfsruimtevraag in beeld te brengen. Hierdoor heeft de gemeente helemaal in beeld hoe het ruimtegebruik eruitziet en hoe groot de leegstand is. Het is overigens wel veel werk en een grote investering om het systeem op te star ten en op te bouwen. N o o r d z e e k a n a a l g e b i e d 2.2 Kies voor een combinatie van methoden Omdat elke methode voor- en nadelen heeft, werkt het in de praktijk het best om te kiezen voor een combinatie van methoden. Steeds meer gemeenten doen dat ook. Juist door de verschillen in de resultaten van ramingen kun je erachter komen of er in de gemeente iets bijzonders aan de hand is qua samenstelling van bedrijfsruimtegebruikers of het ruimtegebruik van bepaalde sectoren en/of activiteiten. Omdat de BLM-methode voor het grootste deel van de Nederlandse gemeenten een relatief betrouwbaar beeld geeft van de kwantitatieve bedrijfsruimtebehoefte en voor hogere overheden het toetsingskader is, is het aan te raden in ieder geval ook deze methode te gebruiken. Verder is een analyse van de historische uitgifte relatief eenvoudig uit te voeren. Dit kan een eenvoudige toets op de BLM-methode zijn. In de derde plaats is het in iedere vraagprognose verstandig bedrijfsruimtegebruikers te consulteren, zodat de gemeente een goed gevoel krijgt voor mogelijke lokale afwijkingen in de bedrijfsruimtebehoeften van bedrijven (later meer over vraagconsultatie), of korte termijnknelpunten. Daarnaast hangt de keuze van de uitgiftemethode ook samen met de termijn waarvoor de prognose geldig moet zijn. Wanneer een inschatting voor vijf jaar gemaakt moet worden heeft de wachtlijstmethode bijvoorbeeld meer zin, dan wanneer een prognose voor vijftien jaar gemaakt moet worden. In het Noordzeekanaalgebied is de raming van de toekomstige ruimtebehoefte gebaseerd op ontwikkelingen in de regionale werkgelegenheid. De prognose is gemaakt op basis van drie stappen: 1.Het bepalen van de ruimtevragende werkgelegenheid. 2.Het bepalen van de verdeling van die ruimtevraag over de werkgelegenheid. 3.Het bepalen van de ruimtebehoefte met behulp van terreinquotiënten. Ten opzichte van de ruimtebehoefte raming van de BLM is de raming van het Noordzeekanaalgebied meer regiospecifiek. Het regionale model 2.3 Leerervaringen van gemeenten Leerervaring 1: houd rekening met variaties in de uitgifte Een van de belangrijkste leerervaringen voor gemeenten is de grote fluctuatie van de bedrijventerreinuitgifte tussen jaren. In de praktijk echter brengen de meeste gemeenten en regio s de terreinbehoefte terug tot één gemiddeld getal dat gedurende laag- en hoogconjunctuur als streefgetal voor de uitgifte en de grondexploitatie gehanteerd wordt. Hierdoor komt het regelmatig voor dat men bij hoge uitgiftecijfers niet genoeg uitgeefbare grond heeft en dat er tijdens perioden met weinig uitgifte juist veel bouwrijpe grond voorhanden is. Dit vergroot bovendien de financiële risico s van een gemeentelijke grondexploitatie. De drie belangrijke oorzaken van de fluctuaties tussen jaren zijn: De conjunctuur. In de afgelopen jaren bleek de uitgifte in veel gemeenten circa 75 tot soms bijna 100 procent achter bij de uitgifte tussen 1997 en 2001; De incidentele grootschalige uitgifte, die bijvoor- beeld voortkomt uit de nieuwbouw van één van de grotere bedrijven van een gemeente of door de toestroom van een grootschalige bovenregio- naal bedrijf. Dit laatste komt in de meeste regio s echter maar beperkt voor, zo blijkt uit de DLN (Database Bovenregionale Locatiebeslissingen Nederland) 8 ; Nieuw aanbod van bedrijventerreinen die de verhuisketen stimuleert. Zeker als een gemeente enkele jaren geen nieuwe terreinen in voorraad had, kan sprake zijn van een inhaalvraag op de bedrijfsruimtemarkt. Gemeenten kunnen meer rekening houden met de fluctuaties in de uitgifte door op voorhand meer rekening te houden met de wisselingen in de conjunctuur. Deze blijken een relatief voorspelbaar karakter te hebben. Verdere onregelmatigheden in de bedrijfsruimtevraag kunnen opgevangen worden door met een buffer in de bedrijventerreinenvoorraad te werken van circa drie tot vijf jaar de gemiddelde jaarlijkse uitgifte 9. Het inbouwen van een buffer gebeurt in de meeste gemeenten wel, maar in de grondexploitatie wordt bijna nooit rekening gehouden met conjunctuurschommelingen door in de geprognosticeerde uitgiften te variëren. Dit uitgangspunt vergroot de flexibiliteit in de uitgiftemogelijkheden. Leerervaring 2: maak iedere vijf jaar een nieuwe prognose Het maken van lange termijn ramingen is erg belangrijk om een goed beeld te krijgen van de bedrijfsruimtebehoefte. Belangrijk is om deze ook regelmatig te evalueren en actualiseren, zodat gemeenten goed kunnen inspelen op veranderingen in de vraag en trends in het ruimtegebruik. Uit de praktijk blijkt dat prognoses met een termijn van vijftien jaar het beste elke vier of vijf jaar geactualiseerd kunnen worden. Daarnaast is het verstandig om de ontwikkeling in de bedrijfsruimtevraag tweejaarlijks kort te monitoren, zodat bij een zeer voorspoedige uitgifte of een sterk tegenvallende uitgifte goed en tijdig ingespeeld kan worden op onverwachte dynamiek. omvat een duidelijke segmentering inclusief een inschatting van de ruimtebehoefte van de industrie en van zeehaventerreinen. De ruimtebe- 8 hoefte van kadegebonden bedrijven is overigens bepaald met behulp van goederenstroom prognoses. 9

6 Leerervaring 3: reken met realistische bovenregionale vraag Naast de lokale en regionale vraag, houden sommige gemeenten in hun prognoses rekening met van de totale bedrijfsruimtebehoefte van boven- Gemiddeld genomen is slechts 5 tot 15 procent een forse bovenregionale vraag, soms oplopend tot regionale oorsprong. Dit betekent dat de meeste een kwart of meer van de totale vraag naar nieuwe gemeenten hier maar beperkt rekening mee hoeven houden in hun prognose. Regionale vraag (van bedrijventerreinen. Meestal gaat het om gemeenten met een ruime bedrijventerreinenvoorraad gemeenten elders in de regio) kan overigens wel ten opzichte van de lokale behoefte. Bijvoorbeeld een relatief groot aandeel zijn van de ruimtevraag, gemeenten in Flevoland en Noord-Nederland. De een en ander is echter helemaal afhankelijk van de ervaring leert echter dat bovenregionale verhuisbewegingen gemiddeld genomen beperkt zijn. regionale marktsituatie. r e k e n e n o p b o v e n r e g i o n a l e v r a a g Hoe groot is nu de bovenregionale vraag op de bedrijventerreinenmarkt? Dat zijn bedrijven die echt kiezen tussen landen en tussen regio s, dus niet de bedrijven die binnen regio s verplaatsen. De Stec Groep houdt dit sinds 2000 bij in de Database Bovenregionale Locatiebeslissingen Nederland. De feiten van de laatste vijf jaar: Jaarlijks nemen circa 20 bedrijven een bovenregionale locatiebeslissing in Nederland die betrekking heeft op een bedrijventerrein en waarbij tenminste 50 arbeidsplaatsen betrokken zijn; Het gaat vooral om distributievestigingen, inclusief groothandel. In iets mindere mate om productie en assemblage; De meeste van deze wat grotere bovenregionale locatiebeslissingen vragen tussen 1 en 2,5 hectare kavel. In totaal gaat het dus om enkele tientallen hectaren per jaar in Nederland; combineren we dit met een exper tmatige schatting van de ruimtevraag van kleinere bedrijven dan schatten we in dat het totaal gaat om zo n 50 tot 60 hectare bovenregionale vraag per jaar; Distributievestigingen kiezen meestal voor de regio s Amsterdam en Rotterdam (haven en luchthaven), Brabant (vooral West-Brabant) en Noord- en Midden-Limburg; Productievestigingen kiezen meestal voor de regio Amsterdam (wederom door de luchthaven/haven) of het Noorden van het land (de helft van de productievestigingen landde hier in de afgelopen vijf jaar; door de relatief lage kosten voor grond en personeel, maar ook door incentives zoals IPR); Regio s die hier niet zijn genoemd wordt geadviseerd bij hun prognoses in beginsel terughoudend te zijn met het rekenen op bovenregionale vraag op bedrijventerreinen. Leerervaring 4: houd rekening met de netto-brutoverhoudingen van terreinen Prognoses voor de ruimteraming van gemeenten gaan uit van de netto-vraag naar bedrijventerreinen. Daarnaast is er ruimte nodig voor wegen, groen en water, parkeerstroken en andere voorzieningen. Gemiddeld betekent dit dat er circa 30 tot 40 procent meer bedrijventerrein nodig is dan de prognose laat zien. De meeste gemeenten maken hier in de praktijk overigens weinig vergissingen mee. Leerervaring 5: besteed meer aandacht aan de markt voor bedrijfsgebouwen Belangrijk is een onderscheid te maken tussen vraag naar bedrijfsgebouwen en vraag naar bedrijventerreinen. Gemeenten verliezen de bestaande voorraad aan bedrijfsruimtegebouwen na uitgifte soms uit het oog. Wanneer bedrijven verhuizen laat men vaak een pand achter dat vervolgens leeg komt te staan. In de uitgifteprognoses wordt maar beperkt rekening gehouden met de markt voor bestaande gebouwen. Deze blijven in de praktijk ook vaker leegstaan dan op grond van gebouwkenmerken en aantrekkelijkheid nodig is. Bijvoorbeeld omdat het aanbod niet goed in beeld is gebracht, maar ook omdat het imago van tweedehands gebouwen in de bedrijfsruimtemarkt niet goed is. Niet alleen betekent dit een enorme kapitaalvernietiging, het is ook zo dat gemeenten in hun vraagprognose meer rekening kunnen houden met opname in de bestaande bouw. Voorwaarde is wel dat gemeenten of andere marktpartijen de markt voor bestaande gebouwen transparanter maken en het meer beschouwen als een volledig onderdeel van de bedrijfsruimtemarkt. Lees hiervoor ook de brochure Samenhangend bedrijventerreinenbeleid 10. Overige leerervaringen: Door intensief bedrijfscontact zijn lokale (en deels ook regionale) bedrijfsuitbreidingen en - verplaatsingen beter te ramen dan nu in veel gevallen gebeurt. Accountmanagement is zeker voor de korte termijn een belangrijke inputfactor om een goede vraaganalyse te kunnen maken of te checken. Het is aan te raden dat gemeenten rekening houden met de inhaalvraag van bedrijven als er meerdere jaren onvoldoende terrein voorradig was. Transformatie van bedrijventerreinen naar andere functies (zoals wonen of kantoorruimte) wordt regelmatig vergeten bij ruimteprognoses. Als meer dan de normale vervangingsvraag aan de orde is, moet rekening worden gehouden met een extra ruimtevraag in de prognose. Overloop van de ene gemeente naar een andere komt relatief veel voor. Wanneer de lokale en regionale verhuisketens niet goed in kaart gebracht worden kan het voorkomen dat bedrijfsruimtevraag dubbel wordt geteld, of juist dat de bedrijfsruimtevraag te laag wordt ingeschat. Veel gemeenten hebben beperkt zicht op de differentiatie van de vraag naar typen bedrijventerreinen. Is er in een gemeente een relatief grote vraag naar kantoorachtige gebruikers, of juist naar laagwaardige gebruikers? Om meer zicht te krijgen op de samenstelling van de vraag is een gebruiksanalyse van de gebouwen aantrekkelijk. Met dit doel kunnen binnen de gemeente een aantal voorbeeld terreinen aangewezen worden waarvan de gebruikssamenstelling wordt geanalyseerd. Zo komt men meer te weten van het daadwerkelijke ruimtegebruik van bedrijven en de differentiatie daarbinnen. Het blijkt een enorm leerzame analyse! Zie ook het volgende hoofdstuk. 4 De terreinquotiënt is het aantal vierkante meters grond per werkzame persoon in een bepaalde sector. 5 Louw et al (1999). 6 Floor space index (f.s.i.): de verhouding tussen het oppervlak van de kavel en het totale vloeroppervlak op de kavel 7 Louw et al (2005). 8 Stec Groep. Zie kader: rekenen op bovenregionale vraag. 9 Dit is een ervaringsgetal dat in de praktijk goed blijkt te werken SenterNovem en Stec Groep (2005). 11

7 3 Hoe stem je het aanbod aan bedrijventerreinen af op de kwaliteitswens van ondernemers? B e h o e f t e a a n g e w o n e, f u n c t i o n e l e b e d r i j v e n t e r r e i n e n Wat opvalt in de kwalitatieve vraag naar bedrijventerreinen is dat in de meeste regio s in Nederland slechts een relatief beperkte vraag bestaat naar hoogwaardige bedrijventerreinen. Het gaat hierbij om terreinen met veel aandacht voor openbare ruimte, de uitstraling van panden en een hoog voorzieningenniveau. Het grootste deel van de bedrijfsruimtegebruikers geeft een voorkeur aan bedrijventerreinen met een gemiddeld kwaliteitsniveau. Daarnaast bestaat er een relatief forse groep (circa 20 tot 30 procent) bedrijven die bij voorkeur zit op een 3.1 Meer aandacht voor kwalitatieve aspecten van bedrijventerreinen Kwalitatieve aspecten van de vraag naar bedrijventerreinen zijn in zijn algemeenheid onderbelicht. De laatste jaren wordt hieraan echter steeds meer aandacht besteed, onder andere omdat de Kamer van Koophandel in verschillende regio s bruikbaar onderzoek verrichten naar de huisvestingswensen en -eisen van bedrijven. Daarnaast ontstaan er landelijke en regionale databases op dat vlak 11. Met meer kennis van de huisvestingskenmerken van de gebruikers van bedrijfsruimte is het mogelijk de vraag naar bedrijfsruimte en bedrijventerreinen nader te segmenteren, zodat in de planning en inrichting van bedrijventerreinen beter aangesloten kan worden op de vraag. Belangrijke thema s in dergelijke kwalitatieve analyses kunnen zijn: kenmerken van de bedrijfsruimtegebruikers, dynamiek (verhuisplannen), eigendomsverhoudingen, huidige kenmerken van het bedrijfspand en de omgeving, mogelijkheden om intensief te bouwen en behoefte aan parkmanagement. Op basis van de kwalitatieve wensen en eisen van bedrijven kunnen gemeenten een bedrijventerreinentypologie opstellen van bestaande en nieuwe terreinen in de gemeente, waarbij beter aangesloten kan worden bij de wensen en eisen van bedrijven, dan nu vaak het geval is. In de box enkele opvallende resultaten uit kwalitatieve analyses van bedrijventerreinen 12. In de segmentatie van bedrijventerreinen dient meer rekening gehouden te worden met de wensen en eisen van bedrijven. Gemeenten stellen met dit doel vaak een bedrijventerreinentypologie op. functioneel bedrijventerrein, dat er verder niet mooi uit hoeft te zien. Wanneer ondernemers verder gevraagd wordt naar hun beeld van de kwaliteit van het bedrijventerrein, dan is dit beeld vaak positiever dan dat van beleidsmakers. Dit betekent in de praktijk dat er onder ondernemers niet altijd voldoende draagvlak is voor het realiseren van hoge stedenbouwkundige en architectonische ambitieniveaus voor nieuwe bedrijventerreinen. Onder invloed van een achterblijvende vraag naar terreinen met een zeer hoog ambitieniveau en het feit dat juist dit type bedrijventerrein de afgelopen vijf jaar graag ontwikkeld werd, bleef de afzet van terreinen in dit segment achter bij de verwachtingen. In veel gevallen werd het ambitieniveau van de terreinen naar beneden bijgesteld. Deze ontwikkeling heeft financiële consequenties in de grondexploitaties maar kan er ook toe leiden dat bedrijventerreinen een te eenvormig karakter krijgen. Door overaanbod in het dure segment te creëren, ontstaat verdunning van de kwaliteit van een terrein en gaan terreinen met een hoog ambitieniveau uiteindelijk heel veel lijken op gewone locaties. Het onderscheidende vermogen van bedrijventerreinen neemt hierdoor af. Een ander aspect dat naar voren komt in de kwalitatieve vraaganalyses, is het feit dat de behoefte aan parkmanagement bij bedrijfsruimtegebruikers niet altijd overeenkomt met de wens om een hoogniveau van parkmanagement op bedrijventerreinen te realiseren. Dit kan op termijn het draagvlak verminderen om het parkmanagement in stand te houden, met name waar het gaat om voorzieningen die relatief weinig gevraagd worden. Bijzonder aandachtspunt zijn de mogelijkheden voor intensief ruimtegebruik: bedrijfsruimtegebruikers met een laag aandeel kantoorvloer zijn slechts beperkt in staat het bedrijfsproces te stapelen. In ontwikkeling van met name (veelal gestapelde) bedrijfsverzamelgebouwen en bij de herontwikkeling van binnenstedelijke herstructureringslocaties met hoge f.s.i. s wordt hier onvoldoende rekening mee gehouden. Tot slot wordt met name in de Randstad soms de behoefte aan nieuwe bedrijfsruimte in het huursegment overschat en wordt er de laatste jaren te veel terrein aangeboden door ontwikkelaar/beleggers die deze als huurobject in de markt zetten. 3.2 Typologieën om bedrijventerreinen te segmenteren Gemeenten kunnen bedrijventerreinen op veel verschillende manieren segmenteren. De ervaring leert dat de meeste gemeenten hiervan in de praktijk weinig richting geven aan een vraaggerichte ontwikkeling en invulling van bedrijventerreinen. Desondanks een opsomming van tot nu toe veel gehanteerde typologieën (die onderling ook weer overlap vertonen of soms gecombineerd worden gebruikt): 1. Typologie op basis van locatie- kenmerken In de eerste plaats bestaan typologieën die een link leggen tussen locatiekenmerken en sectoren in de bedrijfsruimtemarkt. Voorbeelden van veel gebruikte locatiekenmerken zijn: de ligging ten opzichte van openbaar vervoer en snelwegen, de ligging aan de stadsrand, in woongebieden of in binnenstad en de ligging ten opzichte van overige fysieke kenmerken (vaarwater bijvoorbeeld of multimodaal transport). 2. Typologie op basis van aanbodkenmerken De meest gebruikte typologie is de typering in vijf soorten bedrijventerreinen zoals deze voorkomt in IBIS (aanbodgerichte typologie): zware terreinen: bedoeld voor vestiging van bedrijven in zware milieuhindercategorieën (categorie 4/5); 12 13

8 zeehaventerreinen: grootschalige terreinen aan 3. Typologie op basis van verschij- 5. Typologie op basis van schaal- H a a r l e m m e r m e e r diep vaarwater met laad- en loskades; ningsvorm grootte gemengde terreinen: reguliere bedrijventerreinen De verschijningsvorm van het pand en van het Kleinschalige bedrijfsruimtegebruikers hebben een De gemeente Haarlemmermeer deed onderzoek naar in de bedoeld voor bedrijven met milieuhinder catego- bedrijventerrein biedt een goed uitgangspunt voor bovengemiddelde vestigingsvoorkeur voor binnen- gemeente gevestigde bedrijven. Hierop baseerde zij een inde- rie 1 tot en met 4; segmentering van bedrijven. Uit de praktijk blijkt stedelijke locaties en gemengde woonwerkmilieus ling van de bedrijventerreinen in verschillende segmenten, voor hoogwaardige terreinen speciaal bedoeld voor dat bedrijven in dezelfde sector en activiteit toch en grootschalige bedrijfsruimtegebruikers hebben bedrijven met wensen ten aanzien van uiteenlopende aspecten: hoogwaardige productieactiviteiten, R&D en heel verschillende ambities hebben wat betreft de vaker een voorkeur voor goed snelweglocaties. Een bereikbaarheid; kantooractiviteiten; ligging, uitstraling en invulling van het pand en het indeling van bedrijfsruimtegebruikers naar schaal- representativiteit; distributieparken gericht op transport- distributie terrein, en hier ook heel verschillende huisvestings- grootte is dan ook een geschikte factor in een schaalgrootte; en groothandel. budgetten voor over hebben. marktconforme differentiatie van de vraag. milieuhindercategorie; functie. Nadeel van deze typologie is dat meer dan 90 pro- Een typologie op basis van verschijningsvorm is 6. Clustering op lokale specialisaties Een combinatie van die verschillende aspecten en criteria leidde cent van alle terreinen tot de gemengde bedrijven- interessant voor een marktgerichte bedrijventer- Sommige gemeenten hebben een voorkeur voor tot de volgende segmenten: terreinen behoort en dat deze indeling niet leidt reinentypologie omdat het aansluit bij de wensen thematisch ingerichte bedrijventerreinen, omdat Schiphol logistiek; tot een segmentatie die gemeenten helpt terreinen van bedrijven en bij de manier waarop bedrijven- men meerwaarde verwacht van clustering van bedrijvenpark; in te richten zoals bedrijven dat willen. terreinen moeten worden ontwikkeld en ingericht. bedrijfsactiviteiten rond een sector. De achterlig- kleinschalig lokaal; Aantrekkelijk is onderscheid te maken naar ter- gende gedachte is dat bedrijven hier synergie aan laagwaardig. reinen met een bovengemiddeld kwaliteitsniveau, ontlenen en dat clustering leidt tot het aantrek- n o o r d - h o l l a n d n o o r d een gemiddeld niveau en een benedengemiddeld ken van nieuwe bedrijven in dezelfde sector. In de ambitieniveau. De steden Groningen en Den Haag praktijk blijkt dat een thematische invulling van De regio Noord-Holland Noord (Kop van Noord-Holland, West- introduceren of overwegen nu een typologie op bedrijventerreinen gericht op bijvoorbeeld R&D of Conclusie Friesland en Noord-Kennemerland) heeft in de periode 2002 basis van verschijningsvorm. ICT(-dienstverlening) moeilijk te handhaven is. Een Veel typologieën sluiten slechts weinig aan op (ver behoefte aan 865 tot hectare bedrijventerrein. In thematisch label van een bedrijventerrein blijkt anderingen in) de wensen en eisen van bedrijven. geen van de drie deelregio s is een sterk ontwikkeld en omvang- 4. Typologie op basis van bedrijfs- bovendien nauwelijks relevant voor de vestigings- Veel typologieën zijn gebaseerd op de historische rijk cluster van bedrijven. Hoewel er in de Kop van Noord-Holland activiteit patronen van bedrijven. Het gaat voor de meeste opbouw van bedrijventerreinen en niet gericht een concentratie van maritieme activiteiten is, wil de provincie Sommige gemeenten baseren een deel van hun bedrijven meer om de ligging, bereikbaarheid en op toekomstige uitgifte. Hetzelfde geldt ook voor bij een nieuwe locatie wel ontsluiting over water, maar niet de bedrijventerreinentypologie op de (hoofd) acti- verschijningsvorm van het bedrijventerrein dan de aanbodgerichte typologieën zoals IBIS hanteert; hele locatie volgens één bepaald thema ontwikkelen. Ook zijn in viteit van bedrijven. De belangrijkste activiteiten aanwezigheid van andere bedrijven uit de sector. die indeling is in beginsel niet toekomstgericht en de Kop van Noord-Holland en in West-Friesland veel bedrijven in op bedrijventerreinen zijn distributie, productie, geeft weinig sturing aan de invulling van locaties. de agribusiness, maar is dit aantal te beperkt om terreinen uit- assemblage en verkoop/marketing. Activiteit blijkt Uitzonderingen (waarvoor een thematische seg- sluitend voor deze bedrijven te ontwikkelen. Zo n thematisering op landelijke schaal een uitstekende voorspeller mentatie wel meerwaarde oplevert) zijn luchtha- Een deel van de typologieën geeft te weinig rich- leidt tot te lange ontwikkelingstermijnen met te grote financiële van de locatiewensen en eisen van bedrijven. Voor vengebonden bedrijvigheden, (multi)media, tuin- ting aan profilering en invulling van bedrijventer- risico s en als zich te weinig bedrijven binnen de doelgroep de segmentatie van terreinen binnen een gemeen- bouwgerelateerde activiteiten en sommige ken- reinen. Wat zijn de beoogde kwaliteiten van de aandienen blijven delen van een themalocatie lang onbenut. te is deze typologie minder bruikbaar. Dit omdat nisparken. Dit hangt samen met het feit dat deze locatie? Voor welke segmenten uit de markt is deze Belangrijker nog is de conclusie uit een enquête die de provincie verschillende typen bedrijfsactiviteiten prima met activiteiten een geografische component hebben, het beste geschikt en hoe past het aanbod zo goed onder bedrijven in de regio hield, dat de behoefte aan themati- elkaar op één bedrijventerrein gevestigd kunnen waardoor bedrijven ruimtelijk clusteren, omdat ze mogelijk bij de specifieke vraag? sche terreinen beperkt is: 76 procent van alle bedrijven heeft een worden, mits de milieuhindercategorieën niet er belang bij hebben fysiek dicht bij elkaar te zit- voorkeur voor een niet gethematiseerd bedrijventerrein. teveel uiteenlopen. ten

9 3.3 Kies voor een typologie (mede) op basis van verschijningsvorm Een indeling die goed aansluit bij de wensen en eisen van gebruikers is de typologie op basis van verschijningsvorm. e i n d h o v e n Flight Forum (gemeente Eindhoven) is een voorbeeld van een hoogwaardig bedrijventerrein dat voor veel activiteiten en sectoren geschikt is. De eisen op basis van het inrichtingsconcept zijn bijzonder hoog, maar schrikken bedrijven niet af omdat de gemeente vooraf heel kernachtig en eenduidig is in haar uitgiftebeleid. Er vestigen zich veel verschillende activiteiten en sectoren op het bedrijfsruimtedeel: bijvoorbeeld ICT met veel kantoor en productie, een verhuisbedrijf en een groothandel.het concept vormt een eigen thema waar toe bedrijven zich aangetrokken voelen. tioneel. De huisvesting en het terrein moeten goed functioneren, en dat is voldoende. Naar schatting gaat het om circa ruim de helft tot driekwart van de bedrijfsruimtevragers. Er zijn ook bedrijven waarvoor de uitstraling van pand en omgeving er nauwelijks toe doet, als de kosten voor de bedrijfshuisvesting maar laag zijn en de functionaliteit prima. Deze categorie bedrijven hebben in de praktijk slechts weinig keuzemogelijkheden. Het gaat om circa 20 tot 25 procent van de bedrijfsruimtegebruikers. n o o r d - n e d e r l a n d In opdracht van VNO-NCW Noord bedacht de Stec Groep een zestal typen werklocaties voor de verre toekomst (2020), op maat voor Noord- Nederland, op basis van verschijningsvorm: Topkantorenmilieu aan de zweeftrein. Grootschalige kantoorvestigers in markante en hoogwaardige kantoorgebouwen in het centrum van Groningen. Een topkantorenlocatie is een multifunctionele locatie (wonen, werken, winkels en recreatie) op of bij het zweeftreinstation. Vestigers zijn hoofdkantoren, ontmoetingskantoren, back offices. Stedelijke zakencentra. Voor alle typen kantoorvestigers, ook met baliefunctie, in verzamelgebouwen en solitaire kantoorpanden. Subtopmilieus aan de stadsrand of op een zeer goed bereikbare locatie nabij het stadscentrum, niet alleen in Groningen maar ook in steden als Assen, Emmen, Leeuwarden en Heerenveen Eersteklas bedrijvenparken. Mengvorm op de scheidslijn van kantoor- en bedrijfsachtig; het gaat vooral om bedrijfsruimtegebruikers met veel kantoor of R&D, dus niet zozeer de groep met 20 tot 30 procent kantoor maar de groep met 50 procent kantoor, 50 procent bedrijfsruimte. Op lange termijn wordt deze groep naar verwachting aanzienlijk qua omvang. Campus Noord-Nederland. Concentratie van sciencegerelateerde bedrijven. Bedrijfsgebouwen, kavels en park lopen in elkaar over, in een aantrekkelijk groen woon- en werkgebied. Duurzaam productieknooppunt. Grote en middelgrote industriële vestigers met een breed scala van voorzieningen. Nader gethematiseerd naar sector (elektro, chemie, metaal) en landschappelijk ingepast, in Emmen, Heerenveen en Delfzijl. Logistieke superhub. State-of-the-art locatie aan een corridor (A7 en A37). Bron: Stec Groep aan VNO-NCW Noord (2003). Uitgangspunten voor segmentering naar verschijningsvorm Verschijningsvorm is letterlijk één van de meest in het oog springende kenmerken van een bedrijventerrein en daarom een goed uitgangspunt voor segmentatie: Een deel van de bedrijfsruimtegebruikers is bereid extra huisvestingslasten te betalen voor bedrijfsruimte op bedrijventerreinen met een hoogwaardige uitstraling. Deze bedrijven zijn bovengemiddeld geïnteresseerd in locaties waar aandacht besteed is aan zowel pand als de stedenbouwkundige vormgeving van het terrein, als parkmanagement. In de meeste gemeenten gaat het om 5 tot 10 procent van de bedrijfsruimtevraag. Voor verreweg het grootste deel van de bedrijven echter geldt dat een gewoon kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein volstaat. Onder deze bedrijfsruimtegebruikers is de interesse voor de stedenbouwkundige vormgeving van het terrein en de architectuur van het pand met name func- D e n h a a g De gemeente Den Haag heeft een nieuwe bedrijventerreinenstrategie gebaseerd op een toekomstgerichte bedrijventerreinentypologie. Deze typologie is uitgangspunt voor de segmentering, profilering en fasering van alle bedrijfslocaties in de gemeenten, inclusief de financiële consequenties. Belangrijkste uitgangspunt voor de nieuwe typologie is verschijningsvorm: van zowel het pand zelf als de omgeving. Ook regionale component van belang Segmentering naar bedrijfsomvang voor typologie Verder is het vanuit de vraag van bedrijven belangrijk ondernemers en locaties te segmenteren naar In sommige regio s is het om markttechnische redenen verstandig, afhankelijk van bepaalde geografische specialisaties, naast verschijningsvorm m² b.v.o.) hebben een bovengemiddelde vesti- grootte. Kleinschalige ondernemers (tot circa 250 ook te kiezen voor een of meer terreinen gericht op gingsvoorkeur voor gemengde woonwerkmilieus een bepaalde activiteit (met name logistiek) of een en grootschalige bedrijfsruimtegebruikers een regionale specialisatie (zoals luchthavengebonden voorkeur voor locaties met een goede snelwegverbinding (vanaf circa m² b.v.o.). terreinen, watergebonden activiteiten). V e r s c h i l i n p e r c e p t i e v a n o n d e r n e m e r s e n b e l e i d s m a k e r s o v e r h e t b e g r i p k w a l i t e i t Ondernemers zijn eerder tevreden over kwaliteit van bedrijventerreinen dan beleidsmakers. Uit onderzoek van Stec Groep 13 blijkt: van alle bedrijven gevestigd op een bedrijventerrein vindt 14 procent dat het gevestigd is op een terrein met een hoogwaardige uitstraling. Dit is veel. Ter vergelijking: het Ministerie van VROM/DG Ruimte schat het aandeel hoogwaardige bedrijvenparken in Nederland op slechts 3 procent 14. Bedrijven zijn daarmee veel eerder tevreden dan beleidsmakers. Daar komt nog bij, dat ondernemers vaak ook een andere perceptie hebben van de kwaliteitsvorm ofwel typologie van een bedrijventerrein. Niet altijd kan de ondernemer zich vinden in de beleidstypologie van een gemeente voor bedrijventerreinen. Des te meer reden de typologie van bedrijventerreinen vanuit de vraag op te stellen. Immers, alleen dan kunnen gemeenten bedrijventerreinen plannen die aansluiten bij de wensen en eisen van ondernemers en is ook segmentering in het uitgifteprotocol (zie ook de kennisbrochure van SenterNovem over samenhangend bedrijventerreinenbeleid) voor de ondernemer begrijpelijk en acceptabel

10 3.4 Leerervaringen van gemeenten Een regionale agenda is het beste instrument om Leerervaring 5: let op, terreintypologie Op basis van de ervaringen met het inrichten van concurrentie in de regio te voorkomen zonder blijft een ideaalbeeld bedrijventerreinentypologieën zijn de volgende tekort aan locaties te hebben. De introductie van een nieuwe, vraaggerichte eenduidig mogelijk te hebben, omdat bedrijventer- lessen te trekken: bedrijventerreinentypologie met een beperkt aantal reinen hierdoor een duidelijker en marktgerichter Leerervaring 4: stem ook de verdeling locatietypen is een ideaalbeeld. In de praktijk kan profiel kunnen krijgen. Dit is belangrijk om heldere Leerervaring 1: leg niet teveel nadruk van de vraag over segmenten af in de dit ideaal vaak niet gerealiseerd worden, omdat keuzemogelijkheden voor bedrijfsruimtegebruikers op hoogwaardige bedrijventerreinen regio allerlei bestaande bedrijventerreinen al een profiel te bieden en het onderscheidend vermogen van Een van de belangrijkste knelpunten van vraag- Vooral het aanbod bedrijventerreinen met een hebben en veel terreinen al helemaal zijn uitgete- de terreinen ten opzichte van elkaar te vergroten. gericht bedrijventerreinenbeleid: de ambitie van hoogwaardig verschijningsvorm en met een laag- kend of uitgerekend danwel al in uitgifte zijn. Daarnaast helpt een duidelijke bedrijventerreinenty- gemeenten is vaak hoger dan de concrete vraag waardige verschijningsvorm wordt in de praktijk in Toch is het belangrijk de typologie zo helder en pologie bij de promotie en acquisitie van terreinen. van bedrijfsruimtegebruikers. In veel gemeenten is veel regio s te weinig afgestemd. Iedere gemeente het zo dat de hoogwaardige vraag overschat wordt en regio streeft naar een zo hoog mogelijke beeld- en de laagwaardige vraag onderschat. Op een rea- kwaliteit en uitstraling van alle bedrijventerreinen, listische manier omgaan met deze marktrealiteit en zowel bij nieuw te ontwikkelen terreinen als her- het consequent vertalen hiervan naar locaties is de structureringsopgaven. Vanuit de visie op de ruim- kunst. telijke kwaliteit is dit een logische ambitie, door de bril van bedrijven bekeken niet. Terreinen waar Leerervaring 2: besteed voldoende bedrijven met lage eisen aan de verschijningsvorm aandacht aan kleinschalige bedrijfs- zich kunnen vestigen zijn meestal schaars, zeker in ruimtegebruikers de Randstad. Dit vraagt om een regionale oplossing Kleinschalige bedrijfsruimtegebruikers vormen waarbij gemeenten op sommige te ontwikkelen een grote groep op de totale bedrijfsruimtemarkt. of te herstructureren terreinen hun ambities naar Daarom is het belangrijk ook voor deze groep beneden zouden moeten bijstellen. gebruikers voldoende ruimte te bieden. Daarbij moet worden opgemerkt, dat kleinschalige gebruikers andere vestigingseisen stellen dan grootscha- r i v i e r e n l a n d lige gebruikers. In de gemeente Amsterdam is er bijvoorbeeld speciaal beleid voor kleinschalige In het Convenant Bedrijventerreinen Rivierenland streven de bedrijfsruimtegebruikers (Nota Kleinschalige Bedrijf betrokken gemeenten naar een bundeling en concentratie van sruimtegebruikers). bedrijvigheid op lokale en (sub-)regionale bedrijventerreinen. Leerervaring 3: stem bedrijventerreinentypologie af in de regio Het is belangrijk om te zorgen dat ook de bedrijventerreinentypologie in omliggende gemeenten aansluit op de vraag in de totale regio. Een regionale typologie (en samenhang!) dwingt gemeenten te kijken naar de kwaliteiten van locaties en deze in te vullen vanuit de eisen en wensen van bedrijven. Een regionale typologie draagt ook bij aan het voorkomen van faserings- en concurrentieproblemen tussen gemeenten op de bedrijfsruimtemarkt. Dit betekent, dat bij de planning van een nieuw bedrijventerrein vooral wordt gekeken naar de locatie en de economische belangen van de gemeente/subregio. Het convenant behelst een prioriteitsstelling in de opvangtaak van bedrijven: Star tende bedrijven en hervestiging van bedrijven worden lokaal opgevangen. Indien de opvang niet mogelijk is in de eigen gemeente wordt het bedrijf opgevangen in de bij het gemeentecluster behorende subregionale kern dan wel in een aangrenzende subregionale kern. Wanneer beide geen mogelijkheden bieden dan opvang op het regionale bedrijventerrein (Medel). 11 Regionale onderzoeken zoals Bedrijven onder dak van de Kamers van Koophandel in Gelderland en Overijssel. Daarnaast bestaat de database met een landelijke dekking van de Stec Groep (Database Bedrijfsruimtegebruikers Nederland). 12 Stec Groep, Database Bedrijfsruimtegebruikers Nederland (2002 en 2005). 13 Stec Groep, Bedrijfsruimtegebruikers in Beeld. Resultaten Database Bedrijfsruimtegebruikers Nederland 2005 (2005). 14 Procentuele verdeling van de netto oppervlakte van de diverse locatietypen die IBIS onderscheidt. Netto oppervlak: het totaal aan netto opper vlakte bedrijventerrein. Bron: IBIS werklocaties (2004)

11 4 Welke typen bedrijventerreinen leg je vervolgens aan? 4.1 Manieren om de typologie te vertalen in bedrijventerreinenprofielen Om de gekozen, vraaggerichte bedrijventerreintypologie in de praktijk te gebruiken moet een gemeente deze vertalen in profielen per terrein(type). Hoe kan dat het beste gebeuren? 1. Een gemeente kan de bedrijventerreinenprofielen op verschillende manieren vastleggen in een gedetailleerd bestemmingsplan en in een globaal eindplan. Een gemeente kan in een gedetailleerd bestemmingsplan richtlijnen vastleggen over het toekomstig gebruik: voorschriften kunnen betrekking hebben op bouwhoogte, aantal bouwlagen, floor space index, rooilijn, aantal parkeerplaatsen en milieuzonering. Nadeel van gedetailleerde bestemmingsplannen is dat het moeilijk is hiermee flexibel in te spelen op veranderingen in de huisvestingswensen en -eisen van de gebruikers. Een globaal (eind)plan met uitwerkingsplicht geeft daarentegen wel weer meer flexibiliteit. 2. Beeldkwaliteitplan Met een beeldkwaliteitsplan per bedrijventerrein kunnen de profielen nog beter worden verankerd in de uitgiftepraktijk. Het beeldkwaliteitplan heeft als nadeel dat het alleen betrekking kan hebben op de visueel-ruimtelijke aspecten van bedrijventerreinen. Daarnaast is een beeldkwaliteitsplan ook niet bindend Variatie in detaillering van profielen Tot slot kan een gemeente variëren in de mate van detaillering van de bedrijventerreinenprofielen: Op sommige locaties (bijvoorbeeld met een hoogwaardige verschijningsvorm) is het voor bedrijfsruimtegebruikers juist aantrekkelijk wan- neer alle gebruikers zich aan dezelfde (hoge) eisen houden 16 ; Op terreinen met een laagwaardiger verschij- ningsvorm zijn gebruikers juist gebaat bij minder strenge eisen aan bijvoorbeeld buitenopslag, of aan de kwaliteit van de gevel. a p e l d o o r n Op het bedrijventerrein Apeldoorn-Noord zijn de ondernemers op het terrein voorstander van het vastleggen en handhaven van hoge eisen aan stedenbouw en architectuur, juist omdat ze verwachten dat de waardeontwikkeling van de bedrijfsgebouwen hier op de lange termijn bij gebaat is. 4. In het uitgiftebeleid aanvullende eisen stellen Een heel krachtig instrument dat in de meeste gemeenten goed te gebruiken is, zijn de privaatrechtelijke mogelijkheden bij de uitgifte van grond, zowel op de korte termijn, als ook op de lange termijn (door een kettingbeding, of door een kwalitatieve verplichting). In gronduitgiftecontracten kan een gemeente immers eisen stellen aan de bedrijfsruimtegebruikers die publiekrechtelijk heel lastig blijken vast te leggen, bijvoorbeeld omdat deze niet visueel-ruimtelijk zijn, of qua detaillering niet in een bestemmingsplan horen. In dat opzicht kan een gemeentelijke gronduitgifte voordelen hebben voor een duidelijk bedrijventerreinenprofiel die bij de uitgifte door private grondexploitanten niet altijd gesteld worden. Leerervaring 1: marktpartijen gaan veelal voor een betere profilering De ervaring leert overigens dat wanneer er sprake is van een grootschalige private grondexploitatie, het bedrijventerreinenprofiel een helderder en meer marktconform karakter heeft dan wanneer de gemeente de grond uitgeeft. Dit hangt samen met het feit dat een marktpartij zich meer bewust is van de commerciële voordelen die een duidelijk profiel heeft voor de waardeontwikkeling van de grond. Leerervaring 2: profielen helpen de rug recht te houden Een meer gedetailleerd profiel helpt een gemeente vast te houden aan de inrichtings- en beeldkwaliteiteisen op een bedrijventerrein. Een gemeente kan in dit geval teruggrijpen op een hard programma van eisen. Met het risico overigens van een langere uitgiftetijd. In tijd van laagconjunctuur is het niet gemakkelijk het profiel (of delen ervan) los te laten en het bedrijventerrein open te stellen voor minder gewenste bedrijvigheid en toch nieuwe kavels uit te geven. Een gemeente met gedetailleerde bedrijventerreinenprofielen vastgelegd in bestemmingsplanvoorschriften en/of beeldkwaliteitplan moet daarom op voorhand al rekening houden met een langere exploitatieperiode. h a a r l e m m e r m e e r Businesspark Lijnden (gemeente Haarlemmermeer) is een hoogwaardige bedrijvenlocatie nabij Schiphol Airpor t. De nabijheid van de luchthaven en de stad Amsterdam in combinatie met de internationale uitstraling van het gebied, geeft de locatie uitstekende locatiekwaliteiten. Op Businesspark Lijnden zijn veel internationale bedrijfsruimtegebruikers gevestigd. Een deel van de gebruikers is puur bedrijfsruimte, maar een deel ook heeft deze functie gecombineerd met een groot aandeel kantoorvloer. De gemeente heeft beoogd op deze locatie hoogwaardige, internationale gebruikers te vestigen. Veelal logistieke internationale ondernemingen hebben op andere locaties bij de luchthaven hun logistieke activiteiten ondergebracht, waarvoor nabijheid van de luchthaven cruciaal is. Leerervaring 3: een flexibel plan kan leiden tot eenvormige bedrijventerreinen Het globale eindplan is flexibel, maar minder bindend. Dit heeft ook nadelen. Ook bedrijven die minder goed in het profiel passen kan en mag een gemeente bij belangstelling niet weigeren. Het gevolg: een gemeente heeft minder moeite een (nieuw) bedrijventerrein vol te krijgen, maar het terrein krijgt een meer gedifferentieerde inrichting en uitstraling en mist een sterke positionering. 4.2 Kies voor concrete en compacte bedrijventerreinenprofielen Wat kan het advies zijn voor gemeenten? Het ideale profiel bestaat in ieder geval uit basisinformatie over omvang (totaal en hoeveelheid uitgeefbaar), ligging, juridische status en bereikbaarheid van ieder bedrijventerrein (bestaand en nieuw). Daarnaast moet worden ingegaan op een uitwerking van relevante ruimtelijke beleidsaspecten die zijn vastgesteld voor ieder terrein: welke beleidsruimte er nog is, welke status het terrein krijgt in de nieuwe bedrijventerreinentypologie en plus wat dat betekent voor de specifieke profilering van dit terrein. Een echt vraaggericht profiel begint uiteraard met de doelgroepen die op de locatie worden beoogd, inclusief de kwaliteiten waarom de locatie voor de doelgroep geschikt is en de sterke punten van de locatie ten opzichte van andere locaties voor de doelgroepen

12 B e l a n g r i j k e a a n d a c h t s p u n t e n i n h e t p r o f i e l z i j n : d o e l g r o e p e n Beoogde doelgroepen op de locatie: voor wie wil de locatie een optimale vestigingsplaats zijn? func tionaliteit van Wat maakt dat deze locatie een optimale vestigingsplaats is voor de doelgroepen? Welke vijf of zes deelaspecten moeten dan vooral d e l o c at i e v o o r d e goed uit de verf komen? bouwlagen. Bijna eenderde van alle gemeenten neemt wel een parkeernorm op. Beide bepalingen maken de inrichting van bedrijventerreinen minder flexibel. 4.3 Leerervaringen van gemeenten Op basis van de ervaringen van gemeenten met bedrijventerreinenprofielen zijn de volgende lessen te trekken: d o e l g r o e p v e r s c h i j n i n g s v o r m Van gebouwen, bouwkundige en stedenbouwkundige randvoorwaarden en beeldkwaliteit terrein. Een en ander afgeleid van doelgroepen en functionaliteiten. M o g e l i j k h e d e n v o o r b e s t e m - m i n g s p l a n v o o r s c h r i f t e n maximaal bebouwingspercentage; Leerervaring 1: zorg voor marktgerichte en marktconforme profielen Met een sterk ambitieniveau en selectiviteit is niets mis, integendeel! Belangrijk is echter dat de eisen k a v e l g r o o t t e Het is belangrijk op alle terreintypen te beschikken over kavels van diverse groottes. Op binnenstedelijke terreinen is voorts een bovengemiddelde behoefte aan kleinschalige kavels, terwijl op terreinen aan de stadsrand naast kleinschalige kavels ook zeker middelgrote en grootschalige kavels aangeboden moeten worden. Zorg daarnaast voor enige overlap in kavelgroottes tussen de locaties waardoor flexibiliteit en uitwisselbaarheid ontstaat. Bandbreedtes voor kavelgroottes zijn bijvoorbeeld: 100 tot 400 m2 voor kleinschalige kavels, 250 tot m2 voor middelgrote terreinen dicht tegen stedelijk gebied, tot m² of tot m2 en m2 tot 1,5 hectare op grootschalige locaties. Dit sluit aan bij een indeling die veel gemeenten hanteren. minimaal bebouwingspercentage; maximaal aantal bouwlagen; minimaal aantal bouwlagen; maximale bouwhoogte (in meters); minimale bouwhoogte (in meters); minimale floor space index (f.s.i.); maximale afstand tot rooilijn (in meters); duidelijk marktconform en marktgericht zijn en passen bij de doelgroepen die worden beoogd. Marktgericht: Het profiel moet makkelijk en eenduidig aan bedrijfsruimtegebruikers zijn uit te leggen. Als het te ingewikkeld is kunnen bedrijven er niet mee uit maximaal aantal parkeerplaatsen (per hectare); te voeten en zal er in de praktijk weinig van alle clustering voor milieuzonering. ambities van gemeenten terechtkomen, omdat P r i j z e n Het terrein met de beste ligging ten opzichte van de stad en beste bereikbaarheid is het meest aantrekkelijk voor bedrijven om zich te vestingen. Dit terrein heeft de hoogste grondprijzen en huurprijzen van de moderne terreinen. Kleinere terreinen, minder goed bereikbaar of met een mindere zichtbaarheid bijvoorbeeld, hebben lagere prijzen. Bron: Stec Groep (2005). iedereen de eisen uit de profielen anders interpreteert. Eisen moeten betrekking hebben op aspecten die zichtbaar verschil uitmaken voor het terrein: te Zo is een gebruikelijke minimale bouwhoogte vaak wordt energie gestopt in eisen die voor de uit- selec tiecriteria Men kan op elke locatie wenselijke selectiecriteria hanteren voor wat betreft bijvoorbeeld verschijningsvorm of terreinquotiënt en daarmee bedrijven dirigeren naar de locatie die het beste aansluit bij het bedrijfsproces en de huisvestingswensen van bedrijven, uitstraling en verschijningsvorm. De selectiecriteria sluiten uiteraard aan bij doelgroepen en functionaliteit van de locatie voor de doelgroep. vijf tot zes meter. Voor de afstand tot de rooilijn gebruiken gemeenten gemiddeld twee tot vier meter. eindelijke uitstraling van terrein en pand nauwelijks invloed hebben. Denk dan bijvoorbeeld aan afspraken over de afstand tot de rooilijn, het beperken van het aantal parkeerplaatsen op de eigen kavel Hiernaast kunnen gemeenten expliciet bepalingen of de bouwhoogte. f a s e r i n g Bijzonder aandachtspunt is de fasering van moderne bedrijventerreinen. Het is zaak deze in regionaal verband te faseren om concurrentie te voorkomen maar toch genoeg keuze voor bedrijven te hebben. in het bestemmingsplan opnemen, die aangeven hoe groot het aandeel kantoorvloer mag zijn. Sommige gemeenten hanteren een f.s.i.-afhanke- Marktconform: De eisen moeten in praktijk uit te voeren zijn. Veel lijke grondprijs. De prijs per vierkante meter bruto bedrijventerreinen die de laatste jaren op de markt vloer oppervlak (b.v.o.) of kavel is dan impliciet ook zijn gebracht stralen de sfeer uit van de laatste Het bestemmingsplan: gedetailleerd bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde apparatuur afhankelijk van het aandeel kantoorvloer in het hoogconjunctuur waarin zeer ambitieuze plannen bestemmingsplan met voorschriften zijn te bindend. bouwplan. Gebruikelijk is een prijsbreekpunt op werden gelanceerd voor bedrijventerreinen. De Behalve voor een principiële keuze tussen een Voorschriften die het meest voorkomen zijn een een f.s.i. van 1,0. meeste hiervan zijn de afgelopen jaren bijgesteld gedetailleerd (rechtszekerheid) en globaal (flexi- vaste minimum bouwhoogte, een vaste afstand De gemeente Amsterdam hanteert een f.s.i.-afhan- of worden nu bijgesteld. biliteit) bestemmingsplan, gaat het om de vraag tot de rooilijn, maximering van het aantal parkeer- kelijke grond- en b.v.o.-prijs. Zij wil zo intensief Hoge ambities op het gebied van intensief ruim- welke voorschriften concreet opgenomen moeten plaatsen en clustering van bedrijven in een zelfde ruimtegebruik op bedrijventerreinen bevorderen. tegebruik kunnen niet op alle bedrijventerreinen worden. Het toegelaten gebruik en de toegelaten milieuzonering. Gemeenten maken nog amper in een gemeente even bindend toegepast worden. bebouwing moeten zoveel mogelijk worden gecon- gebruik van een minimale floor space index. In alle gevallen is het zaak dat de bepalingen Een gemiddeld bedrijf hecht aan vrijheid en flexi- cretiseerd om een helder en eenduidig profiel te Uit verschillende inventarisaties 17 blijkt dat marktconform zijn: ofwel passen bij de eisen, wen- biliteit om te ondernemen en heeft kosten en effi- krijgen. Toekomstig bedrijventerrein is bijvoor- gemeenten nog slechts beperkt bepalingen in sen en mogelijkheden van de beoogde doelgroe- ciency hoog in het vaandel staan. Vanuit praktisch beeld te vaag omschreven. Maar bepalingen voor het bestemmingsplan opnemen over het aantal pen. oogpunt is schakelen en stapelen van gebouwen 22 23

13 en functies beperkt mogelijk, maar lang niet altijd. Gebouwd parkeren is uiterst zelden een oplossing op bedrijventerreinen. Het opleggen van dit soort eisen, inclusief een te ambitieus niveau van parkmanagement, kan ertoe leiden dat bedrijven hun heil elders zoeken, zeker in een marktsituatie waarin beperkte schaarste heerst. Wel is het zo dat door actief met bedrijven om de tafel te zitten en met een huisvestingscan te kijken naar de mogelijkheden die er wel zijn, gemiddeld genomen ruimte bespaard kan worden ten opzichte van de huidige situatie. Zo werkt de gemeente Oss veel met scans en met zeer intensief overleg met de bedrijven over de bouwplannen. Leerervaring 2: betrek ondernemers bij opstellen van profielen Herkennen ondernemers zich in de wensen en eisen van de gemeente en sluiten deze aan bij hun eigen huisvestingswensen en eisen? Het is aan te raden al tijdens het opstellen van het vraaggericht bedrijventerreinenbeleid aandacht te schenken aan de visie van het bedrijfsleven op deze nieuwe typologie en de bijbehorende profielen. Dit is ook een geschikt moment om te praten over wat goed is en wat beter kan aan bedrijventerreinenbeleid van gemeente. Denk bijvoorbeeld aan bedrijvenconsultatie of gesprekken met bedrijven die zich aanmelden voor nieuwe gronduitgifte. De accountmanager is hiervoor de aangewezen persoon. Veel gemeenten organiseren bedrijfsconsultaties over nieuwe terreinen. 15 Een gemeente kan, door een beeldkwaliteitplan op te nemen als bijlage of in de toelichting te verwijzen naar een beeldkwaliteitplan sturen op visueel-ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik en beheer op een bedrijventerrein. Een gemeente kan in de standaard welstandstoets specifieke eisen aan de beeldkwaliteit opnemen. Overigens is de toets van een bouwaanvraag aan redelijke eisen van welstand verplicht (sinds 1 januari 2003 moeten gemeenten verplicht een welstandnota maken met criteria voor toets van welstand). 16 Dit heeft een positief effect op de waardeontwikkeling van het bedrijventerrein. 5 Welke uitgiftestrategie past bij het vraaggerichte bedrijventerreinen beleid? De vierde bouwsteen uit het vraaggerichte bedrijventerreinenbeleid is het kiezen van een passende uitgiftestrategie, om de gewenste segmentering daadwerkelijk te realiseren. Hieraan zijn twee aspecten te onderscheiden: de communicatie richting bedrijven (paragraaf 5.1) en het handhaven van het bedrijventerreinprofiel Bijvoorbeeld Stec Groep (2004) in opdracht van de provincie Gelderland. 25 (paragraaf 5.2). 5.1 Actieve communicatie richting bedrijven Belangrijke succesfactor voor het realiseren van bepaald ambitieniveau op bedrijventerreinen is het opstellen van een kernachtig en eenduidig uitgiftebeleid, waarbij accountmanagers bij de start van het bedrijfscontact een eenduidig pakket van eisen en wensen meegeven aan bedrijven. Dit pakket van eisen en wensen zal gedurende de onderhandelingen tussen gemeente en bedrijf niet moeten veranderen, noch afkalven, maar ook niet opschroeven. Bedrijven weten dan heel duidelijk waar ze aan toe zijn en kunnen hiermee rekening houden bij de ontwerpopgave voor nieuwe bedrijfshuisvesting. De praktijkervaring met een dergelijk eenduidig uitgiftebeleid leert dat bedrijven hierdoor makkelijker aan de gemeentelijke wensen en eisen kunnen voldoen en helderheid door de gemeente waarderen. De kosten die dit voor bedrijven meebrengt, zijn dan beperkt. Belangrijk is alle kwaliteiten, eisen en wensen van de verschillende bedrijventerreinen helder op te schrijven voor bedrijven, in één kort document met alle eisen en wensen in plaats van vier of vijf verschillende documenten. De kwaliteiten, eisen en wensen moeten als vuistregel in een gesprek van één uur aan een bedrijf zijn uit te leggen. Daarbij is verder belangrijk in de communicatie met bedrijven in te zetten op aspecten die de locatie en het vestigingsmilieu ondersteunen. Vaak moet in deze fase minder vanuit moeten en sturen gedacht worden, maar het zo optimaal mogelijk faciliteren van klanten/bedrijven, ofwel werkgelegenheid. Het gaat om het juiste bedrijf op de juiste plaats. De vestigings- en inrichtingseisen van bedrijventerreinen worden regelmatig in de uitgifteperiode ter discussie gesteld en verlaagd. In beginsel moet dit zoveel mogelijk worden voorkomen door in de vorige stappen (zie vorige hoofdstukken) realistische eisen aan de beoogde bedrijven te ontwikkelen. Daarom is het noodzaak bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein regelmatig een marktconformiteitstoets uit te voeren: zijn de eisen haalbaar bij de bedrijven? zijn de eisen ook haalbaar over enkele jaren, bij- voorbeeld als de economie verslechtert? is een eventueel lagere afzet als gevolg van hoge vestigingseisen verwerkt in de opbrengstenkant van de grondexploitatie? zijn de eisen regionaal afgestemd om oneigen- lijke concurrentie te reduceren? zijn de eisen uit te leggen aan bedrijven? Als al deze vragen met ja kunnen worden beantwoord, dan is er geen reden om bij de uitgifte van een terrein terug te komen op de eisen die van begin af aan zijn opgelegd. Dit moet immers zoveel mogelijk voorkomen worden gezien het gezichtsverlies voor de locatie, onduidelijkheid naar bedrijven en mogelijke verrommeling van het bedrijventerrein. Veel tijd steken in gesprekken met de bedrijven is de beste manier om een hoog ambitieniveau met bedrijventerreinen te stimuleren, naast het communiceren van een eenduidig pakket van eisen

14 en wensen. Meedenken met ondernemers en suggesties doen en alternatieven bieden voor zijn gebouw en kavel. Maar ook, indien een bedrijf niet past, wijzen op alternatieven in gemeente en regio en doorverwijzen naar een makelaar. De gemeente Oss werkt bijvoorbeeld met uitgebreid en actief accountmanagement, waarbij transparantie en een ondernemersvriendelijke aanpak centraal staan. Voor zover het te beïnvloeden is lijkt het slim om zorg te dragen voor launching customers (eerste klanten voor een bedrijventerrein) die zeer goed passen bij het locatieprofiel. Zo wordt de toon direct gezet en is voor iedereen zichtbaar wat voor locatie wordt beoogd. Het is slimmer om bij de beginfase van de uitgifte alleen bij zeer goed passende kandidaten PR-activiteiten te ondernemen rondom de vestigingsbeslissing. Ook in regionaal verband kan de marketing en communicatie rondom de uit te geven bedrijventerreinen worden opgepakt, zeker als de bedrijventerreinentypologie regionaal is afgestemd. Door internetsites met het complete regionale aanbod op basis van de vastgestelde locatietypen kunnen bedrijven goed inzicht worden geboden in de opties die beschikbaar zijn op de bedrijventerreinenmarkt en de kwaliteiten ervan. Leerervaringen: zorg voor een kernachtige, eenduidige uitgiftestrategie vanaf het begin van de uitgifte van een locatie; de vestigings- en inrichtingseisen voor bedrijven moeten overzichtelijk zijn en in korte tijd uit te leggen aan een bedrijf; voorkom dat tijdens de uitgifte het ambitieniveau en profiel van bedrijventerrein wordt bijgesteld door in voorgaande fases de marktconformiteit van de locatie te garanderen, ook in slechtere economische tijden; stem de marketing en communicatie over de bedrijventerreinen regionaal af. 5.2 Drie beleidsopties voor beheer en handhaving: kies bewust Gemeenten doen er goed aan het niveau van beheer en handhaving vooraf en expliciet vast te stellen, veelal gebeurt dit namelijk ad hoc. Gevolg van onvoldoende beheer en handhaving is bijvoorbeeld verkantorisering van bedrijventerreinen, of verrommeling en verslechterde uitstraling. Dit heeft soms het effect dat bedrijfsmatige activiteiten worden verdrongen op een bepaalde locatie, of dat de externe en interne bereikbaarheid van terreinen verslechtert, doordat de parkeerbehoefte sterk is toegenomen. Er zijn grofweg drie beleidsopties voor gemeenten. 1. Strenge handhaving van strikte regels Gemeenten die het van profiel veranderen van bedrijventerreinen erg vinden kunnen inzetten op strenge handhaving van voorschriften in bestemmingsplannen en andere gemeentelijke plannen. In de praktijk heeft dit overigens als consequentie dat de gemeente soms een grotere differentiatie aan bedrijventerreinentypen moet maken om alle typen gebruikers van bedrijventerreinen te kunnen faciliteren. Een andere consequentie is dat er van alle typen werklocaties meer voorraad nodig kan zijn, om te garanderen dat bedrijfsruimtegebruikers altijd terechtkunnen. Als gekozen wordt voor strenge handhaving, dan ligt een gedetailleerd bestemmingsplan voor de hand. Een gemeenteraad kan voor een bedrijventerrein een compleet gedetailleerd bestemmingsplan vaststellen. Hierin zijn bestemmingen zo nauwgezet omschreven dat de gemeente na goedkeuring van het plan hierop direct een bouwvergunning kan verlenen. ' s - h e r t o g e n b o s c h De gemeente s-hertogenbosch doet aan dwingende handhaving op de bedrijventerreinen. Het aanbod van kantoorruimte op Bossche bedrijventerrein nam de laatste jaren sterk toe. Ging het tot voor kor t om kantoorruimte van mindere kwaliteit voor star ters en kleine bedrijven, recent werd veel bedrijfsruimte met (hoge) kantoorkwaliteit gerealiseerd. Omdat veel bedrijven op de groei bouwden en door de economische teruggang veel bedrijven failliet gingen, staat nu niet alleen veel bedrijfsruimte maar ook veel hoogwaardige kantoorruimte leeg. Dit aanbod concurreer t rechtstreeks met aanbod op kantorenlocaties. Terwijl de gemeente kampt met lange wachtlijsten met inschrijvingen voor een bouwkavel, is er op de kantorenmarkt geen tekor t: er zijn voldoende hoogwaardige kantorenlocaties in de stad. Tegelijker tijd ondermijnt het groot aandeel kantoorvloer het locatie- en mobiliteitsbeleid van de gemeente. Om deze redenen wil de gemeente s-her togenbosch paal en perk stellen aan verkantorisering. Dit doet ze door actief te controleren of de eisen uit het uitgiftecontract worden gehandhaafd en daarnaast het bestemmingsplan gedetailleerd uit te werken en dit te handhaven, waardoor er weinig functieverandering of functieverlies kan plaatsvinden. 2. Niets doen en zonder voorlopig bouwverbod (dat aan de uitwerkingsopdracht is verbonden). Aan een globaal Er zijn ook gemeenten die er bewust voor kiezen geen handhavingsbeleid te introduceren, om zo te eindplan kan een bedrijf een rechtstreeks bouwrecht ontlenen. profiteren van bijvoorbeeld de positieve effecten van een functieverandering. Zoals bijvoorbeeld NB: met een globaal eindplan geeft de gemeentemeer flexibiliteit, maar zijn er ook minder meer werknemers per hectare en verbetering van de uitstraling in het geval van verkantorisering. handvatten om een duidelijk profiel neer te zetten. Wanneer gekozen wordt voor een globaal Maar voor bedrijfsruimtegebruikers in de milieuhindercategorieën 3 en hoger raakt de ruimte op (eind)plan kan de gemeente meer sturen met de reguliere bedrijventerreinen op deze manier steeds privaatrechtelijke afspraken door middel van het verder bedreigd. Andere negatieve effecten zijn de uitgiftebeleid. verslechtering van de ontsluiting en de verrommeling van een terrein. a r n h e m Als gekozen wordt voor niets doen, dan ligt het voor de hand om te kiezen voor een globaal De gemeente Arnhem let op flexibiliteit: kleurverandering komt bestemmingsplan. In een globaal bestemmingsplan voort uit wensen uit de markt. Een te streng bedrijventerreinenbeleid, waarin uitsluitend naar de bedrijfscategorie wordt geeft de gemeenteraad een globaal kader waarbinnen burgemeester en wethouders de bevoegdheid gekeken om te beoordelen of een gebruiker voldoet aan de hebben om bestemmingen concreet aan te wijzen vestigingseisen die in het bestemmingsplan geformuleerd zijn, (uitwerkingsplicht). De gemeenteraad beperkt zich wordt volgens de gemeente Arnhem door marktontwikkelingen tot een programma van eisen ofwel de omvang van ingehaald en blijkt in de praktijk steeds moeilijker uitvoerbaar. de verschillende bestemmingen. In een uit te werken globaal bestemmingsplan moeten die elemen- lastig. Gedeeltelijk verkleuren van bedrijventerreinen kan soms Handhaving van voorschriften in bestemmingsplannen bleek ten worden genoemd, waardoor voor de eigenaar ook een bijdrage leveren aan intensivering van het stedelijk de hoofdlijnen van de toekomstige ontwikkeling en gebied en aan de verfraaiing van het stadsbeeld. Op bedrijventerreinen met een label modern gemengd bedrijventerrein de economische bruikbaarheid voldoende worden bepaald. Daarnaast kan de gemeenteraad een globaal eindplan vaststellen zonder wordt daarom ook beperkte kantorenontwikkeling toegestaan. uitwerkingsplicht 26 27

15 3. Op sommige terreinen streng handhaven, op andere niet Daarnaast is het mogelijk om te kiezen voor differentiatie in het handhavingsbeleid, afhankelijk van de bedoelingen met en situatie op het type terrein. Bijlage: voorbeelden van gemeenten en regio s die al werken met een vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid Leerervaring: Voor de meeste gemeenten zal deze laatste strategie de beste zijn afhankelijk van het doel dat per terrein wordt beoogd en van de huidige situatie. Het belangrijkste is dat er een expliciete keuze over de handhaving (per terrein) wordt gemaakt in plaats van een ad hoc beleid. In deze bijlage zetten we leerzame voorbeelden van vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid op een rij. We concentreren ons hierbij op gemeenten en regio s die een of meerdere aspecten van vraaggestuurd beleid implementeren: vraagprognose, segmentering, bedrijventerreinentypologie, regionaal en/of samenhangend bedrijventerreinenbeleid W e s e l e c t e e r d e n h i e r v o o r a c h t g e m e e n t e n e n r e g i o s d i e h i e r m e e a c t i e f w e r k e n o f h i e r m e e o n l a n g s a a n d e s l a g g i n g e n. 1. G e m e e n t e D e n B o s c h segmentering afstemming bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen 2. G e m e e n t e G r o n i n g e n bedrijventerreinentypologie regionale afstemming afstemming bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen 3. G e m e e n t e H a a r l e m m e r m e e r vraagprognose bedrijventerreinentypologie afstemming bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen 4. R e g i o A r n h e m - N i j m e g e n vraagprognose bedrijventerreinentypologie regionale bedrijventerreinenstrategie 5. R e g i o H a a g l a n d e n bedrijventerreinentypologie regionale bedrijventerreinenstrategie 28 29

16 6. R e g i o N o o r d z e e k a n a a l g e b i e d vraagprognose bedrijventerreinentypologie afstemming bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen L e e r e r v a r i n g Segmentering is een belangrijk instrument om op een bedrijventerrein of een deel ervan een homogene kwaliteit en samenstelling van bedrijvigheid te realiseren. Afhankelijk van haar doelstelling kan een gemeente een andere indeling hanteren. De vraag is dan welk criterium een gemeente accent wil geven in haar beleid. 7. R e g i o R i v i e r e n l a n d vraagprognose bedrijventerreinentypologie segmentering G e m e e n t e G r o n i n g e n 8. R e g i o T w e n t e vraagprognose bedrijventerreinentypologie segmentering B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e De gemeente Groningen werkt aan een nieuwe bedrijventerreinentypologie. Hierdoor wordt beter ingespeeld op de praktijk van bedrijfsvestiging. Met name de grote groep van productie -bedrijven met een groot aandeel kantoorvloer, kan hiermee beter worden bediend. Het bestaande beleid voor bedrijven die zich vestigen in kantoren zal niet worden losgelaten. Naast de toplocaties voor kantoren, zoals Euroborg, zal een vereenvoudigde indeling van de bedrijventerreinen komen. G e m e e n t e s - H e r t o g e n b o s c h R e g i o n a l e a f s t e m m i n g De afstemming van bedrijventerreinen zal meer op niveau van de Regio Groningen-Assen plaatsvinden. Hierdoor kunnen de verschillende gemeenten zich concentreren op hun sterke punten en kan het bedrijfsleven S e g m e n t e r i n g De segmentering van bedrijvigheid door de gemeente s-hertogenbosch is gebaseerd op netwerken: netwerken van bedrijven die gebruik maken van elkaars restproducten en economische netwerken, passend in de clustering van de economie: imagomanagement; ketenmanagement; autosnelwegmanagement; multimodaal segment; optimaal van ruimte worden voorzien. Op dit moment wordt onder leiding van het projectbureau Groningen- Assen gewerkt aan het afstemmen van de planning, het te realiseren kwaliteitsniveau en het vermarkten van de terreinen. In de afgelopen jaren heeft Groningen al goede ervaringen opgedaan met het afstemmen van bedrijventerreinontwikkeling. In samenwerking met de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Slochteren zijn de bedrijventerreinen Renger, voor grote logistieke dienstverleners en Westerbroek, voor watergebonden bedrijvigheid, ontwikkeld. Veel bedrijven, die in de stad zaten en kampten met ruimtegebrek, konden op deze wijze worden bediend. hindersegment; woonwerk segment; overig. A f s t e m m i n g b e s ta a n d e e n o n t w i k k e l i n g v a n n i e u w e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n Het belang van bestaande bedrijventerreinen is groot voor de gemeente Groningen. Er wordt ingezet op revitalisering van verouderde terreinen en het consolideren van de verbeterde kwaliteit. Het verbeteren van het functioneren van deze gebieden zal op termijn effect hebben op de uitgifte van nieuwe kavels. In het komende A f s t e m m i n g b e s ta a n d e e n n i e u w e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n s-her togenbosch kampt net als veel gemeenten met schaarste aan bedrijventerrein. Uitgangspunt in de bedrijventerreinenstrategie is herstructurering en inbreiding op bestaande terreinen. En daarnaast een uitgiftebeleid volgens het juiste bedrijf op de juiste plek, waarbij ruimte-ex tensieve bedrijven en regionaal beleidsplan voor bedrijventerreinen en het nieuwe structuurplan zal deze ontwikkeling worden meegenomen. Toch zal de gemeente Groningen in de komende jaren nieuwe bedrijventerreinen blijven aanleggen. Dat heeft te maken met de groei van de stad en de afspraken met de Regio Groningen-Assen. georiënteerde bedrijven doorverwezen worden naar de regionale bedrijventerreinen. Onderdeel van de bedrijventerreinenstrategie van s-her togenbosch zijn actieve herstructurering en acquisitie. Hiermee prioriteer t zij haar bestaande bedrijventerreinen en maakt ontwikkeling van nieuwe tot sluitstuk in het uitgifteproces. Daarnaast worden bedrijventerreinen in de regio ingezet voor bedrijven, waarvan huisves- L e e r e r v a r i n g Met meer aandacht voor bedrijven met een groot aandeel kantoorvloer komt de gemeente Groningen tegemoet aan de wensen van het bedrijfsleven. Deze bedrijvigheid is bovendien hoogwaardig. Overigens vraagt deze typologie ook extra aandacht voor fasering van nieuwe kantorenlocaties! ting niet in de gemeente kan worden gehonoreerd (ruimte-extensieve bedrijven en regionale bedrijven). Verder heeft het introduceren van deze nieuwe typologie belangrijke consequenties voor het uitgiftebeleid en In de nieuwe segmentering blijft wel een aanzienlijke vraag naar het traditionele gemengde terrein open- de afbakening van doelgroepen. staan. Deze categorie bedrijven past niet of slechts ten dele op de nieuwe terreinen. Zij zullen zich moeten oriënteren op de mogelijkheden op de bestaande bedrijventerreinen. En indien hier geen plaats is op de regionale bedrijventerreinen in Waalboss

17 G e m e e n t e H a a r l e m m e r m e e r R e g i o A r n h e m - N i j m e g e n V r a a g - p r o g n o s e Op basis van de monitor van de gemeente Haarlemmermeer zal de segmentering jaarlijks aangescherpt worden en de kennis die noodzakelijk is om locaties beter af te stemmen op wensen en randvoorwaarden van de gebruikers, worden uitgebreid. De gemeente Haarlemmermeer hanteer t een planperiode van maximaal negen jaar voor haar vraagprognose, in drie periodes van drie jaar opgesplitst. Per tijdvak is de vraag gedifferentieerd naar verschillende segmenten, voor zowel de kantoorlocaties als bedrijventerreinen. V r a a g - p r o g n o s e De KAN-regio brengt regelmatig nieuwe vraagprognoses uit, voor de kor te en middellange termijn ( en ) en lange termijn ( ). Deze prognose stelt zij continu bij. De indeling van de vraag is gebaseerd op vestigingsmilieu en rijksbeleid: gemengd; transport en distributie; zware bedrijvigheid. Verder maakt de KAN-regio onderscheid in endogene (lokale) en exogene (regionale) vraag. Maar, in de prak- B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - De bedrijventerreinentypologie uit 2003 van de gemeente Haarlemmermeer is gebaseerd op bereikbaarheid, representativiteit, schaalgrootte, milieuhindercategorie en functie: tijk vestigen sterk groeiende lokale bedrijven zich ook op regionale terreinen, waardoor dit onderscheid veelal moeilijk te maken is. t y p o l o g i e Schiphol logistiek; bedrijvenparken; kleinschalig lokaal; laagwaardig. Het segmentatiebeleid uit 1998 voldeed niet (meer) aan de wens om vraaggericht locaties te ontwikkelen. De KAN-regio segmenteer t de vraag naar bedrijventerrein alsmede de terreintypen zelf op basis van schaal (lokaal of regionale opvang), activiteit en hindercategorie. Verder cluster t de regio op specialisaties, een thematisch ingericht bedrijventerrein als MTC Valburg. Ook doet de regio onderzoek naar het ruimtegebruik van bedrijven en de differentiatie daarbinnen (uitgebreid onderzoek naar ruimtegebruik, gebruik van de SERladder voor zorgvuldig ruimtegebruik). De gemeente Nijmegen gebruikt ook de SER-ladder om de toekomstige Ook deed de gemeente onderzoek naar in de gemeente gevestigde laagwaardige bedrijven. De classificatie van ruimtebehoefte in de gemeente in beeld te brengen. laagwaardige bedrijven is gebaseerd op uiterlijke verschijningsvorm: ruimte extensief; arbeidsex tensief; relatief veel buitenopslag; lage bebouwingsdichtheid (maximaal 40 procent); hoge milieuhindercategorie (3-5); geen behoefte aan representativiteit. B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e De KAN-regio wil bedrijventerreinen zoveel mogelijk naar een bepaald vestigingsmilieu profileren waardoor clusters van bedrijvigheid en bedrijfsprocessen kunnen ontstaan. Dus: streven naar bedrijven binnen een keten. De eerste segmenteringsnota dateert van 1997, aanleiding waren de actualisering van het VINEXbeleid, uitwerking van het regionaal structuurplan en realisatie van het EuroTradePort-concept. De bedrijventerreinentypologie is gebaseerd op het rijksbeleid: hoogwaardig; gemengd; A f s t e m m i n g b e s ta a n d e e n n i e u w e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n Relatie tussen herstructurering en ontwikkeling van nieuwe locaties legt Haarlemmermeer door een verplaatsingsalternatief (uitplaatsingruimte) te bieden voor zittende bedrijvigheid, bij herstructurering. Tijdens intake gesprekken worden bedrijven hierop gewezen. Ook vrijgekomen ruimte op te herstructureren locaties wordt meegenomen in de prognose voor ontwikkeling van nieuwe locaties. De gemeente wil de vervangingsvraag zoveel mogelijk voorkomen door oude terreinen up-to-date te houden. lokaal; distributie; zwaar. Bij berekening van het aanbod is het niet mogelijk hoogwaardige en gemengde terreinen te onderscheiden, deze worden daarom samengevoegd. Het gaat in alle gevallen om bedrijven met een maximaal aandeel van circa 50 procent kantoorvloer in het bedrijfsoppervlak. Specifiek voor het segment laagwaardige bedrijven is het van groot belang uitplaatsingsmogelijkheden te hebben om daarmee opwaardering van kwaliteit op te herstructureren bedrijventerreinen te kunnen garanderen. Beleid hiervoor is vastgelegd in de nota Laagwaardige bedrijventerreinen gemeente Haarlemmermeer (2004). R e g i o n a l e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n - In de segmenteringsnota van 1997 schat de KAN-regio de behoefte aan zware bedrijvigheid voor de toekomst groter in dan nu te huisvesten. Dus wordt gekeken naar bestaande locaties en nieuwe locaties voor bedrijventerreinen bestemd voor zware bedrijvigheid. s t r at e g i e L e e r e r v a r i n g Het beleid van de gemeente Haarlemmermeer biedt ruimte voor bijstelling. De monitor geeft aan wanneer Overigens kiest de gemeente Nijmegen voor maatwerk in oplossingen voor zware bedrijvigheid, waarbij op bijstelling gewenst is, die vervolgens wordt doorberekend in de prognoses. Dus bijvoorbeeld bij inzet op her- bestaande terreinen ruimte wordt gemaakt voor opvang van verplaatsingsurgenten. structurering of bij aandacht voor laagwaardige bedrijventerreinen

18 L e e r e r v a r i n g De KAN-regio segmenteer t de vraag naar bedrijventerrein alsmede de terreintypen zelf. Dit na uitgebreide analyse van vraag en aanbod. Zo kan zij zo optimaal mogelijk aansluiten bij die vraag. Ook heeft de regio R e g i o N o o r d z e e k a n a a l g e b i e d onderzoek gedaan naar het ruimtegebruik van bedrijven en de differentiatie daarbinnen (uitgebreid onderzoek naar ruimtegebruik, gebruik van de SER-ladder). Verder segmenteer t de regio op basis van schaal (lokaal of regionale opvang), activiteit en hindercategorie. Voordeel hiervan is, dat verdere segmentering meer op maat gesneden is voor bedrijventypen. Het is een combinatie tussen aanbodgerichte en vraaggerichte typologie. Verder cluster t de regio op specialisaties, een thematisch ingericht bedrijventerrein als MTC Valburg. V r a a g - p r o g n o s e In het Noordzeekanaalgebied (NZKG) is de ruimtebehoefteraming gebaseerd op ontwikkelingen in werkgelegenheid. De ruimtebehoefte is geraamd in drie stappen: bepalen ruimtevragende werkgelegenheid; verdeling ruimtevraag werkgelegenheid; bepaling ruimtebehoefte met terreinquotiënten. De ruimtebehoefte van kadegebonden bedrijven is apar t bepaald met behulp van goederenstroomprognoses (de bedrijfsruimtevraag in het NZKG is dusdanig specifiek, dat de CPB-ruimtebehoefteraming onvoldoende handvatten biedt voor effectief beleid). R e g i o H a a g l a n d e n / D e n H a a g Eén van de uitgangspunten van het bedrijventerreinenbeleid van het NZKG is het juiste bedrijf op de juiste plaats. Daarbij gaat het om kadegebonden bedrijven op natte terreinen, maar ook logistieke bedrijven op een logistiek terrein of een bedrijf met restwarmte naast een bedrijf dat deze energie kan gebruiken. Om dit goed te kunnen realiseren wordt in het Masterplangebied altijd een beperkte restruimte gehouden om bedrijven op B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e De nieuwe bedrijventerreinentypologie van de gemeente Den Haag is gebaseerd op het uitgangspunt verschij- het juiste terrein te kunnen huisvesten. ningsvorm, zowel van het pand als de omgeving: werkterrein; modern bedrijventerrein; eersteklas bedrijvenpark. Daarnaast zijn er zeer specifieke doelgroepen die een aparte typologie vereisen. B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e In de behoefteraming is de toekomstige vraag naar bedrijventerrein opgesplitst in vijf typen bedrijventerreinen: gemengd plus (voor zware industrie); modern gemengd (reguliere gemengde terreinen); De komende tijd zal de regio Haaglanden een keuze maken, op basis van advies, over een bedrijventerreinentypologie, vraag- en aanbodanalyse. De regio zal zich hier binnenkort over uitspreken. logistieke terreinen; bedrijvenparken; zeehaventerreinen (kadegebonden, havengebonden en droge zeehaventerreinen). R e g i o n a l e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n - s t r at e g i e Inmiddels is de regio Haaglanden volop bezig met het opstellen van een bedrijventerreinenstrategie. Haaglanden wil in de regio afstemmen over vraag-aanbodanalyse en typologie. De regio staat nu voor een bestuurlijke keuze. A f s t e m m i n g b e s ta a n d e e n n i e u w e b e d r i j v e n - t e r r e i n e n Overigens gebeur t programmering van nieuwe bedrijventerreinen op regionale schaal. Zo moeten bestaande terreinen eerst volledig worden benut voor de aanleg van nieuw terrein (zo is bijvoorbeeld de locatie Wijkermeerpolder aangewezen als strategische reservelocatie en vereist ontwikkeling van deze locatie een apar t planologisch besluit op basis van de monitoring van de uitgifte en de herstructurering op de bestaande terreinen). De jaarlijkse monitor bedrijventerreinen geeft inzicht in (soms onvoorziene) resultaten van her- L e e r e r v a r i n g Een typologie naar verschijningsvorm dwingt te kijken naar kwaliteiten van locaties en deze te ver talen naar de wensen van bedrijven. Welk type bedrijven is geïnteresseerd in een bepaalde locatie en wat zijn hun huisvestingswensen en -eisen? ontwikkeling en herstructurering. Aangetoond is dat door herontwikkeling van eerder uitgegeven terrein in de afgelopen vijf jaar 80 hectare kadegebonden terrein is gewonnen, waardoor de reservelocaties pas later hoeven te worden aangesproken. Met een regionale bedrijventerreinenstrategie kunnen eenduidige terreintypen ontstaan, die aansluiten bij de wensen en eisen van regionale bedrijvigheid. Een juiste regionale terreintypering maakt de regio ook aantrekkelijker voor bedrijven. Meer variëteit betekent meer kwaliteitsverschil in het aanbod en dus meer keuzemo- L e e r e r v a r i n g Herontwikkeling van bestaande (verouderde) bedrijventerreinen kan tot ruimtewinst leiden, waardoor nieuwe terreinen minder snel hoeven te worden ontwikkeld. gelijkheid. Zo is er voor elk bedrijf een passende locatie voorhanden. Daarnaast heeft een regionale bedrijventerreintypologie het voordeel dat er meer duidelijkheid ontstaat over het aanbod van verschillende typen terreinen, zodat bijvoorbeeld overaanbod voorkomen kan worden. Daarnaast kunnen ambitieniveaus bij een eenduidige regionale classificatie in praktijk eenvoudiger gerealiseerd worden

19 R e g i o R i v i e r e n l a n d L e e r e r v a r i n g De gemeenten in Rivierenland profiteren met het convenant maximaal van selectief en gezamenlijk bedrijventerreinenbeleid. Hiermee kunnen ze het juiste bedrijf de juiste plaats bieden en voldoende ruimte voor V r a a g - p r o g n o s e In 2001 deed de Kamer van Koophandel onderzoek naar de bedrijventerreinenbehoefte bij bedrijven in het Rivierenland. Het onderzoek gaf resultaten over uitbreidings- en verplaatsingsbehoefte en gewenste kavelgroottes van bedrijven. De ruimtevraag is ingedeeld naar sector. lokale en regionale werkgelegenheid. De gemeenten delen niet alleen kosten en risico s, maar ook de baten. Per cluster maken gemeenten nadere afspraken over onder meer de behoefte, het aanbod, de fasering en de revitalisering van de bedrijventerreinen. B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e De bedrijventerreinentypologie in de regio Rivierenland is gebaseerd op schaal en functie: lokaal bedrijventerrein: kavelgrootte 0,25 hectare; subregionaal bedrijventerrein: kavelgrootte 0,5 hectare; regionaal bedrijventerrein: kavelgrootte vanaf 0,5 hectare en bedrijven van buiten de regio. Met het convenant binden de gemeenten in Rivierenland zich aan een regionaal bedrijventerreinen- en uitgiftebeleid. Het convenant maakt de afspraken bindend en dus duurzaam en toetsbaar. Zowel voor lokale als subregionale bedrijventerreinen geldt, dat de bedrijvigheid moet passen in de beeldkwaliteit. Volgens het principe van segmentering zijn de begrippen aard en schaal in een Convenant uitgewerkt in R e g i o T w e n t e de aandachtpunten: beeldkwaliteit, sociaal-economische binding, omgevingsinvloed en kavelgrootte. Voor het Rivierenland geldt een beperkend vestigingsbeleid. Dit betekent, dat het slechts in beperkte mate is toegestaan om bedrijven van buiten de regio te huisvesten. In de nota Koersen op Kwaliteit is daarom bij vestiging van buiten Rivierenland het criterium meerwaarde voor Rivierenland opgenomen. In de nota Koersen op Kwaliteit van 1998 spraken de gemeenten in Rivierenland met elkaar af het zwaartepunt in de ontwikkeling en het beheer van bedrijventerreinen te leggen bij (sub-)regionale bedrijventerreinen in Tiel, Geldermalsen/Culemborg, Zaltbommel en Druten. In het Convenant Bedrijventerreinen Rivierenland zijn deze afspraken verder geconcretiseerd. V r a a g - p r o g n o s e De gemeenten Enschede en Hengelo besteden veel aandacht aan marktverkenning en doelgroepbepaling voor hun bedrijventerreinen. Hieronder twee belangrijke verkenningen: Voor bedrijventerrein Westermaat Campus liet Hengelo een uitgebreide doelgroepbepaling uitvoeren. Kernpunten hierin waren: omvang en structuur van het bedrijvenbestand, opname van bedrijfsruimte en huisvestingseisen. Voor Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT 1 ) werd een uitgebreide ruimtebehoefteraming gemaakt in de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo en Enschede. Kernpunten hierin waren: de ruimtebehoefte, uitgesplitst naar type bedrijvigheid en uitgaande van de voorwaarden gesteld voor vestiging op RBT, de wenselijkheid van voorzieningen op RBT onder bedrijven en de gewenste kavelgrootte. Hiervoor werd gebruik gemaakt van historische uitgiftecijfers, regionale prognosemodellen, onderzoek naar ruimtegebruik en terreincoëfficiënten. S e g m e n t e r i n g Bedrijven die zich willen vestigen op regionaal bedrijventerrein Medel worden aan drie criteria getoetst: effect van de vestiging op de regionale werkgelegenheid: differentiatie en (streefaantal) minimaal 30 arbeidsplaatsen per hectare; herkomst van bedrijven: opvang van lokale, subregionale en regionale bedrijven, die naar aard en schaal niet (meer) passen bij lokale en subregionale bedrijvenlocaties; duurzaamheid: aankoop van grond op Medel betekent verplichte deelname aan het parkmanagement. Dit om goed in beeld te krijgen welke ruimtevraag er onder bedrijven in Twente is. Aanvullend werd in Twente een regionale steekproef onder gebruikers van bedrijfsruimte gehouden, over hun kenmerken, locatie- en huisvestingswensen en -eisen. Voor regionaal bedrijventerrein Medel zijn onlangs meer foto s in het beeldkwaliteitplan opgenomen, zijn het verkeersplan en het marketing en acquisitiebeleid aangepast om ook bovenregionaal bedrijven te werven (ook bovenregionale profilering: presentatie als bovenregionaal bedrijvenpark). Onder meer als gevolg van een recent uitgevoerde behoefteberekening van de Kamer van Koophandel en de ervaringscijfers van het Industrieschap is het uitgiftebeleid van regionaal terrein Medel teruggeschakeld. Doelstelling is nu 10 hectare per jaar uit te geven. Nu worden ook kleinere kavels (vanaf m²) uitgegeven, in plaats van minimaal m², wat het voorheen was

20 B e d r i j v e n - t e r r e i n e n - t y p o l o g i e - g e m e e n t e E n s c h e d e Enschede deelt haar bedrijventerreinen in naar segmenten. Ten eerste worden de bedrijventerreinen ingedeeld naar de type activiteiten die op het terrein kunnen plaatsvinden. Wanneer slechts een beperkt aantal sectoren of bedrijfstakken zich kan vestigen op een terrein, wordt dit gerangschikt als thematisch terrein. Voorbeelden zijn het Business & Science park, Transpor tcentrum en Kennispark. Overige terreinen zijn gemengd, dat wil zeggen dat hier een diverse samenstelling van bedrijven is gevestigd of zich kan vestigen. Een tweede indelingscriterium is de uitstraling van het terrein en van bedrijven. Hiervoor zijn verschillende kwalificaties: standaard en modern. Een derde onderscheid betreft de schaal. Kleinschaliger terreinen hebben kavels van circa tot m², met een minimum kavelmaat van circa 500 m² en maximum van 1 hectare. De grootschalige terreinen hebben kavels die tot 2 hectare kunnen gaan. Gemiddeld zullen de kavels tussen en m² groot zijn. De zeer grootschalige bedrijven die meer dan 2 hectare nodig hebben, worden verplicht doorverwezen naar het regionale bedrijventerrein (RBT ). Hieruit ontstaat de volgende segmentering: thematisch; grootschalig standaard gemengd; kleinschalig standaard gemengd; grootschalig modern gemengd; kleinschalig modern gemengd; regionaal gemengd grootschalig; internationaal. S e g m e n t e r i n g De gemeenten Almelo, Borne, Hengelo en Enschede kiezen ervoor niet aan alle bedrijven ruimte te bieden binnen de gemeentegrens. Voor grootschalige bedrijvigheid wordt het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT ) ontwikkeld. Dit is een gezamenlijke ontwikkeling van bovengenoemde gemeenten met de provincie Overijssel. Het RBT is een hoogwaardig en grootschalig terrein van 180 hectare (120 hectare netto uitgeefbaar). Het bedrijventerrein is bedoeld voor grotere arbeidsex tensieve bedrijven (minimaal 2 hectare). Overigens geldt een verplichte doorverwijzing voor bedrijven die aan het profiel voldoen. L e e r e r v a r i n g De gemeente Enschede hanteer t voor nieuwe bedrijventerreinen een criterium van minimaal 50 arbeidsplaatsen per hectare. Dit om de terreinen die nog kunnen worden uitgegeven zo optimaal mogelijk te benutten. Het RBT is bedoeld voor bedrijven in de logistiek, transpor t, distributie en industrie. Met dit terrein willen de gemeenten en de provincie een impuls geven aan de werkgelegenheid in Twente. Al deze bedrijven leveren ook indirecte werkgelegenheid op, zoals bij toeleveranciers elders in de regio. Het terrein biedt de mogelijkheid om grote ruimtevragers in Twente te houden of naar de omgeving te halen. Daarnaast versterkt het de concurrentiepositie van de regio. Zo ontstaat een samenhangend, gedifferentieerd en hoogwaardig aanbod aan bedrijventerreinen en bedrijvenmilieus. Bijzonder is dat wanneer gemeenten niet doorverwijzen volgens de afspraken die hierover gemaakt zijn (zie hierboven bij het RBT ), is vastgelegd dat men een deel van de grondopbrengsten afdraagt aan het regionale fonds dat is opgericht. Het gaat om 25 procent van de grondopbrengsten bij de eerste overtreding. Dit percentage wordt bij iedere volgende over treding met 15 procent opgevoerd De gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo (de partners van Netwerkstad Twente) en de provincie Overijssel willen samen het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) ontwikkelen, exploiteren en beheren. Het wordt een grootschalig terrein van ongeveer 180 hectare (netto uitgeefbaar terrein 120 tot 130 hectare) in de buurt van Almelo.

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN BIJLAGE A 1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN Bedrijventerreinen zijn onder te verdelen op basis van verschijningsvorm De vraag naar bedrijfsruimte is gedifferentieerd is en kan

Nadere informatie

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept)

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) Stec Groep B.V. Peije Bruil en Guido van der Molen Juni 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. CONCLUSIES EN ADVIEZEN

Nadere informatie

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur. JJuunni i 22 Uitkomsten Ruimtebehoefteonderzoek Gemeente Etten-Leur Samenvatting De provincie Noord-Brabant en de gemeente Etten-Leur zijn een onderzoek gestart naar de meest geschikte locatie voor een

Nadere informatie

Bedrijventerreinvisie Heerenveen en regionaal plan Zuidoost Fryslân. Presentatie commissie ROM,

Bedrijventerreinvisie Heerenveen en regionaal plan Zuidoost Fryslân. Presentatie commissie ROM, Bedrijventerreinvisie Heerenveen en regionaal plan Zuidoost Fryslân Presentatie commissie ROM, 2011-03-14 In vogelvlucht Waarom een nieuwe visie Bestaande bedrijventerreinen Uitgeefbare bedrijventerreinen

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Regionaal Programma Werklocaties Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Doel en opzet presentatie Doel presentatie: Raadsleden informeren over ontwikkeling Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

Wel of niet verouderd?

Wel of niet verouderd? afbeelding plaatsen op dit grijze vlak (of vraag Jolanda/ Edwin om een mooie plaat) tip drawing lines aanzetten (linksonder draw ; grid and guides ; display drawing guides on screen. Over de beoordeling

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Leegstand bedrijfsruimten 3 3 Typering leegstand 6 Bijlage 1 Contactpersonen 9 Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

1. VRAAGAANBODANALYSE

1. VRAAGAANBODANALYSE BIJLAGE A 1. VRAAGAANBODANALYSE In deze bijlage gaan we in op het aanbod en de vraag op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau. In paragraaf 1 zetten we de aanpak uiteen. Daarna leest u achtereenvolgens

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

BEDRIJVENTERREINSTRATEGIE DEN HAAG Management Summary

BEDRIJVENTERREINSTRATEGIE DEN HAAG Management Summary BEDRIJVENTERREINSTRATEGIE DEN HAAG 2005-2020 Management Summary 1. Kenschets ontwikkelingen Haagse bedrijventerreinen tot nu Achtergrond van deze bedrijventerreinenstrategie In Den Haag werken meer dan

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland

Bedrijfsruimtemarkt zuidwest-nederland Zuid-Holland en Zeeland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Uitgifte blijft achter, aanbod blijft stijgen 1200 1000 800 600 400 200 0 2012 2013

Nadere informatie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie Schieoevers Maakt de toekomst Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie S C H I E O E V E R S M A A K T D E T O E K O M S T Delft nog aantrekkelijker maken, létterlijk maken. Ruimte zien, kansen creëren

Nadere informatie

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019 Werklocaties Nota Kantoren Rotterdam samengevat 19 juni 2019 2 Ruimtelijkeconomisch beleid voor kantoren in Rotterdam Voor een aantrekkelijke, economisch sterke stad is er evenwicht nodig tussen zowel

Nadere informatie

Rotterdam Stadshavens

Rotterdam Stadshavens Rotterdam Stadshavens Nota Ruimte budget 31 miljoen euro Planoppervlak 1000 hectare (1600 hectare inclusief wateroppervlak) Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Convenant Vestigingscriteria Bedrijventerreinen Noord-Veluwe

Convenant Vestigingscriteria Bedrijventerreinen Noord-Veluwe Convenant Vestigingscriteria Bedrijventerreinen Noord-Veluwe Partijen, 1. De gemeenten die lid zijn van het Sociaal-Economisch Overleg Noord-Veluwe (Hattem, Heerde, Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk,

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt oost-nederland Overijssel en Gelderland

Bedrijfsruimtemarkt oost-nederland Overijssel en Gelderland Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Prijsexplosie bedrijventerreinen vraagt om reactie vastgoedsector

Prijsexplosie bedrijventerreinen vraagt om reactie vastgoedsector Prijsexplosie bedrijventerreinen vraagt om reactie vastgoedsector Marktpartijen als beleggers en projectontwikkelaars hebben nog altijd weinig belangstelling voor bedrijventerreinen en bedrijfsruimten.

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda Gedeputeerde Staten Contact M. Verwaal T 070-441 77 14 m.verwaal@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Midden-Holland t.a.v. tafel Economie,

Nadere informatie

IBIS WERKLOCATIES 2005 De stand in planning en uitgifte van bedrijventerreinen 1 januari 2005

IBIS WERKLOCATIES 2005 De stand in planning en uitgifte van bedrijventerreinen 1 januari 2005 IBIS WERKLOCATIES 2005 De stand in planning en uitgifte van bedrijventerreinen 1 januari 2005 ARCADIS en Stec Groep In opdracht van het Ministerie van VROM December 2005 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 1. DOEL

Nadere informatie

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen? Conclusie Tot 2020 wordt een behoefte naar bedrijventerrein in de gemeente Zijpe geraamd van circa 5 hectare. Dit is ook de oppervlakte die in de planningsopgave in de provinciale structuurvisie is opgenomen.

Nadere informatie

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven

Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Bijlage 4 (bij Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Onderbouwing berekening nieuwbouwbehoefte aan kantoren in Eindhoven Uit: Bijlagenboek bij STEC rapportage Naar een sterke Eindhovense kantorenmarkt

Nadere informatie

downloadbaar document, behorende bij bijlage I

downloadbaar document, behorende bij bijlage I Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2009-2010 downloadbaar document, behorende bij bijlage I Definities monitor B.V. en verschillen met andere bronnen Om een foute interpretatie van

Nadere informatie

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 30/01/ 14

Werklocaties Leusden. Avond van Leusden 30/01/ 14 Werklocaties Leusden Avond van Leusden 30/01/ 14 Programma Toelichting opdracht De context De staat van de werklocaties De markt 2 TOELICHTING OPDRACHT 3 Aanleiding onderzoek Visietraject Princenhof Toenemende

Nadere informatie

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Ondernemers zorgen voor werkgelegenheid, innovatie en productiviteit en dragen daarmee bij aan de welvaart en welzijn

Nadere informatie

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Inleiding BMC heeft in opdracht van de gemeente Dalfsen een marktonderzoek uitgevoerd naar de lokale behoefte

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak Juni 2006 Han Olden STOGO onderzoek + advies Niasstraat 1 3531 WR Utrecht

Nadere informatie

Economische Agenda De Bevelanden

Economische Agenda De Bevelanden Economische Agenda De Bevelanden 2016-2021 Regio De Bevelanden 19 september 2016 2 3 4 5 6 Bron: Stec Groep, 2016 7 8 9 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2015

Nadere informatie

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant O 2/33 Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 11 juli 2017 Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder, gemeente Maassluis A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht

Nadere informatie

Schiedamse aanpak biedt basis voor. goede samenwerking

Schiedamse aanpak biedt basis voor. goede samenwerking Schiedamse aanpak biedt basis voor goede samenwerking 1 2 Schiedamse aanpak biedt basis voor goede samenwerking Medio 2019 moet Nieuw-Mathenesse een modern, gemengd bedrijventerrein zijn waarmee de gemeente

Nadere informatie

HetGroenZicht. Enschede. Werkt u het liefst in het groen? Bouwkavels Euregioweg Enschede - Bedrijventerrien Euregio III Doet u mee?

HetGroenZicht. Enschede. Werkt u het liefst in het groen? Bouwkavels Euregioweg Enschede - Bedrijventerrien Euregio III Doet u mee? HetGroenZicht WWW.HETGROENZICHT.NL Enschede 'BEDRIJVENTERREIN VAN NU' Werkt u het liefst in het groen? Ve rk o o p b r o c hu r e Bouwkavels Euregioweg Enschede - Bedrijventerrien Euregio III Doet u mee?

Nadere informatie

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Midden-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Midden-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Midden-Nederland (*1. m²) 42.674 95 6.46 Overig Nederland In de regio Midden-Nederland ligt circa 14%

Nadere informatie

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 Werklocaties Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 2 Ruimtelijkeconomisch beleid voor bedrijfsruimte in Rotterdam Voor een aantrekkelijke, economisch sterke stad is er evenwicht nodig tussen

Nadere informatie

DPL-BT project duurzame kwaliteit bedrijventerrein Goudse Poort, Gouda

DPL-BT project duurzame kwaliteit bedrijventerrein Goudse Poort, Gouda DPL-BT project duurzame kwaliteit bedrijventerrein Goudse Poort, Gouda Jaap Kortman (IVAM) in samenwerking met Parkmanager van de Exploitatievereniging Goudse Poort en de Belangenvereniging Goudse Poort,

Nadere informatie

Ruimte voor lokale bedrijvigheid

Ruimte voor lokale bedrijvigheid Ruimte voor lokale bedrijvigheid In het kader van de ontwerpopgave Roden-Leek wordt onder andere gezocht naar een geschikte locatie voor 50 hectare bedrijventerrein ten behoeve van de lokale Noordenvelder

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

KANTOORTYPOLOGIE AMERSFOORT

KANTOORTYPOLOGIE AMERSFOORT BIJLAGE A KANTOORTYPOLOGIE AMERSFOORT In deze bijlage vindt u de kwalitatieve vraag naar kantoren in de gemeente Amersfoort toegelicht. Basis voor deze kwalitatieve vraagraming is de segmentering in vier

Nadere informatie

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Bedrijventerrein Meerpaal Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Meerpaal Directe aansluiting op A27 Goede infrastructuur op het terrein Hoogwaardige

Nadere informatie

Vastgoed waarde op Graveland Zuid Spaanse Polder Schiedam. 23 mei 2012 Desirée Uitzetter

Vastgoed waarde op Graveland Zuid Spaanse Polder Schiedam. 23 mei 2012 Desirée Uitzetter Vastgoed waarde op Graveland Zuid Spaanse Polder Schiedam 23 mei 2012 Desirée Uitzetter Even voorstellen.. Stec groep: adviesbureau Gebieden Gebouwen Grond Geld bedrijventerreinen!! Wat zien we landelijk

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016 Aan de gemeenteraad van Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/0038514 16.06169 U16.019080 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van Limbeek-ter Haar Bijlagen 1 Onderwerp

Nadere informatie

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT Kantorenmarkt Weert Tot 2020 zeer beperkte behoefte aan nieuwe kantoorruimte in Weert, er is al meer dan voldoende aanbod van kantoorruimte, toevoegen van

Nadere informatie

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed.

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed. Wijkeconomie: j ondernemers centraal Joost Hagens Herma Harmelink 3 november 2009 Inhoud Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed Tips voor meer economie in de wijk 1 Nicis-onderzoek Relatie wijkeconomie

Nadere informatie

Bedrijventerrein Hondsgemet

Bedrijventerrein Hondsgemet Bedrijventerrein Hondsgemet Algemeen Bedrijventerrein Hondsgemet Zuid, bruto 43 hectare, netto circa 28 hectare Gemengd bedrijventerrein tot en met milieucategorie 4 Gemiddelde kavelgrote 2500 7500 m²

Nadere informatie

REGIONALE VISIE BEDRIJVENTERREINEN KOP VAN NOORD-HOLLAND Stec Groep samen met Gewest Kop van Noord-Holland. 1 maart 2007

REGIONALE VISIE BEDRIJVENTERREINEN KOP VAN NOORD-HOLLAND Stec Groep samen met Gewest Kop van Noord-Holland. 1 maart 2007 REGIONALE VISIE BEDRIJVENTERREINEN KOP VAN NOORD-HOLLAND Stec Groep samen met Gewest Kop van Noord-Holland 1 maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Aanpak 2 1.3 Leeswijzer 3 2. NAAR

Nadere informatie

Herstructurering een fiasco

Herstructurering een fiasco Herstructurering een fiasco Bouwstenen voor een nieuw bedrijventerreinenbeleid Milieudefensie: een wereld te winnen Herstructurering een fiasco Bouwstenen voor een nieuw bedrijventerreinenbeleid Colofon

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

Open voor ondernemen. Open voor ondernemen. Centrum BEDRIJVENPARK JOSINK ES. Lossersestraat. Hengelosestraat. Oldenzaalsestraat.

Open voor ondernemen. Open voor ondernemen. Centrum BEDRIJVENPARK JOSINK ES. Lossersestraat. Hengelosestraat. Oldenzaalsestraat. N18 er a Varviksingel Knalhutteweg O ldenzaalse str aa t Open voor ondernemen Lossersestraat Auke Vleerstraat Hengelosestraat D eurnin g s t r a t Laaressingel Oldenzaalsestraat Westerval Centrum Gronausestraat

Nadere informatie

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noordwest-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noordwest- Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noordwest- (*1. m²) 38.116 11.59 Overig In Noordwest- ligt circa 23% van de landelijke kantorenvoorraad.

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Plan van aanpak aanvulling Regionale Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Projectnaam/ onderwerp: Aanvulling Regionale Holland Rijnland met de Rijnstreekgemeenten Status:

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Noord-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Noord-Nederland (*1. m²) 46.787 643 973 1.222 Drenthe Friesland Groningen Overig Nederland De drie noordelijke

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Werklocaties

Voortgangsrapportage Werklocaties Voortgangsrapportage Werklocaties Inleiding Het Programma Werklocaties Limburg 2020 legt de herstructureringsopgave en de planningsopgave voor bedrijventerreinen vast tot en met 2020. Na een voorbereiding

Nadere informatie

PEILING. TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties

PEILING. TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties PEILING Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 3630196 Aan : gemeenteraad Datum : 25 november 2010 Portefeuillehouder : Wethouder G. Boeve TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

ONDERZOEKMEMORANDUM. De vraag naar zware industrieterreinen. 1. Inleiding. 2. De uitbreidingsvraag

ONDERZOEKMEMORANDUM. De vraag naar zware industrieterreinen. 1. Inleiding. 2. De uitbreidingsvraag ONDERZOEKMEMORANDUM De vraag naar zware industrieterreinen 1. Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat bedrijven meer en meer algemene vestigingseisen hanteren in plaats zich te richten op specifieke locatiekenmerken.

Nadere informatie

Juiste kantoor op de juiste plek

Juiste kantoor op de juiste plek Juiste kantoor op de juiste plek Niels Dekker Eigenaar 2: Aty de Wolf 1. Beleidsbeslissing wat wil de provincie bereiken (PS): Nieuwe kantorenontwikkelingen concentreren zich bij voorkeur op toplocaties

Nadere informatie

Ondernemersvisie Bedrijventerreinen Brabant

Ondernemersvisie Bedrijventerreinen Brabant Aangeboden aan gedeputeerden Bert Pauli en Yves de Boer door Kamers van Koophandel Brabant en Zuidwest-Nederland & Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging Woensdag 21 december 2011 Er is een nieuwe aanpak

Nadere informatie

Stec Groep - Logica in locatiepatronen: hoe kiezen bedrijven?

Stec Groep - Logica in locatiepatronen: hoe kiezen bedrijven? Stec Groep - Logica in locatiepatronen: hoe kiezen bedrijven? Samenvatting belangrijkste feiten en conclusies 2000-2010 o.b.v. Database Bovenregionale Locatiebeslissingen (DLN) uitgangspunten van het onderzoek:

Nadere informatie

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015 Gemeente Oegstgeest Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg 11 maart 2015 DATUM 11 maart 2015 TITEL Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD Gemiddelde economische waarde, goed perspectief Het economisch effect van Pinnepot is uitgedrukt in een score. Deze score geeft op basis van objectief meetbare

Nadere informatie

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Kantorenmarkt uit balans De situatie op de Nederlandse kantorenmarkt is zeer ongunstig. Het aanbod van kantoorruimte ligt structureel op een zeer hoog niveau

Nadere informatie

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD

ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD ECONOMISCHE WAARDE PINNEPOT IS BOVENGEMIDDELD Bovengemiddelde economische waarde, goed perspectief Het economisch effect van Pinnepot is uitgedrukt in een score. Deze score geeft op basis van objectief

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Bijlage 1 (bij: Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Overzicht bestaande kantoorlocaties in Eindhoven

Bijlage 1 (bij: Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Overzicht bestaande kantoorlocaties in Eindhoven Bijlage 1 (bij: Kantorenstrategie Eindhoven, 2012 2020) Overzicht bestaande kantoorlocaties in Eindhoven Uit: Bijlagenboek bij STEC rapportage Naar een sterke Eindhovense kantorenmarkt d.d. juni 2011 KANTOORLOCATIES

Nadere informatie

Geo Promotion congres 2009: Bedrijventerreinen 1

Geo Promotion congres 2009: Bedrijventerreinen 1 Zorgvuldige bedrijfsvestiging winst voor burgers, bedrijven en bestuur Oss in cijfers 77.100 inwoners 7e stad van Brabant, 39e van Nederland 10.000 ha groot 17 kernen 31.000 woningen Jacques Luijpen, 6

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN

1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN BIJLAGE A 1. STADSREGIO ARNHEM/NIJMEGEN 1.1 Westervoortsedijk/ t Broek, Arnhem Algemene kenmerken Oppervlakte (netto ha) Totale oppervlakte: 130,0 ha. Netto uitgeefbaar: 14,8 ha. Levensfase Bedrijventerrein

Nadere informatie

Vraagraming en vraagverdieping

Vraagraming en vraagverdieping Vraagraming en vraagverdieping Metropoolregio Amsterdam 3 november 2016, Zaanstad Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Methodiek 3. Formele en informele werklocaties 4. Werkmilieus 5.Metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nota Ruimte budget 25 miljoen euro Planoppervlak 33 hectare Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Synergie tussen stad en water De directe ligging

Nadere informatie

LOGISTIEK PARK MOERDIJK

LOGISTIEK PARK MOERDIJK LOGISTIEK PARK MOERDIJK VOGELVLUCHTPERSPECTIEF Logistiek Park Moerdijk (LPM) is voorzien op, wat bereikbaarheid betreft, unieke plek: gelegen in de oksel van de A16 en A17, op de centrale as Rotterdam-Antwerpen

Nadere informatie

Aanbod bedrijventerreinen

Aanbod bedrijventerreinen Staat van 2014 Aanbod bedrijventerreinen Wat is de index van het uitgeefbare oppervlak (2002 = 100)? Ten opzichte van 2002 is er nog 57% uitgeefbaar terrein over Vergelijking in de tijd (Index uitgeefbaar

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Verdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt

Verdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt Verdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt Arbeidsmarkt en Onderwijs Monitor Noord-Holland Henry de Vaan I&O Research 23 november 2012 Onderzoeksvragen 1. Hoe zit het met de

Nadere informatie

Ondernemen in. Moerdijk

Ondernemen in. Moerdijk Ondernemen in Moerdijk Colofon Gemaakt in opdracht van gemeente Moerdijk, d.d. maart 2009 Tekst: gemeente Moerdijk Ontwerp, opmaak en lay-out: afdeling Informatievoorziening en Facilitair, cluster Repro,

Nadere informatie

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard Concept-Uitgiftebeleid Bedrijventerreinen Hoeksche Waard Pg. 2 Inleiding Pg. 3 Kaders uitgiftebeleid Pg. 5 Beleidskader Pg. 6 Toelichting artikelen 1 Inleiding De wortels van het oude uitgiftebeleid liggen

Nadere informatie

Ondernemen op bedrijventerrein Lagekant

Ondernemen op bedrijventerrein Lagekant Ondernemen op bedrijventerrein Lagekant Almere biedt ondernemers met ambitie in het centrum van Nederland alle ruimte zich te vestigen, te pionieren en te groeien. Ondernemen in Almere betekent ondernemen

Nadere informatie

Onderzoek bedrijventerreinenbeleid

Onderzoek bedrijventerreinenbeleid Onderzoek bedrijventerreinenbeleid Door: Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen Voor: Burgerronde Datum: 21 maart 2012 Aanleiding en doel Aanleiding: Initiatief van NVVR Kring Oost Gezamenlijk onderzoek van

Nadere informatie

Naar duurzame verstedelijkingsafspraken. bedrijventerreinen. Stec Groep

Naar duurzame verstedelijkingsafspraken. bedrijventerreinen. Stec Groep Naar duurzame verstedelijkingsafspraken bedrijventerreinen Stec Groep Evert-Jan de Kort 2 april 2015 Logistiek en groothandel grootste vragers, krimpende ruimtebehoefte industrie Veel planaanbod, in elke

Nadere informatie

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting Van zoekgebieden naar inrichting oktober 2004 Adecs Oost bv oktober 2004 MER Regionaal Bedrijventerrein

Nadere informatie

Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus EZ Den Haag. Mooi Nederland. Mevrouw de minister,

Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus EZ Den Haag. Mooi Nederland. Mevrouw de minister, Aan de Minister van VROM Mw. Dr. J.M. Cramer Postbus 20951 2500 EZ Den Haag KENMERK RPB200700220-7.51 DATUM 25 oktober 2007 ONDERWERP Advies monitoring programma Mooi Nederland Mevrouw de minister, In

Nadere informatie

MEOB. Inleiding. Factsheet. MEOB in beeld

MEOB. Inleiding. Factsheet. MEOB in beeld Inleiding in beeld (gemeente Oegstgeest) is een van de terreinen die in kader van de regionale bedrijventerreinenstrategie Holland-Rijnland op de rol staan voor een pilot herstructurering. In deze sheet

Nadere informatie

BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE DEN HAAG Beleidsagenda op basis van een nieuwe typologie Stec Groep aan Gemeente Den Haag

BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE DEN HAAG Beleidsagenda op basis van een nieuwe typologie Stec Groep aan Gemeente Den Haag BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE DEN HAAG 2005-2020 Beleidsagenda op basis van een nieuwe typologie Stec Groep B.V. in opdracht van gemeente Den Haag maart 2005 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. TRENDS VOOR EEN

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Factsheet bedrijventerrein Kerkerak, Gemeente Sliedrecht A. Inleiding Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

Kredietaanvraag programmamanagement Waarderpolder. Aan de Raad der gemeente Haarlem

Kredietaanvraag programmamanagement Waarderpolder. Aan de Raad der gemeente Haarlem Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 241/2007 6 november 2007 SO/bd 2007/145135 Kredietaanvraag programmamanagement Waarderpolder Aan de Raad der gemeente Haarlem Inleiding Het bedrijvenpark

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. h. vranken BP TH 10G / Vaststellen visie bedrijventerreinen Netwerkstad Werk en inkomen

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. h. vranken BP TH 10G / Vaststellen visie bedrijventerreinen Netwerkstad Werk en inkomen SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201966 396346 / 396346 ONDERWERP h. vranken BP TH Vaststellen visie bedrijventerreinen Netwerkstad. AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN

Nadere informatie

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Zuid-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Zuid-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Zuid-Nederland (*1. m²) 42.2 2.15 5.518 Overig Nederland Het totale oppervlak aan kantoormeters in en

Nadere informatie

MARKTVERKENNING BEDRIJVENTERREIN OOSTVLIETPOLDER Stec Groep aan Gemeente Leiden - EINDRAPPORT-

MARKTVERKENNING BEDRIJVENTERREIN OOSTVLIETPOLDER Stec Groep aan Gemeente Leiden - EINDRAPPORT- MARKTVERKENNING BEDRIJVENTERREIN OOSTVLIETPOLDER Stec Groep aan Gemeente Leiden - EINDRAPPORT- Stec Groep B.V. Esther Geuting, Evert-Jan de Kort en Hub Ploem 21 januari 2010 INHOUDSOPGAVE Verwijderd: MANAGEMENTSUMMARY

Nadere informatie

juiste impulsen voor stationsgebied Steenwijk gemeente Steenwijkerland stec groep Peije Bruil en Guido van der Molen 14 september 2011

juiste impulsen voor stationsgebied Steenwijk gemeente Steenwijkerland stec groep Peije Bruil en Guido van der Molen 14 september 2011 juiste impulsen voor stationsgebied Steenwijk gemeente Steenwijkerland stec groep Peije Bruil en Guido van der Molen 14 september 2011 multifunctionele locaties vraag naar betere locaties welke locatietypen

Nadere informatie